f om Bijenteelt Huishoudster. WINKEL, IfflWil Dienstbode, Dienstbode, Boerenknecht, Paviijoeosnlinii, l£ lUlhnrn, w II mshoudstery ADVERTENTIE N. F. August Kslting Zonüaï ^3 en Dlnsflaj 2S Nov. 1002. Politieke Moraliteit en Simon Geel Guurtje Zwarl Ij Simon Sz. Moslert i Aritje Smit Jj H. van Twuiver N. Bij post Gevraagd, een Hoog; Loon. Uit de hand te koop- met Arbeiderswoning Wei- en Bouwland, Uit de hand te koop: Er biedt zich aan TE KOOP: tweetal tooneelstttkje* Zondags vrij besloten bal. De Officier deed nog een boekje van d'r open Ofschoon uit een lataoenlijk gezin en een fatsoenlijke familie, nam ze het met de eerbaarheid niet zoo nanw als ze wel deed voorkomen, en te Hilversum oefende ze dan ook een zeer oneerbaar beroep uit. Ook zou de scheldnaam „dronken Toontje", dien ze te Hoorn had, wel niet geit* el ongemotiveerd zijn. Wat echter niet weg neemt, dat we den eisch van 3 maanden hecht., in vergelijking met andere straffen bij gelijksoortige ge vallen, zeer hoog vinden. >in de volgende onbeteekenende zaakjes vermelden we slechts de ieiten. Hendrik Keesom van Texel had te Den Burg in de Koogerstraat op lotingsdag 9 October Hermanus Kuiper „op z'n donder geven", omdat deze volgens hem er met een flesch brandewijn vandoor gegaan was. Aangezien Keesom niets bezat en zijn vader (een veehouder) wel, en bij bestraffing met geldboete deze laatste dus, in strijd met de bedoeling der wet, feitelijk gestraft zou wor den, vroeg de 0. v. J., in afwijking van de gewoonte, geen geldboete, maar 5 dagen hecht. Tevens kondigde ZEd. Gestr. aan, dat dit zaakje het eerste was van een serie souvenirs aan de lotingsdagen in Noord-Holland. Frans van Ophem van Wervershoof, Pieter Aker en Simon Boeier van Andijk, die door den Rijksveldwachter Arie Gorter verbaliseerd waren, omdat ze in verboden tijd modderden in een sloot, toebehoorende aan de Banne Andijk, hadden elk f 3.— boete, subs. 2 dagen hecht, tegen zich kunnen hooien eischen, als ze tegenwoordig geweest waren. Filip LodewijkHeil.een kaaskooper vanHaar- lem,had 26 Sept. 11. op de kaasmarkt te Alkmaar zijn collega uit Edam Jan Willem Groot op de keien geknikkerd. Hij erkende 't feit zoo volmondig, dat de getuige Pieter Kooij van de Langereis zonder ook maar een vinger omhoog te hebben ge stoken, naar huis kon gaan. Aan zijn stand en financiëele positie had de heer Heil de nog al hooge eisch van f 25 boete, subs. 5 dagen hecht., te danken. De O. v. J. schijnt weinig ingenomen te zijn met die vechtpartijtjes van kwajongens uit de Streek e. o. Tegen Pieter Degeling althans,een 16-jarigen boerenknecht te Bovenkarspel, naar gissing 1 meter groot, die zoo dapper geweest was om op Zondag 5 October bij de R. C. kerk aldaar, Adrianus Dubink, die zonder reden door meerdere van die „snotapen" tegelijk werd aangegrepen, een prik in den arm te geven met een passerpunt, eischte ZEd.Gestr. 7 dagen hecht. Het volgende zaakje kon nog wel eens een muisje met een staartje zijn. Johannes Martinus Schoon, 37 jaar en koopman te Medemblik, was beschuldigd, dat hij op 6 Oct. 's avonds 11 uur, in de herberg van zijn zuster de wed. Schouten in de Nienw- straat aldaar, den gem.-veldwachter Van Rijn, die al voor den tweeden keer was komen „sluiten", had beleedigd door te zeggen Je hoeft hier niet te komen smoesen, zwijn." De beklaagde ontkende, dat zijn woorden aan den veldwachter gericht waren. Een logé, een varkens-, kalveren- en schapenkoopman van Amsterdam, met wien hij zat te praten, vertelde hem van een slechten jood (Noodt, als minder eerlijk bekend), en op dien sloegen de gesproken woorden „zwijn" en „sch .t- lijster". De bewuste varkenskoopman Marcus Dinsdag was onder het publiek en werd door de rechtbank op verzoek van den beklaagde als getuige a décharge gehoord. Deze, ofschoon een jood, lei den eed af als een christen (hetgeen hem niet geoorloofd is), en bevestigde hetgeen beklaagde had gezegd. Op verzoek van den O. v. J. werd de zaak een week uitgesteld, teneiude alsnog te hooren den verbalisant Van Rijn en zijn collega Wigman, die, op straat staande, de woorden gehoord had. Het zal ons benieuwen, wie hier aan 't rechte touw trekt. Wegens wederspannigheid (op 5 Oct. tegen Muusze, den gem.