Polei overziciit. Woensdag I Januari 1902. TRANSVAAL p p r J li il' 46ste Jaargang No. 3693. Bureau8CHAGEA, Laan, D 4. EERSTE BLAD. Het Nieuwe Jaar. Buitenlandsch Nieuws. FEUILLETON. Het ABC VAN HET LEYEN. SGH ANT. Almttitit- Lailboivb en Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. UitgeverP. TRAPMAN. MedewerkerJ. \T 1 k E L. Prijs per jaar f 8.Franco per post f 8.60. Afzouderliike nummers 6 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit twee bladen. IJelrendmaUiug. De Burgemeester van Schagen brengt ter kennis van de ingezetenen, dit het aanbieden van- en het rondgaan met aoogenaamde Nienwjairswenwben, hrtiij gedrukt, hetzij geschreven, langs de hu'sen, niet zaï worden toegelaten alsmede, dat de verschillende arm besturen eene insameliog van vrijwillige gifteu lang» de huizen zullen honden, ten einde nit de opbrengst bij het einde dezes jaars eene buitengewene bedeeling van levensmiddelen san de minvermogenden te kunnen honden. Schagen, 20 December 1901. De Burgemeester, H. J. POT. IC e n n is»ge v i n g\ Burgemeester en Wethouders van Schagen noodigen bij deze belanghebbenden, die over 1901 van de gemeente iets te vorderen hebb-n, uit, hunne rekenin gen vóór of op den len Ftbruari a.s. ter plaatselijke Secretarie in te leveren. Schagen, 23 December 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, II. J POT. De Secretaris, Denijs. oO—O—O Daar gaat straks wederom een jaar, om nooit meer terug te komen. Wij hooren als het ware, te midden der stilte, zijn laatste voetstappen. Nog enkele uren eft het is niet meer. Ja, dat hebben wij vaak vernomen, maar hebben we het ook verstaan 't Is spoedig gezegdEen jaar verdwijnt, een nieuw is in aarftocht. Niettemin kan geen—er»"1'™-""Anseh onver schillig blijven bij af Hoe vele nog, of liever boe weinige nog Want menigmaal, in bet jaar ook dat heengaat, werden wij opgeschrikt door bet plotseling afbreken van een werkkring, die nog zoo veel deed hopen. We hebben ze zien vallen, jonge mannen en jonge vrouwen, die met ons bet jaar zijn binnengegaan, terwijl niets kon doeu vermoeden dat zij er e scheiding6ure niet van zouden aan schouwen. Menige nuttige werkzaamheid werd op eenmaal gestaaktmenige akker, waarop door de vlijt en bet overleg des bouwmans reeds scboone vruchten werden ingezameld, moest verder door anderen wor den bewerkt. Deze ervaring komt zoo dik wijls voor, dat wij er aan gewoon raken, en op bet oogenblik, dat de slagen vallen, die bekende personen uit onze omgeving doen verdwijnen, maakt hetgeen gebeurt niet 'nn een ras vervlogen indruk. Doch als we terwijl het jaar nog maar enkele uren tellen beeft, tot rustig nadenken komen, .n brengen de omstandigheden bet „Memento nori" meer dan ooit tot ons bewustzijn. En bet is goed, dat bet zoo is. Laten wij ons af en toe maar eens rekenschap geven van het bestaan der heilzame, maar dikwijls zoo wreed werkende natuurwet, die al wat eindig is, beperkt tot een korte spanne tijds. De werkelijkheid wordt ons eerst dan dui delijk, als we er ernstig over nadenken, en het is een bron "van bemoediging, baar kalm in de oogen te zien. In deze ure der afzondering gaan de tafe- reelen nit ons verleden den blik des geestes voorbij, en nog eenmaal doorleven wij de blijde en de droevige dagen van voorheen. Vriendelijke oogen, thans gesloten, wenken ons toe woorden van liefde en van hartelijk heid, eenmaal tot ons gesproken, we hooren ze nogmaals. Wij vinden onszelven terug aan de sponde van dierbaren, die van ons werden weggeruktwij voelen weder den handdruk van een vriend, die heentrok naar den vreemde. In het ontbladerd bosch zien wij onzelven weder ronddwalen met onze gezellen, vroolijk en uitgelaten; aan den nu verlaten baard ontdekken wij de wederverschijning van onze kinderen, toen de lust des buisgezins, thans volwassen eu op eigen wieken drijvend, om zich een weg