Zondag 6 October 1901. 45ste Jaargang No. 3668. TWEEDE BLAD. M. A. G. NUS. FEUILLETON. Binnenlaodsch Nieuws. Pennesteekjes van Schagen, 3 October 1901. Als u de pen tot steken dringt zoo steek Burgemeesters met den centimeter. Scliagen zonder reuzen. Een rekening om van te schrikken. Wat een goed Kamerlid kost en een goede speech. Een anti- revolutionnaire besomming. Een Ka mer vanjonkers. Nog meer christe lijkheid. A l tegevoelige ministers. Snelvuur geschut noodeloos. Handelen naar omstan digheden. Praatjes na den slag. Op weg naar Pretoria. Wisseling van keizer en presi dent. Een vrome vice-admiraal en te zacht ge strafte ma trozen. De nieuwe Regeering zal aan onze arme o-emeentebesturen, die waarempel toch al genoeg te doen hebben, nog méér werk geven. Sedert onze onwaardeerbare Bram ontdekt heeft, dat de lengte van de lotelingen een bewijs is voor het stijgend welzijn des volks, zullen de burgemeesters wel verplicht zijn, alle lotelingen behoorlijk na te meten om, zoodra er weer een lange loteling is ontdekt, dit aan den premier te seinen. En elke lange loteling zal Bram een geluksdag bezorgen. Ik heb al in Schagen onder de dienst plichtige jongelui rondgekekeu, of ik er ook reuzen bijzag, maar ik ontdekte er, helaas, niet één. Dat spijt me, ik had zoo graag aan dit ministerie uit Schagen een paar lange jongens gestuurd, om het te bewijzen hoe goed het ons volk gaatUit Schagen zal helaas de victorie voor de christelijke regee ring ook al niet komen. Wat ik daar in denTijdspiegel lees, is géén gekheid. Ik schrok er van. De heer Noorman vertelt daar, dat er bij een verkiezing twee a drieduizend gulden noodig zijn om eencandi- daat er door te halen. „De gekozene is natuurlijk, met het oog op de vrije verkiezing, fatsoenshalve wel verplicht de som terug te betalen. Opdat de zuiveringseed geen spaak in 't wiel steke, geschiedt dat eenigen tijd na de verkiezing, wanneer de gemoederen zijn gekalmeerd en wel door een viend, of ook wel treedt een der naastbestaanden als commissionnair op. Hoe het gaat, wanneer de candidaat, in weerwil van alle voorzorgsmaatregelen, toch valt, is onbekend, maar waarschijnlijk heeft de aanzuivering ook in dat geval plaats. De dokter levert immers ook zijn rekening in, wanneer de patiënt onder de behandeling bezweken is? Het is dan ook een staande uitdrukking geworden, wanneer iemand zijn verlangen heeft te kennen gegeven graag candidaat te zijn: „Heeft hij er wat voor over Dat is geen gekheid. Zou elk Kamerlid ons, stel f2600 kosten, dan kost de Kamer ons twee en een halve ton, en ik geloof wer kelijk dat dit te veel is ktaar er is zoo veel onbruikbaars bij. Wan neer er bijvoorbeeld twintig bekwame en vol komen bevoegde bestuurders in onze Kamer zitten, zou één goed kamerlid ongeveer f 12500 kosten en dan hadden wij de tachtig anderen toe. Nu worden er, volgens één der bladen, in vier jaren ongeveer 3000 toespraken afge stoken en het is gemakkelijk te berekenen dat elke toespraak ons dan f100 kost. En dat is ook alweer te veel. Want zijn er bij die 3000 een honderdtal flink en adrem en ter zake dienende, dan tost ons één goede 0-0-0 24 1 9 De herinnering aan zijne kinderjaren aan haar zijde ontwaakte in Pierre's ziel, en hij had het gevoel als was hij op nieuw aan de goede moederzorgen toever trouwd alsof hem geen kwaad meer kon deren. Zij gevoelde, dat zij hem weer had veroverd, zij was zeker van haar macht, zij trachtte niet de betoovering te verbreken, ze liet den tijd gaan en voelde zich geluk kig hem weer zoo trouw aan haar zijde te weten, dien zij bang was geweest te ver liezen. Na een lange pauze zeide ze eindelijk „Je zegt geen woord over het jonge meisje, dat je in Maillane hebt ontmoet en met wie