-veldwachter van Enkhuizen) „gepleegd door meer dan 2 personen in ver- eeniging", werd tegen Beele Smit, Cornelis Rezelman en Christiaan de Vries, de beide eersten visschers, de laatste schildersknecht te Enkhuizen, die geen van allen iets van 't gebeurde meer wisten, omdat volgens hunne verklaring de eersten dronken en de laatste meer dan dronken waren, gev. geëischttegen Smit en De Vries, omdat ze zooiets al meer bij de hand gehad hadden, elk 3 weken, en tegen Rezelman, die de eer nog niet scheen gehad te hebben, 2 weken. Als je nu op den openbaren weg in tegen woordigheid van een heeleboel menschen een politieagent, die van Texel afkomstig is, onder den neus wrijft„vuile Texelaar, leelijke ploert, gemeene flikker, als ik alleen met je was, zou ik het met je probeeren", enz., enz., dan mag je toch zeker gerust tevreden zjjn verwacht, wanneer hg met nog duidelijker kleuren had geschilderd nu vond bij niet dadelijk het beslissende antwoord. Hij opende slechts den mond, hg sloot hem weer, hij wilde iets zeggen, maar hij kon niet. Toen gaf Lena een luiden schreeuw „Papa 1 I Hg is dood 1" En zoo had Schwerin op zijn diploma tieke manier, de treurige waarheid overge bracht. f An het midden van het kleine kerkhof, naast de oude kapel, die sedert honderd jaar niet meer gebruikt werd en waarin de tuinman zijn gereedschap wegborg, stond een bank, waarop Schwerin nu reeds een uur of langer naast Lena zat. Wat hij allemaal in dat uur gezegd had, en hoeveel malen hg getracht had Lena te troosten, hg wist het niet. Een tijdlang had hg slechts gezegd „Lena kleine Lena ja ja, ja." En „De lieve God heeft hem nu bg zich wat ook het beste is hg ziet nu op ons beiden neer, en op jou in 't bijzon der ja, ja En dit en meer dergelgks, wat men in zulke oogenblikken zegt, wanneer men het zekere bewustzgn heeft, dat de andeie niets ziet en hoort en in geen geval je woorden op een goudschaaltje zal wegei Hij was zeer treurig, de oude majoor, en zjjn hart zoo beklemd, dat het hem moeilijk viel adem te halen. Hg begon na een poos ook woorden van practischen troost te sprekendat L-na zich om de toekomst niet behoefde te bekommeren, en dat hij, Schwerin, het als een plicht opvatte, voor Lena te zorgen maar het volgende oogenblik bad ais de O v. .T maar flO boete, subs. 10 d. hecht, tegen je vraagt. Waarschijnlijk zal Jacob de Jong, 23-jarige visscher te DeD Helder, die op 10 October dronken en vol, thuis (Leliestraat no. 1) den boel geweldig opschepte en op 6traat die affaire wenschte voorr te zetten, toen de politie-agent Maarten Eelman hem dit belette, dan ook wel te vreden geweest zijn. Het slot was een „lollig nijstikkie", gele verd door een dameskoor uit den „Doolhof" te Den Helder. Klara Schuitemaker, wed. van Arend Fokke Jansen, en d'r lieftallige dochter Keetje, ge trouwd met J. B. van der Maas, hadden d r even lieve buurvrouwtje Christina van Lier „deres èffetjes op 'er falie gezeite". De heele mooie buurt was er aan te pas gekomen en verscheen dan ook nu en corps als getuigen. Een gesnater als van een koppel kraaien nu eens soli, dan een duetje, waarbij 't koor af en toe invielzelden adagiogewoonlijk allegro vivace, om te eindigen in een vliegend presto. Aldus 't getuigen-verhoor. Daar stond een aardige duit „vrommesse," hoor. Enfin ze gaven geen onvermakelijk slot aan de