te banen door een wereld, waaruit voor hen evenmin als voor elk auder menschenkind, de steer.en des aanstoots znllen worden weggeruimd. Dat alles en veel meer nog herleeft in de verschillende ontwikke lingstijdperken, die als bet ware in één punt des tijds worden samengevat. Maar ook in meer uitgebreiden zin hebben wij te berdenken. Ons land, ons wereldeel, onze aarde. Voor ons land is dit jaar een zéér beteeke- nisvol geweest. Onze Koningin trad in bet huwelijk en, moge al de zeer groote teleur stelling die Haar en Haren man in November van 1901 trof, heel het volk pijnlijk hebben aangedaan, met het Vorstelijk Paar hopen wij op een gelukkige vervulling van liefste wenscben in 1902. Te traditiëu van ons Vorstelijk gezin,' waaraan Koningin-moeder Emma zooveel van baar wijsheid en liaar nobe- lenzin schonk, hebben ons de lasterpraatjes,door duisterlingen in do vijandige buitenlandsche pers verspreid, geen oogenblik doen gelooven. Vrede en voorspoed zij liet Koningshuis in het komend jaar Aan bet hoofd der regeering trad een anti-liberaal ministerie. Hopen wij, dat ook zijn beleid bet land ten zegen komt. En nu wat bet gebeuren buiten ons land betreft. Een enkel jaar, zoo wordt beweerd, beduidt niet veel in den loop der wereldhistorie. In bet algemeen genomen, kan dat waar zijn, hoewel de juisto waarde der feiten eerst veel later te taxeeren is, wanneer we ze kun nen beschouwen in bun samenhang met an dere gebeurtenissen. Toch weten we zeer goed, dat sommige jaren als bestemd zijn, om lang in het geheugen te blijven. Met bet jaar dat heengaat is zulks wel bepaald het geval, als we de voornaamste zaken ons voor den geest brengen, die bet achtereen volgens uit zijn valies beeft geschud, dan zulleu we moeten erkennen, dat bet niet van bet wereldtooneel gaat zonder iets te hebben uitgericht. Maar dit ligt thans niet op onzen weg ieder doe dat voor zich. En bedenke daarbij ook zichzelf en zijn gezin. Zonder toe te geven aan een optimisme, dat slechts de oppervlakte der dingen in oogensclionw neemt en dan oordeelt dat er geen reden is tot krachtigen drang naar verbetering van nog zeer veel misstanden, willen wij waakzaam en werk zaam blijven, toenemeaden ijver aan den dag leggen, om het jaar dat komt tot een zegen van onszelven en van anderen te doen zijn. Dat God dien arbeid kronedat Hij ons ver- gunne ons vaderland, welvarend, ons buisge zin gelukkig te zien. Zij het komend jaar ons allen góed! Door IDA BOY-ED. 0-0-0 3. Aan de smalle zijde was een deur. die naar de dames-kajuit voerde, waarin twee slaapplaatsen, een waschtafel en een kleine kleerenkast, die Makarie „de lade" had gedoopt, omdat ze daar meer op geleek, dan op een werkelijke kast. Ook de dames kajuit ontving haar licht van boven. Even eens het stukje gang met de kombuis- aan de andere zijde van het salon. Het geheel leek wel een poppenwoning. Peter was vooruitgesneld en wachtte op de dames naast zijn fornuisje, waar op een houtskoolvuur twee pannen stonden te dampen. In de kajuit was de tafel reeds gedekt, zeer sierlijk, ofschoon alle schotels en borden van de dikste en grofste soort waren. Maar de veldbloemen, die de dames den vorigen dag hadden geplukt, toen ze eene wandeling op Langeland hadden gemaakt, stonden op tafel,en aan de lamp had Peter klimop-ranken bevestigd, die voortdurend trilden door de beweging van het schip. Reeds stond een schotel met bonte salade op tafel, gemaakt van kropsla, roode wor telen, kartoffelen en bloemkool een salade- la Peter zooals Hammling dit gerecht genoemd had, want deze salade was het uoogste kunstgewrocht, dat Peter wist te fabriceeren. Mevrouw Makarie roemde de boonen, die Peter had gekookt, en keek na of de aard appels al reeds gaar waren. Er bleef niets anders over te doen dan het vleesch te braden op het spirituslicht, terwijl Peter een paar flesschen rooden wijn uit de