OitatHiwlolpiBteMe. Donderdag 21 Mei 1903 J 47ste Jaargang No. 3837. Bionenlandsch Nieuws. te FEUILLETON. DE VROUW VAN DEN BOEKHOUDER. eiki HAAIT. Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag— en Zaterdagavond. Bij inzending tot 'a morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. BureauSC1AÖKK, Laaa, 4. Uitgever s P. TRAPMAN. SledewerkerJ. VV I X K E L. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 6 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5ct Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. (iemeente ISchagen. BEKENDMAKINGEN. POLITIE. Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlichtingen te bekomen omtrent een op de weekmarkt van Donder dag 14 Mei 1.1. achtergebleven vaara. ooooo IVationale Militie. o^(o)4ro— Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen ter kennis van belanghebbenden, dat het onderzoek van de in die gemeente verblijf houdende verlofgan gers der Militie te land, voor zooverre zij vóór den 1 Januari 1903 in het genot van onbepaald verlof waren geBteld, zal plaats hebben te Schagen, op Woensdag den 17 Juni 1903, des voormiddags ten h a 1 f 10 ure, en dat mitsdien op evengenoemd tijdstip zich voor dat onderzoek, aan het Raadhuis aldaar moeten bevinden, de onderstaande personen: Lichting Namen en Voornamen. Korps. 1895 Jongh de Anthonie 4e Reg. Vest. Art. Wit de Gerrit Reg.Gren.en Jagers Dekker Pieter 4e Reg. Vest. Art. Spaans Willem Pantserfort Art. n Rijnders Jacohus Paulus Reg.Gren.en Jagers. Ossen Cornelis idem. 1896 Melker Cornelis Jacobus 4eReg.Vest.Art. Weeland Maarten le Reg.Infanterie. Bakker Pieter idem. Delver Arnoldns 4e Reg. VestArt. Floor Reijer idem. Wokke Albeitns Pantserfort Art. Stompedissel Arie 2e Reg. Veld Art. 1897 Bakker Cornelis le Reg. Veld Art. Broekhuizen Pieter 4e Reg. Vest. Art. Keet Tkeodorus Andreas Joseph idem. Houtkooper Martinne Korps Torpedisten. 1898 Ploeger Nicolaas Joseph 4e Reg.Vest.Art. Deutekom Hendericns le Reg .Infanterie. Groot Jacob idem. Twniver van Willem idem. Visser Hendrik Reg. Gren.en Jagers. Spreeuw Jan Pantseifort Art. 1899 Post Hendricus Anthonius 2e Reg. Veld Art. Tissing Jan 4e Reg.Vest. Art. Raven Jacob le RegInfanterie. Koomen Louwrens idem. Groen Cornelis t idem. Straalen van Willem Arie Anthonius 1900 Kossen Arie Zwaag Arie Gee) Arie 1901 Koopman Jacobus Borat Gerrit Koopman Petrus Hart Cornelis Schenk Arie Zoomede de verlofgangers, in onderzoek vallende, welke zich inspectie alsnog van elders in vestigen. Belanghebbenden worden verder herinnerd, dat zij moeten verschijnen in uniform gekleed en voorzien van de kleeding- en uitrusting-stukken, hun bij hun vertrek met verlof medegegeven, alsmede van hunDe zakboekjes; dat zjj, in uniform zijnde, onderworpen zijn aan het reglement van krijgstucht, en zich bjj verzuim, nalatig heid of wangedrag blootstellen aan arreststraffen van twee tot zes dsgen, alsmede aan oproeping tot werke- lijken dienst voor den tgd van drie tot zes maanden. Schagen, den 19 Mei 1903. Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. J. POT. De loco Secretaris, ROGGEVEEN. 1ooooo"—" Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur der Gemeente Schagen, brengt bij deze ter kennis van de ingezete nen dier gemeente, dat het kohier no. 2 der personeele belasting dienst 1903 op den 14 Mei 1903 door den Heer Directeur der Directe Belastingen- te Amsterdam is executoir verklaard en op heden aan den Heer Ontvanger der directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering is overgegeven. Ieder ingezetene, welke daarbij belang heeft, wordt alzoo vermaand, op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, teneinde alle gerechtelijke vervolgingen, welke uit nalatigheid zouden voort vloeien-, te ontgaan. Schagen, den 18 Mei 1903. Het Hoofd van hel Plaatselijk Bestuur voornoemd, H. J. POT. Feesten Barsingerliorn. 