Donderdag 9 Juli 1905.
47ste Jaargang No. 3851.
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, wordac
ADVERTKNTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 8,60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTÏ5NTIEN van 1 tot 5 regels f 0.2S iedere regel meer 5et
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Uitslag Verkiezing.
Uit en voor cle Pers.
Wat leeren de verkiezingen in
Duitsehland
FEUILLETON.
DE VROUW VAN
DEN BOEKHOUDER.
Biimerilandsch Nieuws.
Alwtsitie- k LulliiTllii
Bureau SC1AGKS, jLaan, 4.
UitgeyerP, TRAPMAN.
MedewerkerJ. W S K E L.
Oemeente Sclingen.
BEKENDMAKINGEN.
oo
0—0—0—
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Schagen maken bekend, dat een afschrift van
het proces-verbaal, vermeldende den uitslag
der op 7 Juli 1903 gehouden stemming, ter
verkiezing van drio leden van den Gemeente
raad van Schagen, is aangeplakt en voor een
ieder ter Gemeente-Secretarie ter inzage ligt.
Schagen, den 8 Juli 1903.
Burgemeester Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
H. J. POT.
De Loco-Secretaris,
ROGGEVEEN.
Op een ook voor Nederland behartigens
waardige les nit den uitslag van de verkie
zingen in Duitsehland wijst de „Prov. Gron.
Ct." Het blad is het volkomen eens met de
„Frankf. Ztg.", die er een van deze dagen
op wees, dat bij de verkiezingen altijd en
overal de gevoelspolitiek, die van het gestemd
zijn van den kiezer, eene overwegende rol
speelt. De „Prov. Gron. Ct." ontwikkelt dit
denkbeeld als volgt
„In landen met algemeen en zeer uitgebreid
geheim stemrecht gebruiken duizenden en
duizenden kiezers hun stembiljet uitsluitend
als middel orn lucht te geven aan de in hun
gemoed opgestapelde ergernis over een gang
van zaken, die hun wantrouwen inboezemt,
of als welkome gelegenheid zich te wreken
over onrecht of onheusche bejegening, die zij
van hooger of lager bestuur of van ambte
naren hebben ondervonden. En wat het
(Duitsche) blad toevoegt aan deze juiste
diagnose is alleszins waard, ook hier te lande
ernstig ter harte te worden genomende
versterking van een toeloop tot de sociaal
democratie, die op eiken ontevreden kiezer
vat heeft, omdat zij iederen mis- of zelfs
minder gelukkigen greep opblaast tot eene
monstruositeit, wijst op het groote belang
tot wegneming van de oorzaken van recht
matige ontevredenheid en ergernis. In de
wetgeving, door op den weg van hervorming
voort te schrijden, en de loop der vér-
kiezingen in Saksen bewijst het zonneklaar
tegen reactie, door zncht naar behoud en vrees
voor het nienwe.gevoed, op zijn hoede te zijn.
Maar ook en in nog meerdere mate in het
bestuur, waarvan de kiezers nog diepqren,
sterker sprekenden indruk medenemen dan
van de wetgeving, die zij op zijn best slechts
in hare hoofdtrekken vatten of leeren kennen.
Goed besturen is eene zware kunst. Iedere
grove fout, daarbij gepleegd, voert onmiddellijk
honderden van stemmen tot aan de partij
die daarover het heftigst te keer gaat. En
welke partij dat is, heeft geen navraag noodig.
De indrukken, die in landen met persoon
lijken dienstplicht de jongelingen gedurende
hun diensttijd in de kazerne of op het wacht
schip opdoen, zijn voor duizenden stemmen
die in het vervolg van tijd tot tijd zullen
worden uitgebracht, beslissend. Eu zoo is het
in alle takken van bestuur. „Wie vroeger
tegen chicanes en misgrepen, ja zelfs tegen
onheuschheden van hoogere en lagere be
sturen geen wapen en geen middel van ver
gelding had, bezit dit bij algemeen of uitge-
Roman van
A. 0. KLAUSZMANN.
0-0-0
33.
