I
Aiicrtmtit- k L11D111II11
m nu
DAMESHOEDEN
Zeïvelder,
Zoii«Ug 29 Maart 19ÜB.
DERDE BLAD.
ADVERTENTIE N.
C. SLIKKER,
LEERLING
J. Portegijs Lz.,
en uitgebreide collectie
I. D. MÈus-Iatlt,
Jndische ptnlirnssen.
Binneiilandsch Nieuws.
Net werk.
Billijke prijzen.
Hoeren-, Dames-en Kinder-
SCHOENEN ec LAARZEN,
Hoeden, Petten en Barets.
31 Waart, Woensdag 1 en Don
derdag 3 April.
SGHAGER
JAAA£AJag flo. J622.
COURANT.
Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden.
III.
Heden, Vrijdag 6 Maart, hebben we dan
eindelijk eens kalme zee en mooi zomerweer!
Ik zal daarom dadelijk maar de gelegenheid
benutten en mijn reisverhaal voortzetten.
We kwamen dan Zondagavond te South-
ampton aan en troffen het in die stad al
bijzonder slecht. Het regende en woei er
vreeselijk en als ik het niet aan u, lezers,
verplicht was geweest, dan zou ik zeker geen
voet aan wal hebben gezet,
Southampton is, als uitgangspunt en aan
legplaats der voornaamste stoomvaartlijnen,
een stad van veel beteekenis. Zij onderhoudt
met alle havens van Engeland, met het vaste
land van Europa, met Amerika, Afrika, Oost
en West-Indië, Australië, China en Japan,
een druk verkeer. In verband hiermede heeft
hier de South-Western-Spoorweg zijn voor
naamste eind-station. Deze spoorlijn toch stelt
haar in verbinding met het geheele Britsche
eiland. Bijzonder groot is Southampton nu
juist nieter wonen slechts pl. m. 90.000
menschen, doch er heerschteen bediijvigheid,
zooals zelfs Botterdam niet kent.
Van dat vele, wat wij gedurende ons ver
blijf zagen en opmerkten, willen wij hier even
een en ander mededeelen.
De bootwerkers in de dokken vertegen
woordigen het type van den goed betaalden
en goed gevoeden Engelschen werkman. Het
zijn zware, gespierde kerels met flinke open
gezichten. Zij zijn voor ons, passagiers, erg
beleefd, misschien wel in de hoop op een
Hollandsch sigaartje Enfin, dat is hun niet
kwalijk te nemen, want sigaren van al zeer
twijfelachtig allooi (van de twaalf om een
dubbeltje in Hollandkosten daar three
pence [vijftien cent]. Nu kan een ieder wel
begrijpen, hoe de menschen er voor een Hol-
landsche driecentssigaar vliegen Alles rookt
hier dan ook pijpen. Sigaren zijn groote
weelde en men snapt, hoe wangunstig de
Engelsche dokwerkers naar onze koloniaalljes
keken, die er lustig op losdampten, dank zij
de goede zorgen van vaders, moeders, ooms
en tantes.
De stad ingaande, vallen ons al dadelijk de
politie-mannen op. Zij vormen een keurkorps
van ware reuzen, die werkelijk ontzag inboe
zemen en tegelijk in hun optreden zeer vrien
delijk en welwillend zijn.
Zoo bestaat er een politieverordening, dat
men in de hoofdstraten steeds door moet
loopen, zeker om de passage niet te stremmen,
en toen wij nu met een groepje van twaalf
passagiers dit gebod uit onwetendheid over
traden, kwam een dier gebaarde „grenadiers"
op ons af, groette beleefd en begon met een
„vraag wei excuus heeren, maar ge naoogt
hier niet blijven stilstaan." Zoo'n politieman
begrijpt pas zijn baantje
De soldaten hebben over 't algemeen 'n zeer
zelfbewuste, houding. Men ziet het hun aan,
dat zij zich voelen. Ze schijnen het echter
met militaire vormen niet bijzonder nauw te
nemen. Velen gaan hun onderofficieren zonder
eenig saluut voorbij 1 Officieren zagen wij niet,
die loopen er blijkbaar zoo weinig mogelijk
in uniform.
