H. lOGBlHAAI. GrafTBrsieriipD. Hebt gij pijn F. J. Doesburg, Koelemeij Zondag 1 Maart 1903. DERDE BLAD. MUZIEKINSTRUMENTEN, ALKMAAR. en CoMBimair 11 «ten, KLOOSTERBALSEM, F deNafuur-V/ollenl [Ondergoederen l 47sU JaaigAAg Mo. JS14. Tweede Kamer. Spoorweg-staking. V Binnenlandsch Nieuws. ADVKRTKNT1BN. Pianostemmer, Schagen. Voorbanden een ruime sorteering Onderdeelen, Snaren, enz. BLOEMISTERIJ, a. d. Geest, BLOEMENMAGAZIJN. Doet uwe bestellingen van Bouquets, losse Bloemen, Fantasiestukken, Kamer planten, Tafeldecoratiën, enz., aan bovenstaand adres. Speciaal ingericht voor de Bouquetterie. te AI. KM t.tH, Kantoor; Breedstraat 49 beveelt zich aan tot het koopen en verkoopen van Efffcten, inwisselen van Coupons en verder alles wat op het Kassiersvak betrek king heeft. door rheumatiek, jicht, kneuzingen, spierverrek- k i n g e n, brand-, s n ij-, oude en nieuwe wonden, dul- delooze pijnen waaraan men geen naam kan geven, neem onverwijld het onschatbare geneesmiddel, waar door ieder verlost wordt van de ondraaglijkste pijnen. Prijs per pot 35 ct., 75 ct., f 1.20 en f2.50. Iedere pot moet voorzien zijn van een rooden band, waarop de handteekening van den Generaal- Agent L. I. AKKER voorkomt. Verkrijgbaar te SchagenJ. ROTGANS Anna Pau- lownaWed. P. NEUVEL Van Ewycksluis K. DE GRAAF; Kleine Sluis H. JES en Gebr. DE JONG St. Maartensbrug A. DE LEEUW; Wieringen J. P. WIGBOUTKol- horn W. POOL Wieringerwaard J. VOS Kalverdijk Wed. J. BOE- KEL Tuitjehorn H. STROOPER; Warmenhuizen Wed. K. ZON en C. BACKUM-Pastoors Schoorl J.LOUTER; Bergen: Wed. J PRINS; Z.-Scharwoude: VAN REE; Winkel: J. BREEKER Hoogwoud: P. BOS; Burgerbrug BREGMAN St. Maar ten R. ZWAAN 't Zand K. TES- SELAAR Wieringen (Den Oever): ADR. EGEMANHeerhugowaard J. VELDAnna Paulowna (Molen vaart) P. KREIJGER. Mr. Steenhouwer. Hoef kade 942, DEN HAAG. SCHEER Alicicei iiius-, COURANT. AiurlciüB- LaiflliivlUl —o—o— Door den Minister van Binnenlandsche Zaken, Dr. A. Kuyper, zijn in de zitting van Woensdag, 3 wetsontwerpen ingediend. De minister zeide by de indiening het volgende Mijnheer de Voorzitter De Regeering meent aan een bestaand ver langen tegemoet ie komen, door bij de inbren ging van drie ontwerpen van wet, die ik de eer had op nw tafel neer te leggen, eene korte mededeeling te voegen. De stoornis, einde Januari in het spoorwegverkeer teweeg gebracht, overviel de Regeering geheel onver hoeds. Niet het flauwste gerucht ervan was vooraf tot eenig departement doorgedrongen. Geheel onvoorbereid op verweer, greep des wege de Regeering opzettelijk niet op het eigen oogenblik in. Zoolang door ontstente nis van middelen doortasten ondenkbaar was, zou het kwaad verergerd, niet verbeterd zijn. Toen echter de snelle, zij het dan ook verre van gewenschte afloop van het eerste verzet geen ontspanning bracht en de overmoed zelfs in socialg en politieke bedreiging over sloeg, requireerde de bevoegde autoriteit krijgsvolk dat er niet was. Vandaar toen de oproeping van een deel der militie, noodza kelijk om verderen gruwel als van Durgerdam te voorkomen, aan de driestheid ontzag in te boezemen en aan de rustige burgers onder alle standen dat gevoel van zekerheid te her geven, dat hun een oogenblik begaf. Dank zij dien maatregel is de toestand dan ook feitelijk verbeterd, en lof komt aan de inge- lijfden toe, die èn prompt opkwamen, èn fier aan elke poging om hen tot verzaking van plicht en schending van geweten te verlok ken, weerstand boden. Doch al is zoodoende de storm gaan liggen, nog niet alle wolken dreven af. Immers, door deze staking zijn leemten in onze staatsinrichting en in onze wet geving aan het licht gekomen, waarin moet worden voorzien. Ieder