kast in het salon haalde en ontkurkte. Daarbij onderhield de gedienstige geest zich voortdurend met zijne meesteres, zeer bescheiden, maar toch vertrouwelijk. Uit het gesprek bleek, dat alles aan boord, ja, het gansche jacht, voor hem „ons" was. „Onze servetten zijn alle vuil, ik moet ze bepaald vanmiddag wasschen." „Ons fornuis brandt vandaag niet best." „Wij moeten morgen vroeg in Kiel thee koopen, onze is op." En Makarie lachte steeds vroolijk en zeide gehoorzaam„Ja, Peter." Evenals alle kinderlooze echtelieden, had den ook de Mammling's de neiging, zich een voorwerp uit te zoeken, waarop zij hun genegenheid konden overbrengen. Hun matroos Peter was hun gunsteling, bun trots. Anecdoten van hem te ver tellen, -was hun lievelingsgesprekzijn vol komenheid te roemen, was hun een genot. Zijn brieven bewaarden zij en zij vertoonden ze als zeer grappige papieren aan hun vrienden. Peter was gedurende zijn dienst tijd oppasser bij den toenmaligen luitenant Von Hollern geweest, en door dezen met een schitterend getuigschrift aan de Mamm ling's overgedaan. Dat was nu drie jaar 1 geleden. Eu sedert maakt Peter eiken win ter tweemaal een tocht met een stoom boot naar de Middellandsche Zee. In den tusschentijd, wanneer het niet meer de moeite was zich te laten aanwerven, leefde hij op Willy Mammling's kosten, om vanaf 1 Mei tot midden October op de Lubina zich weder in al zijne bekwaamheid als zeeman, kok, bediende, iDkooper, vertrouwe ling te toonen. Hij was eerlijk, naïef en trouw, zooals slechts een zeeman zijn kan, en had boven dien de eerzucht, zich door steeds betere kookmethoden onmisbaar te maken. Terwijl Makarie zich met Peter onder hield, moest zij eigenlijk langs Sylviaheen praten, want deze leunde in de smalle deuropening en keek er naar, hoe het vleesch op het spirituslicht braadde. Sylvia verlangde er naar, met haar vriendin alleen te zijn, om dan eens met haar te praten. Nu kon zij haar niemendal zeggeD, en ook niet vragen. Maar Karie was zeer verstandig. Zij raadde zooveel. Zij verstond zoo goed de kunst, met discretie indiscreet te zijn. Wellicht zeide zij als Onder de Aziatische rijken, dio naast China de bijzondere aandacht trokken, nemen Japan, Afghanistan en Perzië de voornaamste plaats in. Japan heeft met vele Europeesche rijken het zwak gemeen, dat het doorloopend aan geldgebrek lijdt. Nauwelijks zijn do inkom sten en uitgaven door verhoogde of nieuwe belastingen in evenwicht gebracht, of leger en vloot eischen niéuwe offers, die al weer tot tekorten aanleiding geven. Gedurende geheel bet jaar is in Japan aan de versterking der weerbaarheid gewerkt. De dreigende vooruitgeschoven posten van Rusland eischten eene bijzondere voorzich tigheid. Ten spijt van Engeland en Rusland, nam de invloed van Japan in China en Korea belangrijk toe. Ook in het vervolg zal Japan zeker zijn volle aandacht aan zijne naaste buren wijden. Het bezoek, dat markies Ito in dezen herfst in 't bijzonder aan Rusland bracht, kan op den verloop der Oost-Aziatische kwestie van grooten invloed zijn. Do dood van Abd-er-Rahman, emir van Afghanistan, gaf in den beginne redenen tot ongerustheid. Men vreesde, dat bet stoot kussen tusschen de Russische en Engelsche bezittingen bet tooneel van een binnen- landschen strijd zou worden. Wanneer het zoover gekomen was, zouden de Europeesche mogendheden geeu werkelooze toekijkers hebben kunnen blijven, waardoor de zaak zeer ingewikkeld had kunnen wor den. Tot heden is de toestand echter dezelfde gebleven. Habib Oellab is zijn vader, zonder groot verzet der andere pretendenten, opge volgd, Rusland en Engeland kunnen den diplomatieken strijd te Kaboel voortzetten, zonder dat er voorloopig vrees voor een bloedigen strijd bestaat. Mèt Afghanistan interesseerde Europa zich tevens voor Perzië. Rusland schrijdt onverpoosd op den weg naar de Perzische Golf voort. Engeland