Brieyen 111 de Maasstad.
SUNLIGHT
een M DntMe,
iroefltóteteclt P.G,
KNECHT
li:
Boerenmeid,
JONGEN,
F. P. Mammen,
opkoop
P. Psrtegijs Pz.„
KEI Kt KAR,
J. Peereboom,
P. Admiraal
Boerenknecht
LEVERS
ZEEPPOEDER
GOEDKOOP
cniitiBE voor atMalim.
I
ALS GOUD
D.
Wordt gevraagd,
om met April in dienst te treden,
loon 8 gulden per week,
bij K. FRANCIS Jr.,
Burgerbrug, Zijpe.
Gevraagd,
zoo spoedig mogelijk, een
bij J. KEESMAN,
te Barsingerhorn.
Wordt gevraagd:
bij ff. Blaauboer Gz.,
gevraagd,
aan de Kaasfabriek van H. Harp,
't Wad, Barsingerhorn.
- Vraagt
ADVKHl KNTIKN.
Gevraagd
P„G„ wegens huwelijk der tegen
woordige, om met 1 April in dienst
te treden, bij G. BLOM, Terdiek,
Nieuwe Niedorp.
Gevraagd
goed kunnende melken, bij D. B1 a au-
b o e r, Meeldijk, Barsingerhorn.
een flinke
Gevraagd
niet beneden de 16 jaar,tegen 1 Mei a s
bij W, Meurs, Broodbakker, 8chagen.
s
DE «s
MOTOR „DE ONDERNEMING."
Beurtveer
11,Hl Dfim
e
18 BIJ
Bondsrijwielhersteller,
te Nieuwe Niedorp.
Traant *11611 voor attatalii.
ft
9
ft}
9
ft
m*
Si
en tusschengelegen plaatsen.
ZIE GRÖOTE BILJETTEN
Vertrek van SCHAGEN eiken
Woensdagmiddag 4 uur.
Vertrek van ROTTERDAM
eiken Zaterdagmiddag 12 uur.
Ligplaats te Rotterdam
Delftsche Scbie, nabij Delftsche Poort.
Aanbevelend,
P. KOOIJ Gz.
De Vereeniging „Algemeen Belang'/
beveelt dit beurtveer bij het publiek
ten zeerste aan.
H. FEISSER, Voorz.
M. VI88ER, Secr
(Wepel A 104, Ataar,
beveelt zich beleefd aan voor
STUCADOOK- EN W1TWERK.
Wagenmaker,
HEER HUG0WAARD,
houdt zich beleefd aanbevolen tot het
maken en repareeren
van alle soorten R ij tuigen.
gevraagd,
tegen 1 Mei,
bij C. SMIT Gz. te Burgerbrug.
bij A. VAN, T Wil J VER,
Noord, Schagen,
Te koop
tegen f 10 per wagen a contant, bi]
P. DE BOER, Koegras.
O u d e 81 ii i 8, Z ij p e,
blijft zich beleefd aanbevelen tot het
CASTRËËRËN
van Paarden co Varkens
en wat verder bij het vak behoort.
Reeds verscheidene jaren is dit werk
door hem met succes uitgevoerd.
Bestellingen worden aangenomen te
Schagen bij den heer C. H u i-
b e r t s, //Roode Leeuw," Marktplaats.
BEKENDMAKING.
Het Bestuur der Landbouw-
vereeniging „De Eendracht*
te Oud karspel maakt bekend,
dat in de vergadering van 7 Maart 1.1.
met algemeene stemmen is besloten
^ecn Eenden en Zwanen
op het land te dulden
vanaldenleuMaart totdenlenDec.
Namens het Bestuur,
M. ROOTJES,
Secretaris.
TE KOOP:
een vlug bij den weg loopende
bij D, DE LEEUW, Callantsoog.
wat hij verkooe, iets wat niet geheel onaan
nemelijk is omdat die meening bij veel menschen
- trouwens geheel ten onrechte - bestaat.
