Brieven lil ie» PöE VERLOTING Gemengd Nieuws. ADVBRTENTIBN. Haarlemmermeerpolder. ZoiuU# 11 Januari 1903 Bureau 8CH A©Kjtf, Laan, 3$ 4. Uitgever s P. TRAPMAN, medewerkerJ. W 1 S R E L. DERDE BLAD. 1 Januari is 't nieuwe kwartaal begonnen. Koosje's Kindergedichten. Teunis Ploeger. President Roosevelt en de negers. Het drama aan het Saksische Hof. 50-jarifc beslaan 50 beste Melkkoeien en een Bouwmanswoning. 1 Gulden per Lot. Trekking; 13 Februari 1903. Schagen. A. v. TWUIJVEB. AIiikii -k7&it Jasu g&ag No. 3800. minus- Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ADVERTKNTIEN van 1 tot 5 regels f 0 25 iedere regel meer 5 ct Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. van diverse Costutnes, of onderdeelen daarvan, van Mantels, Kinderjurken en onderkleeding, worden met uitvoerige toelichting, in 11 ET NIEUW Èi2 MODEBLAD opgenomen. Elk nummer telt acht groot folio bladzijden, bezaaid met afbeeldingen, ook van handwerken. Ongerekend het groot patronenblad, hetwelk daaraan is toegevoegd en dat een praktischen leid draad biedt voor het navolgen van de elegante coupe der verschillende toiletten. Voor de praktische huisvrouw is het b'ad evenzeer een trouwe raadsman, als voor wie hoogere eiscnen stellen. De roman, waarvan bij elk nummer een gedeelte in boekformaat wordt toegevoegd, trekt algemeen de aandacht en is in hooge mate boeiend. Da uiterst geringe prijs is voor niemand, die belang stelt in Mode-Artikelen, een beletsel zich op dit uitnemend tijdschrift te abonneeren. Prijs 1 O 55 per drie maandon (franco per post I 0.80 Men teekent in bij den Uitgever van deze Courant. Vraag proefnummer. xLin. 0-000-0 „Maar mijn hemel, schrijf je dan nooit meer een Polderbrief Hoe vaak heb ik dat in den laatsten tijd riiet moeten hooren, als ik Donderdags op de Schager markt was. Ook brieven heb ik gekregen, verscheidene zelfs, allemaal met dezelfde vraag. Nu lijkt dat nogal vleiend, nietwaar, maar minder aangenaam werd het, door wat ónderen er gewoonlijk aan toe voegden. „Ja, ja", zei de een, „ik dicht het wel, dat je die brieischrijverij niet lang zou kunnen volhouden." „Niet kunnen? Hm! dat nu juist niet. Maar „Och kom", plaagde weer een ander, „daar moet je natuurlijk een ontwikkeld en beel belezen man voor wezen. Nu ja, een enkelen brief af en toe, dat zou ik 'm ook nog wel lappen. Maar geregeld, zie je. Zoo'n jaar of vijtDa's eigenlijk je werk." Om kort te gaan, (want het zou 't pu bliek al even vervelend vallen al die ge zegden te lézen, als aan m ij om ze neer te schrijven) men twijfelde aan mijn vermógen om verder door te pennen. Nu is er niets prikkelender voor een auteur, zelfs al ben je maar een auteur van kermisbedjes of Polderbrieven, dan wanneer de menschen aan je impotentie gaan geloo- ven. En daarom, (ofschoon mijn geest op 't oogenblik elastisch is als een natte vaat doek), daarom heb ik er mij van avond eens toe gezet, om u eindelijk te vertellen, waaróm ik in zoolang niet geschreven heb. Ik heb namelijk groote ruzie gehad met meneer TrapmanHoe dat zoo kwóm Och, hoe anders dan door ons Kóósje natuurlijkDat die malle meid aan 't verzenmaken geslagen is, was u al laDg bekend. Maar verbeeld je, nu had ze 't in 't hootd gekregen, om Kinderversjes te maken Eerst was ik daar wonderwel meê in de wolken. Zie zoo, dacht ik, nu zal dat politiek gerijmel tenminste uitwezen. Kinder gedichten zijn nogal onschuldig en 't is voor 't kind een aardig tijdverdrijf. Maar och hemel, wat bleek me Dat Koosjeliet bekende, aardige kinderdichtjes ging soppen in het venijn van haar jong- verdorven maagdelijk gemoedje en ze daarna, onderden naam van „Roetpilletjes", in den handel zocht te brengen. Ze waren dus na die behandeling al éven onschuldig als