jij je zoo hebt beziggehouden." Pierre bloosde, hief het hoofd op en ant woordde, niet zonder verlegenheid „"Wie heelt u dat verteld?" „Och, je ziet, dat ik vau alles af weet. Er zijn menschen, die steeds tot vertollen, bab belen en overbrengen in staat zijn." „Nu ja, moeder, het is waar. Ik heb in Maillane werkelijk een lief, mooi en goed meisje gevonden, dat ik liefheb." „Mijn kind, dat is een groot woord, rijk aan vreugde, rijk aan smart. Ik sidder, wanneer ik het uitspreek." „Waarom? Wanneer zy mijne liefde ver dient?" „Heeft ze dan zoo vlug je hart ver- parlementaire speech f25000! Het is te veel. Ik duizel ervan Met dat rekenen kom je tot gekke gevolg trekkingen. IJet zeer nobele anti-revolution- naire blad „De Nieuwe Sprokkelaar", niet zóó nobel als Staalman's blad, maar 't scheelt niet veel, besomt naar aanleiding van de niet- herkiezing van den heer Heldt, het volgende „Een werkman, hoe bekwaam ook in zijn vak, heeft maar hoogst zelden meer inkomen dan f 1000 en zelfs moeten velen, die geen werk man en meer ontwikkeld zijn, met zooveel en vaak met nog minder zien rond te komen. „Wordt dus een werkman tot Kamerlid verheven en tot meer „meneer" gemaakt met een jaarlijksch inkomen van f2000, dan kan hij wel zeggen: Ben ik het, of ben ik het niet? En als hij dan verstandig handelt, dan legt hij ieder jaar duizend gulden ter besparing op zijde met het oog op eventuëele niet-her- kiezing. In hóoge kringen behoeft hij niette converseeren daar wordt hij, al is hij Kamer lid, toch niet toegelaten hij zou er ook slechts een onbeholpen figuur zijn. Het blad becijfert, dat de heer Heldt op die manier een kapitaal van f 16.000 zou kunnen hebben overgelegd en dus voor den ouden dag bezorgd zijn. Nietwaar, dit is óók een berekening. Maar de bedoeling ervan is niet een min of meer grappige. Zij moet bewijzen, dat de heer Heldt al te royaal heeft geleefd, omdat hij f 40 per week uitgaf f 40, in Den Haag en als KamerlidDit is wel je puurste anti-revo- lutionnaire venijn. De aap komt dan ook ten slotte uit de mouw „De roeping van een Kamerlid stelt eischen, waaraan een werkman in den regel niet vol doen kan. Een Kamerlid behoort in kennis en ontwikkeling ook in beschaving een aristocraat te zijnmet minder gehalte in kennis, ontwikkeling en beschaving deugt men voor Kamerlid nietdan loopt men z'n carrière mis." Wat zegt broeder Staalman van dezen broeder Alleen aristocraten mogen er in de Kamer zitten Anders, uit den tijd toen nog alJéén aristo craten in de Kamer zaten, hebben wij waar achtig niet zoo'n genoeglijke herinnering. Do heeren deden aristocratisch en... luierden aristocratisch. Een werkman weet nu eenmaal beter wat werken is. Anti-revolutionnaire liefderijkheid blijkt wel meer. Zoo stond er onlangs in de Provinciale Eriesche Courant, die er zoo'n stelletje op na houdt als „Extra Tijding, een gesprek tusschen de twee boefjes, waarbij de één beweert„Wat willen ze toch met hun openbare onderwijzers en onderwijzeressen? Openbaar, dat is publiek. Dus een onderwij zeres is een publieke vrouw". Wie heeft er woorden, vroeg toen het Va derland, om zoo'n laagheid naar behooren te brandmerken Beste Vaderland, heb ik toen gezegd, als je trouw „Extra Tijding" las, zou je langza merhand je verbazing wel hebben1 afgeleerd. De chistelijkheid,die uit dit hoekje komtnou De Minister van Waterstaat kwam van de Zondagsrustconferentie. En, diep onder den indruk, bepaalde hij, dat voortaan op zijn ministerie geen enkelen Zondag meer zou wor den gewerkt. Ik vind dat heel mooi, maar ik vraag me zelf afis dit niet wat overgevoelig Een minister die zóó gauw warm loopt, is een beetje bedenkelijk. Gestel, dat onze minister van oorlog eens een vredesconferentie