Ter-raie-lipi oppen van CaiMaten.
INGEZONDEN.
Donderdag 2 Juli 1003
5
47ste Jaargang No. 38i9.
FEUILLETON.
DE VROUW VAN
DEN BOEKHOUDER.
Binneniandsch Nieuws,
Bnreanliaan, D 4.
81.
Bepaling stemtijd
in fabrieken en werkplaatsen.
SGHAGER
Alpine» Hens-
COURANT.
Aiurteitie- Lniiliiillafi
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTKNTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
1 l1 'J" j—
UitgeverP. TRAPMAN.
Medewerker s J. W'INR E L.
Prijs per jpar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderliike nummers 5 Cent.
ADVERTKNTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5ct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Uemeente Schaden.
BEKENDMAKINGEN.
oo
Burgemeester en Wethouders van Schagen brengen
ter kennis van belanghebbenden, dat, ingevolge de
door den Raad dier gemeente vastgestelde regeling
betrekkelijk het onderzoek naar de broeiing van
hooi, enz
le. de gemeente is verdeeld in een noordelijke
en een zuidelijke hooistekerswijk en de scheidingslijn
tusschen die wijken wordt geacht te zijn getrokken
vanaf de brug aan de Lange Snevert door de Hoep
over de Markt naar en door de Heerenstraat langs
de Loet, den Menisweg en bet pad loopende langs het
Schagerwiel en vandaar langs den dijk liggende van
den zuidkant van den polder Burghorn tot aan de
gemeente St. Maarten
2e. dat voor het loopende jaar tot hooistekers zijn
benoemd voor de noordelijke wijk WILLEM BLEEKER,
Noord, wijk A, no. 42, en KLAAS GOVERS, Loet,
wijk F, no. 13 voor de zuidelijke wijk CHRISTIAAN
SPEETS, Laan, wijk D, no. 29, en THIJS BIJPOST,
Hoogzijde, wjjk E, no. 12;
3e. dat, ingevolge het bepaalde bij de politie
verordening voor deze gemeente, ieder houder van
hooi en stroo, die daarin gevaar voor brand door
broeiing ontdekt, verplicht is onverwijld kennis te
geven aan den burgemeester en een, der hooistekers
voor de hooistekerswijk, waarin hij woonachtig is,
zullende de hooistekers bovendien ten allen tijde tot
het onderzoek van het hooi en van het stroo moeten
worden toegelaten.
4e. dat niet-naleving der sub 3 vermelde
bepaling strafbaar is gesteld met een boete van t6n
hoogste f 25.
Schagen, den 30 Juni 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H. J POT.
De Loco-Secretaris,
ROGGEVEEN.
0O0
De Burgemeester van Schagen, daartoe de noodige
aanschrijving ontvangen hebbende, brengt ter
algemeene kennis, dat tot den werkelijken dienst
wordt opgeroepen onderstaande verlofganger der lich
ting 1897 te weten:
VEEN VAN DER HANS, behoorende tot het 7e.
Regiment Infanterie te Amsterdam
welke verlofganger op den 00 Jnli 1903, des namid
dags vóór vier ure, bij het korps aanwezig moet zijn.
Schagen, 30 Juni 1903.
De Burgemeester voornoemd,
H. J. POT.
oooo
SCHAGEN
Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen
ter kennis van belanghebbenden, dat in houne ge
meente de Paardenmarkt, welke hoofdzakelijk is
bestemd voor luxe- en rijtuigpaarden, geschikt voor
den buitenlandschen handel, zal worden gehouden op
Vrijdag 2 4 Juli 190 3.
Gelijk bekend, heeft deze markt plaats op den dag
vóór dien waarop eenzelfde paardenmarkt wordt ge
houden te Haarlemmermeer.
Voor de aangevoerde paaiden zal geen marktgeld
verschuldigd zjjn.
Heeren paardenfokkers e.a. worden beleefd verzocht
tot deze markt, die o.a. zeer wenschelijk wordt
geacht door het Hooldbeatnur der Vereeniging „Het
Nederlandsch Paarden-Stamboek", door het aanvoeren
hunner daarvoor geschikte dieren ook thans te willen
medewerken, mede in hun eigen belang.
