Aojelier's OchteDdvreugde. Zondag 13 September 1905. 47ste Jaargang No. 3870 EERSTE BLAD. BEKENDMAKINGEN. Buitenlandse!! Nieuws. Politiek overzicht der week. Binnenlandse!! Nieuws. Hollandsehe Maatschappij van Landbouw. AIkiki RA RIT. AlisftfiiliE- Laiiliiillai Bit nummer bestaat uit twee bladen. Gemeente Scliagen. oo POLITIE. Tor Secretarie dezer gemeente worden inlich tingen verzocht omtrent een verloren gouden Dame s-h o r 1 o g e. o Den milicien-verlofganger TIMMER PETRUS, van de lichting 1898, die zich volgens opgave met groot verlof binnen deze gemeente bevindt, wordt in zijn belang aan geraden, zich ten spoedigste met zijn zak boekje ter Secretarie aan te melden. UIT HET SOHOTSCH van S. R. CROCKETT. o[o]o Dit is de geschiedenis van een witgepleis terd huisje, op het hoogste gedeelte van den heuvelrug gebouwd, ongeveer een mijl voordat ge Cairu Edward binnenkomt. Het is een eenvoudige liefdesgeschiedenis, die heel gauw verteld is. Het buisje ziet er niet meer uit, zooals het placht te doen, ik durf haast niet zeggen, hoeveel jaar het geleden is, toen ik op Zon dagen in de roode kar naar de kerk op den heuvel reed. Toen keek niet alleen ik, maar iedereen naar het blauwe rookwolkje, dat we reods uit de verte boven het schuine dak zagen opstijgen. „Het huisje van Anjelier!" noemden wij heten zelfs mijn vader, niettegenstaande hij ouderling was van de kerk op den heuvel, glimlachte als hij er naar keek. Het werd zoo genoemd, omdat er een moisje woonde, dat wijd en zijd beroemd was om haar schoonheid en braafheid. Zjj heette Anjelier Maybald, een naam, die dadelijk be wees, dat zij niet van ouder tot ouder in deze streek thuishoorde. De vader van Anjelier was een spoorweg-ingenieur, die uit Engeland was gekomen en een boerendochter van" een naburig kerspel had getrouwd. Toen do moeder bij Anjelier's geboorte was gestor ven, had de vader zijn dochtertje naar de lievelingsbloem van zijn vrouw genoemd. „Waarom noemt ge haar niet Jessie, even als haar moeder?" vroeg de oude vrouw, die zijn huishouden was komen bestieren. J„Omdat ik dien naam nooit meer wil hoo- ren", zeide de ingenieur, die zielsveel van zijn viouw had gehouden. Anjelier Maybald verloor haar vader, toen zij dertien jaar werd. Zij was toen een slank, lang meisje met een gezicht als een bloem, en wangen, die reeds den blos van haar naam droegen. Oude Tibbie Lockhart woonde bij haar, en verdedigde het weesje, alsof zij een siad was, omringd door muren. Het meisje li op een mijl om te Cairn Edward het gym nasium te bezoeken, waar ze reeds in de eerste meisjesklasse zat; John Charles Mor- rison droeg de groene tasch, waarin haar boeken zaten. Bovendien, daar hij sterk ge bouwd was, gaf hij iederen jongen klop, die er hem om uitlachte. John Charles was drie jaar ouder dan zijn vriendin en begon reeds de beginselen van een snor te vertoonen, toen Anjelier nog een lange vlecht op haar rug droegwant vlechten, zooals Gretchen zu had, waren toen in de mode. Het is zonderling als men het nog eens bodenkt, dat Anjelier Maybald's voornaam geon verkleinwoord kreeg, terwijl al de an dore meisjes Megs en Katies, Madgesen Jen- nies waren. Zij was en is altijd gebleven, een voudig Anjelier. Dat was voldoende. Zij was vijftien jaar toen John Charles naar de hooge- sehool werd gezonden. Daarna droeg zij haar boeken zelf, verschillende jongens boden haar aan, die taak op zich te nemen, maar zij weigerde ze allen. Bovendien begon zij eraan to denken, heur haar op te steken. Toen John Charles op een stormachtigen dag in het laatst van Maart thuiskwam, stak hij dadelijk het doosje, dat zijn eeremedaille van de hoogeschool bevatte, in zijn zak, en ging den weg op om Anjelier te ontmoeten. Zfn vader was naar de markt. Zijn moeder (oen zeurige, kribbige