NiEBIS- Aiicrttitie- LnttnvlM Donderdag 3 October 1901. 45ste Jaargang No. 3667. Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderliik« nummers 6 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Gemeente Schagen. Bekendmakingen. Sluiting tapperijen. Binnenlacdsch Nieuws. SGHA6ER COURANT. Bureau 8CHAGEJ¥, Laa», 1» 4. UitgeverP. TRAPMAN. MedewerkerJ. W 1 X E L. POLITIE. Ter Secretarie dei gemeente Schagen zijn inlichtingen te hekomen omtrent een gevon den sleutel. De Burgemeester der gemeente Schagen Overwegende, dat bij gelegenheid der loting voor de Nationale Militie in den regel vele lotelingen zich schuldig maken aan misbruik van sterken drank dat dientengevolge twistpartijen ontstaan, die de orde verstoren, en hartstochten worden gevoed, die slechts schade doen aan lichaam en geest; maant hij deze belanghebben den aan, om op den dag der loting, zijnde Dinsdag 8 October a.s., geen sterken drank te schenken tot des namiddags 2 uur, en zulks ter voorkoming van de noodzakelijk heid, dat door hem, Burgemeester, krach tens art. 11 der algemeene politie-verordening, de tijdelijke sluiting van koffiehuizen en tap perijen zou moeten worden gelast. Schagen, den 3 October 1901. De Burgemeester voornoemd, H. J. POT. De Afd. WINKEL e. O. van de S. D. A. P. opende j.1. Zaterdag de propa ganda voor dit seizoen met een openbare verga dering aan de Gouw te Hoogwoud, waar de hr. Verweij optrad als spreker met het onderwerp „Waar moet het heen Aan het einde dei- vergadering werd een volkskiesvereeniging opgericht met aanvankelijk 13 leden. In eene aan deze openbare vergadering voorafgegane huishoudelijke werd de heer Verweij gekozen als candidaat voor Provinciaal vertegenwoor diger der S. D. A. P. Ds. J. D. DardenneAnkringa, predikant hij Ned. Herv. gemeente te AARTS WOUD, heeft voor het beroep naar Haam stede (Zeel.) bedankt. Beroepen naar HOOGWOUD de heer J. H. van Veen te Berlikum (N.-Br.) ANNA PAULOWNA, 30 S e p t. J.1. Zaterdagavond hield ons Nutsdeparte- ment eene hnishondelijke vergadering, waarvan wij het volgende mededeelen Uit |het verslag van den toestand van 't departement bleek, dat het thans 36 leden telt, 3 minder dan 't vorig jaar, waarvan 2 door overlijden. De Penningmeester kon constateeren, dat de financiën in bevredigenden toestand verkeerden. Het Ziekenfonds telde 454 leden en verminderde met 17, meerendeels door vertrek. Klachten kwamen niet in. Tot leden der Commissie voor de Volks voordrachten werden benoemd de heeren Van Gorkom en Jb. Bakker, ter voorziening in de vacatures-Dub beid en -De Boer (de laatste door bedanken). Tot lid van de Vereeniging tot Bevordering van Schoolbezoek werd gekozen de heer W. Siewers. De Commissie tot herziening van het Spaarbank-reglement bracht hij monde van den heer L. Metzelaar rapport uit en stelde een paar wijzigingen voor, hoofdzakelijk dienende om boekhouder en directeuren eenig honorarium te kunnen uitkeerende vergadering vereenigde zich hiermede. De Commissie tot onderzoek naar de mogelijkheid, om alhier een kookcursus te houdeti, stelde bij monde van den heer Oostra het departement voor, haar alsnog diligent te verklaren, daar de zaak nog niet voldoende voorbereid was. Aldus werd besloten. Tenslotte werd op voorstel van het Bestuur besloten, het 25-jarig bestaan van het de partement op 3 Nov. a.s. feestelijk te gedenken. Een commissie, bestaande uit het bestuur en eenige leden, werd benoemd om een programma samen te stellen, en dit a. s. Za terdag het departement ter goedkeuring aan te bieden. Nadat nog twee personen als lid waren voorgesteld, word de vergadering gesloten. Van den heer H. J. Lovink, be noemd tot directeur-generaal van landbouw, deelt het „Volksblad" mede: Deze Lovink is de zoon van zeer eenvou dige burgerlieden, die den knaap voor tuin mansknecht hadden bestemd. Door zijn lust