tweede blad. Zondag 28 September 11XJ2. 46ste Jaargang No. 37 TO. beroep der Bóeren-Generaals op de beschaafde wereld. NA DEN STRIJD. DE MAAN WEG ER. FEUILLETON. DRAAIT. —o— o—o—o— get tal der •wereld nog versch in het hengen zijn, hoe de Boeren na een hangen triid voor hunne onafhankelijkheid van leer dan twee-en-een-half jaar, eindelijk „enoodzaakt zijn geworden de terinen van iverzave, hun door de Kegeering van Zijne gritsche Majesteit, Koning Eduard VII, voorgelegd, door middel van hunne afgevaar digden te Vereeniging aan te nemen. -rrmrA viq door die afgevaar- besteed worden om in de behoeften van de personen, voor wie hetzelve verzameld wordt, nu en in de toekomst te voorzien. Wij verzoeken vriendelijk de hartelijke samenwerking van de bestaande comités in de verschillende landen van Europa en Ame rika, en staan nu op het punt die landen beurtelings een bezoek te brengen, ten einde de zaak behoorlijk te organiseeren. LOUIS BOTHA. C. R. DE WET. J. H. DE LA REY. Grooter verrassing op politiek gebied, waar Gelijktijdig werd ons dieden opgedragen ons naar Engeland te begeven, ten einde in de eerste plaats een beroep op onze nieuwe regeering te doen om de ontzaglijko ellende, die door de lengte en breedte der nieuwe Kolonies heerscht, te ver zachten. Slaagden wij hierin niet, dan zouden wij een beroep voor liefdadige bijdragen op de menschelijkheid van de beschaafde wereld Daar wij er tot dusverre niet in geslaagd zijn. de Engelsche Regeering te bewegen ons volk verder behulpzaam te zijn, en de nood onbeschrijflijk hoog is, blijft er voor ons niets over dan ons te wenden naar de volkeren van Europa en Amerika. In de hachelijke dagen, die wij doorworstel den, was het ons en den onzen zoet, gedurig blijken van sympathie uit alle oorden te ontvangen. De geldelijke en andere onder steuningen aan onze vrouwen en kinderen in de concentratiekampen, en aan de krijgs gevangenen in alle dealen der aarde, droegen oneindig veel bij om het lot van die arme ongelnkkigen te verlichten, en wij nemen deze gelegenheid te baat, om namens het volk van de gewezen Republieken, onzen innigen dank te betuigen aan allen, die ons in het verleden liefdadiglijk hebben ondersteund. Het Boeren- volkje kan nimmer de hulp vergeten, die hetzelve bewezen werd in de donkere uren van zijne beproeving. Het volk van de twee Republieken had alles veil voor zijne onafhankelijkheid, en nu de worstelstrijd voorbij is, staat het totaal geruïneerd. Hoewel wij niet de gelegenheid hadden een nauwkeurigen staat op te maken van de verwoesting, aangericht in de twee Republieken, zijn wij op grond van onze persoonlijke kennis overtuigd, dat er minstens dertig duizend huizen op de boerenplaatsen en bovendien tal van dorpen door de Britten gedurende den oorlog verbrand of vernield zijn. Onze woningen met de meubelen zijn ver brand of vernield, onze boomgaarden neer geveld, alle landbouwgereedschappen stuk geslagen, molens vernietigd, elk levend dier is weggevoerd of gedood niets bleef ons, helaas over. Het land is eene woestenij. Ook heeft de oorlog vele slachtoffers geëischt en het land weergalmt van het geween der hulpelooze weduwen en weezen. Bovendien behoeft niet te worden herinnerd, hoeveel in de toekomst voor de opvoeding van de kinderen onzer burgers zal noodig zijn. In dezen grooten nood wenden wij ons nu tot de wereld, met het verzoek om door lief dadige bijdragen onzen weduwen en weezen, onzen verminkten en anderen nooddruftigen te hulp te komen, en onze kinderen behoorlijk te doen onderwijzen. Wij wijzen op de verschrikkelijke gevolgen van den oorlog, om onze groot behoefte ter kennis van de wereld te brengen en geens zins om de gemoederen opnieuw gaande te maken. Het zwaard rust nu in de scheede en alle geschillen zwijgen in tegenwoordig heid van zoo groote