PLAATSELIJK NIEUWS. Burgerlijke Stand. Marktberichten. Binnenlandsch Nieuws. van 150 Boeren, die in het lange gras in hinderlaag hadden gelegen, dwars door de stelling der Engelschen heen. Een groot aantal van de verdedigers viel bij de eerste salvo's, maar de overblijvenden vochten koppig door, en de Boeren konden de stelling eerst nemen, nadat alle man op het randje dood of gewond waren, op drie na. Tevoren had den echter eenige kanonniers en het geleide <le voorwagens der kanonnen weg kunnen krijgen. De eenige ongedeerde kanonnier vernielde toen nog afdoende de sluitstukken van de kanonnen en maakte ze aldus voor de Boeren geheel onbruikbaar. Van de 95 man, die in het vuur kwamen, werden er 75 gedood of gewond. De Boeren waren onder aanvoering van de commandanten Wessels, Ross en M. Botha, een zoon van den Transvaalschen comman dant-generaal zij leden ook zware verliezen. Commandant van der Merwe en 30 man sneuvelden. De Engelschen, die den slag overleefden, klagen over de slechte behandeling, die zij van de Boeren ondervonden, toen het randje genomen was. Op ieder, die, op den grond liggende, zich verwoog, werd geschoten. Een officier van de yeomanrv, die verlof vroeg aan een Boer in khaki, of hij voor de gewonden water mocht halen, kreeg tot antwoord een schot uit een Mauser, op zijn hoofd gericht, maar mis. De dooden en gewonden werden beroofd en ontkleed. De commandanten, die vrijelijk den sjambok gebruikten, maakten daaraan een einde. De Boeren waren woedend toen zij zagen dat de kanonnen onbruikbaar waren. Intusschen had kapitein Scott een kleinen troep verzameld en met dezen kwam hij te hnip aansnellen. De Boeren dachten, dat het Rimington's colonne was en wachtten den aanval niet af, maar trokken haastig weg. De vluchtelingen liepen echter Rimington in de armen. Eenigen werden er gedood en vijf gevangen genomen. Schagen, 31 December 1901. Door het R. K. Armbestuur werd tot Armmeester benoemd de heer P. Koe- meester, in plaats van wijlen den heer J. L. v. Hulzen. Vanaf 1 Januari 1902 z ij n aan het station alhier plaatskaarten verkrijgbaar en wordt bagage bevracht naar alle stations der H. IJ. S. Mpij., zoowel van de hoofd lijnen, als van de locaalspoorwegen. Behalve de stations, waarheen reeds plaatskaarten verkrijgbaar waren, komen er nu nog 68 sta tions en halten bij. Fietsen kunnen dus naar al deze stations worden ingeschreven, tegen den uniformprijs van 20 cent. Voor het pu bliek, dat ons station verlaat, is deze maat regel zeker een groot gemak. Tot Bestuursleden van de Sociëteit „De Vereeniglng" zijn in de plaats van de heeren M. Visser (bedankt) en J. Schenk (vertrokken) gekozen de heeren R. G. v. d. Wal en W. Oudenhoven. In den Nationalen Schiet wedstrijd te Hilversum is de 4e prijs vaste baan en de 16e pr. vri'e baan toegekend aan den heer J. P. de Klerk alhier. Op den 18 Januari zal het 25 jaar geleden zijn. dat onze plaatsgenoot de heer P. Buis tot secretaris van den polder Burghorn werd verkozen. De nieuw jaarsl ij st ten be hoeve der Protestante armen bracht dit jaar f 257.38 op. Van dit bedrag ontvangen 111 meer of minder behoeftigen eene gift. De lijst van dit iaar bedraagt ongeveer 16 gld. minder dan die van verleden jaar, welk verschil grootendeels ontstond door het bedrag der trouwbussen. Terwijl dit verleden jaar ruim 10 gld. bedroeg, was het thans nihil. Het Bestuur van den „Motor- bootdienst" heeft besloten, de boot na 1 Januari te laten doorvaren. De nieuwjaarslijst ten behoe ve van de R. K. Armen bedraagt f 176.85. 