Aojelier's OchteDdvreugde.
Zondag 13 September 1905.
47ste Jaargang No. 3870
EERSTE BLAD.
BEKENDMAKINGEN.
Buitenlandse!! Nieuws.
Politiek overzicht der week.
Binnenlandse!! Nieuws.
Hollandsehe Maatschappij van
Landbouw.
AIkiki
RA RIT.
AlisftfiiliE- Laiiliiillai
Bit nummer bestaat uit twee bladen.
Gemeente Scliagen.
oo
POLITIE.
Tor Secretarie dezer gemeente worden inlich
tingen verzocht omtrent een verloren
gouden Dame s-h o r 1 o g e.
o
Den milicien-verlofganger TIMMER
PETRUS, van de lichting 1898, die zich
volgens opgave met groot verlof binnen deze
gemeente bevindt, wordt in zijn belang aan
geraden, zich ten spoedigste met zijn zak
boekje ter Secretarie aan te melden.
UIT HET SOHOTSCH
van
S. R. CROCKETT.
o[o]o
Dit is de geschiedenis van een witgepleis
terd huisje, op het hoogste gedeelte van den
heuvelrug gebouwd, ongeveer een mijl voordat
ge Cairu Edward binnenkomt.
Het is een eenvoudige liefdesgeschiedenis,
die heel gauw verteld is.
Het buisje ziet er niet meer uit, zooals het
placht te doen, ik durf haast niet zeggen,
hoeveel jaar het geleden is, toen ik op Zon
dagen in de roode kar naar de kerk op den
heuvel reed. Toen keek niet alleen ik, maar
iedereen naar het blauwe rookwolkje, dat we
reods uit de verte boven het schuine dak
zagen opstijgen.
„Het huisje van Anjelier!" noemden wij
heten zelfs mijn vader, niettegenstaande hij
ouderling was van de kerk op den heuvel,
glimlachte als hij er naar keek.
Het werd zoo genoemd, omdat er een
moisje woonde, dat wijd en zijd beroemd was
om haar schoonheid en braafheid. Zjj heette
Anjelier Maybald, een naam, die dadelijk be
wees, dat zij niet van ouder tot ouder in
deze streek thuishoorde. De vader van
Anjelier was een spoorweg-ingenieur, die uit
Engeland was gekomen en een boerendochter
van" een naburig kerspel had getrouwd. Toen
do moeder bij Anjelier's geboorte was gestor
ven, had de vader zijn dochtertje naar de
lievelingsbloem van zijn vrouw genoemd.
„Waarom noemt ge haar niet Jessie, even
als haar moeder?" vroeg de oude vrouw, die
zijn huishouden was komen bestieren.
J„Omdat ik dien naam nooit meer wil hoo-
ren", zeide de ingenieur, die zielsveel van zijn
viouw had gehouden.
Anjelier Maybald verloor haar vader, toen
zij dertien jaar werd. Zij was toen een slank,
lang meisje met een gezicht als een bloem,
en wangen, die reeds den blos van haar naam
droegen. Oude Tibbie Lockhart woonde bij
haar, en verdedigde het weesje, alsof zij een
siad was, omringd door muren. Het meisje
li op een mijl om te Cairn Edward het gym
nasium te bezoeken, waar ze reeds in de
eerste meisjesklasse zat; John Charles Mor-
rison droeg de groene tasch, waarin haar
boeken zaten. Bovendien, daar hij sterk ge
bouwd was, gaf hij iederen jongen klop, die
er hem om uitlachte. John Charles was
drie jaar ouder dan zijn vriendin en begon
reeds de beginselen van een snor te vertoonen,
toen Anjelier nog een lange vlecht op haar
rug droegwant vlechten, zooals Gretchen
zu had, waren toen in de mode.
