feuilleton.
Donderdag 5 Maart i90Ü.
4?«U J flo. #815.
COURANT.
ilmlïlllfr k LllÜllllUI
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst,.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
BureaufeCMAfiüS, ÏLa&n, 15 4.
Uitgever1P. TRAPMAN,
lede werk er <1. W 1 k E L.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderliilro nummers 5 Cent.
AD VERTEN TIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij dit nummer behoort een bijvoegsel.
Binnenlandsch Nieuws.
Voor eon goede 60 man sprak
Zondagavond te NIEUWE NIEDORP in het
lokaal van den heer C. Kooiman de heer J.
Breebaart Jz. van Winkel, op uitnood.iging
van de Volkskiesvereeniging „Burgerrecht",
over Arbeiders-pensionneering en r.og enkele
onderwerpen, van belang voor den werkman.
Dat er nu heel wat ineer publiek was, dan
toen hij den vorigen keer optrad, zal wellicht
voor een deel zijn toe te schrijven aan de
gebeurtenissen van de laatste weken, maar
zeker voor een groot deel ook aan de wijze
waarop de spreker gewoon is, zich van zijn
taak te kwijten. Hij heeft veel voor boven
de meeste sprekers in volksvergaderingen. In
de eerste plaats is hij arbeider, of althans
altijd arbeider geweest. Hij heeft in groote
steden gewoond, zoo goed als op het platte
land hij heeft gewerkt' in groote fabrieken
en in de mijnen, en hij .kan dus over de ver
schillende arbeiderstoestonden meepraten.
Hij heeft ze zelf beleefd. Het is aangenamer
zich van hèm de les te laten lezen, dan van
chique heeren, wier inkomen in den regel een
of meer duizenden guldens bedraagt en die de
arbeiderstoestanden, hoe autoritair zij er ook
over spreken, niet anders kennen, dan in hoofd
zaak uit boekjes of kranten.
In de tweede plaats spreekt hij zoo'n heelen
avond voor 't vuistje weg met een radheid
en gemakkelijkheid en met een ruimen voor
raad glossen, die vele van zijn collega's [om
van anderen niet te spreken] hem terecht
kunnen benjjden.
En in de derde, maar zeker niet de laatste
plaatshij blijft steeds consequent in zijn
beginselgeen personen te bestrijden, maar
stelsels. Hoe dikwijls ziet men niet, dat z. g.
volksleiders niet beter weten te doen, dan nu
dezen, dan genen, liefst met name genoemden
persoon, hetzij een minister, een burgemeester,
een kamerlid of wat dan ook, opzettelijk
bespottelijk te maken en in een kwaad dag
licht te stellen, aldus werkende op den
gemeenen hartstocht, den persoonlijken haat,
zonder welken zij blijkbaar gevoelen niets te
kunnen uitrichten; aldus huijne toehoorders
verlagende tot honden, die zij aanhitsen op
bepaalde personen, die hun in het vaarwater
komen.
De heer Breebaart spreekt niet over bepaald»
personen, en als hij al den een of anderen naam
noemt, dan verzuimt bij zelden of nooit, er
onmiddellijk bij te voegen, dat niet dien per
soon een verwijt mag treffen, maar de maat
schappij, die gedoogt, wat die persoon voor
verkeerds doet of nalaat. Dat belet hem
natuurlijk niet, om zijn sociaal-democratische
meeningen te uiten zonder iets onder stoelen ot
banken te steken, of er doekjes om te winden.