65 Personen hebben zich voor de bedeeling aangegeven. Heden middag om 12 uur werd onze gemeente opgeschrikt door het geroep van brand. Spoedig bleek het, dat er een binnenbrand heerschte in het perceel C No. 40, in de Hoep, toebehoorende aan den heer C. Bijpost en bewoond door Mej. M. v. d. Meer. Door de krachtige hulp van J. Zeeman en M. Meulenbroek werd de vlam weldra bedwon gen, zoodat, toen de brandspuiten ter plaatse aankwamen, het gevaar geweken was. Voor de oude, alleen wonende vrouw is het wel een treurige Oudejaarsdag."®?! De kamer is zwaar beschadigd, een deel van het huisraad verbrand en een ander deel erg geblakerd. Tot overmaat van ramp was de inboedel niet geassureerd. Waarschijnlijk moet de oorzaak worden toegeschreven aan vonken of vuur, afkom stig uit een strijkijzer. Ge m. S(C H A|G E Ni Geboren: Margaretha, d. v. Pieter Bart en Geertje Brugman. Ondertrouwd en Getrouwd Geene. Overleden Maartje Smit, 70 j., ongehuwde dochter van Cornelis Smit en Antje Zot. Trijntje Stammes, 70 j., weduwe van Jan Grootes. Gemi Zypo. Ingeschreven van 20 27 December 1901. Geboren Geene. Ondertrouwd: Jacob Molenaar, wedn., van Leentje Boekei, arbeider. 36 jr., te Haring- carspel, en Alida Bes, jd. zonder beroep, 34 jr. te Zijpe, onlangs te Alkmaar. Cornelis Hartog, jm. schipper, 27 jr. en Margaretha Hoep, jd. zonder beroep, 29 jr., beiden te Zijpe. Getrouwd en Overleden Geene. 1901. Aangevoerd 1775 koppen boter, p. kop .60 a .62* AT,KMA AR 28 Dec. Aangevoerd 3 Paarden 4 Koeien en Ossen 25 nucht. Kalveren 107 magere Schapen 33 magere Varkens 149 Biggen 5 Bokken en Geiten kleine Bokjes 3004 pond Boter, p. pond Kipeieren per 26 Eend J AT,KMA AR. 30 Dec. 1901. Aangevoerd Koeien f .50 a .63 p. K.G., Vette kalveren f 40.a 108.idem per K.G. 1 .75 a .90, nuchtere idem f 8.a 16.Vette Varkens per K.G. f —.43 f 9.40, magere f 15.a 19. ette Schapen f 18.a 26. f 70.— „160.— a 8.— a 10.— a 16.- a 9.— a 2.— a a —.50 a 1.37° a a 80.- 230.— 20.— 18.- 20 12.— 4.— —.60 1.50 HOORN, 28 Dec. H.L. Gerst f Haver Tarwe Rogge Vale Erwten Grauwe Witte Groene BruineBoonen Paarde Witte Mosterdzaad Kar wij zaad 19 Paarden 61 Schapen 10 Kalveren Varkens 64 Biggen Kipeieren per 100 4.75 a 3.50 a 7.50 a 5.a 10.— a 16.— a a 12.— a 6.50 a 7.— 10.— 17.— 11.— 75.— 13.— 8.— 8.— 6.25 5 4.25 8.— 5.25 17.— 18.— 15.— 8.25 7.50 11.— 200.— 18.— 13.— 6.50 De heer Hazeloop, Rijkstuinbouwleeraar te Alkmaar, hield Maandagavond jl. eene lezing in het lokaal van den lieer Haringhnizen te Nieuwe Niedorp, over: de middelen waardoor de toestand van de boomgaarden in deze stre ken verbeterd kan worden. Dit voor den tegenwoordigen tijd zoo hoogst belangrijke onderwerp was wel oorzaak, dat de heer J. Kuilman, die den Spr. aandeaan- wezigen voorstelde en de vergadering leidde er met voldoening op kon wijzen, dat ondanks het buitengewoon slechte weer en de weinige bekendheid, die aan de vergadering had kun nen worden gegeven, nog een betrekkelijk zoo groot aantal belangstellenden was opfre- komen. De aanwezigen zullen dankbaar geweest zijn voor hetgeen zij te hooren kregen. Klaar en duidelijk werd het onderwerp hun uiteen gezet. Volgens den heer Hazeloop na eene korte inleiding op zijn onderwerp komende - wer den gewoonlijk bij het planten van vruchtboo- menal belangrijke fouten begaan. Waar voor alle eenjarige planten een behoorlijk losmaken van den grond en voorziening van voedingstoffen werd noodig geoordeeld, daar sprak het wel van zelf, dat de veeljarige boom ook aan een lossen, luchtigen bodem en een voldoende be mesting behoefte had. En daarvoor juist werd bij den aanleg van boomgaarden dikwijls niet genoegzaam gezorgd. Juist omdat men een boomgaard niet alle jaren op een, in ver houding tot eenjarige planten, gelijke diepte als voor deze kon omwerken, moest er voor gezorgd worden, dat bij den