de Dr. Von Bruns'sche watten uit de verbandstoffabriek van Utermöhlen en Co., nadat ze in een ot ander bijtend vooht zijn gedoopt. En daar had ze me nu meneer Trapman weten te bepraten, om dat giftig geschrijf, tot een bundeltje vereenigd, te drukken om die „Boetpilletjes" van Jacoba Ploeger in den handel te brengen 'k Was razend, toen 'k er achter kwam! „Span oogenblikkelijk inschreeuw ik Tames toe„De bruin, hoorEn ik hol nzar Schsgen, dat er de damp afvloog toen we aankwamen. Ik stal, smijt het dek erover en ik naar Trapman Nou, i k ben driftig, meneer Trapman is driftig, dus je kunt begrijpen, dat het 'r gauw spookte op 't redactie-bureau. Wat ik er a! zoo uitgegooid heb, weet ik niet recht meet, maar 't debat was al gauw van dat gevolg, dat ik de drukkerij in stuit, een gedeelte van de reeds gezette „Roetpilletjes" in het oog kr(jg en den heelen vorm in pastei sla. Daar hadt je de poppen aan het dansen Trapman, (die me nagevlogen was en zoo ik zei nog al driftig is), Trapman pakt me in mijn kraag en, met behulp van een toege- sohoten letterzetter, smijt hjj me vierkant de deur uit Nu, tegen een dergelijke catastróphe is de hechtste vriendschap niet bestand en het is dus te begrijpen dat het u i t was met mijn brievenschrijverij. Maar driftige menschen mogen al eens rare dingen uithalen, ze b 1 ij v e n niet kwaad op den duur. En zoo zijn dan ook Trapman en ik ten slotte weer tot een toenadering gekomen. In dezer voege na melijk De bundel zal uitgegeven worden. (De copy is al afgedrukt en naar den binder toe. Bovendien had Koosje de 100 gulden honorarium al grootendeels bij de costuum- nasister besteed.) Daar valt dus niets meer aan te veranderen. Maar ik heb van Trap man het recht gekregen, om af en toe iets van de infame „Roetpilletjes" in de Schager krant te doen afdrukken. De man meent, dat dit juist 'n goeie reclame wezen zal, maar ik meen de menschen beter te kennen en ik hou me vast overtuigd dat geen mensch, die maar een paar van die versjes gelezen heeft, z'n geld aan zóó'n bundel besteden zal. Wat bijvoorbeeld te denken van het volgende, waarin mijn vrienden Jaap en Tijs als twee jongens worden voorgesteld, die opstelletjes bij jufïrouw Extra Tij ding komen maken Tante Extra Tijding, Een gedicht van Klein Jaapjen. Als wij tezamen wand'len gaan, Steeds wippen bij Moei Ext-a Tjjdin» wij aan. „Wie," zegt zo, „hoor ik komen? „Ik kan het haast wel droomen. „Diaai bjj de deur maar niet zoo InDg, Ik ben voor tocht zoo bang!4 Wij doen de deur nu spoedig dicht En knniï'len en kussen haar rimplig gezicht En streelen haar knokerig handje. En gaat het soms by"'t kantje, Wjj zyn (is dat geen groot geluk Haar nimmer toch le druk I We barsten saam in lachen uit En tante noemt Staalman een oniijken guit, Vriend Tijs een woelig heertje En mij een druk meneertje. Dan haalt ze 'n schrijfboek voor den dag En wij gaan aan den slag Ze grinnikt„Schelden is gezond En de menscheD zijn bang voor je grooten mond. Ook moet je 't Jan Rap eens vertellen Van Staalman's deurtje-schellen Langs Ktryper's politieke pad Licht geeft het hem bij de verkiezing wat I" Straks lispt ze: ,.Hoor je 't klokje elaun P Kom Jaapje, kom Tjjsje, naar huis weer gegaan Een politiek gebakje Doet ze in een koffiezakje Ea zegt: „Nu breng je ook nog wat thuis; j Dag liefjes, gauw naar huis Me dunkt, het is welletjes. Maar schan- delijker nog is De Politieke Vogel verschrikker, waarbij ze tot overmaat van ramp ook nog een plaatje geteekend heeftDe Tweede Kamer wordt daar voor gesteld als een boerderij met een grooten tuin en daarin een vogelverschrikker, voor wien verscheidene vogeltjes angstig door elkaar fladderen, 't Ding is natuurlek mise rabel slecht geteekend, maar toch ik kan