tot studie wist hij opleiding te krijgen aan de landbouwschool te WAGENINGÉN. Van daar werd hij opzichter over de gemeente plantsoenen, eerst te Deutinchem, later te Zutphen. Hier onderscheidde hij zich niet alleen door goeden smaak, welke de verfraaiing der stad ten goede kwam, doch ook door zijn zucht naar meerdere ontwikkeling10 of 12 j aar geleden werd hij er aan verbonden en bracht het later tot directeur. Enkele jaren geleden werd de heer Lovink, wiens bekwaamheden door den 'toenmaligen directeur van landbouw, mr. Sickesz, niet on opgemerkt waren gebleven, inspecteur der Staatsbosschen en ontginningen te Utrecht. En thans zal hij zelfs den heer Sickesz ver vangen in een der hoogste Staatsbetrekkingen als directeur-generaal van landbouw aan het Departement van Waterstaat. Vuurtje stoken. Eenige jongens stookten Zaterdagmiddag een vuurtje in het Shar achter het dorp MILDAM (Pr.) De indroge heide vatte vlam en spoedig stond eene groote uitgestrektheid in brand, hoog sloegen de vlammen op, snel de turfhoopen en woningen naderende. In het dorp werd het gevaar bemerkt, dat de veen derij bedreigde, van alle zijden kwam men op dagen om het vuur tegen te houden. Aarden dammen werden opgeworpen en na veel moeite werd het vuur gestuit. Een groot veld heide eigendom der ge meente Schoterland en particulieren ver brandde. feuilleton. -o-o-o- De onthulling van het gedenk- teeken te Eergen. -M- Het was in Noordkennemerland, dat in 1799 door de Bataafsche troepen (we hadden toen de Bataafsche Republiek), gesteund door een Eransch leger, werd gestreden tegen de Russen en Engelschen, die in Noord-Holland waren gevallen om het Oranjehuis in de stadhouderlijke waardigheid te herstellen. Een sterke vloot had bij de Zijpe een lan dingsleger van 45.000 man aan wal gezet onder opperbevel van den Hertog van York. Na eenige kleine schermutselingen trokken de invallers zuidwaarts, tot ze hij Bergen stieten op het Fransch-Bataafsche leger, onder opperbevel van generaal Brune (19 September 1799). Heftig werd gestreden en (zooals 't meer gaat), beide partijen schreven zich de overwinning toe. De Russen hadden zware verliezen geledon, maar de Fransch- Bataafsche troepen (de laatste werden aange voerd door Daendels) ontruimden toch Alk maar om niet omsingeld te worden. Een tweede, ditmaal beslissend gevecht werd geleverd tussohen Castricum en Bever wijk (6 October 1799). Toen werden de inval lers met verlies teruggedrevenen zagen zij in, dat alleen een spoedige terugkeer nog uit komst geven kon. Zoo was het doel van den inval niet bereikt; de Prinsgezinden onder de Hollanders waren niet, zooals gehoopt was, in opstand gekomen tegen de Bataafsche Re publiek, en bij het verdrag van Alkmaar werd de ontruiming van ons grondgebied overeen gekomen. Deze landstreek heeft nog enkele herinne ringen bewaard aan die dagen. De grootendeels in puin geschoten kerk op den Olmenhof te Bergen wordt den vreemde ling ook als zoodanig getoond. Een andere herinnering vormen de vele hoefvormige zanddijken, door grachten om ringd, opgeworpen in die dagen tusschen Be verwijk en Castricum. In die batterijen vond het Eransch-Bataafsche leger een steunpunt tegen aanvallen uit het Noorden en de iets later geleverd* veldslag bewees de waarde van die verdedigingsmiddelen. Van die oude batte rijen zijn nog een twintigtal overgebleven. Voorts heeft men in die landstreek nog enkele oude huizen met ingeschoten kogels. In den eersten veldslag (bij Bergen) was het Russisch espeditie-corps zwaar gehavend, een groot aantal officieren en manschappen rus ten onder het hoog geboomte van het Berger bosch. De nagedachtenis dier gevallenen zon worden geëerd door de oprichting van een gedenkteeken. Voor de onthulling en inwij ding was de 26e September aangewezen, maar het ongeluk te Valkenberg, waarbij de Russische