ellende. De schade, door den oorlog berokkend, is onbeschrijflijk groot, zoodat het kleine bedrag, dat Engeland, volgens de termen van over gave, zal schenken, zelfs indien tienmaal ver menigvuldigd, geheel en ai ontoereikend zal zijn om ook maar de oorlogsverliezen te dekken. De weduwen en weezen, de verminkten en nooddruftigen, en onze kinderen, voor wie alleen wij dit beroep doen, zullen dus daaruit weinig en in de meeste gevallen niets trek ken. Alle bijdragen zullen gestort worden in een fonds, genaamd „Het Generale Boeren- Hulp -Fonds en dit fonds zal uitsluitend -o—o— was wel niet denkbaar verrassingen toch waarlijk niet "ongewoon zijn, dan die de stem bus van Amsterdam IX heeft opgeleverd. De sociaal-democraten waren na de eerste stemming zeker van de overwinning. Troel stra in herstemming met den anti-revolution- nairen Bijleveld, die niet eens in het district populair was; de socialist, die kon verwach ten den steun van de geheele linkerzijde, tegen over den ministeriëelen candidaatwie kon twijfelen aan den uitslag Toch werden in de laatste dagen eigenaar dige teekenen zichtbaar, die twijfel wekten. Niet, dat er iets haperde aan de krachtige medewerking van de vrijzinnig-democraten, die hun leuze„voor het algemeen kiesrecht" hebben gehandhaafd ook onder moeilijke omstandigheden. Want moeilijk is het, den dag nadat een felle strijd heeft gewoed, te moeten vergeten alle scherpe, vaak onedele aanvallen, als waaraan de candidatuur van Gerritsen had blootgestaan van socialistische zijde, om toch als één man op te trekken voor den minder gewenschten candidaat, alleen wül hij in de herstemming de drager was van de democra tische denkbeelden. Toch hebben de vrijzinnig-democraten geen oogenblik geaarzeld en terecht wordt in een hoofdartikel van „Het Volk" als de groote winst uit den strijd opgedaan, gezegd „Wij konstateeren dus, dat de vrijzinnig- democraten zich reeds bij deze eerste gelegenheid trouwe bondgenooten in den strijd voor het algemeen kiesrecht hebben getoond". Inderdaad, een erkenning van de zijde der sociaal-democratische hoofdmannen, van be- teekenis, waar zij nooit ophouden hunne de mocratische tegenstanders half heid te verwijten. Neen, wat de uitkomst van den strijd twij felachtig maakte, dat was de houding van de Amsterdamsche liberalen, het „Handels blad" voorop. Het is een eigenaardig stelletje, die liberalen uit het Amsterdamsche negende district. Kregen zij niet den raad van hun centraal bestuur, om toch Heldt tot candidaat;te nemen, den werkmans afgevaardigde, die zoo jaren lang steeds naar zijne krachten en inzichten voor het arbeidende volk en de democratie had gestreden Den man, dien nog het vorige jaar de liberalen in Amsterdam tot candidaat hadden gesteld en wiens vrijzinnig- democratische overtuigingen toen geen be letsel waren De vrijzinnig-democraten hadden zich reeds bereid verklaard onmiddellijk Heldt over te nemen en daardoor zou diens keuze zijn verzekerd en de anti-revolutionnair zjjn geweerd. Maar neen, dat was den heeren liberalen te bar. Een vrijzinnig-democraat steunen, dat nooit Door liever Pierson, wiens denkbeelden overeenkwamen met misschien tien procent van de kiezers in dat district en gehoopt op een gelukkig toeval om bij een herstemming den candidaat met medewerking van andere partijen er door te halen. Natuurlijk konden de vrijzinnig-democraten daarmede geen vrede hebben en streden zij met hun eigen candidaat Gerritsen, die twee honderd stemmen meer behaalde dan zijn meer conservatieven mededinger. Op wie rust nu de schuld, wanneer dat district, dat Tak van Poortvliet, Kerdijk en Lely heelt afgevaardigd, thans een ami-revolu- tionnair naar de Kamer stuurt Op de liberalen, en geen anderen, op de mannen, die niet inzien de juistheid van het woord, dat Troel stra hun heeft