Maar het vermoeden van den commis
saris van politie, dat van een geregeld
verhoor wel niets zou komen, bleek
juist te zijn. Zoodra men Bartel in een cel
had gebracht, zakte hij als een leven-
looze massa op een houten bank in elkaar
en staarde met holle oogên voor zich heen.
■Op de tot hem gerichte vragen had hij
geen antwoord meer, en het krampachtig
isidderen, dat van tijd tot tijd door zijn
llichaam schokte, deed duidelijk bemerken,
dat hij zich verre van in een goede conditie
bevond, maar in hooge mate ten prooi was
aan lichamelijke en geestelijke aimatting.
Gewillig liet de arme kerel toe, dat men
hem de natte kleeren uittrok. Op het harde
leger van de gevangeniscel zonk hij, zoo
dra de deur in het slot viel, in een diepen
slaap.
HOOFDSTUK XIX.
Een heerlijke, zonnige morgen was op
den stormachtigen nacht gevolgd. Slechts
de groote waterplassen, die hier en daar
nog op de straten lagen, duidden op
het heftige onweer, dat zoo menigeen uit
den slaap gehouden had. De bladeren van
de boomen zagen er zoo frisch en groen
uit, als was het lente.
Vroeger dan gewoonlijk was mevrouw
breid kiesrecht In het stembiljet." Nog eens:
het moge onlogisch wezen, daarvoor het
kiesrecht te gebruiken, het wordt ervoor ge
bruikt en het is menschelijk verklaarbaar, dat I
j het gebeurt.
„Wie zich ann een ander spiegelt, spiegelt I
zich zacht. De gevolgtrekking, die de afgeloo- I
pen verkiezingen in Duitsehland voor ons
vaderland wettigen, is dezedat niets aan den
vooruitgang der sociaal-democratie bevorder-
lijker is,dan stilstand en reactie in de wetgeving
en bestendiging van verkeerdheden in-, of on
rechtvaardige bejegening door de overheid,
burgerlijke of militaire."
Vergadering van den Raad
der gemeente ZIJPE, gehouden op Dinsdag
7 Juli 1903,des morgens ten 10 ure.
Afwezig de heeren Mann, De Wit en Van
Beusekom, de beide eersten met kennisgeving,
de laatste wegens ongesteldheid 1 vacature.
Voorzitter do heer G C. Hulst, burgemeester.
Na opening der vergadering, lezing en goed
keuring der notulen.
Voorzitter deelt daarna mede, dat Burge
meester en Wethouders met den gemeente
opzichter het bouwvallige huis van Schermer
hebben opgenomen. Het huis is slecht, maar
of het direct gevaar oplevert voor de bewo
ners, kan spr. niet zeggen. B. en W. zagen
gaarne, dat de toestand van het huis eens werd
onderzocht door een deskundige van buiten de
gemeente, die geheel onafhankelijk is. B. en W.
kunnen er moeilijk een beslist oordeel over uit
spreken. De kop is nog in orde, maar de onder
bouw fs slecht, het geheel staat zeer scheef.
Schermer heeft gezegd, van plan te zijn een
nieuw hnis te bouwen, maar nóg niet.
De heer Schuijt zegt, het huis ook te heb
ben gezien en het in zeer slechten toestand
te hebben bevonden, en zijn collega, de wet
houder Nieuwïand, is van hetzelfde gevoelen.
Spr. is het volkomen met voorz. eens en zou
gaarne een persoon aangesteld zien, een des
kundige van elders, die het hui3 eens onder
zocht. Spr. wil de verantwoording niet dragen.
Als er een storm komt en het huis waait om,
dan is het burgemeester en wethouders heb
ben het gezien, en spr. bedankt voor een der
gelijke verantwoording.
De heer Nieuwïand deelt het gevoelen van
collega Schuijt, en zegt, alleen boven op den
zolder geweest te zijn. De kap is niet slecht,
maar staat lang niet vast, het geheel schudt
en de onderbouw is zeer slecht.
