NiEBIS-
Aiicrttitie- LnttnvlM
Donderdag 3 October 1901.
45ste Jaargang No. 3667.
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderliik« nummers 6 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Gemeente Schagen.
Bekendmakingen.
Sluiting tapperijen.
Binnenlacdsch Nieuws.
SGHA6ER
COURANT.
Bureau 8CHAGEJ¥, Laa», 1» 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
MedewerkerJ. W 1 X E L.
POLITIE.
Ter Secretarie dei gemeente Schagen zijn
inlichtingen te hekomen omtrent een gevon
den sleutel.
De Burgemeester der gemeente Schagen
Overwegende, dat bij gelegenheid der loting
voor de Nationale Militie in den regel vele
lotelingen zich schuldig maken aan misbruik
van sterken drank
dat dientengevolge twistpartijen ontstaan,
die de orde verstoren, en hartstochten worden
gevoed, die slechts schade doen aan lichaam
en geest;
maant hij deze belanghebben
den aan, om op den dag der loting, zijnde
Dinsdag 8 October a.s., geen sterken
drank te schenken tot des namiddags 2 uur,
en zulks ter voorkoming van de noodzakelijk
heid, dat door hem, Burgemeester, krach
tens art. 11 der algemeene politie-verordening,
de tijdelijke sluiting van koffiehuizen en tap
perijen zou moeten worden gelast.
Schagen, den 3 October 1901.
De Burgemeester voornoemd,
H. J. POT.
De Afd. WINKEL e. O. van de
S. D. A. P. opende j.1. Zaterdag de propa
ganda voor dit seizoen met een openbare verga
dering aan de Gouw te Hoogwoud, waar de hr.
Verweij optrad als spreker met het onderwerp
„Waar moet het heen Aan het einde dei-
vergadering werd een volkskiesvereeniging
opgericht met aanvankelijk 13 leden. In eene
aan deze openbare vergadering voorafgegane
huishoudelijke werd de heer Verweij gekozen
als candidaat voor Provinciaal vertegenwoor
diger der S. D. A. P.
Ds. J. D. DardenneAnkringa,
predikant hij Ned. Herv. gemeente te AARTS
WOUD, heeft voor het beroep naar Haam
stede (Zeel.) bedankt.
Beroepen naar HOOGWOUD de
heer J. H. van Veen te Berlikum (N.-Br.)
ANNA PAULOWNA, 30 S e p t.
J.1. Zaterdagavond hield ons Nutsdeparte-
ment eene hnishondelijke vergadering,
waarvan wij het volgende mededeelen
Uit |het verslag van den toestand van 't
departement bleek, dat het thans 36 leden
telt, 3 minder dan 't vorig jaar, waarvan
2 door overlijden. De Penningmeester kon
constateeren, dat de financiën in bevredigenden
toestand verkeerden. Het Ziekenfonds telde
454 leden en verminderde met 17, meerendeels
door vertrek. Klachten kwamen niet in.
Tot leden der Commissie voor de Volks
voordrachten werden benoemd de heeren
Van Gorkom en Jb. Bakker, ter voorziening
in de vacatures-Dub beid en -De Boer (de
laatste door bedanken).
Tot lid van de Vereeniging tot Bevordering
van Schoolbezoek werd gekozen de heer
W. Siewers.
De Commissie tot herziening van het
Spaarbank-reglement bracht hij monde van
den heer L. Metzelaar rapport uit en stelde
een paar wijzigingen voor, hoofdzakelijk
dienende om boekhouder en directeuren
eenig honorarium te kunnen uitkeerende
vergadering vereenigde zich hiermede.
De Commissie tot onderzoek naar de
mogelijkheid, om alhier een kookcursus te
houdeti, stelde bij monde van den heer
Oostra het departement voor, haar alsnog
diligent te verklaren, daar de zaak nog niet
voldoende voorbereid was. Aldus werd besloten.