Kunnen toch die dieren te Schagen van de hand
worden gedaan, dan worden daardoor de belangrijke
kosten vermeden, aan het vervoeren raar verder afge
legen markten, b.v. te Haarlem en elders, verbonden
Buitenlandsche kooplieden hebben reeds verklaard,
de markt te bezoeken, indien op eenigen aanvoer
gerekend kan worden.
Schagen, 1 Jnli 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H. J. POT.
De Loco-Secretaris,
ROGGEVEEN.
Roman van
A. O. KLAUSZMANN.
0-0-0
„Nu, mijnheer Schröder, wat zegt u wel
van deze openbaring Kunt u mij soms
ook zeggen, wie zich achter dat X. X. X.
verbergt vroeg de rechter.
„Niet op grond van het handschritt, want
dat is blijkbaar zeer verdraaid. Het schijnt,
dat de schrijver zich voor dezen brief van
zjjn linkerhand heeft bediend."
„Ja, zoo schjjnt het. De brief stak in een
ordinair grauw couvert en is gisteravond
hier in Breslau op de post gedaan. Kunt
ge ook eenigszins vermoeden, wie de schrij
ver is
„Eenig vermoeden heb ik, ja wel, maar dat
zweeft nog in de lucht en ik zöu eerst gaarne
eens met mijn cliënte praten. Mag ik ook vra
gen, van wien de tweede briet afkomstig is?"
„Van geen mensch anders dan van onzen
braven boekhouder Winter zelf. Ge trekt
een ongeloovig gezicht Nu, dan moogt ge
er u met eigen oogen van overtuigen."
Het blad papier, dat Hermann Schröder
nu in handen kreeg, toonde duidelijk het
handschrift van zijn vriend Winter, met al
de krullen en balen. Aan het hoofd van den
brief stondHamburg, den 18 Aug., en
daaronder stond: Mijn beste Martha. Je
ongelukkige broeder stuurt je zjjn laatsten
groeteen vaarwel voor eeuwig. Ik heb
O
De Burgemeester der Gemeente Schagen maakt
bekend
dat de bij hem ingeleverde opgaven van candidaten
voor de op heden gehouden verkiezing, ter vervulling
van drie plaatsen in den Gemeenteraad van Schagen,
evenals het door hem opgemaakte proces-verbaal van
sluiting der candidatenljjat, ter Gemeente-8ecretarie
voor een ieder ter inzage liggen
dat afschriften dier stukken aangeplakt en tegen
betaling der kosten verkrijgbaar zjjn.
Schagen, den 3G Juni 1903.
De Burgemeester voornoemd,
H. J. POT.
STEM M1NG
voor den GEMEENTERAAD.
O
De Burgemeester der Gemeente Schagen. brengt ter
openbare kennis, dat op Dinsdag den 7 e n Juli
aanstaande, van des morgens acht tot deB namid
dags vijf uren, de stemming zal geschieden ter ver
vulling van drie plaatsen in den Gemeenteraad van
De candidaten, in alphabetische volgorde, zijn
Bnia Jz. P.
Feiaaer H.
Henneman Jz. P.
Oudenhoven W. F.L.
Overtoom S.
Smit CzD
Vader Dz. W.
Tevens wordt de aandacht gevestigd op artikel 196
van het Wetboek van Strafrecht, luidende:
„Hij die opzettelijk zich voor een ander uitgevende
aan eene krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven
verkiezing deelneemt, wordt gestraft met gevangenis
straf van ten hoogste een jaar
Schagen, den 30 Juni 1903,
De Burgemeester voornoemd,
H. J. POT.
00000
De Burgemeester der gemeente Schagen herinnert
hooStlen oi bestuurders vac een bedrijf of eene onder
neming, waarin mannelijke personen, die den leeftijd
van v ij f-e n-t w i n t i g jaren hebben bereikt, arbeid
verrichten in fabrieken eu werkplaatsen
dat zij, volgens art. 57 der Kieswet, verplicht
zijn te zorgen, dat ieder van die personen, die bevoegd
is tot eene te houden stemming of herstemming mede
te werken, gedurende ten minste twee achtereenvolgende
uren, tusschen acht uren das voormiddags en vijf
nren des namiddags, daartoe gelegenheid vinde
dat zij, volgens art. 58 van genoemde wet, verplieht
zijn te zorgen, dat in hunne fabrieken of werkplaatsen,
op eene plaats, waar arbeid wordt verricht, gedurende
twee werkdagen vóór, en op den tot stemming
bepaalden tijd op eene zichtbare wijze fc opgehangen
eene door hen onderteekende lijst, de twee achter
eenvolgende uren, bovenbedoeld, vermeldende, voor
elk afzonderlijk oi groepsgewijze of vour allen
gezamenlijk
dat, volgens art. 154 der Kieswet, overtreding
van bovenstaande voorschriften wordt gestraft met
hechtenis van ten hoogste veertien dagen of
geldboete van ten hoogste v f-e n-z e v e n t i g
gulden, en
dat op de woorden „arbeid" en „fabrieken en
werkplaatsen" J 1 der Arbeidswet toepasselijk is.
Schagen, den 30 Juni 1903.
De Burgemeester,
H. J. POT.
ooooo
Openbare vergadering van den RAAD der
gemeente Schagen, den 2 Jnli 1903, des
namiddags ten 7 ure.
Punten van behandeling
1. Ingekomen stukken.
2. Aanbieding gemeenteverslag 1902.
het gewaagde spel verloren, het stuk is uit-
Misschien was het "mij gelukt, over deD
oceaan to ontkomen, wanneer ik dadelijk
na mijn aankomst te Hamburg den moed
gehad had, een passage-biljet voor de eerste
de beste boot te koopen. Maar ik had den
mood niet, omdat ik vreesde dat men mij zou
gevangen nemen.Zoodoende hield ik mij hier
onder een vreemden naam in een hotel ver
borgen en reisde daarna naar Holland, van
waar ik hoopte gemakkelijker over
zee te kunnen komen. Maar de verschrik
kelijke angst, die mij dajelijk na mijn
vertrek uit Breslau aangreep, begon erger
en erger te worden, en de aanvallen vbd
m\jn ziek hart braken de laatste rest van
mijn energie. Ik waagde den beslissender)
stap evenmin in een Hollandsche haven, als
ik hem te Hamburg had durven onderne
men. En ik voelde mij in die vreemde om
geving, waar alle menschen mij zoo wan
trouwend aankeken, wanneer ik mjj hun
verstaanbaar trachtte te maken, nog
onveiliger dan in Duitschland. Dikwijls
dacht Ik er aan, aan al deze kwellingen
een einde te maken, door me aan het ge
recht over te leveren. Maar de vrees voor
al het ontzettende, dat dan volgen moest,
hield mjj daarvan nog steeds terug. Voor
drie dagen nu, na een verschrikkelijker)
nacht, waarin ik den dood zeer nabij heb
gevoeld, Dam ik het besluit, naar Duitsch
land terug te keeren en vanuit Hamburg
naar Amerika te vluchten. Ik zocht een
ander hotel op als de vorige maal en ging
dadelijk na mijn aankomst naar het kantoor
van een boot, om naar de reisgelegenheid
te informeer en. Toen ik terugkwam en de
tasch opende, die mjjn bezitting inhield,
geloeide ik bet «ffer van een kelfjks zins-
3. Vaststelling kohier hondenbelasting,
dienst 1803.
4. Voorstel tot betaling van f 49.50 ter
tegemoetkoming in de kosten van vervoer
van keas.
5. Idem tot ontheffing van hunr van
grasgewas.
6. Idem tot verhooging van de jaarwedde
van den onderwijzer I. Tjalkens.
7. Idem tot het verleenen van ontslag
aan den onderwijzer C. Polling.
8. Idem tot het verleenen van eene
gratificatie aan de politie voor bewezen bui
tengewone diensten.