me vergissen maar toch meen ik er het gezicht van mijn vriend Staalman in te herkennen Hier heb je 't prullaria De Politieke Vogelverschikker. Er staat een vreemd sinjeurtje Bij 't Tweede Karoer-hnis, Met menig gat en schenrtje In 't politieke buis, Dat, veel te wijd van lijf en liên, Hem half ia afgegleên. Een hoedje zonder randje Staat losjes op zijn kruin Dat draagt het kluchtig klanlje Heel luchtigjes en schnin. Al zyn er denk en gaten in, Toch is het naar zijn zin. Het kleine muzikantje Breidt bei zyn armpjes nit, Ea raakt met ieder handje Een rinkelend geluid DatkliDkt van achter tot naar voor De heele Kamer door. De vogeltjes der Kerke Ontstellen van 't gerockt. Hoe trilt soms van hnn vlerken, De politieke lucht. Maar tuinman Troelatra heeft wkt schik In zulk een vogelschrik Me dunkt zoo, dat ieder lezer aan dit tweetal gedichten reeds meer dan genoeg heett en het na deze kennismaking wel niet in het hoofd zal krijgen, zijn lieve dubbeltjes aan Koosje's Roetpilletjes te vermorsen. Anders zal ik er in een vol genden brief nog wel eens een paar ten beste geven. Och, Koosje beseft mogelijk het gevaar nog niet, aan zulke dwaasheden verbonden, maar meoeer Trapman had wijzer moeten wezen. „Qui amat periculum peribit in 111 o placht onze latijnscheleermees ter te zeggen, wanneer hij ons op dun ijs had zien gaan, en daar ben ik met Koosje ook hard bang voor. Natuurlijk zullen sommigen om deze laatste uitdrukking weer gaan denken, dat ik de dokter ben. Ik herhaal daarom nog eens voor den zooveelsten keer, dat dit niet zoo is. Maar doch dit natuurlijk sub rosa ik heb een verbazend ge leerden vriend, die mjj voor ieder kop boter dat ik hem present doe, geregeld tien latjjnsche uitdrukkingen in ruil over stuurt, die ik dan gebruiken kan als een soort stijl-odeurtjes, om mijn anders wel wat naar den koestal ruikende brieven meê op te frisschen. CORRESPONDENTIE. H. te A P. Ja, dat bruggetje moet een schandaal wezen, 'k Weet echter op 't oogenblik nog niet, of 't wel aan 't Polderbestuur behoort, zooals u beweert. President Roosevelt heeft door de benoe ming van een neger, Crum geheeten, tot ontvanger van douanerechten te Charleston in Zuid-Carolina, heel wat opschudding ver oorzaakt. Gelijk men weet, hebben de negers ia de Vereenigde Staten volkomen gelijke rechten met hun medeburgers van blank raszij zijn voor alle ambten benoembaar, hebben kies recht, enz. Maar de publieke opinie, vooral in de zuidelijke staten, waar vroeger de slavernij heerschte, is tegen hen, zoodat de hun toekomende rechten veelal een doode letter bleven. Van benoemingen van negers tot openbare ambten hoorde men zoo goed als nooit, terwijl in sommige staten geheel tegen geest en letter der constitutie in aan lieden van gekleurd ras het stemrecht werd ontnomen. President Roosevelt nu heeft besloten, tegen wat hem een bekrompen en onrechtvaardig vooroordeel geleek, te kampen en volgens het beginsel te han delen, dat geschiktheid voor het ambt den doorslag moet geven bijeen benoeming en dat afkomst, ras of huidskleur daar niets mede te maken hebben. Teneinde van zijn begin selen voor het oog der geheele wereld getui genis af te leggen, noodde hij, niet lang na zijn optreden als president, den bekenden voorvechter van de rechten zijner stamge- nooten, den neger Booker Washington bij zich aan tafel. Men zal zich herinneren, welk een storm van verontwaardiging deze in de oogen van zoovele Amerikanen ongehoorde daad deed opgaan. Roosevelt stoorde er zich echter niet aan en reeds verscheidene malen benoemde hij negers tot publieke ambten. Deze benoemingen baarden niet zoo heel veel opzien, omdat zij in de noordelijke staten plaats vonden. Doch nu heeft Roosevelt zulk een benoeming in