Donderdag 9 September 1903.
47ste Jaargang No. 3869.
Artikel 12 Veiligheidswet.
INGEZONDEN.
Kalkbemesting.
FEUILLETON.
Biimenlandsch Nieuws.
SANT
AiitriMiit- UiilimlM
Gemeente Schagen.
BEKENDMAKINGEN.
o—o
De Burgemeester a.i. der gemeente Schagen
Overwegende, dat verscheidene hoofden en bestuur- i
ders van inrichtingen, waarin eenige tf>k van fabrieks-
of handwerksnijverheid wordt uitgeoefend, in de
meening verkeeren, dat zy indien in hun bedryf
aan een persoon een ongeval is overkomen, waarvan
ingevolge artikel 12 der Veiligheidswet eene schrif
telijke kennisgeving aan den Burgemeester der
gemeente, waar het ongeval plaats had> moet worden
gezonden aan het bepaalde in genoemd artikel
niet meer hebben te voldoen, maar kunnen volstaan
met het doen eener aangifte ingevolge artikel 61 der
Ongevallenwet 1901
Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat artikel
12 van de Veiligheidswet nog steeds van kracht is
en dat zij, die aan het daar bepaalde niet voldoen,
zich blootstellen aan het gevaar van eene strafver
volging.
Schagen, 8 September 1903.
Ue Burgemeester a.i.,
P. BUIS Jz.
(Niet geplaatste ingezonden stukken worden
nimmer teruggegeven.)
Mijnheer de Redacteur
Naar aanleiding van het kortelings in vele
Provinciale bladen cmder bovenstaand opschrift
voorkomend artikel van den Weled. Heer
C. Nobel, Rijkslandbouwleeraar te Schagen,
verzoek ik U beleefd om eenige plaatsruimte,
teneinde dit voor den landbouw niet onbelang
rijke punt nogmaals aan een beschouwing te
onderwerpen. Het oordeel toch van den ge-
achten inzender is m. i. z. niet in alle deelen
in overeenstemming met betgeen het gebruik
van kalk in de praktijk ons leert, terwijl het
resumé, aangevende geen groote hoeveel
heden kalk te koopen, voordat met een kleine
hoeveelheid eerst een proef is genomen, mij
voor vele bezitters van zure of styve gronden
geen gelukkige en voordeelige raad schijnt.
De opmerking, als zou door kunstmest-
handelaars of hunne agenten het gebruik van
kalk steeds worden aanbevolen voorgronden,
die niet opbruisen bij overgieting met zout
zuur, is niet zonder reden, en daarbij onge
twijfeld grootendeels te danken aan de
redeneeringen, welke tot heden door heeren
Landbouwleeraren en andere deskundigen zijn
gegeven. Dat het aanbrengen van koolzure
kalk vaak ten opzichte van de behoefte der
plant aan het element calcium op vele gron
den door de aanwezigheid van zwavelzure of
phosphorzure kalk onnoodig is, zal ik niet
betwisten dat het aanbrengen van kalk op
alle gronden niet voordeelig is, meen ik
echter beslist te kunnen ontkennen. Bewijzen
hiervoor heeft de heer N. dan ook zelf
onderschreven in de verslagen der Rijks
proefvelden in deze Provincie over de jaren
1900, 1901 en 1902.
Trouwens, het zou mij uit eigen ondervin
ding niet moeilijk vallen, adressen van land
bouwers in verschillende deelen van Noord-
Holland, zoowel op zand-, veen- als kleigrond,
te geven, alwaar doelmatig gebruik van kalk
zeer bevredigende uitkomsten heeft gegeven.
Dat deze gunstige uitkomsten nu zijn toe te
schrijven aan het feit, dat er door de bemesting
was gezorgd voor kalk, welke het gewas voor
haar opbouw vereischte, dan wel, dat door de
kalkbemesting een omzetting en losmaking
van ander plantenvoedsel was bewerkt, laat
ik hierbij in het midden.