Tenslotte werd op voorstel van het Bestuur
besloten, het 25-jarig bestaan van het de
partement op 3 Nov. a.s. feestelijk te gedenken.
Een commissie, bestaande uit het bestuur
en eenige leden, werd benoemd om een
programma samen te stellen, en dit a. s. Za
terdag het departement ter goedkeuring aan
te bieden.
Nadat nog twee personen als lid waren
voorgesteld, word de vergadering gesloten.
Van den heer H. J. Lovink, be
noemd tot directeur-generaal van landbouw,
deelt het „Volksblad" mede:
Deze Lovink is de zoon van zeer eenvou
dige burgerlieden, die den knaap voor tuin
mansknecht hadden bestemd. Door zijn lust
tot studie wist hij opleiding te krijgen aan
de landbouwschool te WAGENINGÉN. Van
daar werd hij opzichter over de gemeente
plantsoenen, eerst te Deutinchem, later te
Zutphen.
Hier onderscheidde hij zich niet alleen door
goeden smaak, welke de verfraaiing der stad
ten goede kwam, doch ook door zijn zucht
naar meerdere ontwikkeling10 of 12 j aar
geleden werd hij er aan verbonden en bracht
het later tot directeur.
Enkele jaren geleden werd de heer Lovink,
wiens bekwaamheden door den 'toenmaligen
directeur van landbouw, mr. Sickesz, niet on
opgemerkt waren gebleven, inspecteur der
Staatsbosschen en ontginningen te Utrecht.
En thans zal hij zelfs den heer Sickesz ver
vangen in een der hoogste Staatsbetrekkingen
als directeur-generaal van landbouw aan het
Departement van Waterstaat.
Vuurtje stoken.
Eenige jongens stookten Zaterdagmiddag
een vuurtje in het Shar achter het dorp
MILDAM (Pr.) De indroge heide vatte vlam
en spoedig stond eene groote uitgestrektheid
in brand, hoog sloegen de vlammen op, snel
de turfhoopen en woningen naderende. In het
dorp werd het gevaar bemerkt, dat de veen
derij bedreigde, van alle zijden kwam men op
dagen om het vuur tegen te houden. Aarden
dammen werden opgeworpen en na veel
moeite werd het vuur gestuit.
Een groot veld heide eigendom der ge
meente Schoterland en particulieren ver
brandde.
feuilleton.
-o-o-o-
De onthulling van het gedenk-
teeken te Eergen.
-M-
Het was in Noordkennemerland, dat in
1799 door de Bataafsche troepen (we hadden
toen de Bataafsche Republiek), gesteund door
een Eransch leger, werd gestreden tegen de
Russen en Engelschen, die in Noord-Holland
waren gevallen om het Oranjehuis in de
stadhouderlijke waardigheid te herstellen.
Een sterke vloot had bij de Zijpe een lan
dingsleger van 45.000 man aan wal gezet
onder opperbevel van den Hertog van York.
Na eenige kleine schermutselingen trokken
de invallers zuidwaarts, tot ze hij Bergen
stieten op het Fransch-Bataafsche leger,
onder opperbevel van generaal Brune (19
September 1799). Heftig werd gestreden en
(zooals 't meer gaat), beide partijen schreven
zich de overwinning toe. De Russen hadden
zware verliezen geledon, maar de Fransch-
Bataafsche troepen (de laatste werden aange
voerd door Daendels) ontruimden toch Alk
maar om niet omsingeld te worden.
Een tweede, ditmaal beslissend gevecht
werd geleverd tussohen Castricum en Bever
wijk (6 October 1799). Toen werden de inval
lers met verlies teruggedrevenen zagen zij in,
dat alleen een spoedige terugkeer nog uit
komst geven kon. Zoo was het doel van den
inval niet bereikt; de Prinsgezinden onder de
Hollanders waren niet, zooals gehoopt was,
in opstand gekomen tegen de Bataafsche Re
publiek, en bij het verdrag van Alkmaar
werd de ontruiming van ons grondgebied
overeen gekomen.