ziet met leedwezen deze voorwaartsche beweging. Geen wonder, dat kuiperijen te Teheran aan de orde van den dag zijn. De mislukte aanslag op den Sjah wordt als een gevolg dezer buiten- en binnenlandscbe intriges beschouwd. Aan het eind van ons overzicht willen wij nog een oogenblik stilstaan bij bet wel en wee, dat 1901 over Nederland bracht. In de tweede maand des jaars werd door bet ge- beele land met groote opgewektheid bet - huwelijk van Koningin Wilhelmina gevierd. De stille hoop, dat eene nieuwe loot den Oranjeboom tot nieuwen bloei zou brengen, is tot beden in rook vervlogen. De blijde vooruitzichten, die in deze richting ge opend werden, zijn op eene groote teleurstel ling nitgeloopen. Natuurlijk nam de krijg onzer naneven in Zuid-Afrika gedurende het geheele jaar ons hoofd en hart in beslag. Nederland heeft doorloopénd getrild van verontwaardiging bij het langzaam uitmoorden van Vrijstaat en Transvaal. De doodenkampen en soldaten- rechtbanken mogen op de staatkundige verhouding tot Engeland bunnen invloed niet hebben doen gelden, in het hart des volks hebben ze een doodelijken haat tegen de staatkundige en militaire beulen gekweekt. De algemeene verkiezingen in den zomer waren voor de verschillende groepen der li beralen en radicalen een groote tegenslag. De overwinning, door de verbonden kerke- lijken behaald, moest tot eene verandering van regeeringspersonen leiden. Het ministerie- Kuyper is nog tekort aan bet roer om het goed te kunnen beoordeelen. Toch blijven wij bet betreuren, dat de verwisseling beeft plaats gehad. Vele belangrijke wetsontwerpen zullen thans voor wie weet boe lang in por tefeuille blijven. In onze Oost blijft Atjeb nog altijd een kluister aan bet been. Toch komt er nu en dan een lichtstreep voor den dag, die op vooruitgang wijst. Op Java werd de ver betering en uitbreiding van de verkeerswegen en irrigatiewerken voortgezet. Voor onze bruine broeders daar ginds stappen in een goede richting. Het succes van De "Wet is en blijft bet voornaamste nieuws. De bijzonderheden over zijn aanval komen nu eenigszins los, ofschoon de Engelsche bladen niet veel melden. Daarom maar tevreden met andere bronnen. De Petit Bleu schrijft De colonne-Eirman, tijdelijk onder bevel van majoor Williams, was gekampeerd op een afgelegen kopje, welks zuidelijke belling buitengewoon steil was. Aan den rand van deze belling waren voorposten uitgezet. Aan de noordzijde liep bet kopje flauw glooiend af, zoodat daar de Britscbe voorposten ver vooruitgeschoven waren en versterkingen hadden aangelegd. Uit de volledige bijzonderheden, welke ik (Kitchener) heb ontvangen, volgt, dat de Boeren in den nacht de bijna loodrechte zuidelijke belling beklommen en zich van den top meester maakten door op bet on verwachtst de voorposten aan te grijpen. De Boeren hadden de overmacht. Nog vóórdat de Britscbe soldaten de tenten konden ver laten, drongen de Boeren bet kamp binnen, een ieder doodschietend die bun in den weg trad. De soldaten, die uit de tenten traden, de officieren die den stroom wilden stuiten, werden met geweerschoten begroet. Een lui tenant die in persoon den Maxim bedieude, viel, door een kogel in bet hart getroffen. Er ontstond een paniek onder de Britscbe vanzelf iets, dat het onophoudelijk zwijgen juffrouw Sylvia morgeaoohtend vroeg gaarne van Robert verklaarde. Een verklaring immers was reeds troost. Het onverklaarbare foltert tiendubbel. Wan neer men smarten heelt te dulden, wil men ook zoo gaarne weten de oorzaken ervan. Bij de geringste koude die men vat, ligt men in bed en denktwaar heb ik me dat op den hals gehaald en men is tevreden wanneer men kan narekenen daar en daar ben ik uit een warme kamer gekomen en heb in den focht gestaan. En bij dingen, die niet de gezondheid, maar het ziele- leven raken, redeneert men evenzoomen wil wetenHoe komt dat Heb ik