AKflAPiUlOVHi
Zondag 11 October 005
47ste Jaargang No. 3878
ïfedevrerker J, \V I K E L.
EERSTE BLAI).
Loting Nationale Militie.
Het 12de Raadslid.
Buitenlandsch Nieuws.
Politiek overzicht der week.
Binnenlandsch Nieuws.
S t o r m.
J
COURANT.
Alnrttitij- LailUoivblal
Woensdag- en
Dit blad verschijnt tweemaal per week
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
A.DVERTKNTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Bureau SCMA&SlSütï, laian, O 4.
Uitgever 5 P. TRAPMAN.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderliike nummers 6 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5c.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Gemeente Sclingen.
BEKENDMAKINGEN.
oo
POLITIE.
Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlich
tingen te bekomen omtrent een op de week
markt 1.1. achtergebleven schaap [over-
houdor] en worden inlichtingen verzocht
omtrent een verloren lederen broek
van een paardetuig.
ooooo—
Openbare vergadering van den BAAD der
gemeente Schagen, op Dinsdag den 13
October 1903, des voormiddags te 10 uur.
Punten van behandeling
1. Ingekomen stukken.
2. Aanbieding gemeonte-begrooting, dienst
1904
3. Beëediging Waagmeester.
4. Belooning voor de tijdelijke waarneming
der betrekkingen van gemeentebode en
waagmeester.
6. Voorstel tot wijziging der Algemeene
Politie-verordening.
6. Benoeming onderwijzers voor het her-
halingsonderwijs, cursus 1903/1904.
Schagen, 8 October 1903.
De Burgemeester,
H. J. POT.
ooooo
—ooo—
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Schagen
Brengen, ter voldoening aan het tweede
gedeelte van Art. 26 der Militiewet 1901
[Staatsblad 212 van 1901] voor de tweede
maal ter kennis van de belanghebbenden, dat
de loting van de in 1903 voor de Nationale
Militie ingeschrevenen, overeenkomstig de
ontvangen aanschrijving van Zijne Excellentie
den heer Commissaris der Koningin dezer
Provincie, dato 7 September 1903 No. 8/6312
M./S., zal plaats hebben op den 23 October
1903, des voormiddags ten 9'/j ure, ten Raad-
huize te Schagen, en worden zij, welke daar
aan moeten deelnemen, gelast, om, voorzien
van hun oproepingsbillet, op den bepaalden
tijd aldaar, tot dat einde aanwezig te zijn,
of, bij verhindering, zich aldaar door hun
vader, moeder of voogd te doen vertegen
woordigen.
Alsmede dat, overeenkomstig Art. 32 van
gemelde Wet, dadelijk na de trekking van
het Nummer, de redenen van vrijstelling,
welke de Ingeschrevene mocht hebben, moeten
worden opgegeven.
Indien hij vermeent vrijstelling te kunnen
erlangen wegens broederdienst, zal hij
op Zaterdag den 24 October 1903, des voor
middags ten 10 ure, in het Gemeentehuis
moeten verschijnen, vergezeld van twee bij
den Burgemeester bekende en ter goeder
naam en faam staande meerdeijarige inge
zetenen, die de vereischte getuigenis kunnen
afleggen en het aldaar op te maken getuig
schrift onderteekenen, en zal hij mede voor
zien moeten zijn van zijne geboorte-acte en
van de geboorte-acten van al zijne nog in
leven zijnde broeders, alsmede van de zak
boekjes óf paspoorten van gediend hebbende
broeders.
Bij overlegging van laatstgenoemde stuk-
ken zullen door den Burgemeester bij den
Kommandant van het korps, waarbij zijne
broeders dienen of gediend hebben, worden
aangevraagd de bewijzen van werkelijken
dienst, of een uittreksel uit het Stamboek.
Schagen, den 9 October 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H. J. POT.
De Secretaris,
BOGGEVEEN, 1. S.
—o—o
We begonnen Woensdag de Raadszitting
met de beëediging van den heer G. Volder,
die de vorige maal oogesteld was. 't Deed
me genoegen, collega Volder hersteld te
zien. Ik bied hem bij deze ook m ij n ge-
lukwenschen aan met zijne herbenoeming
als raadslid, en hoop dat we samen nog
menige zitting zullen meêmaken.