De President wees hem er echter op, en
nu komen we aan een puntje, dat eensklaps
de aandacht van 't geëerde auditorium'gaande
maakte - dat hij toch al in November, dus
twee maanden vóór zijn failliet, bij een zaak
waarnemer hier in Alkmaar (een naam
noemde Z.E.A. niet) geweest was om te m-
formeeren, op welke wijze hij zijn boeltje zou
kunnen redden.
O, ja zei de sloome na eenig bedenaen
b'^In'"'belang van den heer Pluimgraaff zelf
had de President zeker den naam maar liever
niet genoemd. Het bleek dan ook, dat deze
zaakwaarnemer zijn cliënt zoo prachtig van
den wal in de sloot geholpen had, als maar
mogelijk is. Op zijn raad had Jonker de
schuldvordering van zijn vader ad t IA*/
onderteekend, iets wat nu mede oorzaak werd
van de kwalificatiebankbreuk.
De Officier was dan ook zoo goed, in zijn
requisitoir ten voordeele van zijn patiënt op
te merken, dat hij in handen van dergelijke
beunhazen was gekomen, die niet nage
laten hadden hem voor zijn goeie geld kwajen
raad te geven. Hè 1 Hè Aan zoo'n trawaffel
zou je tot Pinkster toe genoeg hebben, ais
ie niet heelemaal een harde bokking bent.
De Officier meende een rechtmatige strat
te moeten vragen en eischte 8 maanden ge
vangenis met aftrek van preventieve hecht.,
een eisch,dien de verdediger Mr. A. Prins,zooals
men wel gelooven zal, te hoog vond. Hij
wierp Pluimgraaff nog een aardige pruim op
zijn oog en vroeg ten slotte een zeer geringe
gevangenisstraf, eveneens met aftrek van
preventief.
Dat Willem Stam Hz een onverschillige
visscher is van 20 jaar te Egmond aan Zee,
en dat hij op vastenavond een zoodanig kwan-
tum jandoedel naar binnen gewerkt had, dat
je d'er bijkans een tankwagen mee zou
kunnen vullen, dat hij als gevolg daarvan
veel overeenkomst kreeg met e«n kalf, dat t
razende bloed heeft en dat hjj dan ook zon
der eenige aanleiding (remt Wijker, een jongen
van 16 jaar, dien hij op straat tegenkwam,
zoodanig mishandelde, dat deze in geen week
naar de Ambachtsschool kon, dat allemaal zal
den lezer misschien weinig interesseeren. Ons
evenmin. Haar volledigheidshalve vermelden
we het, evenals den eisch van den O. v. J., die
't jonge mensch graag 8 weken gevange
nisstraf zag toegewezen.
Een heel bijzonder zaakje was dat van
Mej. Margje Gerritsen, verpleegster in Het
Medemblikker Veerhuis, die op 21 Februari
door onvoldoende nauwlettendheid oorzaak
was geweest, dat een 60-jarig krankzinnige
Paulus Mees was ontsnapt. Dat ontsnappen
nu komt, vooral te Medemblik, nog al eens
meer voor, maar dat deswege een verpleeg
ster of oppasser voor den strafrechter gebracht
wordt, hoogst zeldzaam.
De juffrouw was afwezig gebleven, maar
kon door te verschijnen haar zaak niet veel
verbeterd hebben, want de O. v. J. eindigde
met te concludeeren, dat vrijspraak zou moeten
volgen.
De kwestie zat zóóop genoemden datum
was mej. Gerritsen belast met den huisdienst,
waaraan verbonden is het, als het donker
wordt, nagaan of alles gesloten is. Dit nu
had zij verzuimd en de verpleegde Mees, die
al meer de plaat had willen poetsen, maakte
van de gelegenheid gebruik om een niet ge
sloten deur uit te gaan, op de binnenplaats
over een schutting te klimmen, waardoor
hij op 't Noorderplein kwam, vanwaar hij
over 't ijzeren hek op den openbaren weg
kwam ennaar Heiloo kuierde, waar
hij op den trein naar Amsterdam stapte.