6e idem. 4e Reg. Veat. Art. idem. 2e Reg. Hazaren. 4e Reg. Vest. Art. idem. idem. Pantserfort Art. idem. de termen voor het vóór den datum der de gemeente komen Roman van A. O. KLAUSZMANN. 19. -o-o-o- Martha's gelaat verried, hoe diep haar de grofheid van haar schoonzuster krenkte. Maar zjj zeide niets en verzocht slechts door een wenk den rechter, met haar de kamer te verlaten. Toen hy haar buiteD de kamer vroeg, of er een verwijdering bestond tusschen haar en haar schoonzuster, schudde zjj het hoofd. „Ik heb wel menigmaal den indruk ge kregen, dat ze, wegens de groote liefde die mijn broeder voor mij koesterde, een weinig jaloersch op me was, en het ont brak ook niet aan gelegenheden, dat we verschil van meeniDg hadden. Maar tot een ernstige verwy dering is het nooit gekomen." „U mag mij die vraag niet kwalijk nemeneen - rechter moet in alles belang stellen. Ik was een weinig verwonderd over de bijna vijandige manier, waarop mevrouw Winter zooeven uw hulp afwees." „Zij is in een toestand, die baar niet verantwoordelijk maakt voor hetgeen ze zegt. Ik ben er tenminste verre van, om haar die onvriendelyke woorden kwalijk te nemen." Het jonge meisje, dat zich in tegenstelling van haar schoonzuster zoo flink en kordaat gedroeg, beviel den rechter hoe langer hoe meer. Bjj de openhartigheid, die hij in haar We hebben den stoet op weg naar Haring huizen gelaten en dienen hem dus om zoo te zeggen daar weder op te zoeken. In kalm tempo ging het dan op Haring huizen af, waar aan den ingaDg van het dorp een eerepoort stond opgesteld en verder natuurlijk vlaggen waar het oog ook keek. De stoet ging tot de plaats van den heer Kooijman, waar op een stuk land werd ge keerd. Tegenover de school zongen de school kinderen onder leiding van den heer W. Kooijman den nieuwen Burgemeester een lied toe, dat heel goed klonk en waarvoor harte lijk dank werd gezegd. Vervolgens naar het lokaal van den heer Kooij, dat, versierd als 't was, een uitstekende gelegenheid bood om eenige oogenblikken uit te rusten en zich te verfrisschen. Daar werd dan ook ruimschoots gebruik van gemaakt. Nadat een elk den inwendigen mensch bad versterkt, werden door de drie fanfarecorpsen buiton een paar nummers geblazen, wat met een hartelijk applaus werd beloond, en daarna zocht een elk zijn plaatsje weer op en voor waarts ging het, terug, over den Meeldijk naar Kolhorn. Al geruimen tijd vóór de stoet aan kwam, waren we daar op don dijk. Waren er eerst niet veel belangstellenden, langzamerhand kwamen er meerderen en meerderen, en toen eindelijk de schoolkinderen kwamen en hun plaats innamen, werd de dijk hoe langer hoe meer bevolkt en was het er weldra een gezellige drukte en bewoging. Ons geduld werd lang op de proef ge steld, maar ja, daar zagen we eindelijk de voorhoede, en het wachten werd dobbel be loond. Want nog nergens had men zoo'n mooien kijk op den stoet gehad als hier. Langs de kronkelingen van den dijk bewogen ruiters en rijtuigen zich voorwaarts, 't Was een aar dig gekrioel door elkaar, een levendig ge zicht, dat ons dadelijk herinnerde aan de gedenkplaten, waarop een optocht van Wil lem III of een anderen Oranjevorst staat uit gebeeld. Ook in Kolhorn was de ontvangst aller hartelijkst. De schoolkinderen zongen ook hier, aller liefst, hunne liedekens en eenige meisjes boden den nieuwen schout eenige bouqnetjes aan, een aardige attentie. De heer Holle had den nieuwen burgemeester het welkom toege roepen in Kolhorn, en de heer Spaans bracht daarvoor zijn dank. Nu ging het naar de kolfbaan van den heer Kist, en daar was het eenige oogenblik ken recht gezellig. Het fanfarecorps van Haringhuizen speelde er bekende wijzen, die opgewekt wer den meegezongen en menig„Lang zal hij wezen meende te zien, twjjfelde hij er geen oogenblik aan, of