OitatHiwlolpiBteMe.
Donderdag 21 Mei 1903
J
47ste Jaargang No. 3837.
Bionenlandsch Nieuws.
te
FEUILLETON.
DE VROUW VAN
DEN BOEKHOUDER.
eiki
HAAIT.
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag— en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 'a morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
BureauSC1AÖKK, Laaa, 4.
Uitgever s P. TRAPMAN.
SledewerkerJ. VV I X K E L.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 6 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5ct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij dit nummer behoort een bijvoegsel.
(iemeente ISchagen.
BEKENDMAKINGEN.
POLITIE.
Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlichtingen te
bekomen omtrent een op de weekmarkt van Donder
dag 14 Mei 1.1. achtergebleven vaara.
ooooo
IVationale Militie.
o^(o)4ro—
Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen
ter kennis van belanghebbenden, dat het onderzoek
van de in die gemeente verblijf houdende verlofgan
gers der Militie te land, voor zooverre zij vóór den
1 Januari 1903 in het genot van onbepaald verlof
waren geBteld, zal plaats hebben te Schagen, op
Woensdag den 17 Juni 1903, des voormiddags
ten h a 1 f 10 ure, en dat mitsdien op evengenoemd
tijdstip zich voor dat onderzoek, aan het Raadhuis
aldaar moeten bevinden, de onderstaande personen:
Lichting Namen en Voornamen. Korps.
1895 Jongh de Anthonie 4e Reg. Vest. Art.
Wit de Gerrit Reg.Gren.en Jagers
Dekker Pieter 4e Reg. Vest. Art.
Spaans Willem Pantserfort Art.
n Rijnders Jacohus Paulus Reg.Gren.en Jagers.
Ossen Cornelis idem.
1896 Melker Cornelis Jacobus 4eReg.Vest.Art.
Weeland Maarten le Reg.Infanterie.
Bakker Pieter idem.
Delver Arnoldns 4e Reg. VestArt.
Floor Reijer idem.
Wokke Albeitns Pantserfort Art.
Stompedissel Arie 2e Reg. Veld Art.
1897 Bakker Cornelis le Reg. Veld Art.
Broekhuizen Pieter 4e Reg. Vest. Art.
Keet Tkeodorus Andreas Joseph idem.
Houtkooper Martinne Korps Torpedisten.
1898 Ploeger Nicolaas Joseph 4e Reg.Vest.Art.
Deutekom Hendericns le Reg .Infanterie.
Groot Jacob idem.
Twniver van Willem idem.
Visser Hendrik Reg. Gren.en Jagers.
Spreeuw Jan Pantseifort Art.
1899 Post Hendricus Anthonius 2e Reg. Veld Art.
Tissing Jan 4e Reg.Vest. Art.
Raven Jacob le RegInfanterie.
Koomen Louwrens idem.
Groen Cornelis t idem.
Straalen van Willem Arie
Anthonius
1900 Kossen Arie
Zwaag Arie
Gee) Arie
1901 Koopman Jacobus
Borat Gerrit
Koopman Petrus
Hart Cornelis
Schenk Arie
Zoomede de verlofgangers, in
onderzoek vallende, welke zich
inspectie alsnog van elders in
vestigen.
Belanghebbenden worden verder herinnerd, dat zij
moeten verschijnen in uniform gekleed en voorzien van
de kleeding- en uitrusting-stukken, hun bij hun vertrek
met verlof medegegeven, alsmede van hunDe zakboekjes;
dat zjj, in uniform zijnde, onderworpen zijn aan het
reglement van krijgstucht, en zich bjj verzuim, nalatig
heid of wangedrag blootstellen aan arreststraffen van
twee tot zes dsgen, alsmede aan oproeping tot werke-
lijken dienst voor den tgd van drie tot zes maanden.
Schagen, den 19 Mei 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H. J. POT.
De loco Secretaris,
ROGGEVEEN.