Spr. betoogde de wenschelijkheid en de nood
zakelijkheid van een pensioen uit de staatskas
voor den ouden werkman, zonder dat deze
premie betaalt. Wat Heldt dus-indertijd voor
stelde, dat bijv. een werkman die f 400 ver
dient 20 ct. per week betaalt, waarvoor bij
dan op 65-jarigen leeftijd een pensioen van
f 87 per jaar zal genieten, is geheel onvol
doende. Het loön is veel te laag, om daarvan
no»- 20 cent per week premie te betalen. Da
leeftijd van 65 jaar wordt dikwijls niet of
ternauwernood bereikt en van f 87 per jaar
kan niemand leven. Neen, de kosten van het
pensioen moeten niet verhaald worden op het
toch al te lage loon der werklieden, maar
kunnen en moeten gevonden worden door
bezuiniging der uitgaven voor het militaris
me, belasting op de goederen in de doode
hand en verhooging der successie-rechten hij
erfenissen in de zijlinie. Andere redenen om
het geld voor de pensioenen te zoeken daar,
waar het 't best gemist kan worden, waren
nog ie. dat een arbeider soms een tijdlang niet
bij anderen in dienst, is en dus tijdelijk geen pre
mie zou betalen, wat tot gevolg kon hebben, dat
de man per slot van rekening tocb nog geen
of weinig pensioen genoot2e. dat het ook
onbillijk is, de premie by v. voor de helft door
den patroon te doen meebetalen, omdat dan
zoovelen, die toch al meer dan te veel geld
hebben, er niets aan bijdragen, alleen omdat
zij geen personeel in dienst hebbeu 3e. dat
betaling der premie alleen door den patroon
oorzaak zou zijn van misbruiken, doordat
soms de patroon zon trachten, de premie op
het loon van den werkman te verhalen en
dat in dit geval het pensioen waarschijnlijk
ook te gering zou zijn. Alleen van den rijkdom
moest het dus komen, en dat kan nog wel
als men wist, dat onzo groot-kapitalisten in de
1 laatste 5 jaar 252 millioen hebben weggeleg-d. j
De Ongevallenwet besprekende, wees Spr.
op de onbillijkheid, dat de landarbeiders en vis- i
sobers bij een ongeluk geen nitkëering kri]gen, j
Verbetering van ai beidersvvoningtoestanden, i
i in hoofdzaak in de stad, rnaar toch ook op j
het platteland, was dringend noodig, evenals I
uitbreiding van het onteigeningsreciit, waar-
door de gemeenten de beschikking kregöh over
de bouwterreinen, zoodat de arbeiderswonin-
j gen daarop niet zoo klein en duur behoefden
te zijn.
i Verder keurde Spr. de mi ingediende „Rus
sische" wetten af, die men te baat nam, om
den arbeiders een wapen uit de hand te slaan.
1 De tijdsstroom was echter niet te keeron. Wat
nu gebeurd was, was maar niet een toevallig
oproertje, maar een uiting van de maatschap
pelijke ontwikkeling en de tijdelijk opgedamde
stroom zou te eeniger tijd verpletteren allen,
die den dam trachtten te stutten.
Aan het slot ried Spr. aan, zich te orga-
niseeren in politieke en vakvereenigingen
en onderling voeling te houden. Alleen zóó
kon men sterk worden. Met een gedichtje
„aan de landarbeiders" eindigde hij.
Van de gelegenheid tot debat werd goen
gebruik gemaakt. Alleen wenschte de lieer
D. Kruit een vraag 1e doen. Hij had den
Spr. hooren zeggen, dat de arbeiders moesten
lezen en nu wist hij r.iet, wat daarmeê
bedoeld werdof 't misschien de Sc.hager
Courant was of den almanak maar hij Kruit]
was in de vergadering gekomen met een
handvol boekjes over „moderne slavernij" en
het was hem door het bestuur verboden,
daarriieê te colporteeren. Als dat nu niet
gelezen mocht worden, vroeg hij, of de Spr.
niet tegen de beginselen van het bestuur van
„Burgerrecht" gehandeld had.
De heer Breebaart antwoordde, dat hem
van dat verbod tot colporteeren niets bekend
was. Hij voor zich vond 't beter, alles maar
toe te laten. Enfin, het bestuur moest dat
uitmaken.
De Voorz. der vergadering [tevens van het
bestuur van „Burgerrecht"], de heer J. Hoog-
vorst, zei't colporteeren was niet verboden.
Maar 't bestuur wist niet, of Kruit soms met
onthouders-lectunr liep en het meende, dat
die lectuur hier dezen avond niet te pas
kwam. Echter, Spr, ging direct tot slui
ting over en daarna was er alle gelegenheid
om te colporteeren.
Met eene opwekking om toe te treden als
lid van Burgerrecht, waarvan de contributie
maar 30 cent in 't jaar was, sloot de heer
Hoogvorst hierop de vergadering.