zitting. De Officier erkende, dat hij er met den besten wil van de wereld niet uit wijs had kunnen worden, aan wie de meeste schuld lag, maar de mishandeling was in ieder geval z.i. wet tig en overtuigend bewezen, waarom hij tegen moeder en dochter elk f 6 boete, subs. 5 dagen hecht, eischte. Aanstaande week uitspraak in alle zaken. —o—o—O Terecht vroeg onlangs in het Sociaal Week blad de heer Kerdijk„Waar blijft de politieke moraliteit, waarvan „Christenen" immers de uitverkoren pachters zijn Hij vroeg dat in verband met de groote laat ons maar zeggen vrijmoedigheid, waar mede sommige anti-revolutionnairen zich blij ken te willen heenzetten over de door hen verwachte vermeerdering van des heeren Kuyper's „oude plunje". Oude plunje nog wel, die de allermooiste staatsierok was in diens kleerenkast. Menschen, die geen al te slecht geheugen hebben, zullen nog wel weten, dat bij de verkiezingen van het vorige jaar door de anti- revolutionnairen als eerste eisch op den voor grond was geplaatst„voorzoover de grond wet toelaat, finale oplossing van het onder- wijs-vraagstuk in den geest van het gewij zigde Unie-rapport". Zoo had het Centraal- Comité der partij, waarvan dr. Kuyper de ziel en de bewegende kracht was, het voor gesteld als eerste nommer van het „program van urgentie" en zoo had haar Deputaten- vergadering, die door dr. Kuyper werd be- heerscht, besloten. Opdat een ieder goed begrijpen zou, dat het maar niet voor de aardigheid was, had men er nadrukkelijk bijgevoegd, dat het aldus werd vastgesteld „voor het vierjarig tgdperk, dat met de stembus van 4 Juni stond ontsloten te worden". Doch nauwelijks had die stembus gespro ken, en had de anti-revolutionnaire heerscher, onder dankzegging aan God, de teugels van 's lands bewind in handen genomen, of de Troonrede, waarin het ministerieele program voor het ingetreden vierjarig tijdperk om schreven werd, sprak van die „finale oplos sing van het onderwijsvraagstuk" niet. Dat moet in oprecht-vertrouwende anti- revolutionnaire kringen van eenvoudigen van hart een bittere teleurstelling zijn geweest. En vermoedelijk is het er daarmede niet beter op geworden, sedert allengs geruchten op doken, dat men op vervulling van de stembu6-belofte maar niet meer moest rekenen. Zouden die geruchten heusch waar 'zijn geweest 't Heeft er wel den schijn van, nu enkele weken geleden de heer De Wilde, die door gaat voor den pers-schildknaap bij uitnemend heid van den Minister van Binnenlandsche Zaken, het volgens een verslag in de Standaard noodig heeft geoordeeld, in een vergadering te 's-Gravenhage te verklaren, dat het zou zijn „een onredelijke eisch, van dit ministerie te verwachten, in deze vier jarige parlementaire periode te komen met een finale oplossing van de schoolkwestie in de richting van het Unie-rapport". Een anti-revolutionnaire in het noorden, de Nieuwe Prov. Groninger Courant, schijnt zelfs reeds allen moed te hebben opgegeven. En zij beproeft zich en haar lezers over het ge val te troosten als volgt „Het zou kinderachtig wezen om te gaan pruilenmannen weten zich over een teleurstelling wel heen te zetten. Ook in dit opzicht moeten we de historische lijn volgen. In 1880 en '89 verwachtte men algemeen een andeie oplossing, dan toen gegeven werd. Nauwelijks echter werd ons verzekerd, dat die andere op- hg het gevoel, alsof hg onkiesch was met zoo te spreken. Zoo brak hg dan middeD in zijne redeneering af, en zweeg. Nog steeds zat Lena stom, de ellebogen op de knie gesteund, met het gelaat in de handen verborgen er volgden lange pau zen, maar tenslotte kon Schwerin dit dood stille zwggen niet langer verdragen. Hg trachtte opnieuw te praten en steeds op nieuw, in het onklare gevoel, dat woorden alleen, en dan woorden van onverschilligen aard, in