vrouw) lag met hoofd pijl te bed en mocht niet gestoord worden. Maar Anjelier was er nog, en de thuisko mende student verlangde niets meer. Het hart van John Charles klopte toen hij die zijden van de bochten in den weg nam, vrnar hij haar het eerst zou kunnen zien. Zij was nog maar een schoolmeisje en hij een arm student, en toch klopte zijn hart. Had hjj haar lief? Neen, bij wist zeker dat lifj het woord nooit in haar bijzijn had uit gesproken en al had hij het gedaan, zou zij het toch niet hebben begrepen. Zij was nu eenmaal Anjelier en en, o, hoe klopte zijn hart! De boomen stonden in hun winterkleed spookachtig groot langs den weg. Hij ging ze als in een droom voorbij, zijn oog geves tigd op de volgende bocht van den weg, die zich door de weilanden kronkelde. Daar was zij langer en slanker dan ooit, zij zwaaide haar groene tasch in haar hand on een vroolijk liedje klonk van haar lippen. „Anjelier 1" Zij antwoordde hem met geen enkel woord, maar bleef plotseling stilstaanhet deuntje verstomde halverwege op haar lippen. Toen hij naderde, glimlachte zij gelukkig- „Anjelier!" riep hij nog eens en er glin sterde iets in de oogen van den jongen man, dat zij er vroeger nooit in had ontdekt. Zij reikte hem de groene tasch toe „Hier, John Charles, neem mijn boeken," zei ze, alsof hij in het geheel niet weg was geweest. Ln zonder meer liepen zij samen naar huis. „Ben je niet blij mij te zien vroeg hij heel gauw. „O, ja zeker, heel blij," zei ze, steeds naar den grond ziende, „zie je, nu kan je mijn boeken weer dragen." „Wie heeft ze gedragen terwijl ik weg was „Ik zelf." „Heusch waar?" „Op mijn woord." John Charles haalde diep adem, zoodat het wel op een zucht geleek. Anjelier zag hem nieuwsgierig aan. „Wel, je hebt een snor gekregen", zei zij, terwijl een vroolijke lach snel haar gelaat overtoog. „En jij je bent ook veranderd. Wat is het antwoordde hij, lu^tr onderzoekend aanziende, zooals hij eigenlijk voortdurend onder het loopen had gedaan. Zij keek hem schalksch aanhaar gezicht geleek op een bloem. „Ik heb in ieder geval geen snor gekregen," zei Anjelier een beetje ondeugend, terwijl zij een denkbeeldige snor opdraaide. „Laat mij eens kijken," zei John Charles, wat nader komende om het geval te onder zoeken. „O, neen," zei Anjelier, met een blik hem afwerende, „ik ben nu volwassen, en alles is anders 1 Bovendien Zij zag achter zich naar den langen, stoffigen weg, waar niets anders te zien was dan stofwolkjes, die door den Maartschen wind werden opgezweept. „Waarom is alles anders?" vroeg John Charles, zijn handen diep in zijn zakken stekend. „Wel, domoor, zie je dat niet?" zei ze met een klein coquet knikje, „ik heb mijn haar opgestoken Hierna liepen zij een beetje neerslachtig verder. De jonge man was tenminste een beetje stil. Anjelier glimlachte voor zich heen, en iets, misschien wel de scherpe wind, deed haar wangen nog meer op een bloem gelijken. „Anjelier", zei hij eindelek, „waarom zijn we geen vrienden meer? Waarom ben je van mij vervreemd? Je bent drie jaar jonger en toch lijk je vandaag ouder jaren en jaren ouder." „Wel, wat verlang je dan nog meer, je draagt toch mijn tasch „Vertel me van je zelf. Wat heb je al dien tijd gedaan vroeg hij, van gesprek veran derend. „Naar school gegaan laat mij eens zien, zes maal twintig keer, dat is honderd en twintig keer, twee honderd maal heen en terug, terwijl de tasch steeds zwaarder werd. Het werd hoog tijd, dat je terugkwam, John Charles", zei ze. „Lieve Anjelier", met beving waagde hij zich aan het bijvoegelijk naamwoord, „ik heb wat om je te laten zien wat geef je me, als ik het je laat kijken „Ik zal heelemaal niets geven, maar je kunt het mij laten zien en dan afwachten", was het min of meer inconsequente antwoord. „Kom dan hier, bij den hoek