Vergadering van den Eaad
der gemeente OUDE NIEDORP, op Maandag
2 Maart 1903, voormiddags 10 uur.
dhit
r.
Roman van
M. GRAVIN VON BÜNAU.
0-0-0
16.
Nog eenmaal richtte Irma haar oogen op
haar man. De groot opgeslagen oogen keken
hem star in het gelaat.
Een rilling liep hem langs den rug. Hy
mompelde iets onverstaanbaars en ging snel
ll6611a j a
Irma bleet alleen. „Dat is liet eind
zeide zij langzaam voor zich heen.
Kurt heeft Ilse lief!
Zij had het reeds lang gevreesdmaar
hoe groot moest zyn hartstocht zijn, dat
hij daarvan sprak tegenover haar, ziin
vrouw. Dat was geen licht ontvlamde
hartstocht zooals ze had gedacht die
even snel uitdooft als hy komtneen,
dat was een groote liefde, waarvoor geen
hinderpalen meer bestaan. Slechts haar
armzalig leven was de eenige hindernis
dit stond nog tusscben hem en zyn geluk.
Kon ze hem verwaten, dat hij naar haar
dood verlangde?
Een paar heete tranen kwamen haar in
de oogen. Zy streek met de hand over de
brandende oogleden.
Tranen! Waarom weenen? Zij had bet
immers reeds lang geweten en zichzelve
alleen maar trachten te bedriegen, dat ze
het mis had. Zy had gehoopt, dat, wanneer
Ortzin met Ilse getrouwd was, en zy weer
met Kurt alleen leefde, zyn verloren liefde
weer langzaam terug te winnen zou zijn
geweest. Maar dat was zelfbedrog geweest,
evenals zoo veel. Nooit zou hij haar weer
liefhebben.
Dat Ilse Kurt beminde, dat geloofde ze
niet. Ilse had Ortzin lief. De strijd tus-
schen die twee menschen ontstond door
haar. Was zij dood, dan konden zij met
elkaar spreken en zich met elkaar verzoenen.
Ilse tenminste zou dan gelukkig zijn.
Als in een kringetje draaiden deze
gedachten in haar arm hoofd rond.
Er wr.s geen uitweg niets dan smart,
verwarring en nood, zoolang ze leefde.
Zoodra zij stierf, loste alles zich op.
Waarom - zou ze dan hun dat genoegen
niet doen
Met moeite stond zij op en liep tastend
langs den wand. Haar werd het zwart voor
de oogen. In haar oorea bruischte het.
Sedert weken hnd ze geen stap gedaan.
Langzaam bereikte zij haar doeleen klein
kastje, waarin Ilse de morphine wegsloot.
Irma lachte. Wat een nutteloor.e voor
zichtigheid Eén druk van haar krachte-
looze vingers was genoeg om het oude,
zwakke slot te openen. Zij knielde bevend
op den grond, het fleschje in de hand.
Zacht kreunend legde zij het hoofd
tegen de deur van bet kastje.
Irma's bart klopte luide, in zware dofi's
slagen dikwijls zette het uitdan werd
ze zoo angstig, 't was of ze moest stikken.
Zij kende die verschrikkelijke verschijnselen
zoo goed.
Welke pijnen verscheurden dit arme hart,
totdat bet éindelijk zou stilstaan
Haar leven trok aan haar geest voorbij
vlug wisselende beelden. Zij zag zichzelf
weer in de studeerkamer van haar vader
Tegenwoordig alle leden. Voorz. de Burge-
meester, de heer A. Wonder Pz.
Nadat do vergaderirur met- het gewone
welkom is geopend, rooiden de notulen dei-'
vorige vergadering gelezen en goedgekeurd.
Voorz. deelt naar aanleiding der notulen
mede, dat de 6 boomen op liet erf van de
veldwachterswoning netto f 39.hebben
opgebracht.
Ingekomen is een schrijven van Gedepu
teerde Staten, houdende opmerkingen over
de toegezonden verordening betreffende het
afscheiden van de erven aan den openbaren
weg met puntdraad. Op verschillende gron
den bevelen Gedeputeerde Staten enkele1
redactiewijzigingen aan. Daar deze opmerkin- j
gen het ver bod zelf van puntdraad langs den
openbaren weg niet raken, wordt besloten, de
verlangde redactie-wijzigingen aan te brengen.
