Brieven lil ie» PöE
VERLOTING
Gemengd Nieuws.
ADVBRTENTIBN.
Haarlemmermeerpolder.
ZoiuU# 11 Januari 1903
Bureau 8CH A©Kjtf, Laan, 3$ 4.
Uitgever s P. TRAPMAN,
medewerkerJ. W 1 S R E L.
DERDE BLAD.
1 Januari is 't nieuwe kwartaal
begonnen.
Koosje's Kindergedichten.
Teunis Ploeger.
President Roosevelt en de negers.
Het drama aan het Saksische Hof.
50-jarifc beslaan
50 beste Melkkoeien en
een Bouwmanswoning.
1 Gulden per Lot.
Trekking; 13 Februari 1903.
Schagen. A. v. TWUIJVEB.
AIiikii
-k7&it Jasu g&ag No. 3800.
minus-
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTKNTIEN van 1 tot 5 regels f 0 25 iedere regel meer 5 ct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
van diverse Costutnes, of onderdeelen
daarvan, van Mantels, Kinderjurken en
onderkleeding, worden met uitvoerige
toelichting, in 11 ET NIEUW Èi2
MODEBLAD opgenomen.
Elk nummer telt acht groot folio
bladzijden, bezaaid met afbeeldingen, ook
van handwerken. Ongerekend het groot
patronenblad, hetwelk daaraan is
toegevoegd en dat een praktischen leid
draad biedt voor het navolgen van de
elegante coupe der verschillende
toiletten.
Voor de praktische huisvrouw is het
b'ad evenzeer een trouwe raadsman,
als voor wie hoogere eiscnen stellen.
De roman, waarvan bij elk nummer
een gedeelte in boekformaat wordt
toegevoegd, trekt algemeen de aandacht
en is in hooge mate boeiend.
Da uiterst geringe prijs is voor niemand,
die belang stelt in Mode-Artikelen, een
beletsel zich op dit uitnemend tijdschrift
te abonneeren. Prijs 1 O 55 per drie
maandon (franco per post I 0.80
Men teekent in bij den Uitgever
van deze Courant. Vraag proefnummer.
xLin.
0-000-0
„Maar mijn hemel, schrijf je dan nooit
meer een Polderbrief Hoe vaak heb
ik dat in den laatsten tijd riiet moeten
hooren, als ik Donderdags op de Schager
markt was. Ook brieven heb ik gekregen,
verscheidene zelfs, allemaal met dezelfde
vraag. Nu lijkt dat nogal vleiend, nietwaar,
maar minder aangenaam werd het,
door wat ónderen er gewoonlijk aan toe
voegden.
„Ja, ja", zei de een, „ik dicht het
wel, dat je die brieischrijverij niet lang
zou kunnen volhouden."
„Niet kunnen? Hm! dat nu juist niet.
Maar
„Och kom", plaagde weer een ander,
„daar moet je natuurlijk een ontwikkeld
en beel belezen man voor wezen. Nu ja,
een enkelen brief af en toe, dat zou ik 'm
ook nog wel lappen. Maar geregeld,
zie je. Zoo'n jaar of vijtDa's eigenlijk
je werk."
Om kort te gaan, (want het zou 't pu
bliek al even vervelend vallen al die ge
zegden te lézen, als aan m ij om ze
neer te schrijven) men twijfelde aan mijn
vermógen om verder door te pennen.
Nu is er niets prikkelender voor een
auteur, zelfs al ben je maar een auteur van
kermisbedjes of Polderbrieven, dan wanneer
de menschen aan je impotentie gaan geloo-
ven.
En daarom, (ofschoon mijn geest op
't oogenblik elastisch is als een natte vaat
doek), daarom heb ik er mij van avond
eens toe gezet, om u eindelijk te vertellen,
waaróm ik in zoolang niet geschreven heb.