toegeworpenhet liberalisme zal democratisch zijn, of het zal niet zijn. Het liberalisme wilde niet democratisch zijn, liever offerde het zich in Amsterdam geheel op en versmolt in de groote anti- revolutionnaire, katholieke, christelijk-histo- rische combinatie. Het „Handelsblad" had den moed, al zijn scherpe anti-clerioale aansporingen in te trekken en ging aanbevelen Bijleveld als een „christelijk vrijzinnige." Zoo krijgen wij langzamerhand nog „socia listische liberalen" of „katholieke calvi nisten", al naar het te pas komt. In werkelijk heid geeft het „Handelsblad" de vrees weer van de groote burgerij voor het verlies van het laatste restantje politieken invloed, dat een verdere uitbreiding van het kiesrecht medebrengt. Of de vrijzinnige denkbeelden door deze onvrijzinnige vrees voor den volksinvloed schade lijden, maakt minder uit. Welnu, het „Handelsblad" en zijne volgelingen onder de liberale Amsterdammers hebben overwonnen, de democratie is neer geworpen in een democratisch district door de nederlaag van Gerritsen en Troelstra. Er bestaat geen reden, door den uitslag ontmoedigd te zijn. Indien iets met den dag toch duidelijker aaD het licht komt, dan is het, dat dit ver bond van anti-revolutionnairen, katholieken en christelijk-historischen, vooral wanneer zich toon te spreken. Van de maan weet je even veel of even weinig als ik. Maar mijn gezond verstandja, ventje, dat verstand waar aan jjj het te danken hebt, dat je de zoon bent van den eersten kruidenier in de stad mijn gezond verstand zegt me, dat ze de maan niet knnnen wegen En ik zeg, dat ze het gedaan hebben. We kunnen alles wegen, de maan, de aarde, ja de zon zelfs, alles, hoort u. Kind, kind, wat draaf je door, klaagt moeder. Wil toch niet altijd wijzer zijn dan je vader. Och vrouw, antwoord hem maar niet. 't Is een pedante, koppige kwajongen. Ik zal straks eens méégaan, naar school om te hooren of ze hem daar werkelijk dien onzin leeren. Best, zegt Piet. Een oogenblik van stiltedaarop valt het hooge stemmetje van Marie in Piet kan toch wel gelijk hebben. Toen hij verleden jaar vertelde, dat we van binnen precies op varkens lijken, is n ook zoo boos geworden, en nu hebben wij het toch geleerd. Wij.... Jullie hebt verder te zwijgen. Jullie lijkt van binnen en van buiten op menschen, daar hebben je vader en je moeder voor In plaats van die malle praatjes te rondwentelen. Ook had hij een flauwe voorstelling ge kregen van de wijze, waarop men het gewicht dier hemellichamen had berekend. Het was dus geen sprookje, dat men zon en maan kon meten en wegen. „We kunnen het op een aantal manieren doen," had de leeraar gezegd, en daar alle manieren dezelfde uit komst geven, zijn we zeker, ons niet vergist te hebben. Het gewicht van de maan bij voorbeeld is te bepalen door middel van de aantrekkende kracht, die zij op den aardbol oefent en die zich o. a. openbaart in eb en vloed. Hoeveel dat gewicht bedraagt Twee en-zeventig-duizend, vijf honderd trillioen kilogrammen." De leeraar had dat getal voor den verbaasden kruidenier moeten opschrijven 72500.000.000.000.000.000.000. „Hemelsche goedheid," had hg uitgeroepen, „725 met twintig nullen er achter. Ik had niet gedacht, dat er zulke groote getallen bestonden. Die milliardcn van den Fransch-Duitschen oorlog heb ik altijd voor het laatste woord gehouden in de cijferkunst." Toen de docent daarop lachend opmerkte, dat het gewicht van de maan eigenlijk nog maar een peulschilletje was en dat de zon twee qnintillioen kilogram woog, bracht de kruidenier de handen voor de ooren met den uitroep „maakt u me nou maar niet wijzer, twintig nullen zijn voor een man als ik ai gworg&^V.H iovrtju ,wl„ verkoopen, moesten jullie beiden liever door daarbij nog voegen conservatieve liberalen, fatsoen en eerbied toonen, dat je ons daarvoor