Verder worden voor kennisgeving aange
nomen het verslag van de commissie tot
wering van schoolverzuim, vermeldende, dat
geen enkele maal tot bijstand van den arr.-
schoolopziener behoefde te worden vergaderd
een missive van deu Minister v. Binn. Zaken,
dat geen termen zijn gevonden voor een gun- J
stige beschikking op het adres om vrijstelling j
van Ëchoolgeldheffiug voor het herhalings-
onderwijs, en een missive van den Rijksbe
taalmeester te Alkmaar, houdende bericht, dat
op 27 Februari aan den gemeente-ontvanger
f 187.50 is uitbetaald.
Vervolgens zegt Voorz., dat jaarlijks
f 14.— aan T. de Jong wordt uitbetaald voor
het schoonmaken en schoonhouden van het
Raadhuis; Spr. .vindt, dat daar ook bijbehoort
het schoonhouden van builen, en dat laat
wel eens te wenschen over.
De heeren Strijbis en Kriller betwijfelen het,
of onder die f 14.ook liet schoonhouden
van buiten begrepen is.
De Voorz. vraagt, als meerdere heeren er
zoo over denken (Spr zelf vindt de belooning
ook niet hoog en komt daarom juist met dit
punt in de vergadering), of men dan de f 14.—
wil verhoogen en aan De Jong gelasten, dat
hij beter dan tot heden voor het schoonhou
den van de buitenzijde zorgt, of wel besluiten,
dat de Raad zelf iemand aan het opknappen
van de buitenzijde zet. Spr. vindt de beloo
ning wel niet hoog, maar wil toch opmerken,
dat De Jong nog al eens een voordeeltje van
't Raadhuis heelt.
Men geeft er algemeen de voorkeur aan,
dat de gemeente dan zelf maar voor den
buitenkant zorgt De Voorz. dunkt het't best,
dat men dan ééns per jaar den buitenmuur
en de gooten goed laat schrobben en overi
gens het knaphouden aan De Jong opdraagt.
Dit wordt ten slotte algemeen goedgevon
den. Ook de dakpannen zullen dan in de
jaarlijksche reiniging worden begrepen.
Do hoofden der scholen ontvangen, zooals
de Voorz. verder mededeelt, 60 cents per uur
voor het geven van herhalingsonderwijs en
zij brengen niet in rekening, ofschoon zij
daartoe wel gerechtigd.zijn, de anderhalfuur
per week liandwerk-onderwijs, door de onder
wijzeres gegeven. Voorz. vraagt, of het nu
niet billijk zou zijn, hun iets te geven voor
de administratie van het herhalingsonderwijs,
iets wat dan tevens een blijk van waardeering
is voor het niet in rekening brengen van die
wekelijksche anderhalf uur.
De hr. Hille oppert de bedenking, of dat cijfer
van 90 cent (in 1 '/.2 uur) niet van te geringe
beteekenis is om in de plaats daarvan een
gratificatie te geven. Spr. meent, dat zonder
geldelijke blijken evengoed wel des Raads
waardeering kan worden uitgesproken.
De heer Van der Oord zou een gratificatie
van f 10.wel goed vinden. Zij, de school
hoofden, vragen niet om wat zij zouden kun
een moederloos, vroeg rijp kind, altijd
stj] en eenzamn, zacht met de poppen
fluisterend, o*jq haar vader niet te storen.
Later werd zij zijn kleine helpster, die
met haar rond, kinderlijk schrift hetcopie-
werk verrichtte, hem bediende, hot huis
werk verrichtte, zoo goed als het ging.
Zij had Ilse niet de waarheid gezegd. Een
leelijke ijverzucht verscheurde haar het
hart, toen Ilse's moeder, die mooie weduwe,
met haar vader trouwde.
Wat v.as ze nog voor haar vader, ge
durende zijn kort tweede huwelijk Niets
een schuw, stijf, halfvolwassen meisje,
dat hij vluchtig over het haar streek,
wanneer hij haar toevallig in de kinder
kamer met de kleine Ilse, zijn lieveling,
aantrof.