Wel kan ik hieraan toevoegen, dat,
wanneer mijn raad wordt gevraagd (en dat
gebeurt nog al eens) ik meestal het gebrnik
van kalk aanbeveel: lo. voor ontzuring, 2o. tot
verbetering van de structuur (dus op stijve,
k o o 1 z u r e-kalk-arme gronden), en ten 3o.
voor de teelt van voor hun eigen opbouw
veel kalk eischende gewassen, als erwten,
boonen, klavers, enz. Ook bij de uitlooging
van de schadelijke chloorverbindingen bij
gebruik van ruwe kalizouten schijnt kalk mij
een uitstekende helper, hetwelk ik toeschrijf
aan de vorming van het sterk in water op
losbare chloorcalcium. Eu dat zoodanige raad
geving niet zelden voordeelig was voor da
toepassers, getuige het feit, dat vele land
bouwers in die richting voortgaan.
Waarschijnlijk zal de heer N. twijfelen aan de
juiste zienswijze van zoodanig handelende
landbouwers, en nog de vraag stellen „was
de kalkbemesting. hoewel zichtbaar, ook
winstgevend?" Veroorloof mij, bij voor-
baat daarop te antwoorden, dat zoo elke j
belangstellende weet een boer van elke J
handeling geen rekensommetje maakt. Zon
echter, om slechts een voorbeeld te noemen, j
een bemesting van zuur weiland, waarvoor j
de totale kosten eener kalkbemesting ongeveer
op f 11.per H.A. komen, nog sprake I
kunnen zijn van geen voordeel, wanneer J
door deze bemesting de veelvuldig voor-
komende schadelijke gewassen,, als zuring en
mos, zijn verdreven en plaats hebben gemaakt
voor klavers en grassen Bij bet gebruik in
eigen bedrijf en elders heb ik in die gevallen
nimmer aan het voordeel getwijfeld, en
meen ik tevens te hebben opgemerkt, dat t
grond tamelijk voorzien van koolzure
kalk zich steeds zeer werkzaam betoont,
hetwelk ik meestal toeschrijf aan de gunstige
reactie van andere voedings-olementen, door
die kalkrijkheid bewerkt.
Ten bewijze, dat de zienswijze van den heer
Nobol nog niet algemeen gedeeld kan worden,
zal ik besluiten met een paar mededeelingen,
voorkomende onder bet opschrift„Grepen
uit de Verslagen over de Rijkslaudbouw-
proefvelden" in het „Nieuw Landbouwweek
blad" van 28 Augustus 1903.
Besprekende bet reeds 10 jaar bestaande
proefveld van den heer H. ter Veer te Sloch-
teren, in de prov- Groningen, zegt de inzen
der o. m.In 10 jaren saamgenomen, heeft
volledige kunstmest een mee r-opbrengst
(winst) gegeven boven onbemest van f 814.30
dito (dus volledige bemesting) zonder kalk
f 713.07. De door kalk verkregen unnst was
dus (in 10 jaar) f 101.38.
Bij No. 34 (verslag der Bijkslandbouw-
proefvelden in de prov. Groningen 1902), waar
verschillende kalksoorten waren aan
gewend, verkreeg men positieve resultaten.
Het proefveld bestond uit vier perceelen, ieder
van 2 Are. Het proefgewas was in 1900
wintergerst, in 1901 dikke haveren in 1902
z. g. n. slakerwten. De kalksoorten zijn voor
den eersten en den laatsten keer
aangewend i n den Herfst van 1899.
De oogst van 1902 was dus de derde na de
bekalking.
Op perc. I was geen kalk aangebracht. Op
brengst in 1902 f 262.40. Op perc. II was
160 H.L. gebluscbte kalk aangebracht. Op
brengst in 1902 f 305.60. Op perc. III was
150 H.L. gebluscbte kluitkalk aangebracht.
Opbrengst in 1902 f 322.20. Op perc. IV was
150 H.L. landbouwkalk aangebracht. Opbrengst
in 1902 f 296.40.
De meer-opbrengsten van perceel III waren
zelfs zoodanig, dat de kosten der bekalking
door dezen eenen oogst voor een groot deel
gedekt zijn. Landbouwkalk en meelkalk vol
deden minder goed.
Den 2den October werd bij den derden
keer ploegen de trekkracht opgenomen op
de verschillende perceelen. Evenals voor
twee jaar, werd ook nu weer trekkracht
verlaging door de bekalking geconsta
teerd. Stelde men de trekkracht op perceel I
(het onbekalkte) per c.M2. voor doorsnede in
K.G. op 100, dan is die op perceel II 82, op
perc. III 89.2 en op perc. IV 89.6.
