Donderdag 9 September 1903. 47ste Jaargang No. 3869. Artikel 12 Veiligheidswet. INGEZONDEN. Kalkbemesting. FEUILLETON. Biimenlandsch Nieuws. SANT AiitriMiit- UiilimlM Gemeente Schagen. BEKENDMAKINGEN. o—o De Burgemeester a.i. der gemeente Schagen Overwegende, dat verscheidene hoofden en bestuur- i ders van inrichtingen, waarin eenige tf>k van fabrieks- of handwerksnijverheid wordt uitgeoefend, in de meening verkeeren, dat zy indien in hun bedryf aan een persoon een ongeval is overkomen, waarvan ingevolge artikel 12 der Veiligheidswet eene schrif telijke kennisgeving aan den Burgemeester der gemeente, waar het ongeval plaats had> moet worden gezonden aan het bepaalde in genoemd artikel niet meer hebben te voldoen, maar kunnen volstaan met het doen eener aangifte ingevolge artikel 61 der Ongevallenwet 1901 Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat artikel 12 van de Veiligheidswet nog steeds van kracht is en dat zij, die aan het daar bepaalde niet voldoen, zich blootstellen aan het gevaar van eene strafver volging. Schagen, 8 September 1903. Ue Burgemeester a.i., P. BUIS Jz. (Niet geplaatste ingezonden stukken worden nimmer teruggegeven.) Mijnheer de Redacteur Naar aanleiding van het kortelings in vele Provinciale bladen cmder bovenstaand opschrift voorkomend artikel van den Weled. Heer C. Nobel, Rijkslandbouwleeraar te Schagen, verzoek ik U beleefd om eenige plaatsruimte, teneinde dit voor den landbouw niet onbelang rijke punt nogmaals aan een beschouwing te onderwerpen. Het oordeel toch van den ge- achten inzender is m. i. z. niet in alle deelen in overeenstemming met betgeen het gebruik van kalk in de praktijk ons leert, terwijl het resumé, aangevende geen groote hoeveel heden kalk te koopen, voordat met een kleine hoeveelheid eerst een proef is genomen, mij voor vele bezitters van zure of styve gronden geen gelukkige en voordeelige raad schijnt. De opmerking, als zou door kunstmest- handelaars of hunne agenten het gebruik van kalk steeds worden aanbevolen voorgronden, die niet opbruisen bij overgieting met zout zuur, is niet zonder reden, en daarbij onge twijfeld grootendeels te danken aan de redeneeringen, welke tot heden door heeren Landbouwleeraren en andere deskundigen zijn gegeven. Dat het aanbrengen van koolzure kalk vaak ten opzichte van de behoefte der plant aan het element calcium op vele gron den door de aanwezigheid van zwavelzure of phosphorzure kalk onnoodig is, zal ik niet betwisten dat het aanbrengen van kalk op alle gronden niet voordeelig is, meen ik echter beslist te kunnen ontkennen. Bewijzen hiervoor heeft de heer N. dan ook zelf onderschreven in de verslagen der Rijks proefvelden in deze Provincie over de jaren 1900, 1901 en 1902. Trouwens, het zou mij uit eigen ondervin ding niet moeilijk vallen, adressen van land bouwers in verschillende deelen van Noord- Holland, zoowel op zand-, veen- als kleigrond, te geven, alwaar doelmatig gebruik van kalk zeer bevredigende uitkomsten heeft gegeven. Dat deze gunstige uitkomsten nu zijn toe te schrijven aan het feit, dat er door de bemesting was gezorgd voor kalk, welke het gewas voor haar opbouw vereischte, dan wel, dat door de kalkbemesting een omzetting en losmaking van ander plantenvoedsel was bewerkt, laat ik hierbij in het midden. Wel kan ik hieraan toevoegen, dat, wanneer mijn raad wordt gevraagd (en dat gebeurt nog al eens) ik meestal het gebrnik van kalk aanbeveel: lo. voor ontzuring, 2o. tot verbetering van de structuur (dus op