zij zou hem alles, wat ze wist, eerlijk en oprecht zeggen. HOOFDSTUK XI. Tegen den middag had do reehter het bankgebouw verlatenhij keerde eerst eenige uren later terug en vond toen den commissaris reeds op zich wachtende. Een enkele blik op bet gelaat van zijn onder geschikte overtuigde hem reeds, dat deze geen nieuws had. „Nu, commissaris? vroeg hij, „heeft u nog iets gevonden „Neen mijnheer. Alles heb ik in huis nagegaan en geen hoekje ondoorzocht ge laten, maar niets gevonden; ook niet in de woning van den portier." Op dat oogenblik werd de kamerdeur opengerukt en de directeur-generaal trad met een hooggekleurd gelaat binnen. Hij hield een opengevouwen brief in de band, dien hjj den rechter overhandigde. „Daar hebben wij het", zeide bij opge wonden „die nietswaardige spitsboef heeft nog de brutaliteit, aan mjj te schrij ven." En inderdaadop een stuk papier stond, in zuivere, regelmatige letters te lezen „Geëerde heer directeur-generaal Tracht een ongelukkige te vergeven. Ik kon niet anders, want de omstandig heden dwoDgen me en waren sterker dan mijn kracht om de verzoeking te weerstaan. Moge de hemel voor mij een genadig rechter zijn. In diepe vertwijfeling, uw beklagens waardige, Gerard Winter." De brief was niet gedateerd. Maar het couvert, dat de directeur-generaal op tafel levenweerklonk, gevolgd door een „Nog honderd jaar na dezen De heer Ds. Kooiman sprak nog een kort woord en wijdde een dronk aan den burge meester en aan den goeden geest, die er heerschte, aan de goede verstandhouding die er bestaat tusschen de drie dorpen, die op een dag als dezen als burgers van één ge meente feest vierden. De heer J. Spaans sprak eveneens eenige woorden, bracht dank voor de hartelijke ont vangst en toon de zich zeer ingenomen met 't feit, dat men niet alleen in Barsingerhorn feest vier de, maar ook in Haringhuizen en Kolhorn, en dankte er voor, dat men hem in staat had gesteld, van die feestvreugdo getuige te zijn. Er is een tjjd van komen on van gaan, en nadat de fanfarecorpsen op den dijk nogmaals te zamen een paar nummers hadden gègeven, werd de stoet weer geformeerd en trok men naar het raadhuis te Barsingerhorn, waar de ontbinding van den stoet plaats had. Als we zoo terugzien op den dag van Zater dag en het feest, is hier de geijkte termhet feest is volkomen geslaagdin alle opzichten van toepassing. De notulen worden gelezen en goedge- 1 keurd. Voorz. doelt mede, dat het keikhofhek in orde is, eveneens het lijkenhuis. Voorzitter zegt, dat de regeling daarvan aan hem is. Hierna sluiting. Vergadering van den Raad Met den heer Van Roe van Alkmaar had der gemeente ANNA PAULOWNA, gehouden UArrr nnn co m nn b-nm or rrn hoH nimr Hn hik. -- Voorz. een samenkomst gehad over de blik semafleiders op de school (voorstel-Boontjes). De heer Van Ree had nu de schriftelijke op gave gedaan van de kosten van 2 bliksem afleiders van f 100, f 80 en f 60, B. en W. hadden besloten, die van f 100 te nemen, en deze waren door den heer Van Ree bereids op de school geplaatst. Het kohier Hondenbelasting wordt vastge steld op f 76.60. Wordt besloten aan Klaas ten Boekol te verkoopen plns minus 160 M'. gemeentegrond van 10 ct. per MJ. De heeren Den Das en Buik zijn hiertegen. Tot leden van het stembureau worden benoemd de heeren: Kruisveld, Voorzitter; Govers, plaatsvervangend Voorzitter Den Das en Buik, ledenBoontjes en Zipp, plaats vervangers. Daarna komt in behandeling de verordening op het vasthouden van eenden. Besloten Alles liep uitstekend van stapel, en den wordt, die vast te doen houden van 16 Juli ganschen dag was hot één opgewektheid, één warme belangstelling van klein en groot. 