Het is zonderling als men het nog eens
bodenkt, dat Anjelier Maybald's voornaam
geon verkleinwoord kreeg, terwijl al de an
dore meisjes Megs en Katies, Madgesen Jen-
nies waren. Zij was en is altijd gebleven, een
voudig Anjelier. Dat was voldoende. Zij was
vijftien jaar toen John Charles naar de hooge-
sehool werd gezonden. Daarna droeg zij haar
boeken zelf, verschillende jongens boden haar
aan, die taak op zich te nemen, maar zij
weigerde ze allen. Bovendien begon zij eraan
to denken, heur haar op te steken.
Toen John Charles op een stormachtigen
dag in het laatst van Maart thuiskwam, stak
hij dadelijk het doosje, dat zijn eeremedaille
van de hoogeschool bevatte, in zijn zak, en
ging den weg op om Anjelier te ontmoeten.
Zfn vader was naar de markt. Zijn moeder
(oen zeurige, kribbige vrouw) lag met hoofd
pijl te bed en mocht niet gestoord worden.
Maar Anjelier was er nog, en de thuisko
mende student verlangde niets meer.
Het hart van John Charles klopte toen hij
die zijden van de bochten in den weg nam,
vrnar hij haar het eerst zou kunnen zien. Zij
was nog maar een schoolmeisje en hij een
arm student, en toch klopte zijn hart.
Had hjj haar lief? Neen, bij wist zeker dat
lifj het woord nooit in haar bijzijn had uit
gesproken en al had hij het gedaan, zou zij
het toch niet hebben begrepen. Zij was nu
eenmaal Anjelier en en, o, hoe klopte zijn
hart!
De boomen stonden in hun winterkleed
spookachtig groot langs den weg. Hij ging
ze als in een droom voorbij, zijn oog geves
tigd op de volgende bocht van den weg, die
zich door de weilanden kronkelde.
Daar was zij langer en slanker dan ooit,
zij zwaaide haar groene tasch in haar hand
on een vroolijk liedje klonk van haar lippen.
„Anjelier 1"
Zij antwoordde hem met geen enkel woord,
maar bleef plotseling stilstaanhet deuntje
verstomde halverwege op haar lippen. Toen
hij naderde, glimlachte zij gelukkig-
„Anjelier!" riep hij nog eens en er glin
sterde iets in de oogen van den jongen man,
dat zij er vroeger nooit in had ontdekt.
Zij reikte hem de groene tasch toe „Hier,
John Charles, neem mijn boeken," zei ze,
alsof hij in het geheel niet weg was geweest.
Ln zonder meer liepen zij samen naar huis.
„Ben je niet blij mij te zien vroeg hij
heel gauw.
„O, ja zeker, heel blij," zei ze, steeds
naar den grond ziende, „zie je, nu kan je
mijn boeken weer dragen."
„Wie heeft ze gedragen terwijl ik weg
was
„Ik zelf."
„Heusch waar?"
„Op mijn woord."
John Charles haalde diep adem, zoodat het
wel op een zucht geleek. Anjelier zag hem
nieuwsgierig aan.
„Wel, je hebt een snor gekregen", zei zij,
terwijl een vroolijke lach snel haar gelaat
overtoog.
„En jij je bent ook veranderd. Wat is
het antwoordde hij, lu^tr onderzoekend
aanziende, zooals hij eigenlijk voortdurend
onder het loopen had gedaan. Zij keek hem
schalksch aanhaar gezicht geleek op een
bloem.
„Ik heb in ieder geval geen snor gekregen,"
zei Anjelier een beetje ondeugend, terwijl zij
een denkbeeldige snor opdraaide.
„Laat mij eens kijken," zei John Charles,
wat nader komende om het geval te onder
zoeken.
„O, neen," zei Anjelier, met een blik hem
afwerende, „ik ben nu volwassen, en alles is
anders 1 Bovendien Zij zag achter zich
naar den langen, stoffigen weg, waar niets
anders te zien was dan stofwolkjes, die door
den Maartschen wind werden opgezweept.
„Waarom is alles anders?" vroeg John
Charles, zijn handen diep in zijn zakken
stekend.