aanleg zoo diep mogelijk de grond werd losgewerkt, om op name van lucht en voedsel gemakkelijker te maken Wordt de grond niet voldoende om gewerkt, dan zal men dikwijls ervaren, dat een boom een zekeren tijd flink groeit, maar het dan moet opgeven, omdat de wortels niet verder in den grond kunnen dringen. In de meeste gevallen was omwerking tot op een meter diepte voldoende; soms echter was het noouig, taaie of harde aardlagen daaronder ook te prepareeren. Spr. gaf de voorkeur aan omspitten boven omploegen, omdat dit matste reepen veroorzaakt, die op zich zelf niet voldoende losgemaakt konden zijn. Vedere losmaking van den grond dan tot waar men water kreeg, was overbodig, want het water zou weer spoedig den grond vast maken. In Noordholland was men van dat diep- spitten nog al bang. Ten eerste bracht het nog al wat kosten meê, en ten tweede vreesde men een slechte soort grond naar boven te werken. Die kosten achtte spr. niet van zoo overwegend bezwaarmen moest niet vergeten, dat het eens was voor vele jaren over het geheel was dat toch waarlijk niet van zoo groot belang. Om aan het bezwaar van een slechtere grondsoort naar boven te werken, tegemoet te komen, groef men voor eiken boom soms een diep gat, hetgeen dan, nadat de boom er In gezet was, werd aange vuld met losse aarde van betere soort dan de uitgegravene. Die wijze van doen was echter op verre na niet zoo aan te bevelen als totale omspitting van het terrein Ten eerste toch was de losse grond waarin de boom dan stond, een verzamelplaats van het water, dat op andere plaatsen niet zoo goed dieper kon dringen. Ten tweede verlokte men door de opvulling met een betere grondsoort de wortels, om daarheen te gaan. Was dan eindelijk de voeding uit dien weini gen lossen grond verbruikt, dan zouden de wortels plotseling tot de slechte aardsoort komen, hetgeen een te sterke achteruitgang ten gevolge kon hebben. Om die verschillende redenen was dus een rationeele bewerking van het geheele terrein een eerste eisch te noemen. Een tweede zaak, waaraan niet altijd voldoende aandacht werd geschonken, was de wijze waarop men zich de boomen aanschafte. Voorwaarden werden gewoonlijk niet gesteld. Het was zaak zijn boomen niet van venters, maar van solide leveranciers te betrekken. Het was niet altijd te zeggen, welke soort bepaald aanbeveling verdiende. Verschillende omstandigheden waren oor zaak, dat een overigens goede soort niet in alle streken even goed groeide, of vruchten opleverdezelfs dat ze op verschillende plaatsen van dezelfde streek lang niet gelijke uitkomsten gaf. De eischen die men aan vruchtboomen stelden, liepen nogal uiteen Hier werd aan laag-, daar aan half- en op weer een andere plaats aan hoogstammen de voorkeur gegeven. Het sprak wel vanzelf, dat laagstammen niet geteeld werden door hen, die een of ander vee op den boomgaard weidden. In de Betuwe gaf men nog al voorkeur aan halfstammen en op andere plaatsen kweekte men voor namelijk hoogstammen. De lengte dezer 3 soorten stammen was respectievelijk ona-e- veer 1.25 M., 1.75 M. en 2.25 M. Spr. was niet erg voor die hooge stammen. Als een stam van 1.76 M. voldoende was, waarom zou men dan wachten tot hij 2 M. was dat kostte tijd en voedsel. Bovendien had den hooge boomen meer last van den wind en was het niet zoo gemakkelijk er werk zaamheden in te verrichten.' Ook de stam- vorming was nog al een gewichtig punt. Niet alle boomen, ofschoon op zichzelf goed waren daarvoor geschikt. Ter verkrijging van een goeden stam gingen vele kweekers vaak veredelen met een populier-peer, die een uitstekend mooien stam vormde. Die wijze kon spr. echter niet aanbevelen. Ten eerstede populier-peer was bijzonder