Veel belangrijks bood deze Raadszitting
verder niet, ofschoon zij niet onvermakelijk
was. De burgemeester gaf mjn collega
Van Mullem een afstraffing, en eerlijk ge
zegd, Van Mullem had 't verdiend, ofschoon
ik aan een Andere wijze van optreden van
den Voorzitter de voorkeur blijf geven!
De heeren hadden het eerst over den
put aan Breezand en noch de heer Van
Mullem, noch de heer Jelles waren in hun
redeneeringen heel zakelijk. Maar toen de
heer Rezelman zich ten slotte in het debat
mengde, werd de kwestie in haar zakel jken
vorm teruggebracht.
M j dunkt, datje in dit geval alleen vraagt:
is het watergebrek b j droogte voor Breezand
zoo erg, dat een groote uitgaaf voor een
boring gewettigd is, met de kans, (en
hierop moet vooral de nadruk vallen.) op
slechts weinig resultaat? En dan
geloof ik met collega Rezelman van nean.
Had men de zekerheid, dat met wat kosten,
al waren die dan niet onaanzienlijk, daar een
goede put zou komen,dan was het gewenscht
natuurlijk, maar dan was er hoogstwaar
schijnlijk ook al een geweest. Was het
dan niet dooi de gemeente, dan misschien
wel door een particulier. Eu of collega
Van Mullem nu al veel weet te vertellen
van die oude bron van voor dertig jaar,
ja, dat is nu wel heel aardig als je's avonds,
gezellig bijeeD, eens oude herinneringen
ophaalt, maar practisch nut heeft een
dergelijke redeneering m. i. al heel weinig
en daarop komt het hier alleen aan.
Deze collega van me maakte het met de
drinkwater-kwestie aan de school te Bree
zand niet veel beter, 't Bleek hior zoo
duidelijkde kinderen hadden geklaagd
en vader, daardoor geprikkeld, had er
het zjne van in den Raad gezegd. Een
dergelijke manier van de zaken te behandelen
kan niet genoeg veroordeeld worden. De
heer Van Mullem had bj zijn eerste goede
beantwoording dier klachten moeten bij ven.
Nietwaar, hij zeide volgens eigen beweren
kinderen, jelui moeten niet teuten, het
water is goed En d&a had mijnheer Van
Mullem kalmpjes naar mijnheer Kuiper,
den onderwijzer, moeten gaan en ten
ernstig onderzoek moeten instellen, en dan
maak ik me sterk, dat we van stinkend
water niets hadden gehoord, 't Spijt mij
voor mijn collega, maar ik geloof, dat zijn
antipathie tegen de openbare school hem
hier leelijke parten heeft gespeeld. Jongen,
collega, als 't eens een bijzondere school
was geweest, geloof ik dat j9 de zaak
wel anders aaDgepakt hadt en eerst eens met
meester over 't geval gesproken, 't Leek
me zoo, alsof ge de autoriteit der
onderwijzers aan de school uwer kinderen
niet zeer hoog houdt, en dat is verkeerd.
Heusch, waarde heer, je was op zeer glad
ijs en de schaatsen waren stomp man, zoodat
de krabbelingen die je maakte, verre van
sierlijk waren. En het slot was natuurlijk,
dat ge op uw zitvlak terecht kwaamt. Nu,
een goede leer voor een volgenden keer'
Nad.tstandje kregen we de aanbieding der
begrooting, met voor de belasting betalers
de heugelijke modedeeling van eeD verlaging
van den Hoofdelijken Omslag met f 1300.
Vorig jaar pas een verhooging, en nu weer
een zeer groote verlaging, ik zou harst'be
ginnen te gelooven, dat de inkomsten en
uitgaven van mjn Polder zeer schommelend
en ongedurig zijn. Bij de behandeling der
begrooting zullen mjn kiezers, hoop ik, hier
wel meer van hooren.
De redevoering, die de Minister Balfour
te Sheffield heeft gehouden, en waarin hij
de kool en de geit beiden spaarde, heeft
tengevolge gehad, dat ook de Hertog van
Devonshlre het bijltje er bij neer heeft gelegd.
Dit geeft in het nauwelijks opgelapte
ministeriëele kleed zulk een geduchte scheur,
dat velen vreezen, dat het pak thans wel
naar de voddenmand verwezen zal worden.