mooi genoeg! niet houdbaar is. dankbaar bent. Ik begin te gelooven datje; jn den winkel teruggekomen, had de kruide- Elke stap, dien deze regeering zal moeten moeder geljjk had toen ze niet wilde, dat ik njer dadelijk een paar kaasjes genomen en ze doen op het gebied der sociale wetgeving, zal jullie naar die nieuwerwetsche school stuurde, neergelegd zooals hij de bollen in het natuur- dit te duidelijker aan het licht doen tredeni kundig kabinet had zien staan. Met krijt Het is onmogelijk, de menschen in het Een uur na dit gesprek wandelt onze j,a(j hij een paar cirkels en een „ei" (ellips) land langer dan een paar jaar aan den praat kruidenier van de Hoogere Burgerschool naar getrokken, die de banen der hemellichamen te honden met allerlei wetten, waar alle huis. Zijn stemming is volkomen veranderd. moesten voorstellen. Toen de slager van den MB Hij heeft een anderen blik gekregen op de dingen en ook op zijn zoon. Het spijt hem, dat het nog dag is, dat hij de maan nog niet kan zien. Hij is overtuigd, dat ze er anders moet uitzien, nu hij weet wat ze eigenlijk is: eene dood bol vol bergen en kraters. Wat had die knappe, jonge leeraar hem dat gauw en netjes uitgelegd. „Uw zoon heeft volkomen gelijk, had hij gezegd, maar die jongens brengen hun kennis soms zoo raar te pas. U moet maar wat geduld met hem hebben. Wanneer wij hun de wonderen der natuur verklaren, maakt hen dat in den beginne altijd ietwat pedant. Ze verbeelden zich, geloof ik, zoo'n beetje, al dat moois zelf ontdekt te hebben en kijken uit de hoogte neer op anderen, die het niet weten. Maar later, als ze inzien hoe ze al hun weten dan ken aan de kunde en toewijding van onze groote voorgangers, worden ze bescheidener. Geen wetenschap trouwens is in staat ons zóó klein te stemmen als de sterrekunde. We krijgen zoo'n ander denkbeeld van ons bestaan, als wij weten, dat de aarde niet het middel- punt is van het heelai, maar slechts een I jjad aangepakt. Daarom gooide hij het over partijen kunnen samenwerken, zooals de administratieve rechtspraak, het vakonder wijs, enz. Men wil iets anders, men verwacht iets anders in de katholieke en anti-revolutionnaire arbeiders- en kleine burgerkringen. Zoodra hunne belangen moeten behartigd worden, is het mis. Dan staan de mannen als Talma, Van Vliet, Staalman en de velen, die dezen in het land achter zich hebben onder de kleine luyden, veel dichter bij de democraten van andere groepen dan bij hunne eigen meer derheidspartijen Dan wordt de scheiding dieper, die zich langzamerhand begint af te teekenende scheiding tusschen de democraten en de conservatieven, tusschen de duwors en de remmers van de arbeidswetgeving. Die scheiding nog eens te hebben aange duid, is het werk geweest van de liberalen uit het Amsterdamsche kiesdistrict met het „Handelsblad" aan 't hoofd. De tijd zal komen dat hun wapen zich tegen de conser vatieven in het algemeen zal keeren, maar tegen de conservatieven in het liberale kamp in de allereerste plaats. Aan de democratie in de verschillende partijgroepen behoort de toekomst. overkant even binnenliep, om een pijp drop te koopen voor zijn hoestend kind. had hij, met een zegevierenden glimlach, op zijn astro nomisch kunststuk gewezen met de vraag wat denk je wel, dat dit is Wel, drie kaasjes, natuurlijk. Mis man, dat zijn de hemellichamen, die groote is de zon, de tweede is de aarde en die kleine hier, vlak bij de aarde, dat is de maan. En dat draait alles door elkaar langs die lijnen Zeg eens, buurman, is je vrouw jarig, of heb je soms de honderdduizend getrokken? Hoe kom je zoo vroeg aan den borrel Aan den borrel aan de wetenschap vrind. Nou, geef je drop maar, die is beter dan je wetenschap. Ik zeg, 't is borrelpraat, dien je uitkraamt. Borrelpraat, omdat jouw domme kop dat niet snappen kan. Ruk