Zuid-Carolina, een der staten waar de negers, de oud-slaven, thans gelijken voor de wet, het bitterste worden geminacht, doen plaats hebben. Nu waren de gemoederen in het Zniden reeds aan het gisten, tengevolge van het geen onlangs te Indianola, een plaatsje in Mississippi, was voorgevallen. Hier was een negerin, mrs. Cox, directrice van het post kantoor; en een beweging ontstond onder de anti-negergezinde bevolking, om haar te nood zaken te bedanken. Een organisatie, die zich de lily-whites noemde, trachtte haar op allerlei wijzen te intimideeren, maar tevergeefs, mrs. Cox bleef op haar post. Ten slotte werd het zoo erg, dat de regee ring te Washington besloot, eenvoudig-weg het postkantoor te Indianola te sluiten het zou weder heropend worden, zoodra mrs. Cox in alle veiligheid kon arbeiden. Eu het slot van de zaak is, dat do Indianolanen thans geen brieven meer krijgen. Kort na deze in het zuiden geruchtmaken de zaak, gebeurde nu de benoeming van dr. Crum. Dit kwam als een slag voor Char leston. Berichten uit die plaats zeggen, dat deze daad van den president een onuitspreke lijke verbittering heeft gewekt. De geheele bevolking van Zuid-Carolina acht zich be- leedigd. Tegen dr. Crum heeft men persoonlijk niets. Men geeft toe, dat hij iemand is die een vrij goede opvoeding genoot en zekere kunde bezit. Maar in handelskringen te Charleston voert men tegen hem aan, dat hij niet anders vertegenwoordigt dan ettelijke duizenden ongeletterde en lastige leden van zijn eigen ras. De negers hebben niets te maken met de douanen en met de zaken die daar behandeld worden. Als ontvanger der douane-gelden zal dr. Crum enkel met blanken te doen hebben, en de blanken willen de benoeming van een neger onder zulke om standigheden niet dalden. Het geheele Zuiden is tegen den president in het harnas gekomen, terwijl de opinie in de noordelijke staten verdeeld is. De influenza in Italië. Uit Milaan komt het bericht, dat de influenza hevig woedt in geheel Opper-Italië. Te Padua alleen zijn op het oogenblik 15000 menschen door die ziekte aangetast, waaraan gemiddeld 20 menschen per dag sterven. Vervolgde onschuld. In den laatsten tijd is het te Berlijn tel kens voorgekomen, dat oude heeren, die eettigszins vroolijk naar hun woning in de buurt van den Alexanderplatz terugkeerden, een nachtelijk avontuur hadden, dat hun duur te staan kwam. Juist op het oogenblik dat zoo'n oude lieer de huisdeur opende, kwam een mooi jong meisje aangeloopen en soebatte: „Red mij, red mij, ik word vervolgd." Vóór de heer nog goed tot bezinning kwam, was de vervolgde met hem reeds ia de gang, viel den redder vol dank om den hals en liet zich ook zijn liefkoozingen gaarne welgevallen. Plotseling meende zij echter boven leven op de trap te hooren en smeekte even dringend, haar toch spoedig buiten te laten. Eerst wanneer de oude heer aan dit verzoek voldaan had ea weer eenigszins tot zichzelf kwam, bemerkte hij dat de „geredde" hem bij hare liefkoozingen en omheizingen leeggeplunderd had. De vervolgde werd ten slotte de schrik van alle oude vrijgezellen uit de buurt. Reeds vijf waren bij den commissaris van politie hun nood komen klagen, toen zich Zondag iemand aanmeldde die bij het avontuur een portefeuille met 17.400 mk. was kwijt geraakt. Deze bestolene heelt voor de inhechtenis neming van de dievegge een prijs van 200 mk. uitgeloofd. Op 1 Januari is in Engeland een nienwe drankwet in werking getreden. Een der gevolgen van de nieuwe wet is een aantal aanvragen om echtscheiding, daar een man die een drankzuchtige vrouw heeft, thans bij den rechter kan klagen en deze ontbin ding van het huwelijk kan bepalen. Eergis teren kwam o.a. een 64-jarig man, oud-secre taris der Kamer van Koophandel