toch weet het nu, omdat hij het voor oogen zag, hoe zulk een spoorwegstaking met zoo menige gewone werkstaking den naam ternauwernood gemeen heeft. Er zijn tal van werkstakingen, die geen ander karakter dragen dan van eene economische worsteling tusschen patroons en werklieden, en die economisch moeten wor den beslecht. Wat hier plaats greep, was een onbezonnen aanslag op den hoofdfactor voor de levens beweging der maatschappij, een onduldbare belemmering, der overheid aangedaan in de uitoefening van haar functiën, een opofferen van de welvaart van heel een volk aan zucht naar klasse-invloed, een machtsmiddel, nu reeds geschikt gekeurd voor oefening van politieke dwinglandij. Tegen dit gevaar nu is drieërlei noodig ten eerste moet onder de steeds beschikbare hulpmiddelen van den Staat voortaan een spoorbrigade worden opgenomen, die in geval van nood 's Rijks dienst op de spoorwegen verzekeren kan, doch dit is niet genoeg. Er moet in de tweede plaats in het personeel zelf een andere geest worden aangekweekt, door aan grieven, die rechtmatig blijken, recht te doen wedervaren. Te dien einde zal een staatscommissie met enquête-bevoegdheid de rechtspositie en de dienstvoorwaarden van het personeel hebben te onderzoeken en voor stellen moeten ontwerpenom voor nu en voor de toekomst aan het personeel vastheid van positie onder 'sRijks bescherming te verze keren. Een onderzoek, te noodzakelijker, waar in de derde plaats niet langer mag worden uitgesteld om wat misdadig is, dan ook mis drijf in ons recht te heeten, en zulks zoowel om de persoonlijke vrijheid op het arbeidsveld met beter waarborgen te omringen, als om vast te stellen, dat er naast de openbare ambten diensten ten behoeve van de publieke zaak te verrichten zijn, waarbij niet elke plichtsverzaking door de overheid straffeloos kan worden geduld. Voor elk dezer 3 maatregelen is de mede werking der Kamer vereischt. De Regeering doet ter verkrijging daarvan een ernstig beroep op den steun van alle partijen in de Staten- Generaal, die de wettige huisorde in den Staat gehandhaafd willen zien. Reactie wil hier niemand. Op de hervorming van onze sociale toestanden blijft èn Regeering, èn Kamer onveranderlijk aansturen, maar het schip van Staat mag niet met ons gedoogen geënterd worden. In het welbegrepen belang van alle partijen moet het wettig gezag onverzwakt worden gehandhaafd. Na deze mededeeling was er eenige beweging onder de leden. Van de drie ingediende wetsontwerpen strekt het eerste tot aanvulling en wijziging van het Wetboek van Strafrecht. Voorgesteld wordt ten eerste invoeging van een nieuw artikel 284bis Hij die een ander door hinder of overlast, of door het bezigen van middelen, geschikt om vrees aan te jagen, wederrechtelijk dwingt iets te doen, niet te doen of te dulden, wordt gestraft met ge vangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste honderd gulden. Indien het misdrijf wordt gepleegd door twee of uieer vereenigde personen, kan ge vangenisstraf worden opgelegd van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste honderd gulden. In verband hiermede wordt door een aan vulling van art. 286 den strafrechter de be voegdheid gegeven bij veroordeeling ter zake van den wederrechtelijken dwang, omschreven in de artikelen 284, 284bis en 285, le lid, den schuldige te ontzetten van het actief en het passief kiesrecht. Ten tweede wordt voorgesteld invoering van drie nieuwe artikelen 328bis, ter en quaïer; Art. 358bisDe ambtenaar of eenig ander in eenigen openbaren dienst of eenig ander in het openbaar spoorwegverkeer voortdurend of tijdelijk werkzaam gesteld persoon, die, met oogmerk om stremming in dien dienst of in dat