Donderdag 9 Juli 1905. 47ste Jaargang No. 3851. Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, wordac ADVERTKNTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 8,60. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ADVERTÏ5NTIEN van 1 tot 5 regels f 0.2S iedere regel meer 5et Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Uitslag Verkiezing. Uit en voor cle Pers. Wat leeren de verkiezingen in Duitsehland FEUILLETON. DE VROUW VAN DEN BOEKHOUDER. Biimerilandsch Nieuws. Alwtsitie- k LulliiTllii Bureau SC1AGKS, jLaan, 4. UitgeyerP, TRAPMAN. MedewerkerJ. W S K E L. Oemeente Sclingen. BEKENDMAKINGEN. oo 0—0—0— Burgemeester en Wethouders der gemeente Schagen maken bekend, dat een afschrift van het proces-verbaal, vermeldende den uitslag der op 7 Juli 1903 gehouden stemming, ter verkiezing van drio leden van den Gemeente raad van Schagen, is aangeplakt en voor een ieder ter Gemeente-Secretarie ter inzage ligt. Schagen, den 8 Juli 1903. Burgemeester Wethouders voornoemd, De Burgemeester, H. J. POT. De Loco-Secretaris, ROGGEVEEN. Op een ook voor Nederland behartigens waardige les nit den uitslag van de verkie zingen in Duitsehland wijst de „Prov. Gron. Ct." Het blad is het volkomen eens met de „Frankf. Ztg.", die er een van deze dagen op wees, dat bij de verkiezingen altijd en overal de gevoelspolitiek, die van het gestemd zijn van den kiezer, eene overwegende rol speelt. De „Prov. Gron. Ct." ontwikkelt dit denkbeeld als volgt „In landen met algemeen en zeer uitgebreid geheim stemrecht gebruiken duizenden en duizenden kiezers hun stembiljet uitsluitend als middel orn lucht te geven aan de in hun gemoed opgestapelde ergernis over een gang van zaken, die hun wantrouwen inboezemt, of als welkome gelegenheid zich te wreken over onrecht of onheusche bejegening, die zij van hooger of lager bestuur of van ambte naren hebben ondervonden. En wat het (Duitsche) blad toevoegt aan deze juiste diagnose is alleszins waard, ook hier te lande ernstig ter harte te worden genomende versterking van een toeloop tot de sociaal democratie, die op eiken ontevreden kiezer vat heeft, omdat zij iederen mis- of zelfs minder gelukkigen greep opblaast tot eene monstruositeit, wijst op het groote belang tot wegneming van de oorzaken van recht matige ontevredenheid en ergernis. In de wetgeving, door op den weg van hervorming voort te schrijden, en de loop der vér- kiezingen in Saksen bewijst het zonneklaar tegen reactie, door zncht naar behoud en vrees voor het nienwe.gevoed, op zijn hoede te zijn. Maar ook en in nog meerdere mate in het bestuur, waarvan de kiezers nog diepqren, sterker sprekenden indruk medenemen dan van de wetgeving, die zij op zijn best slechts in hare hoofdtrekken vatten of leeren kennen. Goed besturen is eene zware kunst. Iedere grove fout, daarbij gepleegd, voert onmiddellijk honderden van stemmen tot aan de partij die daarover het heftigst te keer gaat. En welke partij dat is, heeft geen navraag noodig. De indrukken, die in landen met persoon lijken dienstplicht de jongelingen gedurende hun diensttijd in de kazerne of op het wacht schip opdoen, zijn voor duizenden stemmen die in het vervolg van tijd tot tijd zullen worden uitgebracht, beslissend. Eu zoo is het in alle takken van bestuur. „Wie vroeger tegen chicanes en misgrepen, ja zelfs tegen onheuschheden van hoogere en lagere be sturen geen wapen en geen middel van ver gelding had, bezit dit bij algemeen of uitge- Roman van A. 0. KLAUSZMANN. 