Jongens van veertien a vijftien jaar vervul
len hier de betrekking van brievep- en tele
grambestellers en maken den indruk van
kleine soldaatjes. Juist zooals de „Tommies",
dragen zij een soort kalotje scheef op het
hoofd met een stormriempje onder de kin. Ik
vernam, dat die knapen later bijna allen vrij
willig dienst nemen, daar zij natuurlijk geen
bepaald vak kennen en reeds jong aan de
uniform zijn gehecht.
De hoofdstraat van Southampton, de zooge
naamde Highstreet, wordt 's avonds met
electrische booglampen verlicht. De leelijke
ondorwetsche omnibussen, die ik hier nog in
1896 zag rijden, zijn thans vervangen door
electrische trams met bovengrondsche gelei
ding. Van de Highstreet komt men door een
prachtige poort, de Bargate, in de AboveBar.
Genoemde Bargate, een bouwstuk uit vroe
ger eeuwen, steekt eigenaardig af bij de zoo
moderne omgeving. Vermelding verdient het
nog, dat men in Engeland er geen bepaalde
café's op na houdt. Wel kan men hier en
daar in een bar aan de toonbank zijn glas
whiskey of pale ale naar binnen slaan, doch
een bitteruurtje houdt men er niet op na.
Daarvoor heeft men het te drnk en wordt
er overal de leus„tijd is geld" gehuldigd.
Ziet men er dus betrekkelijk weinig drank
huizen, men valt er over gelegenheden om
wat te bikken, en ze houden er van zwaren
kost, dat verzeker ik u 1
De indruk, dien ik thaDB van Southampton
kreeg, was niet zoo gunstig als bjj mijn eerste
bezoek in 1896, doch dit zal wel aan het
afschuwelijke weêr gelegen hebben. Nadat we
wat door do voornaamste straten hadden ge
slenterd, nu en dan schuilend in een bar, be
zochten we nog de Pier, die aan Schevenin-
gen herinnert, doch nu natuurlijk doodsch en
verlaten was.
's Avonds gingen we naar een reusachtige
„tingeltangel", die er van binnen zeer primi
tief uitzag, doch stampend vol wcs. We
zagen er alleen menschen uit de volksklasse,
die voor hun zestig cents entree heel wat te
genieten kregen.
Dat het Leger in Engeland populair is,
meenden we op te merken uit het feit, dat
de „Soldiers of the King" (soldaten van den
Koning) door allen uit volle borst werd
meegezongen. Ook Koning Eduard schijnt
nog al bemind te zijn.
Wij spraken er nog een Engelschman, die
ons Hollandsch eenigszins machtig was en
't geleerd had van Hottentotten in
Znid-Afrika De man beweerde p r o-B oer
tB zijn, zeker omdat wij Hollanders waren.
Terwijl wij daar zoo rondscharrelden in de
stad, waren bootwerkers druk bezig met nog
tal van koopmansgoederen uit Engeland voor
Oost-Indië in te laden. 'tWas al net zoo'n
drukte als dien lantsten dag te Amsterdam
en ik hoor, dat de „Koning Willem II" wel
voor drie millioen aan vrachtgoed vervoert.
Dinsdag 3 Maart hadden we onze lading
van Southampton binrien en om half vijf
's middags kwam de Engelsche loods weer
aan boord en konden we het dok verlaten.
Het weêr was voor een oogenblik wat op
geklaard en we genoten dan ook naar harte
lust van het indrukwekkende schouwspel.
Waren we Spithead ingevaren, nn gingen
we in oostelijke richting door the Solent
en zagen we weer aan bakboord (links) het
prachtige eiland Wight met zijn heerlijk
groene bosscheu, zijn kasteden en schilder
achtige dorpjesj tegen de heuvelen opgebouwd.
Tegen zes uur passeerden we de Needies,
verschillende rotsgevaarten in zee, en konden
we nog even door onze kijkers de prachtige
versterkingen bewonderen, die hier door En
geland zijn gebouwd boven op de laatste
heuvels van Wight.
We kwamen in hot Kanaal en de langere
tocht naar ons tweede station Genua was
aangevangen.
Lt. Clockener Brousson b. d.
6 Maart 1903.
a/b S. S. Koning Willem II.