Deze landstreek heeft nog enkele herinne
ringen bewaard aan die dagen.
De grootendeels in puin geschoten kerk op
den Olmenhof te Bergen wordt den vreemde
ling ook als zoodanig getoond.
Een andere herinnering vormen de vele
hoefvormige zanddijken, door grachten om
ringd, opgeworpen in die dagen tusschen Be
verwijk en Castricum. In die batterijen vond
het Eransch-Bataafsche leger een steunpunt
tegen aanvallen uit het Noorden en de iets
later geleverd* veldslag bewees de waarde van
die verdedigingsmiddelen. Van die oude batte
rijen zijn nog een twintigtal overgebleven.
Voorts heeft men in die landstreek nog enkele
oude huizen met ingeschoten kogels.
In den eersten veldslag (bij Bergen) was het
Russisch espeditie-corps zwaar gehavend, een
groot aantal officieren en manschappen rus
ten onder het hoog geboomte van het Berger
bosch. De nagedachtenis dier gevallenen zon
worden geëerd door de oprichting van een
gedenkteeken. Voor de onthulling en inwij
ding was de 26e September aangewezen,
maar het ongeluk te Valkenberg, waarbij de
Russische attaché werd gewond, bracht hierin
wijziging.
De onthulling had nu Maandag j.1. plaats.
Het monument, dat geplaatst is op kor
ten afstand van den hoofdweg, vóór een bosch-
je op den Kerkdijk benoorden Bergen, steekt
daar mooi boven het grasland uit.
Het bestaat uit een voetstuk van drie ruwe,
uit Rusland gezonden fonkelende granietblok-
23.
Zij bleven staan aan den kant van het
water, waarin de zwanen vredig rondzwom
men. Een heerlijk windje, dat nog eenigs-
zins de scherpte liet gevoelen van den heen-
geganen winter, bewoog de met kleine,
groene knopjes prijkende takken. Kinderen
speelden in het grint, onder het toezicht
van kindermeisjes, die op de banken zaten.
Diepe rust lag over den tuin en de beide
mannen waren met hunne gedachten alleen.
Pierre sloeg zijn oogen tot Appel op en
zeide met plotseling losbarstende harte
lijkheid
„O, mijn opofferende, trouwe vriend. Ver
geef mij mijn twijfel, mijn vrees. U, die
door uw verstand zoover boven mij staat
verheven, die aanschouwt welk een strijd
ik doormaak, zeg mij, wat kan, wat zal ik
doen? Verlaat mij niet. Laat mij niet aan
mijzelf over, want ik gevoel mij dan in de
duisternis teruggestooten, welke mij zoo
verschrikt. Ik heb uw raad noodig, uw bij
stand.
Appel lachte.
„Hebt ge dan nog vertrouwen in mij
„Hoe zou ik nietl Ik heb u steeds tot
het best van anderen zien handelen. En dat
is het juist wat mij kweltu is te groot,
te rechtvaardig, te goed dat vernietigt mij.
Ik klaag u aan, en gij verdedigt u met
woorden van erbarmen en medelijden."
„Wellicht ben ik een huichelaarsprak
Appel zacht.
„Ja, twintig jaar hebt ge dan al gehui
cheld, met mij te leiden, mij te beschermen,
mij liet te hebben. Deze huichelarij was al
tijd zoo vreeselyk in het doen van weldaden,
dat ik niet weet, of ik wel gedurende een
gansch lang menschenleven mijn dank aan
u zal kunnen afdragen."
„Wie verlangt van jou, dat ge dien zult
afdragen
„Neen, ik zou steeds uw schuldenaar
blijven. Maar heb medelijden met mijn
verdriet. Helder mij alles op, laat mij niet
alleen staan tegenover dit raadsel, dat ik
onmogelijk in staat ben op te lossen."