jij maar uit, dieren beul, m'n drop krijg je niet. Wat 'n stumpert, dacht de kruidenier; maar hij voelde toch, dat hij het verkeerd 't Gebeurde aan de ontbijttafel van een gegoeden kruidenier in een groote provincie stad, dat een onschuldig Edammer-kaasje aanleiding gaf tot een zeurig twistgesprek j tusschen man en vrouw over het afwegen van kaas. Piet, de zestienjarige zoon, tracht eindelijk j met een grapje het gesprek een andere rich- i ting te geven en zegtWat maakt u zich I toch druk over het wegen van kaasjes we kunnen tegenwoordig den hemelkaas wel wegen. Hemelkaas wat is dat nu voor onzin, bromt de kruidenier. Ik bedoel de maan, zegt Piet, die hebben we verleden week op school gewogen. Hoor eens jongen zegt de kruidenier, die de wijsneuzigheid van zjjn zoon niet zetten kan ik heb je al meer gezegd, dat je je ouders niet behandelen moet als je kameraden. Als wij verstandig spreken, komen zulke grappen niet te pas. Maar juist ik spreek verstandig, ant woordt de hoogereburgerscholier ietwat krege lig. Ik kan het toch niet helpen, dat u niet begrijpt, dat men de maan kan wegen u weet misschien niet eens, wat de maan is! Hoor eens, Piet, ik verbied je op dien stofdeeltje, zwevend door de oneindige ruimte. Een stofdeeltje, dat trouwens het eerbied waardige gewicht heeft van bijna zes qua- drillioen kilogram. Ja, meneer, u kijkt me onge- loovig aan, maar heusch, alies is maar betrek kelijk in de natuur, groot en klein, beweging en rust. 't Is maar de kwestie, van welk stand punt je het beschouwt. Heeft u wel eens gereisd Naar Amsterdam. Nu, dat is al een heel eind, niet waar, honderd kilo meters. En toch is het niets in vergelijking met h6tgeen u dagelijks onbewust aflegt. Ja u, meneer, u is een luchtreiziger en een vorstelijk reiziger in zijn soort. U heeft zeker de vorsten wel eens benijd, die in hun eigen salonwagen door Europa trekken. Maar u een anderen boeg, toen het dienstmeisje van den pastoor binnentrad. Mooi weertje, Mietje, zei hij met zijn vriendelijkste stem, mag je van avond uit, kind, dan tref je het met de volle maan. Nou, op die ma au ben ik niet zoo ge steld, hoor. Die gluuit me te veel.... O, als dat je angst is, kan ik je gerust stellen. De maan kijkt evenmin naar je, als die kaas daar. Al lijkt het*zoo. De maan is een dooie hemelbol. Wat je voor oogen houdt, zijn uitgebrande kraters, en de neus is een hooge berg. Lieve hemel, maar ik wist niet dat je zoo knap was. Je weet er nog meer van dan heeroom. Dat zou 'k meenen. Ik weet nog veel heeft het veel mooier: u reist in uw eigen meer, meer dan ik jou kan uitleggen°Hier, huis, en uw stad, uw land, uw familie, vrien- neem eens zoo'n ulevelletje in je mond dat den en klanten, ja zelfs de lucht die u inademt, is lekker hè? ik kan de maan wegen. Ja reizen meê. En dat met een vaart, waarbij waarachtig, 't is waar hoor, ik ken het ge- een koninklijke sneltrein een schildpad gelijkt, wicht van de maan even goed als dat van Zonder schok of stoot vliegt n 29.500 meters j mijn kaasjes. Hier, lees maar eens, 'k zal in de seconde vooruit. U legt dus 930 milli- oen kilometers per jaar af. En wat kost u dat Niets. U reist par droit de naissance, uit recht van geboorte. Ieder onzer krijgt bij zijn geboorte gratis een rondreis- biljet, waarvan hij zoo lang kan genieten als hij leeft." Zoo had de jonge docent gesproken. Hij had den ouden heer meêgenomen naar het natuurkundig kabinet en hem daar op platen maar eens, het voor je uitsprekenTwee-en-zeventig duizend vijf-honderd trillioen kilogrammen Mensch, wat zeg je 1 Hoor eens, u zal uw langsten tijd wel achter de toonbank gestaan hebben. Als 't bekend wordt dat u de maan heeft gewogen, maken ze u profes- ser Dag kruidenier Dag beste meid, zal je vanavond eens naar mijn maantje kijken De barbier, die juist het laatste