Na den dood van de jonge vrouw nam
zij weer de plaats van huisvrouw in
maar het nooit te stillen verdriet van haar
vader toonde haar maar al te duidelijk,
dat zij de leêge plaals in zijn hart niet
kon aanvullen.
Als een lentestorm kwam Kurt's liefde
over haar. Zijn hartstochtelijk smeeken
rukte baar uit haar gelijkmatig leven los.
Zij, die steeds in de schaduw had gestaan,
bloeide op als een roos onder zyn vurige
kussen, zijn van liefde gloeiende woorden.
Langzaam-aan verkoelden zijn gevoelens.
Het was weer stil en koud om baar heen,
een eenzame kamer van een geleerde,
waar zij, over de boeken van haar vader
gebogen, het leed van haar verloren ge
gaan levensgeluk trachtte te vergeten.
Tevergeefs
Toen kwam Ilse. .Haar teederheid werkte
als een balsem maar ook in Ilse's leven
nam zij niet de eerste plaats in. In geen
nen eischen. Dat zij dus eenige vergoeding
krijgen, acht Spr. niet onbillijk.
Da heer Hille zegt, dat de schoolhoofden
het zelf niet billijk vinden, belooning te vra
gen voor uren, waarin ze feitelijk niets doen.
De heer Over zou er ook niet tegen ziju,
iets te geven.
Na nog eenige bespreking, waarbij de heer
Hille verklaart, dat het natuurlijk niet zijne
bedoeling is, den onderwijzers eene gratificatie
te onthouden, wordt met algemeene stemmen
besloten, eerst om een belooning voor de
administratie van het herhalingsonderwijs te
geven, daarna, om die belooning te bepalen
op f 10.per jaar aan elk hoofd der school.
Een verdere vraag van den Voorz. is, hoe
veel vergoeding zal moeten worden toege
kend aan Kooiman en Van Leeuwen voor
het verrichten van de schoorsteenschouw.
Zij hebben overal één keer en waar aanmer
kingen waren tweemaal, geschouwd.
De heer Hille meent, dat de betrokken per
sonen zelf het beste kunnen zeggen, wat zij
verdiend hebben. Spreker weet wel, dat er
een heeleboel werk aan geweest is.
De Voorz. heeft Van Leeuwen naar zijn
meening gevraagd en die vond, dat hij f12.
verdiend had.
Dat acht de heer Hille niet te veel.
Ook de andere heeren vinden dat bedrag
volstrekt niet te hoog.
De Voorz. had het plan, om voor Van
Leeuwen f'12.en voor Kooiman, omdat
diens wijk kleiner was en hij 't werk meer
tusschen zijn gewone werkzaamheden door
kon doen, f 10.voor te stellen.
Men vindt echter, evenals de heer. Stam,
't verschil te gering, om daarvoor afzonder
lijke belooning toe te kennen, en besluit, aan
elk f 12.uit te betaloD.
Bij de nu gevolgde rondvraag zegt de heer
Hille, dat, naar hij gezien heeft, de gemeente-
put op 't erf van Jan Moras van boven invalt.
De heer Hille wordt gemachtigd, daarin
te doen voorzien.
En dan heeft de heer Hille nog ievs op
zijn gemoed. Dat heeft betrekking op de
tegenwoordige agitatie in de provincie voor
lage wik- en weegloonen.
We zijn er allen van overtuigd, zegt spreker,
dat de tegenwoordige wik- en weegloonen
aan de kaasmarkten te hoog zijn. Ruim 2
jaar geleden is een commissie benoemd voor
een onderzoek naar afzet van kaas buiten
hooge wik- en weegloonen. Na een jaar van
onderzoek en overweging is de commissie tot
de conclusie gekomen, dat het stichten van
andere kaasmarkten de weg was tot ver
krijging van lagere wik- en weegloonen aan
de bestaande markten. Het. denkbeeld, orr.