Een heftig snikken onderbrak deze woor
den. Sidderend steunde hij op Appel en
het hoofd op diens schouder leggend,
weende hij.
„Wees bedaard," sprak Appel zacht. „Je
bent al zenuwachtig en opgewonden aangeko-
1 men Je zeniiwen moeten weder normaal wor
den. Je opgewondenheid zal door je tranen
wel bedaren. Je bent een kind, de ge
wichtigste vragen laten zich in tien minu
ten afdoen. Men moet zichzelf den tijd
I laten voor overleg. Vóór alles moet ge nu
je moeder gaan begroeten."
Zij stapten vlug het park door en kwamen
spoedig in de Luxemburgstraat. By het
zien van het vreedzaam thuis, waarin hij
zoovele gelukkige jaren had doorgebraoht,
voelde Pierre zich dooreen weldadige ont
roering bemachtigd.Alle bitterheid, die zoo
kort geleden nog in zijn hart was geweest,
was nu veranderd in een gevoel van wel
behagen hij was aanstonds weer thuis. Vlug
snelde hij de stoep op, als had hij nu allo
haast om zijn doel te bereiken, ofschoon hij
zoo lang had geaarzeld.
De bediende begroette Pierre vroolijk,
de man was blijkbaar verheugd over den
terugkeer van zijn jongen meester. Zonder
af te wachten dat men zijn moeder van
zijn thuiskomst verwittigde, begaf hij
zich terstond naar het salon, waarin me
vrouw Appel zich gewoonlijk placht op te
houden. Ze zat bij het venster te
lezen. Door het gedruis van de deur hiet
zij het hoofd op. Het boek viel haar uit
de handen en gleed op het kleed, zy
bloosde van vreugde, breidde haar armen
uit en zonder een woord van verklaring,
zonk de zoon in zijn moeders armen en
verborg zijn hoofd snikkend aan haar borst.
Hij drukte zich dicht tegen haar aan en
in den kus, dien ze elkaar gaven, verdween
elke zorg, alle onrust. Appel,die op den drem
pel was blijven staan, keek lachend naar deze
ontmoeting. Hy had het zoo gehoopt, dat
ken, waarop een fraai Russisch kruis met een
langen en een kleinen scheeven dwarsbalk. Om
het monument staan zes zware vierkante gra
niet-palen, door dikke kettingen met lang
werpige 6ohakels verbonden.
In het voorvlak is in Russische karakters
gebeiteld
„Eeuwige Herinnering
aan de Russische Krijgers
gevallen in de slagen bij
Bergen 8 en 19 September 1799",
aan de rechterzijde staan de woorden
„Opgericht Anno 1901."
Reeds vroeg in den morgen begaven vele
nieuwsgierigen zich naar Bergen om de
onthulling van het gedenkteeken bij te wonen.
Door den Russischen luitenant-kolonel Yon
Muller werden al vroeg een aantal kransen
aan den voet van het gedenkteeken neer
gelegd.
De officiëele genoodigden, w.o. de Russische
gezant, de Engelsche legatieraad, de Fransche
attaché, verder eenige Ned. militaire autoritei
ten,alsmede een twee-tal Russische geestelijken
uit Parijs, die de godsdienstplechtigheden
zouden vervullen, kwamen per rijtuig van
Alkmaar.
Al deze genoodigden werden ontvangen
door Burgemeester en Wethouders der
gemeente Bergen, bij monde van den Burge
meester. Het fanfarekorps van Bergen
speelde het Russische, Engelsche, Fransche
en Nederlandsche volkslied.
