Brieven uil dm Polder. aIT.u ?-e der Militiewet die Laatste Bekentenis. Teunis Ploeger. Plaatselijk Nieuws. Binnenlandsch Nieuws. Tweede Kamer. £,dr»rader ïïr nr b,»kJr* Maandagavond trad de heer Samson uit Den Haag op in het lokaal van den heer C. Kooiman te NIEUWE NIEDORP, met het onderwerp De alcohol in de samenleving. Do zaal was goed bezet. Het publiek volgde met aandacht de eigenaardige demonstratie van de werking van den alcohol in het dage- lykseh leven. Dit aan de hand van de licht beelden vertellenderwijze behandelen van het onderwerp, voldoet ongetwijfeld beter dan ellenlange gewichtige redevoeringen mot aan haling van reeksen cijfers, die niet to con troleeren en onmiddellijk weer vergeten zijn. Debat of iets van dien aard had niet plaats. Nederlandsch Paardenstam boek. De vereeniging Het Nederlandsch Paarden stamboek heeft Dinsdagnamiddag in Tivoli te ROTTERDAM haar jaarlijksche algemeene vergadering gehouden. In het door den secretaris, den heer Iler- mau F. Bultman, uitgebrachte verslag van den toestand der vereeniging wordt gezegd, dat de afdeolingen steeds in de goede richting gingen, met het oog op de bevordering en de verbetering van de vaderlandsche fokkerij. Alleen de afdeeling Gelderland voelde den ernstigen strijd tegen provinciale opvattingen en daaruit voortvloeiende gevolgen zwaar op zich drukken en kan daardoor niet zoodanig werken als zij wenschte en wilde. (Een inge komen bericht meldde, dat de afdeeling Gelderland wordt opgeheven.) In 1902 telde de vereeniging in Noord- Holland 431, in Zuid-Holland 186, in Noord- Brabant 191, in Zeeland 379, in Overijsel 138, in Gelderland 91 en in Limburg 70 leden, totaal 1486 dit is 19 meer dan het vorige jaar. In 1902 werden 273 paarden en 226 veu lens ingeschrevende cijfers der totaal inge schreven paarden zijn daardoor geworden hengsten 737, merriën 3073, veulens 2236. Bij deze cijfers wordt vermeld, dat de fok kerij met koudbloed in Zeeland en Noord- Brabant overwegend toenam, terwijl Noord- Holland en Zuid-Holland, vooral de eilanden, zich ook meer in die richting bewegen. Er was bericht ingekomen, dat H. M. de Koningin het beschermvrouwschap en Z. K. H. de Prins der Nederlanden het beschermheer schap der vereeniging hebben aanvaard. De rekening over 1902 wordt goedgekeurd. Er kan ruim f 600 op de nieuwe rekening worden overgeschreven. Hierna wordt overgegaan tot bespreking der volgende vraagpunten A. Heeft het longeeren van hengsten, zoo als dit thans geschiedt, bezwaar, vooral met het oog op de krachten van jonge hengsten, of kan de wijze van longeeren, zooals die thans plaats vindt, algemeen instemming vinden De afgevaardigde van de afdeeling Zeeland deelde mede, dat deze afdeeling geen bezwaar heeft tegen de tegenwoordige wijze van lon geeren, mits daarvoor goede plaatsen bestaan. Zij zou wenschen dat de regeering daarin voorzag. De afdeeling Zuid-Holland meent, dat eigenlijk de onvoldoende dressuur van de hengsten het grootste bezwaar is; niet de wijze van longeeren. Zoo ook denkt de afdeeling Noord-Brabant er over. Verder meent zij, met de afdeeling Noord-Holland, dat niet alle longeerplaatsen aan behoorlijke eischen voldoen. Er wordt besloten, dat aan de provinciale regelingscommissies over do longeerplaatsen geschreven zal worden. B. Is het gewenscht, aan te dringen op wijziging van art. 1 der wet, zoodanig dat een hengst bij keuring op adem is ééne pro- vincië goedgekeurd, even daarna, in