stijve, k o o 1 z u r e-kalk-arme gronden), en ten 3o. voor de teelt van voor hun eigen opbouw veel kalk eischende gewassen, als erwten, boonen, klavers, enz. Ook bij de uitlooging van de schadelijke chloorverbindingen bij gebruik van ruwe kalizouten schijnt kalk mij een uitstekende helper, hetwelk ik toeschrijf aan de vorming van het sterk in water op losbare chloorcalcium. Eu dat zoodanige raad geving niet zelden voordeelig was voor da toepassers, getuige het feit, dat vele land bouwers in die richting voortgaan. Waarschijnlijk zal de heer N. twijfelen aan de juiste zienswijze van zoodanig handelende landbouwers, en nog de vraag stellen „was de kalkbemesting. hoewel zichtbaar, ook winstgevend?" Veroorloof mij, bij voor- baat daarop te antwoorden, dat zoo elke j belangstellende weet een boer van elke J handeling geen rekensommetje maakt. Zon echter, om slechts een voorbeeld te noemen, j een bemesting van zuur weiland, waarvoor j de totale kosten eener kalkbemesting ongeveer op f 11.per H.A. komen, nog sprake I kunnen zijn van geen voordeel, wanneer J door deze bemesting de veelvuldig voor- komende schadelijke gewassen,, als zuring en mos, zijn verdreven en plaats hebben gemaakt voor klavers en grassen Bij bet gebruik in eigen bedrijf en elders heb ik in die gevallen nimmer aan het voordeel getwijfeld, en meen ik tevens te hebben opgemerkt, dat t grond tamelijk voorzien van koolzure kalk zich steeds zeer werkzaam betoont, hetwelk ik meestal toeschrijf aan de gunstige reactie van andere voedings-olementen, door die kalkrijkheid bewerkt. Ten bewijze, dat de zienswijze van den heer Nobol nog niet algemeen gedeeld kan worden, zal ik besluiten met een paar mededeelingen, voorkomende onder bet opschrift„Grepen uit de Verslagen over de Rijkslaudbouw- proefvelden" in het „Nieuw Landbouwweek blad" van 28 Augustus 1903. Besprekende bet reeds 10 jaar bestaande proefveld van den heer H. ter Veer te Sloch- teren, in de prov- Groningen, zegt de inzen der o. m.In 10 jaren saamgenomen, heeft volledige kunstmest een mee r-opbrengst (winst) gegeven boven onbemest van f 814.30 dito (dus volledige bemesting) zonder kalk f 713.07. De door kalk verkregen unnst was dus (in 10 jaar) f 101.38. Bij No. 34 (verslag der Bijkslandbouw- proefvelden in de prov. Groningen 1902), waar verschillende kalksoorten waren aan gewend, verkreeg men positieve resultaten. Het proefveld bestond uit vier perceelen, ieder van 2 Are. Het proefgewas was in 1900 wintergerst, in 1901 dikke haveren in 1902 z. g. n. slakerwten. De kalksoorten zijn voor den eersten en den laatsten keer aangewend i n den Herfst van 1899. De oogst van 1902 was dus de derde na de bekalking. Op perc. I was geen kalk aangebracht. Op brengst in 1902 f 262.40. Op perc. II was 160 H.L. gebluscbte kalk aangebracht. Op brengst in 1902 f 305.60. Op perc. III was 150 H.L. gebluscbte kluitkalk aangebracht. Opbrengst in 1902 f 322.20. Op perc. IV was 150 H.L. landbouwkalk aangebracht. Opbrengst in 1902 f 296.40. De meer-opbrengsten van perceel III waren zelfs zoodanig, dat de kosten der bekalking door dezen eenen oogst voor een groot deel gedekt zijn. Landbouwkalk en meelkalk vol deden minder goed. Den 2den October werd bij den derden keer ploegen de trekkracht opgenomen op de verschillende perceelen. Evenals voor twee jaar, werd ook nu weer trekkracht verlaging door de bekalking geconsta teerd. Stelde men de trekkracht op perceel I (het onbekalkte) per c.M2. voor doorsnede in K.G. op 100, dan