bijwoonde en óók zoo onder den indruk geraakte En naar de kazernes liep om de soldaatjes te ontslaan? Waar bleef Kuyper dan met zijn snelvuur- geschut Eigenaardig is het, dat mijne vrienden de liberalen nog maar altijd blijven napraten over de oorzaak van de nederlaag bij de Juni-stembus. Eerst stonden alle kranten er vol van, en nu kun je geen tijdschrift opslaan, of je vindt lange artikelen over de oorzaken van het verlies. Men moest daar nu niet langer over spreken. De tegenpartij heeft gewonnen, en we moeten nu maar gaan overdenken hoe we bij een volgenden veldslag zullen winnen. Zoo hebben de Boeren ook gedaan, toen zij Pretoria kwijt waren. Niet overd „O neen, moeder, zij heeft volstrekt niet haar best gedaan mij te bevallen zij is zoo natuurlijk en eenvoudig, al is ze te midden vau weelde en pracht opgegroeid. Wij gingen prettig en ongedwongen met elkaar om en met wandelen en babbelen brachten wij bijna den geheelen dag door. Ik zag, dat ik haar niet mishaagde, dat zij genoegen had in mijn gezelschap. Toen vatte ik den moed haar te zeggen wat ik voelde, zij had de openhartigheid mij te antwoorden, en nu zijn we verloofd." „Verloofd „Ja, zoover dat van onzen wil afhangt, want zij heeft haar moeder even lief als ik u, en ik geloof niet, dat zij geneigd is, ongehoorzaam t9 zijn, evenmin als ik iets zou doen wat u onaangenaam is. Evenals ik, gelooft ook zij dat we alleen gelukkig kunnen worden, als onze moeders den zegen uitspreken over ods verbond." „En hare moeder is de tweede vrouw van uw vader, niet waar „JaEn ik gevoel heel goed, dat daarin de' grootste moeilijkheid ligt. Zullen we hare toestemming kunnen krijgen, en op welke wijze „Wanneer we met een verstandig denkende vrouw te doen hebben, zullen we haar mis schien kunnen overtuigen. Maar de moeder van dat jonge meisje is zeer rijk Zal zij een jongen man als jij, die geen vermogen heeft, voor haar dochter een geschikte partij vinden? En hoe zal uw posite wor- dén, als ge van uw vrouw afhankelijk zult zijn en zij alle kosten voor de huishouding moet dragen „Wanneer mijn vader mij een huwelijks gift gaf, zouden we zoo ongeveer van lang er over gebabbeld, hoe jammer het was dat Pretoria niet meer in hun bezit was, maar zich 'vereenigd om den vijand langzaam maar zeker er uit weg te drijven. We hebben vier jaren den tijd. Dan kunnen we ons Pretoria gemakkelijk weer hernemen, als we intusschen maar overal den vijand afbreuk doen en zijn spoorlijnen onveilig maken. Dat is de manier om er tenslotte weer te komen. Kijk naar de Boeren De Czaar is in Frankrijk geweest en de Franschen waren weer zoo dol als zij 't bij die gelegenheid plegen te zijn. Leve Rusland Rusland was alles. En daartegenover waren de Russen uit over Frankrijk. Leve Frankrijk Frankrijk was alles. Wanneer Nus' stem in de wereldpolitiek gehoord kon worden, zou hij zeggen„Gij Franschen ontvangt zoo dolgraag een keizer, en gij dweept zoo met Rusland, dat een keizer heeft. Wordt het dan geen tijd dat gij u maar weer een keizer aanschaft Zoo moeilijk of zóó duur zal dat niet zijn. „En gij, Russen, dweept zoo met Frankrijk, dat een republiek is. Schaft u dan een president aan. Ook niet duur, of moeilijk. „Maak Loubet keizer en Nicolaas president Tenslotte nog een klein geschild appeltje voor den heer Mc. Leod, oud vice-admiraal, die in het Nieuws van den Dag vindt, dat de straffen aan boord van de oorlogsschepen niet deugen. Hoewel er, zegt hij, „geen reden schijnt te bestaan, het vroegere strafstelsel (van vóór 1879, toen er lijfstraffen bestonden)' terug te wenschen", blijkt hij in vele gevallen toch het oude niet verwerpelijk te achten. Aan de „m indere gevoeligheid" der thans geldende straffen b.v. acht hij het „misschien