0-0-0 33. Maar het vermoeden van den commis saris van politie, dat van een geregeld verhoor wel niets zou komen, bleek juist te zijn. Zoodra men Bartel in een cel had gebracht, zakte hij als een leven- looze massa op een houten bank in elkaar en staarde met holle oogên voor zich heen. ■Op de tot hem gerichte vragen had hij geen antwoord meer, en het krampachtig isidderen, dat van tijd tot tijd door zijn llichaam schokte, deed duidelijk bemerken, dat hij zich verre van in een goede conditie bevond, maar in hooge mate ten prooi was aan lichamelijke en geestelijke aimatting. Gewillig liet de arme kerel toe, dat men hem de natte kleeren uittrok. Op het harde leger van de gevangeniscel zonk hij, zoo dra de deur in het slot viel, in een diepen slaap. HOOFDSTUK XIX. Een heerlijke, zonnige morgen was op den stormachtigen nacht gevolgd. Slechts de groote waterplassen, die hier en daar nog op de straten lagen, duidden op het heftige onweer, dat zoo menigeen uit den slaap gehouden had. De bladeren van de boomen zagen er zoo frisch en groen uit, als was het lente. Vroeger dan gewoonlijk was mevrouw breid kiesrecht In het stembiljet." Nog eens: het moge onlogisch wezen, daarvoor het kiesrecht te gebruiken, het wordt ervoor ge bruikt en het is menschelijk verklaarbaar, dat I j het gebeurt. „Wie zich ann een ander spiegelt, spiegelt I zich zacht. De gevolgtrekking, die de afgeloo- I pen verkiezingen in Duitsehland voor ons vaderland wettigen, is dezedat niets aan den vooruitgang der sociaal-democratie bevorder- lijker is,dan stilstand en reactie in de wetgeving en bestendiging van verkeerdheden in-, of on rechtvaardige bejegening door de overheid, burgerlijke of militaire." Vergadering van den Raad der gemeente ZIJPE, gehouden op Dinsdag 7 Juli 1903,des morgens ten 10 ure. Afwezig de heeren Mann, De Wit en Van Beusekom, de beide eersten met kennisgeving, de laatste wegens ongesteldheid 1 vacature. Voorzitter do heer G C. Hulst, burgemeester. Na opening der vergadering, lezing en goed keuring der notulen. Voorzitter deelt daarna mede, dat Burge meester en Wethouders met den gemeente opzichter het bouwvallige huis van Schermer hebben opgenomen. Het huis is slecht, maar of het direct gevaar oplevert voor de bewo ners, kan spr. niet zeggen. B. en W. zagen gaarne, dat de toestand van het huis eens werd onderzocht door een deskundige van buiten de gemeente, die geheel onafhankelijk is. B. en W. kunnen er moeilijk een beslist oordeel over uit spreken. De kop is nog in orde, maar de onder bouw fs slecht, het geheel staat zeer scheef. Schermer heeft gezegd, van plan te zijn een nieuw hnis te bouwen, maar nóg niet. De heer Schuijt zegt, het huis ook te heb ben gezien en het in zeer slechten toestand te hebben bevonden, en zijn collega, de wet houder Nieuwïand, is van hetzelfde gevoelen. Spr. is het volkomen met voorz. eens en zou gaarne een persoon aangesteld zien, een des kundige van elders, die het hui3 eens onder zocht. Spr. wil de verantwoording niet dragen. Als er een storm komt en het huis waait om, dan is het burgemeester en wethouders heb ben het gezien, en spr. bedankt voor een der gelijke verantwoording. De heer Nieuwïand deelt het gevoelen van collega Schuijt, en zegt, alleen boven op den zolder geweest te zijn. De kap is niet slecht, maar staat lang niet vast, het geheel schudt en de onderbouw is zeer slecht. De heer De Moor gaat gaarne met B. en W. mede, om een onderzoek in te stellen door een deskundige. Maar spr. oordeelde, dat B. en W. een deskundige bij zich hadden, den gemeente-opzichterdie had de heeren, dunkt spr., dadelijk op de hoogte kunnen brengen, en dan hadden B. en W. den Raad van advies kunnen dienen. Voorz. zegtdat gaat zoo maar nietwij dienen den Raad een beredeneerd verslag voor te leggen, 't Is niet aan B. en W. overgelaten, de Raad moet beslissen. De heer De Moor meent, dat een berede neerd verslag ingediend had knnnen worden de heeren hadden toch een deskundige. De Voorz.: Maar dan hebben we nog geen verslag. Bovendien hadden we liever een man, die geheel onpartijdig is, die buiten de partijen staat. Voor den gemeente-opzichter is dat altijd moeilijk, het zal den man zoo gauw kwalijk genomen worden hij is als gewoon timmerman niet zoo vrij. De heer De Moordat is misschien wel zoo, maar dat is toch verbazend kleingeestig. Winter van haar bed