Extra-nummer. Maandag 16 November 1903 47ste Jaargang No. 38b9 Vergadering van den Raad der gemeente ANNA PAULOWNA, op heden, Maandag 16 November, de# morgens ten 10 ure. Afwezig de heer Waiboer met kennisgeving. Voorzitter de heer Jelles, burgemeester. Na opening der vergadering, lezing en goed keuring der notulen. Aan de orde wordt gesteld de begrooting voor 1904. De heer Metzelaar zegt, dat hot zijn aan dacht heeft getrokken, dat het bedrag ge raamd als inkomen van de belasting op de vermakelijkheden, zoo laag was, maar f 13. Dat noemt spr. een luttel bedrag. We hebben nu overal kermis, de staangelden dus daar van, dan de bals enz.dus een bedrag dat laag is. Voorz. zegt, dat in 1902 f 13.50 was ont vangen, voor 1903 geraamd op f15 en voor dit jaar op f13.Elke danspartij kost f 1.50. De heer Volder is van oordeel, 'dat dit ook wel anders kon worden geregeld. Er zijn nu zooveel bals, dat er heusch wel wat meer van getrokken kon wordon. Wij, kasteleins, zegt, spr., moeten betalen, maar diegene, die een danslokaal houdt, betaalt niemendal en daar is elke week bal, elke week kermis. Die luidjes moesten ook hun aandeel betalen. Voorz. zegt, dat B. en W. al eens over die zaak hebben gesproken. De heer Volder vindt, dat de belasting op die dansgelegenheden hooger gesteld moet worden. De heer Metzelaar is eveneens van meening, dat de gemeente, meer moet profiteeren. Voorz. zegt nogmaals, dat er reeds in de vergaderingen van B. en W. over deze kwestie is gesproken. De bestaande veror dening is al reeds is jaren nooit streng toe gepast. Do belasting voor die openbare vermakelijkheden wordt geregeld naar het aantal zitplaatsen, dat de lokalen hebben, maar daar is nooit de hand aan gebonden. De groote lokalen moeten wat meer betalen dan de kleine. De heer Volder acht het gewenscht, dat er dan wat krapper de hand aan die ver ordening wordt gehouden. De heer Stammes deelt mede, dat hij een caféhouder uit de Zijpe heeft gesproken en die heeft hem gezegd, dat elke donsavond hem f 4.50 kostte, en met kermis betaalde de man f 13.Spr. wil nn niet persé aan die cijfers vasthouden, maar hij deelt ze maar mede om er de aandacht op te doen vallen, dat elders meer getrokken wordt van derge lijke dingen, dan hier. Voorz. zegt, dat de wenken ter harte zullen worden genomen en dat de hand aan de verordening zal worden gehouden. De heer Metzelaar zegt, op de begrooting, die hij hoeft gezien, niet de schulden der gemeente te hebben gevonden. Voorz. zegt, dat de renten der geldleeningen bedragen f 300.—en de aflossing der geld leeningen f 655.10. Deze begrooting, die de heer Metzelaar heeft gehad, is maar een klad. Het is f 500.— voor aflossing van het kapi taal, benoodigd geweest voor de stichting van de dokterswoning en f 155.10 voor de jaar- lijksche annuïteit van de ieening, in 1870 aan gegaan. Op deze begrooting staat dat niet ingevuld. De heer Bakker vraagt, of de onkosten voor de bliksemafleiders in deze begrooting zijn opgenomen Voorz. zegt van ja in de kosten voor het instandhouden van de scholen is dat begre pen. Op school no. 1 komen 2, op 6chool no. 2 eveneens 2, en op school no. 3 komt 1 bliksemafleider. De heer Van Mullem zou gaarne worden ingelicht over den post reiskosten, groot f 60.vorig jaar was die f25.en in 1901 f 10.