Brieyen 111 de Maasstad. SUNLIGHT een M DntMe, iroefltóteteclt P.G, KNECHT li: Boerenmeid, JONGEN, F. P. Mammen, opkoop P. Psrtegijs Pz.„ KEI Kt KAR, J. Peereboom, P. Admiraal Boerenknecht LEVERS ZEEPPOEDER GOEDKOOP cniitiBE voor atMalim. I ALS GOUD D. Wordt gevraagd, om met April in dienst te treden, loon 8 gulden per week, bij K. FRANCIS Jr., Burgerbrug, Zijpe. Gevraagd, zoo spoedig mogelijk, een bij J. KEESMAN, te Barsingerhorn. Wordt gevraagd: bij ff. Blaauboer Gz., gevraagd, aan de Kaasfabriek van H. Harp, 't Wad, Barsingerhorn. - Vraagt ADVKHl KNTIKN. Gevraagd P„G„ wegens huwelijk der tegen woordige, om met 1 April in dienst te treden, bij G. BLOM, Terdiek, Nieuwe Niedorp. Gevraagd goed kunnende melken, bij D. B1 a au- b o e r, Meeldijk, Barsingerhorn. een flinke Gevraagd niet beneden de 16 jaar,tegen 1 Mei a s bij W, Meurs, Broodbakker, 8chagen. s DE «s MOTOR „DE ONDERNEMING." Beurtveer 11,Hl Dfim e 18 BIJ Bondsrijwielhersteller, te Nieuwe Niedorp. Traant *11611 voor attatalii. ft 9 ft} 9 ft m* Si en tusschengelegen plaatsen. ZIE GRÖOTE BILJETTEN Vertrek van SCHAGEN eiken Woensdagmiddag 4 uur. Vertrek van ROTTERDAM eiken Zaterdagmiddag 12 uur. Ligplaats te Rotterdam Delftsche Scbie, nabij Delftsche Poort. Aanbevelend, P. KOOIJ Gz. De Vereeniging „Algemeen Belang'/ beveelt dit beurtveer bij het publiek ten zeerste aan. H. FEISSER, Voorz. M. VI88ER, Secr (Wepel A 104, Ataar, beveelt zich beleefd aan voor STUCADOOK- EN W1TWERK. Wagenmaker, HEER HUG0WAARD, houdt zich beleefd aanbevolen tot het maken en repareeren van alle soorten R ij tuigen. gevraagd, tegen 1 Mei, bij C. SMIT Gz. te Burgerbrug. bij A. VAN, T Wil J VER, Noord, Schagen, Te koop tegen f 10 per wagen a contant, bi] P. DE BOER, Koegras. O u d e 81 ii i 8, Z ij p e, blijft zich beleefd aanbevelen tot het CASTRËËRËN van Paarden co Varkens en wat verder bij het vak behoort. Reeds verscheidene jaren is dit werk door hem met succes uitgevoerd. Bestellingen worden aangenomen te Schagen bij den heer C. H u i- b e r t s, //Roode Leeuw," Marktplaats. BEKENDMAKING. Het Bestuur der Landbouw- vereeniging „De Eendracht* te Oud karspel maakt bekend, dat in de vergadering van 7 Maart 1.1. met algemeene stemmen is besloten ^ecn Eenden en Zwanen op het land te dulden vanaldenleuMaart totdenlenDec. Namens het Bestuur, M. ROOTJES, Secretaris. TE KOOP: een vlug bij den weg loopende bij D, DE LEEUW, Callantsoog. wat hij verkooe, iets wat niet geheel onaan nemelijk is omdat die meening bij veel menschen - trouwens geheel ten onrechte - bestaat. De President wees hem er echter op, en nu komen we aan een puntje, dat eensklaps de aandacht van 't geëerde auditorium'gaande maakte - dat hij toch al in November, dus twee maanden vóór zijn failliet, bij een zaak waarnemer hier in Alkmaar (een naam noemde Z.E.A. niet) geweest was om te m- formeeren, op welke wijze hij zijn boeltje zou kunnen redden. O, ja zei de sloome na eenig bedenaen b'^In'"'belang van den heer Pluimgraaff zelf had de President zeker den naam maar liever niet genoemd. Het bleek dan ook, dat deze zaakwaarnemer zijn cliënt zoo prachtig van den wal in de sloot geholpen had, als maar mogelijk is. Op zijn raad had Jonker de schuldvordering van zijn vader ad t IA*/ onderteekend, iets wat nu mede oorzaak werd van de kwalificatiebankbreuk. De Officier was dan ook zoo goed, in zijn requisitoir ten voordeele van zijn patiënt op te merken, dat hij in handen van dergelijke beunhazen was gekomen, die niet nage laten hadden hem voor zijn goeie geld kwajen raad te geven. Hè 1 Hè Aan zoo'n trawaffel zou je tot Pinkster toe genoeg hebben, ais ie niet heelemaal een harde bokking bent. De Officier meende een rechtmatige