opgestaan. Ook zij had tengevolge van het onweer een slape- loozen nacht doorgebracht en zij was daar door in een toestand van nerveuse onrust geraakt, die het haar ten slotte onmogelijk maakte, langer stil op haar bed te blijven liggen. Zij kleedde zich aan en liep naar een aan de straat gelegen kamer, om het venster te openen en met diepe teugen de heerlijke frissche morgenlucht te drinken, die zich steeds getoond had, een goed, kalmeerend middel te zijn. Een rijtuig, dat juist de straat afkwam, trok dadelijk hare opmerkzaamheid en met een kreet van vroolijke verrassing boog zjj zich verder het venster uit, toen ze zag wie uit het rijtuig stapte, nadat het voor het huis W8S blijven staan. Want het was niemand anders dan haar broeder George, die daar vlug en vaardig op het trottoir sprongen den koetsier een fooi gaf, om dan met een elegante Ameri- kansche handtasch, dio wederom zijn gansche bagage uitmaakte, op 't huis toe te. stappen. Hermine liet het niet aan het dienst meisje over, om hem open te doen, maar ze snelde zelf naar beneden en begroette hem daar met veel grooter hartelijk heid, dan bij zijn eerste komst na de laDge scheiding. „George Mijn beste beste broeder riep zij, zich met bijna stormachtige teeder- heid aan zijn borst werpend. ,.0, hoe dank ik je, dat je gekomen bent." George Miiler had zich deze omhelzing laten welgevallen, maar toen Hei mine hem steeds maar niet losliet, maakte bij aan al die teederheid een eind en trad de huiskamer binnen. Hij is gemeente-opzichter, dus onze deskundige, en als hem als zoodanig naar zijn opinie wordt gevraagd, mag dat den man niet kwalijk worden genomen. Hij doet dat nit den aard zijner betrekking en kwalijk nemen geeft dan geen pas. Voorz. zegt, er ook niet bang voor te zijn dat Je man niet eerlijk zal zeggen wat hij meent, maar spr. vindt het voor den man zelf meer gewenscht, als een ander het doet. De héér De Moor kan zich met een derge lijke zienswijze niet vereenigen. Hij zon er bang voor zijn, dat het den schijn kreeg dat we den gemeente-opzichter niet vertrouwden. De heer Schuijt meent, dat de heer Do Moor eensdeels gelijk heeft, maar anderdeels had Spr. toch liever, dat er iemand gezocht werd, die zeker van zijn zaak was. Met algemeene stemmen wordt besloten, het onderzoek aan den gemeente-opzichter, den heer De Leeuw, op te dragen. Tot onderwijzeres aan de Burgerbrug wordt met algemeene stemmen benoemd mejuffrouw A. A. A. Honwing van Tetering, reeds vanaf 15 Juni aldaar in functie. Het suppletoir kohier Hondenbelasting groot f21.wordt met algemeene stemmen vastgesteld. De geloofsbrieven vanhetnienw- benoemdejraadslid den heer Kater, worden on derzocht door een commissie, bestaande nit de heeren: De Moor, Jimmink en Francis. Bij monde van den laatste wordt geadviseerd tot toelating, waartoe de raad met algemeene stemmen besluit. Voorz. deelt mede, dat bij de laatste opname van de kas bij den gemeente-ontvanger in kas moest zijn en wus bevonden f5367.505. Verschillende reclames Hoofdelijken Omslag blijven liggen tot de volgende zitting, omdat deze zoo onvoltallig is. De rondvraag levert niets op en volgt de sluiting. Ongeluk. Men schrijft aan do Telegraaf van TEXEL, omtrent een ongeluk dat bjj het dorpje Koog plaats had Het weer scheen Zaterdag jl. geknipt voor het probeeren van reddingsmiddelen. Velen beschouwen dit als een feestje en tamelijk groot was dan ook het getal bezoekers aan het strand. De vloed was wel eenigszins be wogen en de branding was niet die van een kalme zee, doch dit was volstrekt geen reden om de oefeningen te staken. Met zwemgordels om begaven de schipper en de roeiers zich in de boot, die heel zee waardig bleek én waarmede men verschil lende bewegingen en wendingen verrichtte tot genoegen van bestuur en bemanning. Straks hoopte men ook nog enkele passagiers een klein zeetochtje te knnnen aanbieden. Doch eerst moest er geschoten worden met het