Ik heb namelijk groote ruzie gehad met
meneer TrapmanHoe dat zoo kwóm
Och, hoe anders dan door ons Kóósje
natuurlijkDat die malle meid aan
't verzenmaken geslagen is, was u al laDg
bekend. Maar verbeeld je, nu had ze 't in
't hootd gekregen, om Kinderversjes te
maken
Eerst was ik daar wonderwel meê in de
wolken. Zie zoo, dacht ik, nu zal dat
politiek gerijmel tenminste uitwezen. Kinder
gedichten zijn nogal onschuldig en 't is
voor 't kind een aardig tijdverdrijf.
Maar och hemel, wat bleek me Dat
Koosjeliet bekende, aardige kinderdichtjes
ging soppen in het venijn van haar jong-
verdorven maagdelijk gemoedje en ze
daarna, onderden naam van „Roetpilletjes",
in den handel zocht te brengen. Ze waren
dus na die behandeling al éven onschuldig
als de Dr. Von Bruns'sche watten uit de
verbandstoffabriek van Utermöhlen en Co.,
nadat ze in een ot ander bijtend vooht
zijn gedoopt. En daar had ze me nu meneer
Trapman weten te bepraten, om dat giftig
geschrijf, tot een bundeltje vereenigd, te
drukken om die „Boetpilletjes" van Jacoba
Ploeger in den handel te brengen
'k Was razend, toen 'k er achter kwam!
„Span oogenblikkelijk inschreeuw ik
Tames toe„De bruin, hoorEn ik hol
nzar Schsgen, dat er de damp afvloog
toen we aankwamen. Ik stal, smijt het dek
erover en ik naar Trapman Nou, i k
ben driftig, meneer Trapman is driftig, dus
je kunt begrijpen, dat het 'r gauw spookte
op 't redactie-bureau.
Wat ik er a! zoo uitgegooid heb, weet ik
niet recht meet, maar 't debat was al
gauw van dat gevolg, dat ik de drukkerij
in stuit, een gedeelte van de reeds gezette
„Roetpilletjes" in het oog kr(jg en den
heelen vorm in pastei sla.
Daar hadt je de poppen aan het dansen
Trapman, (die me nagevlogen was en zoo ik
zei nog al driftig is), Trapman pakt me in
mijn kraag en, met behulp van een toege-
sohoten letterzetter, smijt hjj me vierkant
de deur uit
Nu, tegen een dergelijke catastróphe is
de hechtste vriendschap niet bestand en
het is dus te begrijpen dat het u i t was
met mijn brievenschrijverij.
Maar driftige menschen mogen al eens
rare dingen uithalen, ze b 1 ij v e n niet
kwaad op den duur. En zoo zijn dan ook
Trapman en ik ten slotte weer tot een
toenadering gekomen. In dezer voege na
melijk
De bundel zal uitgegeven worden. (De
copy is al afgedrukt en naar den binder
toe. Bovendien had Koosje de 100 gulden
honorarium al grootendeels bij de costuum-
nasister besteed.) Daar valt dus niets meer
aan te veranderen. Maar ik heb van Trap
man het recht gekregen, om af en toe iets
van de infame „Roetpilletjes" in de Schager
krant te doen afdrukken. De man meent,
dat dit juist 'n goeie reclame wezen zal,
maar ik meen de menschen beter te kennen
en ik hou me vast overtuigd dat geen
mensch, die maar een paar van die versjes
gelezen heeft, z'n geld aan zóó'n bundel
besteden zal.
Wat bijvoorbeeld te denken van het
volgende, waarin mijn vrienden Jaap en
Tijs als twee jongens worden voorgesteld,
die opstelletjes bij jufïrouw Extra Tij
ding komen maken
Tante Extra Tijding,
Een gedicht van Klein Jaapjen.
Als wij tezamen wand'len gaan,
Steeds wippen bij Moei Ext-a Tjjdin» wij aan.