te Madras, een geacht journalist, een klacht indienen. Hij verklaarde, dat zijn vrouw herhaalde malen wegens dronkenschap was bestraft en nog op 11 December boete had gekregen, omdat zij in dronkenschap spektakel in een hoedenmagazijn had gemaakt. Een slimme waard. Te Zurich deed onlangs het bericht do ronde, dat een kellnerin van een bierhuis 10.000 francs uit de loterij had getrokken. Eenige dagen en avonden stroomden er de bezoekers toe, om de gelukkige trekster te zien en zoo mogelijk kennis met haar te maken. Dat gelukte echter niet, want weldra bleek, dat de eenige die winst had gemaakt, de houder was van het bierhuis, die niet onwaarschijnlijk zelf het gerucht had in de wereld gezonden om bezoekers te lokken. Lang geduurd. Het is zeker opmerkenswaardig, dat na een tijdsverloop van bijna 24 eeuwen de diploma tieke betrekkingen tusschen Perzië en Grieken land hersteld zijn. In het jaar 491 v. C. im mers vermoordden de Grieken de Perzische gezanten en thans eerst heeft weer eon ge zant van Perzië zijn geloofsbrieven aan den Koning van Griekenland overhandigd. Dagelijksch nieuws op zee. Een der groote stoomvaartlijnen tusschenLiver- pool en New-York heeft haar booten voorzien van toestellen voordraadlooze tolegraphie,welke zullen dienen om gedurende de zeereis eiken dag berichten uit Europa te ontvangen Bovendien is aan boord van alle stoomers een compleet redactie-bureau ingericht voor een journalist in dienst der stoomvaartlijn, die belast is met de redactie van een dagblad, dat aan boord verschynen zal en waarvoor de stof uitslui tend door de „Marconigrammen" draad- looze telegrafie zal worden verstrekt. Een bange nacht. De reizigers, die de vorige week, den laat sten dag van het jaar, met den nachttrein over den Brennerpas wilden trekken, hebben eenige minder aangename uren doorgebracht. Na middernacht verliet de trein, die uit Innsbrück was gekomen, het station Gries, vóór den Brennerpas, maar stiet weldra op zware sneeuwhoopen. Er was een lawine van de bergen over de spoorbaan neergestort, waardoor de kleine sneeuwploeg van de locomotief niet heen kon. Stilstaan was geboden. Terug kon men ook niet, omdat ook intusschen achter den trein een massa sneeuw was neergestort. Tot overmaat van ramp begonnen ook de bergen langs den trein hun sneeuwbed af te schudden. Eenige vensters der wagons worden ingedrukt, de sneeuw kwam binnen, de lichten doofden uitaan weerszijden hoorde men telkens het donderend geraas der neerploffende sneeuw hoopen. Men kan zich den ungst der reizigers voorstellen. Velen jammerden, anderen zeiden gebeden op, slechts enkelen bleven kalm. Eerst 's morgens tegen half 6 kwam verademing, üe sneeuwval had opgehouden en intusschen had op het andere spoor een zware sneeuwploeg uit Gries ruim baan ge maakt, maar was een eind verder ook blijven steken. Dat spoor was echter nu tot Gries vrij en daarom namen eenige moedige reizi gers het besluit nit te stappen en te voet naar Gries terug te wandelen, waar zjj zich met spijs en drank konden versterken. De meesten volgden later dat voorbeeld, maar de overigen moesten op Oudejaarsdag tot den middag wachten, alvorens een hulptrein nit Innsbrück hen kwam afhalen, waarheen de anderen Intusschen reeds waren teruggekeerd. De berichten uit de zoo zwaar geteisterde streken van Askabad wijzen er op, dat van de stad Andidjan feitelijk niets is over geblevenwat er van huizen nog overeind bleef staan, is onbewoonbaar. De drie hevigste aardschokken volgden elkaar zoo snel op, dat er geen tijd was om ook iets te redden. De ellende is onbeschrijfl.jk wel is de hulp grootscheeps ingericht, regee- j ring en particulieren werken om het hardst I om te lenigen wat te lenigen valt, maar de