Chamberlain en.de Hertog van Devonshlre
waren de unionistische leiders in het conser
vatieve Kabinet. Nu de Hertog zich beslist
vóór het vrijhandelstelsel heeft verklaard,
vraagt men, of de unionistische partij nog
genegen is, het Kabinet te steunen. Zonder
dien steun kan het ministerie over geen vol
doende meerderheid beschikken, zoodat het
heen zou moeten gaan. Ondertusschen is de
heer Chamberlain zijne campagne voor het
beschermende stelsel begonnen.
In eene redevoering te Glasgow heeft hij
zijne meeningen niteengezet. Omtrent zijne
verhouding tot het Kabinet zeide hij „Wil
wel verstaan, dat onder geen omstandigheden
ik mijzelf zal veroorloven, in eenige concur
rentie, direct of indirect, te treden tegenover
mijn vriend en leider, dien ik vast besloten
ben te volgen." Zijne positie tot de Regeo-
rlng vergeleek hij bij die van een pionier.
Ik ga het leger vooruit, zeide hij, doch wan
neer dit wordt aangevallen, keer Ik er toe
terug. Omtrent het doel, dat bij hem voor
staat, verklaarde hij: „Wij moeten de ver-
eeniging van onze Staten aan gene zijde der
zeeën bevorderenwij moeten het Britsche
ras versterkenwij moeten den drang van
concurrentie op handelsgebied weten weer
stand te bieden. En dit alles niet langer als
een op zichzelf staand land." Verder paf hij
een overzicht over den loop van den Engel-
schen handel in de laatste jaren. Nadruk
legde hij er op, dat de Engelsche handel
sedert 1872 een gestadige vermeerdering van
20 millioen aanwees, dat is ongeveer 7'/i
percent, terwijl de bovolking in dien tijd met
30 percent was toegenomen. Dat waren zeer
bedenkelijke verhoudingen. In dienzelfden
tijd vermeerderde de handel van de Vereenigde
Staten met 110 millioen en die van Duitsch-
land met 66 millioen.
Met cijfers toonde hij aan, hoe de uitvoer van
in Engelnnd gefabriceerde producten en goe
deren naar de Vere»nigde Staten, Dnitsohland
en Frankrijk van 1872 tot 1902 met42'/j mil
lioen was achteruitgegaan. De uitvoer dier
producten naar de Koloniën nam in die
jaren met 40 millioen toe. Daaruit trok
Chamberlain de conclusie, dat de Engelsche
handel langzamerhand geheel van zijne kolo-
n ën afhankelijk wordt. De Britsche nijver
heid kan en moet in de koloniën het terrein
voor haren handel reserveeren. In Canada is
de industrie nauwelijks in wording, in Australië
en Zuid-Afrika kent men ze nog niet. In
deze toekomst-wereldlijken ligt het gebied
van Engeiand's industrie.
In ruil daarvoor moet Engeland den kolo
nialen landbouw steunen. Dit kan alleen,
wanneer de koloniale producten vrij worden
ingevoerd, terwijl op de voortbrengselen van
andere rijken een verhoogd invoerrecht wordt
gelegd. De Manchester-Guardian geeft eene
berekening, wat dit invoerrecht den Engel-
schen verbruiker zal kosten.
Een recht op buitenlandsche granen geeft
3.300.000 pond sterling belastiDg, de prijsver-
hooging van koloniaal graan zal 872000 p. st.
bedragen en die voor inlandsche granen
3 876 000 pond, samen 8 047.000 of ruim 96'/i
millioen gulden. Voor vleesch zijn deze
cijfers 1.360.000, 376.000 en 2.000 00Ó pd. st.,
is zamen 3 735.000 of ruim 44*/a millioen
gulden. Aan zuivelproducten zal een totaal
van 4.055.000 p. st. betaald worden, of ruim
48'/j millioen gulden. Dat maakt samen
1891/2 millioen gulden per jaar.
Aan ontheffingen zou de verbruiker voor
thee, suiker en cacao 7.450.000 p. st. prcfi-
toeren of circa 90 millioen gld. Het imperiale
stelsel eischt dus van het Engelsche volk
eene jaarlijksche bijdrage van ongeveer 100
millioen gulden. Het verlies, dat de schatkist
door de ontheffingen lijdt, denkt de heer
Chamberlain te herstellen met een recht van
10 pCt. op buitenlandsche fabrikaten te
leggen.