9. Comptabiliteit, dienst 1902.
Schagen, den 29 Juni 1906,
De Burgemeester,
H. J. POT.
(Niet geplaatste ingezonden stukken worden
nimmer teruggegeven.)
Mijnh. de Red.
Naar aanleiding van gemaakte opmerkingen
bg de indiening eener candidatenlijst voor de
gemeenteraadsverkiezing met zes candidaten
voor drie plaatsen, wensch ik hot volgende
onder veler aandacht te brengen, waarvoor Ik
U beleefd om een kleine plaatsruimte verzoek.
De onderteekenaars van bedoelde lijst heb
ben dit gedaan om de burgerij iu de gelegen
heid te stellen, in waarheid te kunnen
kiezen.
Bji het stellen alleen van de aftredende
hoeren lokt men geen uitspraak uitdit echter
wel bij het stellen van daarbij nog drie can
didaten, die over allerlei dingen bekend anders
denken dan de aftredenden.
De onderteekenaars van de candidatenlijst
van zes huldigen het beginselvooral voor
kleine gemeenten is het gewenscht v r ij e
keuze bij geheime stemming.
Daar nu bij de thans vigeerende wet van
geen v r ij e keuze sprake is, hebben de on
derteekenaars op deze manier toch van dit
hun beginsel getuigenis willen afleggen.
Krachtens dit beginsel konden zij bezwaar
lijk alleen 3 nieuwe candidaten stellen. Daar
mee zouden zij bovendien van de candidaten
lijst eene aanbevelingsadvertentie hebben ge
maakt, wat lang niet hetzelfde is.
Wie zich geheel partij gaat stellen, doet
dit, maar brengt daarmee op des wetgevers
formulieren juist aan het licht, wat diezelfde
wetgever precies geheim heeft willen houden,
n 1. wien men stemt.
Voor die bekendmaking zijn andere wegen.
Hiermede hebbende uiteengezet, waarom de
candidatenlijst van zes is ingediend, wil ik
nog even, maar dat gaat buiten deze candi-
daatstelling om, op de moeilijkheid wijzen,
die het stellen van tegeu-candidaten in eene
kleine gemeente met zich brengt.
Voor allerlei dingen heeft men in eene kleine
gemeente elkander en ieder noodig en eene
candidaatstelling tegenover een aftredend lid
hoeft toch altijd iets van een vijandelijkheid
en brengt dus afscheiding te weeg tdsschen
menschen, die elkander op andere terreinen
zoo dikwjjls noodig hebben en ontmoeten.
Nu mag men spreken van: „rond voor de
zaak uitkomen", „royaal zeggen, waar het op
staat", enz., enz.dat is in theorie allemaal
heel mooi, maar het gaat in de practijk dood
gewoon niet op.
Wie een ton aan geld, of invloed heeft,
mag praten als een hol vat, dat neemt men
hem niet kwalijk, maar wie veel verstand,
dooh wemig van die middelen bezit, kan den
klank van het holle vat niot; overstemmen
en probeert hij het, dan isjammer ge
noeg soms zijn brood er mee gemoeid.
Dat is de practijk
j Stoffelijk geheel onafhanbelijken zijn er
weinigen en v&n hen dan nog maar een zeer
klein deel, die zich wat van de algemeene
zaak aantrekken.
De minder onaf hankelijken binden de kat de
bel ongaarne aan, om de altijd volgende on-
aangenaamheden maar liever te voorkomen
en zoo komt het, dat zoo dikwijls bestendigd
blijft, wat noodig veranderd moest worden.
Dit is heelemaal geen nieuwe waarheid, die
ik vertol, maar eene, die bij gemeenteraads
verkiezingen in kleine gemeenten, waar zelfs
kiesvereenigingen schromen candidaten te
stellen, eiken keer wel onder de aandacht
mocht gebracht worden.
Zoo zij dan dit stukje hiermede een begin
selverklaring en eene aanwijzing bij voor
komende gelegenheden.
Met dank voor de plaatsing,
Uw dn.,
Schagen, Juni 1903. M. VISSER.