eene andere provincie ter keuring aangeboden, niet opnieuw op adem gekeurd behoeft te worden Thans keurt dezelfde commissie van veeartsen in kort tijdsverloop de hengsten zoovele malen op adem, als deze in verschillende provinciën worden aangeboden. De provincie Zuid-Holland kan zich wel vereenigen met de thans gevolgde toepassing der wet, die deze is, dat een hengst niet twee maal kort achter elkaar op adem gekeurd behoeft te worden. Zij zon niet wenschen, dat een hengst, in het najaar in de eene provincie goedgekeurd, in het volgende najaar ingevoerd in een andere provincie, dóór niet weer gekeurd zou behoeven te worden. De heer H. F. Bultman acht de door den minister genomen beslissing, dat een hengst, wanneer hij kort na in de eene pro vincie te zijn goedgekeurd, ingevoerd wordt in een andere provincie, dan niet weer ge keurd behoeft te worden, in strijd met de wet. Hij zou willen voorstellen, aan de regeering een wettelijke regeling te vragen. De vergadering besluit evenwel, deze zaak maar te laten rusten. C. Is het niet gewenscht, dat eens gepri meerde en later afgekeurde hengsten vrijge steld worden van de verplichting, bij bekro ning opgelegd, om een volgend jaar als hengst te worden voorgebracht [Zie art. 19 K. B. 14 Augustus 1901.] De heer Bultman Jr. acht een wijziging in dezen geest overbodighij meent, dat art. 23 der rijkswet reeds in dit geval voorziet. Majoor Punt is ook van dit gevoelen. Besloten wordt, dit punt eveneens te laten rusten. Aangenomen wordt een voorstel van de afdeeling Noord-Holland, waarbij de wensche- lijkheid wordt uitgesproken, dat een eigenaar van een hengst wordt vrijgelaten dezen als twee-en-een-halfjarige dan wel als driejarige op de keuring aan te bieden. Er zal aan de regeering een dergelijke bepaling worden ge vraagd. N. R. Ct. 63. En zal ik nu vóórt gaan met briéven te schrijven, tam en onschuldig zooals ik tot héden ze schreef, of zullen het geschriften worden, beter van gehalte, maar doorgloeid van mijn toorn en doortrild van mijn Haat Zie, dat hangt slechts van fl af, mannen en vrouwen die ik niet noemen, nóch aanduiden zal, maar die my ontzettend vervelen gaat met uw kinderachtig gedoe. Ja, ik verzéker u, indien gij vóórtgaat met mij te bejegenen zooals in den Mitsten tijd, indien gij vóórtgaat met mij te hinderen op een allernaarste manier, door tikjes en prikjes en duwtje6 mij belemmerend in de Vrijheid van mijn dagelyksch beweeg, indien gij voortgaat met my telkens aan mijn Brieven te herinneren op den meest ongelegen tijd en onder de meest ongeschikte omstandigheden, ja zelfs als Laster durft voor te stellen en poogt op te dringen mijn onschuldig geschrijf, o, ik verzéker u, dat ik dan woorden zal weten te vinden, die minstens éénmaal per week als edik in uw drinken en als roet in uw eten zullen zijnWoorden, die zullen kriebelen als mieren door uw feestelykste stemming, woorden die als Saters zullen dansen voor uw legersteê Neen, gij zult mi) niet beleedigen ik wil het nietEn zoo gij vóórtgaat het te doen, o mijn stijl zal ik weten te sterken I tot een kloek taai-bastion, waaruit pijlpuntige, brandende woorden u aanhoudend zullen tegenflitsen, dat uw gemoed staag in vlam men zal staan Myn brieven zullen iederen Zaterdag liggen j als hteenen der ergernis op uw vreugdepad! De golving mijner volzinnen zal u de kronkeling eene afschuwelijke hydra zijn, uit wier glooienden muil woorden van venijn aanhoudend in uw wonden komen