Dat voor mej. Gerritsen nu geen straf ge
vraagd kon worden, zat 'm daarin, dat er,
behalve de nietgesloten deur, ook nog andere
gelegenheden waren, waardoor iemand kon
ontsnappen. Niemand had iets van de ont
vluchting gezien, en nu was wel Mees zelf
tegenwoordig, hij was 2 dagen na zijn
verdwijning te Amsterdam al weer inge
rekend om te vertellen hóe ie 'm gesmeerd
was, maar zijn verklaring kon natuurlijk niet
als bewijs dienen. Enfin, 'tis zóó waarschijn
lijk nog 't beste, want de juffrouw is jroor
straf gevrijwaard en ze zal er evengoed
leering uit getrokken hebben.
Lubbert Hakvoort, Lubbert de Boer en
Antoon van Veen, 3 jonge kerels van Urk,
hebben de rustige rust van het eiland leelijk
verstoord door het plegen van onderscheidene
diefstalletjes, en als we goed begrepen heb
ben, worden zij ook verdacht van de geheime
verdwijning van het geld, dat later weer
terug onder de deur door geschoven is. Zij
stonden nu terecht voor het gappen van
stukken geel- en rood koper uit het pak
huis van den ouden rommelconservator Lub
bert Albert Hakvoort, een neef van den
eersten beklaagde en van een geelkoperen
ketel toebehoor ende aan de vrouw van Jan
Bakker.
De heeren, die, wat de beide eerstgenoem-
den betreft, in nationaal Urker costuum ver
schenen, bekenden alles. Daar zij naar t
schijnt wel meer de veiligheid op t eiland
bedreigen, eischte de subst. O. v. J de nog
al zware straf van 4 maanden gevangenis
straf voor ieder.
Uitspraken a. s. week.
straat neemt men zich toch gewoonlijk wat
meer in acht."
„Wat u daar zegt, is zeer leelijk", zeide
de jonge onderwijzeres met tranen in de
oogen. „Wat ik met mijnheer Schröderheb
gesproken, dat hadt ge gerust mogen hooren.
En hij verwijlde een oogenblik hier voor
het huis, om mij een groet voor u en
Gerard meê te geven."
„Dat was zeer lief van hem.Maar
stilik hoor Gerard komen. En hij mag
niet denken, dat we getwist hebben."
Zij ging haar man tegemoet en ontving
hem met een onbevangenheid, die zelfs den
dokter, hoezeer hij het ook had aanbe
volen, zou hebben verwonderd.
„Heb je eindelijk eens een kwartiertje
voor mij over? Ik wacht je met ongeduld.
Dokter Weisz heeft me opgedragen, eens
ernstig met je te spreken."
„0 ja, de dokter 1" zeide Winter,
nadat hjj zijn zuster hartelijk de hand had
gedrukt. „Zie je, dien had ik door mijn
werk nu weer heelemaal vergeten. Heeft
hij je verteld over het onderzoek
„Hy zegt, dat je je overwerkt hebt en
je hebt volkomen rust noodig. In elk
geval moet je rust hebben, en het verlot
moet nog deze maand worden aangevraagd."
„Daaraan is niet te denken. We zijn
juist bezig de boeken af te sluiten en
daar is heel wat werk aan. In de eerste
dagen van Augustus zal het misschien
gaan. Want ik voel zelf, dat een weinig
rust mij goed zal doen. Bij de eerste de
beste gelegenheid zal ik er met den direc
teur-generaal over spreken."
De bel ging over en een oogenblik later
kwam het dienstmeisje binnen.
Rotterdam, 26 Maart 1903.
Ik ben gestemd tot kunst-bespiegelen en
die stemming dient gebruikt.
In den regel houd ik me alhier buiten
kunst. Kunst is een zoo teer dinghaar te
bespiegelen, ambitieus, spontaan-weg, is aan
slechts weinigen als een bijzonder lustige
voorkeur gegeven. Over kunst schrijven doet
men alleen als men 't moet, tenzij in jam
merlijk dilettantisme de verwatenheid haar
critiseerenden prooi gansch bevangen heeft.