Vergadering van den Raad
der gemeente ANNA PAULOWNA, Dinsdag
j.1, te 10 ure.
Afwezig de heer Hetzelaar met kennis
geving van verhindering.
Na lezing en goedkeuring der notulen
wordt goedgevonden, af- en overschrijvingen
te doen op de rekening van 1902 tot een be
drag van f 1875.25V2, en eenige betalingen
uit den post voor onvoorziene uitgaven
totaal f 622.17.
De Voorz. doet vervolgens eenige mede-
deelingen lo. dat het verslag dor gemeente
eerstdaags gereed komt en zal circuleereu
2o. dat mej. VaD Hoorn, onlangs benoemd
tot onderwijzeres, hare benoeming niet heeft
aangenomen wegens hare aanstelling te
Assendelft. Tot tydelijk onderwijzeres is aan
gesteld mej. Oudt van Kolhorn, met ingang
van 1 Jnli. Voor de vacante betrekking heb
ben zich 17 sollicitanten aangemeld, uit wie
zoo spoedig mogelijk eene benoeming zal go-
schieden 3o. dat bij de gehouden kas-
verificatie in kas was bevonden f 1920.82V2
4o. dat tot zetter der belastingen is benoemd
de heer H. Jonker, wegens bedanken van
den heer K. A. v. Gijtenbeek.
Hierna wordt het voorstel van B. en W.,
om f 50 honorarium te stellen voor het ver
vaardigen van de 10-jaarlijksche alphabetische
tafels op de Registers van den Burgerlijken
Stand, met algemeene stemmen aangenomen.
Hiermede is de agenda afgeloopen en volgt
de rondvraag.
De heer Jb. Bakker vraagt, of 't verant
woord is, dat er geen bliksemafleiders op de
schoolgebouwen staan. Op bijpa alle plaatsen
hebben de scholen afleiders, maar hier nog
niet. Het zijn toch gebouwen waar vele per
sonen bijeen zijn, en ons zoo dierbare per
sonen, en ofschoon een ongeval nog niet
is voorgekomen, behoort zulks toch volstrekt
niet tot de onmogelijkheden.
Voorzitter antwoordt, dat dit punt roeds
vroeger in bespreking geweest is, maar een
besluit stuitte af op de kosten, die voor 3
afleiders nogal belangrijk zullen zijn.
De heer Bakker heeft naar de kosten ge
ïnformeerd, en die bedragen voor 6 stuks
geen 3 f200. Dit bedrag vindt de heer
Bakker niet te hoog om ziju idéé in over
weging te nemen.
Voorzitter doet de toezegging, dat B. en W.
dit ount zullen behandelen.
begoocheling te zijn. Want al mijn papie-
reD geld was verdwenen en een pakket
oude Praasche couranten was daarvoor in
de plaats gestopt. Of de diefstal heeft
plaats gehad toen ik in het spoor sliep
of dat hij hier geschiedde, ik kan
het niet zeggen, Maar het is toch eigen
lijk hetzelfde, want daar ik geen alarm
maken kan, zal ik toch nooit meer in het
bezit van mijn geld komen. Zoo bljjft mij
da», daar ik met het weinige geld, dat ik
heb, spoedig ten einde zal zijn, niets anders
over dan de dood. En misschien is dat ook
het allerbeste voor mij, evenals voor mijn
ongelukkige vrouw, en voor jou mijn arme,
beklagenswaardige Martha Bij mijn vlucht
uit Breslau had ik de bedoeling, jou, zoo
dra ik maar even kon, een beduidende som
gelds te zenden. Tenminste dat bedrag, dat
je door mijn schuld verloren hebt, je
spaarpenningen die ik achterliet. Dit bedrug
hadt je met een gerust geweten kunnen en
moeten aannemen. Ik had het geld bij mijn
vertrek bij je kunnen achterlaten, maar
ik vreesde je daardoor in moeilijk
heden te brengen. Men bad je wel kunnen
verdenken, dat je met mij de zaak eens
wns. Want ik ken jou onpract-'scbe waar
heidsliefde en ben er zeker van, dat jij niets
geheim zoudt hebben gehouden. Zoodoende
heb ik mjj 'er toe bepaald een banknoot van
duizend mark tusschen de papieren iD je
schrijftafel te stoppen, opdat je dat briefje
daar bij gelegenheid zoudt vindeD. Ik weet
niet, of je het reeds gevonden hebt, en of
je dat sommetje denkt aan te nemen of
Diet. Ook al neem je dit bedrag aan, dan
wordt bet oDgeluk er niet minder om,
dat ik over jou en Hermine heb gebracht.