vunrpijltoestel. Ook dit gelukte naar be boeren. Doch plotseling hoorde men ver schillende kreten en ging de mare van mond tot mond„de boot ligt het onderstboven en de bemanning in de branding". Van de laat ste was op dat moment niemand te zien. Doch spoedig klommen de moeste schipbreu kelingen in de boot, wier kiel naar boven ge richt bleef, wat in dit geval gelukkig was te noemen. Een paar personen bereikten zwemmende het strand, doch ook bleven er helaas twee onder de boot, de roeiers Tuinder en Brnin. De boot kon het strand niet naderen, daar ze voor anker lag. Kloek was daarom de daad van den heer L. Mets, stuurman der postboot „Ada van Holland", die al zwemmende vanaf het strand het anker wist te bereiken en te liebten, zoodat nu de boot strandwaarts kon drijven. De meesten waren nu spoedig gered, doch toen men genoemde Tuinder en Bruin aan het strand had, schenen beiden overleden te zijn. Onmiddellijk werden alle mogelijke midde len in het werk gesteld, om de levensgeesten weder op te wekken. Na veel moeite gelukte dit bij Bruin, doch Tuinder was reeds over leden. Nog iemand, de roeier Kaan, was ern stig ziek geworden, zoodat aan hem en aan Bruin liefderijke verpleging werd verstrekt door bewoners van de Koog, vanwaar de roeiers ongeveer twee aren af wonen. Tuinder laat eene weduwe en drie kinderen achter, die door dit ongeluk oen braaf man en vq/ier verliezen. Treurig is voorwaar een dergelijke afloop, nu het alleen de beproeving der reddings middelen geldt. Reeds vroeger heeft hier op dezelfde wijze zoo'n ongeluk plaats gehad toen was het de heer P. de Waard, die jam merlijk verdronk. Ook de roeier Veen vond zoo zijn graf in de golven, doch dat gebeurde bij het reddingswerk, wat steeds als edel mag gekenmerkt blijven. Nu zoo herhaalde malen op dezelfde plaats de reddingboot omslaat, doet zich de vraag voor, of de roeiers wel voor hun taak bere kend zijn. De meesten zijn vieschers, die ge woon zijn hunne blazerschuiten te besturen, doch in het roeien zijn ze niet ervaren te noemen. Daarvoor knnnen beter in aanmer king komen de Heldersche vletterlieden, die „meesters op de riemen" genoemd mogen worden, en dan ook dikwijls reeds bij stor- j men en buien van hunne bedrevenheid deden j bljjken. Klaas Tuinder wordt diep betreurd door zijne naastbestaanden en vrienden en het droevig geval moge tot voorzichtigheid aan sporen. Verbrand. Een verschrikkelijk ongeluk is Zaterdag den bierbrouwer J. Blijssen te MERXPLARS aan de Belgische grens, overkomen. Iets aan den brouwketel willende verrichten, gleed hij nit en viel in het kokende brouwsel. Wel had men hem er spoedig uitgebracht, doch d» ongelukkige was onherkenbaar en is, zonder tot bewustzijn te zijn gekomen, aan de brand wonden overleden. Niet trommelen meer op de Beurs! Nu het oude beursgebouw te AMSTERDAM weldra zal worden gesloopt en het nieuwe beursgebouw met ziju verhuurde kantoor lokalen uit den aard der zaak niet voor trommelen enz. voor de Amsterdamschs jeugd beschikbaar kan worden gesteld, stellen Bnrgem. en Weth. don gemeenteraad voor het besluit van den gemeenteraad, van 16 Augustus 1876, waarbij is bepaald, dat de kinderen jaarlijks, gedu.rende zekeren tijd van den dag zich op de groote koopmansbeurs met trommelen en andere spelen mogen vermaken, in te trekken. B ij P. D. te ZIJPE is onder een koppel schapen van 18 stnks rotkreupel geconstateerd. Beroepen naar de Ned. Herv. Gem. te NOORD-SCHARWOUDE de heer H. J. Witkop Ezn., predikant te Beets. WIERINGEN. Voor de vrijwillige wapenoefeningen hebben zich in deze gemeente geen liefhebbers aangemeld. Slechts één jongeling had zich opgegeven. De minister van waterstaat heeft bepaald, dat de gewone rjjksnajaars- keuringen van tot dekking bestemde heng sten in 1903 gehouden zullen worden voor Noord-Holland op 6 October n.m. te Beverwijkop 6 October n.m. te Schagen „Het was toch niet meer dan natuurlijk, dat ik je bezoeken