attaché werd gewond, bracht hierin wijziging. De onthulling had nu Maandag j.1. plaats. Het monument, dat geplaatst is op kor ten afstand van den hoofdweg, vóór een bosch- je op den Kerkdijk benoorden Bergen, steekt daar mooi boven het grasland uit. Het bestaat uit een voetstuk van drie ruwe, uit Rusland gezonden fonkelende granietblok- 23. Zij bleven staan aan den kant van het water, waarin de zwanen vredig rondzwom men. Een heerlijk windje, dat nog eenigs- zins de scherpte liet gevoelen van den heen- geganen winter, bewoog de met kleine, groene knopjes prijkende takken. Kinderen speelden in het grint, onder het toezicht van kindermeisjes, die op de banken zaten. Diepe rust lag over den tuin en de beide mannen waren met hunne gedachten alleen. Pierre sloeg zijn oogen tot Appel op en zeide met plotseling losbarstende harte lijkheid „O, mijn opofferende, trouwe vriend. Ver geef mij mijn twijfel, mijn vrees. U, die door uw verstand zoover boven mij staat verheven, die aanschouwt welk een strijd ik doormaak, zeg mij, wat kan, wat zal ik doen? Verlaat mij niet. Laat mij niet aan mijzelf over, want ik gevoel mij dan in de duisternis teruggestooten, welke mij zoo verschrikt. Ik heb uw raad noodig, uw bij stand. Appel lachte. „Hebt ge dan nog vertrouwen in mij „Hoe zou ik nietl Ik heb u steeds tot het best van anderen zien handelen. En dat is het juist wat mij kweltu is te groot, te rechtvaardig, te goed dat vernietigt mij. Ik klaag u aan, en gij verdedigt u met woorden van erbarmen en medelijden." „Wellicht ben ik een huichelaarsprak Appel zacht. „Ja, twintig jaar hebt ge dan al gehui cheld, met mij te leiden, mij te beschermen, mij liet te hebben. Deze huichelarij was al tijd zoo vreeselyk in het doen van weldaden, dat ik niet weet, of ik wel gedurende een gansch lang menschenleven mijn dank aan u zal kunnen afdragen." „Wie verlangt van jou, dat ge dien zult afdragen „Neen, ik zou steeds uw schuldenaar blijven. Maar heb medelijden met mijn verdriet. Helder mij alles op, laat mij niet alleen staan tegenover dit raadsel, dat ik onmogelijk in staat ben op te lossen." Een heftig snikken onderbrak deze woor den. Sidderend steunde hij op Appel en het hoofd op diens schouder leggend, weende hij. „Wees bedaard," sprak Appel zacht. „Je bent al zenuwachtig en opgewonden aangeko- 1 men Je zeniiwen moeten weder normaal wor den. Je opgewondenheid zal door je tranen wel bedaren. Je bent een kind, de ge wichtigste vragen laten zich in tien minu ten afdoen. Men moet zichzelf den tijd I laten voor overleg. Vóór alles moet ge nu je moeder gaan begroeten." Zij stapten vlug het park door en kwamen spoedig in de Luxemburgstraat. By het zien van het vreedzaam thuis, waarin hij zoovele gelukkige jaren had doorgebraoht, voelde Pierre zich dooreen weldadige ont roering bemachtigd.Alle bitterheid, die zoo kort geleden nog in zijn hart was geweest, was nu veranderd in een gevoel van wel behagen hij was aanstonds weer thuis. Vlug snelde hij de stoep op, als had hij nu allo haast om zijn doel te bereiken, ofschoon hij zoo lang had geaarzeld. De bediende begroette Pierre vroolijk, de man was blijkbaar verheugd over den terugkeer van zijn jongen meester. Zonder af te wachten dat men zijn moeder van zijn thuiskomst verwittigde, begaf hij zich terstond naar het salon, waarin me vrouw Appel zich gewoonlijk placht op te houden. Ze zat bij het venster te lezen. Door het gedruis van de deur hiet zij het hoofd op. Het boek viel haar uit de handen en gleed op het kleed, zy bloosde van vreugde, breidde haar armen uit en zonder een woord van verklaring, zonk de zoon in zijn moeders armen en verborg zijn hoofd snikkend aan haar borst. Hij drukte zich dicht tegen haar aan en in den kus, dien ze elkaar gaven, verdween elke zorg, alle onrust. Appel,die op den drem pel was blijven staan, keek lachend