vat baar voor kanker en andere kwade invloeden van buiten. Ten tweede was het een slechte soort peer, en nu zei men wel, dat die slechte soort niet meewerkte in de vrucht, wanneer de stam alleen als tusschenstam dienst deed, dus wanneer na de kroonvorming opnieuw veredeld werd, maar vele boomkweekers en vruchten telers kenden op grond hunner ervaring aan den stam ook als tusschenstam invloed toe op de kwaliteit van de vrucht. Voor stamvorming kon spr. aanbevelen de diamantpeer in deze streken bekend onder den naam van prinsenpeer en de Sint Nicolaaspeerby appelboomende gewone Huismanszoete-, en de zoete Aagt Een ander ding om op te letten was natuurlijk de planting zelfdaar werden ook nog al eens fouten meê gemaakt. In den regel werden in deze streken de boomen veel te dicht bij elkaar geplant Het was niet onnatuurlijk, dat men poogde meer profflt van den grond te hebben en daarom meer boomen plantte, die in den eersten tijd nog licht en lucht genoeg kregen later, zoo stelde men zich dan voor. konden de overtollige verwijderd worden. Van dat ver wijderen echter kwam gewoonlijk niets voornamelijk, omdat men dan op de moeilijk heid stuitte, dat zoo dikwijls ter wille van de regelmatigheid een beste boom moest worden gerooid en een waardelooze bleef staan. Het was dus beter, al aanstonds bij den aanleg van een boomgaard de boomen op de vereischte wijdte te zetten en op andere wijze te trachten den grond tusschen de boo men, zoolang deze nog niet volwassen waren, te benutten. Men deed dat wel door de teling van allerlei^ groenten of aardappelensoms ook, ofscho6n dat niet bijzondor aan te bevelen was, van suikerbieten. Die tusschenruimte kon echter op uitstekende wijze ook tot vruchtenteelt worden benut en zelfs veel beter, dan bij dichte beplanting. In de laatste jaren gebruikte men daarvoor den struikvorm. die in de plaats gekomen was van den vroege- ren pyramidevorm. Die soort vruchtboomen leefde ongeveer zoolang tot de kroonboomen volwassen waren. Zij droegen al ganw vruchten, die als tafelvrnchten goed geld opbrachten, zoodat er zelfs veel eerder profijt van den grond getrokken werd dan bij dichte beplanting met kroonboomen. Wilde men die eerste opbrengst nog verhoogen en vervroegen, dan konden nog besseboomen tesschen geplant worden en ook daartusschen nog weer aardbeien-planten. Op deze wijze had men al vroeg behoorlijke opbrengst van den grond, terwijl de boomen niet in 't minst in hun groei belemmerd werden. Het zou voorts niemand begrooten om de strnikboompjes te rooien wanneer de kroonboomen volwassen waren, omdat ze dan toch afgeleefd zijn. - De voeding, verder, was natuurlijk van zeer veel belang. De boom werd steeds grooter en zijn behoefte aan voedsel dus eveneens. Het op den boomgaard brengen van gewonen mest, elk jaar, was zelfs nog niet voldoende, laat staan het geheel ver zuimen van bemesten. Een uitstekende bemesting werd verkregen, door bij den aanleg van een boomgaard in den losge- maakten grond hulpmest te werken; stalmest was daarvoor ongeschikt. Speciaal Beender meel en Thomasfosfaat waren daarvoor aan te bevelen, omdat de voor den boom en de vrucht benoodigde phosphorzuur, die ge- genoemde meststoffen bevatten, eerst na langen tijd oplosbaar en dus opneem baar waren, zoodat de boom er eerst later over kon beschikken. Het gebeurde echter, dat ook bestaande boomen soms behoefte hadden b.v. aan stikstof» of aan kali. Dit moest men dan aanbrengen door onder den boom een gat te boren, en daarin genoemde mest- soorten te strooien. Zij verspreidden zich dan van zelf. Stalmest was daarvoor weer niet geschikt, omdat men zooveel grooter hoeveel heid moest aanbrengen voor een gelijke