drup- pelen 1 Want o, bjj alle Godenik heb ge noeg van uw smaad Vóél heb ik geleden door u! en het lijden werd door niemand gezien, door nie mand geweten. Stil ben ik mijn pad weer gegaan. Thans zal ik het zeggen. Hoor, hoor dan en weet, wat eens ge mij aandeedt In den tuin mijner ziel waren opgegroeid de wondere bloeisels van innig schoonheids- begeer de rozige raüken van stille verlan gens en de witte leliën mijner vrome ver eering, de bloedroode rozen van vele liefden en de gouden accacia's mijner hoogste ver rukkingen. En zie, in een onstuimigen drang tot het geven van mede-genot, heb ik u eenmaal een blik gegund in mijn zieletuin. En gij hebt j gezien met verdwaasde oogen, wijl gij niet begreept, en uw dolle schaterlach ging als I een siddering door de bloesems heen. Toen zijn uw woorden naar binnen gedrongen als een wilde, luidruchtige jongensbent. Afgerukt lagen weldra de jonge rozeknoppen, de rozige stengels en de doorschijnende bladeren. Uw spot-woorden hebben krijgertje gespeeld over het gras mijner Hoop, uw ruwe woorden vlogen dwars door de fijnste bloemperken, de woorden uwer Onbezonnen heid hebben als slootje gesprongen met het uitgerukte jonge geboomte. En o, uw wilde, uw dol-uitgelaten, w r e e d e woorden hoe bleven ze huppelen naar dien éénen, een beetje Afhangenden, tak, tot ze hem te pakken kregen en toen schommelen jongens T met je vieren, met je vijven en eindelijk, hoera! Hij scheurt Af en de forsche groeiïng eener groote verrukking, de mooie accacia, had een diepe wonde van heilig, wit vleesch Zie, zóó zwaar hebt gij u eenmaal jegens mij vergrepen Maar schoon er een kreet door mijn ziel ging van snijdende smart, ik heb u nochtans vergeven, omdat gij misdreven hadt uit onwetendheid. Doch nu ge begonnen zijt mij willens en wetens onaangenaam te zijn, nu zal ik, bijaldien gij vóórt gaat zulks te doen, u aanvallen en bestrijden met alle wapenen die in het tuighuis mijner taal liggen opgehoopt, of er blikkeren langs de wanden. Ja, ik duld het niet, dat gij straffeloos mij nog méér zoudt tergen Mijn veel te lang reeds opgesloten stijl zal ik sarrend aanhitsen en op u loslaten, indien gij voort gaat my te prikkelen O, hoe zal hij u besluipen in lenige wen dingen, hoe zal hij u bespringen als de tijger zijn prooiZijn vlugge volzinnen zullen zich als kromme klauwen in uw fijnste gevoelig heden slaan, zijn heete adem zal het bloed naar uw wangen jagen, met zijn scherpste adjectieven zal hij gretig dringen in het weeke vleesch uwer zelfgenoegzaamheid ZAt zal hij zich drinken, in wilde begeerte, aan het lauwe bloed uwer slappe geestdrift voor wat gij goed acht en schoon Neen, gij zult mij niet minachten in het gevoel uwer meerderheid, want ik erkèn die meerderheid niet M ij n meerdere is bij-alleen, die uitmunt in sterker mensch-zijn dan ik zelfVoor hèm wil ik buigen, tot hèm wil ik eerbiedig opzien, hij zal mijn Meester en mijn Heiland zijn Maar gij, die nóóit eens uit den band uwer kleingeestige correctheid springen durft uit louter menschenvrees, gij, die u laat voor staan op een van buiten geleerde beschaving, aangewend alleen jegens uw gelijken en meerderen, maar niet noodig geacht jegens hen die gij uw minderen waant, o, ik spuw op uw correctheid, ik trAp op uw beschavingWant uw eeuwige netheid is de netheid van den mooien, gladden boom dien men van zijn knobbeligen bast heeft ontdaan, en uw beschaving is als uw mooie, gekleede rok, die geen deel van