is die op perceel II 82, op perc. III 89.2 en op perc. IV 89.6. Met zoodanige gegevens voor ons, zullen vele lezers het zeker met mij eens zijD, dat er reden bestaat om aan bet volkomen juiste van de beweringen van den heer Nobel alsnog te twijfelen. luisters. Roman van IDA BOY-ED. 00000 TT, mijnbeer de Red., beleefd dankend voor de plaatsing, Hoogachtend, UEd. dw. Alkmaar. C. BEST. Andere bladeu, welke het artikel van den heer N. opnamen, worden beleefd verzocht, bovenstaande ook over te nemen. In WAARD EN GROET heeft men met de prachtige dagen, die achter den rug liggen, gewoekerd. Er is een enorme werkkracht ontwikkeld. Het losgemaakte zaad is zoo goed als binnen. De graan- schelven in de nabijheid der boerderijen ver menigvuldigen zich bij den dag, en een groot deel der arbeiders, die door het aan houdend natte zomerweer geregeld moesten verzuimen, vinden thans gelegenheid, iets van de geleden schade in te halen Iedereen komt dit weer ten goede. De aardappeloogst in de polders valt tegen, ja, is zelfs bijzonder slecht; zóó slecht, dat enkelen geen eens tot rooien overgaan.De ziekte heeft hier en daar gebeele akkers verwoest. En waar er nog iets van te recht komt, laat de kwaliteit te wenscben over. Met aardap pelen lijkt veel synoniem met goed, en weinig met slecht. Vergelijk vorige jaren. Onder directie van den heer A. Wijlacker zal tijdens de Kolhornei Kermis qp Maandag den 14den dezer opgevoerd wor den: „Mottige Janus". Ook den volgenden avond, als het Fanfare corps „De Eendracht" een uitvoering geeft, zal de muziek door tooneelstukjes afgewisseld worden. Behalve „Het Geheim van Mevrouw" als nastukje, gaat er nog een drama in drie bedrijven, getiteld: „Arthur de Beaumont, de Eranctireur van Neufville." De kermis zal besloten worden met een Kolf- en Biljartwedstrijd op Woensdag den 16en. Zondag 6 September werd te KOEGRAS bij den heer J. Stadegaard een barddraverij gehouden van paarden onder den man, die nog nooit een prys van f25 hadden gewonnen. 14 Paarden namen er aan deze harddraverij deel. De 1ste prijs f 25 werd gewonnen door Vos van den heer C. Blaauboer te Anna Paulowna, pikeur de eigenaar; 2de prijs f 10 door Rosa van den heer C. Hoedjes te Zijpe, pikeur de eigenaar, en de 3de prijs f 5 door Fannie van deu heer Jn. Brak te Zype, pikeur de heer K. de Wit. Er was zeer veel publiek aanwezig. Tot waarnemend hoofd der o. 1. school te PETTEN is benoemd de heer Kooistra, die deze betrekking denkelijk tot 1 Dec. a. s. zal vervullen. SIJBECARSPEL7 September. Mr. C. B. Donker, burgemeester dezer ge meente, heeft in de laatste raadszitting den leden medegedeeld, dat hij voornemens is zich in de omstreken van Haarlem metterwoon te vestigen, doch dat zijn notariskantoor alhier blijft. Waar de tegenwoordige reisgelegen- heden zoo gunstig zijn, en hij gehecht is aan deze gemeente, zijn geboortedorp, legde hij den Raad de vraag voor, of deze er iets tegen bad, dat hij burgemeester bleef. De Raad had hiertegen geen bezwaar, zoodat mr. Donker te gelegener tijd aan II. M. de Koningin een desbetreffend verzoek zal richten. In de Staatscourant staan opgenomen de gewijzigde statuten van de afdeeling NIEUWE NIEDORP van „Het Witte Kruis." Te ANNA PAULOWNA was Za terdagavond, in 't lokaal van den heer Volder, een vergadering belegd door de Commissie voor de Weerstandskas der Schager Kaasmarkt. Het aantal bezoekers was echter zoo gering, dat de vergadering niet doorging. Da's heel erg! Het Anker ontvangt van iemand aan boord