„Wie," zegt zo, „hoor ik komen?
„Ik kan het haast wel droomen.
„Diaai bjj de deur maar niet zoo InDg,
Ik ben voor tocht zoo bang!4
Wij doen de deur nu spoedig dicht
En knniï'len en kussen haar rimplig gezicht
En streelen haar knokerig handje.
En gaat het soms by"'t kantje,
Wjj zyn (is dat geen groot geluk
Haar nimmer toch le druk I
We barsten saam in lachen uit
En tante noemt Staalman een oniijken guit,
Vriend Tijs een woelig heertje
En mij een druk meneertje.
Dan haalt ze 'n schrijfboek voor den dag
En wij gaan aan den slag
Ze grinnikt„Schelden is gezond
En de menscheD zijn bang voor je grooten mond.
Ook moet je 't Jan Rap eens vertellen
Van Staalman's deurtje-schellen
Langs Ktryper's politieke pad
Licht geeft het hem bij de verkiezing wat I"
Straks lispt ze: ,.Hoor je 't klokje elaun P
Kom Jaapje, kom Tjjsje, naar huis weer gegaan
Een politiek gebakje
Doet ze in een koffiezakje
Ea zegt: „Nu breng je ook nog wat thuis; j
Dag liefjes, gauw naar huis
Me dunkt, het is welletjes. Maar schan-
delijker nog is De Politieke Vogel
verschrikker, waarbij ze tot overmaat
van ramp ook nog een plaatje geteekend
heeftDe Tweede Kamer wordt daar voor
gesteld als een boerderij met een grooten
tuin en daarin een vogelverschrikker, voor
wien verscheidene vogeltjes angstig door
elkaar fladderen, 't Ding is natuurlek mise
rabel slecht geteekend, maar toch ik
kan me vergissen maar toch meen ik
er het gezicht van mijn vriend Staalman
in te herkennen Hier heb je 't prullaria
De Politieke Vogelverschikker.
Er staat een vreemd sinjeurtje
Bij 't Tweede Karoer-hnis,
Met menig gat en schenrtje
In 't politieke buis,
Dat, veel te wijd van lijf en liên,
Hem half ia afgegleên.
Een hoedje zonder randje
Staat losjes op zijn kruin
Dat draagt het kluchtig klanlje
Heel luchtigjes en schnin.
Al zyn er denk en gaten in,
Toch is het naar zijn zin.
Het kleine muzikantje
Breidt bei zyn armpjes nit,
Ea raakt met ieder handje
Een rinkelend geluid
DatkliDkt van achter tot naar voor
De heele Kamer door.
De vogeltjes der Kerke
Ontstellen van 't gerockt.
Hoe trilt soms van hnn vlerken,
De politieke lucht.
Maar tuinman Troelatra heeft wkt schik
In zulk een vogelschrik
Me dunkt zoo, dat ieder lezer aan dit
tweetal gedichten reeds meer dan genoeg
heett en het na deze kennismaking wel
niet in het hoofd zal krijgen, zijn lieve
dubbeltjes aan Koosje's Roetpilletjes te
vermorsen. Anders zal ik er in een vol
genden brief nog wel eens een paar ten
beste geven.
Och, Koosje beseft mogelijk het gevaar
nog niet, aan zulke dwaasheden verbonden,
maar meoeer Trapman had wijzer moeten
wezen.
„Qui amat periculum peribit
in 111 o placht onze latijnscheleermees
ter te zeggen, wanneer hij ons op dun ijs
had zien gaan, en daar ben ik met Koosje
ook hard bang voor.
Natuurlijk zullen sommigen om deze
laatste uitdrukking weer gaan denken, dat
ik de dokter ben. Ik herhaal daarom nog
eens voor den zooveelsten keer, dat dit
niet zoo is. Maar doch dit natuurlijk
sub rosa ik heb een verbazend ge
leerden vriend, die mjj voor ieder kop
boter dat ik hem present doe, geregeld
tien latjjnsche uitdrukkingen in ruil over
stuurt, die ik dan gebruiken kan als een
soort stijl-odeurtjes, om mijn anders wel
wat naar den koestal ruikende brieven meê
op te frisschen.
