I Aiicrtmtit- k L11D111II11 m nu DAMESHOEDEN Zeïvelder, Zoii«Ug 29 Maart 19ÜB. DERDE BLAD. ADVERTENTIE N. C. SLIKKER, LEERLING J. Portegijs Lz., en uitgebreide collectie I. D. MÈus-Iatlt, Jndische ptnlirnssen. Binneiilandsch Nieuws. Net werk. Billijke prijzen. Hoeren-, Dames-en Kinder- SCHOENEN ec LAARZEN, Hoeden, Petten en Barets. 31 Waart, Woensdag 1 en Don derdag 3 April. SGHAGER JAAA£AJag flo. J622. COURANT. Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden. III. Heden, Vrijdag 6 Maart, hebben we dan eindelijk eens kalme zee en mooi zomerweer! Ik zal daarom dadelijk maar de gelegenheid benutten en mijn reisverhaal voortzetten. We kwamen dan Zondagavond te South- ampton aan en troffen het in die stad al bijzonder slecht. Het regende en woei er vreeselijk en als ik het niet aan u, lezers, verplicht was geweest, dan zou ik zeker geen voet aan wal hebben gezet, Southampton is, als uitgangspunt en aan legplaats der voornaamste stoomvaartlijnen, een stad van veel beteekenis. Zij onderhoudt met alle havens van Engeland, met het vaste land van Europa, met Amerika, Afrika, Oost en West-Indië, Australië, China en Japan, een druk verkeer. In verband hiermede heeft hier de South-Western-Spoorweg zijn voor naamste eind-station. Deze spoorlijn toch stelt haar in verbinding met het geheele Britsche eiland. Bijzonder groot is Southampton nu juist nieter wonen slechts pl. m. 90.000 menschen, doch er heerschteen bediijvigheid, zooals zelfs Botterdam niet kent. Van dat vele, wat wij gedurende ons ver blijf zagen en opmerkten, willen wij hier even een en ander mededeelen. De bootwerkers in de dokken vertegen woordigen het type van den goed betaalden en goed gevoeden Engelschen werkman. Het zijn zware, gespierde kerels met flinke open gezichten. Zij zijn voor ons, passagiers, erg beleefd, misschien wel in de hoop op een Hollandsch sigaartje Enfin, dat is hun niet kwalijk te nemen, want sigaren van al zeer twijfelachtig allooi (van de twaalf om een dubbeltje in Hollandkosten daar three pence [vijftien cent]. Nu kan een ieder wel begrijpen, hoe de menschen er voor een Hol- landsche driecentssigaar vliegen Alles rookt hier dan ook pijpen. Sigaren zijn groote weelde en men snapt, hoe wangunstig de Engelsche dokwerkers naar onze koloniaalljes keken, die er lustig op losdampten, dank zij de goede zorgen van vaders, moeders, ooms en tantes. De stad ingaande, vallen ons al dadelijk de politie-mannen op. Zij vormen een keurkorps van ware reuzen, die werkelijk ontzag inboe zemen en tegelijk in hun optreden zeer vrien delijk en welwillend zijn. Zoo bestaat er een politieverordening, dat men in de hoofdstraten steeds door moet loopen, zeker om de passage niet te stremmen, en toen wij nu met een groepje van twaalf passagiers dit gebod uit onwetendheid over traden, kwam een dier gebaarde „grenadiers" op ons af, groette beleefd en begon met een „vraag wei excuus heeren, maar ge naoogt hier niet blijven stilstaan." Zoo'n politieman begrijpt pas zijn baantje De soldaten hebben over 't algemeen 'n zeer zelfbewuste, houding. Men ziet het hun aan, dat zij zich voelen. Ze schijnen het echter met militaire vormen niet bijzonder nauw te nemen. Velen gaan hun onderofficieren zonder eenig saluut voorbij 1 Officieren zagen wij niet, die loopen er blijkbaar zoo weinig mogelijk in uniform. Jongens van veertien a vijftien jaar vervul len hier de betrekking van brievep- en tele grambestellers en maken den indruk van kleine soldaatjes. Juist zooals de „Tommies", dragen zij een soort