1ooooo"—"
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur der Gemeente
Schagen, brengt bij deze ter kennis van de ingezete
nen dier gemeente, dat het kohier no. 2 der personeele
belasting dienst 1903 op den 14 Mei 1903 door den
Heer Directeur der Directe Belastingen- te Amsterdam
is executoir verklaard en op heden aan den Heer
Ontvanger der directe belastingen binnen deze gemeente
ter invordering is overgegeven.
Ieder ingezetene, welke daarbij belang heeft, wordt
alzoo vermaand, op de voldoening van zijnen aanslag
behoorlijk acht te geven, teneinde alle gerechtelijke
vervolgingen, welke uit nalatigheid zouden voort
vloeien-, te ontgaan.
Schagen, den 18 Mei 1903.
Het Hoofd van hel Plaatselijk Bestuur voornoemd,
H. J. POT.
Feesten
Barsingerliorn.
6e idem.
4e Reg. Veat. Art.
idem.
2e Reg. Hazaren.
4e Reg. Vest. Art.
idem.
idem.
Pantserfort Art.
idem.
de termen voor het
vóór den datum der
de gemeente komen
Roman van
A. O. KLAUSZMANN.
19. -o-o-o-
Martha's gelaat verried, hoe diep haar
de grofheid van haar schoonzuster krenkte.
Maar zjj zeide niets en verzocht slechts
door een wenk den rechter, met haar de
kamer te verlaten.
Toen hy haar buiteD de kamer vroeg,
of er een verwijdering bestond tusschen
haar en haar schoonzuster, schudde zjj het
hoofd.
„Ik heb wel menigmaal den indruk ge
kregen, dat ze, wegens de groote liefde
die mijn broeder voor mij koesterde, een
weinig jaloersch op me was, en het ont
brak ook niet aan gelegenheden, dat
we verschil van meeniDg hadden. Maar
tot een ernstige verwy dering is het nooit
gekomen."
„U mag mij die vraag niet kwalijk
nemeneen - rechter moet in alles belang
stellen. Ik was een weinig verwonderd
over de bijna vijandige manier, waarop
mevrouw Winter zooeven uw hulp afwees."
„Zij is in een toestand, die baar niet
verantwoordelijk maakt voor hetgeen ze
zegt. Ik ben er tenminste verre van, om haar
die onvriendelyke woorden kwalijk te
nemen."
Het jonge meisje, dat zich in tegenstelling
van haar schoonzuster zoo flink en kordaat
gedroeg, beviel den rechter hoe langer hoe
meer. Bjj de openhartigheid, die hij in haar
We hebben den stoet op weg naar Haring
huizen gelaten en dienen hem dus om zoo
te zeggen daar weder op te zoeken.
In kalm tempo ging het dan op Haring
huizen af, waar aan den ingaDg van het
dorp een eerepoort stond opgesteld en verder
natuurlijk vlaggen waar het oog ook keek.
De stoet ging tot de plaats van den heer
Kooijman, waar op een stuk land werd ge
keerd. Tegenover de school zongen de school
kinderen onder leiding van den heer W.
Kooijman den nieuwen Burgemeester een lied
toe, dat heel goed klonk en waarvoor harte
lijk dank werd gezegd.
Vervolgens naar het lokaal van den heer
Kooij, dat, versierd als 't was, een uitstekende
gelegenheid bood om eenige oogenblikken uit te
rusten en zich te verfrisschen. Daar werd
dan ook ruimschoots gebruik van gemaakt.
Nadat een elk den inwendigen mensch bad
versterkt, werden door de drie fanfarecorpsen
buiton een paar nummers geblazen, wat met
een hartelijk applaus werd beloond, en daarna
zocht een elk zijn plaatsje weer op en voor
waarts ging het, terug, over den Meeldijk naar
Kolhorn.
Al geruimen tijd vóór de stoet aan
kwam, waren we daar op don dijk.
Waren er eerst niet veel belangstellenden,
langzamerhand kwamen er meerderen en
meerderen, en toen eindelijk de schoolkinderen
kwamen en hun plaats innamen, werd de
dijk hoe langer hoe meer bevolkt en was
het er weldra een gezellige drukte en bewoging.