verkeer te veroorzaken, nalaat of, wettig daartoe gelast, weigert, werkzaam heden te verrichten, waartoe hij zich uit drukkelijk of uit kracht van zijne dienst betrekking heeft verbonden, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden, of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden. Art. 358 ter: Indien twee of meer personen ten gevolge van samenspanning het misdrijf plegen in het vorig artikel omschreven, wor den de schuldigen, zoomede de leiders of aanleggers der samenspanning, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren. Art. 358 quaterIndien het oogmerk bij artikel 358 omschreven, wordt bereikt, wordt gevangenisstraf opgelegd in het geval van artikel 358 bis van ten hoogste een jaar en zes maanden; in het geval van artikel 358ter van ten hoogste zes jaar. Door een wijziging van art. 358 wordt den strafrechter de bevoegdheid gegeven, bij ver oordeeling ter zake van een der in de arti kelen 358bis, 358ter en 358quater omschreven misdrijven, den schuldige te ontzetten van de rechten, vermeld in art. 28, no. 1—3 [het bekleeden van ambten of van bepaalde ambten, het dienen bij de gewapende macht, het actief en passief kiesrecht]. De slotbepaling luidtDeze wet treedt in werking op den dag harer afkondiging. Het tweede wetsontwerp strekt tot verhooging van het Vllle hoofdstuk [Oorlog] der Staatsbegrooting voor 1903 en stelt voor, een spoorwegbrigade in 't leven te roeper, welke't met behulp van het daartoe behoorend personeel mogelijk zal zijn om in buitengewone omstandigheden den dienst op enkele hoofdlijnen, zij het ook op beperkten voet, gaande te houden of althans bij de uitvoering van zoodanigen dienst krachtig te kunnen mede werken. In verband met een en ander wordt een verhooging der begrooting voorgesteld met f 6 0.000. Het derde en laatste ontwerp strekt tot het instellen van een onderzoek ten aanzien van de rechtsverhou dingen en de voorwaarden, waaronder het personeel bij het spoorwegbedrijf in dienst is. I Het bepaalt Artikel 1. I Door Ons wordt eene Staatscommissie be- noemd om een onderzoek in te stellen naar I de rechtsverhoudingen en de voorwaarden, I waarónder het personeel bij het spoorwegbe drijf in dienst is, en naar de grieven, die tegen beide bjj het personeel bestaan, en de vraag te overwegen, of er, en zoo ja, welke wijzi gingen in beide gewenscht zijn te achten, en desvereischt voorstellen te doen, om zulke wijzigingen op den meest doeltreffenden voet in te voeren en voor de toekomst te waar borgen. —o-o— j Zitting van Donderdag 26 Febr., geopend te 3 7ï uur. De tribunes zijn weer stampvol. De Voorzitter deelt mede, dat de centr. sectie nog besloten heeft, te doen onderzoeken, na afloop der aanhangige ontwerpen, doch niet vóór Dinsdag, de gisteren ingekomen drie wetsontwerpen. De heer Schaper bestrijdt die haast met deze uitzonderingswetten. Het is niet ge wenscht, dat het parlement onder ophitsing der burgerbladen tot dadelijk onderzoek besluit. De groote spanning, wat de Reg. wilde doen, is nu voorbij. Veeleer zouden z. i. Dinsdag de beide interpellatiën aan de orde kunnen worden gesteld, vóór de behandeling dezer wetten. Laten wij eerst zien, wat de heer Mees heeft te zeggen vóórdat we overgaan tot hetgeen de groote pers met haar ophit- i sing heeft gewrocht. j De heer Mees meent zijne interpellatie te moeten handhaven. Spr. had zijne vragen gisteren aan de Reg. medegedeeld. Ze zijn welke aanleiding heeft de Reg. gehad om voorbereid te zijn op werkstaking waarin spoorwegen betrokken zouden zijn op welk standpunt heeft de Reg. zich geplaatst, toen i zij kennis kreeg van de gedeeltelijke staking zijn er maatregelen genomen of in overwe ging, om