De eerste lezing, die de heer
candidaat voor de Kamer bij deze ver
kiezing, hield, was Donderdagavond in het
lokaal van den beer P. Haringhuizen te
NIEUWE NIEDORP.
Er was betrekkelijk weinig publiek en nog
minder, dat geacht kon worden in hoofdzaak
met de meeningen van den heer Zeïvelder
in te stemmen.
De heer Baat van Schagen opende met een
kort welkom de bijeenkomst.
De spreker, de heer Zeïvelder, begon met
als zijn meening uit te spreken, dat men
hier in dit district met een gemengd gevoel deze
verkiezingscampagne zal zijn begonnen. Aan
deD eenen bant verheugd over de onderschei
ding, den heer Fokker ten deel gevallen,zal men
aan den anderen kant dezen eminenten man zeer
ongaarne als afgevaardigdo missen. Was het
voor Spr. een eer, als opvolger van den heer
Fokker genoemd te worden, hij ontveinsde zich
niet de groote verantwoordelijkheid voor het
opnemen van een dergelijke candidatuur.
Hij wenschte nu hier geen besprekingen te
houden voor of tegen de thans gestelde can-
didaten een dergelijke bespreking zou immers
wellicht slechts tengevolge hebben, dat hij,
die 't meest beloofde, 't meest de lui wist te
pakken enz., ten onrechte het meeste succes
had.
Spr. had hier 't vorig jaar al meer uitvoerig
stilgestaan bij de verschillende strijdpunten
tusschen de politieke partijen hij wenschte
heden alleen te behandelen de algemeene
beginselen der vrijzinnig-democratische partij
de denkbeelden, die ook de afgetreden afge
vaardigde, de heer Fokker, met hart en ziel
was toegedaan.
Hij begon dus te bespreken het beginsel
program dier partij, veel bestreden hier en
daar, maar door hem nog altijd juist geacht.
In de eerste plaats dan sprak hij do groote
wenschelijkheid, ja de noodzakelijkheid uit van
het behoud van den thans bestaanden
constitntioneelen parlementairen regeerings-
vorm, het constitutioneele koniDgschap de
Oranjes.
Verder werd nog eens met een klein historisch
overzicht uiteengezet, waarom uitbreiding
van het kiesrecht noodzakelijk moest komen
en verdedigde Spr. met een kort woord het
ingediende wetsontwerp te dezer zake van de
bekende 9 mannen van dezen tijd, die, naar
hij hoopte, evenveel succes zouden hebben,
als de 9 mannen der grondwetsherziening van
'48. Ten opzichte van het vrouwenkiesrecht
zouden sommigen, vurige voorstanders daar
van, misschien niet voldaan zijn, maar dien
enthousiasten wenschte hij té doen opmerken
dat de Nederlandsche vrouwen in het alge
meen vrij zeker niet zoo sterk als die voor
standers hare kiesbevoegdheid zullen eischen.
Verder verdedigde hij nog, hetgeen voorgesteld
was ten opzichte van een nieuwe samenstel
ling van de Eerste Kamer, wier behoud hij
met andere samenstelling dan noodza-
kelijk achtte. De noodzakelijkheid van alge
meen kiesrecht was in 't algemeen reeds
daardoor te verdedigen, dat, zoolang dit niet
was verkregen de politieke atmosfeer nooit
zuiver zou zijndaarmee altijd een struikel
blok op den weg van sociale verbeteringen
zou blijven liggen.
Al verder het program behandelende, be
toonde Spr. zich voorstander van meer gelijk-
matige ontwikkelingsvoor waarden van het
I individu, al waren totaal gelijke voorwaarden
wel nooit te bereikeD, en een bestrijder van
wat de sociaal-democraten eischen: de ver
scherping van den klassenstrijd, die dan ten
slotte den heilstaat zou moeten brengen. Was
aan den eenen kant afschaffing van het per
soonlijk eigendom verkeerd en onmogelijk,
aan den anderen kant moest het gemakke-
lijker worden, den staat of de gemeente, waar
biet algemeen belang dit vorderde, in het
persoonlijk bezit te doen ingrijpen. Een goed
geregeld arbeidscontract was zeer noodzake
lijk en mocht dan ook bij geen partij bestrij
ding vinden, en voor staatspensionneering is
de Spr. zeer gaarne te vinden als de
mogelijkheid, vooral de financiëele, er maar
zoo dadelijk was. Hij hoopt ieder wenschen,
dat het staatspensioen er komt, maar ziet de
door de brochure-Wieringa genoemde cijfers
niet zoo optimistisch in.
