Donderdag 3 September H)05
47ste Jaargang No. 3867.
en
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag-
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderliike nummers 6 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Binnenlandsch Nieuws.
FEUILLETON.
ABIT.
AintUiliï- Lullnvllil
iSurcftu: l€HA6M, X«nan, D 4.
Uitgever5 P. TRAPMAN.
JU edewerker J. VB I X E L.
Bij dit nummer behoort een bijvoegsel
Vergadering van den Raad
der gemeente ANNA PAULOWNA, op Dins
dag 1 September 1908, des morgens ten 10 ure.
Voorzitter de heer J. Jelles, burgemeester.
Afwezig de heer Volder, wegens ongesteld
heid.
Na opening der vergadering, lezing en
goedkeuring der notulen.
Volgt nu de installatie van de heeren
Stammes en Jelles, die in handen van den
heer Waiboer, waarnemend Voorz., de eeden
De heer Waiboer feliciteert de heeren.
De heer Jelles zegt: Mijnheer Stammes, har
telijk gefeliciteerd met uwe herbenoeming ik
hoop, dat u nog vele jaren uw zetel in den Raad
moogt blijven bekleeden en op dezelfde dege
lijke wijze de belangen vau onze gemeente
zult behartigen. Ik wou mij, vervolgt Spr.,
met een woord van dank richten tot de
kiezers van de gemeente Anna Paulowna,
voor het vertrouwen, dat zij mij hebben
geschonken, door mij opnieuw af te vaardigen.
Ik geef bij deze mijn woord, dat ik alles
zal doen om den bloei en de belangen van
de gemeente Anna Paulowna te bevorderen.
De heer StammesMijnheer de Voorz., ik
dank u voor de hartelijke woorden, tot mij
gericht, en geef u de verzekering, dat ik de
belangen van onzen Polder zal behartigen,
zooveel als in mijn vermogen is.
Daarna wordt bij monde van den heer
Van Mullem rapport uitgebracht namens de
commissie, belast met het nazien der rekening.
De rapporteur deelt mede dat alles in de
uitstekendste orde is bevonden en brengt den
burgemeester dank voor het net gehouden
beheer, welken dank Voorz. wel aan den ge-
achten gemeente-ontvanger zal willen over
brengen. De heer Van Mullem gaat voort
met te zeggen, dat hij geen aanmerkingen
heeft. Enkele posten zijn, naar Spr.'s oordeel,
hoog, vooral die voor het onderwijs en het
aanstoken van de lantaarns, en enkele posten
van anderen aard.
Het mede-commissielid, de heer De Graaf,
zegt, dat alle bescheiden en Je posten met
elkaar zijn vergeleken en dat de rekening
in alle puntjes in orde is bevonden. Het
beheer was door den gemeente-ontvanger
keurig gevoerd. Wat de heer Van Mullem
daar zegt, meent Spr., is hier niet aan de orde.
De rekening was in de meest kleine bijzon
derheden in orde en dat is de hoofdzaak.
Voorz. belooft, dezen dank aan den
gemeente-ontvanger te zullen overbrengen.
Voorz. deelt mede, dat mej. Zelvelder gemeld
heeft, haar benoeming aan te nemen en mor
gen, 2 September, in dienst te zullen treden.
(Applaus van de heeren raadsleden).
Voorz. deelt mede, dat van J. H. ter Burg
c. s. is ingekomen een adres, om op hun
grond aan de Hoogzijde van de Molenvaart
een rooilijn te trekken, niet in de richting
zooals nu gevolgd wordt, maar 5 M. van de
wegsloot, daar de tegenwoordige rooilijn voor
winkelhuizen ongeschikt is.
Voorz. stelt voor, dit in geheime zitting te
behandelen. Wordt stilzwijgend goedgevon
den. Ook worden in besloten zitting behan
deld eenige reclames Hoofdelijken Omslag.
Bij de rondvraag, die nu volgt, zegt de
heer Van Mullem, even te willen terugkomen
op het onderzoek van den put aan het Breê-
zand. In de vorige vergadering heeft Spr.
opgemerkt, dat Voorz. daar het een en ander
over heeft medegedeeld. Maar nu was Spr.'s
vraag, of het onderzoek met die mededeelin-
gen maar is afgeloopen. Voorz. heeft verteld,
I u i s 11 r s.
