iröoötis totailt PI
Timmerlieden
Slagerskn echt
Timmerlieden
Timmerlieden
solid^ gtfiraifr!)
ollaitdh
JfjMrdettoarlier."
„Adolf,"
Billstein
Haiduk
„Sultan,
„Christiaan,"
Dispouible,
bij Jn. GOVERS te Bnigsliu.
„LA BOM,"
F. F. Mammen,
H. DÖSGENAAB,
ALKMAAR.
V
Dienstbode.
een Werkman,
H O OI.
„FELIX FAÜRE,"
SCHOENWINKEL
KEI KAR,
castreeren
X
HEEFT GEOPEND.
is P. STROOMER Ju.,
ADVEHTEOTIKft.
Wordt gevangd
bij W. Blaauboer Gz
Broodbakker, St. Maarten.
gevraagd,
Wordt gevraagd,
zoo spoedig mogelijk of half April,
een flinke
Ter
goed met het vak bekend, A. A. Kraan,
Wieringen.
Terstond
gevraagd,
bij J. DE GRAAF. Anna Paulowna.
gevraagd,
bij C. A. KOMEN te Anna Paulowna.
Gevraagd,
voor Schagen en Omstreken,
voor de met gouden medaille
bekroonde
Hengsten-V" ereeniging
dekking staan beschikbaar
No. 627 N. P. s., bij den heer
G. G r i n, aan den Walingsweg, te
Wieringerwaard; dit jaar te
Schagen bekroond met Rijkspremie
ad f 400
No. 488 N. P. 8„ bij den heer
Jr. Boon te Ben ningbroek;
dit jaar te Schagen bekroond met
lste Provinciale subsidie ad f 250
No. 467, N. P. 8., bij den heer
IJ. Blokker, in „de Nachtegaal,"
te H e i 1 o o dit jaar te Beverwijk
bekroond met lste Provinciale subsidie
ad f 250.—.
Hèt drkgeld voor allen bedraagt
Van deze dek gelden kan door heeren
eigenaren bij het niet drachtig zijn
hunner merriën, de helft worden
teruggevorderd.
Aan de hengsthouders is opge
dragen, bij den eersten sprong de
dekgelden te innen en worden heeren
eigenaren van merriën beleefd ver
zocht, bij den eersten sprong het
dekgeld te voldoen,
I~>e Hengst
Biscuitioe-b^schuit,
uit de beschuitfabriek „De Vernieu
wing" te Sint Pankras.
Flink rabat.
A. DE DOES.
Gevraagd,
tegen half April of 1 Mei, wegens
huwelijk der tegenwoordige,
flinke
No. 625 N. p. Sstaat ter
dekkint beschik.
baar bij Butler Kaan te
bingerwaard, en
No. 753 N. P. S., bij Willem Kaan
te Caelantboog, en
tijdelijk (tot half April) bij Ntcolaat
Kaan te W ieringerwaard, allen
tegen een dekgeld van f 10.en
niet drachtig f 5.terug.
Ter dekking beschikbaar
leuren een dehareld van
6 sld. a contant.
Wagenmaker,
HEER HÜG0WAARD,
houdt zich beleefd aanbevolen tot het
TeekeniDgen en
a. d.
Doet uwe bestellingen van Bouquets,
losse Bloemen, Fantasiestukken,Kamer
planten, Tafeldecoratiën, enzaan
bovenstaand adres Speciaal ingericht
voor de Bouquetterie.
R, KAAN, „Cérès" Schagen.
Gevraagdy
die goed kan ploegen en melken, bij
A, D. W a i b o e r, Kolhorn.
Aan hetzelfde adres te koop
ongeveer 5 duizend kilo
De gunstig bekend staande Hengst
staat ter dekking beschikbaar
bij P. TIESSEN, Waardpolder,
gem. Barsingerhorn, tegen een dekgeld
van IO ld. a contant bij den eer
sten sprong, bij niet drachtig 5 S?3d.
terug.
K. A. KAAN Co.
Gevraagd
P.G,, wegens huwelijk der tegen
woordige, om met 15 April in dienst
te treden, bij G. BLOM, Terdiek,
Nieuwe Niedorp.
Ondergeteekende bericht, dat hij een
Ruime keuze,
werk, en goedkoop.
Onder beleefde aanbeveling,
Uw dienstwillige dienaar,
JACOB JONKER,
TE KOOP:
een vlug bij den weg loopende-
bij D DE LEEUW, Callantsoog.