iets misdreven Maar Makarie was te zeer met haar werk en met Peter bezig, om op het ernstige, veelzeggende gelaat van haar vriendin te letten. Eindelijk was alles klaar. Peter kon de heeren roepen, Willy Mammling zijn roer aan den bootsman overgeven, en het eten koH worden opgedragen. Makarie en Syivia gingen op de eene bank zitten. Tegenover hen namen de beide heeren plaats. „Ja", zeide Makarie, „we hebben van- naar Schwerin wilde vertrekken, zou het voor haar zeer onaangenaam zijn." „O mijSylvia wist niet goed, wat ze op deze, haar verrassende opmer king zou zeggen. Wist hij dan niet, dat elk uur langer bij hem, haar een genadegeschenk was Of wilde hij soms iets dergelijks van haar hooren? Zij had wel eens hooren beweren, dat er mannen zijn, die steeds nog maar niet willen gelooven, dat ze bemind worden, al geeft men het hun ook nog zoo duidelijk te kennen. Was hij er zoo een Door zijn bijna uitsluitend verkeer met mannen, door zyn leven aan boord, steeds in de eenzaamheid van de zee, had hij wellicht niet geleerd met vrouwen om te gaan „Jammer," merkte Makarie op. „Ik had het mij zoo aardig voorgesteld, vanavond ia Kiel. Ik wilde mijn kleed aantrekken, en wij hadden naar den toren van Folkers gegaan. Een beetje militaire muziek mag ik wel." Wanneer Makarie zeide „mijn kleed", dan was er sprake van het éétige toilet, soldaten, die zich echter zoo goed mogelijk hielden. Toen de voorposten overweldigd waren, moesten de Engelschen terugtrekken. De helft der colonne ongeveer bevindt zich thans aan de Elandsrivierbrug. De andere helft is krijgsgevangen. De vijftien-ponder weigerde na twee salvo"b en de bediening viel onder de schoten der aanvallers. Een gewonde luitenant, die door de Boeren voor dood werd gehouden, ontkwam. Deze luitenant, zegt men, heeft twee karren be laden met gesneuvelde of gewonde Boeren zien vertrekken; de meesten van hen waren gevallen in den aanval op de voorposten. Een Britscb majoor, die als gewonde was achtergelaten, bevestigt bet rapport van den luitenant en voegt er bij, dat bij het aan breken van den dag het slagveld was be zaaid met Boerenlijken. De Boeren moeten 1200 man sterk zijn ge weest onder aanvoering van De Wet. Zij hebben zich uitstekend gedragen en op bet slagveld mannen achtergelaten om de ge wonden te verzorgen. Ten slotte geeft de „Petit Bleu" bet ver baal der achtervolging van de zegevierende Boeren door de cavalerie, die, zooals gewoon lijk, geen resultaten had. De Britscbe verliezen bij De Wet's overval bedragen 6 officieren en 52 man gesneuveld, 9 officieren gewond en 4 officieren vermist. Het aantal gekwetste manschappen is nog niet bekend. Van den tegenslag der Engelschen bij Tafel- kop hebben we nog ee'nige bijzonderheden die, we twijfelen er niet aan, onze lezers zullen interesseeren. De correspondent van Central News meldt het, en zegt zijn verhaal van de gewonden uit dat gevecht vernomen te hebben. De colonnes van de kolonels Damant en Rimington verlieten Frankfort den 19en en trokken in de richting van Vrede den gebeelen nacht door onder een zwaar onweder; drie man werden door den bliksem gedood. In de buurt van Tafelkop bestormde Damant een wachtpost van de Boereneen man werd gedood eu commandant Gijter gevangen ge nomen. Bij het aanbreken van den dag werd er met de transportwagens een lager gevormd; oen klein geleide werd er bij achtergelaten. Damant ging met twee veldstukken en een pomporn en in bet geheel 95 man snel voor waarts. Een troep Boeren werd op den lin kervleugel ontdekt en daar ging bet been. Op een randje komende, zag Damant een troep van 70 man, in Engelsche uniform ge kleed, druk bezig vee te drijven naar hem toe. Eerst dacht troep van Rimington's vergissing werd echter en bijna tegelijkertijd troep Boeren ontdekt, van bet Engelsche lager. De kanonnen werden snel in stelling gebracht en afgevuurd, maar