van het huis." Zij waren het huis van Anjelier nu gena derd en de wetenschap, dat het oog van Tibbie Lockhart van uit het keukenraam hen bespiedde, benauwde den jongen. „Neen, dat doe ik niet, laat het mij hier zien 1" zeide Anjelier, haar tasch met boeken op schoolmeisjes-manier door de open voor deur werpende. „Neen, dat wil ik niet. Ik wil niet, dat Tibbie het ziet niemand dan jij moet het zien." „Weet je heel zeker, dat niemand het nog gezien heeft, geen meisje in Edinburg niemand in Cairn Edward?" „Niemand, zelfs mijn moeder niet. Ik be waarde het voor jou, Anjelier." „Is het héél mooi „Ja, heel mooi. Kom hier heen. Het zal je 6pijten als je het niet doet." „Nu, dan zal ik komen, maar heel eventjes hoor Zij gingen het huisje rond tot bij het schuine afdak, waar een paar klimplanten, .beschut voor den wind, fier naar boven groeiden, zij vormden een soort priëel. John Charles nam het kleine platte doosje uit zijn zak en opende het. Een medaille van glas in goud gezet lag er in het doosje sloot niet geheel, dat kwam omdat de eigenaar een blauw lintje door het ringetje van de medaille had gehaald. „O", zei Anjelier diep ademhalend, „het Is mooi. Is het van goud Zie eens, je naam staat er op. Is het de medaille van je klasse Wat zullen je vader en moeder trotsch zijn Zij sloeg haar handen in elkaar en staarde er naar, maar durfde het niet aan te pakken. „Neen, dat zullen zij niet," zei John Charles norsch „ze zullen het nooit weten, en al wisten ze het, het zon hun niets kunnen schelen. Ik ben niet van plan het aan hen of aan iemand te vertellen. Ik heb er voor jou mijn best voor gedaanal dien tijd zei ik tot mij zelfals ik de medaille win, dan geef ik haar aan Anjelier met een blauw lint er aan, dat zo om haar hals kan dragen omdat blauw haar kleur is „O, neen maar ik zou het niet kunnen", riep het meisje, een paar stappen terugdoende. „Ik dnrf niet, ieder zou kunnen zien, wat er op geschreven staat." „Je hoeft het niet zoo zichtbaar te dragen, Anjelier", zei hij zachtjes, op overredenden toon, „zie eens, ik deed er al een lint aan." „Het is mooi" haar gelaat kreeg een innige uitdrukking, haar oogen schitterden „het was vriendelijk van je om aan mij te denken niet dat ik geloof, dat je het echt deedt. Maar werkelijk, ik kan het niet aannemen." Het gelaat van John Charles Morrison be trok. „Heel goed," zei hij, het lint nit het rin getje trekkende en de doos op den grond werpend, „zie je gindschen vijver Zoo waar als ik leef" (hij gebruikte de oude schooljon gens-bekrachtiging) „ik gooi alles er in, als Ie het niet wilt aannemen." Iets dat op een snik leek kwam in de keel van den jongen. „Ik heb er zoo hard voor gewerkt, en ik dacht dat je het graag zoudt hebben." „Ik zou het heel graag hebben heusch heel graag!" riep Anjelier verschrikt en in het nauw gebracht. „Neen, dat is niet waar". „Geef het mij dan, maar kijk niet." Zij keerde hem haar rug toe en een lange poos was zij aan haar hals bezig. „Nu Zij hief haar hoofd weer op, waar het licht op scheen van een Aprilzon. Zij glim lachte en bloosde gelijktijdig. Een heel klein stukje blauw was net eventjes zichtbaar, waar haar wit kraagje dichtging. John Charles begreep, dat het oogenblik gekomen was, waar hij den ganschen winter naar had verlangd. Hij bukte zich en gaf haar een kasdaarna keerde hij zich om en liep weg, haar meer dan ooit als een Anjelier achterlatende. Zij staarde hem na, totdat hij uit het ge zicht verdwenen was, de blos verdween lang zamerhand van haar gelaat, daarna ging zij zachtjes naar biDnen. „Van wien kreeg je dat lint met die kleine guinje er aan?" vroeg pleegmoeder Tibbie dien avond. „Ik weet het, maar ik beloofde, het niet te zullen vertellen zei de kleine heks, die de scherpe, oude vrouw om hare vingers kon