strat te moeten vragen en eischte 8 maanden ge vangenis met aftrek van preventieve hecht., een eisch,dien de verdediger Mr. A. Prins,zooals men wel gelooven zal, te hoog vond. Hij wierp Pluimgraaff nog een aardige pruim op zijn oog en vroeg ten slotte een zeer geringe gevangenisstraf, eveneens met aftrek van preventief. Dat Willem Stam Hz een onverschillige visscher is van 20 jaar te Egmond aan Zee, en dat hij op vastenavond een zoodanig kwan- tum jandoedel naar binnen gewerkt had, dat je d'er bijkans een tankwagen mee zou kunnen vullen, dat hij als gevolg daarvan veel overeenkomst kreeg met e«n kalf, dat t razende bloed heeft en dat hjj dan ook zon der eenige aanleiding (remt Wijker, een jongen van 16 jaar, dien hij op straat tegenkwam, zoodanig mishandelde, dat deze in geen week naar de Ambachtsschool kon, dat allemaal zal den lezer misschien weinig interesseeren. Ons evenmin. Haar volledigheidshalve vermelden we het, evenals den eisch van den O. v. J., die 't jonge mensch graag 8 weken gevange nisstraf zag toegewezen. Een heel bijzonder zaakje was dat van Mej. Margje Gerritsen, verpleegster in Het Medemblikker Veerhuis, die op 21 Februari door onvoldoende nauwlettendheid oorzaak was geweest, dat een 60-jarig krankzinnige Paulus Mees was ontsnapt. Dat ontsnappen nu komt, vooral te Medemblik, nog al eens meer voor, maar dat deswege een verpleeg ster of oppasser voor den strafrechter gebracht wordt, hoogst zeldzaam. De juffrouw was afwezig gebleven, maar kon door te verschijnen haar zaak niet veel verbeterd hebben, want de O. v. J. eindigde met te concludeeren, dat vrijspraak zou moeten volgen. De kwestie zat zóóop genoemden datum was mej. Gerritsen belast met den huisdienst, waaraan verbonden is het, als het donker wordt, nagaan of alles gesloten is. Dit nu had zij verzuimd en de verpleegde Mees, die al meer de plaat had willen poetsen, maakte van de gelegenheid gebruik om een niet ge sloten deur uit te gaan, op de binnenplaats over een schutting te klimmen, waardoor hij op 't Noorderplein kwam, vanwaar hij over 't ijzeren hek op den openbaren weg kwam ennaar Heiloo kuierde, waar hij op den trein naar Amsterdam stapte. Dat voor mej. Gerritsen nu geen straf ge vraagd kon worden, zat 'm daarin, dat er, behalve de nietgesloten deur, ook nog andere gelegenheden waren, waardoor iemand kon ontsnappen. Niemand had iets van de ont vluchting gezien, en nu was wel Mees zelf tegenwoordig, hij was 2 dagen na zijn verdwijning te Amsterdam al weer inge rekend om te vertellen hóe ie 'm gesmeerd was, maar zijn verklaring kon natuurlijk niet als bewijs dienen. Enfin, 'tis zóó waarschijn lijk nog 't beste, want de juffrouw is jroor straf gevrijwaard en ze zal er evengoed leering uit getrokken hebben. Lubbert Hakvoort, Lubbert de Boer en Antoon van Veen, 3 jonge kerels van Urk, hebben de rustige rust van het eiland leelijk verstoord door het plegen van onderscheidene diefstalletjes, en als we goed begrepen heb ben, worden zij ook verdacht van de geheime verdwijning van het geld, dat later weer terug onder de deur door geschoven is. Zij stonden nu terecht voor het gappen van stukken geel- en rood koper uit het pak huis van den ouden rommelconservator Lub bert Albert Hakvoort, een neef van den eersten beklaagde en van een geelkoperen ketel toebehoor ende aan de vrouw van Jan Bakker. De heeren, die, wat de beide eerstgenoem- den betreft, in nationaal Urker costuum ver schenen, bekenden alles. Daar zij naar t schijnt wel meer de veiligheid op t eiland bedreigen, eischte de subst. O. v. J de nog al zware straf van 4 maanden gevangenis straf voor ieder. Uitspraken a. s. week. straat neemt men zich toch gewoonlijk wat meer in