Ik weet, dart ik jelui vleek verdiend heb
De heer Van Mullem zon gaarne een ge
meente-pomp geplaatst willen zien opBreezand.
Daar is reeds een put, die, naar men zegt,
goed water geeft. Hier aan de Kieinesluis is
reeds veel uitgegeven om goed water te
krijgen, en men beweert, dat aan Breêzand
met geringe koeten goed water te krijgen is.
Ofschoon de financieels toestand niet gunstig
is, wenschte de heer Van Mullem, dat er
toch spoedig afdoening van dit punt volgde.
De menschen op Breêzand worden ontevreden
en terecht. Zij bezitten daar kleine huisjes,
doch groote gezinnen, met veel behoeften, en
er kan in dezen tijd gebrek aan water komen.
Afdoening van detse zaak wordt dus zeer ver
langd.
Voorz. belooft ook behandeling van dit punt.
De beer De Graaf vraagt, of die put daar
bjj de school is.
Voorz. licht in van bij 't aanplakbord.
De heer Van Mullem noemt het een uit
stekend terrein. Misschien, als 't water goed
is, zooals men beweert, dat een f 60 noodig
zou zijn voor reiniging enz
De heer De Graaf vindt ook onderzoek
gewenscht. Als er watergebrek komt en we
moeten water aanvoeren van Den Helder,
zijn de kosten veel hooger.
De heer De Mazure weoscht inlichtingen
te vragen, hoe 't op Breêzand gaat met het
innen van het schoolgeld. Daar zijn kinderen
naar huis gezonden, doordat er geen onder
wijzeres was, en dat heeft reeds 6 weken
geduurd. De ouders maken bezwaar het
schoolgeld te betalen, en nu vraagt Spr., of
evengoed het geld geïnd kan worden met
recht.
De Voorz. zegt, dat er indertijd menschen
waren, die geen schoolgeld betaalden, maar
toch in de termen vielen om het te betalen.
De lijsten zijn toen nagegaan en eenigen van
de niet-betalers aangeslagen in bet school
geld. Twee daarvan bleven achterstallig
en hebben een aanmaning thuis gekregen.
Bij verdere weigering zullen zij vervolgd
worden.
De heer Mazure zegt, dat dit zijn bedoeling
niet ia. Hjj badoelde, of de ouders verplicht
zijn, voor den tijd, dat de kinderen naar huis
zijn gestuurd, schoolgeld te betalen. Er zijn
er velen, die daartegen bezwaar hebben. Zjj
zeggen, als we onze kinderen thuis houden,
worden we verplicht ze naar school te zenden,
of straffe van boete of gevangenis.
Nu de kindereu naar huis gestuurd worden,
wat den meesten al niet naar den zin is,
wenschen zij ook geen schoolgeld te betalen.
De Voorzitter antwoordt, dat die tijd geen
6 weken was. Bovendien gaat daar de vacantie
nog af. Voor den goeden gang van 't overige
onderwijs, zijn de kleinsten naar huis gezonden.
Wat teekenen en zingen geeft toch ook niet
veel, en deze jongste klasse was eene belem
mering voor het onderwijs der overigen.
Verder belooft voorz., dat hij van de woorden
van den heer De Mazure nota zal nemen.
De heer De M. wil toegeven dat de tijd
geen 6 weken was, en ook gelooft hij, dat
de kinderen van 't le jaar niet veel schade
zullen ondervinden vau deze vertraging in
't onderwijs.
Dit noemt evenwel de grief, die bestaat,
niet weg, meent de heer De Graaf.