Schagen aan te wijzen als marktplaats, vond
algemeenen bijval en de Kaasbond nam zich
voor, die zaak te steunen. De opzet is echter
alleen het verkrijgen van lagere wik- en
weegloonen en niet het stichten van een
kaasmarkt te Schagen. Dat is slechts het
middel tot verlaging der wik- en weegloonen
te Alkmaar. Nu weet men ook, dat de koop
lui uit Alkmaar, Hoorn, Purmerend en Edatn
besloten hebben, de Schager markt niet te
bezoeken tot 1904. Dat heeft tengevolge, dat
in Schagen, ondanks de pogingen die de
commissie in andere richting nog deed, te
weinig kooplui konien, hetgeen dadelijk merk
baar is aan de eenigszins lagere marktprijzen.
Nu is onlangs besloten, tot bestrijding daar
tegen te stichten een we^rstandskas, waaruit
zij. die in 1903 te Schagen huii kaas gemarkt
hebben, vergoeding zuiieiï ontvangen voor
den te lagen prijs, dien zij voor hun kaas heb
ben kunnen bedingen.
Die weerstandskas moet dus bewerken, dat
er veel aanvoer van kaas komt te Schagen
en dan zullen op den duur de kooplui van
zelf komen. De weerstandskas acht Spr. een
algemeen belang voor de provincie, en daar
in deze gemeente heel veel veehouders en
landeigenaren zijn, gelooft Spr., dat het ook
een belang is voor de gemeente. Naar Spr.'s
schatting wordt elk jaar uit Oude Niedorp
alleen f 600 te veel betaald aan de stad Alk
maar. Spr. meent dus de vraag te mogen
doen, of het niet in het belang van de ge
meente is, de weerstandskas te steunen. Voor
zoover Spr. bekend, heeft, wat de gemeente
besturen aangaat, nog alleen Berkhout een
voorbeeld in deze gegeven.
De heer Strijbis vindt het steunen van de
weerstandskas heel best, maar wil er niet
[door subsidie uit de gemeentekas] de burgers
aan laten betalen. Dat moeten de boeren onder
elkaar doen.
De heer Hille zegtals we toch f 600.—
in de gemeente .weten te houden, dan is dat
toch voor allen van belang. Rekenende naar
hetgeen de kaasfabriek te Zijdewind te Alk
maar heeft geleverd, meent Spr. gerust te
mogen beweren, dat alleen uit de gemeente
Oude Niedorp 60.000 kaasjes met 1 cent per
stuk te veel zijn belast.
De heer Strijbis blijft van oordeel, dat alleen
zij er aan moeten betalen, die er het voordeel
van hebben, en dat zijn alleen de boeren.
De heer Hille meent, dat het niet altijd
uit te maken is, of dat of dat geheel algemeen
belang is. Nu eens zal de eene, dan weer de
andere categorie van personen er het meeste
voordeel van hebben.
De heer Over beaamt dit.
De Voorz. is ook van oordeel, dat het stre
ven der commissie alle waardeering verdient
en dat het wel op den weg der gemeente
ligt, aan de weerstandskas iets bij te dragen.
Niet ieder heeft bij deze zaak belang, maar
dat is eveneons zoo bij subsidies aan Ambachts-
en Huisboudschool. Ongetwijfeld toch zullen
vele ingezetenen kunnen profiteeren van de
resultaten van het streven.
De heer Strijbis is het er mee eens, dat de
weerstandskas allen steun verdient, maar er
zijn hier 2 kaasfabrieken en veel boeren, die zelf
kazen. Als die het nu goed begrijpen, dan
kan er toch misschien uit de gemeente f 500.—
in de weerstandskas komen en dan behoeft
bovendien toch de gemeentekas niet bij te
dragen.
De heer Hille wil ook niet voorbijzien de
zedelijke kracht, die bijgezet moet worden. Al
geeft de gemeente maar een klein bedrag, dan
verleent dat toch heel wat steun aan de zaak.
Aan de heeren Stam en Ligthart, die tot
heden nog geen exemplaar der circulaire
betreffende de weerstandskas onder de oogen
hebben gehad, wordt voorlezing van de cir
culaire met het reglement gedaan.
De hierna door den Voorzitter gedane vraag
o f een bedrag in de weerstandskas gestort
zal worden, wordt algemeen toestem
mend beantwoord.