Niemand is criticus voor zijn plezier.
Ik ken voortreffelijke critici, die liever
zélf kunst maken, dan er over te schrijven.
Het lijkt me een triest leven, dat van
alleen-en-uitsluitend-criticus. Het is het leven
van een politie-agent, van een speurder, van
een rechter van instructie. Te weinig kan er
de verheugenis in wezen om iets gevonden
zéér-moois, zéér-goeds.
Een eerlijk criticus is geen g;liefd mensch.
En hij is in den regel dan ook alleen criticus
omdat hij 't wezen moet.
De menigte ziet een boeman in hemhij
boemant waarlijk niet voor zijn genoegen.
Aldus over kunst schrijven is maar zelden
aangenaam. En in de zelf-gekozen taak op
deze plaats, houd ik me dus veelal ver van
wat kunst is, of alzoo wordt genoemd.
Maar ik heb dezen dag veel gewandeld,
nieuwe huizen gezien, over architectuur ge
dacht, en ik raakte in kunstbespiegelende
stemming.
Ik bedacht, hoe hopeloos weinig moois er
in al deze honderden nieuwe Rotterdamsche
huizen ishoe brutaal-raak-weg, te zeer onge-
laakt, onze architecten nieuw-Rotterdam op
trekken tot een stad van grillighedenin
onverantwoordelijke en onverantwoorde gevel
bedenksels samenbouwen, hoe iets-opvallends
zonder meer in de opvatting van de meesten
hunner de beteekenis heeft van iets móóis
De architectuur van het grootste deel van
nieuw-Rotterdam is een paskwil. Dat duurt
goddank niet; dat is gebouwd voor enkele
jaren, maar indien het duurzaam ware, hoe
zou het nageslacht hoonlachen om wat het
onzen smaak en onze voorkeur zou noemen,
wijl het 't in de huizen, die wij het legateer
den, zou meenen op te merken.
Met al die toontjes en grillige raam-lijntjes,
al die gevelfratsen, die wansmakelijke kleur
steentoepassingen, is bijna heel dit nieuwe
huisgedoe de verdiende hoon voor wat wij
permitteeren, misschien zelfs vrégen aan den
architect.
Sedert eenige jaren houdt het gemeente
bestuur toezichteischt het in de nobele
buurten overlegging van de gevelprojecten.
Wat daarmede bereikt wordt, kunt ge hier
alle dagen waarnemen.
Overigens is het comble bereikt in de
Nieuwe Reederijstraat, de straat tusschen de
Boompjes en de Reederjjbrug.
Hier is het zelfs 't gemeentebestuur te erg
geweest. Deze plannen had het niet goed
gekeurd, vernamen we. Er was afgeweken
van de oorspronkelijke ontwerpen, de archi
tecten hadden, ongeveer frauduleus, op hun
eigen handje gebouwd en eerst toen de straat
gereed was, hadden de vroede keurmeesters
't snood bedrijf ontdekt.
Afgeweken van de oorspronkelijke cora-
plexplannen is er zeker, m>.aruit goede
bron vernam ik, dat er niet afgeweken
werd van de d e t a i lplannen, welke de edel
achtbare keurmeesteren, die niet vergeleken
hebben, of niet te vergelijken vermochten,
tam hebben goedgekeurd. Men heeft hen
dus d e t a i lontwerpen voorgelegd, die niets
geleken op de c o m p 1 e x ontwerpen, en zj)
hebben het niet gezien 1
Maar dan wordt het als waarlijk het
gemeentebestuur architectonisch toezicht wil
houden gewenscht, dat het door een be
voegd deskundig man zich laat voorlichten.
Misschien kregen we dan heusch onder
zijne bescherming op architectonisch gebied
iets bijzonders in Rotterdam. Het is tot heden
nogal erg leelijk. En bijzonder leeljjk in die
zoo zeer geprotegeerde Reederijstraat.