Het onderwijs zou spr. maarniet opnoemen.
Andere dingen, die de vrijz-dem. pariij voor
stoud, waren betere verdeeling der belastin
gen, die den drnk meer zou brengen, waar
die niet te zwaar wasbezuiniging van
militaire uitgaven, enz. Al die dingen mocht
men natuurlijk niet verwachten van de tegen
woordige regeering, die Spr. is er van zijn
standpunt dankbaar voor gelukkig nog wei
nig kwaad heeft gedaan. Het aan de orde zijnde
vaccinewetje vond bij den Spr. groote bestrij
ding, niet alleen om het waarschijnlijke gevaar
vorr de openbare gezondheid van het af
schaffen der vaccine, maar ook om de twee
slachtigheid van dat wetje.
Tens'otte meent Spr. niet te mogen nalaten,
ter sprake te brengen de bij allen zoo wel
bekende stakingsboroeriagen van den laatsten
tijd. Na met een kort woord het verloop
daarvan aangeroerd te hebben, zei Spr., het
treurig te vinden, dat na die staking de meening
bij sommigen zoo graag post vatte, dat nu de
rollen maar inoens waren omgekeerd en de
arbeiders geheel en al de baas zouden zijn,
en Spr. keurde ten sterkste at, wat Het Volk
destijds schreef onder het opschrift „De leeuw
toont zijn klauw", omdat hij met den mees
ten nadruk en ten duidelijkste wenschte uit
te drukken, dat hij het beslist verkeerd zon
vinden, wanneer het gezag van den Staat
was in handen der arbeiders alleen. Het gezag
van deu Staat moest en mocht in geen andere
handen zijn dan vau de verschillende elemen
ten van den staat, en niet in die van één
partij. Het gezag van den Staat wilde Spr.
stellig hooggehouden hebben. Wat de Be
geering onmiddellijk na de staking gedaan
had, kon de Spr. goedvindeneveneens, dat
zij daarna een voorstel deed tot het instellen
van een enquête naar de misstanden bij de
spoorwegen en tot het verzekeren van het
gecontracteerd geregeld spoorwegverkeer,
maar dat zij, nog éér zij het resultaat van
dat onderzoek kende, de arbeiders wilde bin
den in arbeidersvoorwaarden te berusten, die
de Begeering, blijkens het onderzoek, zelf
niet als billijk kende, dat vond bij Spr. be
strijding.
Het oproepen van de miliciens, waar de
politiemacht ontwijfelbaar onvoldoende was,
om te waken tegen een aanslag op het
gezag van den staat, dat de regeering toch
had te verdedigen, kon Spr. zeer goed
billijken.
Verbetering van de verhoudingen tusschen
patroons en arbeiders, zoo, dat niet aan één
kant alle zeggingschap was, achtte Spr. nood
zakelijk.
Aan het einde van zijn lezing komende,
verklaarde hij, wanneer hem de eer werd
aangedaan tot lid der Kamer verkozen te
worden, dat hij zou strijden voor de begin
selen der vrijz.-dem. partij, voor alle sociale
verbeteringen, die hij ten weldaad van het
land rekende, en tegen alle buitensporigheid
aan den eenen of anderen kant. Hij eindigde
met den wensch, dat, waar voor 300 jaren
van Alkmaar de victorie uitging, nu niet
van Alkmaar het conservatisme zon uitgaan.