van bet wachtschip te Willemsoord te DEN HELDER een opgave v»n straffen, daar aan boord uitgedeeld van 1 tot 31 Augustus Weggejaagd wegens anti-militairo karakter eigenschappen 3 personen. Voor wangedrag 7 personen. Gevangenisstraf voor diefstal 1 persoon 8 maandenvoor diefstal 1 persoon 6 maan den voor desertie 1 persoon 4 maanden voor insubordinatie 1 persoon 3 maandon. Totaal 21 maanden. Aan 31 personen 82 dagen provoost op water en broodaan 12 personen 114 dagen provoost, om den derden dag gewone voe ding. Totaal 196 dagen. Aan 27 personen 209 dagen strafdienst met inhouding van halve soldijaan 80 personen 243 dagen strafdienst zonder inhouding van halve soldij. Totaal 462 dagen. Aan 45 personen 160 dagen scheepsarrest. Aan 1 persoon 2 maanden strafklasse. Naar Transvaal. Voor eenige weken was te HAARLEM de heer Erasmus uit Transvaal, die door bemid deling van den heer A. A v. d. Berg een 60-tal paarden kocht. Die dieren zijn van Haarlem naar Antwerpen gezonden, om daar met een koppel koeien, waaronder er zijn van f 600, naar Zuid-Afrika ingescheept te worden. Ter begeleiding gaan mede twee Haarlemmers, een zoon van een hoefsmid en dan een door de Aprilstaking werkeloos geworden machinebankwerker, die daar bun geluk gaan beproeven. In den nacht van Vrijdag op Zaterdag heeft er een ernstig spoorwegongeluk bij BOXTEL plaats gehad. De goederentrein no. 1207, komende van Utrecht, liep 's nachts omstreeks 1 uur, ver moedelijk door verkeerden wisselstand, op den stilstaanden goederentrein no. 1485, be stemd voor Tilburg. De botsing had plaats vlak bij het station Boxtel, aan de noordzijde. Niettegenstaande de trein, die binnenkwam, reeds remde en de andere trein stilstond, werden een zestal wagens beschadigd, waar door eenige sporen versperd werden. De wagens zijn op en in elkaar geschoven en enkele gedeeltelijk versplinterd. Toch is de inateriëele schade betrekkelijk niet groot. Het ongeval is dus vrij goed afge- loopen, maar het heeft toch een menschen- leven gekost. De conducteur 't Hooft, een ge huwd man uit Utrecht, dienst doende op den goederentrein no. 1207, werd gedood. De ongelukkige heeft vermoedelijk willen sprin gen uit den wagen, waarin hij zich bevond, en is toen beklemd geraakt tusscken de deu ren van den wagen. Het overige personeel kwam vrijwel met den schrik vrij. Alleen do conducteur Sips brak een been. Hij is opge nomen in het ziekenhuis te Boxtel. Het machine-personeel kwam er ook goed af, terwijl op den goederentrein no. 1485 nog geen treinpersoneel was. W oestaards! De passagiers van de stoomboot „De Vol harding X" hadden Maandagavond een angstig j oogenblik. Te UITHOORN waren twee werklui op de boot gestapt, verregaand dron ken. Een hunner, wiens pet afwoei, wilde in den Amstel springen om zijn hoofddeksel terug te krijgen, doch werd daurin belet door een toevallig op de boot zijnd gomeenteveld- j wachter en een marechaussee. Nu ontstond een formeel gevecht, waarin zich ook andore passagiers mengden, omdat de krachten der j politiemannen bij lange na niet voldoende warbn- om die forsche, verwoede dronkeliedon te temmen. Te Nessersluis legde de boot aan, men zou zien, zich van de lastposten te ont doen. Evenwel, dit was eerder gezegd dan gedaan. Een oud heer, die ook wilde helpen, kreeg van een der dronkaards een vuistslag i in 't gelaat, dat het bloed hem uit neuB en mond stroomde. Dit scheen op alle passagiers zulk een uitwerking te hebben, dat zij allen, als één man, zich wierpen cp de