Met zoodanige gegevens voor ons, zullen
vele lezers het zeker met mij eens zijD, dat
er reden bestaat om aan bet volkomen
juiste van de beweringen van den heer Nobel
alsnog te twijfelen.
luisters.
Roman van
IDA BOY-ED.
00000
TT, mijnbeer de Red., beleefd dankend voor
de plaatsing,
Hoogachtend,
UEd. dw.
Alkmaar. C. BEST.
Andere bladeu, welke het artikel van
den heer N. opnamen, worden beleefd
verzocht, bovenstaande ook over te nemen.
In WAARD EN GROET heeft
men met de prachtige dagen, die achter den
rug liggen, gewoekerd. Er is een enorme
werkkracht ontwikkeld. Het losgemaakte
zaad is zoo goed als binnen. De graan-
schelven in de nabijheid der boerderijen ver
menigvuldigen zich bij den dag, en een
groot deel der arbeiders, die door het aan
houdend natte zomerweer geregeld moesten
verzuimen, vinden thans gelegenheid, iets van
de geleden schade in te halen Iedereen komt
dit weer ten goede.
De aardappeloogst in de polders valt tegen,
ja, is zelfs bijzonder slecht; zóó slecht, dat
enkelen geen eens tot rooien overgaan.De ziekte
heeft hier en daar gebeele akkers verwoest.
En waar er nog iets van te recht komt, laat
de kwaliteit te wenscben over. Met aardap
pelen lijkt veel synoniem met goed, en
weinig met slecht. Vergelijk vorige
jaren.
Onder directie van den heer
A. Wijlacker zal tijdens de Kolhornei Kermis
qp Maandag den 14den dezer opgevoerd wor
den: „Mottige Janus".
Ook den volgenden avond, als het Fanfare
corps „De Eendracht" een uitvoering geeft,
zal de muziek door tooneelstukjes
afgewisseld worden. Behalve „Het Geheim
van Mevrouw" als nastukje, gaat er nog een
drama in drie bedrijven, getiteld: „Arthur de
Beaumont, de Eranctireur van Neufville."
De kermis zal besloten worden met een
Kolf- en Biljartwedstrijd op Woensdag
den 16en.
Zondag 6 September werd
te KOEGRAS bij den heer J. Stadegaard een
barddraverij gehouden van paarden onder den
man, die nog nooit een prys van f25 hadden
gewonnen. 14 Paarden namen er aan deze
harddraverij deel.
De 1ste prijs f 25 werd gewonnen door
Vos van den heer C. Blaauboer te Anna
Paulowna, pikeur de eigenaar; 2de prijs f 10
door Rosa van den heer C. Hoedjes te Zijpe,
pikeur de eigenaar, en de 3de prijs f 5 door
Fannie van deu heer Jn. Brak te Zype,
pikeur de heer K. de Wit. Er was zeer veel
publiek aanwezig.
Tot waarnemend hoofd der
o. 1. school te PETTEN is benoemd de heer
Kooistra, die deze betrekking denkelijk tot
1 Dec. a. s. zal vervullen.
SIJBECARSPEL7 September.
Mr. C. B. Donker, burgemeester dezer ge
meente, heeft in de laatste raadszitting den
leden medegedeeld, dat hij voornemens is zich
in de omstreken van Haarlem metterwoon
te vestigen, doch dat zijn notariskantoor alhier
blijft. Waar de tegenwoordige reisgelegen-
heden zoo gunstig zijn, en hij gehecht is aan
deze gemeente, zijn geboortedorp, legde hij
den Raad de vraag voor, of deze er iets tegen
bad, dat hij burgemeester bleef. De Raad had
hiertegen geen bezwaar, zoodat mr. Donker
te gelegener tijd aan II. M. de Koningin een
desbetreffend verzoek zal richten.
In de Staatscourant staan
opgenomen de gewijzigde statuten van de
afdeeling NIEUWE NIEDORP van „Het
Witte Kruis."
Te ANNA PAULOWNA was Za
terdagavond, in 't lokaal van den heer Volder,
een vergadering belegd door de Commissie voor
de Weerstandskas der Schager Kaasmarkt.