winden. „Maar ik geloof, dat ik het kan raden," zeide Tibbie boos. „Ik verwed er nog een andere gouden guinje om. dat dat blauwe lint in Edinburg gekocht is." Maar Anjelier Maybald glimlachte alleen en trok haar lippen samen als bij een heerlijke herinnering. Hdbld. Slot volgt.) Als wij nagaan, op welke wijze de strijd in Macedonië wordt gevoord, en dat dan ver gelijken met den Boerenoorlog, dan komen wij tot tal van overeenkomsten. Ook nu wordt de bevolking uit huis en hof verjaagd, dorp en stad wordt aan de vlammen ten prooi gegeven, de akkers, velden en boomgaarden worden verwoest, en menig onschuldige wordt door de ruwe soldaten om het leven gebracht. Gelijk de Boeren van de verwante Kapenaars ondersteuning ontvingen, zoo kunnen de Mace- doniërs op de Bulgaren rekenen. Wij laten op deze toestanden het licht vallen wegens de merkwaardige houdiDg van het groote Engeische Jingoblad „De Times". De correspondent vaD dit blad roept ach en wee over de barbaarschheid van de Turksche troepen, en de redactie van het blad acht het bovendien zeer natuurlijk, dat do Bul garen hunne strijdende broeders helpen. Hoe geheel anders sprak dit blad in den Zuid-Afrikaanschen oorlog 1 Toen werden de Kapenaars, mede op aansporen van de Times, met strop en galg gestraft, zoo zij aan hunne vrienden en bloedverwanten in Vrijstaat en Transvaal ter hnlpe waren gesneld. In nog een ander opzicht volgt de Sultan de Engeische methode. Evenals de Engeische censuur alle berichten van eenige beteekenis tegenhield, zoo heeft thans de Turksche re- geerïng last gegeven, om al de buitenlandsche correspondenten Uit Macedonië 'te verwijderen, wegens het verspreiden van valsche berichten. Alle nieuws zal dus voortaan door den Turkschen koker glijden, zoodat de waarheid er van zeer twijfelachtig zal zijn. Sedert een paar dagen valt er van de actie der opstan delingen weinig te vertellen. Het heeft er veel van, dat de hoofden wachten op beslui ten uit het buitenland. Ook in Bulgarije en Servië is men overtuigd, dat in de bijeenkomst van den Czaar en Keizer Frans Jozef het lot van Macedonië zal worden beslist. De keizer van Oostenrijk is al vast uit Boedapest naar Weenen teruggekeerd, om den hoogenRussischen gast te ontvangen.Het werk was trouwens voor den vorst in Hongarije gedaan', dat wil zeggen: hij is gegaan, zoo als hij gekomen was.Zonder met de Hongaarsche oppositie tot eene overeenkomst te zijn ge komen. De Keizer blijft op het standpunt, dat het leger één geheel zal blijven uitmaken, en hij wil de leiding van de Hongaarsche regeering niet in handen geven van iemand, die deze inzichten niet deelt. Graaf Khuen Hedervary zal dus voorloopig aan het bewind blijven en het met de Hongaren zien te schikken zoo goed en zoo kwaad als hij kan. Het tijdperk van beroering is hier evenwel niet afgesloten integendeel doen zich verschijnselen voor, die op eene uitbreiding van dén strijd wijzen. Reeds vroeger hebben de tot Hongarije be- hoorende Kroaten verklaard, dat, zoo Hon garije een eigen leger krijgt, ook zij daarop aanspraak zullen maken. De Roemeensche Hongaren hebben mede partij gekozen. In eene vergadering te Arad hebben zij besloten, zich met alle kracht tegen het Hongaarsch als commando-taal, te zullen verzetten. Andere nationaliteiten in Hongarije zullen worden aangespoord, zich in deze aan de zijde der Roemenen te scharen. In Oostenrijk krijgen de Hongaren steun van de AU Deutsche partij. Deze partij heeft eene verklaring de wereld ingezonden, waarin zij zich aan de zijde der Hongaren plaatst. De All-Deutscben zien in eene persoonlijke unie de oplossing van al de kwesties, die er voor en na tusschen de beide deelen des rijks zijn gerezen. De All-Deutschen vergeten daarbij ook al, dat de monarchie niet alleen door Hongaren en Duitschers