Ons geduld werd lang op de proef ge
steld, maar ja, daar zagen we eindelijk de
voorhoede, en het wachten werd dobbel be
loond. Want nog nergens had men zoo'n
mooien kijk op den stoet gehad als hier. Langs
de kronkelingen van den dijk bewogen ruiters
en rijtuigen zich voorwaarts, 't Was een aar
dig gekrioel door elkaar, een levendig ge
zicht, dat ons dadelijk herinnerde aan de
gedenkplaten, waarop een optocht van Wil
lem III of een anderen Oranjevorst staat uit
gebeeld.
Ook in Kolhorn was de ontvangst aller
hartelijkst.
De schoolkinderen zongen ook hier, aller
liefst, hunne liedekens en eenige meisjes boden
den nieuwen schout eenige bouqnetjes aan,
een aardige attentie. De heer Holle had den
nieuwen burgemeester het welkom toege
roepen in Kolhorn, en de heer Spaans bracht
daarvoor zijn dank.
Nu ging het naar de kolfbaan van den
heer Kist, en daar was het eenige oogenblik
ken recht gezellig.
Het fanfarecorps van Haringhuizen speelde
er bekende wijzen, die opgewekt wer
den meegezongen en menig„Lang zal hij
wezen meende te zien, twjjfelde hij er
geen oogenblik aan, of zij zou hem alles,
wat ze wist, eerlijk en oprecht zeggen.
HOOFDSTUK XI.
Tegen den middag had do reehter het
bankgebouw verlatenhij keerde eerst
eenige uren later terug en vond toen den
commissaris reeds op zich wachtende. Een
enkele blik op bet gelaat van zijn onder
geschikte overtuigde hem reeds, dat deze
geen nieuws had.
„Nu, commissaris? vroeg hij, „heeft u
nog iets gevonden
„Neen mijnheer. Alles heb ik in huis
nagegaan en geen hoekje ondoorzocht ge
laten, maar niets gevonden; ook niet in de
woning van den portier."
Op dat oogenblik werd de kamerdeur
opengerukt en de directeur-generaal trad
met een hooggekleurd gelaat binnen. Hij
hield een opengevouwen brief in de band,
dien hjj den rechter overhandigde.
„Daar hebben wij het", zeide bij opge
wonden „die nietswaardige spitsboef
heeft nog de brutaliteit, aan mjj te schrij
ven."
En inderdaadop een stuk papier
stond, in zuivere, regelmatige letters te
lezen
„Geëerde heer directeur-generaal
Tracht een ongelukkige te vergeven.
Ik kon niet anders, want de omstandig
heden dwoDgen me en waren sterker dan
mijn kracht om de verzoeking te weerstaan.
Moge de hemel voor mij een genadig
rechter zijn.
In diepe vertwijfeling, uw beklagens
waardige, Gerard Winter."
De brief was niet gedateerd. Maar het
couvert, dat de directeur-generaal op tafel
levenweerklonk, gevolgd door een
„Nog honderd jaar na dezen
De heer Ds. Kooiman sprak nog een kort
woord en wijdde een dronk aan den burge
meester en aan den goeden geest, die er
heerschte, aan de goede verstandhouding die
er bestaat tusschen de drie dorpen, die op
een dag als dezen als burgers van één ge
meente feest vierden.
De heer J. Spaans sprak eveneens eenige
woorden, bracht dank voor de hartelijke ont
vangst en toon de zich zeer ingenomen met 't feit,
dat men niet alleen in Barsingerhorn feest vier
de, maar ook in Haringhuizen en Kolhorn, en
dankte er voor, dat men hem in staat had
gesteld, van die feestvreugdo getuige te zijn.
Er is een tjjd van komen on van gaan, en
nadat de fanfarecorpsen op den dijk nogmaals
te zamen een paar nummers hadden gègeven,
werd de stoet weer geformeerd en trok men
naar het raadhuis te Barsingerhorn, waar de
ontbinding van den stoet plaats had.