De heer J. G. van Kuykhof, tegencandi-
daat van den heer Zeïvelder, verschilde in
sommige opzichten natuurlijk van meening
met den spreker, al kon hij ook in andere
met hem méégaan.
j Zoo verweet hij de vrijz.-dem. fractie, dat
zij steeds had voorgestaan algemeen kies
recht voor mannen en vrouwen en nn kwam
aandragen met een wetsontwerp, waarin dat
vrouwenkiesrecht niet in de Grondwet werd
vastgelegd, njaar aan den gewonen wetgever
1 werd overgelaten zoo vond hij, dat toegang
van de arbeiders tot hooger onderwijs niet
voldoende was voor verbetering van de ont-
wikkolingsvoorwaarden, waarmee immers nog
zooveel andere factoren in 't spel kwamen, en
bestreedt hij de meening, als zouden de soci
aal-democraten totale afschaffing van het
particulier eigendom eischen, waar men slechts
aanstuurde op communistisch bezit van de
productiemiddelen. De houding van de vrijz.
dem. inzake den klasseustrijd was nooit zuiver;
zij ontkenden het bestaan van den strijd niet,
maar wilden dien verminderen, terwijl het
erkennen van den klassenstrijd toch immers
was het voeren van dien strijd, hetzij aan
den eenen of den anderen kant. De sociaal
democraten trouwens waren er niet op uit
deu klassenstrijd te verscherpen in dien zin als
de heer Zeïvelder aangaf, nl. dat de beide
partijen elkaar zonden moeten luchten noch
zien, maar zij waren overtuigd van de nood
zakelijkheid van dien strijd, wilden de arbei
ders zich verheffen. Ook het privaat eigendom
was natuurlijk verder een punt van strjjd,
terwijl ten opzichte van de staatspensionnee
ring verder geen volledige overeenkomst
bestond. Ten slotte besprak hij de veront
waardiging van den heer Zeïvelder over het
artikel De Leeuw toont zijn klauw, een
verontwaardiging die niet onbegrijpelijk is,
waar de vrijz.-dem. nooit nalaten af te keuren
wat de arbeiders doen; zij willen hunne stemmen
wel hebben, maar houden overigens deaibei-
ders op een afstand. Het artikel zelf verdedigde
de heer Kuykhof en wilde hij gerust geheel
voor zijn verantwoording nemen. Trouwens,
1 dat er omstandigheden zonden kunnen zijn,
die een verzet tegen het bestaande gezag
ncolzakelijk en gerechtvaardigd maakten, was
blijkens sommige artikelen in de Christen-
Democraat door Dr. Knyper erkend-
Natuurlijk kon de heer Kuykhof zich
gansch niet vereenigen met wat de heer
Zeïvelder gezegd had omtrent de noodzake
lijkheid van de oproeping der miliciens.
Waar de heer Zeïvelder zijn candidatuur
hier verdedigd heeft, was hij in zijn recht,
maar het was toch ook wei eens goed ge
weest, als hij eens in verdediging had geno
men, wat de vrijz.-dem. in de Kamer hebben
gedaan en waarom zij daar zoo herhaaldelijk
en in prLncipiëele kwesties niet eensgezind
waren. De heer Kuykhof eindigde met in
overweging te geven, niet in de Kamer te
brengen menschen, die tusschen de heeren
en de arbeiders staan en aldus geen honvast
hebben, maar personen, die toonden te weten
wat zij wilden.
De heer Zeïvelder beantwoordde de ver
schillende, door den heer Kuykhof opge
noemde bezwaren, te oordeelen naar het
applaus, volkomen ten genoegfn van de ver
gadering, de vrienden van den heer Van
Kuykhof er desnoods buitengelaten.
Na nog eenige re- en dupliek van debatter
en spreker, sloot de heer Raat de vergade
ring onder dauk aan den spreker en met deu
wensch, dat de beginselen van den Vrijzinnig-
Democratischen Bond ingang zouden hebben
mogen vinden.
Verslag van de Raadsverga
dering te WIERINGERWAARD, gehouden
den 25 Maart 1903.
Tegenwoordig alle leden.
Voorzitter de heer C. Dz. Rezelman.
Naar aanleiding van de notuleD, welke
onveranderd worden goedgekeurd, vraagt de
heer Zijp, of ann mej. Franx kennis is ge
geven van de verleende gratificatie. Zoo ja,
of daarop antwoord is ontvangen.
De Voorz. beoft op een desbetreffend schrij
ven niet het minste vernomen.
De heeren Zijp, Groneman en Koster spre
ken hunne bevreemding uit over dit stil
zwijgen.
Aangezien de Raad thans in de onzekerheid
verkeert, of mej. Franx de gratificatie aan
vaardt, en of zij tevreden is met de op haar
adres genomen beslissing, v\ ordt besloten
inlichtingen te vragen.