toe te schrijven", dat er thans meer dienst weigering voorkomt. Immers kan deze over treding niet meer op heeterdaad door den commandant gestraft worden, doch moet de delinquent „strikt genomen" voor den krijgs raad gebracht worden, die hem „na een ge makkelijk voor-arrest" eenigen tijd in de gevan genis doet „uitrusten", hetgeen de schepelingen niet erg moeten vinden". Dit is nu wel zoo echt admiraals-achtig Meening van een man, die nooit matroos was en de cel een luilekkeriandje schijnt te vinden. Een „aangename straf". Nu, daarop moet de heer Mc. Leod „Op Hoop van Zegen" van Herm. Heyermans Jr. eens nalezen. Onder de Christelijke regeering schijnt men een terugkeer van den ouden tijd te hopen De doodstraf, plus de mishandeling van matrozen! 't Gaat een goed gangetje. M. A. G. NUS. Te KOLHORN zal den llden eene openbare vergadering worden gehouden van den Bond voor Staatspensionneering, afdeeling K o 1 h o r n. Als spreker "zal optreden Ds. P. A. Vis, te Beemster, een der eerste voorvechters dezer beweging, door wiens warmen betoog trant afdeelingen werden tot stand gebracht, te Beemster, te Grootschermer, te Oterleek en te Stompetoren. Groote belangstelling moge ook hier sprekers deel zijn! Do afdeeling Kolhorn telt alreeds 50 ledentoch staan er nog te velen buiten, en is de zaak nog te weinig bekend. Vergadering van den Raad der gemeente NIEUWE NIEDORP, op Woens dag 2 October 1901, voorin. 10 uur. Tegen woordig alle leden. Voorz. de Burgemeester. De vergadering wordt met een woord van welkom geopend, waarna de notulen van de vorige vergadering worden gelezen en goed gekeurd. Naar aanleiding van de notulen deelt de Voorz. mede: dat de in de vorige vergadering vastgestelde suppletoire kohieren van hoof- delijken omslag en hondenbelasting door h.h. Gedeputeerde Staten goedgekeurd zijn terug gezonden dat, blijkens het proces-verbaal van de jongste kasverificatie, bij den gemeente-ont vanger, overeenkomstig de boeken, in kas was f 1594.48 dat volgens missive van 1 October door dezelfde kracht zijn. Zijn grootmoedigheid tegenover mij kent geen grenzen en ik voel, dat hij bereid is, veel te doen." Een gloeiend rood steeg Francine naar het gelaat. Zij was er dicht aan toe, uit te roepen „Ge moogt van hem niets aanne men!" Maar zij beheerschte zich en zweeg. Dit oogenblik was een van de smartelijkste, die ze ooit had doorleefd. Zij vestigde haar blik strak op haar zoon, als wilde ze hem in de ziel lezen. Zij zag hem in haar geest reeds aangestoken door de verderfe lijkheid van zijn vader. Dartigues verstond het maar al te goed anderen in te palmen, en door zijn wil anderen te beheerschen. Hij had deze gevaarlijke eigenschap ook bij zijn zoon aangewend, en dezen in te pal men was hem zooveel gemakkelijker gelukt, omdat hier de liefde ook een woordje meê- sprak. Hij had de hoogmoedigheid van den jongen reeds zóóver gebroken, dat deze een aalmoes wilde aannemen van de vaderlijke grootmoedigheid. Maar was Pierre niet te verontschuldigen Hij kende het leelijke verlc-den van zijn vader niet, maar slechts diens honingzoete vriendelijkheid, zijn vrij gevige grootmoedigheid. De moeder wilde het thema, dat zulk eene gevaarlijke baan opging, liever Diet verder voortzetten. Een te haastig gezegd woord kon veel bederven, den nauwelijks gewonnen grond weer doen verliezen en Pierre met geweld naar de andere zijde drijven, waarvoor hij, on danks alles, toch al neiging genoeg scheen te bezitten. Zij was verstandig, lachte, terwijl haar hart door angst werd gepijnigd. „Laten we den tyd er voor nemen," sprak zij „wanneer nadenken een weg kan scheppen, dan vinden we dien wellicht men moet niemand voor het hoofd stooten. den Rijks-ontvanger f 146.025 aan den Ge meente-ontvanger is uitbetaald. Aangaande de vermindering van het onder wijzend personeel aan de Langereizer (ge meenschappelijke) school, door verplaatsing- van mej. Timmerman, zijn de volgende mis siven ingekomen, welke wdfden voorgelezen 1. Een afschrift van een schrijven aan het gemeentebestuur van Hoogwoud, van den districts-schoolopziener te Alkmaar, waarbij deze op verschillende gronden ontraadt, de betrekking van onderwijzeres aan genoemde school op te heffen. 