H. lOGBlHAAI.
GrafTBrsieriipD.
Hebt gij pijn
F. J. Doesburg,
Koelemeij
Zondag 1 Maart 1903.
DERDE BLAD.
MUZIEKINSTRUMENTEN,
ALKMAAR.
en CoMBimair 11 «ten,
KLOOSTERBALSEM,
F deNafuur-V/ollenl
[Ondergoederen l
47sU JaaigAAg Mo. JS14.
Tweede Kamer.
Spoorweg-staking.
V
Binnenlandsch Nieuws.
ADVKRTKNT1BN.
Pianostemmer, Schagen.
Voorbanden een ruime sorteering
Onderdeelen, Snaren, enz.
BLOEMISTERIJ, a. d. Geest, BLOEMENMAGAZIJN.
Doet uwe bestellingen van Bouquets,
losse Bloemen, Fantasiestukken, Kamer
planten, Tafeldecoratiën, enz., aan
bovenstaand adres. Speciaal ingericht
voor de Bouquetterie.
te AI. KM t.tH,
Kantoor; Breedstraat 49
beveelt zich aan tot het
koopen en verkoopen van
Efffcten, inwisselen van
Coupons en verder alles wat
op het Kassiersvak betrek
king heeft.
door rheumatiek, jicht,
kneuzingen, spierverrek-
k i n g e n, brand-, s n ij-, oude
en nieuwe wonden, dul-
delooze pijnen waaraan
men geen naam kan geven,
neem onverwijld
het onschatbare geneesmiddel, waar
door ieder verlost wordt van de
ondraaglijkste pijnen.
Prijs per pot 35 ct., 75 ct.,
f 1.20 en f2.50.
Iedere pot moet voorzien
zijn van een rooden band, waarop
de handteekening van den Generaal-
Agent L. I. AKKER voorkomt.
Verkrijgbaar te
SchagenJ. ROTGANS Anna Pau-
lownaWed. P. NEUVEL Van
Ewycksluis K. DE GRAAF; Kleine
Sluis H. JES en Gebr. DE JONG
St. Maartensbrug A. DE LEEUW;
Wieringen J. P. WIGBOUTKol-
horn W. POOL Wieringerwaard
J. VOS Kalverdijk Wed. J. BOE-
KEL Tuitjehorn H. STROOPER;
Warmenhuizen Wed. K. ZON en
C. BACKUM-Pastoors Schoorl
J.LOUTER; Bergen: Wed. J PRINS;
Z.-Scharwoude: VAN REE; Winkel:
J. BREEKER Hoogwoud: P. BOS;
Burgerbrug BREGMAN St. Maar
ten R. ZWAAN 't Zand K. TES-
SELAAR Wieringen (Den Oever):
ADR. EGEMANHeerhugowaard
J. VELDAnna Paulowna (Molen
vaart) P. KREIJGER.
Mr. Steenhouwer.
Hoef kade 942,
DEN HAAG.
SCHEER
Alicicei iiius-,
COURANT.
AiurlciüB- LaiflliivlUl
—o—o—
Door den Minister van Binnenlandsche
Zaken, Dr. A. Kuyper, zijn in de zitting van
Woensdag, 3 wetsontwerpen ingediend. De
minister zeide by de indiening het volgende
Mijnheer de Voorzitter
De Regeering meent aan een bestaand ver
langen tegemoet ie komen, door bij de inbren
ging van drie ontwerpen van wet, die ik de
eer had op nw tafel neer te leggen, eene
korte mededeeling te voegen. De stoornis,
einde Januari in het spoorwegverkeer teweeg
gebracht, overviel de Regeering geheel onver
hoeds. Niet het flauwste gerucht ervan was
vooraf tot eenig departement doorgedrongen.
Geheel onvoorbereid op verweer, greep des
wege de Regeering opzettelijk niet op het
eigen oogenblik in. Zoolang door ontstente
nis van middelen doortasten ondenkbaar was,
zou het kwaad verergerd, niet verbeterd zijn.