De Voorz. deelt mede, dat de kohieren
voor den Hoofdelijken Omslag en de Honden
belasting, alsmede het besluit tot aanvaarding
van de door den Polder gedane schenking,
goedgekeurd van H. H. Gedeputeerde Staten
zijn terugontvangen.
Ter tafel wordt gebracht:
le. Eeu proces-verbaal van de heden ge
houden verificatie bij den ontvanger, volgens
hetwelk 't kassaldo f 114192'' bedraagt.
2e. Een brief van H. H. Gedeputeerde
Staten, waarbij, onder mededeeling dat het
aandeel in de geraamde kosten voor 1903 van
de Gezondheidscommissie, gezeteld te Schagen,
voor deze gemeente f 42.04 bedraagt, wordt
verzocht de betaling van genoemd bedrag
aan de Commissie te willen regelen.
Op de begrooting is f25 geraamd. De Raad
besluit, het tekort door af- en overschrijving
uit den post voor onvoorziene uitgaven te
dekken.
Tot leden van het stembureau voor de
verkiezingen in 1903 worden gekozen de
heeren D. A. Kaan en D. Kooij Jbz., als 3de
lid voor Gemeenteraadsverkiezingen de heer
Jb. Zijp Hz., de overige leden plaatsvervan
gers.
Hierna komt aan de orde het in de vorige
vergadering aangehouden adres van den
Secretaris.
De Voorz. zegt den heer Haringbuizen,
die zich even had verwijderd, dat de Raad
met algemeene stemmen heeft besloten, zijn
jaarwedde met f 100.— te verhoogen. Het
doet Z.Ed. genoegen dit te kunnen mede
deelen, omdat hij den Secretaris deze ver
hooging alleszins waardig keurt. Spreker uit
den wensch, dat de heer H. nog vele jaren
op dezelfde wijze als tot heden met het
Bestuur zal samenwerken en zijne betrekking
waarnemen.
De heer Haringhnizen stelt de waardeering
op hoogen prijs, brengt den Raad zijn welge-
meenden dank voor de toegekende verhoo
ging en hoopt zijne werkzaamheden steeds
tot genoegen van het Bestuur te verrichten.
Niets meer aan de orde, volgt sluiting der
vergadering.
Uitslag veiling van 2 percee-
len land, ter grootte van 4.71 60 H A., genaamd
de Ossenweiden, gelegen aan den St. Maartens-
weg. Kooper de WelEerw. heer Ds. Wie-
ringa te St. MAARTENSBRUG, voor de
som van 8136 gld.
Men meldt uit SNEEK
Te Sneek raakte Dinsdagmiddag eene rijke
boer met zijn fiets te water. Terstond waren
rappe handen aanwezig, om man en twee-
wieler op 't droge te heipen.
De landbouwer was nog flink bij zjjn stuk
ken, de fiets mankeerde niets. Onze boer stond
op 't punt zijn weg te vervolgen, toen de
portemonnaie voor den dag kwam met de
woorden: „nou, dat maatte jimme marparte,
hear, dat is for jimme moeite en de
hoofdman van de reddeis kreeg5 centen".
Men meldt uit ZUIDLAREN,
van 23 Maart:
Hedenochtend te 11 uren ontstond er in
de nabijheid van ons dorp een bosch- en heide
brand, die schromelijke gevolgen na zich
had kunnen sleepen.
Waarschijnlijk ontstaan door het wegwerpen
van een brandenden lucifer in de dorre heide
in de onmiddellijke nabijheid van het krank
zinnigengesticht Dennenoord, en aangewak
kerd door den sterken wind, breidde de brand
1 zich snel uit, zoodat spoedig ook een den
nenbosch, aaD bovengenoemde stichting be-
hoorende, in lichtelaaie stond, en er groote
vreeze heerschte, dat ook de gebouwen van
Dennenoord door het vernielende element
zonden worden aangetast.
Reeds was men bezig de zoogenaamde
ziekenbarak te outmeubelen, toen men er met
behulp van ingezetenen uit de kom der ge-
meente Zuidlaren om ongeveer vijf uur
's namiddags in slaagde den brand meester
I te worden, nadat ongeveer 8 heet. bosch- en
heidegrond waren afgebrand.