uw innerlijk wezen uitmaaktEn gij, g ij zoudt mij maar steeds beleedigen en minachten G ij zoudt wanen mijn méérdere te zijn Ja, sar mij nog éénmaal indien gij durft en o, ik zwéér I het u, ik zal u hoonend een rietstaf in de hand wringen tot erkènning van uw „meer derheid Ik zal u de doornenkroon van mijn 1 spot drukken diep in uw voorhoofdsvleesch om de schouders zal ik u werpen den Nessus- mantel royner bitterste ironieën En zeg nu nietja, gy 8 c h r ij 11 dat alles nu wel van uw stijl, maar och, die kAn dat natuurlijk nietWant geloof mg, hij zAl het kunnen bg de Macht en de Gratie van mijn goddelijke Haat Zie, nog ligt zjj en sluimert in de sche mering van myn denken, onder de hooge welving mijner bloesemende droomen De adem mijner vereering gaat vleiend door 't droomenloofZacht sneeuwt i mijn hulde neêr, in een wemeling van i bloesem, op mijn sluimerende Haat I Maar straks zal ik haar wekken met i fluisterende woorden. En als zij verrezen I is, zal ik haar klagen mijn ergernis, en smeeken om kracht. En als zjj dan vóór mij zal staan, lós- schuddend de donkere lokken in breede, glanzende golvingals zg vóór mij zal staan met hijgenden boezem, gloeiende wangen en vuurschietend oog, dAn geen hulde van teerbleeke bloesems meer, o mgn Haat Neen, een Tempel zal ik u dan bouwen uit mijn innigste droomen en mijn hoogste gedachten, want ik wéét dat g jj zgt van alle passiën de trouwstegij zgt de sterk- steunende in de diepste vernedering gjj zijt de eeuwig-blijvende Want ik wéét het, o mijn Haat, als één maal de Vriendschap gestorven is en de Lietde verbloeidals ik vervreemd van de menschen als een Eenzame onder den eindeloozen hemel mocht zjjn, met geen steun voor mgn brandend hooid dan de laatste steenen der ergernis, en geen lafenis voor mgn dorstende ziel dan mijn jongste verbittering als Al mijn vreugden gestor ven bloemen zullen wezen en mijn smarten een war net vsd levende distelsals ik gaan zal in een nacht van duisternis, met bloedende wonden en wankelen voetals daar niets zal wezen ten stut voor mgn in donker tastende handen en ik in wan hoop zal schreeuwen om licht, dan, o mijn Haat, zult G ij daar zgn en uw aureool zal mgn pad beschijnen, steunen zal ik op uw schouderuit de kelk van uw hand zat ik den levens-elixer drinken, die mij de kracht hergeven zal om opnieuw door het Leven te gaan Schagen, 2 December 1908. De 7de Algemeene Vergade ring der „Vereeniging van Oudleerlingeu der Rijkslandbouwwinterschool te Schagen" zal gehouden worden op Dinsdag 22 December 1903, in de Landbouw-Sociëteit „Cérès" al daar. Aanvang 's morgens half tien precies. AgendaOpening en lezing der notulen. MededeeÜngen van verschillenden aard. Re kening en verantwoording van den Penning meester, en rapport der financiëele Commissie. Jaarverslag. Benoeming van een Bestuurslid. Aftredend C. Best [herkiesbaar]. Benoeming van een lid dor Commissie van Toezicht op het „Station voor Melk-onderzoek". Aftre dend A. D. Groneman (niet herkiesbaar). Aanwijzing van een financiëele Commissie voor 1904. Verslag der Commissie van Toe zicht op het Station voor Melkonderzoek. Rapporteur A. D. Groneman te Wieringer- j waard Bestuursvoorstellen Om over te gaan tot uitloting van drie obligatiën in de geld- leer.ing van het „Station voor „Melkonder zoek". Om ten behoe ve van het „Station voor Melkonderzoek" wederom uit de Vereenigings- kas een bedrag van f 26 af te zonderen, als reservefonds voor deze