„Wel, domoor, zie je dat niet?" zei ze met
een klein coquet knikje, „ik heb mijn haar
opgestoken
Hierna liepen zij een beetje neerslachtig
verder. De jonge man was tenminste een
beetje stil. Anjelier glimlachte voor zich heen,
en iets, misschien wel de scherpe wind, deed
haar wangen nog meer op een bloem gelijken.
„Anjelier", zei hij eindelek, „waarom zijn
we geen vrienden meer? Waarom ben je van
mij vervreemd? Je bent drie jaar jonger
en toch lijk je vandaag ouder jaren en
jaren ouder."
„Wel, wat verlang je dan nog meer, je
draagt toch mijn tasch
„Vertel me van je zelf. Wat heb je al dien
tijd gedaan vroeg hij, van gesprek veran
derend.
„Naar school gegaan laat mij eens zien,
zes maal twintig keer, dat is honderd en
twintig keer, twee honderd maal heen en
terug, terwijl de tasch steeds zwaarder werd.
Het werd hoog tijd, dat je terugkwam, John
Charles", zei ze.
„Lieve Anjelier", met beving waagde hij
zich aan het bijvoegelijk naamwoord, „ik heb
wat om je te laten zien wat geef je me,
als ik het je laat kijken
„Ik zal heelemaal niets geven, maar je
kunt het mij laten zien en dan afwachten",
was het min of meer inconsequente antwoord.
„Kom dan hier, bij den hoek van het huis."
Zij waren het huis van Anjelier nu gena
derd en de wetenschap, dat het oog van
Tibbie Lockhart van uit het keukenraam hen
bespiedde, benauwde den jongen.
„Neen, dat doe ik niet, laat het mij hier
zien 1" zeide Anjelier, haar tasch met boeken
op schoolmeisjes-manier door de open voor
deur werpende.
„Neen, dat wil ik niet. Ik wil niet, dat Tibbie
het ziet niemand dan jij moet het zien."
„Weet je heel zeker, dat niemand het nog
gezien heeft, geen meisje in Edinburg
niemand in Cairn Edward?"
„Niemand, zelfs mijn moeder niet. Ik be
waarde het voor jou, Anjelier."
„Is het héél mooi
„Ja, heel mooi. Kom hier heen. Het zal je
6pijten als je het niet doet."
„Nu, dan zal ik komen, maar heel eventjes
hoor
Zij gingen het huisje rond tot bij het schuine
afdak, waar een paar klimplanten, .beschut
voor den wind, fier naar boven groeiden, zij
vormden een soort priëel. John Charles nam
het kleine platte doosje uit zijn zak en opende
het.
Een medaille van glas in goud gezet lag
er in het doosje sloot niet geheel, dat kwam
omdat de eigenaar een blauw lintje door het
ringetje van de medaille had gehaald.
„O", zei Anjelier diep ademhalend, „het Is
mooi. Is het van goud Zie eens, je naam
staat er op. Is het de medaille van je klasse
Wat zullen je vader en moeder trotsch zijn
Zij sloeg haar handen in elkaar en staarde
er naar, maar durfde het niet aan te pakken.
„Neen, dat zullen zij niet," zei John Charles
norsch „ze zullen het nooit weten, en al wisten
ze het, het zon hun niets kunnen schelen.
Ik ben niet van plan het aan hen of aan
iemand te vertellen. Ik heb er voor jou mijn
best voor gedaanal dien tijd zei ik tot mij
zelfals ik de medaille win, dan geef ik haar
aan Anjelier met een blauw lint er aan, dat
zo om haar hals kan dragen omdat blauw
haar kleur is
„O, neen maar ik zou het niet kunnen",
riep het meisje, een paar stappen terugdoende.
„Ik dnrf niet, ieder zou kunnen zien, wat er
op geschreven staat."
„Je hoeft het niet zoo zichtbaar te dragen,
Anjelier", zei hij zachtjes, op overredenden
toon, „zie eens, ik deed er al een lint aan."
„Het is mooi" haar gelaat kreeg een
innige uitdrukking, haar oogen schitterden
„het was vriendelijk van je om aan mij te
denken niet dat ik geloof, dat je het echt
deedt. Maar werkelijk, ik kan het niet
aannemen."