Als we zoo terugzien op den dag van Zater
dag en het feest, is hier de geijkte termhet
feest is volkomen geslaagdin alle opzichten
van toepassing.
De notulen worden gelezen en goedge- 1
keurd.
Voorz. doelt mede, dat het keikhofhek in
orde is, eveneens het lijkenhuis.
Voorzitter zegt, dat de regeling daarvan
aan hem is.
Hierna sluiting.
Vergadering van den Raad
Met den heer Van Roe van Alkmaar had der gemeente ANNA PAULOWNA, gehouden
UArrr nnn co m nn b-nm or rrn hoH nimr Hn hik. --
Voorz. een samenkomst gehad over de blik
semafleiders op de school (voorstel-Boontjes).
De heer Van Ree had nu de schriftelijke op
gave gedaan van de kosten van 2 bliksem
afleiders van f 100, f 80 en f 60, B. en W.
hadden besloten, die van f 100 te nemen, en
deze waren door den heer Van Ree bereids
op de school geplaatst.
Het kohier Hondenbelasting wordt vastge
steld op f 76.60.
Wordt besloten aan Klaas ten Boekol te
verkoopen plns minus 160 M'. gemeentegrond
van 10 ct. per MJ. De heeren Den Das en
Buik zijn hiertegen.
Tot leden van het stembureau worden
benoemd de heeren: Kruisveld, Voorzitter;
Govers, plaatsvervangend Voorzitter Den Das
en Buik, ledenBoontjes en Zipp, plaats
vervangers.
Daarna komt in behandeling de verordening
op het vasthouden van eenden. Besloten
Alles liep uitstekend van stapel, en den wordt, die vast te doen houden van 16 Juli
ganschen dag was hot één opgewektheid,
één warme belangstelling van klein en groot.
's Avonds half 8 kwamen de Burgemeester
met den Oud-Burgemeester en den Secretaris
in de Kolfbaan van den heer Kist, waar hij
door den Voorzitter van het Nnt namens de
geheele Koihcrner burgerij gecomplimenteerd
werd.
De heer Holle vulde deze woorden nog
aari met een hartelijk woord op het herstel
zijner echtgenoote. Nadat hem onder muziek
en fanfares de eerewijn was aangeboden,
beantwoordde de Burgemeester de beide
sprekers. Luide bijvalsbetuigingen weerklon
ken uit honderden kelen er waren minstens
500 inenschen bij elkander - waarna het
gezelschap tegen half negen in het rijtuig
stapte om ook de andere deelee der Gemeente
te bezoeken. De avond werd verdor zoo fees
telijk mogelijk doorgebracht. De leden van
Fanferecorps hielden zoowel in de localitoit
van den heer Jb. Smit, als in die van Kist
voordrachten, afgewisseld door Muziek, en
verlichte optochten. Eerst op een zeer gevor
derd uur wist men van eindigen. Met elkan
der was het voor zeer velen te Kolhorn een
recht opgewekte feestavond, die nog lang
in herinnering zal blijven.
Te Barsingerhorn was het eveneens 's avonds
feest en ook daar bracht de heer Spaans in
het tweetal localiteiten een bezoek. Er wer
den tooneolstukjes opgevoerd, voordrachten
gehouden, het fanfarecorps gaf muziek, er
werd gezongen door Caecilia, de gymnasten
gaven het hunne ten beste en een gezellig
bal besloot hier het feest.
In Haringhuizen was het al dito, ook hier m het fonds te gaan.
was liet 's avonds in het lokaal van den heer Algemeen is men van gevoelen, dat het
Kooij feest. Een elk der medewerkenden zette onder dezen dokter wel beter gaan zal.
zijn beste beentje voor en allen droegen er De heer Den Das vraagt, of Bijvoet dio
tóe bij, om het elkander zoo aangenaam mo- festiviteiten aanvraagt en of dat zóó maar
gelijk te maken. De nieuwe burgemeester gaat en dan zonder politie,
vertoefde ook hier eenige oogenblikken.
tot 1 Sept.