De heer De Moor gaat gaarne met B. en W.
mede, om een onderzoek in te stellen door
een deskundige. Maar spr. oordeelde, dat
B. en W. een deskundige bij zich hadden,
den gemeente-opzichterdie had de heeren,
dunkt spr., dadelijk op de hoogte kunnen
brengen, en dan hadden B. en W. den Raad
van advies kunnen dienen.
Voorz. zegtdat gaat zoo maar nietwij
dienen den Raad een beredeneerd verslag
voor te leggen, 't Is niet aan B. en W.
overgelaten, de Raad moet beslissen.
De heer De Moor meent, dat een berede
neerd verslag ingediend had knnnen worden
de heeren hadden toch een deskundige.
De Voorz.: Maar dan hebben we nog geen
verslag. Bovendien hadden we liever een
man, die geheel onpartijdig is, die buiten de
partijen staat. Voor den gemeente-opzichter
is dat altijd moeilijk, het zal den man zoo
gauw kwalijk genomen worden hij is als
gewoon timmerman niet zoo vrij.
De heer De Moordat is misschien wel
zoo, maar dat is toch verbazend kleingeestig.
Winter van haar bed opgestaan. Ook zij
had tengevolge van het onweer een slape-
loozen nacht doorgebracht en zij was daar
door in een toestand van nerveuse onrust
geraakt, die het haar ten slotte onmogelijk
maakte, langer stil op haar bed te blijven
liggen. Zij kleedde zich aan en liep naar
een aan de straat gelegen kamer, om het
venster te openen en met diepe teugen de
heerlijke frissche morgenlucht te drinken,
die zich steeds getoond had, een goed,
kalmeerend middel te zijn.
Een rijtuig, dat juist de straat afkwam,
trok dadelijk hare opmerkzaamheid en met
een kreet van vroolijke verrassing boog zjj
zich verder het venster uit, toen ze zag
wie uit het rijtuig stapte, nadat het voor
het huis W8S blijven staan.
Want het was niemand anders dan haar
broeder George, die daar vlug en vaardig op
het trottoir sprongen den koetsier een fooi
gaf, om dan met een elegante Ameri-
kansche handtasch, dio wederom zijn
gansche bagage uitmaakte, op 't huis toe te.
stappen.
Hermine liet het niet aan het dienst
meisje over, om hem open te doen, maar
ze snelde zelf naar beneden en begroette
hem daar met veel grooter hartelijk
heid, dan bij zijn eerste komst na de
laDge scheiding.
„George Mijn beste beste broeder
riep zij, zich met bijna stormachtige teeder-
heid aan zijn borst werpend. ,.0, hoe dank
ik je, dat je gekomen bent."
George Miiler had zich deze omhelzing
laten welgevallen, maar toen Hei mine hem
steeds maar niet losliet, maakte bij
aan al die teederheid een eind en trad de
huiskamer binnen.
Hij is gemeente-opzichter, dus onze deskundige,
en als hem als zoodanig naar zijn opinie
wordt gevraagd, mag dat den man niet
kwalijk worden genomen. Hij doet dat nit
den aard zijner betrekking en kwalijk nemen
geeft dan geen pas.
Voorz. zegt, er ook niet bang voor te zijn
dat Je man niet eerlijk zal zeggen wat hij
meent, maar spr. vindt het voor den man zelf
meer gewenscht, als een ander het doet.
De héér De Moor kan zich met een derge
lijke zienswijze niet vereenigen. Hij zon er
bang voor zijn, dat het den schijn kreeg dat
we den gemeente-opzichter niet vertrouwden.
De heer Schuijt meent, dat de heer Do
Moor eensdeels gelijk heeft, maar anderdeels
had Spr. toch liever, dat er iemand gezocht
werd, die zeker van zijn zaak was.
Met algemeene stemmen wordt besloten, het
onderzoek aan den gemeente-opzichter, den
heer De Leeuw, op te dragen.
