Zondag 6 October 1901.
45ste Jaargang No. 3668.
TWEEDE BLAD.
M. A. G. NUS.
FEUILLETON.
Binnenlaodsch Nieuws.
Pennesteekjes van
Schagen, 3 October 1901.
Als u de pen tot steken dringt
zoo steek
Burgemeesters met den centimeter. Scliagen
zonder reuzen. Een rekening om van
te schrikken. Wat een goed Kamerlid
kost en een goede speech. Een anti-
revolutionnaire besomming. Een Ka
mer vanjonkers. Nog meer christe
lijkheid. A l tegevoelige ministers.
Snelvuur geschut noodeloos.
Handelen naar omstan
digheden. Praatjes na
den slag. Op weg naar
Pretoria. Wisseling
van keizer en presi
dent. Een vrome
vice-admiraal en
te zacht ge
strafte ma
trozen.
De nieuwe Regeering zal aan onze arme
o-emeentebesturen, die waarempel toch al
genoeg te doen hebben, nog méér werk
geven. Sedert onze onwaardeerbare Bram
ontdekt heeft, dat de lengte van de lotelingen
een bewijs is voor het stijgend welzijn des
volks, zullen de burgemeesters wel verplicht
zijn, alle lotelingen behoorlijk na te meten
om, zoodra er weer een lange loteling is
ontdekt, dit aan den premier te seinen. En
elke lange loteling zal Bram een geluksdag
bezorgen.
Ik heb al in Schagen onder de dienst
plichtige jongelui rondgekekeu, of ik er ook
reuzen bijzag, maar ik ontdekte er, helaas,
niet één. Dat spijt me, ik had zoo graag aan
dit ministerie uit Schagen een paar lange
jongens gestuurd, om het te bewijzen hoe
goed het ons volk gaatUit Schagen zal
helaas de victorie voor de christelijke regee
ring ook al niet komen.
Wat ik daar in denTijdspiegel lees, is géén
gekheid. Ik schrok er van. De heer Noorman
vertelt daar, dat er bij een verkiezing twee a
drieduizend gulden noodig zijn om eencandi-
daat er door te halen.
„De gekozene is natuurlijk, met het oog
op de vrije verkiezing, fatsoenshalve wel
verplicht de som terug te betalen. Opdat de
zuiveringseed geen spaak in 't wiel steke,
geschiedt dat eenigen tijd na de verkiezing,
wanneer de gemoederen zijn gekalmeerd en
wel door een viend, of ook wel treedt een
der naastbestaanden als commissionnair op.
Hoe het gaat, wanneer de candidaat, in
weerwil van alle voorzorgsmaatregelen, toch
valt, is onbekend, maar waarschijnlijk heeft
de aanzuivering ook in dat geval plaats. De
dokter levert immers ook zijn rekening in,
wanneer de patiënt onder de behandeling
bezweken is? Het is dan ook een staande
uitdrukking geworden, wanneer iemand zijn
verlangen heeft te kennen gegeven graag
candidaat te zijn: „Heeft hij er wat voor
over
Dat is geen gekheid. Zou elk Kamerlid
ons, stel f2600 kosten, dan kost de Kamer
ons twee en een halve ton, en ik geloof wer
kelijk dat dit te veel is
ktaar er is zoo veel onbruikbaars bij. Wan
neer er bijvoorbeeld twintig bekwame en vol
komen bevoegde bestuurders in onze Kamer
zitten, zou één goed kamerlid ongeveer f 12500
kosten en dan hadden wij de tachtig anderen
toe.