Er wordt beweerd, dat het geheele fiscale
rumoer slechts dient, om de aandacht van
het legerrapport ea het échec in Somallland
af te leiden. Wij laten die veronderstelling
voor wat zij is, doch zeker is het, dat de in
druk van beidon grooter zou zijn, zoo niet
aller belangstelling door Chamberlain in be
slag werd genomen. Tusschen al deze be
drijven door verliest de Engelsche diplomatie
hare belangen hier en elders niet uit het oog.
Vooral op China houdt zij een waakzaam
oog. Men zal zich herinneren, dat Rusland
de belofte had afgelegd, om op 8 October
zijne troepen uit Nioetsjwang en Moekden
terug te trekken. Dat de Russische regeering
geen oogonblik de gedachte heeft gekoesterd
om die belofte na te komen, zal wel niemand
verwonderen. Integendeel zijn er in den laat-
sten tijd juist in deze steden groote troepen-
afdeelingen samengetrokken. Nu Rusland zijn
woord niet heeft gehouden, komen de En
gelsche bladen weer met alarmeerende ge
ruchten over het Russisch-Japansch oorlogs
gevaar voör den dag. De Times weet te ver
tellen, dat de Japansche ministers van oorlog
en marine langdurige conferenties met den
Mikado houden.
Die besprekingen zouden op eene ernstige
crisis wijzen. De vloot moet zich gereed hou
den om ommiddellijk op te kunnen treden
evenzoo wordt het leger voor een veldtocht uit
gerust. Belangrijke voorraden proviand moe
ten in de depots zijn opgeslagen. In alle
arsenalen wordt met koortsachtigen spoed
gewerkt, om op alle komende gebeurtenissen
voorbereid te zijn. Er moge in deze sensatie-
berichten overdrijving zijn, zeker is het, dat
do toestand weer meer gespapnen is dan
voorheen. DeJapansche Regeering heeft van
Rusland geëischt, dot het zijne beloften
betreffende Mantsjoerije zal nakomen.
Daarop heeft Rusland geantwoord, dat de
ontruiming van Mantsjoerjje een kwestie is
tusschen Rusland en China, waarmeê Japan
niets te maken heeft. Om evenwel Japan
niet tot het uiterste te prikkelen, heeft
Rusland aan Japan voorgesteld om samen
Korea te verdoelenJapan zou dan het
Zuidelijke en Rusland het Noordelijke
deel krijgen Japan heeft dit voorstel met ver
ontwaardiging van de hand gewezen. Niet
zoozeer om de onschendbaarheid van Korea,
als wel omdat het niet het midden met de
beide einden krijgt.
In de diplomatie drukt men die gedachten
in geheel andere woorden uit. Daar heet het:
eene beleediging van de nationale eer, of eene
kwetsing van de majesteit des volk3. Twee
joden weten, wat een bril kost. Het slot van
't lied zal wel zijn, dat Rusland en Japan
goedvinden, dat de een in Mantsjoerije mag
blijven en de andere een protectoraat over
Korea mag vestigen. Tot uitbarstingen zal
het evenmin in Oost-Azië, als in Oost-Europa
komen. In diplomatieke kringen acht men
het gevaar van een oorlog tusschen
Turkije en Bulgarije voor dit jaar afgewend.
Veel zal er nu van afhangen, hoe het her
vormingsplan van Rusland en Oostenrijk ten
uitvoer wordt gebracht. Wil de Porte met
ernst betore toestanden scheppen, dan zou het
zolfs kunnen gebeuren, dat de Macedonische
kwestie voor eenigen tijd van het politiek
program werd afgevoerd. Abd-nl-Hamid blijft
evenwel een Oostersch despoot, die in zijn
absolute rechten meer belang stelt, dan in
het gelnk zijner onderdanen. Daardoor zal
aan deze Oostersche kwestie niet anders een
einde komen, dan wanneer aan het Turkscho
gezag in Europa een einde is gemaakt. En
wanneer dat plaatsheeft gehad, zal de strjjd
om Turkije eerst recht beginnen.