Toen echter de snelle, zij het dan ook verre
van gewenschte afloop van het eerste verzet
geen ontspanning bracht en de overmoed
zelfs in socialg en politieke bedreiging over
sloeg, requireerde de bevoegde autoriteit
krijgsvolk dat er niet was. Vandaar toen de
oproeping van een deel der militie, noodza
kelijk om verderen gruwel als van Durgerdam
te voorkomen, aan de driestheid ontzag in
te boezemen en aan de rustige burgers onder
alle standen dat gevoel van zekerheid te her
geven, dat hun een oogenblik begaf. Dank
zij dien maatregel is de toestand dan ook
feitelijk verbeterd, en lof komt aan de inge-
lijfden toe, die èn prompt opkwamen, èn fier
aan elke poging om hen tot verzaking van
plicht en schending van geweten te verlok
ken, weerstand boden. Doch al is zoodoende
de storm gaan liggen, nog niet alle wolken
dreven af. Immers, door deze staking zijn
leemten in onze staatsinrichting en in onze wet
geving aan het licht gekomen, waarin moet
worden voorzien. Ieder toch weet het nu,
omdat hij het voor oogen zag, hoe zulk een
spoorwegstaking met zoo menige gewone
werkstaking den naam ternauwernood gemeen
heeft. Er zijn tal van werkstakingen, die
geen ander karakter dragen dan van eene
economische worsteling tusschen patroons en
werklieden, en die economisch moeten wor
den beslecht.
Wat hier plaats greep, was een onbezonnen
aanslag op den hoofdfactor voor de levens
beweging der maatschappij, een onduldbare
belemmering, der overheid aangedaan in de
uitoefening van haar functiën, een opofferen
van de welvaart van heel een volk aan zucht
naar klasse-invloed, een machtsmiddel, nu
reeds geschikt gekeurd voor oefening van
politieke dwinglandij.
Tegen dit gevaar nu is drieërlei noodig
ten eerste moet onder de steeds beschikbare
hulpmiddelen van den Staat voortaan een
spoorbrigade worden opgenomen, die in geval
van nood 's Rijks dienst op de spoorwegen
verzekeren kan, doch dit is niet genoeg. Er
moet in de tweede plaats in het personeel
zelf een andere geest worden aangekweekt,
door aan grieven, die rechtmatig blijken,
recht te doen wedervaren. Te dien einde zal
een staatscommissie met enquête-bevoegdheid
de rechtspositie en de dienstvoorwaarden van
het personeel hebben te onderzoeken en voor
stellen moeten ontwerpenom voor nu en voor
de toekomst aan het personeel vastheid van
positie onder 'sRijks bescherming te verze
keren. Een onderzoek, te noodzakelijker, waar
in de derde plaats niet langer mag worden
uitgesteld om wat misdadig is, dan ook mis
drijf in ons recht te heeten, en zulks zoowel
om de persoonlijke vrijheid op het arbeidsveld
met beter waarborgen te omringen, als om
vast te stellen, dat er naast de openbare
ambten diensten ten behoeve van de publieke
zaak te verrichten zijn, waarbij niet elke
plichtsverzaking door de overheid straffeloos
kan worden geduld.
Voor elk dezer 3 maatregelen is de mede
werking der Kamer vereischt. De Regeering
doet ter verkrijging daarvan een ernstig beroep
op den steun van alle partijen in de Staten-
Generaal, die de wettige huisorde in den Staat
gehandhaafd willen zien. Reactie wil hier
niemand. Op de hervorming van onze sociale
toestanden blijft èn Regeering, èn Kamer
onveranderlijk aansturen, maar het schip van
Staat mag niet met ons gedoogen geënterd
worden. In het welbegrepen belang van alle
partijen moet het wettig gezag onverzwakt
worden gehandhaafd.
Na deze mededeeling was er eenige beweging
onder de leden.
Van de drie ingediende wetsontwerpen
strekt het eerste tot
aanvulling en wijziging van het
Wetboek van Strafrecht.
Voorgesteld wordt ten eerste invoeging van
een nieuw artikel 284bis Hij die een ander
door hinder of overlast, of door het bezigen
van middelen, geschikt om vrees aan te jagen,
wederrechtelijk dwingt iets te doen, niet te
doen of te dulden, wordt gestraft met ge
vangenisstraf van ten hoogste
drie maanden
of geldboete van ten hoogste honderd gulden.
Indien het misdrijf wordt gepleegd door
twee of uieer vereenigde personen, kan ge
vangenisstraf worden opgelegd van ten
hoogste
zes maanden
of geldboete van ten hoogste honderd gulden.
In verband hiermede wordt door een aan
vulling van art. 286 den strafrechter de be
voegdheid gegeven bij veroordeeling ter zake
van den wederrechtelijken dwang, omschreven
in de artikelen 284, 284bis en 285, le lid,
den schuldige te ontzetten van het
actief en het passief kiesrecht.