HL e t adres voor het
van Hengsten, Klophengsten
en Varkens
te EGMONDERMEER, bij Alkmaar.
Zou dat op een aar jaar bij ons ok niet lfc<fcne?
Deer moste ze eres in een gehaime
over spreken vind ik. Maar den een beetje
taielijk. want den kenne de meisters en de
„2 ionges vooruit wete, of ze op de ten-
Stellingsdag ok er broer ofneeêetegR8
hewwe keune, omdat ze den wete of ze vrai
bewwe of niet. Voor ma in zoons hoeft het
aa-s niet, want die hew ik leert„as er ai
is ga je rage, as er tentoonstelling is ga je
kaike en deer mee uit
Een ouwer, die van
z'n kindeie houdt.
Schagen, 3 April 1903.
o
M. d. R.,,17-
Hoe ongaarne ook, maar de uitslag der Ka
merverkiezing in ons distriet, en^et bijzoni-
der ook in onze gemeente, verplicht mij, e
ulaatsie in uw blad te vragen voor het
geven van een verklaring, omdat ik in den
uitslag meen te moeten lezen een vinger-
TLat' ik, om kort en duidelijk te zijn,
zeggen, dat de uitslag mij het volgende
deed opmerken
1. dat vanaf de hoogte, waarop men m
de vooruitstrevende politiek in ons district
was gekomen, men eenige afdeelingen terug
Vi2.' dat het vertrouwen, tot tweemaal toe,
bij periodieke verkiezingen, onzen afgetreden
afgevaardigde, Mr. E F.kker geschonkeu,
aan den oandidaat, door hemzelf aanbevolen
en ondersteund, werd onthouden.
Alzoo voor mannen als Mr. Fokker geen
plaats meer in ons district
Het schijnt, dat het allesbeheerschend
vraagstuk in deze verkiezing is geweest: de
stakingswetten. Vóór of tegen de regeenngs-
wetten betreffende de staking, ziedaar de
eenige vraag.
En wel sterk op den voorgrond treden
moest deze vraag voor velen, die uit het al
of niet aannemen dezer wetten als beslist
gevolg zich denken óf vrede, óf binnenland-
schen oorlog.
Ook in onze gemeente schijnt dit het alles-
beheerschende standpunt te zijn geweest.
Immers, de heer Van Foreest, die nimmer op
politiek terrein zich liet hooren, maar wiens
eerste aanbeveling thans was „beslist voor
stander der aanhangige stakingswetten, de
heer Van Foreest behaalde in onze gemeente
meer stemmen dan bij beide vorige verkiezin
gen mannen van zijne richting zoo ongeveer,
mochten bereiken.
En ziedaar juist voor mij de vingerwijzing.
Immers, het verzamelen van handteekeningen
voor het manifest Jhr. Berg c.s., wat door
mij in onze gemeente werd loopende gemaakt,
was een daad, die lijnrecht stond tegenover
wat Jhr. Mr Van Foreest en ook Mr. Sybran-
dy de uitverkorenen deed zijn.
En tóch is het, mijne overtuiging, dat het
verzamelen van handteekeningen voor bedoeld
manifest is geweest het dienen van den vrede
op de j u i s t e wijze.
De zakelijke uiteenzetting hunner meening,
de groote rechtvaardigheidszin dien de twintig
onderteekenaren in hun manifest deden door
schemeren, de humane toon van argumentee
ren, verwekte bij mij de meening, dat het
verzamelen van handteekeningen voor dit
verzoekschrift aan de Regeering, mocht heeten,
het verzamelen van „V redesstemmen".
De verkiezingsuitslag vermocht niet, tnjj in
deze van gedachten te veranderen.
Verwerping der afdeeling strafwetten schijnt
mij de beste waarborg voor de vredige en
blijvend vredige oplossing der troebelen.
Voor de mede-ondeiteekenaren van het
manifest der XX in onze gemeente zal het
duidelijk zijn, hoop ik, dat bedoeling van dit
schrijven is, mij tegenover U, en liefst open
lijk, te verantwoorden. En gaarne geef ik
bij deze de verzekering, dat ik, consequent
in mijne meening, mij van de herstemming
zal onthouden.
Voor uwe bereidwilligheid tot plaatsing
in uw eerstvolgend nummer, M. de R., gaarne
mijn dank.