Het gelaat van John Charles Morrison be
trok. „Heel goed," zei hij, het lint nit het rin
getje trekkende en de doos op den grond
werpend, „zie je gindschen vijver Zoo waar
als ik leef" (hij gebruikte de oude schooljon
gens-bekrachtiging) „ik gooi alles er in, als
Ie het niet wilt aannemen."
Iets dat op een snik leek kwam in de keel
van den jongen. „Ik heb er zoo hard voor
gewerkt, en ik dacht dat je het graag zoudt
hebben."
„Ik zou het heel graag hebben heusch
heel graag!" riep Anjelier verschrikt en in
het nauw gebracht.
„Neen, dat is niet waar".
„Geef het mij dan, maar kijk niet."
Zij keerde hem haar rug toe en een lange
poos was zij aan haar hals bezig.
„Nu
Zij hief haar hoofd weer op, waar het
licht op scheen van een Aprilzon. Zij glim
lachte en bloosde gelijktijdig. Een heel klein
stukje blauw was net eventjes zichtbaar,
waar haar wit kraagje dichtging.
John Charles begreep, dat het oogenblik
gekomen was, waar hij den ganschen winter
naar had verlangd. Hij bukte zich en gaf
haar een kasdaarna keerde hij zich om en
liep weg, haar meer dan ooit als een Anjelier
achterlatende.
Zij staarde hem na, totdat hij uit het ge
zicht verdwenen was, de blos verdween lang
zamerhand van haar gelaat, daarna ging zij
zachtjes naar biDnen.
„Van wien kreeg je dat lint met die kleine
guinje er aan?" vroeg pleegmoeder Tibbie
dien avond.
„Ik weet het, maar ik beloofde, het niet te
zullen vertellen zei de kleine heks, die de
scherpe, oude vrouw om hare vingers kon
winden.
„Maar ik geloof, dat ik het kan raden,"
zeide Tibbie boos. „Ik verwed er nog een
andere gouden guinje om. dat dat blauwe
lint in Edinburg gekocht is."
Maar Anjelier Maybald glimlachte alleen en
trok haar lippen samen als bij een heerlijke
herinnering.
Hdbld. Slot volgt.)
Als wij nagaan, op welke wijze de strijd
in Macedonië wordt gevoord, en dat dan ver
gelijken met den Boerenoorlog, dan komen
wij tot tal van overeenkomsten. Ook nu
wordt de bevolking uit huis en hof verjaagd,
dorp en stad wordt aan de vlammen ten prooi
gegeven, de akkers, velden en boomgaarden
worden verwoest, en menig onschuldige wordt
door de ruwe soldaten om het leven gebracht.
Gelijk de Boeren van de verwante Kapenaars
ondersteuning ontvingen, zoo kunnen de Mace-
doniërs op de Bulgaren rekenen. Wij laten
op deze toestanden het licht vallen wegens
de merkwaardige houdiDg van het groote
Engeische Jingoblad „De Times".
De correspondent vaD dit blad roept ach
en wee over de barbaarschheid van de Turksche
troepen, en de redactie van het blad acht het
bovendien zeer natuurlijk, dat do Bul
garen hunne strijdende broeders helpen.
Hoe geheel anders sprak dit blad in den
Zuid-Afrikaanschen oorlog 1 Toen werden de
Kapenaars, mede op aansporen van de Times,
met strop en galg gestraft, zoo zij aan hunne
vrienden en bloedverwanten in Vrijstaat en
Transvaal ter hnlpe waren gesneld.
In nog een ander opzicht volgt de Sultan
de Engeische methode. Evenals de Engeische
censuur alle berichten van eenige beteekenis
tegenhield, zoo heeft thans de Turksche re-
geerïng last gegeven, om al de buitenlandsche
correspondenten Uit Macedonië 'te verwijderen,
wegens het verspreiden van valsche berichten.