acht." „Wat u daar zegt, is zeer leelijk", zeide de jonge onderwijzeres met tranen in de oogen. „Wat ik met mijnheer Schröderheb gesproken, dat hadt ge gerust mogen hooren. En hij verwijlde een oogenblik hier voor het huis, om mij een groet voor u en Gerard meê te geven." „Dat was zeer lief van hem.Maar stilik hoor Gerard komen. En hij mag niet denken, dat we getwist hebben." Zij ging haar man tegemoet en ontving hem met een onbevangenheid, die zelfs den dokter, hoezeer hij het ook had aanbe volen, zou hebben verwonderd. „Heb je eindelijk eens een kwartiertje voor mij over? Ik wacht je met ongeduld. Dokter Weisz heeft me opgedragen, eens ernstig met je te spreken." „0 ja, de dokter 1" zeide Winter, nadat hjj zijn zuster hartelijk de hand had gedrukt. „Zie je, dien had ik door mijn werk nu weer heelemaal vergeten. Heeft hij je verteld over het onderzoek „Hy zegt, dat je je overwerkt hebt en je hebt volkomen rust noodig. In elk geval moet je rust hebben, en het verlot moet nog deze maand worden aangevraagd." „Daaraan is niet te denken. We zijn juist bezig de boeken af te sluiten en daar is heel wat werk aan. In de eerste dagen van Augustus zal het misschien gaan. Want ik voel zelf, dat een weinig rust mij goed zal doen. Bij de eerste de beste gelegenheid zal ik er met den direc teur-generaal over spreken." De bel ging over en een oogenblik later kwam het dienstmeisje binnen. Rotterdam, 26 Maart 1903. Ik ben gestemd tot kunst-bespiegelen en die stemming dient gebruikt. In den regel houd ik me alhier buiten kunst. Kunst is een zoo teer dinghaar te bespiegelen, ambitieus, spontaan-weg, is aan slechts weinigen als een bijzonder lustige voorkeur gegeven. Over kunst schrijven doet men alleen als men 't moet, tenzij in jam merlijk dilettantisme de verwatenheid haar critiseerenden prooi gansch bevangen heeft. Niemand is criticus voor zijn plezier. Ik ken voortreffelijke critici, die liever zélf kunst maken, dan er over te schrijven. Het lijkt me een triest leven, dat van alleen-en-uitsluitend-criticus. Het is het leven van een politie-agent, van een speurder, van een rechter van instructie. Te weinig kan er de verheugenis in wezen om iets gevonden zéér-moois, zéér-goeds. Een eerlijk criticus is geen g;liefd mensch. En hij is in den regel dan ook alleen criticus omdat hij 't wezen moet. De menigte ziet een boeman in hemhij boemant waarlijk niet voor zijn genoegen. Aldus over kunst schrijven is maar zelden aangenaam. En in de zelf-gekozen taak op deze plaats, houd ik me dus veelal ver van wat kunst is, of alzoo wordt genoemd. Maar ik heb dezen dag veel gewandeld, nieuwe huizen gezien, over architectuur ge dacht, en ik raakte in kunstbespiegelende stemming. Ik bedacht, hoe hopeloos weinig moois er in al deze honderden nieuwe Rotterdamsche huizen ishoe brutaal-raak-weg, te zeer onge- laakt, onze architecten nieuw-Rotterdam op trekken tot een stad van grillighedenin onverantwoordelijke en onverantwoorde gevel bedenksels samenbouwen, hoe iets-opvallends zonder meer in de opvatting van de meesten hunner de beteekenis heeft van iets móóis De architectuur van het grootste deel van nieuw-Rotterdam is een paskwil. Dat duurt goddank niet; dat is gebouwd voor enkele jaren, maar indien het duurzaam ware, hoe zou het nageslacht hoonlachen om wat het onzen smaak en onze voorkeur zou noemen, wijl het 't in de huizen, die wij het legateer den, zou meenen op te merken. Met al die toontjes en grillige raam-lijntjes, al die gevelfratsen, die wansmakelijke kleur steentoepassingen, is bijna heel dit nieuwe huisgedoe de verdiende hoon voor wat wij permitteeren, misschien zelfs vrégen aan den architect. Sedert eenige jaren houdt het gemeente