Tot onderwijzeres aan de Burgerbrug wordt
met algemeene stemmen benoemd mejuffrouw
A. A. A. Honwing van Tetering, reeds vanaf
15 Juni aldaar in functie.
Het suppletoir kohier Hondenbelasting
groot f21.wordt met algemeene stemmen
vastgesteld. De geloofsbrieven vanhetnienw-
benoemdejraadslid den heer Kater, worden on
derzocht door een commissie, bestaande nit de
heeren: De Moor, Jimmink en Francis. Bij
monde van den laatste wordt geadviseerd tot
toelating, waartoe de raad met algemeene
stemmen besluit.
Voorz. deelt mede, dat bij de laatste opname
van de kas bij den gemeente-ontvanger in
kas moest zijn en wus bevonden f5367.505.
Verschillende reclames Hoofdelijken Omslag
blijven liggen tot de volgende zitting, omdat
deze zoo onvoltallig is.
De rondvraag levert niets op en volgt de
sluiting.
Ongeluk.
Men schrijft aan do Telegraaf van TEXEL,
omtrent een ongeluk dat bjj het dorpje Koog
plaats had
Het weer scheen Zaterdag jl. geknipt voor
het probeeren van reddingsmiddelen. Velen
beschouwen dit als een feestje en tamelijk
groot was dan ook het getal bezoekers aan
het strand. De vloed was wel eenigszins be
wogen en de branding was niet die van een
kalme zee, doch dit was volstrekt geen reden
om de oefeningen te staken.
Met zwemgordels om begaven de schipper
en de roeiers zich in de boot, die heel zee
waardig bleek én waarmede men verschil
lende bewegingen en wendingen verrichtte
tot genoegen van bestuur en bemanning.
Straks hoopte men ook nog enkele passagiers
een klein zeetochtje te knnnen aanbieden.
Doch eerst moest er geschoten worden met
het vunrpijltoestel. Ook dit gelukte naar be
boeren. Doch plotseling hoorde men ver
schillende kreten en ging de mare van mond
tot mond„de boot ligt het onderstboven en
de bemanning in de branding". Van de laat
ste was op dat moment niemand te zien.
Doch spoedig klommen de moeste schipbreu
kelingen in de boot, wier kiel naar boven ge
richt bleef, wat in dit geval gelukkig was
te noemen. Een paar personen bereikten
zwemmende het strand, doch ook bleven er
helaas twee onder de boot, de roeiers Tuinder
en Brnin.
De boot kon het strand niet naderen, daar
ze voor anker lag. Kloek was daarom de daad
van den heer L. Mets, stuurman der postboot
„Ada van Holland", die al zwemmende vanaf
het strand het anker wist te bereiken en te
liebten, zoodat nu de boot strandwaarts kon
drijven. De meesten waren nu spoedig gered,
doch toen men genoemde Tuinder en Bruin
aan het strand had, schenen beiden overleden
te zijn.
Onmiddellijk werden alle mogelijke midde
len in het werk gesteld, om de levensgeesten
weder op te wekken. Na veel moeite gelukte
dit bij Bruin, doch Tuinder was reeds over
leden. Nog iemand, de roeier Kaan, was ern
stig ziek geworden, zoodat aan hem en aan
Bruin liefderijke verpleging werd verstrekt
door bewoners van de Koog, vanwaar de
roeiers ongeveer twee aren af wonen.
Tuinder laat eene weduwe en drie kinderen
achter, die door dit ongeluk oen braaf man
en vq/ier verliezen.
Treurig is voorwaar een dergelijke afloop,
nu het alleen de beproeving der reddings
middelen geldt. Reeds vroeger heeft hier op
dezelfde wijze zoo'n ongeluk plaats gehad
toen was het de heer P. de Waard, die jam
merlijk verdronk. Ook de roeier Veen vond
zoo zijn graf in de golven, doch dat gebeurde
bij het reddingswerk, wat steeds als edel mag
gekenmerkt blijven.