kalotje scheef op het hoofd met een stormriempje onder de kin. Ik vernam, dat die knapen later bijna allen vrij willig dienst nemen, daar zij natuurlijk geen bepaald vak kennen en reeds jong aan de uniform zijn gehecht. De hoofdstraat van Southampton, de zooge naamde Highstreet, wordt 's avonds met electrische booglampen verlicht. De leelijke ondorwetsche omnibussen, die ik hier nog in 1896 zag rijden, zijn thans vervangen door electrische trams met bovengrondsche gelei ding. Van de Highstreet komt men door een prachtige poort, de Bargate, in de AboveBar. Genoemde Bargate, een bouwstuk uit vroe ger eeuwen, steekt eigenaardig af bij de zoo moderne omgeving. Vermelding verdient het nog, dat men in Engeland er geen bepaalde café's op na houdt. Wel kan men hier en daar in een bar aan de toonbank zijn glas whiskey of pale ale naar binnen slaan, doch een bitteruurtje houdt men er niet op na. Daarvoor heeft men het te drnk en wordt er overal de leus„tijd is geld" gehuldigd. Ziet men er dus betrekkelijk weinig drank huizen, men valt er over gelegenheden om wat te bikken, en ze houden er van zwaren kost, dat verzeker ik u 1 De indruk, dien ik thaDB van Southampton kreeg, was niet zoo gunstig als bjj mijn eerste bezoek in 1896, doch dit zal wel aan het afschuwelijke weêr gelegen hebben. Nadat we wat door do voornaamste straten hadden ge slenterd, nu en dan schuilend in een bar, be zochten we nog de Pier, die aan Schevenin- gen herinnert, doch nu natuurlijk doodsch en verlaten was. 's Avonds gingen we naar een reusachtige „tingeltangel", die er van binnen zeer primi tief uitzag, doch stampend vol wcs. We zagen er alleen menschen uit de volksklasse, die voor hun zestig cents entree heel wat te genieten kregen. Dat het Leger in Engeland populair is, meenden we op te merken uit het feit, dat de „Soldiers of the King" (soldaten van den Koning) door allen uit volle borst werd meegezongen. Ook Koning Eduard schijnt nog al bemind te zijn. Wij spraken er nog een Engelschman, die ons Hollandsch eenigszins machtig was en 't geleerd had van Hottentotten in Znid-Afrika De man beweerde p r o-B oer tB zijn, zeker omdat wij Hollanders waren. Terwijl wij daar zoo rondscharrelden in de stad, waren bootwerkers druk bezig met nog tal van koopmansgoederen uit Engeland voor Oost-Indië in te laden. 'tWas al net zoo'n drukte als dien lantsten dag te Amsterdam en ik hoor, dat de „Koning Willem II" wel voor drie millioen aan vrachtgoed vervoert. Dinsdag 3 Maart hadden we onze lading van Southampton binrien en om half vijf 's middags kwam de Engelsche loods weer aan boord en konden we het dok verlaten. Het weêr was voor een oogenblik wat op geklaard en we genoten dan ook naar harte lust van het indrukwekkende schouwspel. Waren we Spithead ingevaren, nn gingen we in oostelijke richting door the Solent en zagen we weer aan bakboord (links) het prachtige eiland Wight met zijn heerlijk groene bosscheu, zijn kasteden en schilder achtige dorpjesj tegen de heuvelen opgebouwd. Tegen zes uur passeerden we de Needies, verschillende rotsgevaarten in zee, en konden we nog even door onze kijkers de prachtige versterkingen bewonderen, die hier door En geland zijn gebouwd boven op de laatste heuvels van Wight. We kwamen in hot Kanaal en de langere tocht naar ons tweede station Genua was aangevangen. Lt. Clockener Brousson b. d. 6 Maart 1903. a/b S. S. Koning Willem II. De eerste lezing, die de heer candidaat voor de Kamer bij deze ver kiezing, hield, was Donderdagavond in het lokaal van den