zou, zoodra mijn tijden zaken het mij toelieten", zeide hij op een toon, waarvan de koele klank be stemd scheen, alle verdere bewijzen van teederheid af te wijzen. „Dat was een voudig mijn broederlijke plicht. En ik heb mij er niet van laten terughouden om dien te vervullen, ofschoon ik het eerlijk moet erkeDnen, niet heel erg tevreden over je te zijn." Zij was werkelijk onaangenaam getroffen, maar de overweging, dat zij met haar broeder, die voorloopig haar eenige toe vlucht was, onder geen enkele omstandig heid onaangenaamheden mocht krijgen, deed haar zoo verstandig zijn, het hem niet al te duidelijk te toonen. „Je bent ontevreden over me, George?" vroeg zij, smartelijk verwonderd. „Wat heb ik gedaan, dat je ontevredenheid heeft opgewekt Met de ongegeneerdheid van een man, die meent, dat bij zich om een aDder niet veel behoeft te bekommeren, had hij zijn jas uitgetrokken en op een stoel neerge legd, en was voor den spiegel ziju das gaan strikken. Eerst toen die naar zijn moering goed zat, antwoordde hjj„Die geschiedenis van de zuster van je man is de stomste streek, dien jouw knappe Duitsche politie ooit heeft uitgehaald. Én na het lezen van je brief wil het mjj toe schijnen, dat je daar een groot aandeel in hebt gehad. Men heeft dat arme meisje toch, hoop ik, weer op vrije voeten ge steld Alles zou Hermine geduldiger hebben kuDnen aanhooren, dan ditdit kort en bondig partij trekken van haar broeder voor haar zoo gehate schoonzuster, bracht haar het bloed in opstand. „O neen zeide zij scherp. „Het arme meisje bevindt zich nog steeds in de gevangenis. Ea buiten haar teerbeminde zult gij wel de eenige zijn, die dat betreurt." George Miiler, die reeds weder voor den spiegel stond, draaide zich met een ruk i naar haar om. „Buiten haar beminde, zegt ge? Wat moet dat beteekenen? Gedurende mijn verblijf hier was daar geen sprake van." „Neen, toen hielden wij haar allen nog voor een engel van onsehuid en reinheid. Maar de teiten hebben het wel anders geleerd. De advocaat Schröder zal vermoe delijk wel zjjn bijzondere redenen hebben gehad, om met zulk een haast en zulk een ijver haar verdediging op zich te nemen." „Is dat die manke, dien ge bedoelt?" vroeg hfj geringschattend, „Nu, met dien zal ik de concurrentie nog wel kunnen aangaan." Hermine werd rood van boosheid, ot misschien ook van schrik. „Wat zegt ge, George? De concurrentie?.... Je hebt toch in ernst niet iets voor met haar Ja wilt toch niet da gunst van deze diavegge voor je verwerven „Mijn lieve Hermine, zij is evenmin een dievegge als jij. Je zult waarschijnlijk binnen kort in de onaangename noodzake lijkheid zijn, haar vergeving te vragen voor de leelijke gedachten en vermoedens, die ge omtrent haar hebt geuit," „Ik? Ik zou haar vergiffenis vragen, deze valsche, 6limme slang Nooit. Misschien speelt ze het -met haar ccquette kimsten nog wel klaar om de rechters te bedriegen, evenals ze jou en anderen bedrogen heeft. Op mij maakt dat gedoe geen indruk en wanneer men haar vrijsprak, op 7 October n.m. te Hoofddorpop 8 Octo ber n.m te Teiel en Terschelling. Da z a a k-K appetein! Door het hoofdbestuur van dan Bond van Nederl. Onderwijzers is aan het college van Burgem. en Weth. van HELDER 't volgende adres gericht In kennis zijnde met het feit, dat door den Raad van uw gemeente ter fine van praeadvies in uw handen is gesteld een voor stel van den heer schoolopziener in het ar rondissement-Helder om den onderwijzer P. C. Kappetein op omschreven gronden, over eenkomstig art. 29 van de wet op het L. O. te ontslaan, zijn wij zoo vrij namens het hoofdbestuur van den Bond van Ned. On derwijzers (goedgekeurd bij Koninklijk be sluit van 28 Maart 1890 no. 28) u te verzoe ken, indien eenigszins mogelijk den raad te adviseeren dit voorstel niet aan te nemen. Voor dit verzoek kunnen wij geen gronden van recht aanvoeren, wel echter een van billijkheid, in zooverre het niet billijk is