uitgestrektheid van dit ongeluk is zoo groot, dat men nog moeilijk een overzicht kan ver krijgen van den geheelen omvang van de ramp. Zijn hoofd verkocht. x Een zekere Arthur Jennings, inwoner van den Staat Colorado in Noord-Amerika, mag zich verheugen in een hoofd van buitengewoon grooten omvang. De medische faculteit in zijn woonplaats heeft zich gehaast, hem dit extra-ordinaire hoofd af te koopen voor 6000 dollars, op j voorwaarde evenwel, dat de „levering" zal I worden uitgesteld tot na den dood van den j eigenaar, en dat deze een derde deel van de koopsom onmiddellijk zou ontvangen. Na zijn dood krijgt zijn vrouw, indien zij hem over- j leeft, de rest van het geld. Iersche jury. In Ierland doet zich herhaaldelijk een zeer eigenaardig bezwaar voor tegen de jury in strafzaken de dronkenschap van juryleden. Zaterdag j 1. moest naar „Daily News" meldt te Limerick de terechtzitting wor den geschorst, omdat een der „jurysten" stomdronken was. Kort te voren kon een zitting niet doorgaan, omdat het gelijk het openbaar ministerie meedeelde niet gelukt was een voldoend aantal „geheel nuch tere" leden der jury te vinden, nog wei uit gegoede pachters. Vanwege de politie kwam nog de boodschap, dat men drie juryleden, wegens „kennelijken staat" naar het bureau had moeten brengen. Vrouwenbeweging op IJsland. De Koning yan Denemarken heeft een be- J sluit van den IJslandschen landdag goedge- j keurd, waarbij aan de vrouwen wordt toe- 1 gestaan zich verkiesbaar te stellen voor de gemeente- en districtsraden en voor posten aan de praefectuur. André Giron heeft Genève verlaten om j zich voorloopig naar Lansanne te begeven, waar hij denkt te blijven tot nader order prinses Louise Antoinette zal te Genève blijven. Dit besluit is genomen op raad van den advocaat van liet tweetal gelief- I den, om aldus den uitslag af te wachten van het scheidingsproces, dat in Dresden aanhangig is en binnen enkele weken bekend kan worden gemaakt. Als reden i hiervan mag men wel aannemen de mogelijk heid, dat bij overlijden van den koning van Saksen en de troonsbeklimming van den kroonprins, nog vóór de beslissing in het proces, de Zwitsersche Bondsraad de langere aanwezigheid op Zwitsersch grondgebied der kroonprinses dan koningin van Saksen niet zou kunnen dulden, omdat zulk een ver blijf met een minnaar een feit zou zijn, „be- leedigend voor een bevriend vorst." De afwezigheid van Giron voorkomt dus zulk een mogelijkheid. Na de echtscheiding komen de kroonprinses en Giron weer bij elkaar, om zich naar het Zuiden van Frankrijk en later naar Parijs te begeven. De „Courrier de Eranconie", officieus orgaan van het ToskaaDSche hof, bevat een artikel over de rol, die aartshertog Jozef in opdracht van den keizer van Oostenrijk bij zijn zuster, de voortvluchtige kroonprinses, te Genève heeft gespeeld. De Keizer zon de boodschap hebben laten overbrengen, dat hij zijn eere woord gaf, dat geen strafmaatregel tegen de prinses zou worden genomen, indien ze terug wilde_ keeren naar het Saksische hof en met André Giron breken. Indien de kroonprins weigerde haar gast vrijheid te verleenen, zon de keizer haar ver lof geven in een Oostenrijksche stad naar keuze te komen wonen, uitgezonderd Weenen. Bovendien zond hij haar de verzekering, dat zij noch in een gesticht, noch in een klooster zou worden opgesloten. Toen de kroonprinses op deze voorstellen antwoordde, dat zij met haar broer en Giron overleg wilde plegen, trok aartshertog Jozef zich terug, omdat hij weigerde beiden te zien de prinses sloeg daarop de aanbiedingen des Keizers af. bij gelegenheid van het van den HOOFDPRIJS Aangespannen Rijtuigen, Koeien, Paarden, enz.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1903 | | pagina 9