De heer Boontjes doet het voorstel, dat de
eendenhonders verplicht zullen zijn, de merken
hunner eenden op te geven dan is het con-
stateeren van een overtreding gemakkelijker.
Vóór zijn de heeren Buik, Kruisveld en
Boontjes tegen de heeren Govers, Den Das
en Zipp, zoodat het voorstel verworpen is.
Goedgekeurd worden, af- en overschrij
vingen tot een bedrag van f 47.46 en kwijting
uit den post voor onvoorziene uitgaven, groot
f 26.071.
Bij de rondvraag informeert de heer Den
Das, of het met de armenpraktijk zal gaan als
niet den vorigen geneesheer. Toen was de
toestand hoogst treurig. Toen werden de
arme menschen als 't ware gedwongen, in
het Ziekenfonds te gaan, en dat is hier geen
fonds voor werkmenscheu; en dan kreeg men
rekeningen thuis van f24 a f 25 van den
dokterdat was geen betalen.
De Secretaris zegt, dat de dokter hulp
moet verleenen, als degene, die hem haalt,
een briefje van armvoogden heeft, dat hij gratis
hulp van den dokter kan krijgen.
De heer Den Das zegt, dat dit, toen de
heer ^Hoogschagen nog armvoogd was, veel y0]gen(Je week.
op Maandag 18 Mei 1903, des morgens ten
10 ure. Aanwezig alle leden.
Na opening der vergadering door den heer
J. Jelles, Burgemeester, worden de notulen
gelezen en goedgekeurd.
Voorzitter deelt mede, dat door de meerder
heid van B. en W. de volgende voordracht
is opgemaakt voor een onderwijzeres aan de
school te Breezand 1. mej. Van Hoorn te
Bergen2. mej. Keijzer te Grosthulzen
3. mej. Wouda te Sneek.
Voorz. zegt, dat de heer Rezelman en
Voorz. de voorkeur gaven aan mej. Van HoorD^
de heer Waiboer aan mej. Keijzor.
De heer Volder informeert naar de reden
daarvan.
Voorz. zegt, dat de beide dames proefles
j hebben gegeven en dat de heer Rezelman en
Voorz. mej. Van Hoorn beter vonden, de heer
Waiboer echter mej. Keijzer daarom is mej.
Van Hoorn no. 1 geplaatst.
De heer Bakkei vraagt naar de gronden,
waarom dat is geschied.
Voorzitter: Verschil van smaak.
(Voorz. schijnt weinig zin te hebben, om
inlichtingen te geven.)
De heer Waiboer U kunt het gerust zeggen.
De heer Van MullemZit 'm dat in de
zachtzinnigheid
Voorz.Ja.
De heer Van Mullem acht een zacht
optreden tegenover kleine kinderen zeer
gewenscht. Als de kiuderen thuis komen, dan
hoort men al spoedig; die juffrouw was lief
en aardig, maar is dat niet het geval, dan
hoort men spoedig klachten.
De heer Volder acht voor kinderen een
zachte behandeling zeer gewenscht.
De hoer Van Mullem zegt: de laatste juf
frouw is best bevallen en do vorige ook.
Da heer De GraafWie is die zachtzinnige
Voorz.no. 1.
Tot stemming overgaande, wordt mej. Van
Hoorn met op één na algomeene stemmen
benoemd.
Voorz. doelt mede, dat B. en W. hebben
besloten, den datum van in-functie-treding te
I bepalen op het einde van deze week, of begin
gemakkelijker ging dan tegenwoordig. Die
weigerde niet gauw iemand, 't Is voorgekomen,
dat de dokter iemand weigerde, al had hij
een briefje van den armvoogd.
De heeren Govers, Boontjes en Buik ver
klaren, nooit iemand een briefje voor den
dokter te hebben geweigerd.
De heer Kruisveld is het met den heer
Den Das eens de dokter dwong de menschen,
Vergadering van den Raad
der gemeente CALLANTSOOG, gehouden op
Dinsdag 19 Mei 1903, des morgens ten elf
ure.