Nu worden er, volgens één der bladen, in
vier jaren ongeveer 3000 toespraken afge
stoken en het is gemakkelijk te berekenen
dat elke toespraak ons dan f100 kost. En
dat is ook alweer te veel. Want zijn er bij
die 3000 een honderdtal flink en adrem en
ter zake dienende, dan tost ons één goede
0-0-0
24 1 9
De herinnering aan zijne kinderjaren
aan haar zijde ontwaakte in Pierre's
ziel, en hij had het gevoel als was hij op
nieuw aan de goede moederzorgen toever
trouwd alsof hem geen kwaad meer kon
deren. Zij gevoelde, dat zij hem weer had
veroverd, zij was zeker van haar macht, zij
trachtte niet de betoovering te verbreken,
ze liet den tijd gaan en voelde zich geluk
kig hem weer zoo trouw aan haar zijde te
weten, dien zij bang was geweest te ver
liezen. Na een lange pauze zeide ze eindelijk
„Je zegt geen woord over het jonge
meisje, dat je in Maillane hebt ontmoet
en met wie jij je zoo hebt beziggehouden."
Pierre bloosde, hief het hoofd op en ant
woordde, niet zonder verlegenheid
„"Wie heelt u dat verteld?"
„Och, je ziet, dat ik vau alles af weet. Er
zijn menschen, die steeds tot vertollen, bab
belen en overbrengen in staat zijn."
„Nu ja, moeder, het is waar. Ik heb in
Maillane werkelijk een lief, mooi en goed
meisje gevonden, dat ik liefheb."
„Mijn kind, dat is een groot woord, rijk
aan vreugde, rijk aan smart. Ik sidder,
wanneer ik het uitspreek."
„Waarom? Wanneer zy mijne liefde ver
dient?"
„Heeft ze dan zoo vlug je hart ver-
parlementaire speech f25000! Het is te veel.
Ik duizel ervan
Met dat rekenen kom je tot gekke gevolg
trekkingen. IJet zeer nobele anti-revolution-
naire blad „De Nieuwe Sprokkelaar", niet
zóó nobel als Staalman's blad, maar 't scheelt
niet veel, besomt naar aanleiding van de niet-
herkiezing van den heer Heldt, het volgende
„Een werkman, hoe bekwaam ook in zijn vak,
heeft maar hoogst zelden meer inkomen dan
f 1000 en zelfs moeten velen, die geen werk
man en meer ontwikkeld zijn, met zooveel
en vaak met nog minder zien rond te komen.
„Wordt dus een werkman tot Kamerlid
verheven en tot meer „meneer" gemaakt met
een jaarlijksch inkomen van f2000, dan kan
hij wel zeggen: Ben ik het, of ben ik het niet?
En als hij dan verstandig handelt, dan legt
hij ieder jaar duizend gulden ter besparing
op zijde met het oog op eventuëele niet-her-
kiezing. In hóoge kringen behoeft hij niette
converseeren daar wordt hij, al is hij Kamer
lid, toch niet toegelaten hij zou er ook slechts
een onbeholpen figuur zijn.
Het blad becijfert, dat de heer Heldt op
die manier een kapitaal van f 16.000 zou
kunnen hebben overgelegd en dus voor den
ouden dag bezorgd zijn.
Nietwaar, dit is óók een berekening. Maar
de bedoeling ervan is niet een min of meer
grappige. Zij moet bewijzen, dat de heer Heldt
al te royaal heeft geleefd, omdat hij f 40 per
week uitgaf f 40, in Den Haag en als
KamerlidDit is wel je puurste anti-revo-
lutionnaire venijn. De aap komt dan ook ten
slotte uit de mouw
„De roeping van een Kamerlid stelt eischen,
waaraan een werkman in den regel niet vol
doen kan. Een Kamerlid behoort in kennis
en ontwikkeling ook in beschaving een
aristocraat te zijnmet minder gehalte in
kennis, ontwikkeling en beschaving deugt
men voor Kamerlid nietdan loopt men z'n
carrière mis."
Wat zegt broeder Staalman van dezen
broeder Alleen aristocraten mogen er in
de Kamer zitten
Anders, uit den tijd toen nog alJéén aristo
craten in de Kamer zaten, hebben wij waar
achtig niet zoo'n genoeglijke herinnering.
Do heeren deden aristocratisch en... luierden
aristocratisch. Een werkman weet nu eenmaal
beter wat werken is.