staat konden zgn, in de vertwij feling een zwakken troost te brengen. „Wij zullen nu opstaan, Lena," zeidehij. „Ik zal je naar huis brengen dat zal het beste zijn. Zal ik Zg liet zich opheffen en toen hij nog eens herhaalde, dat hjj haar naar de gene- raalsweduwe zou brengen, drong zij hem in een geheel andere richting. Zoo liepen ze een lange poos, zonder op den weg te letten, van de stad af, steeds verder het veld in. Steeds redeneerde Schwerin misschien duurde dat wel weer een uur of langer, totdat hg tenslotte niets meer wist te zeggen. Hg martelde zijn hoofd „Wat zal ik nu nog zeggen Waarover zal ik praten Maar hij wist werkelijk niets meer. Hij was zoo moede en terneêrgeslagen, als hij in zgn geheele leven nog niet was geweestzgn hoofd was zoo leeg en toen de spanning in hem zich langzaam aan oploste, begon zgn voet weer pgn te doen. Hg keek eens rondom zich heen en bemerkte tot zgn schrik, dat zg een heel eind het veld in waren en dat links in de verte de kerktoren van Oldeslo zichtbaar was, en dat van Clemens, die anders steeds lossing in de gegeven omstandigheden niet mogelijk was, of heel de partij be- berustte daarin, en dr. Kuyper gaf ons daartoe het voorbeeld." 't Scheen ons de moeite waard, die woor den onverkort weer te geven. Dat „volgen van de historische lijn" is goud waard. De heer Kuyper schreef eens„anti-revolution- nair ook in het huisgezin." De Nieuwe Prov. Groninger kan er nu van maken„anti-revo- lutionnair ook in het schenden van stembus beloften." Of hebben 's ministers vrienden in de pers, in hun overgrooten ijver, hem noodeloos in opspraak gebracht, „overmits" hijzelf er niet aan denkt, zoodanige ontrouw aan het ge geven woord te begaan, maar wel degelijk met de toegezegde „finale oplossing" komen zal? Vriend en vijand zullen het binnen enkele weken, over enkele dagen misschien, ver nemen. Want eenige zijner vrienden in de Kamer minder geneigd dan anderen, naar 't schijnt, om zich bij zoodanige ontrouw neer te leggen, indien werkelgk de Minister Kuy per er zich aan wil schuldig maken heb ben, luidens het Voorloopig Verslag over Hoofdstuk I van de Staatsbegrooting, hem „herinnerd, dat de meerderheid der kiezers, wier stem tot het optreden van het ministerie aanleiding gaf, vooral geleid werd door het uitzicht op een finale oplossing van de school kwestie." Nu is de Minister aan het woord. Hij dient te spreken in zijn Memorie van Antwoord. En als hij het niet duidelijk doet, zal hij bij de openbare beraadslaging er wel toe gedrongen worden. Zijn beste vrienden zullen vermoedelijk hopen, dat hij de geruchten, die in omloop zijn gebracht, vierkant zal logenstraffen. Of zal hij zijn lastig-vragende vrienden van zijn kant er aan herinneren, dat hun bewering, als zou „de meerderheid der kiezers" in 1901 geleid zijn door het uitzicht op1 een finale oplossing der schoolkwestie in den geest van het Unie-rapport, onjuist is Zal hij er op wijzen, dat zulk een oplossing noch was, noch is het begeeren van de Katho lieken Zal hij het oude liedje zingen van het coalitie-kabinet, waarin hij geen vrij man is Zal hijniet zoo openhartig, maar toch verstaanbaar zeggenik zou wel willen, maar ik kan niet, en mag niet Als hij dit doet, zal hjj zelf in het licht stellen, dat bij de stembus een houding is aan genomen, die den toets der zedelijkheid niet kon doorstaan In het verkiezingsstrijdperk werd gestreden om de regeermacht. Een ieder dr. Kuyper in de eerste plaats wist met volkomen zekerheid, dat hij in geen geval bij machte wezen zou, een „zuiver"- ministerie te vormen, dat hij integendeel zonder de medewerking der Katholieken het niet zou kunnen bolwerken. Geen seconde van een minuut heeft hij zich kunnen voor stellen, dat het Kabinet, aan het hoofd waarvan hij na den