2. Een schrijven in denzelfden geest, van den Arrondissements-Schoolopziener. 3. Een missive van het gem.-best. van Hoogwoud, begeleidende het concept-antwoord op de geopperde bezwaren. In het antwoord wordt uiteengezet, dat mej. Timmerman zelve hare overplaatsing, bij voorkomende gelegen heid, naar een andere school heeft verzocht, met het oog op de onzekerheid van hare positie, en dat het hoofd der school, daarover gehoord, verklaard heeft, geen overwegend bezwaar te hebben tegen de opheffing aan zijne school van de betrekking van onder wijzeres dat er thans door de vacature aan de school in de Kerkelaan gelegenheid is, aan het verzoek van mej. Timmerman te voldoen en er reden is om aan te nemen, dat het aantal schoolgaande kinderen aan de Lange- reis eer minder dan meer zal worden. De Raad meent, op de door het gem.-best. van Hoogwoud aangevoerde gronden niet te moeten trouwens ook niet te kunnen tegenwerken de benoeming van mej. Tim merman aan de school a.d. Kerkelaan te Hoog woud. Het concept-antwoord zal dus mede namens den Raad van N. Niedorp worden ondertee kend. Echter zal nog aan Hoogwoud worden meegedeeld, dat de Raad wel bereid is tot de door Hoogwoud gewensclite oplossing mede te werken, maar alleen op voorwaarde, dat, zoo het onderwijs door de opheffing, der genoemde betrekking blijkbaar geschaad wordt, omgekeerd ook de gemeente Hoogwoud bereid wordt bevonden, weder tot benoeming van een onderwijzeres over te gaan. Overeenkomstig de jaarwedden van het onderwijzend personeel, zooals die in de vorige vergadering zijn vastgesteld, zijn thans verordeningen opgemaakt, waarbij die jaar wedden in het algemeen worden geregeld. Beide verordeningen, die voor de gemeen schappelijke school aan de Langereis en die voor de scholen in de kom en Moerbeek, worden na lezing onveranderd vastgesteld. Hierop is aan de orde de begrooting der gemeente voor het dienstjaar 1902. Deze ver meldt onder de ontvangstensaldo 1900 f 222.545, huishuur f 467.—, landhuur f 3082.—, renten van kapitalen f275.,40 opcenten op gebouwde eigendommen f 748.22, 10 opc. ongeb. eigd. f 573.51, 30 opc. person. bel. f689.825, hoofd, omslag f2100.(tegen f2400 over 1901), hondenbelasting f150.—. vergun ningsrechten, f 200.schoolgelden f 110. vergoeding van het Rijk in de kosten van het lager onderwijs f 1810.uitkeering (vroe ger ''/s pers. bel.) f4547.155, tegemoetkoming in de jaarwedden van den burg. en secr. f 266.50, uitkeering van de Banne f400. onder de uitgaven: jaarwedde v.d. burgemees ter f500.v.d. wethouders ieder f40.is f80.—, van den secretaris f450.—, van den ontvanger f 200.— presentiegeld raadsleden f75.—, jaarwedde bode f75.—bureau-behoef ten raadhuis f250.onderhoud, schoonhou den raadhuis f 100.kosten kiesverrichtingen f50.huishoudelijke kosten f100.kosten invordering plaatselijke belastingen f80.jaar wedde klokkenist f 75.—, onderhond huizen enz. f 650.idem wegen f 600.idem bruggen f 150.grondbelasting f 273.10, Polderlasten f 385.jaarwedde veldwachter f 350.graficatie brandspuitlieden f 100. kleeding veldwachter f 50.onderhond brand spuiten f 50.—, kosten straatverlichting, idem doodschouw f100.jaarwedden onderwijzers f 4400.instandhouding schoollokalen en onderwijzers-woningen f 150.kosten school- meubelen f 100.leermiddelen f200.ver lichting, verwarming en schoonhouden van schoollokalen f250.kosten Langereizer school f 00.