nauwelijks wareu twee schoten gedaan, of de Boeren lieten het vee, dat zij dreven, in den steek en renden stoutmoedig op de Engelsche stelling aan. Op een kleine 200 M. afstands openden zij een nijdig vuur op de kanonniers. Tegelijkertijd schoot een troep men, dat bet een colonne was. De spoedig bemerkt, werd een andere nog verder links daag genoeg, ofschoon niet veel. Daar was dat aan boord was: een zeer eenvoudige niets anders dan visch en vleesch en aard- japon van wit cheviot. Bjj de wandelingen, appelen en boonen. Nu, en visch dat wordt die men van boord uit ondernam, bleef ze toch wel wat al te vervelend. in haar blauwe linnen jurk, en wanneer het „Allemaal goed", meende haar man, en regende, trok ze daar een paletot over aan, sneed rustig zijn groote stukken vleesch. precies zoo een als haar man dan droeg. „Robbert", zeide mevrouw Makarie weer Zorgen over toilet, etc., maakten haar het zij sprak den Daam van haar neef steeds uit als werd hij met twee b's geschreven „Robbert, wat denk je ervan, komen we vandaag aan het einde van onze reis Sylvia schrikte. De gedachte was nog niet bij haar opgekomen, dat deze geringe wind verhinderen zou, vandaag Kiel te bereiken. Hollern had zich juist druk tegen Willy leven niet moeilijk. „Ja, en Sylvia is bang wanneer we op zee moeten slapen," zeide Mammling. „Geen woord van waar," verzekerde zij, bijna beleedigd. „Je hebt het toch eens gezegd?" „Zoo Ik herinner er mij niets van." Hollern lachte. „Wat zou natuurlijker zijn bij een jonge Mammling verzet, die hem een ongehoord dame, die voor de eerste maal eene groote groot stuk vleesch op zijn bord had willen zeereis met een jacht medemaakt." leggen. Zoodoende antwoordde hij niet da- Een poos aten ze zwijgend door. delijk. j „Maar het kan nog wel zijn, dat we nog „Zooals de wind nu is, in geen geval. 1 wat wind krijgen. Vooruit komec er wolken Hoogstens tot aan den vuurtoren. Daar opzetten, aan den horizont, tegen den wind in," zeide de kapitein. „Slecht weer vroeg Makarie. Hollern haalde de schouders op. Weder zwegen zjj. Sedert veertien dagen hadden deze menschen reeds met elkaar ge babbeld en elkaar gesproken over wat hen ge meenschappelijk intereseeerde. Nieuws had den ze elkaar nu niet meer mede te deelen. Zoo moest het tenminste schijnen. Maar de karige wisseling van woorden was bjj geen van hen het teeken dat hun nieuwsbron wa3 opgedroogd. Sylvia zat te beven. Zij wachtte of de getiefde man niet eenmaal zijn glas zou op heffen en haar zou toedrinken, of tenminste met zijn oogen iets zou zeggen. En Robert von Hollern voelde, dat zjj wachtte. Zijn hand, waarmede hij het glas vasthield, begon te beven. Hij vermeed, in vaste zelfbeheersching, haar in het gelaat te zien. Hij werd nog stiller, omdat hij er te zeer op bedacht moest zijD, onschuldige woorden te kiezen. Makarie was, sedert men aan tafel zat, er plotseling mede bezig, wat die beidea wel mochten denken, wat zij vandaag wel aan elkaar zouden zeggen. Zou het werke lijk mogelijk zijn, dat Robert en Sylvia niet- verloofd vandaag van boord zonden gaan? Maar dat zou immers toch WiUy Mammling's gedachten waren op een geheel anderen weg. De zeil tijd was nu gauw aan zijn eind. Binnen veertien dagen vond het afzeilen van de keizerlijke jachtclub van Cuxhavcn plaats. Hij wilde dan met de Lubina, die dan door een vriend zou bestuurd worden, zoomede met zijn hardzeiler de„Libelle"daar aan deelnemen,en hoopte met het laatste jacht een prijs te behalen. Ook was dat een mooie gelegenheid om alle benijders en betweters te toonen, hoe de Lubina zich had gehouden met haar onvergelijkelijk systeem. Gansch in stilte broedde hij over verbeteringen, en had het plan, in den win ter nog een vo'komener model te maken, waarover Lij zelf- nog niet met zijne Karie had gesproken. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1902 | | pagina 1