zegepraal zou komen te staan, niet een coalitie-Kabinet wezen zou. Welnu, waar dat zoo was, en waar hij niet temin voor de Deputaten- vergadering, welke het veldtochtplan opmaakte, voor het vier jarig tijdperk, hetwelk in aantocht was, de finale oplossing van de schoolkwestie voor spiegelde, indien het kiezersvolk hem op het kussen bracht, daar zouden wij als gewone burgermenschen aitijd nog een klein beetje hechtend aan zedelijkheid ook op staatkundig erf waarlijk niet gaarne in zijn schoenen staan, bijaldien hij inderdaad die voorspiege ling ging verloochenen. We zouden er dan zelfs toe kunnen komen medelijden met hem te hebben, zooals een iegelijk, Christen of niet-Christen, betaamt jegens zijn tnedemensch, al wordt door dezen zéér grovelijk misdaan. Eu wij zouden dan bovendien zeggenvoor de kiezers een leering met het oog op den volgenden keer. Op den 22 November hopen mijn waarde Broeder en Zuster Jb Zander t N. Lodder a hunne 50-jarige Echtvereeniging ■j te herdenken, A. ZANDER. Barsingerhorn, Nov. 1902. it Op den 22sten Nov. a. s, hopen onze geachte Vriend en Vriendin en \l hunne 25-jarige Echtvereeniging \l te herdenken, j! Hunne Vriend en Vriendin, Marinus PAPEN. N. PAPEN-Wagemaker Kolhorn, 16 November 1902. rXjry'jrXj' J' CO Op Woensdag den 19den No- vember 1902 hopen onze waarde Broeder en Zuster hunne 25-jarige Echtvereeniging U te herdenken. 0 JB. MOSTERT. P. MOSTERT-Koorn. U Wieringen, 16 Nov. 1902. o I^OOOOOOOOOOOOOO oooooooooooo-a Op den 22 November a s. hopen \l onze geliefde Ouders en }l hunne 25-jarige Echtvereeniging te herdenken. |1 Hunne dankbare Kinderen. |1 Anna Paulowna, Nov. 1902. ®OOOOOOQOQOOOOO QOoooo.oooooofe tusschen den leeftijd van 30 a 40 jaar, bij D. KORT, Winkel. Wordt gevraagd, tegen Kerst mis, een Huishoudster, P.G., tusschen 30 en 40 jaar, bij Gebr. BORST Kz., Oudkarspel. P. STAMMES op Tjallewal, onder Schagen, vraagt tegen Kerstmis een flinke Het Bestuur der Vereenigim, Ontwikkeling van den LandboUw °l Hollands Noorderkwartier bekend, dat op 19 Xov, i, en niet den lBden zooals was aa'n geven, des avonds 7 ure, hii Heer P KIEPT te 6,1 door den Heer eene aanschouwelijke voordracht worden gehouden over bijenteelt noodigt belanghebbenden ten Zee'rs?~ uit, die voordracht bij te wonen De toegang is vrij. Het Bestuur, K. BREEBAART J, Vr* W. TEENG8, Secretaris en 121/, H. A. best onderhonden zeer geschikt om in tweeën te worden gebruikt. Te bevragen bij den eigenaar J GROOT Jz., Rustenbnr- gerweg, Heer Hugowaard. Gevraagd, met Kerstmis a.s., een goed kuunende melken, bij P. KATER, Meeldijk, Barsingerhorn. liefst kunnende melken. een flinke goed kunnende molken en rijden. Fr: br. lett. R, bureau Sch Crt. 25 jaar, P.G zoekt plaatsing- tegen 1 Maart 1903; kan ook direct in dieust treden Informatiën geeft P. Cz. BOEKEL, de Miede, Scbagen. bestaande in een ^Boerenwoning en bijna 5 Hectaren uitmuntend en zeer gunstig gelegen Wei- en Bouwlandgeschikt voor alle cultuur. Te bevragen bij J. KUILMAN, Makelaar te Nieuwe Niedorp een goed onderhouden volgens meetbrief 29 ton. Te bevragen bij schipper P. Yv, SMIT, te Anna Paulowna. door het fanfarecorps „fe endracfit in de kolfbaan van den heer D. KIST, op De muzieknummers zullen door et'd worden afgewisseld. Entree 50 ct de persoon. Heer en Dame 75 ct. Dinsdags uitsluitend voor de Kunst lievende leden. HET BE-TUUR. achter zijn meester liep, op verren af- stand niets was te hespeuren. „Groote God," dacht hij, „wat moet dat worden Hoe zal ik weer terugkomen Ik kan nauwelijks meer voort." En in al zijn treurigheid en zgn innig medelgden, werd hij toch wat boos op Lena. „Wij zullen omkeeren, Lena," zeide hij op een toon, die heel wat scherper klonk dan zooeven. „Wij kunnen onmogelgk nog verder doorloopen." Zij draaiden