Anti-revolutionnaire liefderijkheid blijkt wel
meer. Zoo stond er onlangs in de Provinciale
Eriesche Courant, die er zoo'n stelletje
op na houdt als „Extra Tijding, een
gesprek tusschen de twee boefjes, waarbij
de één beweert„Wat willen ze toch met hun
openbare onderwijzers en onderwijzeressen?
Openbaar, dat is publiek. Dus een onderwij
zeres is een publieke vrouw".
Wie heeft er woorden, vroeg toen het Va
derland, om zoo'n laagheid naar behooren te
brandmerken
Beste Vaderland, heb ik toen gezegd, als
je trouw „Extra Tijding" las, zou je langza
merhand je verbazing wel hebben1 afgeleerd. De
chistelijkheid,die uit dit hoekje komtnou
De Minister van Waterstaat kwam van de
Zondagsrustconferentie. En, diep onder den
indruk, bepaalde hij, dat voortaan op zijn
ministerie geen enkelen Zondag meer zou wor
den gewerkt.
Ik vind dat heel mooi, maar ik vraag me
zelf afis dit niet wat overgevoelig Een
minister die zóó gauw warm loopt, is een
beetje bedenkelijk.
Gestel, dat onze minister van oorlog eens
een vredesconferentie bijwoonde en óók zoo
onder den indruk geraakte En naar de
kazernes liep om de soldaatjes te ontslaan?
Waar bleef Kuyper dan met zijn snelvuur-
geschut
Eigenaardig is het, dat mijne vrienden de
liberalen nog maar altijd blijven napraten
over de oorzaak van de nederlaag bij de
Juni-stembus. Eerst stonden alle kranten er
vol van, en nu kun je geen tijdschrift opslaan,
of je vindt lange artikelen over de oorzaken
van het verlies. Men moest daar nu niet
langer over spreken. De tegenpartij heeft
gewonnen, en we moeten nu maar gaan
overdenken hoe we bij een volgenden veldslag
zullen winnen. Zoo hebben de Boeren ook
gedaan, toen zij Pretoria kwijt waren. Niet
overd
„O neen, moeder, zij heeft volstrekt niet
haar best gedaan mij te bevallen zij is zoo
natuurlijk en eenvoudig, al is ze te midden
vau weelde en pracht opgegroeid. Wij
gingen prettig en ongedwongen met
elkaar om en met wandelen en babbelen
brachten wij bijna den geheelen dag door.
Ik zag, dat ik haar niet mishaagde, dat zij
genoegen had in mijn gezelschap. Toen
vatte ik den moed haar te zeggen wat ik
voelde, zij had de openhartigheid mij te
antwoorden, en nu zijn we verloofd."
„Verloofd
„Ja, zoover dat van onzen wil afhangt,
want zij heeft haar moeder even lief als
ik u, en ik geloof niet, dat zij geneigd is,
ongehoorzaam t9 zijn, evenmin als ik iets
zou doen wat u onaangenaam is. Evenals
ik, gelooft ook zij dat we alleen gelukkig
kunnen worden, als onze moeders den zegen
uitspreken over ods verbond."
„En hare moeder is de tweede vrouw
van uw vader, niet waar
„JaEn ik gevoel heel goed, dat daarin
de' grootste moeilijkheid ligt. Zullen we hare
toestemming kunnen krijgen, en op welke
wijze
„Wanneer we met een verstandig denkende
vrouw te doen hebben, zullen we haar mis
schien kunnen overtuigen. Maar de moeder
van dat jonge meisje is zeer rijk Zal zij
een jongen man als jij, die geen vermogen
heeft, voor haar dochter een geschikte
partij vinden? En hoe zal uw posite wor-
dén, als ge van uw vrouw afhankelijk zult
zijn en zij alle kosten voor de huishouding
moet dragen
„Wanneer mijn vader mij een huwelijks
gift gaf, zouden we zoo ongeveer van
lang er over gebabbeld, hoe jammer het was
dat Pretoria niet meer in hun bezit was,
maar zich 'vereenigd om den vijand langzaam
maar zeker er uit weg te drijven.