woestelingen, zoodat men met vereende krachten er in slaagde zich van hen te ontdoen. Doch ook toen was 't nog niet veilig. Zij namen klinkers van de beschoeiing en bombardeerden vanaf den wal de langzaam voortstoomende boot. In een oogwenk was het dek schoongeveegd; gelukkig werd niemand der passagiers gekwetst. De stuurman, die natuurlijk op zijn post moest blijven, werd al spoedig het mikpunt. Doch ook deze kwam met den schrik vrij. Toen men goed en wel buiten de steenworpen was, kwam alle'man weer aan dek, en werd door den gemeenteveldwachter Conijn van Uithoorn procesverbaal opgemaakt. De namen der woestelingen zijn bekend. Een nieuwe zwendel-trnc! De volgende advertentie komt de laatste dagen in verschillende bladen voor „Huwelijk wenscht huiselijk opgevoede Dame, 20 jaar, vermogen 30.000 Mark. Hee ren, ook onvermogend, maar met goed ka rakter, ontvangen nadere inlichtingen en portret van Gliickstern, Berlijn S 47." Een inzender in het Utr. Dagbl. schryft nu het volgende „Vermoedende, dat het zwendel was, ver zocht ik een mijner kennissen, daarop te willen schrijven al spoedig ontving hij een schrijven terug, dat binnenkort de monster collectie vrouwenportretten zonde volgen, waaruit men zich slechts een tronwe levens gezellin met 30.000 Mark te kiezen had. „Inderdaad komt die collectie aan in den vorm van een aangeteekenden brief en nu kómt de truc zonder f 8 te storten, wordt deze brief niet afgegeven. „Op de vraag aan den postambtenaar, of er nog meer brieven aangekomen waren, kreeg hy ten antwoord ja, nog al. „Men zij gewaarschuwdm. i. is het geld gewoon in het water gegooid." Door de Landbouwvereeni- ging „De Eendracht" te OUDKARSPEL zal in vereeniging met de afdeeling Noord-Schar- woude der Naamlooze Landbouw- en Handels vereniging Langedijk en omstreken [bij voldoende deelneming] dezen winter een Landbouwcursus worden geopend, waaraan door den heer Porte, te Winkel onderwijs zal worden gegeven. Men seint uit AMSTERDAM Een zonderling drama kwam hier aan 't licht. Sedert 2 Augustus jl. was een woning der derde verdieping in de Perdinand Bol straat bij de eerste Jan van der Heydenstraat verhuurd aan een persoon, die echter sinds dat tijdstip niets meer van zich liet hooren. Toen zich een huurster voor deze woning opdeed, begaf de eigenaar zich met de juf frouw naar het perceel, om de localiteit in oogenscbouw te nemen. Ook de beide benedeu- etages, die niet verhuurd waren, werden be zichtigd, en daarbij reeds deed een verdachte geur hunne reukorganen onaangenaam aan. Boven gekomen, werd die lucht zelfs verpes tend, en bij het openen eener kast zag de huurster 't eerst een mannenlyk in verre- gaanden staat van ontbinding liggen. Bij nader onderzoek bleek, dat de betrekkelijk jonge man door ophanging een einde aan zijn leven had gemaakt, en dat het koord om den hals reeds vergaan was. De politie-agent, die het eerst een onderzoek in loco instelde, bevond op het lijk o. a. een gouden horloge met dito ketting. Onder toeloop van een groot aantal nieuws gierigen werd het lijk in een mand naar beneden gelaten en naar 't gasthuis vervoerd. Da zaak ligt nog in bet duister. Historisch. Aan een tramstation, lijn Denekamp—Gro- nau. Passagiers zijn ingestapt. Chef geeft teeken tot vertrek, fluit gilt, weg snort de trein. Chef vindt een vergeten pakje, ijlt naar den wisselwachter, overhandigt het hem met de boodschap den trein na te snellen. Wisselwachter kent zijn plicht, loopt, draaft, meent te vallen, duikelt weer