naar deze ontmoeting. Hy had het zoo gehoopt, dat ken, waarop een fraai Russisch kruis met een langen en een kleinen scheeven dwarsbalk. Om het monument staan zes zware vierkante gra niet-palen, door dikke kettingen met lang werpige 6ohakels verbonden. In het voorvlak is in Russische karakters gebeiteld „Eeuwige Herinnering aan de Russische Krijgers gevallen in de slagen bij Bergen 8 en 19 September 1799", aan de rechterzijde staan de woorden „Opgericht Anno 1901." Reeds vroeg in den morgen begaven vele nieuwsgierigen zich naar Bergen om de onthulling van het gedenkteeken bij te wonen. Door den Russischen luitenant-kolonel Yon Muller werden al vroeg een aantal kransen aan den voet van het gedenkteeken neer gelegd. De officiëele genoodigden, w.o. de Russische gezant, de Engelsche legatieraad, de Fransche attaché, verder eenige Ned. militaire autoritei ten,alsmede een twee-tal Russische geestelijken uit Parijs, die de godsdienstplechtigheden zouden vervullen, kwamen per rijtuig van Alkmaar. Al deze genoodigden werden ontvangen door Burgemeester en Wethouders der gemeente Bergen, bij monde van den Burge meester. Het fanfarekorps van Bergen speelde het Russische, Engelsche, Fransche en Nederlandsche volkslied. Tegen halftwaalf kwamen de rijtuigen met de officiëele personen aan, allen gestoken in groot uniform, die natuurlijk zeer de aandacht trokken. Een landauer vol fraaie kransen van Russische regimenten volgde de heeren. Nadat de Russische geestelijke zijn gewaad had aangetrokken, zijnde een lang lichtblauw kleed, waarover een kostbaar gewaad van lichtblauw met zilver brocaat, en zich de paars fluweelen Russische muts op het hoofd had gezet, begon de plechtig heid. De geestelijke plaatste zich achter een gereedstaand tafeltje, waarop het kruis was geplaatst.De officiëele genoodigden kregen allen een kaars in de hand; de priester, daarna de i gebeden uitsprekende,wijdde den grond,waartoe hij, een wierookvat zwaaiende, om het monu ment heenliep, en zong met den adsistent- geestelijke daarna de hymnen hij de Grieksche kerk in gebruik. Eenige oogenblikken later knielden de Russische heeren neder, telkens het teeken des kruises makende, terwijl de geestelijken zongen, of gebeden zeiden. Een oogenblik later stonden zij weder op de eerewacht van de Alkmaarsche Ca dettenschool presenteerde de geweren, overste Von Muller gaf een teeken en toen viel het doek, dat tot dusverre het monument aan het oog van de toeschouwers had ont trokken. Met het kruis in de hand sprak daarna de geestelijke zijn zegen over het gedenkteeken uit, tevens 's hemels zegen afsmeekende over den Czaar en zijn huis. De Russische heeren kusten allen het kruis dat de geestelijke hun voorhield, waarna de kransen werden gelegd. Door verschillende autoriteiten werd toen het woord gevoerd en kransen gelegd aan het hem zou gelukken, Pierre weer berouw vol bij zijn moeder te brengen, en daarom ge noot hij van dit oogenblik en wachtte met kalmte de moeilijkheden af, die nog zouden komen. „Slechte jongeD, ben je eindelijk terug gekeerd sprak de moeder, het hootd van haar zoon opheffend om hem diep in de oogen te kijken. „Ik vind niet, dat je er best uitziet." „Dat komt van de reis", zeide Appel, „morgen is dat beter. Maar laten we nu gaan koffiedrinken, het is reeds flink mid dag en ik moet om over eenen naar de universiteit." Zij namen aan tafel plaats en wisselden geen enkel woord over datgene, wat aller harten bezighield. Bijna maakte het den indruk, alsof zij het over een wa penstilstand eens waren geworden, en het genoegen van het eerste samenzijn niet wenschten te bedorven en daarvan met volle teugen wilden genieten. Francine vroeg haar zoon inlichtingen over de gewoonten van de menschen daar ginds, praatte over het klimaat en over allerlei onverschillige zaken. Zij scheen besloten alle