het geregeld spoorwegverkeer te I verzekeren De derde vraag kan vervallen, j maar de eerste twee kan hij handhaven. De heer Borgesius blijft zich verzetten tegen uitstel der interpellaties. Hij wenscht voor te stellen, ze Dinsdag 11 uur aan de orde te stellen. De heer De Savornin Lohman meent dat de toestand, waarin de Reg. wil voorzien, niet langer mag duren dan volstrekt noodig is. Of wij beschouwingen over hetgeen in Jan. had moeten gebeuren, een paar dagen later j krijgen, is tamelijk onverschillig, maar niet onverschillig is, in den bestaanden toestand ten 1 spoedigste te voorzien. De Reg. kan dan ant- woorden, terwijl wij verder in de sectiën werken. De heer Schaper meent, dat wat geschied is, ook van belang is. Zoo'n verschrikkelijke haast is er bij de wetten niet. Met de inter pellaties kan men wel de spanning houden, maar hoofdzaak is, dat er geen overhaasting geschiede met de wetsontwerpen. De heer Borgesius betreurt, dat de heer Lohman zijn voorstel bestreed. Men moet van de zaak geen politieke partijquaestie maken. Spr. komt op tegen de bewering des heeren Lohman. dat men dezerzijds niet zou willen medewerken tot handhaving der rechtsorde. Dat spr. dit niet zou willen, kan men niet uit zjju voorstel afleiden. Spr. bedoelt geen belangrijk uitstel der wetsontwerpen. Mis schien loopen de interpellatiën in een dag af. Bij de wet wordt toch gesproken over de zaak en het is beter dat eerst licht worde verspreid over hetgeen is voorafgegaan. De Reg. heeft de ontwerpen ingediend als nood- middelen. Spr. handhaaft zijn voorstel, en hij zou wenschen, dat de Voorzitter morgen de interpellaties aan de orde stelde. De heer Van Kol wijst er op, dat deze ontwerpen een kentering in de wetgeving doen ontstaan. Hij betreurt, dat zelfs bij den heer Lohman het gezond verstand en de logica verloren gaan en dat hij niet begrijpt dat men weten moet wat is voorafgegaan. Wij beleven ernstige dagen de wetsontwer pen kunnen van groot belang zijn. Waarom nu afgeweken van de bekende langzame, be daarde handelwijze Dan zou men werkelijk kuunen zeggen de heeren hier hebben allen tijd met sociale wetten, maar als er dwang- wetten zijn, dan is er haast 1 De heer De Savornin Lohman meent, dat het rationeeler ware de interpellaties te houden bij de openbare behandeling der wets ontwerpen. Vele leden zijn ongeprepareerd voor die interpellaties, i De heer Drucker zegt, dat de ontwerpen in het nauwste verband staan met de ge- j beurtenissen van Januari. Die feitelijke toe standen nu kennen wij niet, maar de Reg. alleen. Men zegge nieter hebben min of meer officiëele mededeelingen in de dag bladen gestaan, maar wij hebben alleen te doen met de Regeeringsmededeelingen. Hij vereenigt zich dus met het voorstel-Borgesius. Het voorstel des heeren Borgesius om Dinsdag 11 uur de interpellaties aan de orde te stellen, wordt verworpen met 60 tegen 35 stem men, zoodat Dinsdag 11 uur de ontwerpen in de afdeelingen zullen worden behandeld. Tégen alle leden linksvóór de geheele rechterzijde. De Voorzitter stelt voor, na sfloop daarvan de interpellaties aan de orde te stellen. De heer Borgesius stelt nu voor, morgen het afdeelingsonderzoek te schorsen en dan de interpellaties aan de orde te stellen. De Voorzitter komt daartegen sterk op. De heer Lohman eveneens. Tal van belang rijke ontwerpen moeten in zijne afdeeling nog onderzocht worden; waarom dat onderzoek af te breken Het voorstel des Voorzitters om de interpel laties te behandelen na het onderzoek in de sectiën, wordt aangenomen met 49 tegen 36 stemmen. Dientengevolge vervalt het voorstel- Borgesius om de interpellaties morgen te houden. Daarna is de Kamer gescheiden. Hbd. De