hoeveelheid voedende bestanddeelen, hetgeen in een gat onder den boom natuurlijk moeilijk ging. Wilde men chilisalpeter of zwavelzure ammoniak aanbrengen, dan kon men d i e wel over strooien; zij verspreidden zich dan wel spoedig. Een ander punt van zorg was het snoeien. Natuurlijk moesten alle boomen gesnoeid worden, maar spr. was volstrekt niet voor dat erge snoefen alle jaren. Alleen het over tollige hout moest verwijderd wordenzoo, dat alle deelen licht konden krijgen. Bij het snoeien was alweer van veel gewicht de wijze waarop het hout afgesne den werd. De tak was, zooals men altijd kon waarnemen, bezet met bladknoppen. Nu zag men veel, dat een tak was afgesneden, een heel stuk boven zoo'n bladknop, bijna onder den volgenden en dat was een fout, die groote gevolgen kon hebben. Het stompje boven den bladknop kon niet blijven leven en ging dus dood. De wond gaf dan aanleiding tot allerlei kwalen. Het merg waterde soms in, of er nestelde zich zwam in, enz. Ook oudere takken werden dikwijls te ver afgesneden, hetgeen weer open wonden gaf. Een oudere tak moest altijd zoo glad mogelijk afgesneden worden, en eenjarige takjes zoo dicht mogelijk boven een bladknop. Zoo mogeljjk moest de wond kunnen dicht groeien. Het was voorts aan te bevelen, om groote wonden met een speciale soort was Admi raals kankerwas in te smeren. Daardoor voorkwam men, dat de zwam in de wond kon dringen nog vóór ze genezen was. Die open wonden waren meestal oorzaak van de zoo gevreesde ziektede kanker. Ter voorkoming dier ziekte was de keuze van boomen niet alle zijn even vatbaar en de latere veredelingen van groot belang. Hoe meer men afsneed om te veredelen, hoe meer wonden natuurlijk, die aanleiding tot de ziekte kunnen zijn. Zonder noodzaak was het dus niet goed, om behalve aan den voet nog meer te enten. Is ondanks alle zorg, toch kanker ontstaan, dan moet ze verwijderd worden, door de wond uit te snijden. Om dat tijdig te kunnen doen, moest men natuurlijk steeds de boom waar nemen, anders verspreidde de zwam zich door den geheelen boom. üf een gebrekje, "dat men waarnam, kanker was, kon men spoedig weten. Als men dicht bij de wonde een insnede maakte en na een paar dagen in de insnede een bruin-roode of rooder kleur aannam, kon men er vrij zeker van zijn, dat de kanker aanwezig was. Is ze vrij sterk aanwezig, dan kan men reeds in enkele uren die kleurverandering waarnemen. Het inwrijven der wonden met het kanker- was van Gebr. Admiraal was goed; teer was minder goed, omdat het soms een heel eind de weefsels invreet. Een andere hier nogal inheemsche kwaal, de roest (ook een zwamziekte), kenmerkte zich door kleine bruine vlekjes, die al grooter werden, en door het vroeg afvallen van bla deren en vruchten. En omdat de bladeren den boom van veel voedsel uit de lucht voor zien, werd de groei dan natuurlijk zeer be lemmerd. Met goed resultaat bestreed men tegenwoordig de roest met de Bordeausche pap, die men ook tegen aardappelziekte ge bruikt 2% kopersulphaat en 3 a 4°/o kalk in 100 water. Een ander gebrek, dat men hier vrij alge meen kan waarnemen, was dat de stam met mos begroeid en kurkachtig was. Het mos en die kurkachtigheid boden aan tallooze insekten, als luizen, rupsen enz., een uit stekende verblijfplaats aan. Het was dus zaak, de boomen zooveel mogelijk glad te houden. De staaldraadborstels zooals die in de prijscourant van Blass Groenewegen vermeld waren, verdienden daarvoor aanbe veling. Verder kreeg men een prachtig gladden stam,door dezen met eene oplossing van ijzervitriool en kalk in water te schrobben. De boomen hadden in het algemeen veel van insecten te lijden. Voor zoover deze konden vliegen, was het