gedeelte en door toestellen de dingen duidelijk gemaakt, van 't gesprek hoorde, ziet zijn vriend den Itlinbfnd JpUtaal. Door OTTO ELSNER. o-o-o 34. Misschien zon de bestaande toestand nog een geduchten tijd hebben voortgeduurd, wanneer niet een gebeurtenis had plaats ge grepen, die den notaris met één ruk uit zyt verliefde droomen wekte. flilde en Axel waren met hun samen komsten steeds zeer voorzichtig. Elke om standigheid, die hen zou kunnen verraden, werd overwogen. Meestal ontmoetten zij e'Wr op een eenzame rots, die in zee te tak. Daar bevonden zij zich dan op een P'aats, vanwaar ze uitstekend konden zien er ook iemand kwam. 01 ze reisden met het spoor eenige mijlen ver weg. Maar er was geen geluk bij dit allee bet was niet die zalige, rijke liefde, welke «ertijd3 hun harten vervulde, toen zij eerste verloving sloten. Een diefstal ï*8 het, een eeuwigdurend bedriegen. <echts zoolang ze bij elkander waren, in 6 korte oogenblikken van een roes, geno- de"1 16 V0' 8eluk. Maar nauwelijks had ji 26 e-fscheid van elkaar genomen of t ere gedachten trokken hunne hooiden a,0-j6?..,en hun ellendig leven trad in alle gelijkheid weer voor hen op. Ij, waagde het thuis niet, zijn moeder - zien_ A)s - - -- oogen te zien. Als een misdadige hy*'e^ eaast het meisje, tegenover wie tuur, eiken dag op laaghartige wijze zijn trouw brak. Bijna nog meer leed Hilde onder deze verhouding. Steeds onrustiger werd haar oog, steeds grooter de zenuwachtigheid, welke haar beving zoodra ze zich geborgen wist voor anderer oog. De slaap wilde zich nog nauwelijks over haar ontlermenvoor den nacht had ze een vrees, alsof er spoken in het oude slot rondwaarden. De bedienden kregen bevel, een gansche rij kamers te ver lichten slechts zóó was het Hilde mogelijk zich eenige uren rust te verschaffen. Maar zelfs dan spookten wilde droomen haar door het hoofd en zelfs had men eenige malen dui delijk een angstigen kreet vernomen een kreet, die hun, die het vernamen, door merg en been drong. De menschen schudden het hoofd. Zij wisten niet, hoe zjj zich den toestand moesten denken. Notaris Gelzinger had een i uitgebreide cliöntèle. Aan het gansche Oostzeestrand werd hij, zoodra er van eenige belangrijke zaak sprake was, geroepen. En het toeval deed, zooals reeds zoo dikwijls was geschied, ook nu eengrilligen greep? Een landgoed- bezitter, die met den notaris over een zaakje kwam te spreken, zat op een goeden dag bij hem aan een glas witten wjjn. Zij babbelden over alles en nog wat. De cliënt begon ook te praten over den dood van den graaf en over de mooie weduwe. Bij die gelegenheid vei telde hij dan ook, dat bij de gravin verscheidene malen in gezelschap had gezien van een jongen man. Notaris Gelzinger vertrouwde zijne ooren niet. „Blijkbaar zijn ze met elkaar verloofd Men kan dat opmaken uit de heele manier, waarop ze met elkaar omgaan. Nu, men kan het zich ook best voorstellen, dat ze de rest van haar leven niet alleen wil blijven. Het is taktvol van haar, dat ze deze verhouding nog geheim houdt en den menschen geen stof tot praatjes wil geven." „En de jonge man kent u dien mis schien vroeg de notaris, met de tanden stijf op elkaar geklemd. „Neen ik heb hem nooit goed gezien Maar flink en mooi is hij, een slanke, voor name verschijning, hij past uitstekend bij haar. Ik bleef vaak staan en keek hen lang na. Het is het mooiste paar, dat ik in mijn leven heb gezien Notaris Gelzinger brak het gesprek zoo spoedig mogelijk af. Naar adem snakkend, snuivend, kuchend, liep hij de kamer op en neer. Dan liet hij terstond inspannen en ging op weg naar het slot Everest. „Sneller!" riep hij den koetsier toe. „Maak wat voortHebben de paarden lood in de beenen Dan verviel hij weer in diep gepeins. Zoo dadelijk dat bij de kamer binnentrad, bemerkte Hilde, dat de bijl gevallen