Afwezig de hec-r Kaan.
Na opening der vergadering deelt de Voorz.
mede, dat van den heer Kaan een brief is in
gekomen, waarin deze mededeelt, dat hij door
vertrek naar elders bedankt als lid van den
Raad, tevens de beste wenschen uitende voor
den bloei der gemeente.
Voorz. zegt, dat B. en W. voorstellen, een
tijdelijke geldleening aan te gaan van f2000,
daar de kas is uitgeput en de betalingen on
tijd moeten geschieden. 15 Oct. a s. zal de
leening weder zijn afgelost.
De heer Van Mullem Is de vorige leening
al afgelost?
Voorz.O ja.
De heer De GraafGaat die aflossing op
3 mnd., of in één tormijn
Voorz.: B. en W. dachten op 15 October,
omdat er dan geld genoeg in kas is1 Oct.
krijgt de gem.-ontvanger gold van den betaal-
rueester en dan is er een groot deel van den
- Hoofdeïiiken Omslag binnen.
Voorzitter zegt, dat Bijvoet vergunning had Voorz." deelt mede, dat van den Commissaris
en zeL geen politie noodig oordeelde. i jerKoningin goedgekeurd zijn terugontvangen,
De heer Len Das vinut dat zeer ongeluk- i de kohieren van den Hoofdelijken Omslag en
kig; men slaat elkaar daar haast dood. Spr. der Hondenbelasting. „Hiermede, zegt Voorz.,
achtte politie hoog r.oodig, en laat Bijvoet er 1 jg de agenda van B. en W. afgeloopen. Mijn-
dan maar voor betalen.
Voorzitter zegt, dat hij geen permissie
meer krijgt.
Do heer Den Das vindt het niet goed als
de man geen permissie meer krijgt; want hot
is zijn schuld niet geweest. Laat er politie
komen en laat Bijvoet dat betalen.
De heer Boontjes sluit zich hierbij aan.
heer Geerligs, heeft u nog iets u u u
Heeren Wethouders Ik ook niet. Dan sluit
ik de vergadering."
(Voorz. had blijkbaar zeer dringende bezig
heden en groote haast.)
In de gemeenten OUDKARSPEL
en NOORD-SCHARWOUDE is eene Liberale
Kiesvereeniging opgericht.
MrannmsKElSGlzmilcanMra
had neergelegd, toonde het poststempel
Hamburg en de duidelijk leesbare cyfers,
die den tijd van verzending aangaven
„31. 7. 77. 11-12 N."
„Dat is tenminste de eerste lichtstraal
in deze Egyptische duisternis", zeide de
rechter, „vooropgesteld, dat werkelijk mijn
heer Winter dezen brief heeft geschreven
en verzonden."
„Daaraan is geen twijfel", verzekerde de
oude heer, dien de driestheid vsn den dief
buiten zichzelf had gebracht. „Ik ken het
schril t van den huichelachtigen boef goed
genoeg. En wie Anders zou den brief heb
ben moeten schrijven, wanneer het niet de
zeer geëerde mijnheer Winter was
„Wanneer hij zelf den brief gepost
heeft", zeide de commissaris, nadat hij het
poststempel had bestudeerd, „moet hij met
den eersten trein direct naar Hamburg zijn
vertrokken. Na zijn aankomst daar heeft
hij zich beslist nog eenige uren den tijd
gegund, voor hij den briet op de post
heeft gedaan. Maar dit vriendelijk levens-
teeken biedt ons natuurlijk nog geen zeker
heid, dat we den vluchteling in die richting
hebben te zoeken. Het meest waarschijn
lijke is, dat hy ons op een valsch spoor
tracht te brengen."
„Dat to beocrdeelen, moet ik aan de
liooge wijsheid van de heeren overlaten",
verklaarde do directeur-generaal. „Ik heb
met de aflevering van den brief mijn werk
gedaan en moet nu mijn conferentie met
i de vertegenwoordigers van de Disconto-
bank voortzetten. Do vooruitzichten op een
spoedig terugkrijgen van het gestolene
staan op het oogenblik nog verre van
1 schitterend, zcodat ik er wel op bedecht mag
zijn, voor de noodige contanten te zorgen."