bestuur toezichteischt het in de nobele buurten overlegging van de gevelprojecten. Wat daarmede bereikt wordt, kunt ge hier alle dagen waarnemen. Overigens is het comble bereikt in de Nieuwe Reederijstraat, de straat tusschen de Boompjes en de Reederjjbrug. Hier is het zelfs 't gemeentebestuur te erg geweest. Deze plannen had het niet goed gekeurd, vernamen we. Er was afgeweken van de oorspronkelijke ontwerpen, de archi tecten hadden, ongeveer frauduleus, op hun eigen handje gebouwd en eerst toen de straat gereed was, hadden de vroede keurmeesters 't snood bedrijf ontdekt. Afgeweken van de oorspronkelijke cora- plexplannen is er zeker, m>.aruit goede bron vernam ik, dat er niet afgeweken werd van de d e t a i lplannen, welke de edel achtbare keurmeesteren, die niet vergeleken hebben, of niet te vergelijken vermochten, tam hebben goedgekeurd. Men heeft hen dus d e t a i lontwerpen voorgelegd, die niets geleken op de c o m p 1 e x ontwerpen, en zj) hebben het niet gezien 1 Maar dan wordt het als waarlijk het gemeentebestuur architectonisch toezicht wil houden gewenscht, dat het door een be voegd deskundig man zich laat voorlichten. Misschien kregen we dan heusch onder zijne bescherming op architectonisch gebied iets bijzonders in Rotterdam. Het is tot heden nogal erg leelijk. En bijzonder leeljjk in die zoo zeer geprotegeerde Reederijstraat. Kunstbespiegelen Ik ben architectoraal bezwaard, ik ben het evenzeer o. a. dra maticaal. Ik heb Vrijdagavond in den grooten Schouw burg, ten benefice van de kranige actrice Kerckhoven-Jonckers, een stuk gezien, datjme iets als walging heeft gegeven. Overwegingen van preutschen aard heb ik op tooneelgebied niet. Als in een Fransche klucht scabreuse dingen worden te zien gege ven, moet men zich daarover niet beklagen men wist het te voren. Ik vind ook liefst nooit iets grof of brutaalhet tooneel heeft „Een telegram voor mevrouw Winter", zeide zij, terwijl zij mevrouw het telegram overhandigde. Met een uitdrukking van levendige verwondering op het gelaat, soheurde Hermine het couvert los. „Ah, welk een verrassingriep zij, zonder dat de klank van haar stem maar met eenige zekerheid aangat, of die ver rassing prettig was of niet. „Er geschieden ook heden nog wonderen." Zij gaf haar man het telegram en hij las halfluid „Ben naar Duitschland terugge keerd, kom vanavond om tien uur te Breslau aan, Hoop op een vroolijk weder zien en vriendelijke ontvangst. Je broer George." Ook de verwondering van den boekhouder was niet gering, maar bij hem zonder eenigen twijtel van vroolijken aard. „Dat is nog eens een grootsche over rompeling. Een doodgewaande, die plotse ling terugkeert! Wanneer hjj niet zoo voorzichtig geweest was om een tele gram te zenden, zou het een scène uit het een of ander tooneelstuk hebben kunnen worden. Hoe lang is het eigenlijk al ge leden, dat je iets van hem hebt gehoord, Hermine Mevrouw Hermine was aan het venster gaan staan en keek de straat langs. Ook bij de vraag van haar man wendde ze het gelaat niet om. „Ik moet eens narekenen, om dat te kunnen vaststellen. Mijn broer was twee-ën- t win tig jaar oud, toen hjj naar Amerika gmg en ik was toen nog een kind. Hü is in onaangenaamheden van zjjn familie heen gegaan en mijn vader moet indertijd zeer boos op hem zjjn geweest, want in zyn tegenwoordigheid mocht nooit over UIVER ;oo het recht de waarheid te geven, de waarheid absoluut, wreed en zonder verschooning. Maar het stuk, dat „Onvoorzien gevaar heet en dat geschreven is door den Fiansch- man Maurice Donnay, is een door en door ploertig stuk. Toen ik het indertijd in een bij voegsel van de „Illustration" gelezen heb, wist ik dat nog niet zóózeer als nu, na 't