Roman van
IDA BOY-ED,
00000
11.
Op dezen dag at de geheimraad met zijn
vrouw thuis. Hij had een kennis, die zich
in Berlijn bevond, bij zich aan huis genoo-
digd en laten zeggen aan zijn vrouw, dat
professor Durban ook Olga wel zou beval
len. Maar Olga liet op de uitnoodiging
antwoorden, dat zy niet kon. Zoodoende at
men met z'n drieën.
Na een lang geleerd gesprek, zeide Wall-
raven plotseling tot zijn vrouw„Pardon
Durban Carolyne, ik zie toch kans om
aan Olga's wensch te voldoen."
„Olga's wensch
Carolyne wist niet in hetzelfde oogenblik,
-wat haar man bedoelde.
„Wel, voor Hennegall."
„Ah ja?"
De historische afdeeling geeft somwijlen
-een klein reisgeld aan jonge geleerden, die
zich aan het een of ander bepaald onder
werp willen wijden in 't buitenland."
„Dat zou wat zijn 1" riep Carolyne ver
heugd, „wanneer men zoo iets bewerken
kon
Durban vroeg, van wien hier sprake was.
Wallraven zette hem het doel van den
jongen man uiteen.
„Om 's hemelswil, wanneer dat jonge
mensch werkelijk bekwaamheden heeft, dan
moet hy voor de wetenschap en voor de
dat 80 jaar geleden daar een put was, die
weinig water gaf en die gedempt is gewor
den. Het was mij bekend, dat daar een put
was geweest, die weinig water gaf, en dat
die vervuild was, Is best mogelijk. Maar is
er een onderzoek naar dien put gedaan Kan
er niet onderzocht worden, of die put nog
goed water kan geven Dat wenschte ik
wel beter te zien toegelicht.
Voorz. U zegt zelf, dat de put weinig
water gaften tweede, dat hij met grint is
dichtgegooid. Wou u dan al dat grint en al
dat spul er uit halen en probeeren, of die put
goed water geven kan
De heer Van Mullem: Wat daar is gezegd,
heb ik u nagezegd. Wat dus is verteld ge
worden door u over dien put, berust op
praatjes van menschen, die u er over heeft
gesproken. Ik wensch een onderzoek, of er op
Breezand goed water is te krijgen.
Vroeger is die put misschien vervuild, omdat
men het water niet noodig had. Er woonden
toen weinig menschen. Nu heeft men er veel
huizen, kleine huizen met groote gezinnen,
er kunnen tijden komen, dat men behoefte
heeft aan water, en als het blijkt, dat de oude
put niet goed is te maken, blijf ik aandringen
op een nieuwen put.
Voorz.Dus u wil alles er uit hebben en
zien hoe die put is dat zal enorm veel geld
kosten.
De heer Van Mullem Zonder geld gaat er
niemendal.
Voorz.We zullen het voorstel verdagen
tot de volgende vergadering; dan kunnen
B. en W. eens onderzoek doen naar de kosten.
De heer Waiboer zegt, dat het seizoen al
zoo ver heen iswe kunnen zien, of op de
volgende begrooting daarvoor een post kan
worden gevonden.
De heer Van Mullem vraagt, of het Voorz.
bekend is, dat het water op de school te
Breezand zoo verschrikkelijk slecht is. De
kinderen komen met klachten thuis. De kin
deren worden er ziek van, er zijn reeds voor
beelden van. Het water stinkt verschrikkelijk.
Voorz. belooft onderzoek.