wordt bewoond en dat de andere nationaliteiten, die gezamenlijk sterker zijn dan Magyaren en Germanen afzonderlijk, ook wel een woordje meê mogen spreken. Zoo eischen de Magyaren voor de Hongaarsche regimenten het Magy- aarsche commando, terwijl de meerderheid van dat deel des legers toch weer uit andere nationaliteiten is samengesteld. Van de 46 regimenten infanterie zijn er maar 11 Magy- aarsch, 16 zijn gemengd, met eene Magyaarsche minderheid. Verder zijn er 6 samengesteld uit Duitschers, 6 uit Roemenen, 6 nit Kroaten, 3 uit Slowaken, 3 nit Serben en 2 uit Roe- thenen. Met evenveel recht dus als de Magyaren de opheffing van het uitsluitend Duitsch als legertaal eischen, kunnen die andere natio- naliteiten het uitsluitend Magyaarsch in het Hongaarsche leger verwerpen. De All-Deutsche partij in Oostenrijk, die op eene scheiding met Hongarije aandringt, j koestert eigenlijk nog heel andere plannen. Zij streeft naar de vorming van een Groot- Duitschland, waarvan Oostenrijk dan een deel zal uitmaken. Zweden, Noorwegen, Denemarken, Engeland, België, Zwitserland en Nederland zijn mede in deze groote com binatie begrepen. Wij voor ons hopen, dat de staatkundige uitbarstingen, die dezen grooten j ommekeer van Europa moeten voorbereiden, nooit znllen aanbreken. Op de Duitsche vrijheid, zooals die te Berlijn wordt opgevat, zijn wij niet bijzonder gesteld. De belangen dezer verschillende deelen loopen tevens zóó uiteen, dat wij ons zelfs een tolverbond tusschen Engeland en Duitschland moeilijk kunnen voorstellen. Dat zoo iets niet gemak kelijk gaat, ondervindt thans Chamberlain in hooge mate. In een gesprek met een reporter van de Manchester Guardian heeft de broeder van den minister zich ook al tegen het beschermende stelsel verklaard. Artbnr Cham berlain meent, dat het tegenwoordige parle ment zichzelf overleefd heeft. Hij meent, dat eene ontbinding voor de deur staat. De regeering zal dan aan de natie om een mandaat voor hare handelsstaatkunde vragen. Arthur Chamberlain zou aan deze regeering, noch aan welke andere ook, de macht willen geven, om beschermende rechten in te voeren. Hij kan ook niet gelooveD, dat het volk zich bij een stelsel zal neerleggen, dat den prijs der eerste .levensmiddelen moet verhoogen. Een paar dagen nadat de heer Ch. deze meening uitsprak, heeft het volk reeds getoond, op welk standpunt het zich plaatst. Te Leicester had het congres van de Trade Unions plaats. In de bijeenkomst van deze machtige arbei ders-organisatie waren 1133000 arbeiders door 1133 afgevaardigden vertegenwoordigd. Nadat over de plannen van den Minister van Kolo niën van gedachten was gewisseld, werd met op 2 na algemeene stemmen eene motie aan genomen, waarbij het Congres ten strengste de door Chamberlain voorgestelde tarieven- wijzigingen afkeurde. Verder werd besloten, dat de Trade Unions zich met andere lichamen zullen verbinden, om de protectie-plannen te bestrijden. Cham berlain kan zich dus op een heftigen tegen stand voorbereiden.Neemt de ontevredenheid tegen het Ministerie in het Binnenland met den dag toe, ook in het Buitenland gaat het verre van voor den wind. Het kan niet ander3, of de loop der zaken in Oost-Azië neemt voor Engeland een on gunstige wending. Het had gehoopt, Rusland door Japan in bedwang te houden, desnoods ten koste van een oorlog. Doch Japan heeft geen lust getoond, voor Engeland de kastan jes uit het vuur te halen. Het heeft zich met den mededinger in contact gesteld, ten einde gemeenschappelijk de zaken te regelen. Den 12 Augustus heeft de Japansche gezant, den Russischen minister van buitenlandsche zaken eene memorie overhandigd, waarin voorstellen zijn opgenomen, die aan de drei gende geschillen een einde moeten maken. Japan zou daarbjj de Russische belangen in