Achtend,
UEd. ond. dr.,
J. KEUKEN.
N. Niedorp, 2 April 1903.
o
Mijnheer de Redacteur
De wijze, waarop in Uw blad van Zondag
29 Maart 1.1. onder de rubriek „Arrond.
Rechtbank", ons optreden in de zaak „Jon
ker" wordt omschreven en daarop een valsch
licht werpt, alsmede onze reputatie zeer in
opspraak brengt, noopt ons tot tegenspraak.
Vergun ons deswege dit in zuiverder licht
te plaatsen.
Bewuste Jonker is ten onzen kantore ge
komen met de bedoeling, zijne goederen te
doen overschrijven ten name van zijn vader.
Afgezien echter van onze meening, of wij
een dergelijke daad ónsecuur vonden, zooals
U in Uw verslag te kennen geeft, hebben wij
zulks beslist geweigerd.
Dat wij hem daarna hebben voorgesteld
een obligatie te doen maken, ten behoeve
van zijn vader, is niet geschied tengevolge
van onze weigering tot het opmaken eener
woekeraar, die sinds j'aren naar zjjn voor
vaderen in de hel is verhuisd, wist alleen
de oude Sutherland ervan. En hij was niet
een man, om delicate familiegeschiedenissen
van zjjn chef aan de groote klok te hangen.
Ik ben eenigermate verwonderd, dat jjj
van de geschiedenis op de hoogte bent.
Heeft vader je daar dan over gesproken?"
„Neen ik vernam het door een toeval.
Want ik was in de kamer daarnaast, toen
jij het laatste onderhoud met vader hadt."
„Dus op de gewone manier van de
vrouwen, als luistervink. Nu, dat stelt me
eenigszins gerust en versterkt me in de
meening, dat alle overige medeweters
onder de groene zoden sluimeren. Maar
nu genoeg daarvan. Heb je mij misschien
nog een nuttigen wenk te geven met be
trekking tot je man
„Niet, dat ik weet. Alleen deze,
dat ge er erg op moet passen, dat ge
hem niet opwindt. Hg is een hartlijder,
en elke heftige gemoedsbeweging kan hem
dooden."
„Alle drommels 1 en dat zegt ge zoo
matig Maak jij je daarover dan niet
bezorgd
„O ja. Maar ik zie niet in, dat het
ermee verbeterd zou worden, wanneer
ik iederen keer in tranen uitbarstte."
„Dat is een opvatting, waartegen niets
is in te brengen en die het recht geeft
er z«er openlijk over te praten. Je zeide.
dat je man nog niets had gespaard. Is er
dan een levensverzekering
„Op mijn verzoek heeft hij dadelijk na
ons trouwen een poging gedaan om zich
te verzekeren, maar de dokter keurde hem
af."
„Dat is erg. Wanneer hg dan den een
pf anderen dag eens sterft, wat moet er
kracht
voor
zaak, in
koopacte, doch wel degelijk naar aanleiding
van het feit, flat hij ons mededeelde dat zijn
vader hem herhaalde malen geld bad geleend
en hij niet gaarne zon zien, dat deze voor
zijne vordering niet gedekt zon zijn bij gebrek
aan bewijs.
Tot het opmaken van deze obligatie, waar
bij wij hem wel degelijk hebben attent ge-
maakt het bedrag niet hooger op te geven
dan dat hij werkelijk a u zijn vader verschul
digd was, achtten wij ons bevoegd.
Dat nu later is gebleken, dat die schuld
1 aan zijn vader niet bestond en de schuldbe
kentenis dientengevolge valsch was, is ons
inziens heel iets anders, dan zooals u in
uw verslag laat uitkomen, dat wij willens
en wetenB hem tot het doen opmaken eener
valsche obligatie zouden hebben aangezet.
Het is dan ook daarom, dat wij, in bet
belang van onzen goeden naam, waar wij
boven alles prijs op stellen, met
protesteeren tegen deze geheel onware
stelling van de toedracht dezer zaa
genoemd verslag voorkomende.
U nog wijzende op het verslag van deze
week in „de Alkmaarder", dat geheel con
form de waarheid is, zult u het ons ten
goede houden, dat wij, in verband daarmede,
vermeenen dat hier aan een te goeder trouw
onjuiste voorstelling van uw verslaggever
moet gedacht worden.
Met dank voor de verleende plaatsruimte,
Hoogachtend,
Alkmaar. PLUIMGRAAFF Co.
IN ANTWOORD.