mededeelingen van haar zoon af te wachten en ze niet uit te lokken. Na een poosje zeide Appel„Ik laat u alleen, want ik heb nog het een en ander na te kijkenvan avond zien we elkaar weer. Pierre, je zult er zeker wel aanden ken, om Des Barres op te zoeken? het zal hem zeer veel pleizier doen je te zien." Dat was geen toespeling op de verkie zing, maar slechts een wyzen op een plicht der beleefdheid, welken hij tegenover zijn ouden vriend en meester had te vervullen. Hoe onschuldig echter doze opmerking ook mocht zijn, Pierre werd daardoor weer op eenmaal midden in den strijd geplaatst. Da beslissing daarvan was niet te vermij den, hij gevoelde het maar al te goed. De bediende had de koffie op het blad gezetAppel had zich verwijderd en moe der en zoon waren alleen. „Er zyn moeilijkheden die men niet kan ontgaan", sprak Francine na een poos. „Wie had vooruit kunnen denken, dat deze reis naar Maillane, welke ge met zooveel opge den voet van het gedenkteeken, waarna de officiëele vertegenwoordigers ieder een herin neringsboom om het monument plantten. Een niet-gewilde leerling. Een ingezetene te ASSEN kreeg eene aan vraag uit Engeland om een jongen van 18 jaar in huis te nemen, die eene betrekking zoude krijgen bij een handelshuis en Hollandsch wilde leeren. Nadat hij verschillende mede deelingen had gedaan, o. a. dat hij pro-Boei was, welk feit echter hij de aanvragers geen bezwaar opleverde, verklaarde men zich bereid om op de zaak in te gaan. Dientengevolge kwam een dezer dagen de Engelsche adspi- rant-handelsman naar Assen. Uit gesprekken met hem gevoerd, bleek evenwel reeds spoe dig, dat de Engelschman een plaats zou krijgen in Baden Powell's politie-korps in Zuid-Afrika, nog Hollandsch moest leeren vóór hij daarheen ging en dan over drie jaren aldaar een settlement, eene hoeve, zoude krij gen. Naar hy zeide, wist de Hollandsche consul te Londen, door wiens bemiddeling de zaak was tot stand gekomen, dit alles ook. Aan den jonkman werd hierop meegedeeld, dat hij aanstonds naar Londen moest terug- keeren, wat dan ook is geschied. Wij doen hiervan mededeeling ter waar schuwing voor anderen. Waarschijnlijk zullen pogingen met gelijk doel meer worden ge daan. („Asser Ct.") Zal uit RIJNSBURG de victorie beginnen? Men schrjjft aan het Hbld. In den Rijnsburger gemeenteraad vraagt de voorzitter of nog iemand het woord verlangt naar aanleiding der begrooting. De heer J. van Iterson heeft bewaar tegen den post „Openbaar onderwijs"; ofschoon de voorzitter opmerkt, dat de wet verplicht voor voldoend lager onderwijs te zorgen en er dus niets tegen te doen is, stelt deze heer voor, den post voor het openb. onderwijs in zijn geheel van de begrooting te schrappen. Hij beweert, dat men ergens in Friesland drie achtereenvolgende jaren dien post ook heeft geschrapt en ten slotte zijn zin van Ged. Staten heeft gekregen. Het voorstel in stemming gebracht, wordt met op één na algemeene stemmen (die van den voorzitter) aangenomen, zoodat alle pos ten voor het openbaar lager onderwijs van de begrooting worden geschrapt. Hierop verklaarde de voorz., dat hij volgens art. 70 der Gemeentewet en op grond van art. 16 der wet op het lager onderwijs, dit besluit niet zal uitvoeren en hiervan kennis zal geven aan Ged. Staten. Of het zal baten Ged. Staten van Zuid- Holland zullen niet ongaarne zien, dat de openbare school wordt opgeheven, en wanneer het maar eenigszins door den wettelijken beugel kan,zullen ze het besluit niet vernietigen. En van de regeering is in dezen ook al niet veel te wachten. Wie weet, of straks in andere gemeenteraden geen soortgelijke besluiten worden genomen. Inderdaad, de toe komst is voor het openhaar onderwijs niet rooskleurig. De voorstanders er van mogen op hunne hoede zijn. wektheid hebt aanvaard, zulke gevolgen zou hebben. Arme jongen, en dat is toch niet