Tegen halftwaalf kwamen de rijtuigen met
de officiëele personen aan, allen gestoken
in groot uniform, die natuurlijk zeer de
aandacht trokken. Een landauer vol fraaie
kransen van Russische regimenten volgde de
heeren. Nadat de Russische geestelijke zijn
gewaad had aangetrokken, zijnde een lang
lichtblauw kleed, waarover een kostbaar
gewaad van lichtblauw met zilver brocaat,
en zich de paars fluweelen Russische muts
op het hoofd had gezet, begon de plechtig
heid. De geestelijke plaatste zich achter een
gereedstaand tafeltje, waarop het kruis was
geplaatst.De officiëele genoodigden kregen allen
een kaars in de hand; de priester, daarna de
i gebeden uitsprekende,wijdde den grond,waartoe
hij, een wierookvat zwaaiende, om het monu
ment heenliep, en zong met den adsistent-
geestelijke daarna de hymnen hij de Grieksche
kerk in gebruik. Eenige oogenblikken later
knielden de Russische heeren neder, telkens
het teeken des kruises makende, terwijl de
geestelijken zongen, of gebeden zeiden.
Een oogenblik later stonden zij weder op
de eerewacht van de Alkmaarsche Ca
dettenschool presenteerde de geweren,
overste Von Muller gaf een teeken en toen
viel het doek, dat tot dusverre het monument
aan het oog van de toeschouwers had ont
trokken. Met het kruis in de hand sprak
daarna de geestelijke zijn zegen over het
gedenkteeken uit, tevens 's hemels zegen
afsmeekende over den Czaar en zijn huis.
De Russische heeren kusten allen het kruis dat
de geestelijke hun voorhield, waarna de
kransen werden gelegd.
Door verschillende autoriteiten werd toen
het woord gevoerd en kransen gelegd aan
het hem zou gelukken, Pierre weer berouw
vol bij zijn moeder te brengen, en daarom ge
noot hij van dit oogenblik en wachtte met
kalmte de moeilijkheden af, die nog zouden
komen.
„Slechte jongeD, ben je eindelijk terug
gekeerd sprak de moeder, het hootd van
haar zoon opheffend om hem diep in de
oogen te kijken. „Ik vind niet, dat je er
best uitziet."
„Dat komt van de reis", zeide Appel,
„morgen is dat beter. Maar laten we nu
gaan koffiedrinken, het is reeds flink mid
dag en ik moet om over eenen naar de
universiteit."
Zij namen aan tafel plaats en
wisselden geen enkel woord over datgene,
wat aller harten bezighield. Bijna maakte
het den indruk, alsof zij het over een wa
penstilstand eens waren geworden, en het
genoegen van het eerste samenzijn niet
wenschten te bedorven en daarvan met
volle teugen wilden genieten.
Francine vroeg haar zoon inlichtingen
over de gewoonten van de menschen daar
ginds, praatte over het klimaat en over
allerlei onverschillige zaken. Zij scheen
besloten alle mededeelingen van haar zoon
af te wachten en ze niet uit te lokken.
Na een poosje zeide Appel„Ik laat u
alleen, want ik heb nog het een en ander
na te kijkenvan avond zien we elkaar
weer. Pierre, je zult er zeker wel aanden
ken, om Des Barres op te zoeken? het zal
hem zeer veel pleizier doen je te zien."
Dat was geen toespeling op de verkie
zing, maar slechts een wyzen op een plicht
der beleefdheid, welken hij tegenover zijn
ouden vriend en meester had te vervullen.
Hoe onschuldig echter doze opmerking ook
mocht zijn, Pierre werd daardoor weer
op eenmaal midden in den strijd geplaatst.
Da beslissing daarvan was niet te vermij
den, hij gevoelde het maar al te goed.
De bediende had de koffie op het blad
gezetAppel had zich verwijderd en moe
der en zoon waren alleen.
„Er zyn moeilijkheden die men niet kan
ontgaan", sprak Francine na een poos. „Wie
had vooruit kunnen denken, dat deze reis
naar Maillane, welke ge met zooveel opge
den voet van het gedenkteeken, waarna de
officiëele vertegenwoordigers ieder een herin
neringsboom om het monument plantten.
Een niet-gewilde leerling.