Mantsjoerije erkennen, en Rusland die van Japan in Korea. Van Engeische belangen is daaibij geen sprake. Dat de spanning tus schen Rusland en Japan is geweken, blijkt uit de mededoeling, dat een Russisch com mandant de manoeuvres in Japan zal bijwo nen en een Japansch generaal de Russische legeroefeningen bij Wladiwostock. De Hollaadsche Maatschappij van Land bouw hield Donderdag te Naaldwijk, onder Voorzitterschap van den heer Vas Visser, haar 73e Algemeene Vergadering. Voorzitter deolde mede, dat de heer Van der Zande van Hoorn door den loop der werk zaamheden op het zuiveleongres te Brussel verhinderd was, hier in te leiden het onder werp „Is het gewonscht, dat maatregelen worden beraamd tot bevestiging van den goeden naam der Gondsche en Edammer Kaas Met het oog op het gewicht van dit onderwerp stelde de Voorz. voor, binnen een niet te ver verwijderd tijdstip, b.v. 4 a 6 weken, een nieuwe algemeene vergadering te houden en den heer Van der Zande nit te noodigen, alsdan dit gewichtige pnnt in te leiden. Dit werd goedgekeurd. Het ledental steeg van 8623 tot 9202, op welke vermeerdering de tentoonstelling te Alkmaar wel van invloed zal zijn geweest. Het aantal afdeelingen daalde door de ophef fing der afdeeling Langedijk tot 91. De financiëele toestand is bevredigend. De ten toonstelling te Alkmaar kostte f 6948, welke kosten echter een volgend jaar geheel zullen zijn gedekt. De rekening van het vorige en de begrooting voor het volgende jaar werden, na rapport der financiëele commissie, bij monde van den heer J. L. T. Gronoman, waaruit bleek, dat het voordeelige saldo der rekening van f 1244 tot f 1873 is gestegen, onveranderd goedge keurd. Het voorstel-Zijpe, om f 1000 to geven aan de noodlijdende boeren van den Kethelpolder, werd, na het afwijzend prseadvies van het Hoofdbestuur, met overgroote meerderheid verworpen. Alléén de afdeelingen Zijpe en Hilligersberg verklaarden zich er voor. Aan de orde was daarna de benoeming van een lid van het Hoofdbestuur, in de plaats van den heer J. Breebaart Kzdie 31 Dec. a.s. moet aftreden en niet herkiesbaar is. De heer De Bie van Rotterdam brengt den heer Breebaart hulde voor zijn groote ver diensten voor de Maatschappij, gedurende diens 30-jarig lidmaatschap. Waar de heer Breebaart zoo tal vaD jaren lid was van het hoofdbestuur, stelde de heer De Bie voor, hem te benoemen tot eerelid van het hoofdbestuur. De vergadering gaf door daverend applaus van instemming met dit voorstel blijk, waarop de Voorz. onder luide bijvalsbetuigingen den heer Breebaart tot eerelid van het hoofdbestuur benoemd verklaarde. Tot lid van het Hoofdbestuur voor Noord- Holland werd benoemd de heer K. Breebaart Jz. met 413 van de 520 stemmentot lid voor Znid-Holland de heer Van Eeten tot lid van de financiëele commissie de heer J. F. Moens te Alkmaar. De Voorz. bracht den heer J. Breebaart, wiens 30-jarig bestuurslidmaatschap een uni cum is in de annalen der maatschappij, nog maals warme hulde. Er zijn tal van zaken geweest, waarin het den heer Breebaart was overgelaten, de kastanjes uit het vuur te halen. Spr. verheugde zich er in, dat de heer Breebaart met algemeene stemmen be noemd is tot eerelid van het hoofdbestuur en verklaarde zich verheugd, dat zijn zoon in zijn plaats is gekozen, van wien hij hoopte, dat hij de voetstappen van zijn vader zal drukken. Enkhuizen werd aangewezen tot plaats voor de algemeene vergadering in 1904. Daarop werden door den heer K. de Boer Cz. de volgende stellingen toegelicht 1. Het systeem van de tegenwoordige ongevallenwet is voor den landbouwer on bruikbaar. 2. Wanneer de Regeering de ongevallenwet tot het landbouwbedrijf gaat uitbreiden, dan moet dit geschieden bij eene regeling, die, zonder het doel der wet te schaden, den landbouw zoo weinig mogelijk last en kosten veroorzaakt. 