Voorz. gaat de heeren een voor een langs,
die niets hebben, waarna Voorz. zegtHebben
de heeren niets, dan heb ik wat, en wel naar
aanleiding van het gesprokene door de heeren
De Graaf en De Mazure, over de restitutie
schoolgeld te Breezand. 't Is wel zeer ge
makkelijk een vraag te stellen, maar men
heeft dan niet altjjd gelegenheid daarop te
antwoorden. Ik heb nu een grondig onder
zoek ingesteld en ik beb mij nu de moeite ge
troost, de namen van de ouders op te schrijven
van d» kinderen, die een volle maand vacantie
hebben gehad. De kinderen aan het Breezand
hebben, boven de kinderen van school I en III,
een voorrecht, ondanks de maand verlof die
ze nu hebben gehad. Er wordt over het hoofd
gezien, dat de kinderen van de school te
Breezand Woensdagsmiddags school hebben,
wat hier niet het geval is. Daarbij komt nog
dat door mej. Poen meer dan een jaar lang
onderwijs in de handwerken is gegeven aan
de kinders, langer dan noodig waï, nu eens
tot B, dan weer tot 6 uur, en daarvoor heeft
zij nooit eenige vergoeding ontvangen. Voorz.
kan verklaren, dat deze zaak aangaande resti
tutie schoolgeld geheel bij B. en W. thuis
behoort en niet bij den Raad, en als men zou
overgaan tot het uitrekenen van hetgeen dan
bijv. Van Rijn als restitutie zou moeten ont
vangen, zou dat niet meer bedragen dan de
som van 16Vj cent. Maar de man heeft zich
niet gewend tot B. en W., noch tot den Raad,
en hiermede meent Voorz. de heeren De Graaf
en De Mazure voldoende te hebben ingelicht.
De heer De Mazure zegt, dat die voor
rechten, welke de kinderen op het Breezand
volgens Voorz. genieten, hem bekend zijn.
politiek gered worden," ijverde Durban.
„Reken daarbij op al mijn invloed."
„Mijn collega Reimers heeft ook een
favoriet voor dit baantje, maar ik geloof
toch, dat mijn arm langer zal zijn dan de
zijne", grinnikte Wallraven. „En wanneer
Hennegall zoo gelukkig is, kan hij zijn
arbeid in ons jaarboek voor staatsweten
schap publiceeren. Zonder twyfel zal een
verblijf in Florence hem goed doen en
hem aan de noodige stof helpen."
Het scheen, alsof de geheimraad eens
klaps met opzet een paar minuten zweeg,
voordat hij opgeruimd verder ging
„En daar jij met Olga naar Florence
wilt, kan jy daar meteen over je bescher
meling waken."
Op het trotsche gelaat van de vrouw
werd een wonderlijke uitdrukking zicht
baar. Het was, alsof alle strengheid ver
dween en smartelijke schrik alleen over
bleef, als de taal van een angstige ziel.
„Naar Florence Ik met Olga naar
Florence Maar het is nog maar vluchtig
besproken 't was een inval van jou
en je meent het werkelyk vroeg Carolyne
nauwelijks hoorbaar.
Hij keek haar aan, koud, hard,met
dien blik dien zij vreesde.
„Ik denk het mij zoo aardig. Ik kom
zoo spoedig ik kan naar je toe en we zul
len een heerlijke Septembermaand in Flo
rence doorbrengen."
„Wanneer neem je dan je werk weer
op vroeg Durban.
„Nog vóór October. In Augustus denk
ik mijn tijd aan een zeer gewichtige studie
te wijden en wil ik stilletjes hier blijven."
„Wanneer je beschermeling werkelyk naar
Florence gaat, dan zjjt wel is waar u en uw
Hem was bekend, dat er Woensdagmiddag
school is ook dat van juffrouw Poen, omdat
die indertijd veel bij hem aan huls kwam
Maar dat was toch een zaak, die geheel
buiten het gemeentebestuur omging, buiten
zijne kosten. En al blijft er van de klagers
nu alleen Van Rijn over, dan blijft de grief
volgens Spr. toch bestaan. Het bedrag is
klein, dat is waar, maar zooiang er aan het
verlangen van de ouders, al is het dan maar
voor 16»/i ct., niet is voldaan, is Spr. niet
tevreden. De ouders moeten in de gelegen
heid worden gesteld, hun grieven te open
baren anders is men niet tevreden en helpt
men de grieven niet weg.