CORRESPONDENTIE.
H. te A P. Ja, dat bruggetje moet
een schandaal wezen, 'k Weet echter op
't oogenblik nog niet, of 't wel aan 't
Polderbestuur behoort, zooals u beweert.
President Roosevelt heeft door de benoe
ming van een neger, Crum geheeten, tot
ontvanger van douanerechten te Charleston
in Zuid-Carolina, heel wat opschudding ver
oorzaakt.
Gelijk men weet, hebben de negers ia de
Vereenigde Staten volkomen gelijke rechten
met hun medeburgers van blank raszij zijn
voor alle ambten benoembaar, hebben kies
recht, enz. Maar de publieke opinie, vooral
in de zuidelijke staten, waar vroeger de
slavernij heerschte, is tegen hen, zoodat de
hun toekomende rechten veelal een doode
letter bleven. Van benoemingen van negers
tot openbare ambten hoorde men zoo goed
als nooit, terwijl in sommige staten geheel
tegen geest en letter der constitutie in
aan lieden van gekleurd ras het stemrecht
werd ontnomen. President Roosevelt nu heeft
besloten, tegen wat hem een bekrompen en
onrechtvaardig vooroordeel geleek, te
kampen en volgens het beginsel te han
delen, dat geschiktheid voor het ambt den
doorslag moet geven bijeen benoeming en dat
afkomst, ras of huidskleur daar niets mede
te maken hebben. Teneinde van zijn begin
selen voor het oog der geheele wereld getui
genis af te leggen, noodde hij, niet lang na
zijn optreden als president, den bekenden
voorvechter van de rechten zijner stamge-
nooten, den neger Booker Washington bij
zich aan tafel. Men zal zich herinneren, welk
een storm van verontwaardiging deze in de
oogen van zoovele Amerikanen ongehoorde
daad deed opgaan. Roosevelt stoorde er zich
echter niet aan en reeds verscheidene malen
benoemde hij negers tot publieke ambten.
Deze benoemingen baarden niet zoo heel veel
opzien, omdat zij in de noordelijke staten
plaats vonden. Doch nu heeft Roosevelt zulk
een benoeming in Zuid-Carolina, een der
staten waar de negers, de oud-slaven, thans
gelijken voor de wet, het bitterste worden
geminacht, doen plaats hebben.
Nu waren de gemoederen in het Zniden
reeds aan het gisten, tengevolge van het
geen onlangs te Indianola, een plaatsje in
Mississippi, was voorgevallen. Hier was een
negerin, mrs. Cox, directrice van het post
kantoor; en een beweging ontstond onder de
anti-negergezinde bevolking, om haar te nood
zaken te bedanken.
Een organisatie, die zich de lily-whites
noemde, trachtte haar op allerlei wijzen te
intimideeren, maar tevergeefs, mrs. Cox bleef
op haar post.
Ten slotte werd het zoo erg, dat de regee
ring te Washington besloot, eenvoudig-weg
het postkantoor te Indianola te sluiten het
zou weder heropend worden, zoodra mrs. Cox
in alle veiligheid kon arbeiden. Eu het slot
van de zaak is, dat do Indianolanen thans
geen brieven meer krijgen.
Kort na deze in het zuiden geruchtmaken
de zaak, gebeurde nu de benoeming van dr.
Crum. Dit kwam als een slag voor Char
leston. Berichten uit die plaats zeggen, dat
deze daad van den president een onuitspreke
lijke verbittering heeft gewekt. De geheele
bevolking van Zuid-Carolina acht zich be-
leedigd.