Het aantal bezoekers was echter zoo gering,
dat de vergadering niet doorging.
Da's heel erg!
Het Anker ontvangt van iemand aan boord
van bet wachtschip te Willemsoord te DEN
HELDER een opgave v»n straffen, daar aan
boord uitgedeeld van 1 tot 31 Augustus
Weggejaagd wegens anti-militairo karakter
eigenschappen 3 personen.
Voor wangedrag 7 personen.
Gevangenisstraf voor diefstal 1 persoon
8 maandenvoor diefstal 1 persoon 6 maan
den voor desertie 1 persoon 4 maanden voor
insubordinatie 1 persoon 3 maandon. Totaal
21 maanden.
Aan 31 personen 82 dagen provoost op
water en broodaan 12 personen 114 dagen
provoost, om den derden dag gewone voe
ding. Totaal 196 dagen.
Aan 27 personen 209 dagen strafdienst met
inhouding van halve soldijaan 80 personen
243 dagen strafdienst zonder inhouding van
halve soldij. Totaal 462 dagen.
Aan 45 personen 160 dagen scheepsarrest.
Aan 1 persoon 2 maanden strafklasse.
Naar Transvaal.
Voor eenige weken was te HAARLEM de
heer Erasmus uit Transvaal, die door bemid
deling van den heer A. A v. d. Berg een
60-tal paarden kocht. Die dieren zijn van
Haarlem naar Antwerpen gezonden, om daar
met een koppel koeien, waaronder er zijn
van f 600, naar Zuid-Afrika ingescheept te
worden. Ter begeleiding gaan mede twee
Haarlemmers, een zoon van een hoefsmid en
dan een door de Aprilstaking werkeloos
geworden machinebankwerker, die daar bun
geluk gaan beproeven.
In den nacht van Vrijdag op
Zaterdag heeft er een ernstig spoorwegongeluk
bij BOXTEL plaats gehad.
De goederentrein no. 1207, komende van
Utrecht, liep 's nachts omstreeks 1 uur, ver
moedelijk door verkeerden wisselstand, op
den stilstaanden goederentrein no. 1485, be
stemd voor Tilburg. De botsing had plaats
vlak bij het station Boxtel, aan de noordzijde.
Niettegenstaande de trein, die binnenkwam,
reeds remde en de andere trein stilstond,
werden een zestal wagens beschadigd, waar
door eenige sporen versperd werden. De
wagens zijn op en in elkaar geschoven en
enkele gedeeltelijk versplinterd. Toch is de
inateriëele schade betrekkelijk niet groot.
Het ongeval is dus vrij goed afge-
loopen, maar het heeft toch een menschen-
leven gekost. De conducteur 't Hooft, een ge
huwd man uit Utrecht, dienst doende op den
goederentrein no. 1207, werd gedood. De
ongelukkige heeft vermoedelijk willen sprin
gen uit den wagen, waarin hij zich bevond,
en is toen beklemd geraakt tusscken de deu
ren van den wagen. Het overige personeel
kwam vrijwel met den schrik vrij. Alleen do
conducteur Sips brak een been. Hij is opge
nomen in het ziekenhuis te Boxtel. Het
machine-personeel kwam er ook goed af,
terwijl op den goederentrein no. 1485 nog
geen treinpersoneel was.
W oestaards!
De passagiers van de stoomboot „De Vol
harding X" hadden Maandagavond een angstig
j oogenblik. Te UITHOORN waren twee
werklui op de boot gestapt, verregaand dron
ken. Een hunner, wiens pet afwoei, wilde in
den Amstel springen om zijn hoofddeksel
terug te krijgen, doch werd daurin belet door
een toevallig op de boot zijnd gomeenteveld-
j wachter en een marechaussee. Nu ontstond
een formeel gevecht, waarin zich ook andore
passagiers mengden, omdat de krachten der
j politiemannen bij lange na niet voldoende
warbn- om die forsche, verwoede dronkeliedon
te temmen. Te Nessersluis legde de boot aan,
men zou zien, zich van de lastposten te ont
doen. Evenwel, dit was eerder gezegd dan
gedaan. Een oud heer, die ook wilde helpen,
kreeg van een der dronkaards een vuistslag
i in 't gelaat, dat het bloed hem uit neuB en
mond stroomde. Dit scheen op alle passagiers
zulk een uitwerking te hebben, dat zij allen,
als één man, zich wierpen cp de woestelingen,
zoodat men met vereende krachten er in
slaagde zich van hen te ontdoen. Doch ook
toen was 't nog niet veilig. Zij namen klinkers
van de beschoeiing en bombardeerden vanaf den
wal de langzaam voortstoomende boot. In een
oogwenk was het dek schoongeveegd; gelukkig
werd niemand der passagiers gekwetst. De
stuurman, die natuurlijk op zijn post moest
blijven, werd al spoedig het mikpunt. Doch
ook deze kwam met den schrik vrij. Toen
men goed en wel buiten de steenworpen was,
kwam alle'man weer aan dek, en werd door
den gemeenteveldwachter Conijn van Uithoorn
procesverbaal opgemaakt. De namen der
woestelingen zijn bekend.