Voorz.die gelegenheid staat steeds open
laat men zich tot B. en W. wenden. Maar
Spr. acht dit geen punt om hier m den Raad
te behandelen.
De heer De Mazure: Van Rijn zal zich er
nu misschien bij hebben neergelegd na het
geen er in de vorige vergadering over is
ëeVoorze°' Het is een zaak, die volgens de
verordening B. en W. aangaat en niet den
Raad, en hiermede is het afgeloopen.
De Voorz. sluit de openbare vergadering en
wil in comité overgaan.
De heer Stammes maakt Voorz. er op
attent, dat hij hem bij de rondvraag heeft
overgeslagen. Spr. wenscht even de aandacht
te vestigen op hetgeen Voorz. zooeven heeft
gezegd over het verschil der schooltijden.
Spr vindt het vreemd, dat aan de Kleine
Sluis en te Breezand de schooltijden ver
schillen dat moet niet.
Voorz.; dat is opgenomen in het leerplan.
De vacanties zijn ook niet hetzelfde. Voorz.
belooft, het leerplan te zullen herzien.
De Raad gaat nu in comité.
Vergadering van den Raad
der gemeente CALLANTSOOG, Dinsdag jL,
des n.m. 2 ure.
Aanwezig alle leden. 1 Vacature.
Afwezig de heer G. C. Hulst, burgemees
ter wegens ongesteldheid. Door deze om
standigheid, en doordat de heer Kruijsveld
(oudste wethouder) heden nog beeedlgd moet
worden, vervult de heer W. Govers de func
tie van Voorzitter.
Na opening wordt overgegaan tot installatie
van de opnieuw gekozen raadsleden, de heeren
Kruijsveld en Jb. den Das. De heeren
leggen in handen van den Voorz. de voor
geschreven eeden af en nemen na felicitatie
Hot wethouder wordt vervolgens herkozen
met B stemmen en 1 blanco de heer
J. Kruijsveld.
De heer Govers draagt nu het voorzitter
schap over aan den heor Kruijsveld, waarna
de notulen worden gelezen en goedgekeurd.
Vervolgens wordt de begrooting voor 199*
aangeboden, in ontvang en uitgaaf sluitende
op f 4937.B6. Elk der heeren krijgt een al-
schrift, om de begrooting thuis te kunnen
nagaan.
Verder is opnieuw ingekomen een adres
van Jb. Vos, waarin hij te kennen geeft, dat
hij voornemens is een boet te plaatsen op
eigen grond, en daar zijn financiëele toestand
hem niet toelaat van steen te bouwen, ver
zoekt hij een boet van hout te mogen optrek
ken. Hij had voor eenige jaren hout gekocht
met genoemde bestemming en was onwetend,
dat er eene verordening bestond, die bouwen
met hout verbood, te meer daar de laatste
jaren houten boeten zoo in aantal toenamen.
De Voorz. vraagt: We hebben dit in
de vorige vergadering afgehandeld; wat moe
ten we hier nu mee?
Den heer Govers begroot het wel voor
Vos, maar we kunnen toch niet van de ver-
Illlll— IWIIIIiHHI
vrouw daar, maar ik kan toch nog wat voor
hem doen. Onze prins Bolko wil naar Florence
en het kan best zijn, dat hij iemand noo
dig heeft, die genegen is den prins voor
drachten te houden over de kunst en de
geschiedenis van Florence. Een lievelings
leerling van u hoeft eenig wetenschappe
lijk crediet."
„Voortreffelijk" 1 riep de geheimraad.
Carolyne bleef zwijgen. Haar gedachten
hielden zich steeds bezig met die eene
vraag: „Waarom moet ik weg?"
Spoedig na het diner stapten de beide
heeren op. De geheimraad sloeg zijn vriend
Durban voor, hem Berlyn eens te laten
zien.
„Wel, wel," zeide Durban, „bemoeit go
u ook nog met het vroolijke Berlijn? Dat
ge voor die pleziertjes van de wereldstad
nog tyd en lust hebt, verwondert mij wel
wat van onzen beroemden Wallraven."