om, zonder een woord te spreken, en weer liepen ze een eindeloozen tijd, waarin Schwerin zgn uiterste best deed, ondanks het branden en steken in zijn voet, Lena troostend toe te spreken. Toen zij eindelgk de stad genaderd wa ren, had hij het gevoelje komt niet ver der, je zakt aanstonds in elkaar. Wanneer je deze wandeling voortzet, tot aan het huis van de generaalsweduwe, de heele stad nog door, daar de trap nog op, enz., enz., dan gebeurt er beslist een ongeluk met je. En terwjjl hg, zonder dat Lena het zag, slechts op één been stond, met den kranken voet opgetrokken, zeide hg „Je wilt zeker nu wel eens alleen zijn, Lena, nietwaar? Ja, natuurlijk. Ik blgf vandaag iD Oldeslo, tegen den avond zal ik mijn opwachting bg de generaalsweduwe maken. Wij zien elkaar dan weer. Ja Zal ik Is het je goed Zij knikte, zonder iets te zeggen. En zoo scheidden ze van elkaar. Hij wachtte en bleef staan tot dat Lena om een hoek verdwenen was, dan ging hg behoedzaam zitten met een van pgn verteerd gelaat en zoo zat hg urenlang aan den kant van den weg, niet in staat om overeind te komen, in zgn wilskracht .zoo verlamd, dat hij niet eens den wensch koesterde, weg te kunnen gaan. Lena liep de stad in. Zij dacht er niet over na, of ze links moest gaan of rechts, zg handelde aonder bewustzijn pn ze vond tóch haar weg, evenals een nachtwande laarster. Maar op het oogenblik, dat ze den deur knop in de band nam en de deur wilde openen om in huis te gaan, liep een koude rilling baar langs den rug. Zij liet den knop los en streek zich j over het voorheofd alsof ze wakker werd. Dit ontwakiïn was maar kort dan ging zij wefir een straat verder, zonder plan of doel, weder als slapend. Eerst heel langzaam kwam er iet® van denken in haar „Wat zal dat nu worden Waar moet ik heen Zij had niemand meer in de wereld, ot alleen Schwerin maar. Moest ze naar hem terug Plotseling ging haar een nieuwe gedachte door het hoofd ga naar George Zg draaide om, zij 'iep als werd ze voortgejaagd, in haar ooren weerklonk het maar steeds, als op de maat van haar vlugge schreden ga naar George ga naar George. Zij stond voor de haag, de poort opende ze ea liep toen het smalle kiezelpad langs, vlak op het huis toe. De huisdleur stond open; Lena zag het kleine portaal met de steile houten trap, die naar de eerste verdieping voerde. Rechts en links een paar wit geschil derde deurenwaarboven een verdroogde krans van eikenbladeren,en daartussohen een oude degen to&t bruine roestvlekken. Zij haalde diep adem; alles rondom was stil; slechts een groote ouderwetse i klok, die naast de trap stond, het een regelmatig getik hooren. t Lena ging niet verder. Zij leunüe m haar rug tegen den post van de deur, een gevoel van vrede kwam over naar. Ik wil hier wachten totdat George ko Hij zal wel komen. Ik zal hier niet we* gaan voordat George komt. Zoo stond ze een poos; haar adem nas werd rustig. j. Dan vernam ze plotseling klapp8 schreden, ze kwamen rechtstreeks de ateen klein dienstmeisje verscheen, m klompeo aan, bd met opgestoken jurk; keek Lena zeer verwonderd aan. „Wie moet u hebben „Waar is George?" „Mijnheer George Het meisje verwonderd, zij begreep niets van dit alk*» daarna zeide ze aarzelend „Ik weet niet, of de jonge mijnheer tfau is, maar ik zal het eens gaan kijken hem roepen." Zij droogde a»n haar blauwe schort vochtige handen at en opende een van witgeschilderde deuren«Gaat u binnen." Het meisje liet haar klompen voor deur staan en liep op kousen door kamer, om de gordijnen op te haien en venster te sluiten. Toen ze daarmede kW was. wreef ze met haar schort over ee stoel en zeide: „als 't u belieft" eenmaal„ik zal hem roepen." Dan flW» ze de deur achter zich en het all6en' WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1902 | | pagina 6