Alle nieuws zal dus voortaan door den
Turkschen koker glijden, zoodat de waarheid
er van zeer twijfelachtig zal zijn. Sedert een
paar dagen valt er van de actie der opstan
delingen weinig te vertellen. Het heeft er
veel van, dat de hoofden wachten op beslui
ten uit het buitenland. Ook in Bulgarije en
Servië is men overtuigd, dat in de bijeenkomst
van den Czaar en Keizer Frans Jozef het lot
van Macedonië zal worden beslist.
De keizer van Oostenrijk is al vast uit
Boedapest naar Weenen teruggekeerd, om den
hoogenRussischen gast te ontvangen.Het werk
was trouwens voor den vorst in Hongarije
gedaan', dat wil zeggen: hij is gegaan, zoo
als hij gekomen was.Zonder met de Hongaarsche
oppositie tot eene overeenkomst te zijn ge
komen.
De Keizer blijft op het standpunt, dat het
leger één geheel zal blijven uitmaken, en hij
wil de leiding van de Hongaarsche regeering
niet in handen geven van iemand, die deze
inzichten niet deelt. Graaf Khuen Hedervary
zal dus voorloopig aan het bewind blijven en
het met de Hongaren zien te schikken zoo
goed en zoo kwaad als hij kan. Het tijdperk
van beroering is hier evenwel niet afgesloten
integendeel doen zich verschijnselen voor, die
op eene uitbreiding van dén strijd wijzen.
Reeds vroeger hebben de tot Hongarije be-
hoorende Kroaten verklaard, dat, zoo Hon
garije een eigen leger krijgt, ook zij daarop
aanspraak zullen maken. De Roemeensche
Hongaren hebben mede partij gekozen. In
eene vergadering te Arad hebben zij besloten,
zich met alle kracht tegen het Hongaarsch
als commando-taal, te zullen verzetten. Andere
nationaliteiten in Hongarije zullen worden
aangespoord, zich in deze aan de zijde der
Roemenen te scharen. In Oostenrijk krijgen
de Hongaren steun van de AU Deutsche partij.
Deze partij heeft eene verklaring de wereld
ingezonden, waarin zij zich aan de zijde der
Hongaren plaatst. De All-Deutscben zien in
eene persoonlijke unie de oplossing van al de
kwesties, die er voor en na tusschen de beide
deelen des rijks zijn gerezen. De All-Deutschen
vergeten daarbij ook al, dat de monarchie niet
alleen door Hongaren en Duitschers wordt
bewoond en dat de andere nationaliteiten, die
gezamenlijk sterker zijn dan Magyaren en
Germanen afzonderlijk, ook wel een woordje
meê mogen spreken. Zoo eischen de Magyaren
voor de Hongaarsche regimenten het Magy-
aarsche commando, terwijl de meerderheid
van dat deel des legers toch weer uit andere
nationaliteiten is samengesteld. Van de 46
regimenten infanterie zijn er maar 11 Magy-
aarsch, 16 zijn gemengd, met eene Magyaarsche
minderheid. Verder zijn er 6 samengesteld
uit Duitschers, 6 uit Roemenen, 6 nit Kroaten,
3 uit Slowaken, 3 nit Serben en 2 uit Roe-
thenen. Met evenveel recht dus als de Magyaren
de opheffing van het uitsluitend Duitsch als
legertaal eischen, kunnen die andere natio-
naliteiten het uitsluitend Magyaarsch in
het Hongaarsche leger verwerpen.
De All-Deutsche partij in Oostenrijk, die
op eene scheiding met Hongarije aandringt, j
koestert eigenlijk nog heel andere plannen.