Beste Durban," antwoordde de geheim
raad, „zjjt gij jong geweest Ben ik jong
geweest? Men heeft gewerkt, gewerkt en
nog ééns gewerkt, om daar te komen waar
men nu is.
,Zoo ongeveer voor twee of driejaar over
kwam het mij. Ik had influenza. Een kleine
storing, die iedereen heeft. Maar toen ik daar
zoo lag'ik die nog nooit ziek was geweest,
twee dagen zoo echt ziek en dan nog acht da
gen niets doen, toen dacht ik aan velerlei
dingen.Onder anderen ook daaraan,dat ik nog
nooit van die gouden lichtzinnigheid der
jeugd genoten had. Voor den duivel,
wat men jong vergeet, kan men oud nog
doen. Het voorbeeld van professor Keiler
begon bekoring voor mij te krijgen. Want
ge weet immers, dat men van hem vertelt,
dat hy zyn dag heeft ingedeeld: achturen
ordening afwijken. Spr. meent voorts, dat
het gemeentegrond is, waarop Vos bouwt.
De heer Kruijsveld is van oordeel, dat, nu
in de vorige vergadering besloten is om het j
bouwen met hout te keer te gaan, we
moeten volhouden. Als we verbetering willen
hebben, dan moeten we nu niet toegeven.
Maar ook hem spijt 't voor den man.
De Secretaris bevestigt, dat het in strijd
zou zijn met de verordening, als het adres
werd toegestaan.
De heer Den Das wonschte het kwaad niet
te verergeren, 't Is ai erg genoeg hier.
De Voorz. wil stemming over het adres,
waar de heer Den Das zich tegen verzet. De
verordening luidt zóó, dus tot stemming
mag 't niet komen.
Den heer Boontjes doet 't eveneens leed,
dat hier voor Callantsoog de verordening zoo
streng toegepast moet worden.
Do heer Govers meent, dat de verordening
niet moest bestaan.
De heer Buik heeft daar niets op tegen.
Brandgevaar ziet hij er niet in. Dat Vos op
gemeentegrond bouwt, wat spr. wel gelooft,
staat hem slecht aan.
Nadat besloten is, dat dit laatste onderzocht
zal worden, is het slot van de discussie,
dat Vos bericht zal worden, dat het verzoek in
strijd is met de verordening en er daarom niet
gunstig op beschikt kan worden.
De heer Boontjes wenschthadden we
maar een goede spuit, of nog lieverwater.
Rondvraag. l)e heer Govers vestigt
er de aandacht op, dat het torenuurwerk per
etmaal wel 10 minuten afwijkt. Dat moet nu
eens in orde komen. Maar de klokkenist doet
er niets aanhij moest het geld maar niet
meer verdienen.
Besloten wordt, den heer Van Gastel aan
te schrijven.
De heer Den Das vraagt, of het verven van
de gemeenteborden aanbesteed wordt of niet.
Ze zijn heel slecht geverfd. Dat is geld
verkladden. Bi) ons, zegt spr., is er trouwens
nog niets aangedaan, niet geverfd en niet
getralied.
Dit laatste blijkt de schuld te zijn van den
timmerman, op wien de schilder wachten
moest.
De Voorz. zal nu dit zaakje mondeling af
doen. De borden zullen overgeverfd worden.
Daar geen der heeren verder iets heeft,
volgt sluiting der vergadering.
Raadsvergadering te BAR-
SINGERHORN, Dinsdag j.1., nm. 2 ure.
Aanwezig alle leden.
De Voorz., de heor J. Spaans Dz., opent
de vergadering.
De hoeren G. Smit,K. JonkerenC.SpaansHz,,
nieuwbenoemde raadsleden, leggen vervolgens
in handen van den Voorzitter de vereischte
eeden af.
Voorz. wenscht de heeren van harte geluk
en hoopt, dat zij hun mandaat naar behooren
zullen vervullen en steeds lust en kracht
mogen hebben, de belangen vSn de gemeente
te behartigen.
De notulen worden nu gelezen door den
Secretaris, den heer P. Bronder, en onder j
dank zonder aanmerkingen goedgekeurd.