op, maar is voor de eerste halte in staat het pakje ter juister plaatse af te geven. Dankbaar applaus van 't reizend publiek. Wissel wachter afl Trein vliegt verder. i3. Was dat Lena, zijn zuster, evenals hij het kind zijner moeder Ja, zy was met hem verbonden door de hechtste bandenWant hij, hij was ook de zoon van dien Hennegall, die De moeder kwam met de blikken koffie kan binnen. „Het is mij juist ingevallen, dat we aan Machin en Sophie een telegram moeten zenden." „God moeder, dat kost weer veertig cent En kómen doen ze toch niet. En of ze het dan een weinig eerder of later hooren zeide Lena en doopte haar zemelenkoek in de koffie. „Denkt ge, dat ze niet zullen komen vroeg de moeder twyfolend. Zy begreep niet, dat deze gewichtige gebeurtenis in ba&r leven, ook niet voor de anderen zoo gewichtig zyn zou, en al het andere daar voor zou wjjken. Sophie moest toch ver langen hebben Wanneer je vader sterft Lena haalde de schouders op. „De reis kost voor twee personen wel viji-en-twintig mark. En dan, u kent Frits, hoe zuinig hij is. Wat moet die hier voor een rol spelen En zou hy zijn principaal om verlof moeten vragen voor de begrafenis van zyn schoonvader Wel, dan vraagt de patroon,bloot uit beleefdheid, waar die woont en hoe hij heet. En dan moet Frits zeggen die Hennegall is het, over wien ge in de courant lezen kunt. Want het staat ook in Breslau in de bladen. En een dergelijke schande heeft Frits liever niet, juist nu hij onderhandelt over die nieuwe betrekking in Berlijn. Neen, dan kent ge Frits niet, moeder. Als een muis zoo stil zal hij zijn." „Zwijg toch zwijg tocjiriep Wigus uit. Hij wierp zich neer in den hoek van de sofa en verborg het gelaat in zijn armen. Weende hij Het scheen, als deed hij moeite zijn snik ken te onderdrukken. Zijn schouders bewogen zich Lena en haar moeder keken elkaar aan. Wat had hij nu Waarom schreeuwde hjj zoo Zijn zuster had toch de dingen zonne klaar behandeld. Bespottelijk 1 Maar de moeder, ofschoon ze hem niet geheel begreep, ging stil naar hem toe. Zacht, zacht streelde zy hem over het haar, zooals ze eens gedaan had, toen hij als knaap zoo leed en mompelde daarbij: „Zoo zoo -- zoo!" Zijn schouders schokten heftiger. Dan na een paar minuten, greep hij naar de ruwe hand en drukte die vast tegen zyn gelaat. En de moeder voelde zijn tranen. Maar zy zeide geen woord daarover. Dapper drukte zij haar tranen terug. Zij mocht nu niet weenen, sterk zijn En met zachte, lieve stem, bescher mend, troostend, zeide zij „Mijn jongen mijn lieve, oude jongen Een uur later deed Wigus Hennegall een moeilyken gang. O, hij voelde nu zoo duidelijk, dat zijn kluisters eindeloos zwaar waren en de schal men zoo aan elkaai gesmeed, dat verbreken onmogelijk was. Hij hoopte nu ook niet meer, zooals een paar dagen terug, zich van zijn kluisters te kunnen ontdoen. Maar hij moest nu toch weten, of hy een slaaf was. Of hij zijn leven verkocht had. Of die man, dien men edel noemde en die misschien slechts een droomer was, óók van hem verwachtte, dat hij zijns vaders misdaad goed zou maken. En toen hij daar zoo heenstapte, kwam de gedachte in hem op, dat'dat misschien nog het beste was. Dan leefde hij weliswaar in de ver nederende schaduw van zijns vaders schuld, maar zyn leven en toekomst waren toch zeker. Hij zou dan een eenvoudig man zijn, dien men niet met vuil zou gooien, omdat hij niets groots van het leven eischte en der halve ook niemand wangunstig maakte. Een man zou bij zyn, aan wiens voelen men