We hebben vier jaren den tijd. Dan kunnen
we ons Pretoria gemakkelijk weer hernemen,
als we intusschen maar overal den vijand
afbreuk doen en zijn spoorlijnen onveilig
maken. Dat is de manier om er tenslotte
weer te komen. Kijk naar de Boeren
De Czaar is in Frankrijk geweest en de
Franschen waren weer zoo dol als zij 't bij
die gelegenheid plegen te zijn. Leve Rusland
Rusland was alles.
En daartegenover waren de Russen uit over
Frankrijk. Leve Frankrijk Frankrijk was alles.
Wanneer Nus' stem in de wereldpolitiek
gehoord kon worden, zou hij zeggen„Gij
Franschen ontvangt zoo dolgraag een keizer,
en gij dweept zoo met Rusland, dat een
keizer heeft. Wordt het dan geen tijd dat
gij u maar weer een keizer aanschaft Zoo
moeilijk of zóó duur zal dat niet zijn.
„En gij, Russen, dweept zoo met Frankrijk,
dat een republiek is. Schaft u dan een
president aan. Ook niet duur, of moeilijk.
„Maak Loubet keizer en Nicolaas president
Tenslotte nog een klein geschild appeltje voor
den heer Mc. Leod, oud vice-admiraal, die in het
Nieuws van den Dag vindt, dat de straffen
aan boord van de oorlogsschepen niet deugen.
Hoewel er, zegt hij, „geen reden schijnt te
bestaan, het vroegere strafstelsel (van vóór
1879, toen er lijfstraffen bestonden)' terug te
wenschen", blijkt hij in vele gevallen toch
het oude niet verwerpelijk te achten. Aan
de „m indere gevoeligheid" der thans
geldende straffen b.v. acht hij het „misschien
toe te schrijven", dat er thans meer dienst
weigering voorkomt. Immers kan deze over
treding niet meer op heeterdaad door den
commandant gestraft worden, doch moet de
delinquent „strikt genomen" voor den krijgs
raad gebracht worden, die hem „na een ge
makkelijk voor-arrest" eenigen tijd in de gevan
genis doet „uitrusten", hetgeen de schepelingen
niet erg moeten vinden".
Dit is nu wel zoo echt admiraals-achtig
Meening van een man, die nooit matroos was
en de cel een luilekkeriandje schijnt te vinden.
Een „aangename straf". Nu, daarop moet
de heer Mc. Leod „Op Hoop van Zegen" van
Herm. Heyermans Jr. eens nalezen.
Onder de Christelijke regeering schijnt men
een terugkeer van den ouden tijd te hopen
De doodstraf, plus de mishandeling van
matrozen! 't Gaat een goed gangetje.
M. A. G. NUS.
Te KOLHORN zal den llden eene
openbare vergadering worden gehouden van
den Bond voor Staatspensionneering, afdeeling
K o 1 h o r n.
Als spreker "zal optreden Ds. P. A. Vis,
te Beemster, een der eerste voorvechters
dezer beweging, door wiens warmen betoog
trant afdeelingen werden tot stand gebracht,
te Beemster, te Grootschermer, te
Oterleek en te Stompetoren.
Groote belangstelling moge ook hier
sprekers deel zijn! Do afdeeling Kolhorn
telt alreeds 50 ledentoch staan er nog te
velen buiten, en is de zaak nog te weinig
bekend.
Vergadering van den Raad der
gemeente NIEUWE NIEDORP, op Woens
dag 2 October 1901, voorin. 10 uur. Tegen
woordig alle leden. Voorz. de Burgemeester.
De vergadering wordt met een woord van
welkom geopend, waarna de notulen van de
vorige vergadering worden gelezen en goed
gekeurd.
Naar aanleiding van de notulen deelt de
Voorz. mede: dat de in de vorige vergadering
vastgestelde suppletoire kohieren van hoof-
delijken omslag en hondenbelasting door h.h.