Ingekomen is van Ged. St. goedkeuring
kwijting post onvoorziene uitgaven.
Herbenoemd tot ambtenaar van den Bur
gerlijken Stand, de heer Smit.
De gemeentebegrooting wordt aangeboden
en eveneens die van het Burgerlijk Armbe
stuur en de Weezenadministratie. Tot commis
sie voor de gemeenterekening worden benoemd
de heerenC. Spaans, K. Breebaart en K.
Jonker. Voor de beide andere rekeningen de
heerenDe Zeeuw en Smit.
Voorz. geeft nu het woord aan den heer
Breebaart'over het puntstembureau Kolhorn.
De heer Breebaart zegt
Mijnheer do Voorzitter
Zooals ik reeds in een vorige vergadering
heb medegedeeld, zou ik, zoodra de raad vol
tallig was, het stembureau te Kolhorn ter
sprake brengen.
Thans is de Raad voltallig.
Mijn voornemen is, een voorstel in te dienen
tot verdeeling der gemeente Barsingerhorn
in twee stemdistricten.
Hoewel een Indertijd door ongeveer 140
kiezers van Kolhorn Ingediend adres bij de
toen in functie zijnde raadsleden geen gunstig
onthaal mocht ontvangen, meen ik thans, nu
van de 7 raadsleden 3 leden zijn vervangen
en verwisseling van Burgemeester heeft
plaats gehad, nogmaals, thans niet met een
adres, maar persoonlijk, eene poging te mogen
wagen om de verdeeling van het kiesdistrict
in stemdistricten met uwe hulp tot stand te
brengen.
Ik reken daarbij vooral op den steun van
u, mijnheer de Voorz. U toch zal als eerste
burger der gemeente, het belang van vele
Gemeentenaren wel mede willen helpen be
vorderen.
Ik wensch voorop te stellen, dat alleen
uit een billijkheidsoogpunt dit punt door mij
aan de orde wordt gesteld.
"Wat toch is het geval? Onze gemeente telt
389 kiezers, waarvan een 140 te Kolhorn en
in den Waardpolder woonachtig zijn. Nu is
het, dunkt mij, en ik hoop dat deze meening
door u allen wordt gedeeld, hoogst billijk, dat,
waar J/5 der kiezers in eene gemeente, in een
buurtschap, wonen en aldaar een gunstige
gelegenheid bestaat een stembureau te stich
ten, daartoe over te gaan.
Het is toch voor de kiezers van groot be
lang, rekening te houden met uitsparing van
tijdverlies en kosten, en waartoe dient anders
die aan ons college in art. 6 der Gemeente
wet toegekende bevoegdheid
Die bepaling toch is gemaakt om gemeen
ten, die daarvoor geschikt zijn en er behoefte
aan hebben, te verdeelen in stemdistricten.
Dit is terecht begrepen door verschillende
naburige gemeenten, als te Heer Hugowaard,
Haringcarspel, Zijpe en Midwoud, waar respec
tievelijk 4 en 2 stemdistricten gevestigd zijn.
De laatste gemeente kunnen wij als voor
beeld nemen de gemeente Midwoud toch,
bestaande uit Midwoud en Oostwoud, telt
1016 inwoners, terwijl het zielental van onze
gemeente 1987 bedraagt, dus hijna tweemaal
zooveel.
Bij de afwijzing van het indertijd inge
diende adres werden bij de behandeling in
den raad de volgende motieven opgegeven
te hooge kosten, geen lokaal, en verdeeldheid
en verwijdering tusschen de gemeentenaren.
Wat de kosten betreft, hieromtrent heb ik
inlichtingen ingewonnen te Haringcarspel
deze zullen niet hooger stijgen dan tot f 10.
Maar is dit bodrag te vergelijken met het
groote voordeel, dat uitgewonnen wordt door
uitsparing van tijdverlies voor 2/s van de
kiezers in de gemeente en tevens, wat levert
het niet een groot gemak op voor hen, een
scembureau in hun midden te hebben.