Tegen dr. Crum heeft men persoonlijk
niets. Men geeft toe, dat hij iemand is die
een vrij goede opvoeding genoot en zekere
kunde bezit. Maar in handelskringen te
Charleston voert men tegen hem aan, dat
hij niet anders vertegenwoordigt dan ettelijke
duizenden ongeletterde en lastige leden van
zijn eigen ras. De negers hebben niets te
maken met de douanen en met de zaken die
daar behandeld worden. Als ontvanger der
douane-gelden zal dr. Crum enkel met blanken
te doen hebben, en de blanken willen de
benoeming van een neger onder zulke om
standigheden niet dalden.
Het geheele Zuiden is tegen den president
in het harnas gekomen, terwijl de opinie in
de noordelijke staten verdeeld is.
De influenza in Italië. Uit
Milaan komt het bericht, dat de influenza
hevig woedt in geheel Opper-Italië. Te Padua
alleen zijn op het oogenblik 15000 menschen
door die ziekte aangetast, waaraan gemiddeld
20 menschen per dag sterven.
Vervolgde onschuld.
In den laatsten tijd is het te Berlijn tel
kens voorgekomen, dat oude heeren, die
eettigszins vroolijk naar hun woning in de
buurt van den Alexanderplatz terugkeerden,
een nachtelijk avontuur hadden, dat hun duur
te staan kwam. Juist op het oogenblik dat
zoo'n oude lieer de huisdeur opende, kwam
een mooi jong meisje aangeloopen en soebatte:
„Red mij, red mij, ik word vervolgd." Vóór
de heer nog goed tot bezinning kwam, was
de vervolgde met hem reeds ia de gang, viel
den redder vol dank om den hals en liet zich
ook zijn liefkoozingen gaarne welgevallen.
Plotseling meende zij echter boven leven op
de trap te hooren en smeekte even dringend,
haar toch spoedig buiten te laten. Eerst
wanneer de oude heer aan dit verzoek voldaan
had ea weer eenigszins tot zichzelf kwam,
bemerkte hij dat de „geredde" hem bij hare
liefkoozingen en omheizingen leeggeplunderd
had. De vervolgde werd ten slotte de schrik
van alle oude vrijgezellen uit de buurt. Reeds
vijf waren bij den commissaris van politie
hun nood komen klagen, toen zich Zondag
iemand aanmeldde die bij het avontuur een
portefeuille met 17.400 mk. was kwijt geraakt.
Deze bestolene heelt voor de inhechtenis
neming van de dievegge een prijs van 200
mk. uitgeloofd.
Op 1 Januari is in Engeland
een nienwe drankwet in werking getreden.
Een der gevolgen van de nieuwe wet is een
aantal aanvragen om echtscheiding, daar een
man die een drankzuchtige vrouw heeft, thans
bij den rechter kan klagen en deze ontbin
ding van het huwelijk kan bepalen. Eergis
teren kwam o.a. een 64-jarig man, oud-secre
taris der Kamer van Koophandel te Madras,
een geacht journalist, een klacht indienen.
Hij verklaarde, dat zijn vrouw herhaalde
malen wegens dronkenschap was bestraft en
nog op 11 December boete had gekregen,
omdat zij in dronkenschap spektakel in een
hoedenmagazijn had gemaakt.
Een slimme waard.
Te Zurich deed onlangs het bericht do ronde,
dat een kellnerin van een bierhuis 10.000
francs uit de loterij had getrokken. Eenige
dagen en avonden stroomden er de bezoekers
toe, om de gelukkige trekster te zien en zoo
mogelijk kennis met haar te maken. Dat
gelukte echter niet, want weldra bleek, dat
de eenige die winst had gemaakt, de houder
was van het bierhuis, die niet onwaarschijnlijk
zelf het gerucht had in de wereld gezonden
om bezoekers te lokken.
Lang geduurd.