beer P. Haringhuizen te NIEUWE NIEDORP. Er was betrekkelijk weinig publiek en nog minder, dat geacht kon worden in hoofdzaak met de meeningen van den heer Zeïvelder in te stemmen. De heer Baat van Schagen opende met een kort welkom de bijeenkomst. De spreker, de heer Zeïvelder, begon met als zijn meening uit te spreken, dat men hier in dit district met een gemengd gevoel deze verkiezingscampagne zal zijn begonnen. Aan deD eenen bant verheugd over de onderschei ding, den heer Fokker ten deel gevallen,zal men aan den anderen kant dezen eminenten man zeer ongaarne als afgevaardigdo missen. Was het voor Spr. een eer, als opvolger van den heer Fokker genoemd te worden, hij ontveinsde zich niet de groote verantwoordelijkheid voor het opnemen van een dergelijke candidatuur. Hij wenschte nu hier geen besprekingen te houden voor of tegen de thans gestelde can- didaten een dergelijke bespreking zou immers wellicht slechts tengevolge hebben, dat hij, die 't meest beloofde, 't meest de lui wist te pakken enz., ten onrechte het meeste succes had. Spr. had hier 't vorig jaar al meer uitvoerig stilgestaan bij de verschillende strijdpunten tusschen de politieke partijen hij wenschte heden alleen te behandelen de algemeene beginselen der vrijzinnig-democratische partij de denkbeelden, die ook de afgetreden afge vaardigde, de heer Fokker, met hart en ziel was toegedaan. Hij begon dus te bespreken het beginsel program dier partij, veel bestreden hier en daar, maar door hem nog altijd juist geacht. In de eerste plaats dan sprak hij do groote wenschelijkheid, ja de noodzakelijkheid uit van het behoud van den thans bestaanden constitntioneelen parlementairen regeerings- vorm, het constitutioneele koniDgschap de Oranjes. Verder werd nog eens met een klein historisch overzicht uiteengezet, waarom uitbreiding van het kiesrecht noodzakelijk moest komen en verdedigde Spr. met een kort woord het ingediende wetsontwerp te dezer zake van de bekende 9 mannen van dezen tijd, die, naar hij hoopte, evenveel succes zouden hebben, als de 9 mannen der grondwetsherziening van '48. Ten opzichte van het vrouwenkiesrecht zouden sommigen, vurige voorstanders daar van, misschien niet voldaan zijn, maar dien enthousiasten wenschte hij té doen opmerken dat de Nederlandsche vrouwen in het alge meen vrij zeker niet zoo sterk als die voor standers hare kiesbevoegdheid zullen eischen. Verder verdedigde hij nog, hetgeen voorgesteld was ten opzichte van een nieuwe samenstel ling van de Eerste Kamer, wier behoud hij met andere samenstelling dan noodza- kelijk achtte. De noodzakelijkheid van alge meen kiesrecht was in 't algemeen reeds daardoor te verdedigen, dat, zoolang dit niet was verkregen de politieke atmosfeer nooit zuiver zou zijndaarmee altijd een struikel blok op den weg van sociale verbeteringen zou blijven liggen. Al verder het program behandelende, be toonde Spr. zich voorstander van meer gelijk- matige ontwikkelingsvoor waarden van het I individu, al waren totaal gelijke voorwaarden wel nooit te bereikeD, en een bestrijder van wat de sociaal-democraten eischen: de ver scherping van den klassenstrijd, die dan ten slotte den heilstaat zou moeten brengen. Was aan den eenen kant afschaffing van het per soonlijk eigendom verkeerd en onmogelijk, aan den anderen kant moest het gemakke- lijker worden, den staat of de gemeente, waar biet algemeen belang dit vorderde, in het persoonlijk bezit te doen ingrijpen. Een goed geregeld arbeidscontract was zeer noodzake lijk en mocht dan ook bij geen