Het lokaal behoeft eveneens geen be
zwaar te zijn. De consistoriekamer der Neder-
duitseh Hervormde Gemeente werd inder
tijd welwillend ter beschikking gesteld,
terwijl in de straks door mij genoemde ge
meenten, de schoollokalen daarvoor worden
gebruikt. Dat hiertegen van regeeringswege
geen bezwaar kan bestaan, blijkt uit een
door de regeering gegeven modelverorde
ning, waar schoollokalen als plaatsen voor het
zitting nemen van stembureau* worden aan
gegeven, wat hier niet noodig is. En wat de
verdeeldheid en verwijdering betreftmaar,
werken, 8cht uren plezier, acht uren slaap."
„Eu dat hebt ge nu ook voor uzelt in
toepassing gebracht vroeg Durban. „Wat
zegt uw vrouw daarvan
„Niet zoo geheel en al," lachte Wall
raven, „ik sta nog aan het begin van die
nieuwe loopbaan. En het zou voor myn
vrouw niet goed zij'n, als men iny in dans
huizen en caté-chantants zag. En juist met
het oog op mijn vrouw gaat dat ook niet.
Maar zulk een klein avontuurtje, dat kan
men zich wel permitteeren."
Zy waren de Diergaardestraat langs ge
gaan en Wallraven riep nu een rytuig aan.
„Wit ge?" vroeg hy aan Durban.
„Waarheen dan
„Naar het Noordertheater. Ik ken daar
een kleine blondine
Durban maakte een verschrikte beweging.
„Maar lieve vriend," lachte Wa'lraven.
„uw fantasie voert u te ver. Het kleine
ding gaat nooit anders dan in gezelschap
van mama uit. Wy zullen dus kalmpjes
een souper gebruikon, hoogst netjes. Waarom
zal ik mijn dor hoofd niet een weinig op-
irisschen bij het gezellig gebabbel van dat
lieve blondje?"
Durban weifelde nog Bij hem ia de stad
was het geen gewoonte, dat overwerkte
geleerden zich in gesprekken met blonde
dametjes en tooneelspeelsters weer wat
optrischten.
„Ik zal u er onderweg wel meer van
zeggen," overreedde Wallraven.
Hy wilde Durban gaarne mede hebben.
Dan was mevrouw Linstadt bezorgd. Dezo
Durban praatte onophoudelijk. Zoodoende
zou hy niet merken, hoe slecht ontwikkeld
die vrouw was. „De kleine blondine wordt
door haar moeder steeds er op gewezen,
j met haar deugd te speculeeren Ik
doorzie die oude damezy wil een goede
party voor haar mooi dochtertje het is
wel eens gezellig, het gedoe dier oude dame
gade te slaan. Slechts by den burgemeester
wordt mijn dochter de uwe, redeneert do
oude dame. En ik ben gehuwd. Dus wat
wilt ge meer? De zedelijkheid is gegaran
deerd. Je kunt dus kalmpjes met ons sou-
peeren, zonder schade voor je ziel."
Na deze toelichting meende Durban niet
langer te behoeven te weigeren.
De heeren stapten in het rytuig en reden
weg.
HOOFDSTUK IV.
Wigus had de reis naar huis aanvaard.
De avonduren met Siddy waren nog
zeer bewogen geweest.
Om de eene of andere reden, die hij zelf
niet heel goed begreep, had hij Sidcly
verzwegen, dat hy mededeeling van hunne
verloving had gedaan. De mededeeling
was ook eigenlijk maar half gewoest. Hij
had noch den naam, noch den stand van
zyn verloofde genoemd. Misschien zou
Siddy dat wel kwalijk hebben go-
nomen. Enfin, hy had gezwegen.
Zy echter toonde een vertrouwelijkheid
en teederheid, zooels zij dat nog nooit hr.d
gedaan. Hy moest nog met haar mede
gaan naar haar moeder. En de vrouwen
putten zich uit in bewijzen van deelneming
en medelijden met wat hem aanstonds
thuis stond te wachten.
En hij, geheel buiten zijn gewone doen
door alles, wat er dien dag gepasseerd
was, genoot van haar teederheid, als eon
verkleumde van de warmte,
WORDT VERVOLGD.