—, tegemoetkoming in de huishuur on derwijzers f 100.—, jaarwedde geneesheer f 1000.idem vroedvrouw f 200.—verpleging arme krankzinnigen f260.—,subsidieAlgem.Ar- men f 1000.renten geldleeningen t'253. aflossingen f 700.,—, bijdrage pensioenfonds Nu bsn je weer bij ons en dat is de hoofd zaak. Vandaag zullen we niet verder over de zaak spreken." Het was eene verlichting voor Pierre, hij voelde zich op onzekeren bodem, waar op hij ieder oogenblik moest vreezen te vallen. Dankbaar was hij er voor, dat zijne moeder zijne kwelling verkortte en met een vroolijk gelaat stond hij. op „Goed. Wanneer u het nu toestaat, ga ik Des Barres opzoeken. Om vier uur vind ik hem op het redactiebureau van zyn blad, ik moet hem nog menige opheldering geven." „Ga, mijn jongen." Hij omhelsde zijn moeder nogmaals met innige dankbaarheid, en zijn hoed grijpend, verwijderde hij zich. Het bureau van deWreker desVolks was in de Rue Montmartre, op den hoek van de Hal vemaanstraat. Om vier uur ongeveer was er op dat punt een groote horde luid- schreeuwende courantenjongens, die mot de pas gedrukte bladen in alle richtingen weg snelden, met heesche stem de sensatie- berichten aankondigend, wat de nieuws gierigheid van do voorbijgangers moest opwekken om zoodoende de noodige bladen te verkoopen. Wagens, waarop men mot groote cijfers de oplaag lezen kon, wacht ten voor de deur van het drukkerijgebouw, om de verschillende couranten, die daar werden gedrukt, naar de stations te rijden, want ook de provincie buiten Parijs wachtte met ongeduld op het nieuws. Midden door al die drukte heen ging Pierre naar de ver dieping, waar de redactiebureaux waren. Beneden, waar de gemeenschappelijke druk kerij van eenige bladen was, hoorde men het doffe rollen van de rotatiepersen, welke bij kilometers het papier verslonden. gem.-ambtenaren f 125.brandverzekering f 100.—, gemeenschappelijke zaken f 100. en onvoorziene uitgaven f 266.75. Bij den ontvangstpost voor staanplaatsen op kermissen enz., vraagt de heer Visser, of het geen overweging verdient, ook hier het stelsel van verpachting der staanplaatsen in te voeren. De andere heeren zijn unaniem van oordeel, dat dit voor N. Niedorp niets zal beteekenen en in sommige opzichten niet eens wenschelijk is. De raming voor de zoo wenschelijke nieuwe stoelen in de Raadszaal is nog maar weer eens uitgesteld. Een raming van f 100 voor school meubelen is misschien niet te ruimzoo noodig kan echter worden overgeschreven. De f 100.voor „gemeenschappelijke" zaken zal grootendeels benoodigd zijn voor eene herstelling van de Valbrug, (gemeenschappelijk met den Ooster- kamperpolder). De post van „onvoorzien" is oogenschijnlijk niet hoog, maar het ontlasten van dien post van de verschillende kleine „vaste" onvoor ziene uitgaven maakt hem niet ongunstiger dan in vorige jaren. Waar noodig, worden de posten nader toe gelicht. De adressen van het Harmoniegezelschap „Excelsior" om ondersteuning ook voor 1902, en van den heer P. Haringhnizen om hooger subsidie voor de instandhouding van zijn tramwaclitlokaaltje, zullen nader worden be handeld. Echter is voor „Excelsior" f25. en voor den heer Haringhuizen f20.op de begrooting uitgetrokken. De geheele begrooting wordt ten slotte op de door B. en W. voorgestelde bedragen vast gesteld in ontvangst en uitgaaf op f 15734.135. En nu komt het eigenlijke werk pas aan Het groote werk, dat al dikwijls uitgesteld was, maar eindelijk toch ter hand genomen moest wordende herziening der algemeene politie-verordening. Ofschoon wel verwacht werd, dat de bespre kingen over de voorgestelde