Het is zeker opmerkenswaardig, dat na een
tijdsverloop van bijna 24 eeuwen de diploma
tieke betrekkingen tusschen Perzië en Grieken
land hersteld zijn. In het jaar 491 v. C. im
mers vermoordden de Grieken de Perzische
gezanten en thans eerst heeft weer eon ge
zant van Perzië zijn geloofsbrieven aan den
Koning van Griekenland overhandigd.
Dagelijksch nieuws op zee.
Een der groote stoomvaartlijnen tusschenLiver-
pool en New-York heeft haar booten voorzien
van toestellen voordraadlooze tolegraphie,welke
zullen dienen om gedurende de zeereis eiken dag
berichten uit Europa te ontvangen Bovendien
is aan boord van alle stoomers een compleet
redactie-bureau ingericht voor een journalist
in dienst der stoomvaartlijn, die belast is met
de redactie van een dagblad, dat aan boord
verschynen zal en waarvoor de stof uitslui
tend door de „Marconigrammen" draad-
looze telegrafie zal worden verstrekt.
Een bange nacht.
De reizigers, die de vorige week, den laat
sten dag van het jaar, met den nachttrein
over den Brennerpas wilden trekken, hebben
eenige minder aangename uren doorgebracht.
Na middernacht verliet de trein, die uit
Innsbrück was gekomen, het station Gries,
vóór den Brennerpas, maar stiet weldra op
zware sneeuwhoopen. Er was een lawine van
de bergen over de spoorbaan neergestort,
waardoor de kleine sneeuwploeg van de
locomotief niet heen kon. Stilstaan was
geboden. Terug kon men ook niet, omdat
ook intusschen achter den trein een massa
sneeuw was neergestort. Tot overmaat van
ramp begonnen ook de bergen langs den
trein hun sneeuwbed af te schudden. Eenige
vensters der wagons worden ingedrukt, de
sneeuw kwam binnen, de lichten doofden
uitaan weerszijden hoorde men telkens het
donderend geraas der neerploffende sneeuw
hoopen. Men kan zich den ungst der reizigers
voorstellen. Velen jammerden, anderen
zeiden gebeden op, slechts enkelen bleven
kalm. Eerst 's morgens tegen half 6 kwam
verademing, üe sneeuwval had opgehouden
en intusschen had op het andere spoor een
zware sneeuwploeg uit Gries ruim baan ge
maakt, maar was een eind verder ook blijven
steken. Dat spoor was echter nu tot Gries
vrij en daarom namen eenige moedige reizi
gers het besluit nit te stappen en te voet
naar Gries terug te wandelen, waar zjj zich
met spijs en drank konden versterken. De
meesten volgden later dat voorbeeld, maar de
overigen moesten op Oudejaarsdag tot den
middag wachten, alvorens een hulptrein nit
Innsbrück hen kwam afhalen, waarheen de
anderen Intusschen reeds waren teruggekeerd.
De berichten uit de zoo zwaar
geteisterde streken van Askabad wijzen er
op, dat van de stad Andidjan feitelijk niets
is over geblevenwat er van huizen nog
overeind bleef staan, is onbewoonbaar. De
drie hevigste aardschokken volgden elkaar
zoo snel op, dat er geen tijd was om ook
iets te redden. De ellende is onbeschrijfl.jk
wel is de hulp grootscheeps ingericht, regee-
j ring en particulieren werken om het hardst
I om te lenigen wat te lenigen valt, maar de
uitgestrektheid van dit ongeluk is zoo groot,
dat men nog moeilijk een overzicht kan ver
krijgen van den geheelen omvang van de
ramp.
Zijn hoofd verkocht. x
Een zekere Arthur Jennings, inwoner van
den Staat Colorado in Noord-Amerika, mag
zich verheugen in een hoofd van buitengewoon
grooten omvang.