Gedeputeerde Staten goedgekeurd zijn terug
gezonden
dat, blijkens het proces-verbaal van de
jongste kasverificatie, bij den gemeente-ont
vanger, overeenkomstig de boeken, in kas was
f 1594.48
dat volgens missive van 1 October door
dezelfde kracht zijn. Zijn grootmoedigheid
tegenover mij kent geen grenzen en ik
voel, dat hij bereid is, veel te doen."
Een gloeiend rood steeg Francine naar
het gelaat. Zij was er dicht aan toe, uit te
roepen „Ge moogt van hem niets aanne
men!" Maar zij beheerschte zich en zweeg.
Dit oogenblik was een van de smartelijkste,
die ze ooit had doorleefd. Zij vestigde
haar blik strak op haar zoon, als wilde ze
hem in de ziel lezen. Zij zag hem in haar
geest reeds aangestoken door de verderfe
lijkheid van zijn vader. Dartigues verstond
het maar al te goed anderen in te palmen,
en door zijn wil anderen te beheerschen.
Hij had deze gevaarlijke eigenschap ook
bij zijn zoon aangewend, en dezen in te pal
men was hem zooveel gemakkelijker gelukt,
omdat hier de liefde ook een woordje meê-
sprak. Hij had de hoogmoedigheid van den
jongen reeds zóóver gebroken, dat deze een
aalmoes wilde aannemen van de vaderlijke
grootmoedigheid. Maar was Pierre niet te
verontschuldigen Hij kende het leelijke
verlc-den van zijn vader niet, maar slechts
diens honingzoete vriendelijkheid, zijn vrij
gevige grootmoedigheid. De moeder wilde
het thema, dat zulk eene gevaarlijke baan
opging, liever Diet verder voortzetten. Een
te haastig gezegd woord kon veel bederven,
den nauwelijks gewonnen grond weer
doen verliezen en Pierre met geweld naar
de andere zijde drijven, waarvoor hij, on
danks alles, toch al neiging genoeg scheen
te bezitten. Zij was verstandig, lachte,
terwijl haar hart door angst werd gepijnigd.
„Laten we den tyd er voor nemen,"
sprak zij „wanneer nadenken een weg kan
scheppen, dan vinden we dien wellicht
men moet niemand voor het hoofd stooten.
den Rijks-ontvanger f 146.025 aan den Ge
meente-ontvanger is uitbetaald.
Aangaande de vermindering van het onder
wijzend personeel aan de Langereizer (ge
meenschappelijke) school, door verplaatsing-
van mej. Timmerman, zijn de volgende mis
siven ingekomen, welke wdfden voorgelezen
1. Een afschrift van een schrijven aan het
gemeentebestuur van Hoogwoud, van den
districts-schoolopziener te Alkmaar, waarbij
deze op verschillende gronden ontraadt, de
betrekking van onderwijzeres aan genoemde
school op te heffen.
2. Een schrijven in denzelfden geest, van
den Arrondissements-Schoolopziener.
3. Een missive van het gem.-best. van
Hoogwoud, begeleidende het concept-antwoord
op de geopperde bezwaren. In het antwoord
wordt uiteengezet, dat mej. Timmerman zelve
hare overplaatsing, bij voorkomende gelegen
heid, naar een andere school heeft verzocht,
met het oog op de onzekerheid van hare
positie, en dat het hoofd der school, daarover
gehoord, verklaard heeft, geen overwegend
bezwaar te hebben tegen de opheffing aan
zijne school van de betrekking van onder
wijzeres dat er thans door de vacature aan
de school in de Kerkelaan gelegenheid is, aan
het verzoek van mej. Timmerman te voldoen
en er reden is om aan te nemen, dat het
aantal schoolgaande kinderen aan de Lange-
reis eer minder dan meer zal worden.