instelling. Om een prijs vraag uit te schrijven onder de leden, ter verkrijging van een practisch en volledig „model-boekhouden", hetwelk het gemakke lijkst aanpast bij elke soort en tak van het Landbouwbedrijf in deze Provincie, en hier voor uit te loven een prijs van f26, beneveus een diploma vanwege de Vereeniging. Om de gebruikelijke „Excursie" in den zomer van 1904 te houden in de provincie Friesland. Be grooting 1904. Wettelijke bepalingen omtre.it koop en verkoop van vee. In te leiden door G. Nobel te Lutjewinkel. Iets uit het verslag van de Proefzuivelboerderij te Hoorn. Te geven door J. Best Nz. te Berkhout. De be- teekenis op heden en voor de toekomst der intensieve cultures in deze Provincie. Te geven door den heer J. G. Hazeloop, Rijkstuinbouwleeraar te Alkmaar. Vraagbus. Rondvraag en sluiting. Voor de leden van de afdee ling Schagen van „Het Witte Kruis" en ge- introduceerden hield de heer J. Oostra, arts te Anna Paulowna, Maandagavond een interes sante lezing over Lupus. Spr.behandelde op zeer sprekende wijze deze gevreesde ziekteeen bijzondere uiting van tuberculose, die zich meestal op het gelaat vertoont, bij voorliefde op lippen en neus, of anders op handen en armen, en tot de afzichtelijkste verminking kan lijden. Zeer onderhoudend en door lichtbeelden verduidelijkt, behandelde de heer Oostra de genezing van deze ziekte door de lichtbe- werking, door professor Niels Findsen te Kopenhagen uitgevonden, en waarmede deze professor-reeds vele lijders had genezen. 't Was jammer, dat deze hoogst belang wekkende verhandeling door zoo weinigen werd bijgewoond, want slechts een dertigtal dames en heeren waren in het lokaal van den heer W. Roggeveen Cz. aanwezig. Zondag had de aangekon- digde Voordracht-avond plaats van mejuf frouw Eva Westenberg en jongejuffrouw Corri Nagtegaal van Amsterdam. Een honderdtal belangstellenden waren in de concertzaal van den heer J. Vader aan wezig. Dat was voor degenen, die zich voor dezen avond hadden geïnteresseerd, een flink succes, want voor een uitvoering als deze, is door den aard van hetgeen geboden wordt, in den regel een klein publiek te vinden, dat in iets dergelijks behagen schept en er genot in vindt. Mejuffrouw Westenberg hield een causerie, waarin ze behandelde de kunst van voordra gen. Jongejuffrouw Corri Nagtegaal, haar leerlinge, legde verschillende proeven af van haar veelzijdig kunnen,welke het schitterendste blijk gaven van het uitstekend onderwijs van hare leermeesteres, maar niet minder van eigen talent en gaven. Veel verwachtten we van deze zestienjarige, de recensies van haar optreden hier en daar waren uitstekend, en dus waren de eischen niet laag gesteld. Maar verre overtroffen heeft Corri Nagtegaal onze verwachting. Mooi, innig mooi was Zus' Verjaardag van Marie Boddaert, en een juweeltje van zeggen en mimiek de „Kindersproke" van dezelfde. Maar niet minder heerlijk sprak het talent van de jeugdige diseuse In het Gebed van Goethe's Faust; dat was aangrijpend en schoon. Tot slot een aardig blijspelWie van Tweeën, dat zeer vlot werd afgespeeld. We zullen gaarne bij de eene of andere gelegenheid de kennismaking met de beide dames hernieuwen, ervan verzekerd zijnde, weer volop te zullen genieten. In dej. 1. Maandag gehouden vergadering van het Bestuur der Naaml. Venn. „Cérès" alhier is, na uitgebracht advies van Mr. Van der Hoeven te Alkmaar, besloten, de Landbouwsociëteit „Cérès" met inventaris publiek te