Ten tweede wordt voorgesteld invoering
van drie nieuwe artikelen 328bis, ter en
quaïer;
Art. 358bisDe ambtenaar of eenig ander
in eenigen openbaren dienst of eenig ander
in het openbaar spoorwegverkeer voortdurend
of tijdelijk werkzaam gesteld persoon, die,
met oogmerk om stremming in dien dienst
of in dat verkeer te veroorzaken, nalaat of,
wettig daartoe gelast, weigert, werkzaam
heden te verrichten, waartoe hij zich uit
drukkelijk of uit kracht van zijne dienst
betrekking heeft verbonden, wordt gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste
zes maanden,
of geldboete van ten hoogste drie honderd
gulden.
Art. 358 ter: Indien twee of meer personen
ten gevolge van samenspanning het misdrijf
plegen in het vorig artikel omschreven, wor
den de schuldigen, zoomede de leiders of
aanleggers der samenspanning, gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste
vier jaren.
Art. 358 quaterIndien het oogmerk bij
artikel 358 omschreven, wordt bereikt, wordt
gevangenisstraf opgelegd in het geval van
artikel 358 bis van ten hoogste
een jaar en zes maanden;
in het geval van artikel 358ter van ten
hoogste zes jaar.
Door een wijziging van art. 358 wordt den
strafrechter de bevoegdheid gegeven, bij ver
oordeeling ter zake van een der in de arti
kelen 358bis, 358ter en 358quater omschreven
misdrijven, den schuldige te ontzetten van
de rechten, vermeld in art. 28, no. 1—3
[het bekleeden van ambten of van bepaalde
ambten, het dienen bij de gewapende macht,
het actief en passief kiesrecht].
De slotbepaling luidtDeze wet treedt in
werking op den dag harer afkondiging.
Het tweede wetsontwerp strekt
tot verhooging van het Vllle hoofdstuk
[Oorlog] der Staatsbegrooting voor 1903 en
stelt voor, een spoorwegbrigade in 't leven
te roeper, welke't met behulp van het daartoe
behoorend personeel mogelijk zal zijn om in
buitengewone omstandigheden den
dienst op enkele hoofdlijnen,
zij het ook op beperkten voet, gaande te
houden of althans bij de uitvoering van
zoodanigen dienst krachtig te kunnen mede
werken.
In verband met een en ander wordt een
verhooging der begrooting voorgesteld met
f 6 0.000.
Het derde en laatste ontwerp strekt tot
het instellen van een
onderzoek ten aanzien van de rechtsverhou
dingen en de voorwaarden, waaronder
het personeel bij het spoorwegbedrijf
in dienst is.
I Het bepaalt
Artikel 1.
I Door Ons wordt eene Staatscommissie be-
noemd om een onderzoek in te stellen naar
I de rechtsverhoudingen en de voorwaarden,
I waarónder het personeel bij het spoorwegbe
drijf in dienst is, en naar de grieven, die tegen
beide bjj het personeel bestaan, en de vraag
te overwegen, of er, en zoo ja, welke wijzi
gingen in beide gewenscht zijn te achten,
en desvereischt voorstellen te doen, om zulke
wijzigingen op den meest doeltreffenden voet
in te voeren en voor de toekomst te waar
borgen.
—o-o—
j Zitting van Donderdag 26 Febr., geopend
te 3 7ï uur.
De tribunes zijn weer stampvol.
De Voorzitter deelt mede, dat de centr.
sectie nog besloten heeft, te doen onderzoeken,
na afloop der aanhangige ontwerpen, doch
niet vóór Dinsdag, de gisteren ingekomen
drie wetsontwerpen.
De heer Schaper bestrijdt die haast met
deze uitzonderingswetten. Het is niet ge
wenscht, dat het parlement onder ophitsing
der burgerbladen tot dadelijk onderzoek besluit.
De groote spanning, wat de Reg. wilde doen,
is nu voorbij. Veeleer zouden z. i. Dinsdag
de beide interpellatiën aan de orde kunnen
worden gesteld, vóór de behandeling dezer
wetten. Laten wij eerst zien, wat de heer
Mees heeft te zeggen vóórdat we overgaan
tot hetgeen de groote pers met haar ophit-
i sing heeft gewrocht.
j De heer Mees meent zijne interpellatie te
moeten handhaven. Spr. had zijne vragen
gisteren aan de Reg. medegedeeld. Ze zijn
welke aanleiding heeft de Reg. gehad om
voorbereid te zijn op werkstaking waarin
spoorwegen betrokken zouden zijn op welk
standpunt heeft de Reg. zich geplaatst, toen
i zij kennis kreeg van de gedeeltelijke staking
zijn er maatregelen genomen of in overwe
ging, om het geregeld spoorwegverkeer te
I verzekeren De derde vraag kan vervallen,
j maar de eerste twee kan hij handhaven.