De Raad meent, op de door het gem.-best.
van Hoogwoud aangevoerde gronden niet te
moeten trouwens ook niet te kunnen
tegenwerken de benoeming van mej. Tim
merman aan de school a.d. Kerkelaan te Hoog
woud.
Het concept-antwoord zal dus mede namens
den Raad van N. Niedorp worden ondertee
kend. Echter zal nog aan Hoogwoud worden
meegedeeld, dat de Raad wel bereid is tot
de door Hoogwoud gewensclite oplossing
mede te werken, maar alleen op voorwaarde,
dat, zoo het onderwijs door de opheffing, der
genoemde betrekking blijkbaar geschaad wordt,
omgekeerd ook de gemeente Hoogwoud bereid
wordt bevonden, weder tot benoeming van
een onderwijzeres over te gaan.
Overeenkomstig de jaarwedden van het
onderwijzend personeel, zooals die in de
vorige vergadering zijn vastgesteld, zijn thans
verordeningen opgemaakt, waarbij die jaar
wedden in het algemeen worden geregeld.
Beide verordeningen, die voor de gemeen
schappelijke school aan de Langereis en die
voor de scholen in de kom en Moerbeek, worden
na lezing onveranderd vastgesteld.
Hierop is aan de orde de begrooting der
gemeente voor het dienstjaar 1902. Deze ver
meldt onder de ontvangstensaldo 1900
f 222.545, huishuur f 467.—, landhuur f 3082.—,
renten van kapitalen f275.,40 opcenten op
gebouwde eigendommen f 748.22, 10 opc.
ongeb. eigd. f 573.51, 30 opc. person. bel.
f689.825, hoofd, omslag f2100.(tegen f2400
over 1901), hondenbelasting f150.—. vergun
ningsrechten, f 200.schoolgelden f 110.
vergoeding van het Rijk in de kosten van
het lager onderwijs f 1810.uitkeering (vroe
ger ''/s pers. bel.) f4547.155, tegemoetkoming
in de jaarwedden van den burg. en secr.
f 266.50, uitkeering van de Banne f400.
onder de uitgaven: jaarwedde v.d. burgemees
ter f500.v.d. wethouders ieder f40.is
f80.—, van den secretaris f450.—, van den
ontvanger f 200.— presentiegeld raadsleden
f75.—, jaarwedde bode f75.—bureau-behoef
ten raadhuis f250.onderhoud, schoonhou
den raadhuis f 100.kosten kiesverrichtingen
f50.huishoudelijke kosten f100.kosten
invordering plaatselijke belastingen f80.jaar
wedde klokkenist f 75.—, onderhond huizen
enz. f 650.idem wegen f 600.idem
bruggen f 150.grondbelasting f 273.10,
Polderlasten f 385.jaarwedde veldwachter
f 350.graficatie brandspuitlieden f 100.
kleeding veldwachter f 50.onderhond brand
spuiten f 50.—, kosten straatverlichting, idem
doodschouw f100.jaarwedden onderwijzers
f 4400.instandhouding schoollokalen en
onderwijzers-woningen f 150.kosten school-
meubelen f 100.leermiddelen f200.ver
lichting, verwarming en schoonhouden van
schoollokalen f250.kosten Langereizer school
f 00.—, tegemoetkoming in de huishuur on
derwijzers f 100.—, jaarwedde geneesheer
f 1000.idem vroedvrouw f 200.—verpleging
arme krankzinnigen f260.—,subsidieAlgem.Ar-
men f 1000.renten geldleeningen t'253.
aflossingen f 700.,—, bijdrage pensioenfonds
Nu bsn je weer bij ons en dat is de hoofd
zaak. Vandaag zullen we niet verder over
de zaak spreken."
Het was eene verlichting voor Pierre,
hij voelde zich op onzekeren bodem, waar
op hij ieder oogenblik moest vreezen te
vallen. Dankbaar was hij er voor, dat zijne
moeder zijne kwelling verkortte en met
een vroolijk gelaat stond hij. op
„Goed. Wanneer u het nu toestaat, ga ik
Des Barres opzoeken. Om vier uur vind
ik hem op het redactiebureau van zyn blad,
ik moet hem nog menige opheldering geven."