partij bestrij ding vinden, en voor staatspensionneering is de Spr. zeer gaarne te vinden als de mogelijkheid, vooral de financiëele, er maar zoo dadelijk was. Hij hoopt ieder wenschen, dat het staatspensioen er komt, maar ziet de door de brochure-Wieringa genoemde cijfers niet zoo optimistisch in. Het onderwijs zou spr. maarniet opnoemen. Andere dingen, die de vrijz-dem. pariij voor stoud, waren betere verdeeling der belastin gen, die den drnk meer zou brengen, waar die niet te zwaar wasbezuiniging van militaire uitgaven, enz. Al die dingen mocht men natuurlijk niet verwachten van de tegen woordige regeering, die Spr. is er van zijn standpunt dankbaar voor gelukkig nog wei nig kwaad heeft gedaan. Het aan de orde zijnde vaccinewetje vond bij den Spr. groote bestrij ding, niet alleen om het waarschijnlijke gevaar vorr de openbare gezondheid van het af schaffen der vaccine, maar ook om de twee slachtigheid van dat wetje. Tens'otte meent Spr. niet te mogen nalaten, ter sprake te brengen de bij allen zoo wel bekende stakingsboroeriagen van den laatsten tijd. Na met een kort woord het verloop daarvan aangeroerd te hebben, zei Spr., het treurig te vinden, dat na die staking de meening bij sommigen zoo graag post vatte, dat nu de rollen maar inoens waren omgekeerd en de arbeiders geheel en al de baas zouden zijn, en Spr. keurde ten sterkste at, wat Het Volk destijds schreef onder het opschrift „De leeuw toont zijn klauw", omdat hij met den mees ten nadruk en ten duidelijkste wenschte uit te drukken, dat hij het beslist verkeerd zon vinden, wanneer het gezag van den Staat was in handen der arbeiders alleen. Het gezag van deu Staat moest en mocht in geen andere handen zijn dan vau de verschillende elemen ten van den staat, en niet in die van één partij. Het gezag van den Staat wilde Spr. stellig hooggehouden hebben. Wat de Be geering onmiddellijk na de staking gedaan had, kon de Spr. goedvindeneveneens, dat zij daarna een voorstel deed tot het instellen van een enquête naar de misstanden bij de spoorwegen en tot het verzekeren van het gecontracteerd geregeld spoorwegverkeer, maar dat zij, nog éér zij het resultaat van dat onderzoek kende, de arbeiders wilde bin den in arbeidersvoorwaarden te berusten, die de Begeering, blijkens het onderzoek, zelf niet als billijk kende, dat vond bij Spr. be strijding. Het oproepen van de miliciens, waar de politiemacht ontwijfelbaar onvoldoende was, om te waken tegen een aanslag op het gezag van den staat, dat de regeering toch had te verdedigen, kon Spr. zeer goed billijken. Verbetering van de verhoudingen tusschen patroons en arbeiders, zoo, dat niet aan één kant alle zeggingschap was, achtte Spr. nood zakelijk. Aan het einde van zijn lezing komende, verklaarde hij, wanneer hem de eer werd aangedaan tot lid der Kamer verkozen te worden, dat hij zou strijden voor de begin selen der vrijz.-dem. partij, voor alle sociale verbeteringen, die hij ten weldaad van het land rekende, en tegen alle buitensporigheid aan den eenen of anderen kant. Hij eindigde met den wensch, dat, waar voor 300 jaren van Alkmaar de victorie uitging, nu niet van Alkmaar het conservatisme zon uitgaan. De heer J. G. van Kuykhof, tegencandi- daat van den heer Zeïvelder, verschilde in sommige opzichten natuurlijk van meening met den spreker, al kon hij ook in andere met hem méégaan. j Zoo verweet hij de vrijz.