natuurlijk niet mogelijk ze van de boomen te weren. Vele insekten echter moesten om in den boom te komen, bij den stam oploopen. Dit nu kon men heel goed voorkomen, door de z.g. lijm- ringen. Even boven den voet smere men den stam rondom in met een soort lijm, die niet spoedig opdroogt. Aldus werden de insecten gevangen en gedood. De insecten, die uit den boom vallen, werden wel opge vangen in de z.g. vanggordels, daar speciaal voor ingericht. De door Spr. behandelde gebreken waren in deze streken wel de meest voorkomende. voldoende voeding voor den boom was natuurlijk hoofdzaak en verder moest men trachten de gebreken zoo spoedig mogelijk waar te nemen om deze te bestrijden. Was een oude boom niet meer goed te her stellen, dan moest men niet aarzelen om hem uit te rooien Echter was het verkeerd, om dade- 'fik .top dezelfde plek en nieuwen boom te zette» Voor den winter deed men goed, den gropd diep om te spitten en los te maken, om er de vorst gogd dodr de laten gaan. Verder moest de hulpmest niet vergeten worden Het nemen van proeven met stroikboomen raadde öpr. zeer aan. Nadat eenige vragen en opmerkingen nit den boezem der vergadering waren ge daan en door den heer Hazeloop beantwoord, sloot de heer J. Kuilman, onder dankzegging aan spreker en publiek, en met den wensch dat van het gehoorde partij mocht worden getrokken, de bijeenkomst. Vergadering van den Raad van WIERINGEN, op Maandag ij. Aanwezig alle leden. Voorzitter de heer L. C. Kol ff. Burgem Na opening worden door den Secretaris den heer Bruul, de notulen der vorige ver gadering gelezen en vervolgens door den <aad onveranderd goedgekeurd. Ingekomen stukken 1. Dankbetuiging van het onderwijzend personeel alhier, voor de nieuwe regeling hunner salarissen. 2. Dankbetuiging van het bestuur der Gentrale commissie inzake drooglegging der Zuiderzee, voor de verleende subsidie 3. Missive van Heeren Gedeputeerde Staten, mededeelende dat de herijk voor "ate" 0%n ^1 plaats hebben op 21 en 22 Mei 1902, en welvoor Hippo- lytushoef op 21 Mei van 8-12 uur voor- middags; voor Westerland op 21 Mei van 1>U« namiddags, en voor Den Oever op 22 Mei van 1-4 uur namiddags, iu de raadzaal te Hippolytushoef. 4. Een missive van de visschers en beurtschippers van Den Oever, verzoekende om op de aldaar bestaande havenkade twee lantaarns te willen plaatsen. Toegestaan 5 Missive van Heeren Gedeputeerde Staten met goedkeuring der regeling van de onderwijzerstraktementen. 6. Idem der verordening tot heffing van schoolgelden op het herhalingsonderwfis D/,eA missives van den Rijks Ont vanger te Atina Paulowna, mededeelende, dat aan den Gemeente-Ontvanger alhier zijn betaaid de sommen vanod 2 O r-t- f 318.1SL6 NoV' f 211-32 en* op 8. Bericht van den Betaalmeester te Amsterdam, dat op den 2 Oct. j.l. aan den gemeente-ontvanger is betaald f 1097 9. Een missive van Heeren Gedeputeerde S.aten, vermeldende, dat de uitkeering ingevolge art. 1 der wet van 24 Mei 1897 Stbl. no. 156, over 1901 voor deze gemeente bedraagt t 4439.75. 10. Missive van Heeren Gedeputeerde Staten, vermeldende de verordening op het rijden van motorwagens op de wegen in Noord-Holland Ged. Staten verzoeken bericht te willen inzenden, of alhier wegen moeten worden uitgezonderd, die onberijd baar zijn. Wegens late inkoming was deze missive nog niet door B. en W. behandeld. De raad stelt het iu hauden van B. en W. ter onderzoek. 11. De maandstaten der Zeegras-Exploi tatie over Sept., Oct. eo Nov. 1901 deze worden ter inzage gelegd. Is aan de orde benoeming gemeente geneesheer, wegecs overlijden van Dr P Maats. Ingekomen waren 2 sollicitatiën en wel van de heeren J. de Jong en C. Schagen. Vra?gt den raadsleden, of zij nu tijdelijk of definitief een dokter benoemen wilden. Besloten wordt, definitief te benoemen. Vóór hiertoe wordt over. gegaan, gaat de raad in comité. Na opening wordt besloten, uit de twee candidaten een keuze te doeo. Het tracte ment bedraagt f 300.