De eenigsiins bitse toon, waarop do
laatste opmerking word geuit, liet vermos-
den, dat de oude heer nu juist niet zulk
een hoogen dunk had van de scherpzinnig
heden der heeren van de justitie. Maar men
moest onder deze omstandigheden wat ge
duld met de zenuwachtigheid van den
ouden heer hebben, en bovendien had men
ook wel wat anders te doen, dan daar
acht op te slaan.
„Wat doel deze briet ook moge hebben,
we moeten toch allo stappen doen, om de
Hamburger politie tot spoed aan te zetten
en ook tot een nauwkeurig onderzoek. Ik
draag u dat op, daar ik zelf hier niet weg
kon. Bent u klaar, kom dan dadeljjk hier,
daar ik nog het eert en ander met u heb
te bespreken."
De commissaris ging en de rechter be
gaf zich, na een poosje nadenken, naar de
woning van Wintor.
Martka deed zelf open. De kalmte, die
haar bij zijn vorig bezoek geen oogenblik
had verlaten, scheen nu toch wat to heb
ben geleden, misschien wel door haar
alleen-zijn met haar nog steeds zeer opge
wonden zijnde schoonzuster. Zij zag blee-
ker dan 's morgens en haar oogen richtten
zich jnet een uitdrukking van groote be
zorgdheid op het gelaat van den rechter.
„Is er wat nieuws?" vroeg ze beklemd,
toen ze den brief in zijn band bemerkte.
„Heeft men eindelijk een spoor gevonden
„Ja juffrouw", antwoordde deze ernstig.
„Maar ik vrees, dat mijn nieuws weinig er
op is ingericht, u vreugde te bereiden.
Kent u dat schritt
Martha had, daar het op den gang
donker wes, een kamerdeur opengedaan,
en nauwelijks had ze een blitt op de
enveloppe geworpen, of ze riep levendig
„Zeker ken ik dat schrift, dat is van mijn
broer."
„En ook deze regelen zijn, volgens uw
meenirg, van zijn hand
Martha las den brief en in het volgende
oogenblik moest ze zich aan den post van
de deur vasthouden, omdat ze in elkaar
dreigde te zakken.
„Datdat is onmogelijk!" stamelde zij.
„Gerard kan het niet hebben geschreven.
Het zou de bekentenis van zyn schuld zijn."
„Dat is het zeker. En het beeft me niet
verrast. Want buiten u twijfelde niemand
er aaD, of hij is de dief geweest."
De dief! Dat leelyke woord trof haar als
een zweepslag. De rechter had hartelijk
medelijden met het arme jonge schep
seltje, zooals het daar als een beeld
van grenzenlooza jammer voor hem stond
de handen tegen de brandende slapen ge
drukt, met trillende lippen.
„Wees sterk, beste juffrouw", zeide hij
vriendelijk. „Uw broeder heeft bet uitstekend
weten klaar te spolen, om u een hoog idéé
vau zijn karakter te deen krijgen, evenals
hij zijn vrouw en ook zijn superieuren knap
heeft bedrogen. U ziet nu to(h wel, dat
het dwaas is, nog langer aan zijn on
schuld te geleoven en te trachten hem te
rechtvaardigen."
Martha had voor zich heen gestaard,
evenalsof ze zyn woorden niet hoorde.
Nu echter richtte zy zich op „Neen
neen reen Het kan, het mag niet zoo
zijn ais u zegt 1 En het is ook niet zoo
Gerard is geen dief. Ik zweer u, dat hy
het r.iet is. Ik begrijp niet, dat zy, die
hem kenden, hem daarvoor kunnen houden.
Die brief behoett niet van hem te zijn.
Die kan zijn vau hen, die mijn broeder
vermoord hebben."
WORDT VERVOLGD.