Vergadering van den Raad
der gemeente OUDE NIEDORP, op Donder-
datr 26 Maart 1903, nam. 2 nur.
Tegenwoordig alle leden Voorz. de Bur
gemeester, de heer A. Wonder Pz.
Met het gebruikelijk welkom opent de
Voorz. do vergadering. De notulen der vorige
vergadering worden gelezen en goedgekeurd.
Ingekomen is een dankbetuiging van de
Commissie voor de Weerstandskas der Schager
kaasmarkt, voor den moreelen en daadwerkelij
ken steun, door den Raad geschonken eeu mis
sive van Gedeputeerde Staten, mededeelende,
dat als voorschot op de Rijkssubsidie in de
kosten van hot lager onderwijs over 1903
eeu bedrag van f 1600 zal worden uitgekeerd,
en het outvangs -bericht van Gedeputeerde
Staten, der verordening betreffende het maken
van puntdraadhekken. Allen voor kennis
geving aangenomen.
Het door B. en W. opgemaakte kohier van
de hondenbelasting over het loopende jaar
wordt voorgelezen en goedgekeurd, en vast
gesteld op een bedrag van f 148.60 [99 hon-
j den a f 1.50].
Overgaande tot de keuze van een stem
bureau voor de a. s. Kamerverkiezingen, van
welk bureau de Burgemeester ambtshalve
Voorzitter is, worden gekozen tot leden de
heeren C. O^er en J. Ligthart en tot plaats
vervangers de heeren H. Kriller en A. Strijbis.
Verder vraagt Voorz., of het maar niet het
beste zou zijn, dat strookje grond achter de
veldwachterswoning te bestraten.
De heer Over meent, dat voldoende zou
zijn een straatje van de deur af; het overige
is een dood eindje en het moet maar knap
gehouden worden.
De andere heeren zijn 't daarmee eens.
Aldus zal het gebeuren. Het gedeelte naar
de openbare straat zal men maar begrinten.
Niets meer te behandelen zijnde, sluit de
Voorz. de vergadering.
UitMontreux wordt aan het
Berl. Tagebl. geseind, dat de beide oud-presi
denten Kruger en Steyn ernstig ziek liggen.
Des heeren Steyn's ledematen zijn wederom
verlamd. Plotseling, tijdens een wandeling,
zakte hij in elkaar. De doctoren hopen echter
dat hij biunen een week weer zal kunnen
loopen.
Dinsdag kwam in San Remo het bericht
dat de heer Kruger vrij ernstig ongesteld was.
Het Bcrl. Tagebl. meldt verder, dat de heer
Steyn vau plan is, ie het najaar verlof te
vragen aan de Britsche regeering om terug
te mogen keereu naar Zuid-Afrika.
In tegenspraak met wat de correspondent
van de Morning Leader te Nice meldt, is, dat
Paul Kruger zeer gezond is, zich uitstekend
gevoelt en van plan is eind April naar Neder
land terug te keeren.
De villa in Mentone is weer ingehuurd
voor den volgenden winter.
ONHPV ANQEN
eene prachtige sorteering van
de nieuwste modellen
Aanbevelend,
ANNA PAtTLOWNA.
Aan hetzelfde adres kan een
geplaatst worden.
Ondergeteekende bericht zijn ge
achte Begunstigers, dat zijn zaak
verplaatst Is naar de
en dat hij voor het aankomend seizoen
wederom flink gesorteerd
is in alle soorten
Voorts, dat aan de zaak eenige
uitbreiding is gegeven, en thans steeds
voorradig is ruime keuze Heeren-,
Dames- en Itinder-Daraplnies,
Fronts, Koorden, manchetten»
Strikken en Dassen, in de nieuwst©
modellen
Beleefd aanbevelend,
K o 1 h o r n.
MM.!
Met deze heb ik de eer U in kennis
te stellen, dat ik voor het a.s. Voorjaar
en Zomerseizoen een prochtiKe
in alle genres gereed heb. die met
de uiterste zorg is samengesteld.
Tevens deel ik U mede, dat de
Groote Jaarlijksche Expositie
dit jaar zal plaats vinden op Dinsdag'
Beleefd aanbevelend
Schageiv