De medische faculteit in zijn woonplaats
heeft zich gehaast, hem dit extra-ordinaire
hoofd af te koopen voor 6000 dollars, op
j voorwaarde evenwel, dat de „levering" zal
I worden uitgesteld tot na den dood van den
j eigenaar, en dat deze een derde deel van de
koopsom onmiddellijk zou ontvangen. Na zijn
dood krijgt zijn vrouw, indien zij hem over-
j leeft, de rest van het geld.
Iersche jury.
In Ierland doet zich herhaaldelijk een zeer
eigenaardig bezwaar voor tegen de jury in
strafzaken de dronkenschap van juryleden.
Zaterdag j 1. moest naar „Daily News"
meldt te Limerick de terechtzitting wor
den geschorst, omdat een der „jurysten"
stomdronken was. Kort te voren kon een
zitting niet doorgaan, omdat het gelijk
het openbaar ministerie meedeelde niet
gelukt was een voldoend aantal „geheel nuch
tere" leden der jury te vinden, nog wei uit
gegoede pachters. Vanwege de politie kwam
nog de boodschap, dat men drie juryleden,
wegens „kennelijken staat" naar het bureau
had moeten brengen.
Vrouwenbeweging op IJsland.
De Koning yan Denemarken heeft een be- J
sluit van den IJslandschen landdag goedge-
j keurd, waarbij aan de vrouwen wordt toe-
1 gestaan zich verkiesbaar te stellen voor de
gemeente- en districtsraden en voor posten
aan de praefectuur.
André Giron heeft Genève verlaten om
j zich voorloopig naar Lansanne te begeven,
waar hij denkt te blijven tot nader order
prinses Louise Antoinette zal te Genève
blijven. Dit besluit is genomen op raad
van den advocaat van liet tweetal gelief-
I den, om aldus den uitslag af te wachten
van het scheidingsproces, dat in Dresden
aanhangig is en binnen enkele weken
bekend kan worden gemaakt. Als reden
i hiervan mag men wel aannemen de mogelijk
heid, dat bij overlijden van den koning
van Saksen en de troonsbeklimming van den
kroonprins, nog vóór de beslissing in het
proces, de Zwitsersche Bondsraad de langere
aanwezigheid op Zwitsersch grondgebied der
kroonprinses dan koningin van Saksen
niet zou kunnen dulden, omdat zulk een ver
blijf met een minnaar een feit zou zijn, „be-
leedigend voor een bevriend vorst."
De afwezigheid van Giron voorkomt dus
zulk een mogelijkheid. Na de echtscheiding
komen de kroonprinses en Giron weer bij
elkaar, om zich naar het Zuiden van Frankrijk
en later naar Parijs te begeven.
De „Courrier de Eranconie", officieus orgaan
van het ToskaaDSche hof, bevat een artikel
over de rol, die aartshertog Jozef in opdracht
van den keizer van Oostenrijk bij zijn zuster,
de voortvluchtige kroonprinses, te Genève
heeft gespeeld. De Keizer zon de boodschap
hebben laten overbrengen, dat hij zijn eere
woord gaf, dat geen strafmaatregel tegen de
prinses zou worden genomen, indien ze terug
wilde_ keeren naar het Saksische hof en met
André Giron breken.
Indien de kroonprins weigerde haar gast
vrijheid te verleenen, zon de keizer haar ver
lof geven in een Oostenrijksche stad naar
keuze te komen wonen, uitgezonderd Weenen.
Bovendien zond hij haar de verzekering, dat
zij noch in een gesticht, noch in een klooster
zou worden opgesloten.
Toen de kroonprinses op deze voorstellen
antwoordde, dat zij met haar broer en Giron
overleg wilde plegen, trok aartshertog Jozef
zich terug, omdat hij weigerde beiden te zien
de prinses sloeg daarop de aanbiedingen des
Keizers af.
bij gelegenheid van het
van den
HOOFDPRIJS
Aangespannen Rijtuigen, Koeien,
Paarden, enz.