Als de heer Pluimgraaf! den minder gun-
stigen indruk wil uitwisschen, die wellicht bij
sommige lezers van mijn rechtsverslag ten
opzichte van de werkzaamheid van zijn kan
toor is ontstaan, dan maakt hij 't zich daar
bij wat al te gemakkelijk. De verschillende
aanmerkingen op 't rechtsverslag in de Alge-
meene Gids zijn geen van alle toepasselijk
op hetgeen in mijn verslag te zijnen opzichte
voorkomt, en derhalve had hij voor de
Schager wel een speciaal schrijven ter plaat
sing mogen aanbieden, wilde hjj eenig gun
stig effect sorteeren. Een dergelijke slordig
heid in het verdedigen van zijn goeden naam
is op zichzelf al geen aanbeveling voor een
makelaarskantoor.
Tot recht begrip van de zaak volge hier
het voor den heer Pluimgraaf! misschien
minder aangename gedeelte uit mijn verslag.
„De President wees hem er echter op, en
nu komen we aan een puntje, dat eensklaps
de aandacht van 't geëerde auditorium gaande
maakte dat hij toch al in November, dus
twee maanden vóór zijn failliet, bij een zaak
waarnemer hier in Alkmaar (een naam
noemde Z.E A niet) geweest was om te infor-
meeren, op welke wijze hij zijn boeltje zou
kunnen redden.
„O, jazei de sloome na eenig bedenken
bij Pluimgraaf!
„In 't belang van den heer Pluimgraaf! zelf
had de President zeker den naam maar liever
niet genoemd. Het bleek dan ook, dat deze
zaakwaarnemer zijn cliënt zoo prachtig van
den wal in de sloot geholpen had, als maar
mogelijk is. Op z ij n raad had Jonker de
schuldvordering van zijn vader ad f 1200
onderteekend, iets wat nu mede oorzaak werd
van de kwalificatiebankbreuk.
„De Officier was dan ook zoo goed, in zijn
requisitoir ten voordeele van zijn patiënt op
te merken, dat hij in handen van dergelijke
beunhazen was gekomen, die niet nage
laten hadden hem voor zijn goeie geld kwajen
raad te geven. HèHè Aan zoo'n trawaffel
zou je tot Pinkster toe genoeg hebben, als
je niet heelemaal een harde bokking bent.
„De Officier meende een rechtmatige straf
te moeten vragen en eischte 8 maanden ge
vangenis met aftrek van preventieve hecht.,
een eisch.dien de verdediger Mr. A. Prins,zooals
men wel gelooven zal, te hoog vond. Hij
wierp Pluimgraaf! nog een aardige pruim op
I zijn oog en vroeg ton slotte een zeer geringe
gevangenisstraf, eveneens met aftrek van
preventief."
Zooals men ziet, komt daarin niets voor
over een „onsecuie daad", „weigering tot
het opmaken eener koopacte" of het „willens
en wetens tot het doen opmaken eener
valsche obligatie aanzetten" en het schrijven
des heeren Pluimgraaf! moet derhalve worden
opgevat als een bezwaar tegen het aange-
i haalde gedeelte in 't algemeen en als een
uitnoodiging om den minder gunstigeu indruk
bij de lezers te helpen wegnemen. Wat nu
j dit laatste betreft, moet ik den heer PJuim-
i graaf! de verzekering geven, dat ik geen
woord van het geschrevene wensch terug te
nemen of te verzachten.
I En de President, èn de Officier van Justitie,
èn de verdediger van Jonker, Mr. A. Prins,
waren 't er geheel over eens, dat Jonker door
de firma Pluimgraaf! zoodanig „geholpen"
was, dat hjj maar liever mocht wenschen
in 't geheel niet geholpen te zijn, en op hunne
meeningen was en is de indruk, dien ik
weergaf, gebaseerd. Het blijft dan ook waar,
dat Jonker van den wal in de sloot kwam
en dat, wat hij door tusschenkomst van de
firma Pluimgraaf! deed, later zooals ik
schreef mede oorzaak werd, dat zijn
handelwijze moest worden gekwalificeerd als
bankbreuk. Als de heer Pluimgraaf! nu ver
zekert, dat de firma met het niet bestaan
der schuld onbekend was, dan blijft toch nog
over, dat de man, zij 't dan ook te goeder
t r o n w, „van den wal in de sloot om brj
dit beeld te blijven geholpen was, en van
kwade trouw heb ik nergens gerept.