Hierna wordt de vergadering gesloten,
zoodat we dus niet hoorden, hoe de Voorzit
ter en de Raad dachten over wat de heer
Do Mazure op den voorgrond stelde, n.1. hoe
't moet gaan met 't innen van 't schoolgeld.
Na sluiting echter zeide de heer v. Mullem
nog, dat de genomen maatregel noodig was
door bijzondere omstandigheden, waaraan nu
eenmaal niets te veranderen was, en waarbij
men zich diende neer te leggen, en do overige
heeren waren het hiermede blijkbaar eens.
en dat ik nog slechts een geriDge straf voor
mijn misdrijf iijd. Maar ik hoop, dat de Al
machtige, voor wiens rechterstoel ik aan
stonds zal staan, voor mij een milde rechter
zal zjjn, terwille van de smarten die ik
sedert dat gevloekte oogenblik heb ge
leden.
Ik zend dezen afscheidsbrief niet aan Her
mine, maar aan jou, omdat ik in jou groot
moedigheid meer vertrouwen heb, dan in
de hare en omdat ik hoop, dat gij bij haar
een goed woord zult doen voor uw slechten
broeder Gerard."
Opmerkzaam had de rechter van in
structie den advocaat aangekeken. In zjjn
stoel achterovergeleund, wachtte hjj op de
eerste woorden van den advocaat. Wat zou
de meening van dezen zijn En die
volgde spoedig met zeer groote beslistheid.
Deze brief kan niet anders dan een
grove vervalsching zijn. Van wien hij ook
moge komen, Gerard Winter heeft hem
niet geschreven."
„Hoe komt ge tot deze overtuiging
„Die stijl, 't is allee bombastdie op
geschroefde uitdrukkingen, die geheel niet
overeenkomen met de nuchtere manier,
waarop Winter gewoon was te spreken
en dan, nog gewichtiger dan dat, een
gansche rij van onwaarschijnlijkheden. Ik
wil er niet eens op wijzen, dat Gerard
Winter er de man niet naar was, om
zich aan de oogen van de ijverig zoekende
politie to kunnen onttrekken. Maar deze
brief draagt bovendien het stempel van
leugen zoo duideljjk, dat een ernstig
mensch zich geen oogenblik er door zal
j laten bedotten. De geschiedenis van dat
j doelloos been en weer reizen tusschen
Hamberg en HöHand is al even min geloof
waardig, als dat sprookje van den diefstal
van het geld uit den koffer. Ik heb Gerard
Winter van kind af gekend en zelfs al
moet ik toegeven, dat hjj de dief is, dan
beweer ik, op grond van dat jarenlang
kennen, tóch, dat hij zich in zulk een geval
heel anders zou hebben gedragen, dan de
schrijver van dezen brief beweert. Hij zou
zijn zuster, die hjj teeder liefheeft, niet
eerst met een aankondiging van zjjn aan
staanden zellmoord gekweld hebben, maar
hij zou stilzwijgend hier of daar te water
zjjn gesprongen."
„Is dat alles, wat u heeft aan te voeren
„Neen, ik heb nog meer. Deze valsche
Winter geeft een uitvoerige schildering
van zijn vlucht, maar hjj vermijdt elk» op
gave, die zou kunnen dienen om te
onderzoeken, of, wat hij beweert, wol waar
heid is.
„Hij zegt niet, waar hij in Holland of in
Hamburg heelt gelogeerd, noch geeft hjj
een beschrijving van de personen, die met
hem gereisd hebben en hem dus hebben
kunnen bestelen, Dat is voor iemand, die
aanstonds zelfmoord gaat plegea, toch al
heel eigenaardig. Want al moeet hjj de
hoop opgeven, zelf het gestolen geld terug
te krijgen, dan had hij met zijn opgaven de
politie in haar ondersoek behulpzaam kunnen
zjjn. Een mensch, die met het leven afge-
rekeodheeft, had deze gelegenheid, om hot
misdane goed te maken, niet laten voorbij
gaan, al had hij het dan alleen maar ge
daan in hat belang van vrouw en zuster."
WORDT VERVOLGD.