3. In die ongevallenver- 1 zekering moet niet alleen de landbonwarbeider, maar ook de landbouwer worden opgenomen. 4. Het geheele landbouwbedrijf wordt in een afzonderlijke gevarenklasse gebracht. 6. Het bedrag der uitkeering na een ongeval wordt geregeld naar bepaalde loontypen, die voor verschillende streken worden vastgesteld en niet naar het werkelijk uitbetaalde loon. 6. De premie wordt omgeslagen over hen, die eenigen grond voor hun risico cnltiveeren en wél in verhouding tot de belastbare op brengst van dien grond. Medegedeeld wordt nog, dat benoemd zijn tot leden der commissie voor de periodieke wetsherzieningvoor Noord-Holland do heeren K. de Boer Czn. te Assendelft en J. L. T. Groneman to Wieringerwaard, en voor Zuid- Holland P. J. A. de Bruine te Zwijndrecht en inr. H. J. M. Tijssens te Dordrecht. Hierna sluiting. Door gas gestikt. In de St. Anthoniesbreéstraat te AMSTERDAM woont de 54-jarige Meyer Altenberg met zijne vrouw Rebecca Robbi. Een familielid wilde ben bezoeken, klopte aan de woning, maar kreeg geen gehoor. Daar zij een ongeluk ver moedde, waarschuwde zjj buren, van wie toe vallig thuis was de agent van politie H. Bagra. Deze verschafte zich toegang tot de woning en vond den man dood te bed liggen en de vrouw bewusteloos vóór het bed. De beer Bagra opende onmiddellijk, daar hij een sterke gaslucht gewaar werd, deuren en ramen, stuurde een buurman om politie- hulp en een dokter, en begon zelf, door kunst matige ademhaling toe te passen, de levens geesten van de vrouw op te wekken, wat hem gelukte. Door de aangerukte politie werd de vrouw per raderbaar naar het Gasthuis gebracht. Dr. B. Swaab, die spoedig ter plaatse was, constateerde den dood van den man. Nader werd vernomen aan het Gasthuis, dat de vrouw Diet overleden was,zoodat de hulp van Bagra vermoedelijk niet vergeefsch is geweest. Uiteen verder onderzoek op de woning is ge bleken, dat twee gaskranen van een gaskroon niet gesloten waren, zoodat het ongeval te wijten is aan bedwelming door gas, door on voorzichtigheid. Ellendig. 1 Een dronken vader liep met zijn even dronken 7-jarig zoontje achter het Rijks- Museum te AMSTERDAM te zwaaien. De politie rekende beiden in en bracht ze, waar zij hoorden den ontaarden vader naar het politie-posthuis in het Rijks-Museum, den i jongen, die ziek was van den drank, naar I het Wilhelminagasthuis, waar hij werd op genomen. Doodgedrukt. Een droevig ongeluk had er Woensdag avond aan de Oosterhaven te GRONINGEN plaats. Eenige kinderen speelden omstreeks half zeven op en bij met koren gevulde zakken, die aan de haven opgestapeld lagen. Plotseling vergleden de bovenste zware zakken en rolden naar beneden, met het noodlottig gevolg, dat de negenjarige Cathe- rina Frederica van der Laan eronder geraakte. Een paar der kleinen riepen geheel ontsteld de hulp in van den voerman De Vries, die zich in de nabijheid bevond en de kinderen tien minuten te voren van den stapel had weggejaagd. Het gelnkte De Vries, de zakken spoedig te verplaatsen. Maar 't was helaas reeds to laatde kleine gaf geen teeken van leven meer, de borstkas was onder den zwaren last ingedrukt. Tevergeefs trachtten eenige omstanders de ademhaling langs kunstmatigen weg op te wekken. Dr. Tijmstra, die inmiddels aankwam, kon slechts den dood constateeren. Het lijkjo werd naar de ouderlijke woning in de Lijnbaanstraat vervoerd. Dit is het tweede kindje, dat de ouders door een noodlottig toeval hebben verloren. Den 14den Juli 1900 geraakte hun negerjarig zoontje, spelende op een driemaster, welke in de Oosterhaven lag, tusschen een stapel planken bekneld en kwam op een even i treurige wijze om het leven als thans het meisje.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1903 | | pagina 1