wijzigingen heel wat tijd zouden kosten, zal toch niemand gedacht hebben, dat men het van 's middags half twee tot 's avonds acht uur, zij het dan ook met een paar tusschenpoozen niet verder zou brengen dan tot art. 59 (de veror dening telt er 96.) En toch is het zoo gegaan. Het is dus niet wel mogelijk om in den breede alle besprekingen over de verschillen de artikelen of onderdeelen daarvan op te nemen. Slechts het voornaamste volgt hier. In art. 1. wordt de omschrijving van wijk B. (Terdiek en 't Paadje) aangevuld met de bepaling, dat daartoe ook behooren de beide zijden van de molensloot (verlenging van 't Paadje) vanaf den Oudenweg tot aan de Banne-scheiding van Oude Niedorp. Art. 12. „Ieder eigenaar is verplicht te zorgen, dat zijne gebouwen langs de open bare wegen of plaatsen in goeden staat worden onderhouden", en artt. 13 en 14de bevoegd heid tot ingrijpen in deze van Burg. en W. en den Raad, wenscht men toegepast te zien ten opzichte van de bouwvallige boet van de wed. Stam naast het perceel van J. Jonker. Haar zal een desbetreffende aanschrijving worden gezonden. In art. 17, handelende over de verontrei- niging van openbare wateren, straten en wegen, wordt opgenomen eene door den heer Kuilman voorgestelde bepaling, verbiedende, in de openbare urinoirs aan andere natuur lijke behoeften te voldoen dan waarvoor ze zijn bestemd, en eene door B. en W. voorge stelde verplichting, om de binnenslooten minstens eenmaal per jaar van feecaliën te zuiveren en voorts zoo dikwijls als B. en W. dit zullen bevelen. Art. 18 wordt o.a. aangevuld met een door B. en W. voorgesteld lid h, waarbij het ver boden is, zonder vergunning van B. en W. aan de hoogzijde inrijdammen of -hekken te maken of te verplaatsen. Het hoofdstuk „Van het rijden en varen binnen de gemeente" wordt in het algemeen van toepassing gemaakt op rijwielen en auto mobielen. In art. 22 wordt voor „matigen draf" 12 kilometer per uur genomen, en voor rijwielen en automobielen 15 kilometer. De heer Kuil man stelt voor, in dit art. het verbod op te nemen om in de kom van het dorp te rijden met een aangespannen voertuig zonder lemoen of disselboom. Wegens de geopperde bezwaren daartegen (omdat dan niet meer met een drie- «Xi-BB-rCTV.■•vissia.tmaBmmaaiieBaBSBBmmaaBiiBaaiisa Pierre steeg twee verdiepingen hoog en stond voor een deur waarop met groote letters stond te lezen„De Wreker des Volks". Hij' draaide den knop om en trad een smalle voorkamer binnen, waar een bediende bezig was een vischtuig in orde te maken. „Zoo, Saboureau riep Pierre, „altijd nog zoo'n liefhebber van visschen „Ja, mijnheer Appel, heel gauw begint die tijd weer, en men moet zich voorbe reiden. U wilt zeker mijnheer Des Barres spreken, zal ik u aandienen?" „Ik zal mij wel redden. Wanneer hij alleen is, mag ik zoo wel binnengaan." Pierre stapte ook de volgende kamer door, klopte daar op een deur, hoorde oen stem die „binnen" riep, en volgde die uit- noodiging. „Zoo, zoo, daar is de jongen 1" zeide Des Barres, terwijl hij opstond. „Sedert wanneer ben je in Parijs „Sedert vanmorgen, meester." „Heb je je vader en je moeder al reeds gezien „Ik kom bij hen vandaan." „Dat is goed." De blik van Des Barres, welken hij tot dusverre dreigend op Pierre had laten rusten, werd zachter. »Z>J.was blijde je weer te zien, je moe der, nietwaar? Je moet weten, jongen,dat je overal de aarde kunt rondzoeken, zonder een tweede to vinden, die zoo goed is als zij, en wanneer jy je niet gedraagt als een goed zoon, dan ben je ondankbaar." De stem van Des Barres klonk luid en ruw, ja bijna dreigend, evenals zijn blik was geweest. „Dat weet ik," antwoordde Pierre, „wel-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1901 | | pagina 5