De heer Borgesius blijft zich verzetten
tegen uitstel der interpellaties. Hij wenscht
voor te stellen, ze Dinsdag 11 uur aan de
orde te stellen.
De heer De Savornin Lohman meent dat
de toestand, waarin de Reg. wil voorzien, niet
langer mag duren dan volstrekt noodig is.
Of wij beschouwingen over hetgeen in Jan.
had moeten gebeuren, een paar dagen later
j krijgen, is tamelijk onverschillig, maar niet
onverschillig is, in den bestaanden toestand ten
1 spoedigste te voorzien. De Reg. kan dan ant-
woorden, terwijl wij verder in de sectiën
werken.
De heer Schaper meent, dat wat geschied
is, ook van belang is. Zoo'n verschrikkelijke
haast is er bij de wetten niet. Met de inter
pellaties kan men wel de spanning houden,
maar hoofdzaak is, dat er geen overhaasting
geschiede met de wetsontwerpen.
De heer Borgesius betreurt, dat de heer
Lohman zijn voorstel bestreed. Men moet van
de zaak geen politieke partijquaestie maken.
Spr. komt op tegen de bewering des heeren
Lohman. dat men dezerzijds niet zou willen
medewerken tot handhaving der rechtsorde.
Dat spr. dit niet zou willen, kan men niet
uit zjju voorstel afleiden. Spr. bedoelt geen
belangrijk uitstel der wetsontwerpen. Mis
schien loopen de interpellatiën in een dag af.
Bij de wet wordt toch gesproken over de
zaak en het is beter dat eerst licht worde
verspreid over hetgeen is voorafgegaan. De
Reg. heeft de ontwerpen ingediend als nood-
middelen. Spr. handhaaft zijn voorstel, en
hij zou wenschen, dat de Voorzitter morgen
de interpellaties aan de orde stelde.
De heer Van Kol wijst er op, dat deze
ontwerpen een kentering in de wetgeving
doen ontstaan. Hij betreurt, dat zelfs bij den
heer Lohman het gezond verstand en de
logica verloren gaan en dat hij niet begrijpt
dat men weten moet wat is voorafgegaan.
Wij beleven ernstige dagen de wetsontwer
pen kunnen van groot belang zijn. Waarom
nu afgeweken van de bekende langzame, be
daarde handelwijze Dan zou men werkelijk
kuunen zeggen de heeren hier hebben allen
tijd met sociale wetten, maar als er dwang-
wetten zijn, dan is er haast 1
De heer De Savornin Lohman meent, dat
het rationeeler ware de interpellaties te
houden bij de openbare behandeling der wets
ontwerpen. Vele leden zijn ongeprepareerd
voor die interpellaties,
i De heer Drucker zegt, dat de ontwerpen
in het nauwste verband staan met de ge-
j beurtenissen van Januari. Die feitelijke toe
standen nu kennen wij niet, maar de Reg.
alleen. Men zegge nieter hebben min of
meer officiëele mededeelingen in de dag
bladen gestaan, maar wij hebben alleen te
doen met de Regeeringsmededeelingen. Hij
vereenigt zich dus met het voorstel-Borgesius.
Het voorstel des heeren Borgesius om
Dinsdag 11 uur de interpellaties aan de orde te
stellen, wordt verworpen met 60 tegen 35 stem
men, zoodat Dinsdag 11 uur de ontwerpen
in de afdeelingen zullen worden behandeld.
Tégen alle leden linksvóór de geheele
rechterzijde.
De Voorzitter stelt voor, na sfloop daarvan
de interpellaties aan de orde te stellen.
De heer Borgesius stelt nu voor, morgen het
afdeelingsonderzoek te schorsen en dan de
interpellaties aan de orde te stellen.
De Voorzitter komt daartegen sterk op.
De heer Lohman eveneens. Tal van belang
rijke ontwerpen moeten in zijne afdeeling nog
onderzocht worden; waarom dat onderzoek
af te breken
Het voorstel des Voorzitters om de interpel
laties te behandelen na het onderzoek in de
sectiën, wordt aangenomen met 49 tegen 36
stemmen. Dientengevolge vervalt het voorstel-
Borgesius om de interpellaties morgen te
houden.