Een nieuwe zwendel-trnc!
De volgende advertentie komt de laatste
dagen in verschillende bladen voor
„Huwelijk wenscht huiselijk opgevoede
Dame, 20 jaar, vermogen 30.000 Mark. Hee
ren, ook onvermogend, maar met goed ka
rakter, ontvangen nadere inlichtingen en
portret van Gliickstern, Berlijn S 47."
Een inzender in het Utr. Dagbl. schryft
nu het volgende
„Vermoedende, dat het zwendel was, ver
zocht ik een mijner kennissen, daarop te
willen schrijven al spoedig ontving hij een
schrijven terug, dat binnenkort de monster
collectie vrouwenportretten zonde volgen,
waaruit men zich slechts een tronwe levens
gezellin met 30.000 Mark te kiezen had.
„Inderdaad komt die collectie aan in den
vorm van een aangeteekenden brief en nu
kómt de truc zonder f 8 te storten, wordt
deze brief niet afgegeven.
„Op de vraag aan den postambtenaar, of
er nog meer brieven aangekomen waren,
kreeg hy ten antwoord ja, nog al.
„Men zij gewaarschuwdm. i. is het geld
gewoon in het water gegooid."
Door de Landbouwvereeni-
ging „De Eendracht" te OUDKARSPEL zal
in vereeniging met de afdeeling Noord-Schar-
woude der Naamlooze Landbouw- en Handels
vereniging Langedijk en omstreken [bij
voldoende deelneming] dezen winter een
Landbouwcursus worden geopend, waaraan
door den heer Porte, te Winkel onderwijs
zal worden gegeven.
Men seint uit AMSTERDAM
Een zonderling drama kwam hier aan 't
licht. Sedert 2 Augustus jl. was een woning
der derde verdieping in de Perdinand Bol
straat bij de eerste Jan van der Heydenstraat
verhuurd aan een persoon, die echter sinds
dat tijdstip niets meer van zich liet hooren.
Toen zich een huurster voor deze woning
opdeed, begaf de eigenaar zich met de juf
frouw naar het perceel, om de localiteit in
oogenscbouw te nemen. Ook de beide benedeu-
etages, die niet verhuurd waren, werden be
zichtigd, en daarbij reeds deed een verdachte
geur hunne reukorganen onaangenaam aan.
Boven gekomen, werd die lucht zelfs verpes
tend, en bij het openen eener kast zag de
huurster 't eerst een mannenlyk in verre-
gaanden staat van ontbinding liggen. Bij
nader onderzoek bleek, dat de betrekkelijk
jonge man door ophanging een einde aan zijn
leven had gemaakt, en dat het koord om den
hals reeds vergaan was.
De politie-agent, die het eerst een onderzoek
in loco instelde, bevond op het lijk o. a. een
gouden horloge met dito ketting.
Onder toeloop van een groot aantal nieuws
gierigen werd het lijk in een mand naar
beneden gelaten en naar 't gasthuis vervoerd.
Da zaak ligt nog in bet duister.
Historisch.
Aan een tramstation, lijn Denekamp—Gro-
nau. Passagiers zijn ingestapt. Chef geeft
teeken tot vertrek, fluit gilt, weg snort de
trein. Chef vindt een vergeten pakje, ijlt
naar den wisselwachter, overhandigt het hem
met de boodschap den trein na te snellen.