Een ingezetene te ASSEN kreeg eene aan
vraag uit Engeland om een jongen van 18
jaar in huis te nemen, die eene betrekking
zoude krijgen bij een handelshuis en Hollandsch
wilde leeren. Nadat hij verschillende mede
deelingen had gedaan, o. a. dat hij pro-Boei
was, welk feit echter hij de aanvragers geen
bezwaar opleverde, verklaarde men zich bereid
om op de zaak in te gaan. Dientengevolge
kwam een dezer dagen de Engelsche adspi-
rant-handelsman naar Assen. Uit gesprekken
met hem gevoerd, bleek evenwel reeds spoe
dig, dat de Engelschman een plaats zou
krijgen in Baden Powell's politie-korps in
Zuid-Afrika, nog Hollandsch moest leeren
vóór hij daarheen ging en dan over drie jaren
aldaar een settlement, eene hoeve, zoude krij
gen. Naar hy zeide, wist de Hollandsche
consul te Londen, door wiens bemiddeling de
zaak was tot stand gekomen, dit alles ook.
Aan den jonkman werd hierop meegedeeld,
dat hij aanstonds naar Londen moest terug-
keeren, wat dan ook is geschied.
Wij doen hiervan mededeeling ter waar
schuwing voor anderen. Waarschijnlijk zullen
pogingen met gelijk doel meer worden ge
daan. („Asser Ct.")
Zal uit RIJNSBURG de victorie
beginnen?
Men schrjjft aan het Hbld.
In den Rijnsburger gemeenteraad vraagt de
voorzitter of nog iemand het woord verlangt
naar aanleiding der begrooting.
De heer J. van Iterson heeft bewaar tegen
den post „Openbaar onderwijs"; ofschoon de
voorzitter opmerkt, dat de wet verplicht voor
voldoend lager onderwijs te zorgen en er dus
niets tegen te doen is, stelt deze heer voor,
den post voor het openb. onderwijs in zijn
geheel van de begrooting te schrappen. Hij
beweert, dat men ergens in Friesland drie
achtereenvolgende jaren dien post ook heeft
geschrapt en ten slotte zijn zin van Ged.
Staten heeft gekregen.
Het voorstel in stemming gebracht, wordt
met op één na algemeene stemmen (die van
den voorzitter) aangenomen, zoodat alle pos
ten voor het openbaar lager onderwijs van
de begrooting worden geschrapt.
Hierop verklaarde de voorz., dat hij
volgens art. 70 der Gemeentewet en op grond
van art. 16 der wet op het lager onderwijs, dit
besluit niet zal uitvoeren en hiervan kennis
zal geven aan Ged. Staten.
Of het zal baten Ged. Staten van Zuid-
Holland zullen niet ongaarne zien, dat de
openbare school wordt opgeheven, en wanneer
het maar eenigszins door den wettelijken
beugel kan,zullen ze het besluit niet vernietigen.
En van de regeering is in dezen ook al
niet veel te wachten. Wie weet, of straks
in andere gemeenteraden geen soortgelijke
besluiten worden genomen. Inderdaad, de toe
komst is voor het openhaar onderwijs niet
rooskleurig. De voorstanders er van mogen
op hunne hoede zijn.
wektheid hebt aanvaard, zulke gevolgen
zou hebben. Arme jongen, en dat is toch
niet jouw schuld. Én het is zeer onrecht
vaardig, dat jij daaronder moet lijden."
„Moeder", vroeg Pierre, „zoudt u den
moed hebben, mij dat te onthullen, wat ik
tot dusverre tevergeefs heb gezocht Zoudt
gij mij willen zeggen, wie ik voor uwe
scheiding van myn vader verantwoordelijk
heb te stellen?"