„Ga, mijn jongen."
Hij omhelsde zijn moeder nogmaals met
innige dankbaarheid, en zijn hoed grijpend,
verwijderde hij zich.
Het bureau van deWreker desVolks was in
de Rue Montmartre, op den hoek van de Hal
vemaanstraat. Om vier uur ongeveer was
er op dat punt een groote horde luid-
schreeuwende courantenjongens, die mot de
pas gedrukte bladen in alle richtingen weg
snelden, met heesche stem de sensatie-
berichten aankondigend, wat de nieuws
gierigheid van do voorbijgangers moest
opwekken om zoodoende de noodige bladen
te verkoopen. Wagens, waarop men mot
groote cijfers de oplaag lezen kon, wacht
ten voor de deur van het drukkerijgebouw,
om de verschillende couranten, die daar
werden gedrukt, naar de stations te rijden,
want ook de provincie buiten Parijs wachtte
met ongeduld op het nieuws. Midden door
al die drukte heen ging Pierre naar de ver
dieping, waar de redactiebureaux waren.
Beneden, waar de gemeenschappelijke druk
kerij van eenige bladen was, hoorde men
het doffe rollen van de rotatiepersen, welke
bij kilometers het papier verslonden.
gem.-ambtenaren f 125.brandverzekering
f 100.—, gemeenschappelijke zaken f 100.
en onvoorziene uitgaven f 266.75.
Bij den ontvangstpost voor staanplaatsen
op kermissen enz., vraagt de heer Visser, of
het geen overweging verdient, ook hier het
stelsel van verpachting der staanplaatsen in
te voeren. De andere heeren zijn unaniem van
oordeel, dat dit voor N. Niedorp niets zal
beteekenen en in sommige opzichten niet eens
wenschelijk is.
De raming voor de zoo wenschelijke nieuwe
stoelen in de Raadszaal is nog maar weer
eens uitgesteld.
Een raming van f 100 voor school meubelen
is misschien niet te ruimzoo noodig kan echter
worden overgeschreven. De f 100.voor
„gemeenschappelijke" zaken zal grootendeels
benoodigd zijn voor eene herstelling van de
Valbrug, (gemeenschappelijk met den Ooster-
kamperpolder).
De post van „onvoorzien" is oogenschijnlijk
niet hoog, maar het ontlasten van dien post
van de verschillende kleine „vaste" onvoor
ziene uitgaven maakt hem niet ongunstiger
dan in vorige jaren.
Waar noodig, worden de posten nader toe
gelicht.
De adressen van het Harmoniegezelschap
„Excelsior" om ondersteuning ook voor 1902,
en van den heer P. Haringhnizen om hooger
subsidie voor de instandhouding van zijn
tramwaclitlokaaltje, zullen nader worden be
handeld. Echter is voor „Excelsior" f25.
en voor den heer Haringhuizen f20.op de
begrooting uitgetrokken.
De geheele begrooting wordt ten slotte op
de door B. en W. voorgestelde bedragen vast
gesteld in ontvangst en uitgaaf op f 15734.135.
En nu komt het eigenlijke werk pas aan
Het groote werk, dat al dikwijls uitgesteld
was, maar eindelijk toch ter hand genomen
moest wordende herziening der algemeene
politie-verordening.
Ofschoon wel verwacht werd, dat de bespre
kingen over de voorgestelde wijzigingen heel
wat tijd zouden kosten, zal toch niemand
gedacht hebben, dat men het van 's middags
half twee tot 's avonds acht uur, zij het dan
ook met een paar tusschenpoozen niet
verder zou brengen dan tot art. 59 (de veror
dening telt er 96.)
En toch is het zoo gegaan.
Het is dus niet wel mogelijk om in den
breede alle besprekingen over de verschillen
de artikelen of onderdeelen daarvan op te
nemen. Slechts het voornaamste volgt hier.