Kunstbespiegelen Ik ben architectoraal
bezwaard, ik ben het evenzeer o. a. dra
maticaal.
Ik heb Vrijdagavond in den grooten Schouw
burg, ten benefice van de kranige actrice
Kerckhoven-Jonckers, een stuk gezien, datjme
iets als walging heeft gegeven.
Overwegingen van preutschen aard heb ik
op tooneelgebied niet. Als in een Fransche
klucht scabreuse dingen worden te zien gege
ven, moet men zich daarover niet beklagen
men wist het te voren. Ik vind ook liefst
nooit iets grof of brutaalhet tooneel heeft
„Een telegram voor mevrouw Winter",
zeide zij, terwijl zij mevrouw het telegram
overhandigde. Met een uitdrukking van
levendige verwondering op het gelaat,
soheurde Hermine het couvert los.
„Ah, welk een verrassingriep zij,
zonder dat de klank van haar stem maar
met eenige zekerheid aangat, of die ver
rassing prettig was of niet. „Er geschieden
ook heden nog wonderen."
Zij gaf haar man het telegram en hij las
halfluid „Ben naar Duitschland terugge
keerd, kom vanavond om tien uur te
Breslau aan, Hoop op een vroolijk weder
zien en vriendelijke ontvangst. Je broer
George."
Ook de verwondering van den boekhouder
was niet gering, maar bij hem zonder
eenigen twijtel van vroolijken aard.
„Dat is nog eens een grootsche over
rompeling. Een doodgewaande, die plotse
ling terugkeert! Wanneer hjj niet zoo
voorzichtig geweest was om een tele
gram te zenden, zou het een scène uit het
een of ander tooneelstuk hebben kunnen
worden. Hoe lang is het eigenlijk al ge
leden, dat je iets van hem hebt gehoord,
Hermine
Mevrouw Hermine was aan het venster
gaan staan en keek de straat langs. Ook
bij de vraag van haar man wendde ze het
gelaat niet om.
„Ik moet eens narekenen, om dat te
kunnen vaststellen. Mijn broer was twee-ën-
t win tig jaar oud, toen hjj naar Amerika
gmg en ik was toen nog een kind. Hü is
in onaangenaamheden van zjjn familie heen
gegaan en mijn vader moet indertijd zeer
boos op hem zjjn geweest, want in
zyn tegenwoordigheid mocht nooit over
UIVER
;oo
het recht de waarheid te geven, de waarheid
absoluut, wreed en zonder verschooning.
Maar het stuk, dat „Onvoorzien gevaar
heet en dat geschreven is door den Fiansch-
man Maurice Donnay, is een door en door
ploertig stuk. Toen ik het indertijd in een bij
voegsel van de „Illustration" gelezen heb,
wist ik dat nog niet zóózeer als nu, na 't te
hebben gezien in een zeer gerekte, bijzonder
nadrukkelijke en zorgvol-geaccentuëerde, lang
zame vertooning door ods Tooneelgezelschap.
Men heeft hier het volgende geval:
Een vrouw, moeder van een mooi jong
meisje, echtgenoot van een man die zeer voor
zijn zaken leeft, heeft een minnaar. Dat kan,
dat is helaas zeer Fransch gewoon.
Maar die minnaar en de mooie jonge doch
ter worden op elkaar verliefd. Het meisje
verneemt op een bal, waar zij haar liefde
aan den jongen man heeft doen blijken,
in een gesprek over de danscavaliers,
die, naar de reine onschuld, de man harer
liefde, vertelt, „voortdurend in haar corsage
keken zij verneemt van de vorhouding tus
schen haar moeder en dezen man. Zij valt
flauw, wordt ziek thuisgebracht, raakt op
den grafrand, enzoovoorts.