Als bedrag der subsidie wordt genoemd:
door den heer Stam f 10.door den heer
Kriller minstens f25.—door den Voorz. f40.
en door den heer Hille f 50.
De Voorz. is gaarne bereid, zijn denkbeeld
I van f 40.in te trekken voor dat van den
j heer Hille.
i Dit voorstel nu, om f 50.subsidie te
j geven, wordt in stemming gebracht en ver
worpen met 5 tegen 2 stemmenvóór de
heeren Kriller en Hille; tegen de heeren Stam,
Ligthart, Over, Van der Oord en Strijbis. Zij
vinden allen f 50.te hoog.
Alzoo blijven nog de bedragen van f 10.
f 25.en f 40.Bij de hieropgevolgde
stemming, welk bedrag bepaald zal worden,
verklaren zich de heeren Hille, Kriller, Over,
enkel menschenhart was zij de eerste. Haar
dood zou niet veel smart bröDgen die
bracht béér bevrijding en opende den ande
ren den weg tot het geluk.
Waarom aarzelde zij nog? Het was
immers niet eens een offer Hoe kon ze
onder dergelijke verhoudingen nog aan het
leven hangen
Zij keek naar de boekenkasten. Wat zou
er worden van haar geliefde boeken, wan
neer zij dood was Naar alle vier wind
streken zouden zij verstrooid worden.
Ook al goedMisschien kwam dan een
van de boeken nog in rechte handen
en vervulde zoo zyn plicht. Haar was het,
als zag ze plotseling haars vaders ooger, op
zioh gevestigd, ernstig en streng. „Wat
I wilt go doen schenen de vermanende
blikken te vragen.
Het fleschje beefde in haar hand, zij kon
het niet aan den mond brengen.
Lang bleef ze doodstil zitten. Dan schoof
ze de morphine met een laatste inspanning
van alle krachten vol afschuw in de kast
terug.
Neen Dat was geen óffer, wanneer zij
opzettelijk haar leven korttedat was
een wraak. Haar zelfgekozen dood moest
i een eeuwig verwijt voor de haren ziju. Het
j zou hun den weg toch het geluk ont
nemen.
Zij wankelde naar haar bed terug en
strekte zich daarop neer.
Het pijnlijke hartkloppen hield langzaam
aan op. De pijn verdween. Zij voelde zich
lichter en vrijer dan sinds lang Tijd
en omgeving, alles scheen in elkaar te
1 vloeien, zij zweefde, zy wist niet waar
heen Van verre klonken klokken,
hooge, heldere klokken, als in de Alpen
i
De met sneeuw bedekte bergen schit
terden. De lachende zon tooverde vio
lette schaduwen. Het alpenkruid geurde.
Een stem klonk vanuit de verte en fluis
terde iets het klonk lief en teeder. De
liefde is er dus nog ook voor haar
liefde en leven zijn eeuwigslechts de
hulsels wisselen
De zon scheen steecis helderder De
gansche wereld stond in licht en geuren
Om Irma's mond speelde een zacht
lachje.
HOOFDSTUK X.
Kurt gevoelde zich zeer onbebaaglyk,
nadat hij Irma verlaten had. De blik
harer wijdgeopende oogen, die zoo duide-
lyk in zijn hart scheen te lezen, vervolgde
hem.
Hij trachtte den onaangenamen druk van
zich af te schudden. Hoe kon men ook
altijd zijn woorden op een goudschaaltje
wegen Hij had zich in den Jaatsten tijd
reeds zoovele malen bedwongen en hij be
handelde zijn vrouw met de grootste
attentiedat hij nu vandaag zyn zelfbe-
heersching had verloren, dat was te ver
ontschuldigen. De tegenwoordige toestand
werd ook hoe langer hoo ondraaglijker.
Waar Ilse toch bleef Hy keek op zyn
horloge. Twee uur was ze reeds weg.
Het was haar gewoonte niet, haar wande
lingen zoo ver uit te strekken.
Ilse kon de zaak met Irma weer het
gemakkelijkst voor hem in orde brengen.
Hij mocht haar natuurlijk niet verraden,
wat hij Irma had durven zeggen, maar
ondanks dat, kon Ilse de zieke gemakkelijk
gerust stellen.
WORDT VERVOLGD.