Wisselwachter kent zijn plicht, loopt, draaft,
meent te vallen, duikelt weer op, maar is
voor de eerste halte in staat het pakje ter
juister plaatse af te geven. Dankbaar applaus
van 't reizend publiek. Wissel wachter afl
Trein vliegt verder.
i3.
Was dat Lena, zijn zuster, evenals hij
het kind zijner moeder
Ja, zy was met hem verbonden door de
hechtste bandenWant hij, hij was
ook de zoon van dien Hennegall, die
De moeder kwam met de blikken koffie
kan binnen.
„Het is mij juist ingevallen, dat we aan
Machin en Sophie een telegram moeten
zenden."
„God moeder, dat kost weer veertig cent
En kómen doen ze toch niet. En of ze het
dan een weinig eerder of later hooren
zeide Lena en doopte haar zemelenkoek
in de koffie.
„Denkt ge, dat ze niet zullen komen
vroeg de moeder twyfolend. Zy begreep
niet, dat deze gewichtige gebeurtenis in
ba&r leven, ook niet voor de anderen zoo
gewichtig zyn zou, en al het andere daar
voor zou wjjken. Sophie moest toch ver
langen hebben
Wanneer je vader sterft
Lena haalde de schouders op.
„De reis kost voor twee personen wel
viji-en-twintig mark. En dan, u kent Frits,
hoe zuinig hij is. Wat moet die hier voor
een rol spelen En zou hy zijn principaal
om verlof moeten vragen voor de begrafenis
van zyn schoonvader Wel, dan vraagt de
patroon,bloot uit beleefdheid, waar die woont
en hoe hij heet. En dan moet Frits zeggen
die Hennegall is het, over wien ge in de
courant lezen kunt. Want het staat ook in
Breslau in de bladen. En een dergelijke
schande heeft Frits liever niet, juist nu hij
onderhandelt over die nieuwe betrekking
in Berlijn. Neen, dan kent ge Frits niet,
moeder. Als een muis zoo stil zal hij zijn."
„Zwijg toch zwijg tocjiriep Wigus
uit. Hij wierp zich neer in den hoek van
de sofa en verborg het gelaat in zijn armen.
Weende hij
Het scheen, als deed hij moeite zijn snik
ken te onderdrukken.
Zijn schouders bewogen zich
Lena en haar moeder keken elkaar aan.
Wat had hij nu Waarom schreeuwde hjj
zoo Zijn zuster had toch de dingen zonne
klaar behandeld. Bespottelijk 1
Maar de moeder, ofschoon ze hem niet
geheel begreep, ging stil naar hem toe.
Zacht, zacht streelde zy hem over het
haar, zooals ze eens gedaan had, toen hij
als knaap zoo leed en mompelde daarbij:
„Zoo zoo -- zoo!"
Zijn schouders schokten heftiger.
Dan na een paar minuten, greep hij naar
de ruwe hand en drukte die vast tegen
zyn gelaat.
En de moeder voelde zijn tranen.
Maar zy zeide geen woord daarover.
Dapper drukte zij haar tranen terug. Zij
mocht nu niet weenen, sterk zijn
En met zachte, lieve stem, bescher
mend, troostend, zeide zij „Mijn jongen
mijn lieve, oude jongen
Een uur later deed Wigus Hennegall een
moeilyken gang.
O, hij voelde nu zoo duidelijk, dat zijn
kluisters eindeloos zwaar waren en de schal
men zoo aan elkaai gesmeed, dat verbreken
onmogelijk was. Hij hoopte nu ook niet
meer, zooals een paar dagen terug, zich van
zijn kluisters te kunnen ontdoen.
Maar hij moest nu toch weten, of hy een
slaaf was. Of hij zijn leven verkocht had.
Of die man, dien men edel noemde en die
misschien slechts een droomer was, óók van
hem verwachtte, dat hij zijns vaders misdaad
goed zou maken.
En toen hij daar zoo heenstapte, kwam
de gedachte in hem op, dat'dat misschien
nog het beste was.
Dan leefde hij weliswaar in de ver
nederende schaduw van zijns vaders schuld,
maar zyn leven en toekomst waren toch zeker.