's Avonds half 8 kwamen de Burgemeester met den Oud-Burgemeester en den Secretaris in de Kolfbaan van den heer Kist, waar hij door den Voorzitter van het Nnt namens de geheele Koihcrner burgerij gecomplimenteerd werd. De heer Holle vulde deze woorden nog aari met een hartelijk woord op het herstel zijner echtgenoote. Nadat hem onder muziek en fanfares de eerewijn was aangeboden, beantwoordde de Burgemeester de beide sprekers. Luide bijvalsbetuigingen weerklon ken uit honderden kelen er waren minstens 500 inenschen bij elkander - waarna het gezelschap tegen half negen in het rijtuig stapte om ook de andere deelee der Gemeente te bezoeken. De avond werd verdor zoo fees telijk mogelijk doorgebracht. De leden van Fanferecorps hielden zoowel in de localitoit van den heer Jb. Smit, als in die van Kist voordrachten, afgewisseld door Muziek, en verlichte optochten. Eerst op een zeer gevor derd uur wist men van eindigen. Met elkan der was het voor zeer velen te Kolhorn een recht opgewekte feestavond, die nog lang in herinnering zal blijven. Te Barsingerhorn was het eveneens 's avonds feest en ook daar bracht de heer Spaans in het tweetal localiteiten een bezoek. Er wer den tooneolstukjes opgevoerd, voordrachten gehouden, het fanfarecorps gaf muziek, er werd gezongen door Caecilia, de gymnasten gaven het hunne ten beste en een gezellig bal besloot hier het feest. In Haringhuizen was het al dito, ook hier m het fonds te gaan. was liet 's avonds in het lokaal van den heer Algemeen is men van gevoelen, dat het Kooij feest. Een elk der medewerkenden zette onder dezen dokter wel beter gaan zal. zijn beste beentje voor en allen droegen er De heer Den Das vraagt, of Bijvoet dio tóe bij, om het elkander zoo aangenaam mo- festiviteiten aanvraagt en of dat zóó maar gelijk te maken. De nieuwe burgemeester gaat en dan zonder politie, vertoefde ook hier eenige oogenblikken. tot 1 Sept. De heer Boontjes doet het voorstel, dat de eendenhonders verplicht zullen zijn, de merken hunner eenden op te geven dan is het con- stateeren van een overtreding gemakkelijker. Vóór zijn de heeren Buik, Kruisveld en Boontjes tegen de heeren Govers, Den Das en Zipp, zoodat het voorstel verworpen is. Goedgekeurd worden, af- en overschrij vingen tot een bedrag van f 47.46 en kwijting uit den post voor onvoorziene uitgaven, groot f 26.071. Bij de rondvraag informeert de heer Den Das, of het met de armenpraktijk zal gaan als niet den vorigen geneesheer. Toen was de toestand hoogst treurig. Toen werden de arme menschen als 't ware gedwongen, in het Ziekenfonds te gaan, en dat is hier geen fonds voor werkmenscheu; en dan kreeg men rekeningen thuis van f24 a f 25 van den dokterdat was geen betalen. De Secretaris zegt, dat de dokter hulp moet verleenen, als degene, die hem haalt, een briefje van armvoogden heeft, dat hij gratis hulp van den dokter kan krijgen. De heer Den Das zegt, dat dit, toen de heer ^Hoogschagen nog armvoogd was, veel y0]gen(Je week. op Maandag 18 Mei 1903, des morgens ten 10 ure. Aanwezig alle leden. Na opening der vergadering door den heer J. Jelles, Burgemeester, worden de notulen gelezen en goedgekeurd. Voorzitter deelt mede, dat door de meerder heid van B. en W. de volgende voordracht is opgemaakt voor een onderwijzeres aan de school te Breezand 1. mej. Van Hoorn te Bergen2. mej. Keijzer te Grosthulzen 3. mej. Wouda te Sneek. Voorz. zegt, dat de heer Rezelman en Voorz. de voorkeur gaven aan mej. Van HoorD^ de heer Waiboer aan mej. Keijzor. De heer Volder informeert naar de reden daarvan. Voorz. zegt, dat de beide dames proefles j hebben gegeven en dat de heer Rezelman en Voorz. mej. Van Hoorn beter vonden, de heer Waiboer echter mej. Keijzer daarom is mej. Van Hoorn no. 1 geplaatst. De heer Bakkei vraagt naar de gronden, waarom dat is geschied. Voorzitter: Verschil van smaak. (Voorz. schijnt weinig zin te hebben, om inlichtingen te geven.) De heer Waiboer U kunt het gerust zeggen. De heer Van MullemZit 'm dat in de zachtzinnigheid Voorz.Ja. De