-dem. fractie, dat zij steeds had voorgestaan algemeen kies recht voor mannen en vrouwen en nn kwam aandragen met een wetsontwerp, waarin dat vrouwenkiesrecht niet in de Grondwet werd vastgelegd, njaar aan den gewonen wetgever 1 werd overgelaten zoo vond hij, dat toegang van de arbeiders tot hooger onderwijs niet voldoende was voor verbetering van de ont- wikkolingsvoorwaarden, waarmee immers nog zooveel andere factoren in 't spel kwamen, en bestreedt hij de meening, als zouden de soci aal-democraten totale afschaffing van het particulier eigendom eischen, waar men slechts aanstuurde op communistisch bezit van de productiemiddelen. De houding van de vrijz. dem. inzake den klasseustrijd was nooit zuiver; zij ontkenden het bestaan van den strijd niet, maar wilden dien verminderen, terwijl het erkennen van den klassenstrijd toch immers was het voeren van dien strijd, hetzij aan den eenen of den anderen kant. De sociaal democraten trouwens waren er niet op uit deu klassenstrijd te verscherpen in dien zin als de heer Zeïvelder aangaf, nl. dat de beide partijen elkaar zonden moeten luchten noch zien, maar zij waren overtuigd van de nood zakelijkheid van dien strijd, wilden de arbei ders zich verheffen. Ook het privaat eigendom was natuurlijk verder een punt van strjjd, terwijl ten opzichte van de staatspensionnee ring verder geen volledige overeenkomst bestond. Ten slotte besprak hij de veront waardiging van den heer Zeïvelder over het artikel De Leeuw toont zijn klauw, een verontwaardiging die niet onbegrijpelijk is, waar de vrijz.-dem. nooit nalaten af te keuren wat de arbeiders doen; zij willen hunne stemmen wel hebben, maar houden overigens deaibei- ders op een afstand. Het artikel zelf verdedigde de heer Kuykhof en wilde hij gerust geheel voor zijn verantwoording nemen. Trouwens, 1 dat er omstandigheden zonden kunnen zijn, die een verzet tegen het bestaande gezag ncolzakelijk en gerechtvaardigd maakten, was blijkens sommige artikelen in de Christen- Democraat door Dr. Knyper erkend- Natuurlijk kon de heer Kuykhof zich gansch niet vereenigen met wat de heer Zeïvelder gezegd had omtrent de noodzake lijkheid van de oproeping der miliciens. Waar de heer Zeïvelder zijn candidatuur hier verdedigd heeft, was hij in zijn recht, maar het was toch ook wei eens goed ge weest, als hij eens in verdediging had geno men, wat de vrijz.-dem. in de Kamer hebben gedaan en waarom zij daar zoo herhaaldelijk en in prLncipiëele kwesties niet eensgezind waren. De heer Kuykhof eindigde met in overweging te geven, niet in de Kamer te brengen menschen, die tusschen de heeren en de arbeiders staan en aldus geen honvast hebben, maar personen, die toonden te weten wat zij wilden. De heer Zeïvelder beantwoordde de ver schillende, door den heer Kuykhof opge noemde bezwaren, te oordeelen naar het applaus, volkomen ten genoegfn van de ver gadering, de vrienden van den heer Van Kuykhof er desnoods buitengelaten. Na nog eenige re- en dupliek van debatter en spreker, sloot de heer Raat de vergade ring onder dauk aan den spreker en met deu wensch, dat de beginselen van den Vrijzinnig- Democratischen Bond ingang zouden hebben mogen vinden. Verslag van de Raadsverga dering te WIERINGERWAARD, gehouden den 25 Maart 1903. Tegenwoordig alle leden. Voorzitter de heer C. Dz. Rezelman. Naar aanleiding van de notuleD, welke onveranderd worden goedgekeurd, vraagt de heer Zijp, of ann mej. Franx kennis is ge geven van de verleende gratificatie. Zoo ja, of daarop antwoord is ontvangen. De Voorz. beoft op een desbetreffend schrij ven niet het minste vernomen. De heeren Zijp, Groneman en Koster spre ken hunne bevreemding uit over dit