interviewster geïnter viewd. Men schrijft aan De Echo Door comité's van dames wordt in ver schillende plaatsen van ons land een onder zoek ingesteld naar de loonen, levensvoor waarden, enz., der dienstboden. De dames vervoegen zich daartoe aan de woningen der meesteressen van dienstboden en nemen daar de meisjes een verhoor af, dat uitteraard door dringt tot alle kleinigheden van het huis houden en de meer intieme omstandigheden der mevrouwen. Dezer dagen heeft een der dames een dienst bode weer zulk een verhoor afgenomen. Zij zal juist het huis verlaten, als mevrouw haar in de gang ontmoet, en aan de meid naar de tegenwoordigheid der dame in haar huis vraagt. Als de meid den naam der dame aan haar mevrouw noemt, begrijpt deze zonder nadere toelichting de reden van haar bezoek en noodigt haar bij zich in haar huiskamer. Nadat de mevrouw de dame beleefd heeft verzocht plaats te nemen, neemt zij een notitieboekje en potlood ter hand en begint aan de dame te vragen Wat is uw man, als ik u vragen mag? M'n man Hoe vraagt u dat zoo M'n man is(volgt de naam van een beroep). j En wat verdient hij daarmee Wat hij daarmee verdient?.... Maar mevrouw. Hoe komt u erbij om dat te vragen Mevrouw (onverstoorbaar voortgaande). En hoeveel kleedgeld krijgt u maande lijks van uw man Woedend staat de ondervraagde dame op Ik heb genoeg van uw onbescheidenheden, sist zij vuurrood haar ondervraagster toe. die, de dame vriendelijk naar de deur geleidend, kalm antwoordt Onbescheidenheden?.... Maar m'n lieve mevrouw, ik informeer naar uw huiselijke omstandigheden ten minste nog by u per soonlijk, terwijl n het passend vindt naar de mjjne achter m'n rog om bij mijn dienstbode te vragen. Misschien zult ge, weer kalm ge worden, beter kunnen onderscheiden, wat on beschaamder is hetgeen u huis aan huis doet, of wat ik slechts éénmaal deed om u het onbehoorlijke van uw gedrag onder het oog te brengen. De dame is aan het nadenken, zegt men. De heer Staalman bedreigd. In de „Christen-Democraat" doet de heer Staalman mededeeling van de volgende, 19 Februari door het Prov. Comité van antirev. kiesvereenigingen in Noord-Holland aangenomen motie „Het Prov. Comité van antirev. kiesver eenigingen in N.-H. verklaart de houding van den heer Staalman zóó flagrant in strijd met diens plicht als antirevolutionnair, dat hjj, tenzij hij komt tot erkenning van schuld, niet langer als lid der antirevolutionnaire partij erkend kan worden." Carnaval te NIJMEGEN. Onder het kijkgrage publiek in de straten bewogen zich tusschen de gecostumeerden 8 spoorweg conducteurs. „Kiek is, die binne verkleed as staokers", riepen een paar jongens tot groot vermaak der omstanders. Hbld. Te GIETHOORN is een lei ver kocht voor f 60. De schilder H. W. Mesdag schetste daarop voor eenige jaren met een griffel een zeegezicht. De stofregen. De directeur van de Rijks-Tuinbouwschool te WAGENINGEN, dr. J. Th. Cattie, schrijft: In verband met de verschillende berichten uit onderscheidene streken van ons land, betreffende den stofregen van jl. Zaterdag en Zondag, kan het misschien van belang worden geacht, mee te deslen, dat ook in Wager i igen een dergelijke regen gevallen is op jl. Zondag en het bezinksel van dien regen door mij voorloopig is onderzocht. Uit het microsco pisch onderzoek schijnt het mij toe, dat dit stof waarschijnlijk in verband staat met de vulkanische uitbarstingen op het eiland Mar- tinique en dit stof als uiterst fijn verdeelde lava moet beschouwd worden, die in de hoo- gere luchtlagen is opgenomen geweest. Ook j geruimen tijd na de vulkanische uitbarstingen van Krakatau deed zich een dergelijk ver- j schijnsel met aschregen in ons land voor. Deze asch bevat