heer Van Mullem acht een zacht optreden tegenover kleine kinderen zeer gewenscht. Als de kiuderen thuis komen, dan hoort men al spoedig; die juffrouw was lief en aardig, maar is dat niet het geval, dan hoort men spoedig klachten. De heer Volder acht voor kinderen een zachte behandeling zeer gewenscht. De hoer Van Mullem zegt: de laatste juf frouw is best bevallen en do vorige ook. Da heer De GraafWie is die zachtzinnige Voorz.no. 1. Tot stemming overgaande, wordt mej. Van Hoorn met op één na algomeene stemmen benoemd. Voorz. doelt mede, dat B. en W. hebben besloten, den datum van in-functie-treding te I bepalen op het einde van deze week, of begin gemakkelijker ging dan tegenwoordig. Die weigerde niet gauw iemand, 't Is voorgekomen, dat de dokter iemand weigerde, al had hij een briefje van den armvoogd. De heeren Govers, Boontjes en Buik ver klaren, nooit iemand een briefje voor den dokter te hebben geweigerd. De heer Kruisveld is het met den heer Den Das eens de dokter dwong de menschen, Vergadering van den Raad der gemeente CALLANTSOOG, gehouden op Dinsdag 19 Mei 1903, des morgens ten elf ure. Afwezig de hec-r Kaan. Na opening der vergadering deelt de Voorz. mede, dat van den heer Kaan een brief is in gekomen, waarin deze mededeelt, dat hij door vertrek naar elders bedankt als lid van den Raad, tevens de beste wenschen uitende voor den bloei der gemeente. Voorz. zegt, dat B. en W. voorstellen, een tijdelijke geldleening aan te gaan van f2000, daar de kas is uitgeput en de betalingen on tijd moeten geschieden. 15 Oct. a s. zal de leening weder zijn afgelost. De heer Van Mullem Is de vorige leening al afgelost? Voorz.O ja. De heer De GraafGaat die aflossing op 3 mnd., of in één tormijn Voorz.: B. en W. dachten op 15 October, omdat er dan geld genoeg in kas is1 Oct. krijgt de gem.-ontvanger gold van den betaal- rueester en dan is er een groot deel van den - Hoofdeïiiken Omslag binnen. Voorzitter zegt, dat Bijvoet vergunning had Voorz." deelt mede, dat van den Commissaris en zeL geen politie noodig oordeelde. i jerKoningin goedgekeurd zijn terugontvangen, De heer Len Das vinut dat zeer ongeluk- i de kohieren van den Hoofdelijken Omslag en kig; men slaat elkaar daar haast dood. Spr. der Hondenbelasting. „Hiermede, zegt Voorz., achtte politie hoog r.oodig, en laat Bijvoet er 1 jg de agenda van B. en W. afgeloopen. Mijn- dan maar voor betalen. Voorzitter zegt, dat hij geen permissie meer krijgt. Do heer Den Das vindt het niet goed als de man geen permissie meer krijgt; want hot is zijn schuld niet geweest. Laat er politie komen en laat Bijvoet dat betalen. De heer Boontjes sluit zich hierbij aan. heer Geerligs, heeft u nog iets u u u Heeren Wethouders Ik ook niet. Dan sluit ik de vergadering." (Voorz. had blijkbaar zeer dringende bezig heden en groote haast.) In de gemeenten OUDKARSPEL en NOORD-SCHARWOUDE is eene Liberale Kiesvereeniging opgericht. MrannmsKElSGlzmilcanMra had neergelegd, toonde het poststempel Hamburg en de duidelijk leesbare cyfers, die den tijd van verzending aangaven „31. 7. 77. 11-12 N." „Dat is tenminste de eerste lichtstraal in deze Egyptische duisternis", zeide de rechter, „vooropgesteld, dat werkelijk mijn heer Winter dezen brief heeft geschreven en verzonden." „Daaraan is geen twijfel", verzekerde de oude heer, dien de driestheid vsn den dief buiten zichzelf had gebracht. „Ik ken het schril t van den huichelachtigen boef goed genoeg. En wie Anders zou den brief heb ben moeten schrijven, wanneer het niet de zeer geëerde mijnheer Winter was „Wanneer hij zelf den brief gepost heeft", zeide de commissaris, nadat hij het poststempel had bestudeerd, „moet hij met den eersten trein direct naar Hamburg zijn vertrokken. Na zijn aankomst daar heeft hij zich beslist nog eenige uren den tijd gegund, voor hij den briet op de