- Men schrijft uit WINSCHOTEN:
Het geval van nona, waarvan ;,de Telo-
graai" melding maakte, [zie ons vorig no.,]
komt hierop neer
Het meisje van F. Lindeman had op den
voorlaatsten Zondag wat al te zwaar kermis
gehouden, 's Maandagsmorgens ging ze te
bed en werd tengevolge van overspanning
harer zenuwen eerst Woensdag d.a.v. weer
wakker.
WIERINGERWAARD. De soiree
voor Vrije Liefdadigheid zal plaats hebben
op Zondag 8 Nov. a.s. De kaarten zijn reeds
aitverkocht en niet meer te vorkrijgen.
WIERINGERWAARD. Het Dept.
der M. 't N. v. Algem. alhier hield deze week
eene vergadering ter bespreking van de aan
staande winterbijeenkomsten. Uit het verslag
van den penningmeester bleek, dat er een
batig saldo is voor dit jaar van f 15.83. Op
1 4 Nov. a.s. zal als spieker optreden de heer
v. d. Linden, vroeger predikant der doopsgez.
i gem. alhier, thans te Harlingen. De toegang
is vrij, behalve voor kinderen beneden den
I leeftijd van 16 jaar.
Teneinde een bibliotheek voor jonge lieden
te verkrijgen, zal men een inteekenlijst laten
i circuleeren bij de ingezetenen. Zoo'n nuttige
instelling behoeft zeker geen nadere aanprij
zing.
WIERINGEN.
Jl. Dinsdagavond om 7'/j uur werd ten
lokale van den heer C. C. Koorn de eerste
bijeenkomst van ons plaatselijk Nut „Eens
gezindheid" gehouden. De opkomst was sleoht
I een 23 personen waren er, en dat op een
avond dat er nog wel een spreker van buiten
optrad. Dit was bepaald aan het gure
weer te wijten. Maar de heer A. B. Weber
van Den Helder, de spreker, was des ondanks
1 overgekomen. De heer Weber vergastte de
j aanwezigen op eenige mooie bijdragen, terwijl
door de dames Eekma en Schermer nog een
paar zang- en pianonummertjes werden
uitgevoerd. De aanwezigen zullen zich dan
ook niet verveeld hebben, want al was de
opkomst gering, de avond was amusant.
- WIERINGEN.
Ook hier heeft de storm Dinsdagnacht ver-
j schillende schade veroorzaakt. De daken van
verschillende huizen hebben geducht geleden,
riet en pannen zijn er afgewaaid. Bij som
migen zelfs zoo slim, dat men te midder
nacht op het hui» klom om het riet met
latten en touw vast te binden, daar men
bang was dat anders alles er af zou waaien.
Ook de schepen hebben nogal averij beko
men. Een schip, dat niet in de haven lag,
werd van zijn ankers losgerukt en voortge
dreven. Later op den dag ontving de schip
per bericht, dat zijn schuit op den Frieschen
wal was geslagen, meer bruikbaar voor brand
hout dan voor schip. Alzoo een mooi schade-
postje.
Voor een stampvolle zaal
gaf de Rederijkerskamer „De Onderneming"
te SINT MAARTENSBRUG ter gelegenheid
van de Kermis j.1. Maandag een goed ge-
slaagde uitvoering.
Het drama, getiteld „De Graaf de Saint
Germain" of de Duivel van Parijs", en het
blijspel „Hans Dussel op 't Gemeentehuis",
werden ten tooneelo gevoerd.
Het voorstuk werd gemonteerd door zeer
nette costuines van den heer De Grauw uit
Den Helder,' die hierdoor bepaald een zeer
goede reclame heeft gemaakt. Voor 't eerst
had men zich de weelde gepermitteerd
eon grimeur te ontbieden en wij twijfelen
niet, of de heer Hovenier van Schagen zal
ook hier wel spoedig onmisbaar zijn, evenals
op zoo vele andere plaatsen. Over de uitvoering
in bijzonderheden te treden, achten wij over
bodig. We kunnen volstaan met te zeggen,
dat de leden der Kamer hun beste beentje
hebben voorgezet, en dat de beide stukken
zeer in den smaak vielen van het publiek is
bewezen door het applaus, dat na het zakken
van het scherm door de zaal weerklonk.