Op de bewering van den heer Pluimgraaf!,
dat hij zijn ministerie verleend heeft op grond
van valsche inlichtingen, wil ik thans niet
dieper ingaan en over dingen, die ik niet ge
schreven heb of over 't verslag van de Alk
maarder, behoeft verder zeker niet te worden
uitgeweid. pE VERSLAGG£VER,
om met Mei of eerder in dienst te
treden, een
bij Joh. NEUVEL,
Anna Paulowna.
f ÏO.contant.
N. BEigenaren van in 1902 geld
gebleven merriën kunnen tot 1 Aug.
1903 het halve dekgeld terugvorderen
bij den heer G. G r i n voor de
merriën door „Adolf," bij den heer
J r. Boon voor de merriën door
„Billstein," bij den heer IJ. Blok
ker voor de merriën door „Haiduk"
en bij den heer J. Govers te
Burgerbrug, voor de merriën
door „Adalbert" gedekt.
Het Bestuur
K. BREEBAART Jz., Voorz
C. SCHOEN, Secr.
*>1
Namens de Hengstenhouders,
N. D. KAAN e. a.
de uitmuntend dravende dekheng8t
maken en repareeren
van alle soorten Rijtuigen<
een
dan van jou worden?"
De jonge vrouw scheen een paar secon
den na te denken, of ze in haar vertrou
welijke mededeelingeD nog een stap ver
der gaan mocht. En met merkbaar
aarzelen zeide ze tenslotte„Ik zal wel
een klein pensioen van de vennootschap
krijgen. En dan eenig privaat vermogen
is er; naar mjjn weten, ongeveer vijftig
duizend mark."
De oogen van h .ar broeder begonnen te
schitteren. „Dat was tenminste een appeltje
voor den dorst. En er zijn, hoop ik, geen
lastige bloedverwanten, die bjj den dood
van je man daarvan een deel komen halen?"
Verschrikt keek Hermice hem aan. „Ik
begrÜP je niet. Moet mg dan volgens de
wet niet de gansche nalatenschap toeval
len Mijn man heeft een zuster, maar
die had naar zijne meening niet het minste
recht van hem te erven."
„Wanneer hjj je hjj testament tot alge-
heele erfgename heeft benoemd neen.
En dat heeft hg misschien reeds lang
gedaan
In zichtbare opgewondenheid schudde
de jonge vrouw het hoofd. „Hij heeft tot
dusverre geen testament gemaaktik
weet het bepaald. Hjj houdt zich ook niet
voor ziek en volgens het strenge verbod van
den dokter mag hij van het ernstige van
zijn toestand ook niet op de hoogte wor
den gebracht."
„Dan zal, wanneer hjj sterft, zjjn zuster
de erfgename zjjn en jjj moet je met een
bescheiden deel tevreden stellen."
„Maat dat is zooveel als mij tot bede
lares makenl" voer Hermine in groote boosheid
uit Dat mag natuurlijk nooit gebeuren."
Zoo meen ik het ook. Doch er is maar
één middel, om dat te verhinderen
No. 338 N. P. S., r i
geplaatst op de aanbevelingslijst van rvN»lte{l
't Nederlandsch Paarden-Stamboek,
keuring Maart 1903, en in September
op de Landbouw-tentoonstelling te
Alkmaar bekroond als schoonst en
best gaand tuigpaard met den eer
sten p r ij s,
je man moet zoo spoedig mogeljjk ten
jouwen gunste een testament maken. Als
verstandige vrouw, zal je hem er wel toe
brengeD, dat te doen."
Hermine verzonk in nadenken cd de
kleine vouwen op haar voorhoofd verriedeD,
hoe onvriendelijk deze gedachten waren.
Toen ze bjjna hun bestemming hadden
bereikt, zeide ze beslist„Ik kan daar
zelf niet om vragen. Dat zou hem te zeer
ontstemmen, want de gedachte aan dood
gaan is hem zoo ellendig En ook, wanneer
hjj aan mijn verzoek voldeed, zou hjj in de
eerste ergernis over mijn dwingen, zijn
zuster rijkelijker bedenken, dan anders zgn
plan zou zgn."
„Dan was het misschien doelmatig, dat
ik Maar zjj liet hem niet eens uit
spreken „Neen, dat gaat evenmin.
Ik moet een andereD, minder verdachten
weg kiezen, om tot mgn doel te geraken.
En ik geloof, dien gevonden te hebben.
Misschien zullen we er samen nog wel eens
over redeneeren."