stil zwijgen. Aangezien de Raad thans in de onzekerheid verkeert, of mej. Franx de gratificatie aan vaardt, en of zij tevreden is met de op haar adres genomen beslissing, v\ ordt besloten inlichtingen te vragen. De Voorz. deelt mede, dat de kohieren voor den Hoofdelijken Omslag en de Honden belasting, alsmede het besluit tot aanvaarding van de door den Polder gedane schenking, goedgekeurd van H. H. Gedeputeerde Staten zijn terugontvangen. Ter tafel wordt gebracht: le. Eeu proces-verbaal van de heden ge houden verificatie bij den ontvanger, volgens hetwelk 't kassaldo f 114192'' bedraagt. 2e. Een brief van H. H. Gedeputeerde Staten, waarbij, onder mededeeling dat het aandeel in de geraamde kosten voor 1903 van de Gezondheidscommissie, gezeteld te Schagen, voor deze gemeente f 42.04 bedraagt, wordt verzocht de betaling van genoemd bedrag aan de Commissie te willen regelen. Op de begrooting is f25 geraamd. De Raad besluit, het tekort door af- en overschrijving uit den post voor onvoorziene uitgaven te dekken. Tot leden van het stembureau voor de verkiezingen in 1903 worden gekozen de heeren D. A. Kaan en D. Kooij Jbz., als 3de lid voor Gemeenteraadsverkiezingen de heer Jb. Zijp Hz., de overige leden plaatsvervan gers. Hierna komt aan de orde het in de vorige vergadering aangehouden adres van den Secretaris. De Voorz. zegt den heer Haringbuizen, die zich even had verwijderd, dat de Raad met algemeene stemmen heeft besloten, zijn jaarwedde met f 100.— te verhoogen. Het doet Z.Ed. genoegen dit te kunnen mede deelen, omdat hij den Secretaris deze ver hooging alleszins waardig keurt. Spreker uit den wensch, dat de heer H. nog vele jaren op dezelfde wijze als tot heden met het Bestuur zal samenwerken en zijne betrekking waarnemen. De heer Haringhnizen stelt de waardeering op hoogen prijs, brengt den Raad zijn welge- meenden dank voor de toegekende verhoo ging en hoopt zijne werkzaamheden steeds tot genoegen van het Bestuur te verrichten. Niets meer aan de orde, volgt sluiting der vergadering. Uitslag veiling van 2 percee- len land, ter grootte van 4.71 60 H A., genaamd de Ossenweiden, gelegen aan den St. Maartens- weg. Kooper de WelEerw. heer Ds. Wie- ringa te St. MAARTENSBRUG, voor de som van 8136 gld. Men meldt uit SNEEK Te Sneek raakte Dinsdagmiddag eene rijke boer met zijn fiets te water. Terstond waren rappe handen aanwezig, om man en twee- wieler op 't droge te heipen. De landbouwer was nog flink bij zjjn stuk ken, de fiets mankeerde niets. Onze boer stond op 't punt zijn weg te vervolgen, toen de portemonnaie voor den dag kwam met de woorden: „nou, dat maatte jimme marparte, hear, dat is for jimme moeite en de hoofdman van de reddeis kreeg5 centen". Men meldt uit ZUIDLAREN, van 23 Maart: Hedenochtend te 11 uren ontstond er in de nabijheid van ons dorp een bosch- en heide brand, die schromelijke gevolgen na zich had kunnen sleepen. Waarschijnlijk ontstaan door het wegwerpen van een brandenden lucifer in de dorre heide in de onmiddellijke nabijheid van het krank zinnigengesticht Dennenoord, en aangewak kerd door den sterken wind, breidde de brand 1 zich snel uit, zoodat spoedig ook een den nenbosch, aaD bovengenoemde stichting be- hoorende, in lichtelaaie stond, en er groote vreeze heerschte, dat ook de gebouwen van Dennenoord door het vernielende element zonden worden aangetast. Reeds was men bezig de zoogenaamde ziekenbarak te outmeubelen, toen men er met behulp van ingezetenen uit de kom der ge- meente Zuidlaren om ongeveer vijf uur 's namiddags in slaagde den brand meester I te worden, nadat ongeveer 8 heet. bosch- en heidegrond waren afgebrand. Vergadering van den Raad der gemeente OUDE NIEDORP, op Donder- datr 26 Maart 1903, nam. 2 nur. Tegenwoordig alle leden Voorz. de Bur gemeester, de heer A. Wonder Pz. Met het gebruikelijk welkom opent de Voorz. do vergadering. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. Ingekomen is een dankbetuiging van de Commissie voor de Weerstandskas der Schager kaasmarkt, voor den moreelen en daadwerkelij ken steun, door den Raad geschonken eeu mis sive van Gedeputeerde Staten, mededeelende, dat als voorschot op de Rijkssubsidie in de kosten van hot lager onderwijs over 1903 eeu bedrag van f 1600 zal worden uitgekeerd, en het outvangs -bericht van Gedeputeerde Staten, der verordening betreffende het maken van puntdraadhekken. Allen voor kennis geving aangenomen. Het door B. en W. opgemaakte kohier van de hondenbelasting over het loopende jaar wordt voorgelezen en goedgekeurd, en vast gesteld op een bedrag van f 148.60 [99 hon- j den a f 1.50]. Overgaande tot de keuze van een stem bureau voor de a. s. Kamerverkiezingen, van welk bureau de Burgemeester ambtshalve Voorzitter is, worden gekozen tot leden de heeren C. O^er en J. Ligthart en tot plaats vervangers de heeren H. Kriller en A. Strijbis. Verder vraagt Voorz., of het maar niet het beste zou zijn, dat strookje grond achter de veldwachterswoning te bestraten. De heer Over meent, dat voldoende zou zijn een straatje van de deur af; het overige is een dood eindje en het moet maar knap gehouden worden. De andere heeren zijn 't daarmee eens. Aldus zal het gebeuren. Het gedeelte naar de openbare straat zal men maar begrinten. Niets meer te behandelen zijnde, sluit de Voorz. de vergadering. UitMontreux wordt aan het Berl. Tagebl. geseind, dat de beide oud-presi denten Kruger en Steyn ernstig ziek liggen. Des heeren Steyn's ledematen zijn wederom verlamd. Plotseling, tijdens een wandeling, zakte hij in elkaar. De doctoren hopen echter dat hij biunen een week weer zal kunnen loopen. Dinsdag kwam in San Remo het bericht dat de heer Kruger vrij ernstig ongesteld was. Het Bcrl. Tagebl. meldt verder, dat de heer Steyn vau plan is, ie het najaar verlof te vragen aan de Britsche regeering om terug te mogen keereu naar Zuid-Afrika. In tegenspraak met wat de correspondent van de Morning Leader te Nice meldt, is, dat Paul Kruger zeer gezond is, zich uitstekend gevoelt en van plan is eind April naar Neder land terug te keeren. De villa in Mentone is weer ingehuurd voor den volgenden winter. ONHPV ANQEN eene prachtige sorteering van de nieuwste modellen Aanbevelend, ANNA PAtTLOWNA. Aan hetzelfde adres kan een geplaatst worden. Ondergeteekende bericht zijn ge achte Begunstigers, dat zijn zaak verplaatst Is naar de en dat hij voor het aankomend seizoen wederom flink gesorteerd is in alle soorten Voorts, dat aan de zaak eenige uitbreiding is gegeven, en thans steeds voorradig is ruime keuze Heeren-, Dames- en Itinder-Daraplnies, Fronts, Koorden, manchetten» Strikken en Dassen, in de nieuwst© modellen Beleefd aanbevelend, K o 1 h o r n. MM.! Met deze heb ik de eer U in kennis te stellen, dat ik voor het a.s. Voorjaar en Zomerseizoen een prochtiKe in alle genres gereed heb. die met de uiterste zorg is samengesteld. Tevens deel ik U mede, dat de Groote Jaarlijksche Expositie dit jaar zal plaats vinden op Dinsdag' Beleefd aanbevelend Schageiv

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1903 | | pagina 9