geen organische stof, maar is van zuiver mineralogischen aard. Mijn onderzoek is nog niet ver genoeg gevorderd om thans reeds te beslissen, dat deze stof „lava" is, maar zeer waarschijnlijk acht ik het thans wel. LEMMER-ENKHUIZEN. Den 1 Maart zal een stoombootdienst Lem merEnkhuizen worden geopend. Met de booten zullen treinen der H. iJ. S. M. in de richting Amsterdam aansluiten, waardoor de kortste verbinding tusschen Lemmer en Am sterdam zal worden verkregen. De nieuwe onderneming zal dus concurreeren met de Holland—Friesland-lijn. Wat om dezen tijd des jaars zelden voorkomt, doet zich thans in ZEE LAND vrij algemeen voor: n.1. gebrek aan drinkwater. Verscheiden regenbakken zijn öf geheel, óf bijna geheel ledig, zoodat het ge mis van een waterleiding bij velen zich zeer doet gevoelen. Eene „kolonie" in FRIESLAND. Wij vernemen, dat tengevolge van het optreden van dr. Van Eeden in Friesland, aldaar eene kolonie gesticht zal worden als „de Walden", met dit onderscheid, dat geen gecultiveerde grond, maar een stuk veengrond zal worden aangekocht. Die giond zal eerst door de kolonisten verveend worden, van de opbrengst der turf zal het terrein worden drooggelegd en in cultuur gebracht. Een loter ij-q u a e s t i e. Een zonderling geval heeft zich voorge daan ten opzichte van de groote verloting, gehouden te HAARLEMMERMEER. De hoofdprijs, eene boerderij met 50 koeien of 20.000 gulden, is gevallen op No. 28943, waarvan de houder zich spoedig heeft opge daan. Thans doet het zonderlinge geval zich voor, dat een tweede houder van dit nummer zich voor het bezit van den hoofdprijs heeft aangemeld. Beide nummers, na de commissie der verloting gehoord ie hebben, zijn door den burgemeester van Haarlemmermeer in beslag genomen, om te onderzoeken of er ook vervalsching heeft plaats gehad. Naar men verneemt, heeft de houder van dit ver dacht lot, dat van iemand gekocht voor f 10.000 en hierop reeds tegen quitantie betaald f1000. Uit GRONINGEN meldt men van Dinsdagavond Er zou hier hedenavond een demonstratie van miliciens gehouden worden, die vrijwel mislukt is. Het geval is zoo. De overste had bevolen, dat de miliciens in deze dagen hun oude klee- ren moesten dragen. Deze zuinigheidsmaat regel had ontevredenheid, vooral onder de miliciens van de lichtingen 1900 en 1901, die slechts één behoorlijke korte jas hebben een kapotjas, welke al heel wat heeft meegemaakt en er dus niet fashionable uitziet. De mili ciens van de jongste lichting [1902] hebben twee korte jassen, waarvan zij de minst goede moeten dragen. In de eerste dagen had men blijkbaar de hand een weinig gelicht met dit voorschrift, doch vandaag was last gegeven, streng toe te zien op de naleving ervan. Vandaar de ontevredenheid. Besloten werd, dat men bij wijze van protest tegen den maatregel hedenavond om half elf in de Heerestraat zou aantreden en en corps naar de kazerne zou trekken met brandende pijpen in den mond. Er verschenen echter betrekkelijk weinigen op het appèl, en van die weinigen droegen de meesten een korte jas, en slechts een heel enkele was met een pijp gewapend. Die weinigen trok ken in ongeregelde orde naar de kazerne, vergezeld door eenige belangstellenden, die op den stillen Heereweg nu en dan een socialistisch lied aanhieven. Reparatien aan alle muz.-instr. worden solied en billijk uitgevoerd. MUZIEK VAN ALLE UITGAVEN, desverkiezend ter inzage te bekomen. SJV Muziekonderwijs op verschillende instrumentenop verlangen lessen aan huis. H. G. PREIJEB, ï5lonoiïn3h7g[jTgfll^töfogi^giföt Generaal-Agent L. I. AKKER, V'an Alkemadestraat 11Rotter dam. (/fdbrieks-Merk van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1903 | | pagina 9