te achten, iemand tweemaal voor dezelfde zaak te straffen, vooral niet indien, zooals hier in dit geval, de omstandigheden waaronder het feit werd bedreven, tot zeer zwar» straf moesten leiden. Na is het ontslag naar de letter wel niet als straf voor het bedreven feit bedoeld, maar is het gegrond op ongeschiktheid om de betrekking te bekleeden tengevolge van de straf, maar we weten toch wat het be- teekent voor een jongmensch, die zjjn leer tijd achter den rug heeft, die zich bekwaam de in een vak, dat hem zijn levensonderhond moet verschaffen, indien hij plotseling wordt uitgas toot en zondar veel hoop ergens elders weer een plaatsje te erlangen. Ontslag is hier een vreeselijke straf. Toch, wij erkennen het, zouden er om standigheden kunnen zijn, die het noodza kelijk maakten ter wille van het algemeen belang, alle medegevoel met den enkling het zwijgen op te leggen. Wij durven niet beslissen, of de omstandigheden in dit ge val zoo zullen zijn, maar wij verzoeken u bjj de bepaling er van als voordeeligen fac tor in rekening te doen komen de hooge waarschijnlijkheid, dat de gestrafte door da zeer, zeer harde leasen gelouterd is, dat de straf, die men heeft moeten opleggen, im mers niet als middel van wraak, maar als middel tot verbetering, werkelijk een guD- stige uitwerking heeft gehad. Ongetwijfeld zal de meerdere levenswijsheid den heer Kappetein, indien hem de gelegenheid ge boden wordt, weer zijn betrekking te beklee den, ten voordeel strekken. Dat zachte en welwillende behandeling op het toch wel ontvankelijk gemoed van den heer Kappetein invloed ten goede zal hebben, komt ons naar 'tgeen wjj hooren van hen, die hem goed kennen, niet twijfelachtig voor; dat hij aan goede raadslieden een gewillig oor zal leenen, nn eigenzinnigheid hem zoo duur is te staan gekomen, durven wjj met volle vertrouwen verwachten. Wij meenen, dat dan ook niet te vreezen is wat de heer schoolopziener als een feit aanneemt, maar dat zeker spoedig by de jeugd en bij de ouders vergeven en vergeten zal zijn. De belangen van den heer Kappetein be velen we ten zoerste in de welwillendheid van uw college aan. De heer P. R. A. van Menrs, Predikant te Barsingerhorn, heeft het beroep naar OUDKARSPEL, aangenomen. WIERINGEN. De stemming voor 2 leden van den gemeen teraad is bepaald op Vrijdag 10 Juli a.s. zou ik ten aanhoore vaa een ieder her halen, dat ze een dievegge en nog iets ergers is." „Daar zult ge nog wel eens rijpelijk over denken, voor ge dat doet", zeide hg gelaten, „want dat zou je wel eens heel slecht kuunea hekomen. Maar waarom zul len we twisten Zeg me liever, waarop ge uw vermoeders grondt, dat er een liefdes betrekking bestaat tusschon Martha Winter en dien kreupelen advocaat." „0, het zjjn meer dan vermoedens, het is zoo goed als volle zekerheid.Ik km je zoo niet alles vertellen, wat ik daarvan weet. Maar ge kunt u getrouw op mijn schsrp.ïionighe:d verlateo. Een vrouw ver gist zich in dergelijke dingen nooit." „Nu, dan sullen we het maar geloovon. Het was dus in elk geval nog een geheim, waarvan niemand iets met zekerheid weet „Is dat dau niet zooveel te erger?'Na tuurlijk kan h;j er nu niet meer aan don ken, haar te trouwen, wanneer hjj zich tenminste ia zijn kringen niet onmogelijk maken wil. Maar misschian heelt hg wal nooit dit plan gehad. Wanneer het jou dus in zekeren zin genoegen doet, haar uit dn tweede hand te ontvangen „Over dat, wat mij aangenaam of onaan genaam is, behoeft ge u nog niet ongerust te maken en dat kunt ge voorshands nog wel i ann mg' overlaten, mijn beste Hermine. Ik ben je voor je vriendelijke mededeelingea j zeer dankbaar en zal mij nu verder wel op eigen gelegenheid oriënteeren. Is er verder j nog wat nieuws ia het zaakje van je man? Is men hem cp het spoor Of heeft hjj soms weer de oplettendheid gehad, een kle-in toeken van leven te geven WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1903 | | pagina 10