Daarna is de Kamer gescheiden. Hbd.
De interviewster geïnter
viewd.
Men schrijft aan De Echo
Door comité's van dames wordt in ver
schillende plaatsen van ons land een onder
zoek ingesteld naar de loonen, levensvoor
waarden, enz., der dienstboden. De dames
vervoegen zich daartoe aan de woningen der
meesteressen van dienstboden en nemen daar
de meisjes een verhoor af, dat uitteraard door
dringt tot alle kleinigheden van het huis
houden en de meer intieme omstandigheden
der mevrouwen.
Dezer dagen heeft een der dames een dienst
bode weer zulk een verhoor afgenomen. Zij
zal juist het huis verlaten, als mevrouw haar
in de gang ontmoet, en aan de meid naar
de tegenwoordigheid der dame in haar huis
vraagt.
Als de meid den naam der dame aan
haar mevrouw noemt, begrijpt deze zonder
nadere toelichting de reden van haar bezoek
en noodigt haar bij zich in haar huiskamer.
Nadat de mevrouw de dame beleefd heeft
verzocht plaats te nemen, neemt zij een
notitieboekje en potlood ter hand en begint
aan de dame te vragen
Wat is uw man, als ik u vragen mag?
M'n man Hoe vraagt u dat zoo M'n
man is(volgt de naam van een beroep).
j En wat verdient hij daarmee
Wat hij daarmee verdient?.... Maar
mevrouw. Hoe komt u erbij om dat te
vragen
Mevrouw (onverstoorbaar voortgaande).
En hoeveel kleedgeld krijgt u maande
lijks van uw man
Woedend staat de ondervraagde dame op
Ik heb genoeg van uw onbescheidenheden,
sist zij vuurrood haar ondervraagster toe. die, de
dame vriendelijk naar de deur geleidend, kalm
antwoordt
Onbescheidenheden?.... Maar m'n lieve
mevrouw, ik informeer naar uw huiselijke
omstandigheden ten minste nog by u per
soonlijk, terwijl n het passend vindt naar de
mjjne achter m'n rog om bij mijn dienstbode
te vragen. Misschien zult ge, weer kalm ge
worden, beter kunnen onderscheiden, wat on
beschaamder is hetgeen u huis aan huis doet,
of wat ik slechts éénmaal deed om u het
onbehoorlijke van uw gedrag onder het oog
te brengen.
De dame is aan het nadenken, zegt men.
De heer Staalman bedreigd.
In de „Christen-Democraat" doet de heer
Staalman mededeeling van de volgende,
19 Februari door het Prov. Comité van
antirev. kiesvereenigingen in Noord-Holland
aangenomen motie
„Het Prov. Comité van antirev. kiesver
eenigingen in N.-H. verklaart de houding
van den heer Staalman zóó flagrant in strijd
met diens plicht als antirevolutionnair, dat hjj,
tenzij hij komt tot erkenning van schuld,
niet langer als lid der antirevolutionnaire partij
erkend kan worden."
Carnaval te NIJMEGEN. Onder
het kijkgrage publiek in de straten bewogen
zich tusschen de gecostumeerden 8 spoorweg
conducteurs. „Kiek is, die binne verkleed as
staokers", riepen een paar jongens tot groot
vermaak der omstanders. Hbld.
Te GIETHOORN is een lei ver
kocht voor f 60. De schilder H. W. Mesdag
schetste daarop voor eenige jaren met een
griffel een zeegezicht.
De stofregen.
De directeur van de Rijks-Tuinbouwschool
te WAGENINGEN, dr. J. Th. Cattie, schrijft:
In verband met de verschillende berichten
uit onderscheidene streken van ons land,
betreffende den stofregen van jl. Zaterdag en
Zondag, kan het misschien van belang worden
geacht, mee te deslen, dat ook in Wager i igen
een dergelijke regen gevallen is op jl. Zondag
en het bezinksel van dien regen door mij
voorloopig is onderzocht. Uit het microsco
pisch onderzoek schijnt het mij toe, dat dit
stof waarschijnlijk in verband staat met de
vulkanische uitbarstingen op het eiland Mar-
tinique en dit stof als uiterst fijn verdeelde
lava moet beschouwd worden, die in de hoo-
gere luchtlagen is opgenomen geweest. Ook
j geruimen tijd na de vulkanische uitbarstingen
van Krakatau deed zich een dergelijk ver-
j schijnsel met aschregen in ons land voor.