Nu zoo herhaalde malen op dezelfde plaats
de reddingboot omslaat, doet zich de vraag
voor, of de roeiers wel voor hun taak bere
kend zijn. De meesten zijn vieschers, die ge
woon zijn hunne blazerschuiten te besturen,
doch in het roeien zijn ze niet ervaren te
noemen. Daarvoor knnnen beter in aanmer
king komen de Heldersche vletterlieden, die
„meesters op de riemen" genoemd mogen
worden, en dan ook dikwijls reeds bij stor-
j men en buien van hunne bedrevenheid deden
j bljjken.
Klaas Tuinder wordt diep betreurd door
zijne naastbestaanden en vrienden en het
droevig geval moge tot voorzichtigheid aan
sporen.
Verbrand.
Een verschrikkelijk ongeluk is Zaterdag
den bierbrouwer J. Blijssen te MERXPLARS
aan de Belgische grens, overkomen. Iets aan
den brouwketel willende verrichten, gleed hij
nit en viel in het kokende brouwsel. Wel had
men hem er spoedig uitgebracht, doch d»
ongelukkige was onherkenbaar en is, zonder
tot bewustzijn te zijn gekomen, aan de brand
wonden overleden.
Niet trommelen meer op de
Beurs!
Nu het oude beursgebouw te AMSTERDAM
weldra zal worden gesloopt en het nieuwe
beursgebouw met ziju verhuurde kantoor
lokalen uit den aard der zaak niet voor
trommelen enz. voor de Amsterdamschs jeugd
beschikbaar kan worden gesteld, stellen
Bnrgem. en Weth. don gemeenteraad voor
het besluit van den gemeenteraad, van 16
Augustus 1876, waarbij is bepaald, dat de
kinderen jaarlijks, gedu.rende zekeren tijd van
den dag zich op de groote koopmansbeurs
met trommelen en andere spelen mogen
vermaken, in te trekken.
B ij P. D. te ZIJPE is onder een
koppel schapen van 18 stnks rotkreupel
geconstateerd.
Beroepen naar de Ned. Herv.
Gem. te NOORD-SCHARWOUDE de heer
H. J. Witkop Ezn., predikant te Beets.
WIERINGEN.
Voor de vrijwillige wapenoefeningen hebben
zich in deze gemeente geen liefhebbers
aangemeld. Slechts één jongeling had zich
opgegeven.
De minister van waterstaat
heeft bepaald, dat de gewone rjjksnajaars-
keuringen van tot dekking bestemde heng
sten in 1903 gehouden zullen worden
voor Noord-Holland op 6 October n.m. te
Beverwijkop 6 October n.m. te Schagen
„Het was toch niet meer dan natuurlijk,
dat ik je bezoeken zou, zoodra mijn tijden
zaken het mij toelieten", zeide hij op een
toon, waarvan de koele klank be
stemd scheen, alle verdere bewijzen van
teederheid af te wijzen. „Dat was een
voudig mijn broederlijke plicht. En ik heb
mij er niet van laten terughouden om dien
te vervullen, ofschoon ik het eerlijk moet
erkeDnen, niet heel erg tevreden over je
te zijn."
Zij was werkelijk onaangenaam getroffen,
maar de overweging, dat zij met haar
broeder, die voorloopig haar eenige toe
vlucht was, onder geen enkele omstandig
heid onaangenaamheden mocht krijgen, deed
haar zoo verstandig zijn, het hem niet al
te duidelijk te toonen. „Je bent ontevreden
over me, George?" vroeg zij, smartelijk
verwonderd. „Wat heb ik gedaan, dat je
ontevredenheid heeft opgewekt
Met de ongegeneerdheid van een man,
die meent, dat bij zich om een aDder niet
veel behoeft te bekommeren, had hij zijn
jas uitgetrokken en op een stoel neerge
legd, en was voor den spiegel ziju das
gaan strikken. Eerst toen die naar zijn
moering goed zat, antwoordde hjj„Die
geschiedenis van de zuster van je man
is de stomste streek, dien jouw knappe
Duitsche politie ooit heeft uitgehaald. Én
na het lezen van je brief wil het mjj toe
schijnen, dat je daar een groot aandeel
in hebt gehad. Men heeft dat arme meisje
toch, hoop ik, weer op vrije voeten ge
steld
Alles zou Hermine geduldiger hebben
kuDnen aanhooren, dan ditdit kort
en bondig partij trekken van haar broeder
voor haar zoo gehate schoonzuster, bracht
haar het bloed in opstand. „O neen
zeide zij scherp. „Het arme meisje bevindt
zich nog steeds in de gevangenis. Ea
buiten haar teerbeminde zult gij wel de
eenige zijn, die dat betreurt."