Zij streeft naar de vorming van een Groot-
Duitschland, waarvan Oostenrijk dan een
deel zal uitmaken. Zweden, Noorwegen,
Denemarken, Engeland, België, Zwitserland
en Nederland zijn mede in deze groote com
binatie begrepen. Wij voor ons hopen, dat de
staatkundige uitbarstingen, die dezen grooten j
ommekeer van Europa moeten voorbereiden,
nooit znllen aanbreken. Op de Duitsche
vrijheid, zooals die te Berlijn wordt opgevat,
zijn wij niet bijzonder gesteld. De belangen
dezer verschillende deelen loopen tevens zóó
uiteen, dat wij ons zelfs een tolverbond
tusschen Engeland en Duitschland moeilijk
kunnen voorstellen. Dat zoo iets niet gemak
kelijk gaat, ondervindt thans Chamberlain in
hooge mate. In een gesprek met een reporter
van de Manchester Guardian heeft de broeder
van den minister zich ook al tegen het
beschermende stelsel verklaard. Artbnr Cham
berlain meent, dat het tegenwoordige parle
ment zichzelf overleefd heeft. Hij meent,
dat eene ontbinding voor de deur staat. De
regeering zal dan aan de natie om een
mandaat voor hare handelsstaatkunde vragen.
Arthur Chamberlain zou aan deze regeering,
noch aan welke andere ook, de macht willen
geven, om beschermende rechten in te voeren.
Hij kan ook niet gelooveD, dat het volk zich bij
een stelsel zal neerleggen, dat den prijs der
eerste .levensmiddelen moet verhoogen. Een
paar dagen nadat de heer Ch. deze meening
uitsprak, heeft het volk reeds getoond, op
welk standpunt het zich plaatst. Te Leicester
had het congres van de Trade Unions plaats.
In de bijeenkomst van deze machtige arbei
ders-organisatie waren 1133000 arbeiders door
1133 afgevaardigden vertegenwoordigd. Nadat
over de plannen van den Minister van Kolo
niën van gedachten was gewisseld, werd met
op 2 na algemeene stemmen eene motie aan
genomen, waarbij het Congres ten strengste
de door Chamberlain voorgestelde tarieven-
wijzigingen afkeurde.
Verder werd besloten, dat de Trade Unions
zich met andere lichamen zullen verbinden,
om de protectie-plannen te bestrijden. Cham
berlain kan zich dus op een heftigen tegen
stand voorbereiden.Neemt de ontevredenheid
tegen het Ministerie in het Binnenland met
den dag toe, ook in het Buitenland gaat het
verre van voor den wind.
Het kan niet ander3, of de loop der zaken
in Oost-Azië neemt voor Engeland een on
gunstige wending. Het had gehoopt, Rusland
door Japan in bedwang te houden, desnoods
ten koste van een oorlog. Doch Japan heeft
geen lust getoond, voor Engeland de kastan
jes uit het vuur te halen. Het heeft zich
met den mededinger in contact gesteld, ten
einde gemeenschappelijk de zaken te regelen.
Den 12 Augustus heeft de Japansche gezant,
den Russischen minister van buitenlandsche
zaken eene memorie overhandigd, waarin
voorstellen zijn opgenomen, die aan de drei
gende geschillen een einde moeten maken.
Japan zou daarbjj de Russische belangen in
Mantsjoerije erkennen, en Rusland die van
Japan in Korea. Van Engeische belangen is
daaibij geen sprake. Dat de spanning tus
schen Rusland en Japan is geweken, blijkt
uit de mededoeling, dat een Russisch com
mandant de manoeuvres in Japan zal bijwo
nen en een Japansch generaal de Russische
legeroefeningen bij Wladiwostock.
De Hollaadsche Maatschappij van Land
bouw hield Donderdag te Naaldwijk, onder
Voorzitterschap van den heer Vas Visser,
haar 73e Algemeene Vergadering.
Voorzitter deolde mede, dat de heer Van
der Zande van Hoorn door den loop der werk
zaamheden op het zuiveleongres te Brussel
verhinderd was, hier in te leiden het onder
werp „Is het gewonscht, dat maatregelen
worden beraamd tot bevestiging van den
goeden naam der Gondsche en Edammer
Kaas Met het oog op het gewicht van dit
onderwerp stelde de Voorz. voor, binnen een
niet te ver verwijderd tijdstip, b.v. 4 a 6
weken, een nieuwe algemeene vergadering te
houden en den heer Van der Zande nit te
noodigen, alsdan dit gewichtige pnnt in te
leiden. Dit werd goedgekeurd.