Hij zou dan een eenvoudig man zijn, dien
men niet met vuil zou gooien, omdat hij
niets groots van het leven eischte en der
halve ook niemand wangunstig maakte. Een
man zou bij zyn, aan wiens voelen men
niet moedwillig halfvergeten graven weder
zou openbreken, om zijn schande aan het
licht te brengen. Een stille man. Een werk-
slaaf meer onder de millioenen.
Beschermende handen zouden hem dan
door het leven helpen. Hij stapte midden
in de menigte voort, onopgemerkt, met haar
voortgeschoven, een klein deel van haar,
het zekere pad langs. Een deel van
dien grooten hoop, die zichzelf beschermt,
omdat het een groote hoop is.
En Wigus Hennegall verloochende zich,
tegenover zichzelf. Hij voelde op dit oogen
blik het vuur niet, dat er in hem brandde
en daarom dacht hij, dat de gloed verstikt
was.
Zyn eergierigheid die vurige begeerte
naar wetenschap die gloeiende vonken
deed uitspatten dat groot verlangen om
omhoog te stijgen en anderen, die in traag
heid volhardden, met zich meê te sleepen
dat alles was nu uitgedoofd.
Hij liep den weg zooals vroeger, door de
poort naar Schradin's fabriek. Hij zag een
klein wit huisje met aardig tuintje. Vroeger
had hij het nooit opgemerkt. Het zag er
lief uit, met groen begroeid Een idylle,
zoo vertrouwelijk en lachend.
En toen dacht hij aan Siddy
Het werd hem warm om het hart. Daar
met Siddy wonen I Het zoete, lieve wijfje
bij zich, altijd Voor Siddy had hij zich
om die vlek op zijn naam niet te schamen.
Zij zelf was van geringe afkomst. De ver
nedering voor haar bleef hem bespaard
Welk een heerlijk troostgevoel was daar
in het verlangen naar Siddy, en zijn be-
i geerte steeg
Hij geloofde dat in haar de verzoening
met zyn lot, de schadeloosstelling voor al
zijn leed, lag.
Met stijgenden moed stapte hij voort.
Hij wist nu, wat hij zeggen wilde.
De man, die hem open deed, was de oude
factotum der fabriek, een kleine bochel.
Wigus herkende hem dadelyk.
Doch de man herkende kèm niet, maar
keek met vooruitgestoken hoofd en dicht
geknepen oogen scherp naar hem. Hij had
namelyk een eigenaardigen kijk op menschen
en wi3t zijn meester steeds te zeggen een
klant, een reiziger, enz., enz.
Wigus wist, dat na het gebeurde van de
laatste dagen het hooren van zijn naam
I sensatie verwekken moest en dat de oude
dadelijk de fabriek zou binnenloopen om te
vertellen- „de zoon van Hennegall is er."
Een seconde aarzelde hij. Toen hief hij
het hooid op „Zeg uw meester, dat Doctor
Wigus Hennegall hem wenscht te spreken."
Hoe bedaard en eenvoudig het ook
werd gezegd, de oude factotum durfde toch
niets te laten blijken.
„Mijnheer vraagt, of u binnen wilt komen,"
vroeg hij, een paar minuten later terug
komende.
Hij liep voor Wigus uit. Doch niet naar
het kleine kantoorin zijn woonkamer
wilde mijnheer hem ontvangen. Deze lag
boven het kantoor, één trap op. Wigus moest
in de woonkamer wachten. Deze had wel iets
van een museum. Alle wanden hingen vol
met oude, antieke zaken.
Wigus liep op en neer, bekeek allerlei
vreemde diDgen, liep eens naar het venster,
zag naar buiten. Schradin liet lang op zich
wachten. Hoe vernederend! Maar wat kon
hem hier in de toekomst ook anders
wachten als vernedering op vernedering
Nu kwam Schradin eindelijkaarzelend,
met onzekere bewegingen, sloot hij de
deur achter zich.
En toen Wigus Hennegall deö gryzen man
op zich zag toekomen en tevergeefs zijn
ontwijkenden blik trachtte te onmoeten, toen
wist hy ook op eenmaalSchradin heett
zich angstig gemaakt voor de ontmoeting
tusschen ons, omdat het hem hoogst
onaangenaam was, iemaDd te zien die zich
schaamdeDaarom had bij zoo lang
geaarzeld, do kamer binnen te treden.
WORDT VERVOLGD.