jouw schuld. Én het is zeer onrecht vaardig, dat jij daaronder moet lijden." „Moeder", vroeg Pierre, „zoudt u den moed hebben, mij dat te onthullen, wat ik tot dusverre tevergeefs heb gezocht Zoudt gij mij willen zeggen, wie ik voor uwe scheiding van myn vader verantwoordelijk heb te stellen?" „Met welk doel? Welke verlichting zou je de kennis der waarheid kunnen brengen Zooals de omstandigheden zich nu aan je voordoen, waren zij onafwendbaar. De scheiding heeft den band gebroken, welken het huwelijk had geknoopt. Je vader is zijn weg gegaan, je moeder den haren niets kan die twee menschen weer nader tot elkaar brengen. Waarom kwelt ge u met de oplossing van een raadsel te zoeken, dat toch niet meer te veranderen is Gij houdt reeds van mij sedert je oogen het daglicht hebben aanschouwd, en ge houdt reeds van Appel sedert ge wist en gevoeldet wat recht en goed was. Ge hebt je vader nu weergevon den wie verbiedt je, ook van hem te hou den, wanneer het hem ia gelukt, je gevoe lens van liefde in te boezemen „Moeder, u heeft vroeger eens gezegd, dat er schuldeischers van hot ongeluk zijn, ik ben er een. Hoe echter is de schuld ontstaan, welke ik betaal." „De toekomst zal u dat helder en duide lijk maken." „Dat wil zooveel zeggen als de schuld op mijn vader te werpen." „Ik klaag hem niet aan." „Geschiedt dat uit bovenmenschelijk geduld „Neen, myn kind, dat is het hoogste vergetenHet leven heeft mij voor alle leed schadeloos gesteld het heeft vergelding gebracht. Welk een zwaar ongeluk mij ook trof, het lot was barmhartig en goed jegens my, toen het mij Frederik Appel in den I weg voerde. Ik bezit niet meer het recht, andere gevoelens te koesteren daa die van 1 medelijden en zachtmoedigheid, jegens die menschen, die vroeger iets jegens mii hebben misdreven, daar ik door hun onwillekeurig toedoen met weldaden ben overladen. Doe my geen vragen over die personen, over wie ik niet spreken wil. Houd je niet met hen bezig, bemoei je slechts met mij, dat sta ik je toe, en ik heb niets te vree zen. Ge weet, dat ik je altijd teeder heb liefgehad, dat by mij niets ging boven myn kind, em dat ik, als er sprake van jou was, steeds mijn hart het zwygen heb opgelegd. Had ik de kracht en de noodige bekwaam heden bezeten om je op te voeden en te onderrichten, een man van je te maken, zooals je nu geworden bent, wellicht zou ik dan de kracht hebben gehad het geluk af te wijzen, dat mij geboden werd, en mij geheel aan jou te wijden. Maar ik had de zekerheid, dat Appel voor je zou zijn een trouw beschermer, een goed op voeder, dat hij een vader voor je zou zijn, wat hij, en dat durf ik luide te zeggen, ook voor je is geweest. Met dubbele vreugde zag ik zijne teederheid met de mijne zich vereenigen, om jou te vormen, jou vooruit te brengen al dat te verwezenlijken, wat ik gehoopt had dat eens gebeuren zou. Je leefdet met ons, je bent onder onze oogen groot geworden je kent ons, we hebben nooit iets voor je verborgen. Appel heeft gewerkt en heeft zich op wetenschappelijk gebied tot den hoogsten rang opgewerkt. Ik heb zijn huishouding bestierd en naar mijn beste krachten zijn beroemden naam gedragen. Dat is onze geheele geschiedenis, mijn kind Alles, wat ik je over ons kan zeg gen. Sedert twintig jaar was thans de eenige smart mijns levens, een twijfel in jouw ge dachten te moeten lezen en mijnentwege tranen in jouw oogen te zien." Pierre antwoordde niet. Hij zonk voor zijne moeder op de knieën, en zonder de oogen tot haar op te heffen, als voor een heiligenbeeld in aanbidding verzonken, kuste hij haar handen, die lieve handen, welke, hij wist het maar al te goed, ge werkt hadden om hem te voeden, die zacht en teeder zijn klein lichaampje hadden ge streeld en gekoesterd, wanneer hij lijdend in zijn wiegje lag. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1901 | | pagina 1