George Miiler, die reeds weder voor den
spiegel stond, draaide zich met een ruk
i naar haar om. „Buiten haar beminde, zegt
ge? Wat moet dat beteekenen? Gedurende
mijn verblijf hier was daar geen sprake van."
„Neen, toen hielden wij haar allen nog
voor een engel van onsehuid en reinheid.
Maar de teiten hebben het wel anders
geleerd. De advocaat Schröder zal vermoe
delijk wel zjjn bijzondere redenen hebben
gehad, om met zulk een haast en zulk een
ijver haar verdediging op zich te nemen."
„Is dat die manke, dien ge bedoelt?"
vroeg hfj geringschattend, „Nu, met dien
zal ik de concurrentie nog wel kunnen
aangaan."
Hermine werd rood van boosheid, ot
misschien ook van schrik. „Wat zegt ge,
George? De concurrentie?.... Je hebt
toch in ernst niet iets voor met haar Ja
wilt toch niet da gunst van deze diavegge
voor je verwerven
„Mijn lieve Hermine, zij is evenmin
een dievegge als jij. Je zult waarschijnlijk
binnen kort in de onaangename noodzake
lijkheid zijn, haar vergeving te vragen voor
de leelijke gedachten en vermoedens, die
ge omtrent haar hebt geuit,"
„Ik? Ik zou haar vergiffenis vragen,
deze valsche, 6limme slang Nooit.
Misschien speelt ze het -met haar ccquette
kimsten nog wel klaar om de rechters te
bedriegen, evenals ze jou en anderen
bedrogen heeft. Op mij maakt dat gedoe
geen indruk en wanneer men haar vrijsprak,
op 7 October n.m. te Hoofddorpop 8 Octo
ber n.m te Teiel en Terschelling.
Da z a a k-K appetein!
Door het hoofdbestuur van dan Bond van
Nederl. Onderwijzers is aan het college van
Burgem. en Weth. van HELDER 't volgende
adres gericht
In kennis zijnde met het feit, dat door
den Raad van uw gemeente ter fine van
praeadvies in uw handen is gesteld een voor
stel van den heer schoolopziener in het ar
rondissement-Helder om den onderwijzer P.
C. Kappetein op omschreven gronden, over
eenkomstig art. 29 van de wet op het L. O.
te ontslaan, zijn wij zoo vrij namens het
hoofdbestuur van den Bond van Ned. On
derwijzers (goedgekeurd bij Koninklijk be
sluit van 28 Maart 1890 no. 28) u te verzoe
ken, indien eenigszins mogelijk den raad te
adviseeren dit voorstel niet aan te nemen.
Voor dit verzoek kunnen wij geen gronden
van recht aanvoeren, wel echter een van
billijkheid, in zooverre het niet billijk is te
achten, iemand tweemaal voor dezelfde zaak
te straffen, vooral niet indien, zooals hier in
dit geval, de omstandigheden waaronder
het feit werd bedreven, tot zeer zwar» straf
moesten leiden.
Na is het ontslag naar de letter wel niet
als straf voor het bedreven feit bedoeld,
maar is het gegrond op ongeschiktheid om
de betrekking te bekleeden tengevolge van
de straf, maar we weten toch wat het be-
teekent voor een jongmensch, die zjjn leer
tijd achter den rug heeft, die zich bekwaam
de in een vak, dat hem zijn levensonderhond
moet verschaffen, indien hij plotseling wordt
uitgas toot en zondar veel hoop ergens elders
weer een plaatsje te erlangen. Ontslag is hier
een vreeselijke straf.