„Met welk doel? Welke verlichting zou
je de kennis der waarheid kunnen brengen
Zooals de omstandigheden zich nu aan je
voordoen, waren zij onafwendbaar. De
scheiding heeft den band gebroken, welken
het huwelijk had geknoopt. Je vader is
zijn weg gegaan, je moeder den haren
niets kan die twee menschen weer nader tot
elkaar brengen. Waarom kwelt ge u met de
oplossing van een raadsel te zoeken, dat toch
niet meer te veranderen is Gij houdt reeds
van mij sedert je oogen het daglicht hebben
aanschouwd, en ge houdt reeds van Appel
sedert ge wist en gevoeldet wat recht en
goed was. Ge hebt je vader nu weergevon
den wie verbiedt je, ook van hem te hou
den, wanneer het hem ia gelukt, je gevoe
lens van liefde in te boezemen
„Moeder, u heeft vroeger eens gezegd,
dat er schuldeischers van hot ongeluk zijn,
ik ben er een. Hoe echter is de schuld
ontstaan, welke ik betaal."
„De toekomst zal u dat helder en duide
lijk maken."
„Dat wil zooveel zeggen als de schuld op
mijn vader te werpen."
„Ik klaag hem niet aan."
„Geschiedt dat uit bovenmenschelijk
geduld
„Neen, myn kind, dat is het hoogste
vergetenHet leven heeft mij voor alle
leed schadeloos gesteld het heeft vergelding
gebracht. Welk een zwaar ongeluk mij ook
trof, het lot was barmhartig en goed jegens
my, toen het mij Frederik Appel in den
I weg voerde. Ik bezit niet meer het recht,
andere gevoelens te koesteren daa die van
1 medelijden en zachtmoedigheid, jegens die
menschen, die vroeger iets jegens mii hebben
misdreven, daar ik door hun onwillekeurig
toedoen met weldaden ben overladen. Doe
my geen vragen over die personen, over
wie ik niet spreken wil. Houd je niet
met hen bezig, bemoei je slechts met mij,
dat sta ik je toe, en ik heb niets te vree
zen. Ge weet, dat ik je altijd teeder heb
liefgehad, dat by mij niets ging boven myn
kind, em dat ik, als er sprake van jou was,
steeds mijn hart het zwygen heb opgelegd.
Had ik de kracht en de noodige bekwaam
heden bezeten om je op te voeden en te
onderrichten, een man van je te maken,
zooals je nu geworden bent, wellicht zou ik
dan de kracht hebben gehad het geluk
af te wijzen, dat mij geboden werd,
en mij geheel aan jou te wijden. Maar ik
had de zekerheid, dat Appel voor je zou
zijn een trouw beschermer, een goed op
voeder, dat hij een vader voor je zou zijn,
wat hij, en dat durf ik luide te zeggen,
ook voor je is geweest. Met dubbele vreugde
zag ik zijne teederheid met de mijne zich
vereenigen, om jou te vormen, jou vooruit
te brengen al dat te verwezenlijken, wat
ik gehoopt had dat eens gebeuren zou. Je
leefdet met ons, je bent onder onze oogen
groot geworden je kent ons, we hebben
nooit iets voor je verborgen. Appel heeft
gewerkt en heeft zich op wetenschappelijk
gebied tot den hoogsten rang opgewerkt.
Ik heb zijn huishouding bestierd en naar
mijn beste krachten zijn beroemden naam
gedragen. Dat is onze geheele geschiedenis,
mijn kind Alles, wat ik je over ons kan zeg
gen. Sedert twintig jaar was thans de eenige
smart mijns levens, een twijfel in jouw ge
dachten te moeten lezen en mijnentwege
tranen in jouw oogen te zien."
Pierre antwoordde niet. Hij zonk voor
zijne moeder op de knieën, en zonder de
oogen tot haar op te heffen, als voor een
heiligenbeeld in aanbidding verzonken,
kuste hij haar handen, die lieve handen,
welke, hij wist het maar al te goed, ge
werkt hadden om hem te voeden, die zacht
en teeder zijn klein lichaampje hadden ge
streeld en gekoesterd, wanneer hij lijdend
in zijn wiegje lag.
WORDT VERVOLGD.