was en dat het oogenblik, waarvoor ze zoo bevreesd was geweest, nu was aangebroken. „Ge hebt me bedrogen 1" brulde notaris Gelzinger, terwijl zijn trekken door woede waren verwrongen „Als een groote gek heb ik me gedragen Ik weet alles Gelcof maar niet, dat ik het nog probeeren zal, je tot andere gedechten te brengen. Alles wat je bent, dat je hier op het slot Everest als meesteres hebt te bevelen, dat heb je aan mij te danken,alleen aan mij.slechts aan mij. Wanneer het volgens den wil van den graaf was gegaan, dan was je De kruidenier had de aarde om de zon, en de maan om de aarde zien draaien. Hij begreep nu, dat de dagelijksche beweging van de zon slechts schijn was en dat niet zij, maar wij nu de ellendigste bedelares, weggejaagd in dezelfde naakte armoede als waaruit hij je heeft opgeraapt en wat je verdient. Maar pas op ge zult van dezen ontzaglijken rijkdom niet zoo heel lang meer genot hebben. Van dit oogenblik af beo ik je vijand, je doodsvijand, die er slechts aan denkt, zich op jou te wreken. Ik deins voor geen middel terug en ik zal zege vieren." Zij keek hem kalm aan, van het hoofd tot de voeten. „Ellendige dwaas hebt ge geloofd, dat ik mijn leven aan dat van jou zou smeden Reeds voor deze aanmatiging verdien je de straf, die je nu treft. En je maakt mij nog verwijten, dat ik dezen weg insloeg, om mij aan jou te onttrekken List tegen list, middelen tegen middelenJe gansche zorg voor mijn gestorven echt genoot heelt alleen de bedoeling gehad, zijn vrouw en zjjn vermogen te vermees teren. Maar geloott ge wel, dat ik niet de 1 minste vrees voor je heb Ik wist, dat dit uur zou komen ik ben gewapend Ga nu je gang en neem je toevlucht tot leugen en lasterwant dat zijn de middelen waarmede ge het liefst strijdtzet maar je gevaarlijksten pjjl op je boog. Ik zal hem opvangen, hij wordt teruggezonden en zal ongetwijleld treffen hem, die hem op mij heeft afgeschoten." De gedwongen kalmte had haar ver laten haar oogen vlamden, haar stem beefde. „Die andere", kucht.e hij „zijn naamwilt ge mij ten minste zijn naam noemen Zij hief haar rechterarm op met gebie- ,<lend gebaar: kruidenier lachend aan en zegt plechtig „Meester maanweger, mag ik uw edelen scheren en dan op zijn gewonen toon „Wat sta je dat kind daar toch te beheksen?" „Er uit!" En toen hjj nog aarzelde, herhaalde zij met sterke stem „Er uit I zeg ik en laat je hier niet weer zien. Anders laat ik je als een dollen hond dit huis uitjagen." „Ik gal" mompelde hjj, „maar ik kom terug." Hilde zonk doodmoe op haar knieën. „De steen is aan het rollen", fluisterde ze „Ik zie hem naderkomen, in razen de vaart, alles verbrijzelend wat in zjjn weg staatWellicht treft hjj mjjzelf en mijn ellendig leven is voorbjj." Zij had zich niet vergist. Reeds den volgenden dag werd haar bewezen, dat de notaris zijn tijd niet werkeloos liet voorbijgaan Hij opende den strqd met allerlei kleine plagerijen, waartoe de zakelijke verhouding, die tusschen hem en het slot natuurlek nog bestond hem alle gelegenheid bood. Nu liet hij akten halen, dan weer verlangde hij oogenblik- kelijke betaling van de kosten. Hier was een contract niet in orde, daar was een pachter niet op zgn tijd met betalen ge weest. Hij, die er steeds op bedacht was geweest de pachten zoo hoog mogelijk op te voeren, om zoodoende zijn eigen en der landheeren zakken te vullen, gevoelde zich nu, als edele menscbenvriend, op eenmaal geroepen, voor de arme drommels op te komen. „Wanneer hij verder maar niets voor heeft", zeide Hilde tot zich/elven in banrren twijfel. Daar dook een gerucht op. Vanwaar het gekomen was, wist niemand. Het werd dan ook met de grootst mogelgke snelheid verbreid. Men fluisterde bet eikaar toe, I men zeide het hardop, men schreeuwde

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1902 | | pagina 7