Toch, wij erkennen het, zouden er om
standigheden kunnen zijn, die het noodza
kelijk maakten ter wille van het algemeen
belang, alle medegevoel met den enkling
het zwijgen op te leggen. Wij durven niet
beslissen, of de omstandigheden in dit ge
val zoo zullen zijn, maar wij verzoeken u
bjj de bepaling er van als voordeeligen fac
tor in rekening te doen komen de hooge
waarschijnlijkheid, dat de gestrafte door da
zeer, zeer harde leasen gelouterd is, dat de
straf, die men heeft moeten opleggen, im
mers niet als middel van wraak, maar als
middel tot verbetering, werkelijk een guD-
stige uitwerking heeft gehad. Ongetwijfeld
zal de meerdere levenswijsheid den heer
Kappetein, indien hem de gelegenheid ge
boden wordt, weer zijn betrekking te beklee
den, ten voordeel strekken.
Dat zachte en welwillende behandeling op
het toch wel ontvankelijk gemoed van den
heer Kappetein invloed ten goede zal hebben,
komt ons naar 'tgeen wjj hooren van hen,
die hem goed kennen, niet twijfelachtig voor;
dat hij aan goede raadslieden een gewillig
oor zal leenen, nn eigenzinnigheid hem zoo
duur is te staan gekomen, durven wjj met
volle vertrouwen verwachten.
Wij meenen, dat dan ook niet te vreezen
is wat de heer schoolopziener als een feit
aanneemt, maar dat zeker spoedig by de
jeugd en bij de ouders vergeven en vergeten
zal zijn.
De belangen van den heer Kappetein be
velen we ten zoerste in de welwillendheid
van uw college aan.
De heer P. R. A. van Menrs,
Predikant te Barsingerhorn, heeft het beroep
naar OUDKARSPEL, aangenomen.
WIERINGEN.
De stemming voor 2 leden van den gemeen
teraad is bepaald op Vrijdag 10 Juli a.s.
zou ik ten aanhoore vaa een ieder her
halen, dat ze een dievegge en nog iets
ergers is."
„Daar zult ge nog wel eens rijpelijk
over denken, voor ge dat doet", zeide hg
gelaten, „want dat zou je wel eens heel
slecht kuunea hekomen. Maar waarom zul
len we twisten Zeg me liever, waarop ge
uw vermoeders grondt, dat er een liefdes
betrekking bestaat tusschon Martha Winter
en dien kreupelen advocaat."
„0, het zjjn meer dan vermoedens, het
is zoo goed als volle zekerheid.Ik km
je zoo niet alles vertellen, wat ik daarvan
weet. Maar ge kunt u getrouw op mijn
schsrp.ïionighe:d verlateo. Een vrouw ver
gist zich in dergelijke dingen nooit."
„Nu, dan sullen we het maar geloovon.
Het was dus in elk geval nog een geheim,
waarvan niemand iets met zekerheid weet
„Is dat dau niet zooveel te erger?'Na
tuurlijk kan h;j er nu niet meer aan don
ken, haar te trouwen, wanneer hjj zich
tenminste ia zijn kringen niet onmogelijk
maken wil. Maar misschian heelt hg wal
nooit dit plan gehad. Wanneer het jou dus
in zekeren zin genoegen doet, haar uit dn
tweede hand te ontvangen
„Over dat, wat mij aangenaam of onaan
genaam is, behoeft ge u nog niet ongerust
te maken en dat kunt ge voorshands nog wel
i ann mg' overlaten, mijn beste Hermine. Ik
ben je voor je vriendelijke mededeelingea
j zeer dankbaar en zal mij nu verder wel op
eigen gelegenheid oriënteeren. Is er verder
j nog wat nieuws ia het zaakje van je man?
Is men hem cp het spoor Of heeft hjj
soms weer de oplettendheid gehad, een
kle-in toeken van leven te geven
WORDT VERVOLGD.