niet moedwillig halfvergeten graven weder zou openbreken, om zijn schande aan het licht te brengen. Een stille man. Een werk- slaaf meer onder de millioenen. Beschermende handen zouden hem dan door het leven helpen. Hij stapte midden in de menigte voort, onopgemerkt, met haar voortgeschoven, een klein deel van haar, het zekere pad langs. Een deel van dien grooten hoop, die zichzelf beschermt, omdat het een groote hoop is. En Wigus Hennegall verloochende zich, tegenover zichzelf. Hij voelde op dit oogen blik het vuur niet, dat er in hem brandde en daarom dacht hij, dat de gloed verstikt was. Zyn eergierigheid die vurige begeerte naar wetenschap die gloeiende vonken deed uitspatten dat groot verlangen om omhoog te stijgen en anderen, die in traag heid volhardden, met zich meê te sleepen dat alles was nu uitgedoofd. Hij liep den weg zooals vroeger, door de poort naar Schradin's fabriek. Hij zag een klein wit huisje met aardig tuintje. Vroeger had hij het nooit opgemerkt. Het zag er lief uit, met groen begroeid Een idylle, zoo vertrouwelijk en lachend. En toen dacht hij aan Siddy Het werd hem warm om het hart. Daar met Siddy wonen I Het zoete, lieve wijfje bij zich, altijd Voor Siddy had hij zich om die vlek op zijn naam niet te schamen. Zij zelf was van geringe afkomst. De ver nedering voor haar bleef hem bespaard Welk een heerlijk troostgevoel was daar in het verlangen naar Siddy, en zijn be- i geerte steeg Hij geloofde dat in haar de verzoening met zyn lot, de schadeloosstelling voor al zijn leed, lag. Met stijgenden moed stapte hij voort. Hij wist nu, wat hij zeggen wilde. De man, die hem open deed, was de oude factotum der fabriek, een kleine bochel. Wigus herkende hem dadelyk. Doch de man herkende kèm niet, maar keek met vooruitgestoken hoofd en dicht geknepen oogen scherp naar hem. Hij had namelyk een eigenaardigen kijk op menschen en wi3t zijn meester steeds te zeggen een klant, een reiziger, enz., enz. Wigus wist, dat na het gebeurde van de laatste dagen het hooren van zijn naam I sensatie verwekken moest en dat de oude dadelijk de fabriek zou binnenloopen om te vertellen- „de zoon van Hennegall is er." Een seconde aarzelde hij. Toen hief hij het hooid op „Zeg uw meester, dat Doctor Wigus Hennegall hem wenscht te spreken." Hoe bedaard en eenvoudig het ook werd gezegd, de oude factotum durfde toch niets te laten blijken. „Mijnheer vraagt, of u binnen wilt komen," vroeg hij, een paar minuten later terug komende. Hij liep voor Wigus uit. Doch niet naar het kleine kantoorin zijn woonkamer wilde mijnheer hem ontvangen. Deze lag boven het kantoor, één trap op. Wigus moest in de woonkamer wachten. Deze had wel iets van een museum. Alle wanden hingen vol met oude, antieke zaken. Wigus liep op en neer, bekeek allerlei vreemde diDgen, liep eens naar het venster, zag naar buiten. Schradin liet lang op zich wachten. Hoe vernederend! Maar wat kon hem hier in de toekomst ook anders wachten als vernedering op vernedering Nu kwam Schradin eindelijkaarzelend, met onzekere bewegingen, sloot hij de deur achter zich. En toen Wigus Hennegall deö gryzen man op zich zag toekomen en tevergeefs zijn ontwijkenden blik trachtte te onmoeten, toen wist hy ook op eenmaalSchradin heett zich angstig gemaakt voor de ontmoeting tusschen ons, omdat het hem hoogst onaangenaam was, iemaDd te zien die zich schaamdeDaarom had bij zoo lang geaarzeld, do kamer binnen te treden. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1903 | | pagina 1