post heeft gedaan. Maar dit vriendelijk levens- teeken biedt ons natuurlijk nog geen zeker heid, dat we den vluchteling in die richting hebben te zoeken. Het meest waarschijn lijke is, dat hy ons op een valsch spoor tracht te brengen." „Dat to beocrdeelen, moet ik aan de liooge wijsheid van de heeren overlaten", verklaarde do directeur-generaal. „Ik heb met de aflevering van den brief mijn werk gedaan en moet nu mijn conferentie met i de vertegenwoordigers van de Disconto- bank voortzetten. Do vooruitzichten op een spoedig terugkrijgen van het gestolene staan op het oogenblik nog verre van 1 schitterend, zcodat ik er wel op bedecht mag zijn, voor de noodige contanten te zorgen." De eenigsiins bitse toon, waarop do laatste opmerking word geuit, liet vermos- den, dat de oude heer nu juist niet zulk een hoogen dunk had van de scherpzinnig heden der heeren van de justitie. Maar men moest onder deze omstandigheden wat ge duld met de zenuwachtigheid van den ouden heer hebben, en bovendien had men ook wel wat anders te doen, dan daar acht op te slaan. „Wat doel deze briet ook moge hebben, we moeten toch allo stappen doen, om de Hamburger politie tot spoed aan te zetten en ook tot een nauwkeurig onderzoek. Ik draag u dat op, daar ik zelf hier niet weg kon. Bent u klaar, kom dan dadeljjk hier, daar ik nog het eert en ander met u heb te bespreken." De commissaris ging en de rechter be gaf zich, na een poosje nadenken, naar de woning van Wintor. Martka deed zelf open. De kalmte, die haar bij zijn vorig bezoek geen oogenblik had verlaten, scheen nu toch wat to heb ben geleden, misschien wel door haar alleen-zijn met haar nog steeds zeer opge wonden zijnde schoonzuster. Zij zag blee- ker dan 's morgens en haar oogen richtten zich jnet een uitdrukking van groote be zorgdheid op het gelaat van den rechter. „Is er wat nieuws?" vroeg ze beklemd, toen ze den brief in zijn band bemerkte. „Heeft men eindelijk een spoor gevonden „Ja juffrouw", antwoordde deze ernstig. „Maar ik vrees, dat mijn nieuws weinig er op is ingericht, u vreugde te bereiden. Kent u dat schritt Martha had, daar het op den gang donker wes, een kamerdeur opengedaan, en nauwelijks had ze een blitt op de enveloppe geworpen, of ze riep levendig „Zeker ken ik dat schrift, dat is van mijn broer." „En ook deze regelen zijn, volgens uw meenirg, van zijn hand Martha las den brief en in het volgende oogenblik moest ze zich aan den post van de deur vasthouden, omdat ze in elkaar dreigde te zakken. „Datdat is onmogelijk!" stamelde zij. „Gerard kan het niet hebben geschreven. Het zou de bekentenis van zyn schuld zijn." „Dat is het zeker. En het beeft me niet verrast. Want buiten u twijfelde niemand er aaD, of hij is de dief geweest." De dief! Dat leelyke woord trof haar als een zweepslag. De rechter had hartelijk medelijden met het arme jonge schep seltje, zooals het daar als een beeld van grenzenlooza jammer voor hem stond de handen tegen de brandende slapen ge drukt, met trillende lippen. „Wees sterk, beste juffrouw", zeide hij vriendelijk. „Uw broeder heeft bet uitstekend weten klaar te spolen, om u een hoog idéé vau zijn karakter te deen krijgen, evenals hij zijn vrouw en ook zijn superieuren knap heeft bedrogen. U ziet nu to(h wel, dat het dwaas is, nog langer aan zijn on schuld te geleoven en te trachten hem te rechtvaardigen." Martha had voor zich heen gestaard, evenalsof ze zyn woorden niet hoorde. Nu echter richtte zy zich op „Neen neen reen Het kan, het mag niet zoo zijn ais u zegt 1 En het is ook niet zoo Gerard is geen dief. Ik zweer u, dat hy het r.iet is. Ik begrijp niet, dat zy, die hem kenden, hem daarvoor kunnen houden. Die brief behoett niet van hem te zijn. Die kan zijn vau hen, die mijn broeder vermoord hebben." WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1903 | | pagina 1