te hebben gezien in een zeer gerekte, bijzonder nadrukkelijke en zorgvol-geaccentuëerde, lang zame vertooning door ods Tooneelgezelschap. Men heeft hier het volgende geval: Een vrouw, moeder van een mooi jong meisje, echtgenoot van een man die zeer voor zijn zaken leeft, heeft een minnaar. Dat kan, dat is helaas zeer Fransch gewoon. Maar die minnaar en de mooie jonge doch ter worden op elkaar verliefd. Het meisje verneemt op een bal, waar zij haar liefde aan den jongen man heeft doen blijken, in een gesprek over de danscavaliers, die, naar de reine onschuld, de man harer liefde, vertelt, „voortdurend in haar corsage keken zij verneemt van de vorhouding tus schen haar moeder en dezen man. Zij valt flauw, wordt ziek thuisgebracht, raakt op den grafrand, enzoovoorts. En dan wordt het publiek onthaald op een onderhoud tusschen moeder en dochter, moet het aanhooren, dat de brave moeder, om haar kind te redden, bjj het geluk en het leven van dat kind een gemeen-valschen eed doet. Het is verplicht, als een opoffering te aanvaarden, dat die moeder haar minnaar noodzaakt met haar dochter te trouwen, haar onschuldig kind in zijn armen voert en het mag naar huis gaan met eerbied voor deze moeder, tot wie de minnaar zegt„Ik acht u hoog." Het is een tafreel van verachtelijke ver dorvenheid, het is een weerzinwekkende viezigheid, een brutale en patserige aanran ding van het meest primitief begrip van noblesse. 't Overspelt-thema is tegenwoordig op ons tooneel schering en inslag. Maar nooit zoo ergerniswekkend-cynisch heb ik het uitge werkt gezien. „Ieder, die volgen wil, wat er komt van het hedendaagsch tooneel, moet deze vertoo ning gaan zieu", wordt in een bespreking van „Onvoorzien gevaar" die zéér waardeerend is [in de N. R. C.] gezegd. Ik heb deze aan sporing in het verband van de gunstige be oordeeling niet recht begrepen. Maar ik vraag verlof, ze in mijn waardeering van dit abo minabele tooneelwerk over te nemen De verwording van ons tooneel, het geraffineerd scabreuse en het schaamteloos cynische in de dramatiek van dit moment zou nooit sterker te bewijzen zijn dan tegenover dit „onvoorzien gevaar". En wie naar dit bewijs belangstellend is, ja, hij moet gaan zien dit spel van verdorvenheid, dat, als zoodanig, werkelijk bijzondere beteekenis heeft. IS ZEER ZUIVEREND yUUUTOiUUTOWttU»»*») om met Mei of eerder in dienst te treden, een Broodbakker, St. Maarten. j een fl 4 m 9 9 lm 9 O 9 9 58 58 U HANDEL IN: Gebruikte en Nieuwe Rijwielen, Onderdeelen, Banden, enz. Grootste voorraad. Gemakkelijke conditiën voor afbetalingin dat geval stipte geheimhouding verzekerd. Indien iemand een nieuw Rijwiel koopt, kan hij desverkiezend een oud krijgen om op te leeren. Rijwielen, die overal worden verkocht voor f 60, voor f 45 met garantie. Onderdeelen en Banden 25°/0goedkooper dan bij ieder ander. Donderdags met Onderdeelen op de Markt te Schagen. Inricfïting voor affe reparatiëti. 9 O ft 9 C Mr. Stucadoor, cents per stuk. mjjn broer woiden gesproken. Alles, wat ik later over George hoorde, was, dat hij nog een paar maal heeft geschreven. Dan bleef hjj voor ons als verloren En niet eens op het bericht van vaders dood heb ik een antwoord ontvangen." „Waarschijnlijk is dat Diet in zijn handen gekomen", meende Gerard, in het goede streven om nog vóór de komst van zjjn zwager alles weg te ruimen wat maar een onaangename ontvangst zou kun nen bewerkstelligen. „Die Amerikaanscbe post is lang zoo goed niet als de onze. In elk geval verheug ik er mjj verbazend over, hem te leeren kennen. Toen ik in je vaders zaak kwam, was hy reeds eenige j jaren weg. En het was, zooals je zegt j de patroon wilde niet, dat er over zjjn zoon werd