— waarom nu zooveel hooger P Voorz. zegt, dat die post steeds te laag bleek te zijn. In 1902 is er uitgegeven f 21.20 voor de reis van B. en W. naar Den Hr.ag. Dan is er nooit iets uitgetrokken voor rijtuigen, die B. en W. noodig kunnen hebben, on daarom heeft het Dag. Bestuur gemeend, den post met f 25 te moeten ver hoogen. We zijn toon met ons drieën naar Den Haag geweest, 2e klasse, en dan is 7 gulden do man toch niet te veel. Die post mag heusch wel met f 25.— worden verhoogd. De heer Van Mullem vraagt inlichtingen aangaande den post van geplaatste advertentiëa. In i903 is daarvoor geraamd f 25.en nu f 60.Iu 1904 hebben we geen verkiezingen en daarom vraagt spr., waarom die post zoo hoog is opgedreven. Voorz. zegt, dat in 1902 f 54 25 hiervoor is uitgegeven en voor 1903 f 26 is begroot, maar omdat die post zoo dikwijls overschreden werd, is het nu op f 60.— begroot. De oproepingen voor onderwijzers moeten in een paar couranten worden geplaatst, de stremming van passage en nog een boel meer dingen moeten er in de courant. De heer Van Mullem kau zich nu daarmee wel vereeDigen, maar waar op het eene zoo ruim wordt gegeven, moet men met het' andere niet zoo karig zijn. Spr. heeft het oog op het salaris van den agent van politie. Dat tractement van f 300.— voor den gemeente veldwachter acht spr. zeer laag f 6.in de week, dat is geen salaris om van te leven en daarom zou spr. dezen post gaarne met f 100. willen verhoogen. Voorz. zegt, dat het salaris van den ge meente-veldwachter is f 300 met f 50 voor uitrusting. Toen wij hier gedwongen werden een veldwachter te nemen, hebben we een gepensionneerde gevraagd, om zoodoende zoo goedkoop mogelijk klaar te komen. De heer Van Mullem zegt, dat hem dat natuurlijk bekend is, maar dat dat hier de vraag nJet is. De vraag is: wordt de man voor het werk, dat hij verricht, voldoende betaald Men geeft voor het onderwijs een goed salaris, maar voor iemand als de veldwach ter, die de gemeente dag en nacht moet be waken, is een goede bezoldiging toch zeker evenzeer gewenscht. Voorz. zegt, dat de werkzaamheden niet groot zijn er is hier niet zooveel werk voor den veldwachter. De heer Volder meent, dat als de man zijn plicht doet, er dan toch heel wat voor hem te doen is. Maar veel werk of weinig werk, do man kan toch geen armoede lijden En nu is de veldwachter nog ongetrouwd als dat straks anders wordt, kan het toch moeilijk een bestaan genoemd worden. De heer Van Mullem zegt, dat de man f 6.kostgeld betaaltdus zijn geld voor I sigaren en tabak kan hij er nog bij leggen, en nu is hij nog maar alleen. De heer Rezelman verklaart zich sterk tegen verhooging van salaris. Men moet niet vergoten de gemeente verkeert in een eigen aardig geval; we hebben hier Speets ook nog als bode en dien kunnen wij zijn ontslag toch niet geven, en op andere plaatsen is de politie-agent tevens bode, maar verdient als politie-agent niet meer dan hier. Bij de oproe ping op een salaris van f 300.hadden we 30 sollicitanten, en daarom zie ik niet iu, waarom we nu terstond het salaris op f 400. zonden moeten brengen. We zijn hier ge dwongen om een politie-agent aan te stellen. We hadden hier Speets en konden het met do assistentie van den rijksveldwachter gemakkelijk doen. De heer Volder: maar de f76.gratificatie die deze genoot, is nu ook ingetrokken. De heer Stammes is het volkomen met den heer Rezelman eens. Toen Lijstra solliciteerde, wist hij toch, hoeveel tractement hij kreeg en spr. vindt nu geeD enkele reden, om het salaris te verhoogen. De heer Metzelaar sluit zich hierbij aan. Ook deze spr. acht er geen enkele reden voor aanwezig, om nn direct f 100.te verhoogen tot een volgend jaar kunnen we daarmee gernst wachten. Voorz.Ik ben er ook tegen. De heer