--. Hiervoor is de nieuwbenoemde verplicht, de doodschouw, vaccinatie en revaccmatie te verrichten, terwijl hg ook moet optreden als school- dokter, om ingevolge de Leerplichtwet, aan de hoofden der echolen een genees kundige verklaring der schooltoestanden te geven. Tot stemming overgaande, wordt met algemeene stemmen benoemd de heer Schagen, arts te Amsterdam, met mgaug van 1 Januari 1902. De rondvraag niets opleverende, sluit J n i j 11 1 w I/O lu au IO WoJLllUIIt de Voorz. onder dankbetuiging voor de trouwd 6n heeft kinderen die moeten leeren de laatste met kennisgeving. Na opening der vergadering volgt lez en goedkeuring der notulen. 8 Voorz. doet mededeeiing, dat op 28 Dec ji kasverificatie is gehouden en in kas w» en moest zijn f 675.75. au de Holl. IJzeren Spoorweg-ma» schappij was een schrijven ingekomen, yA niet tot demping van den spoorput ko worden overgegaan, met het oog 0p y' zware kosten. Van Ged. St. was een schrijven ingt komen betreffende de verordening regc]ende de jaarwedden der onderwijzers. Ged St. konden zich met een aan van salaris van f 550 vereenigen, mits na 10 dienstd. jaren f 650 tractement werd geven en vervolgens voor elke 5 dienstl jaren f 50 verhooging. B. en W. stellen voor aan het verlangen te voldoen. De tractementen van de heeren Raap, P. Visser en De Boer zullen dan respectievelijk bedragen 1850, 650 en f 750, Dat zijn de heeren die van de regeling zooals Ged. St. voorstellen, zullen profiteeren wat een onkosten van f 125 voor de gemeen te met zich zal me.êbrengen. De heer Rezelman komt terug op zijn oude bezwaar het weinige verschil tusschen de tlactementen van de hoofden van scholen en die der onderwijzers. Spr. wil wel zijn stem aan dit voorstel van Ged. Statieu geven, mits ook de hoofden na een 10-jarig verblijf f 100.verhooging krijgen iu plaats van f 50.dan zouden de onder wijzers en de hoofden op een zeltde manier worden behandeld. Voorz. wijst er op, dat mijnheer Raap meer dan 10 dienstjaren heeft, dus f 650.— geniet daarvoor; dan heeft hij hoofdacte, wordt f 750.is plaatsvervangend hoofd, wordt f 850.dat noemt spr. een tracte ment dat den heer Raap toekomt. Een hoofd der school heeft f 1000.vrije, woning f 150.—, tuin f50.—, is f 1200.—, dus is het verschil nog groot genoeg. De heer RezelmaD merkt op, dat het tractement van den heer Raap niet zoo blyitmet meer dan 20 dienstjaren wordt ziin tractement f 950.— en als hij trouwt wordt het f 1000.en het tractement van een hoofd der school bljjft hetzellde, dus is het verschil klein. Ja, als bijv. mynheer Van den Berg bedankt en een nieuw hoofd wordt aangesteld, daa zal die bijna precies hetzelfde verdienen als de heer Raap, ten minste de eerste 10 jaar. En daarom wil spr. na 10 jaar ook voor de hoofden f 100 verhooging. De heer Van Wyk wijst er op, dat het de bedoeling van den wetgever is geweest de tractementen van onderwijzers, die reeds zoo lang aan een school hebben gestaan, te verhoogen, opdat die menschen ook eens kunnen trouwen. Dat bet tractement tus schen een hoofd der school en een ondor- svjjzer met verplichte hoofdacte en. veel dienstjaren niet zooveel verschilt, acht spr. niet erg. Die onderwijzer kan zijn een goed onderwijzer en dezelfde capaciteiten bezitten als het De heer Rez«j,S öordeelt, dat het toch nog te betwijfelen zal zijn of die onderwijzer wel geschikt zou zijn om nis hoofd op te treden, 't Zou best kunnen zjjn dat we een