En dan wordt het publiek onthaald op een
onderhoud tusschen moeder en dochter, moet
het aanhooren, dat de brave moeder, om
haar kind te redden, bjj het geluk en het
leven van dat kind een gemeen-valschen eed
doet. Het is verplicht, als een opoffering te
aanvaarden, dat die moeder haar minnaar
noodzaakt met haar dochter te trouwen, haar
onschuldig kind in zijn armen voert en het
mag naar huis gaan met eerbied voor deze
moeder, tot wie de minnaar zegt„Ik acht
u hoog."
Het is een tafreel van verachtelijke ver
dorvenheid, het is een weerzinwekkende
viezigheid, een brutale en patserige aanran
ding van het meest primitief begrip van
noblesse.
't Overspelt-thema is tegenwoordig op ons
tooneel schering en inslag. Maar nooit zoo
ergerniswekkend-cynisch heb ik het uitge
werkt gezien.
„Ieder, die volgen wil, wat er komt van
het hedendaagsch tooneel, moet deze vertoo
ning gaan zieu", wordt in een bespreking van
„Onvoorzien gevaar" die zéér waardeerend is
[in de N. R. C.] gezegd. Ik heb deze aan
sporing in het verband van de gunstige be
oordeeling niet recht begrepen. Maar ik vraag
verlof, ze in mijn waardeering van dit abo
minabele tooneelwerk over te nemen De
verwording van ons tooneel, het geraffineerd
scabreuse en het schaamteloos cynische in
de dramatiek van dit moment zou nooit
sterker te bewijzen zijn dan tegenover dit
„onvoorzien gevaar". En wie naar dit bewijs
belangstellend is, ja, hij moet gaan zien dit
spel van verdorvenheid, dat, als zoodanig,
werkelijk bijzondere beteekenis heeft.
IS ZEER ZUIVEREND
yUUUTOiUUTOWttU»»*»)
om met Mei of eerder in dienst te
treden, een
Broodbakker,
St. Maarten.
j
een
fl
4
m
9
9
lm
9
O
9
9
58
58
U
HANDEL IN:
Gebruikte en Nieuwe Rijwielen,
Onderdeelen, Banden, enz.
Grootste voorraad.
Gemakkelijke conditiën voor
afbetalingin dat geval stipte
geheimhouding verzekerd.
Indien iemand een nieuw Rijwiel
koopt, kan hij desverkiezend een
oud krijgen om op te leeren.
Rijwielen, die overal worden
verkocht voor f 60, voor f 45 met
garantie. Onderdeelen en Banden
25°/0goedkooper dan bij ieder ander.
Donderdags met Onderdeelen
op de Markt te Schagen.
Inricfïting voor affe reparatiëti.
9
O
ft
9
C
Mr. Stucadoor,
cents per stuk.
mjjn broer woiden gesproken. Alles, wat
ik later over George hoorde, was, dat hij
nog een paar maal heeft geschreven.
Dan bleef hjj voor ons als verloren En
niet eens op het bericht van vaders dood
heb ik een antwoord ontvangen."
„Waarschijnlijk is dat Diet in zijn
handen gekomen", meende Gerard, in het
goede streven om nog vóór de komst
van zjjn zwager alles weg te ruimen wat
maar een onaangename ontvangst zou kun
nen bewerkstelligen. „Die Amerikaanscbe
post is lang zoo goed niet als de onze.
In elk geval verheug ik er mjj verbazend
over, hem te leeren kennen. Toen ik in je
vaders zaak kwam, was hy reeds eenige
j jaren weg. En het was, zooals je zegt
j de patroon wilde niet, dat er over zjjn zoon
werd gesproken. Maar de collega's, die nog
met hem samen hadden gewerkt, vertelden
j dikwjjls genoeg van hem, wanneer onze ge
strenge heer principaal ons niet kon hooren.
Een beetje vrooljjk schijnt hij te zjjn ge-
weest, maar anders een alleraardigst
mensch, dien de heeren allen gaarne moch
ten. Zij meenden, dat zjjn vader te streng
voor hem was geweest."