Deze asch bevat geen organische stof, maar
is van zuiver mineralogischen aard. Mijn
onderzoek is nog niet ver genoeg gevorderd
om thans reeds te beslissen, dat deze stof
„lava" is, maar zeer waarschijnlijk acht ik
het thans wel.
LEMMER-ENKHUIZEN.
Den 1 Maart zal een stoombootdienst Lem
merEnkhuizen worden geopend. Met de
booten zullen treinen der H. iJ. S. M. in de
richting Amsterdam aansluiten, waardoor de
kortste verbinding tusschen Lemmer en Am
sterdam zal worden verkregen. De nieuwe
onderneming zal dus concurreeren met de
Holland—Friesland-lijn.
Wat om dezen tijd des jaars
zelden voorkomt, doet zich thans in ZEE
LAND vrij algemeen voor: n.1. gebrek aan
drinkwater. Verscheiden regenbakken zijn öf
geheel, óf bijna geheel ledig, zoodat het ge
mis van een waterleiding bij velen zich zeer
doet gevoelen.
Eene „kolonie" in FRIESLAND.
Wij vernemen, dat tengevolge van het optreden
van dr. Van Eeden in Friesland, aldaar eene
kolonie gesticht zal worden als „de Walden",
met dit onderscheid, dat geen gecultiveerde
grond, maar een stuk veengrond zal worden
aangekocht. Die giond zal eerst door de
kolonisten verveend worden, van de opbrengst
der turf zal het terrein worden drooggelegd
en in cultuur gebracht.
Een loter ij-q u a e s t i e.
Een zonderling geval heeft zich voorge
daan ten opzichte van de groote verloting,
gehouden te HAARLEMMERMEER. De
hoofdprijs, eene boerderij met 50 koeien of
20.000 gulden, is gevallen op No. 28943,
waarvan de houder zich spoedig heeft opge
daan. Thans doet het zonderlinge geval zich
voor, dat een tweede houder van dit nummer
zich voor het bezit van den hoofdprijs heeft
aangemeld. Beide nummers, na de commissie
der verloting gehoord ie hebben, zijn door
den burgemeester van Haarlemmermeer in
beslag genomen, om te onderzoeken of er
ook vervalsching heeft plaats gehad. Naar
men verneemt, heeft de houder van dit ver
dacht lot, dat van iemand gekocht voor
f 10.000 en hierop reeds tegen quitantie
betaald f1000.
Uit GRONINGEN meldt men
van Dinsdagavond
Er zou hier hedenavond een demonstratie
van miliciens gehouden worden, die vrijwel
mislukt is.
Het geval is zoo. De overste had bevolen,
dat de miliciens in deze dagen hun oude klee-
ren moesten dragen. Deze zuinigheidsmaat
regel had ontevredenheid, vooral onder de
miliciens van de lichtingen 1900 en 1901, die
slechts één behoorlijke korte jas hebben een
kapotjas, welke al heel wat heeft meegemaakt
en er dus niet fashionable uitziet. De mili
ciens van de jongste lichting [1902] hebben
twee korte jassen, waarvan zij de minst
goede moeten dragen. In de eerste dagen had
men blijkbaar de hand een weinig gelicht
met dit voorschrift, doch vandaag was last
gegeven, streng toe te zien op de naleving
ervan. Vandaar de ontevredenheid.
Besloten werd, dat men bij wijze van
protest tegen den maatregel hedenavond om
half elf in de Heerestraat zou aantreden en
en corps naar de kazerne zou trekken met
brandende pijpen in den mond. Er verschenen
echter betrekkelijk weinigen op het appèl,
en van die weinigen droegen de meesten een
korte jas, en slechts een heel enkele was
met een pijp gewapend. Die weinigen trok
ken in ongeregelde orde naar de kazerne,
vergezeld door eenige belangstellenden, die
op den stillen Heereweg nu en dan een
socialistisch lied aanhieven.
Reparatien aan alle muz.-instr.
worden solied en billijk uitgevoerd.
MUZIEK VAN ALLE UITGAVEN,
desverkiezend ter inzage te bekomen.
SJV Muziekonderwijs op verschillende
instrumentenop verlangen lessen
aan huis.
H. G. PREIJEB,
ï5lonoiïn3h7g[jTgfll^töfogi^giföt
Generaal-Agent L. I. AKKER,
V'an Alkemadestraat 11Rotter dam.
(/fdbrieks-Merk
van