Terwijl eenige kinderen zich
■jl. Dinsdag vermaakten met het schieten op
i lichtjes, geplaatst in een kastje, waarmede
een kermisreiziger zijn tournee maakt, kreeg
het zoontje vau den heer K. IC. van SINT
MAARTENSBRUG een vnurstraaltje in
't oog, met hot gevolg, dat het noodig was
het ventje naar Alkmaar te transporteeren.
Men is zeer bevreesd, dat het oog voor goed
onbruikbaar zal zijn.
Te NOORD-SCHARWOUDE is bij
herstemming tot lid van den gemeenteraad
gekozen de heer P. Pranger Cz. met 122
stemmen. De heer G. Duijves verkreeg 104
stemmen
Uitslag der Hengstenkeuring
te HOOFDDORP, op 7 Oct. j.1.
Aangeboden 32 hengsten.
GoedgekeurdRudolf, van T. C. Los te
Haarlemmermeer; Victor II, van J. van Zij-
verden te HaarlemmermeerLokalion, van
Gebr. Van Genderen te Weespercarspel
Sultan II, van B. Biesheuvel te Haarlem
mermeer; Runibald II, van A. Coljjn Jr. te
Nieuwer-AmstelEpicure, van A. Coiijn Co.
te Nieuwer-AmstelConcurrent, van A. H.
van Wickevoort Crommelin te Heemstede;
Victor, van de Vereeniging Nieuw-Vennep
Nelson, van P. D. M. Scholten te Haarlemmer
meer Coriander, van de Vereeniging Haar
lemmermeer, Oostzijde; Leon, van A. van
Wierlngen te Haarlemmermeer; Prins Wil
lem I, van L. van Wijk Jz. te Haarrdmmer-
meer; is cornard, doch mag dekken Blagara-
sonmny, van de Ned. Harddr - en Renvereen.;
Goudmijn, van H. F. Bultman Hz. te Haarlem
mermeer Arkan, van de Ned. Harddr.- en
Renvereen.Jonker, ven H. F. Bultman Hz. te
HaarlemmermeeiKrolik, van de Ned. Harddr.-
en Renvereen.Tnillien, van H. Heijbroek te
Amsterdam Sint Maarten, van H. F. Bult
man Hz. te Haarlemmermeer Excelsior, van A.
A. van den Berg to Haarlem Aurich, van
D. Verslaijs te HaarlemmermeerBravo, van
A. A. van den Berg te Haarlem Hannibald,
van D. Knibbe te Haarlemmermeer.
AfgekeurdHercules, van T. C. Los te
Haarlemmermeer; Erasmus en Nelson, van
A. A. van den Berg te Haarlem De la Rey,
van D. Knibbe te Haarlemmermeer.
Uitgesteld: Jonge Elegant, van Gebr. Van
Genderen te WeespercarspelEdzar, van A.
Ruighaver te Haarlemmermeer.
AbsentTancred, van B. Biesheuvel te
HaarlemmermeerEduard, van de Wed. L.
Raven te BlaricumGraaf Stolberg, van
Bosman en Reilingh te Groningen.
't Was te verwachten, dat de geweldige
storm, die in den nacht van Dinsdag op
Woensdag woedde, veel onheil en ongelukken
zou veroorzaken. We laten hieronder enkele
gebeurtenissen volgen
De stuurman van de stoomboot Groningen
III rapporteerde, 's morgens in Amsterdam
aankomende, het volgende
Wij gingen gisteravond circa 9 uur van
Lemmerde zee Btond zeer hoog, zoodat we
genoodzaakt waren de zeilen te hijschen, tot
het bewaren van het evenwicht. Ten westen
van Schokland werd, ondanks het ruwe weer,
hulpgeroep gehoord en uitziende, ontdekte
de kapitein, de heer F. Fortnijn, op eenigen
afstand een omgeslagen vissohersvaartuig,
waaraan een viertal schipbreukelingen zich
vastklemden. De golven wierpen het wrak nu
links, dan weer rechts het eene oogenblik
was hot te zien, het volgende moment scheen
het, als had de woedende zee alles verzwolgen.