Het ledental steeg van 8623 tot 9202, op
welke vermeerdering de tentoonstelling te
Alkmaar wel van invloed zal zijn geweest.
Het aantal afdeelingen daalde door de ophef
fing der afdeeling Langedijk tot 91. De
financiëele toestand is bevredigend. De ten
toonstelling te Alkmaar kostte f 6948, welke
kosten echter een volgend jaar geheel zullen
zijn gedekt.
De rekening van het vorige en de begrooting
voor het volgende jaar werden, na rapport
der financiëele commissie, bij monde van den
heer J. L. T. Gronoman, waaruit bleek, dat
het voordeelige saldo der rekening van f 1244
tot f 1873 is gestegen, onveranderd goedge
keurd.
Het voorstel-Zijpe, om f 1000 to geven aan
de noodlijdende boeren van den Kethelpolder,
werd, na het afwijzend prseadvies van het
Hoofdbestuur, met overgroote meerderheid
verworpen. Alléén de afdeelingen Zijpe en
Hilligersberg verklaarden zich er voor.
Aan de orde was daarna de benoeming van
een lid van het Hoofdbestuur, in de plaats
van den heer J. Breebaart Kzdie 31 Dec.
a.s. moet aftreden en niet herkiesbaar is.
De heer De Bie van Rotterdam brengt den
heer Breebaart hulde voor zijn groote ver
diensten voor de Maatschappij, gedurende
diens 30-jarig lidmaatschap.
Waar de heer Breebaart zoo tal vaD jaren
lid was van het hoofdbestuur, stelde de heer
De Bie voor, hem te benoemen tot eerelid
van het hoofdbestuur. De vergadering gaf
door daverend applaus van instemming met
dit voorstel blijk, waarop de Voorz. onder
luide bijvalsbetuigingen den heer Breebaart
tot eerelid van het hoofdbestuur benoemd
verklaarde.
Tot lid van het Hoofdbestuur voor Noord-
Holland werd benoemd de heer K. Breebaart Jz.
met 413 van de 520 stemmentot lid voor
Znid-Holland de heer Van Eeten tot lid van
de financiëele commissie de heer J. F. Moens
te Alkmaar.
De Voorz. bracht den heer J. Breebaart,
wiens 30-jarig bestuurslidmaatschap een uni
cum is in de annalen der maatschappij, nog
maals warme hulde. Er zijn tal van zaken
geweest, waarin het den heer Breebaart was
overgelaten, de kastanjes uit het vuur te
halen. Spr. verheugde zich er in, dat de
heer Breebaart met algemeene stemmen be
noemd is tot eerelid van het hoofdbestuur en
verklaarde zich verheugd, dat zijn zoon in
zijn plaats is gekozen, van wien hij hoopte,
dat hij de voetstappen van zijn vader zal
drukken.
Enkhuizen werd aangewezen tot plaats
voor de algemeene vergadering in 1904.
Daarop werden door den heer K. de Boer Cz.
de volgende stellingen toegelicht
1. Het systeem van de tegenwoordige
ongevallenwet is voor den landbouwer on
bruikbaar. 2. Wanneer de Regeering de
ongevallenwet tot het landbouwbedrijf gaat
uitbreiden, dan moet dit geschieden bij eene
regeling, die, zonder het doel der wet te
schaden, den landbouw zoo weinig mogelijk last
en kosten veroorzaakt. 3. In die ongevallenver-
1 zekering moet niet alleen de landbonwarbeider,
maar ook de landbouwer worden opgenomen.
4. Het geheele landbouwbedrijf wordt in
een afzonderlijke gevarenklasse gebracht. 6.
Het bedrag der uitkeering na een ongeval
wordt geregeld naar bepaalde loontypen, die
voor verschillende streken worden vastgesteld
en niet naar het werkelijk uitbetaalde loon.