„Zoo, meenden zjj dat vroeg de jonge
vrouw koeltjes, „Dan werd er aan dekan-
toorlessenaars zeker verbazend gefantaseerd
over de redenen van zjjn heengaan
„Aan veronderstellingen heeft het niet
ontbroken, Maar slechts de oude Suter-
land, de procuratiehouder, had iets met
zekerheid kunnen zeggen, maar aan dien
mopperaar waagde niemand het, iets te i
vragen. Maar ocb, wat zal er ook eigen-
bik gebeurd zjjn wat jeUgdige loszinnig
heid tegenover de vaderlijke autoriteit.
misschien wat sohulden, of zoo iets. Ia de
vijftien jaren, die sedort verloopen zjjn, in
de goede Amerikaan» ?he school, zullen de
scherpste punten wel geschaafd zjjn van
de horens van miju iswagcr."
„Wij willen het hopen Tegen welk
uur heeft hjj zjjn 'kornet aangekondigd?"
De boekhouder k'iek hot telegram in
„Hier staat: van,avond zeven uur. Dat
is zonder twjjfel d,<e Belgische sneltrein,
die tien minuten ov<ar zeven aankomt. Wat
beroerd, dat ik me vandaag juist zooveel
werk op den hals heb gehaaid.-
„Je behoeft je anólers terwille van mijn
broer geen last aan te doen. Het is vol
doende, dat ik naar .het station toe ga en
hem afhaal. Hjj mo« it maar in een hotel
logeeren,^ want seder t we Martha in buis
hebben, is er geen kaïmer vrjj."
„In een hotel Ne en, lieve kind, dat
mogen wij onder gee n omstandigheid ge-
doogen. Een broer, die na een afwezigheid
van vijftien jaar in iet vaderland terug
keert, laat men niet in een hotel gaan,
wanneer men oen elfden huishouding heeft.
Hebben wc hier beneden geen plaats voor
hem, dan zal ik den directeur-generaal
vragen, of we boven, op de eerste verdie
ping een logeerkamer in gebruik mogen
nemen. Om dezen t;jjd van het jaar plegen
de heeren zelden te kom en. Maar al was
dat het geval, dp.n was er nog voldoende
voor hen gezorgd, want er staan nog vier
kamers tot hun beschikking;
Mevrouw Her mine gat ;geen antwoord,
maar het had er niet den schjjn van, of
ze met het pUin van haar man erg ver
rukt was. Haar mooi gelaat toonde een
onverschillige uitdrukking en om alle ver
dere besprekingen af te brek en, zeide ze
met een blik op de klok„Ml saohien was
prijs 3 cent per stulx.
Th.tSJcharlewie en D.Tamis,
Nieuwstraat, Schagen.
het 't beste, wanneer ge met don direc
teur generaal dadeljjk over deze zaak sprak,
Ik had liever, dat deze quaestie beslist
was vóór mjjn broer aankomt. Intusschen
zal 'k het eten laten opzetten".
Gehoorzaam, maar toch aarzelend, daar
hem de zaak niet zoo spoedeisc end voor
kwam, voegde Gerard Winter zich naar
haar wil. De jonge vrouw ging naar de
keuken, zonder dat er tusschen haar en
Martha een enkel woord gewisseld gewor
den was.
j HOOFDSTUK III.
De directeur-generaal, een echte brom-
beer van zestig jaar, wiens bureaux op de
eerste verdieping van het huis waren, was
door zjjn onaangename manieren en de
grove wijze, waarop hjj de beambten be
handelde, niet weinig gevreesd. Zeker, allen
wisten, dat hij in den grond van zijn hart
een goede kerel was en dat zjjn toorn in
den regel even snel verdween als hij kwam;
maar het behoorde niet tot de aangename
dingen, als je door hem de haren eens
gekamd werden. En daarom betrad
ook geen enkele beambte het kantoor zon-
j der hartkloppingen.
Gerard Winter was misschien de eenige,
over wiens hoofd zich nog nooit een onwe-
der ontlast had.
WORDT VERVOLGD.