Terstond streken we de zeilen en werd ge
tracht het omgeslagen vaartuig te naderen
de geweldig hooge zeeën maakten dit even
wel onmogelijk, zoodat de kapitein door om
varen de schipbreukelingen trachtte naderbij
te komen. Inmiddels werden ljjnen uitgewor
pen naar het wrak, doch de opvarenden waren
niet in staat ze te grijpen dachten we soms
verbinding te hebben gekregen, een toren-
hooge golf wierp het slingerende vaartuig
aanstonds weer verder af. Tot vier maai toe
werden de pogingen tot redding herhaald,
maar tevergeefshet was volstrekt onmoge
lijk voldoende te naderen, de zee stond te
koog. De golven sloegen soms tot aan de
punten van de masten der „Groningen III".
Nog werden de lijnen eenige malen uitge
worpen, doch zonder resultaat; het vaartuig
was nu slechts zelden te zien. We konden
nog waarnemen, hoe eerst twee man van de
vier werden weggeslagen en in de diepte
verdwenende kapitein stelde de laatste
poging in het werk om het wrak te nade
ren, maar door de stortzeeën was het niet
mogelijk met de „Groninger III" vlug genoeg
te wenden. Even later werd het wrak door
de golven omhoog geworpen, om toen voor
goed in zee te verdwijnen. We hebben het
toen niet meer gezien.
Aan boord van de „Groningen III" waren
een achttal passagiers zij aLlen waren, zoo
wel als de bemanning, zeer onder den indruk
van het drama, dat zich voor hunne oogen
afspeelde.
De „Telegraaf" ontvangt uit Urk de vol
gende correspondentie, welke bepaald op boven
staande ontmoeting der „Groningen III" be
trekking heeft:
De „Minister Havelaar", poststoomboot,
varonde van Kampen via Urk naar Enkhui
zen en terug, welke 's morgens 8 uur te Urk
aankomt, liet Woensdag op zich wachten tot
veler ongerustheid. Van dien morgen half
zeven uur af toch had men in het Z. O. van
Urk, dus ongeveer op het midden tusschen
Urk en Schokland, een stoomboot gezien,
welke alle teekenen gaf van in nood te
verkeeren.
Spoedig daarna (na het duidelijk waarnemen
der noolseinen) vertrokken eenige botters nit
de haven en zeilden naar de stoomboot, welke
bleek te zijn de „Dokkum II", kapitein J. de
Jong, geladen met stukgoederen; de kapitein
had middelerwijl een stuk zeil geheschen ea
ging na het uitwerpen van de gedeelte boven-
last zonder andere hulp koers zetten naar
Schokland, terwijl de Urker botters terugzeil-
den naar Urk.
Een paar bleven intusschen achter, nl.. de
UK 12, schipper L. J. Kramer, en de UK
238, schipper Jurie van den Berg, welke in
zee drijvende vonden een scheepje, model
Friesche jol, vermoedelijk eigenaar de heer
Bakels, em. predikant te Enkhnizen. Dat
scheepje lag zwaar over zij en de zeilen waren
om het masljo geslingerd, kortom alle tuigage
bevond zich in een ontredderden toestand.
De eerste aanblik leverde geen bowjjs ge
noeg op, dat er geen personen zich in bet
vaartuig bevonden, waarom men besloot niet
naar Urk te zeilen, maar de haven van Schok
land binnen te loopen en aldaar te trachten
het schip op te „lieren" (met de lier omhoog
te draaien) en verder te onderzteken. Het
gelukte den Urkers nogal spoedig aan een en
ander gevolg te geven, doch men vond geen
lijken in het vaartuig hoewel gebleken is,
dat de jol Dinsdag uit Nijkerk nitgezeild is
of zou zeilen, volgens een brief van een dor
equipage aan familie te Enkhuizen.
Die equipage, of liever de opvarenden, moe
ten zijn de heeren A. H. Scholten, 23 jaar,
electriciën S. Scholten, 26 jaar, proponent
bij de Doopsgezinden en G. C. Scholten, pas
gediplomeerd eind-examen H. B. S. te Hoorn,
19 jaar, zoons van den heer J. Scholten to
Enkhnizen, en Dirk van Es, bloemist, 24 jaar,
eenige zoon van den hoof don der w ij 7. er Van
Es te Enkhuizen.
Voorwaar, de zee is wreed, daar zij zoowel
den argeloozen amateur-zeeman als don erva
ren zeeman verbergt in haar boezem.
Toevallig was te Urk aanwezig de
heer Winterwerp, buitengewoon opzichter bij
den Waterstaat en moest aldaar vernemen