gesproken. Maar de collega's, die nog met hem samen hadden gewerkt, vertelden j dikwjjls genoeg van hem, wanneer onze ge strenge heer principaal ons niet kon hooren. Een beetje vrooljjk schijnt hij te zjjn ge- weest, maar anders een alleraardigst mensch, dien de heeren allen gaarne moch ten. Zij meenden, dat zjjn vader te streng voor hem was geweest." „Zoo, meenden zjj dat vroeg de jonge vrouw koeltjes, „Dan werd er aan dekan- toorlessenaars zeker verbazend gefantaseerd over de redenen van zjjn heengaan „Aan veronderstellingen heeft het niet ontbroken, Maar slechts de oude Suter- land, de procuratiehouder, had iets met zekerheid kunnen zeggen, maar aan dien mopperaar waagde niemand het, iets te i vragen. Maar ocb, wat zal er ook eigen- bik gebeurd zjjn wat jeUgdige loszinnig heid tegenover de vaderlijke autoriteit. misschien wat sohulden, of zoo iets. Ia de vijftien jaren, die sedort verloopen zjjn, in de goede Amerikaan» ?he school, zullen de scherpste punten wel geschaafd zjjn van de horens van miju iswagcr." „Wij willen het hopen Tegen welk uur heeft hjj zjjn 'kornet aangekondigd?" De boekhouder k'iek hot telegram in „Hier staat: van,avond zeven uur. Dat is zonder twjjfel d,<e Belgische sneltrein, die tien minuten ov<ar zeven aankomt. Wat beroerd, dat ik me vandaag juist zooveel werk op den hals heb gehaaid.- „Je behoeft je anólers terwille van mijn broer geen last aan te doen. Het is vol doende, dat ik naar .het station toe ga en hem afhaal. Hjj mo« it maar in een hotel logeeren,^ want seder t we Martha in buis hebben, is er geen kaïmer vrjj." „In een hotel Ne en, lieve kind, dat mogen wij onder gee n omstandigheid ge- doogen. Een broer, die na een afwezigheid van vijftien jaar in iet vaderland terug keert, laat men niet in een hotel gaan, wanneer men oen elfden huishouding heeft. Hebben wc hier beneden geen plaats voor hem, dan zal ik den directeur-generaal vragen, of we boven, op de eerste verdie ping een logeerkamer in gebruik mogen nemen. Om dezen t;jjd van het jaar plegen de heeren zelden te kom en. Maar al was dat het geval, dp.n was er nog voldoende voor hen gezorgd, want er staan nog vier kamers tot hun beschikking; Mevrouw Her mine gat ;geen antwoord, maar het had er niet den schjjn van, of ze met het pUin van haar man erg ver rukt was. Haar mooi gelaat toonde een onverschillige uitdrukking en om alle ver dere besprekingen af te brek en, zeide ze met een blik op de klok„Ml saohien was prijs 3 cent per stulx. Th.tSJcharlewie en D.Tamis, Nieuwstraat, Schagen. het 't beste, wanneer ge met don direc teur generaal dadeljjk over deze zaak sprak, Ik had liever, dat deze quaestie beslist was vóór mjjn broer aankomt. Intusschen zal 'k het eten laten opzetten". Gehoorzaam, maar toch aarzelend, daar hem de zaak niet zoo spoedeisc end voor kwam, voegde Gerard Winter zich naar haar wil. De jonge vrouw ging naar de keuken, zonder dat er tusschen haar en Martha een enkel woord gewisseld gewor den was. j HOOFDSTUK III. De directeur-generaal, een echte brom- beer van zestig jaar, wiens bureaux op de eerste verdieping van het huis waren, was door zjjn onaangename manieren en de grove wijze, waarop hjj de beambten be handelde, niet weinig gevreesd. Zeker, allen wisten, dat hij in den grond van zijn hart een goede kerel was en dat zjjn toorn in den regel even snel verdween als hij kwam; maar het behoorde niet tot de aangename dingen, als je door hem de haren eens gekamd werden. En daarom betrad ook geen enkele beambte het kantoor zon- j der hartkloppingen. Gerard Winter was misschien de eenige, over wiens hoofd zich nog nooit een onwe- der ontlast had. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1903 | | pagina 6