Van Mullem kau zich niet ver eenigen met hetgeen de heer Rezelman aanvoert. Men behoeft hier niet te vragen wat is er in die oproeping van sollicitanten beloofd, maar alleen is het salaris voldoende. Er wordt op andere posten inimschoots gegevenwaarom hier zoo zuinig Heeft de man hier op dit lage salaris een bestaan Hij moet hier zijn plicht vervallen en het zijn meestal de kwade postjes, die hij moet opknappen. Ik kan me anders nogal gemak kelijk ergens bij neerleggen, maar hierbij volstrekt niet. Spr. komt nu op de f75. gratificatie aan den rijksveldwachter, die is ingetrokken. Indertijd heeft burgemeester Perk tot den rijksveldwachter gezegd kom aan de Kleine Sluis wonen en we zullen je f 75.vergoe ding geven voor huishuur. Wordt dat nu weer ingetrokken, dan loopt men de kans, dat de rijksveldwachter, die zijn woonplaats I ter eigen keuze heeft, in een ander deel der gemeente gaat wonen, en dat verdient toch geen aanbeveling. De gemeente mag er trotsch op zjn, dat we hier een rijksveldwachter hebben en het is toch een waarheid, dat, als het werk beter betaald wordt, er ook meer lust is en het werk dus beter zal worden verricht. De beide veldwachters moeten toch in moeilijke dagen het hoofd der gemeente terzijde staan. De heer Bakker staat verbaasd over den heer an Mullem. Speets toch zal meer werk voor de gemeente doen, dan de gemeente veldwachter, en Speets heeft ook maar f 300.— 6alaris, en nooit heeft de heer Van Mullem voorgesteld, dat te verhoogen. De heer Van Mullem zsgt, 'dat Speets indertijd een verhooging heeft ontvangen, maar al was dat niet zoo, dan mag dat geen reden zjn, het den veldwachter te wei geren. De man moet een bestaan hebben, en mag, dunkt spr., toch wel ijveren om vooruit te komen. Voorz. zegt, dat de veldwachter f 250.— pensioen heeft. De heer Rezelman zegt, dat, als de veld wachter geen pensioen had, het een ander geval was, want spr. geeft toe, dat f 300.— j dan tekort was. Maar f 300.— salaris is goedgevonden en we hebben gezegddie pensioen hebben, genieten de voorkeur. De inkomsten van den veldwachter zijn toch meer dan f 300. De heer Van Mnllem vindt die redeneering niet billijk. Dat pensioen blijft hier buiten de zaak de man kon morgen wel een erfenis krijgen. Do heer Rezelman zegt, dat de veldwachter vooruit wist, hoe groot zijn tractement zou zijn. Het is voor hem meer een bijverdienste. Hoe meer perisioen de man nog had, hoe beter. De heer Van Muilom zegt, dat de onder wijzers toch ook steeds solliciteeren, om hooger salaris te krijgen. De heer De Graaf meent, dat het aan den veldwachter vrij staat om dat óók te doen. Wij moeten niet vergeten, dat we hier in de eerste plaats zijn, om de belangen van de gemeente te behartigen en dan is het goed, dat we een veldwachter zien te krijgen, die ons niet zoo heol veel kost. De man kende zijn tractement, vóór hij solliciteerde, wist dus wat hem te wachten stond welnu, waarom dan nu dadelijk een verhooging We hebben het tractement van den gemeente-ontvanger ook verhoogd, maar ook alleen toen, toen bleek, dat hij was de rechte man op de rechte plaats. Maar Lijstra is hier nog zoo kort, nog maar 3 maanden, en daarom moet ik er mij zeer sterk tegen verklaren, dat hij nn reeds een verhooging van salaris zon kr jgen. Komt hij na verloop van tijd eens klagen en heeft hj blijken gegeven, dat hij is een ijverig veldwachter, die zjn plicht doet, welnu, dan vind ik een verhooging niet ongemotiveerd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1903 | | pagina 13