6. De premie wordt omgeslagen over hen,
die eenigen grond voor hun risico cnltiveeren
en wél in verhouding tot de belastbare op
brengst van dien grond.
Medegedeeld wordt nog, dat benoemd zijn
tot leden der commissie voor de periodieke
wetsherzieningvoor Noord-Holland do heeren
K. de Boer Czn. te Assendelft en J. L. T.
Groneman to Wieringerwaard, en voor Zuid-
Holland P. J. A. de Bruine te Zwijndrecht
en inr. H. J. M. Tijssens te Dordrecht.
Hierna sluiting.
Door gas gestikt. In de St.
Anthoniesbreéstraat te AMSTERDAM woont
de 54-jarige Meyer Altenberg met zijne
vrouw Rebecca Robbi. Een familielid wilde
ben bezoeken, klopte aan de woning, maar
kreeg geen gehoor. Daar zij een ongeluk ver
moedde, waarschuwde zjj buren, van wie toe
vallig thuis was de agent van politie H. Bagra.
Deze verschafte zich toegang tot de woning
en vond den man dood te bed liggen en
de vrouw bewusteloos vóór het bed.
De beer Bagra opende onmiddellijk, daar
hij een sterke gaslucht gewaar werd, deuren
en ramen, stuurde een buurman om politie-
hulp en een dokter, en begon zelf, door kunst
matige ademhaling toe te passen, de levens
geesten van de vrouw op te wekken, wat hem
gelukte.
Door de aangerukte politie werd de vrouw
per raderbaar naar het Gasthuis gebracht.
Dr. B. Swaab, die spoedig ter plaatse was,
constateerde den dood van den man.
Nader werd vernomen aan het Gasthuis, dat
de vrouw Diet overleden was,zoodat de hulp van
Bagra vermoedelijk niet vergeefsch is geweest.
Uiteen verder onderzoek op de woning is ge
bleken, dat twee gaskranen van een gaskroon
niet gesloten waren, zoodat het ongeval te
wijten is aan bedwelming door gas, door on
voorzichtigheid.
Ellendig.
1 Een dronken vader liep met zijn even
dronken 7-jarig zoontje achter het Rijks-
Museum te AMSTERDAM te zwaaien. De
politie rekende beiden in en bracht ze, waar
zij hoorden den ontaarden vader naar het
politie-posthuis in het Rijks-Museum, den
i jongen, die ziek was van den drank, naar
I het Wilhelminagasthuis, waar hij werd op
genomen.
Doodgedrukt.
Een droevig ongeluk had er Woensdag
avond aan de Oosterhaven te GRONINGEN
plaats. Eenige kinderen speelden omstreeks
half zeven op en bij met koren gevulde
zakken, die aan de haven opgestapeld lagen.
Plotseling vergleden de bovenste zware
zakken en rolden naar beneden, met het
noodlottig gevolg, dat de negenjarige Cathe-
rina Frederica van der Laan eronder geraakte.
Een paar der kleinen riepen geheel ontsteld
de hulp in van den voerman De Vries, die
zich in de nabijheid bevond en de kinderen
tien minuten te voren van den stapel had
weggejaagd. Het gelnkte De Vries, de zakken
spoedig te verplaatsen. Maar 't was helaas
reeds to laatde kleine gaf geen teeken
van leven meer, de borstkas was onder
den zwaren last ingedrukt. Tevergeefs
trachtten eenige omstanders de ademhaling
langs kunstmatigen weg op te wekken.
Dr. Tijmstra, die inmiddels aankwam, kon
slechts den dood constateeren. Het lijkjo
werd naar de ouderlijke woning in de
Lijnbaanstraat vervoerd.
Dit is het tweede kindje, dat de ouders door
een noodlottig toeval hebben verloren. Den
14den Juli 1900 geraakte hun negerjarig
zoontje, spelende op een driemaster, welke
in de Oosterhaven lag, tusschen een stapel
planken bekneld en kwam op een even
i treurige wijze om het leven als thans het
meisje.