Hg begeerde niet te weten, waarin haar
plan bestond en slechts schijnbaar onver
schillig vroeg hjj langs zjjn neus at„Is
de zuster van je man getrouwd
„Neen. Ze is onderwijzeres aan een
hoogereburgerschool en woont bjj ons in
huis."
„O, een oude jongejufFeren een ge
leerde nog bovendien. Voor dat deel der
vrouwelijke wereld heb ik mijn le"en lang
zeer weinig sympathie gehad."
„Een oude jongejufFer kan men ze moei
lijk noemen. Maar het is toch niet nood
zakelijk, datje sympathie voor haar gevoelt.
Ik houd niet van onze schoonzuster. Ze
heeft op mg'n zwakken, goedigen echtgenoot
een invloed, die mg niet bevalt. En ik
verdenk er haar zeer sterk van, dat ze op
de eene of andere manier tegen mg intri
geert. Zoodra zich daartoe een gelegenheid
aanbiedt, moet ze het huis uit"
Een vijandige scherpte was er in haar
stem, evenals in de uitdrukking van haar
schoon gelaat. En toen George Müller weder
met zgn eigenaardig vorschenden, bgna
loerenden blik als 't ware over haar heen
keek, zag hij een gloed van cnverzoenljjken
haat in de bruine oogen tegenover hem
fonkelen
Maar hij kon geen verdere vragen doen
aan zijn zuster, want reeds hield het rijtuig
voor het huis stil en de oude Nitschke
snelde gedienstig toe, om het handkof
fertje van den Amerikaan in ontvangst te
nemen.
HOOFDSTUK IV.
Volgens de opdracht, die Gerard Winter
hem bad gegeven, was de portier, zoodra
hg het rgtuig had zien aankomen, naar de
deur van de schatkamer gesneld, om door
een luid kloppen het afgesproken teeken
te geven. Want onder geen enkele omstan
digheid wilde Gerard Winter het zich ont
nemen laten, zgn zwager met alle hem
toekomende eer aan de deur van zijn
woning ontvangen. Haastig gooide hg op
het afgewachte signaal de deur van de
schatkamer in het slot en snelde naar
buiten.
Een minuut later verliet ook Joseph
Bartel zgn plaats en sloop op merkwaardig
stille wgze, die al zgn bewegingen eigen
was, de gang in naar de vensters
die op de straat uitkeken. Wanneer hg
zich daar naast de middelste en grootste
der drie brandkasten in de vensternis
plaatste, kon hg alles goed zien, zonder
Rreezand, Anna Paulowna.
zelf gezien te worden. En hg betrok dezen
post van verspieder zoo dikwijls, dat wel
nog andere beweegredenen hem daar
toe moesten leiden, dan louter gewone
nieuwsgierigheid.
Op dat oogenblik bezielde hem bepaald
de wensch, den terugkeerenden Amerikaan
te zien, over wien de boekhouder hem b0'
een en ander had medegedeeld. En bij waB
nog juist bjj tgds gekomen, om te zi0K
hoe Gerard Winter op de onderste trede
van de steeuen trap zijn zwager met
groote hartelijkheid de hand sohudde. voor
hjj hem op eenigszins plechtige wijze in
huis geleidde, 't Een of apder in de elegaDte
versohijning van der Amerikaan moest de
opmerkzaamheid van den armen B«i«l
hebben getroffen want hg zag er ernstig
en triest uit. Maar een minuut later hel-
j derde zijn gelaat weer op en met schitte
rende oogen keek hij naar de sierlijke meis*
jesgestalfe, die daar op het huis toestop'6
en waarin hg dadelijk Martlia Winter
herkend.
Zij had tijdens de afwezigheid van Her
mine nog eenmaal het huis verlaten en een
pakje boeken in haar hand bewees, rn0b
welk doel dat geschied was. Toen ze zich
gereed maakte, de steenen treden op te
gaan en daarom haar japon van voren een
weinig oplichtte, gleed onbemerkt een der
boeken uit het pakje en viel op den grond.
De bespieder aan het venster, wien Diets
van de bewegingen van het jonge meisie
ontging, had het kleine voorval zeer nauw
keurig waargenomen en het was hem van
het gelaat te lezen, boe blij hjj daarover
was. Eindelijk een gelegenheid, om per
soonlijk met haar in aanraking te komen.
Daarop had hjj reeds maanden lang tever
geefs gewacht. WORDT VERVOLGD.