In art. 1. wordt de omschrijving van wijk
B. (Terdiek en 't Paadje) aangevuld met de
bepaling, dat daartoe ook behooren de beide
zijden van de molensloot (verlenging van 't
Paadje) vanaf den Oudenweg tot aan de
Banne-scheiding van Oude Niedorp.
Art. 12. „Ieder eigenaar is verplicht te
zorgen, dat zijne gebouwen langs de open
bare wegen of plaatsen in goeden staat worden
onderhouden", en artt. 13 en 14de bevoegd
heid tot ingrijpen in deze van Burg. en W.
en den Raad, wenscht men toegepast te zien
ten opzichte van de bouwvallige boet van
de wed. Stam naast het perceel van J. Jonker.
Haar zal een desbetreffende aanschrijving
worden gezonden.
In art. 17, handelende over de verontrei-
niging van openbare wateren, straten en
wegen, wordt opgenomen eene door den heer
Kuilman voorgestelde bepaling, verbiedende,
in de openbare urinoirs aan andere natuur
lijke behoeften te voldoen dan waarvoor ze
zijn bestemd, en eene door B. en W. voorge
stelde verplichting, om de binnenslooten
minstens eenmaal per jaar van feecaliën te
zuiveren en voorts zoo dikwijls als B. en W.
dit zullen bevelen.
Art. 18 wordt o.a. aangevuld met een door
B. en W. voorgesteld lid h, waarbij het ver
boden is, zonder vergunning van B. en W.
aan de hoogzijde inrijdammen of -hekken te
maken of te verplaatsen.
Het hoofdstuk „Van het rijden en varen
binnen de gemeente" wordt in het algemeen
van toepassing gemaakt op rijwielen en auto
mobielen.
In art. 22 wordt voor „matigen draf" 12
kilometer per uur genomen, en voor rijwielen
en automobielen 15 kilometer. De heer Kuil
man stelt voor, in dit art. het verbod op te
nemen om in de kom van het dorp te rijden
met een aangespannen voertuig zonder lemoen
of disselboom. Wegens de geopperde bezwaren
daartegen (omdat dan niet meer met een drie-
«Xi-BB-rCTV.■•vissia.tmaBmmaaiieBaBSBBmmaaBiiBaaiisa
Pierre steeg twee verdiepingen hoog en
stond voor een deur waarop met groote
letters stond te lezen„De Wreker des
Volks". Hij' draaide den knop om en trad
een smalle voorkamer binnen, waar een
bediende bezig was een vischtuig in orde
te maken.
„Zoo, Saboureau riep Pierre, „altijd
nog zoo'n liefhebber van visschen
„Ja, mijnheer Appel, heel gauw begint
die tijd weer, en men moet zich voorbe
reiden. U wilt zeker mijnheer Des Barres
spreken, zal ik u aandienen?"
„Ik zal mij wel redden. Wanneer hij
alleen is, mag ik zoo wel binnengaan."
Pierre stapte ook de volgende kamer
door, klopte daar op een deur, hoorde oen
stem die „binnen" riep, en volgde die uit-
noodiging.
„Zoo, zoo, daar is de jongen 1" zeide
Des Barres, terwijl hij opstond. „Sedert
wanneer ben je in Parijs
„Sedert vanmorgen, meester."
„Heb je je vader en je moeder al reeds
gezien
„Ik kom bij hen vandaan."
„Dat is goed."
De blik van Des Barres, welken hij tot
dusverre dreigend op Pierre had laten
rusten, werd zachter.
»Z>J.was blijde je weer te zien, je moe
der, nietwaar? Je moet weten, jongen,dat
je overal de aarde kunt rondzoeken, zonder
een tweede to vinden, die zoo goed is als
zij, en wanneer jy je niet gedraagt als
een goed zoon, dan ben je ondankbaar."
De stem van Des Barres klonk luid en
ruw, ja bijna dreigend, evenals zijn blik
was geweest.
„Dat weet ik," antwoordde Pierre, „wel-