dergelijk onderwijzer voor hoofd niet zouden willen hebben. Zeker, zegt de heer Van Wijk, ik ben het met u eens; er kan een onderwijzer met veel dienstjaren zijn, die een lor var» een onderwijzer is, en daarna acht ik het niet heelemaal goed, dat de wet geheel volgens de dienstjaren de tractementen regelt. Maar als hy toch de capariteitei. bezit, vind ik het goed, dat het verschil tusschen hem en een hoofd der school niet zoo groot ishij staat dan bepaald niet zooveel beneden dat hoofd. De heer Rezelman acht voor een hoofd der school die 10 jaar in de gemeente is, een verhooging van f 50 toch al bitter weinig en bovendien de verantwoording van een hoofd der school is toch veel grooter. De heer De Graaf zou gaarne zien dat f 50 werd toegekend voor acte taal, aan hoofden van scholen. De heer Van Wijk meent dat dit be paald moet worden als er een vacante plaats is. Het voorstel van den heer Rezelman om ook de hoofden van scholen f 100 ver- hooging te geven na 10 dienstjarei wordt verworpen met 3 tegen 6 stemmen. Vóórde heeren Bakker, v. Mullem en Rezelrffhn. De heer Van Mullem vindt het niet aangenaam, dat de Ged. St. dit voor schrijven, en is nu juist niet van plan dat voorschritt op te volgen. De heer Rezelman acht het geen bezwaar na 10 dienstjaren f 100 verhooging te geven aan de onderwijzers als men na 15 jaar dan maar niet verder gaat dan f700. De heer Van Wijk acht het juist noodig na 15 dienstjaren een onderwijzer verhoo ging te geven. De man is wellicht ge- medewerking, en met de hoop, dat de nieuwbenoemde dokter voor Wieringen uitstekend zijn mag, de vergadering en wenschte'den leden een gelukkig Nieuw jaar toe. In het kerkgebouw te DIRKS- en dan kan hjj een goed tractement best gebruiken. De heer Rezelman wyst er op, dat als de onderwijzer capaciteiten heeft, hij de hoofd acte in al die jaren gemakkelijk heeft kun nen halen en dus f 100 verhooging daar- HORN zal den Ben Januari ongeveer half vier I-" J het jaarlijksche fee6t met de kinderen, die de Zondagsschool bezoeken, worden gevierd, voorafgegaan door eene godsdienstoefening, aanvangende 'snam. 2 uur. Ds. A. L. Th. van der Ven te HELDER heeft bedankt voor het beroep naar Koog aan de Zaan. Uitslag bestuursverkiezing voor den Polder VALKOOG, Zaterdag j.l.: Aftredende leden waren de heeren K. Slot Sr. als lid van 't Dagelijksch bestuur, en J. Groet als Hoofdingeland; beiden herkozen. De vacature van hoofdingeland, ontstaan door de benoeming van den heer J. Groen veld tot lid van 't Dagel. bestuur, is vervuld geworden door de benoeming van den heer D. Kuiper te Groenveld. Vergadering van den Raad der gemeente ANNA PAULOWNA, gehouden op Dinsdag 31 December 1901, des morgens te 10 ure. Voorz. de heer J. Jelles, Burgemeester. Afwezig de heeren Stammes en Metselaar, genieten voor krygt; dan f50 voor huur, dus zal't tractement dan eveoeens wel voldoende zijn. Heeft hij de capaciteiten niet om de hoofdacte te halen, dan acht spr. het ook niet noodig dien minder-goede zooveel moei te betalen. De voorzitter wijst er op dat de wet be slist spreekt van 20 dienstjaren. De heer v. Wyk wijst er op, dat Ged. St. met de regeling van den heer Rezel man geen vrede zullen hebben, ze willen bepaald meer dan het minimum. De heer Rezelman meent, dat volgens zijn regeling gegeven wordt, wat de wet voorschrijft, f 700.en of dat nu na 15 jaar gebeurt, inplaats van na 20 jaar, dat zal toch geen bezwaar zyn. De Voorz. wijst er op, dat de hoofden van scholen ook boven het minimum gaan waarom dan de onderwijzers niet De heer Van Mullem informeert, of de kinderen van onderwijzers gratis onderwys

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1902 | | pagina 4