verkoopen, op Donderdag 7 Jan. 1904, ten overstaan van den heer C. L. van den Bergh, notaris alhier. De afd. Schagen van den Bond van Nederl. Onderw., hield Zondag stemming over het voorstel-Den Helder, om den ontslagen onderw. Kappeteyne, onder stand uit de weerstandskas te vorleenen. Negen leden verklaarden er zich tegen, vier er voor. Tot penningmeesteresse werd ver kozen mej. J v. d. Meulen te Oudesluis. Tot Heemraad vandeSeha- ger Kogge Strijkmoless is, in de plaats van den heer Jb. Stammes, die als zoodanig heeit bedankt, verkozen de heer J. Borst. De heer P. Raat heeft ont slag genomen als voorzitter van de Vennoot schap Motorbootdienst Kolhorn—Schagen. Tegen 1 Jan. heeft de heer Raat tevens als administrateur bedankt. Het t o o n e e 1 g e z e 1 s c h a p Stoel en Spree van Amsterdam trad Dins dagavond in het lokaal van den heer J. Vader op met „Flora Tosca," een drama in 6 bedrijven van Victorien Sardou. Als het gezelschap Stoel en Spree een voorstelling geeft, weet men van te voren, dat die welverzorgd is; alles wordt steeds gedaan om een goede uitvoering te verze keren. Dinsdagavond werd op die te loven gewoonte weer geen uitzondering gemaakt. Het geheel was, zoo ver dat op een klein tooneel gaat, uitstekend aangekleed en ver zorgd. En tóoh we hebben niet onver deeld genoten. Zeker, het spel was in vele momenten te loven, maar 't stuk was ons over 't algemeen te drakerig. Vier dooden: pijn bank, vergift, doodsteken, doodschieten en tot slot verdrinken, en dan het geheele stuk door haat en verraad, 't was van „het goede" te veel. Zooals gezegd, enkelen der opvoerenden gaven veel goeds, waaronder vooral mevr. Spree, haar echtgenoot, en de heer Kattermole. Een honderdtal bezoekers waren aan wezig, die hartelijk applaudisseerden. KAASMARKT Op de kaasmarkt van heden waren aan gevoerd 26 stapels kaas, waaronder 20 stapels kleine kaas hoogste prys f 28.50, 4 stapels commissie f 28.—2 stapels middelbare f28.60. Aan gewicht 8842 K.G. ANNA PAULOWNA. Zaterdag 28 Nov. had in het lokaal van den heer A. van Rjjn een vergadering plaats, opgeroepen door den heer H. Lelie. Er was ruim 40 man aanwezig. De hoer Lelie heet de aanwezigen wel kom en dankt voor de flinke opkomst. Daarna volgt de mededeeling, dat spreker zich niet aan het publieke leven zal ont trekken, zooals hij op het einde der vorige vergadering had gezegd, integendeel, reeds den volgenden dag was hg, op vereerend verzoek van een tiental mannen, op dat besluit teruggekomen en had hg zich voorgenomen, opnieuw te gaan arbeiden tot algemeen belang. Daar sommigen meenden, dat het boven genoemde tiental slechts bestond in de verbeelding van den heer Lelie, leest spr. de namen dier mannen voor, waarna hg in herinnering brengt het doel, waarvoor men hier byeeu is gekomeneen vereeniging te stichten, inzonderheid voor de belangen der Breezanders en die dan ook heeten zal „Breezand's Belang." Spr. noodigt nu allen, die lid wenschen te worden, uit, om zich op te geven, met het gevolg, dat zich negen personen doen inschrijven De heer Lelie verklaart, dat men daardoor in het geheel reeds 31 leden telt en de Vereeniging dus als gesticht kan beschouwd worden. De bestuursverkiezing heeft nu plaats met den volgenden uitslag Voorzitter, de heer H. Lelie vice-voorzitter, de heer Van Haatten secretaris, de heer H. Mulder en penningmeester de heer Jb. Jonker. Het concept-reglement komt nu in be handeling en wordt onveranderd aange nomen. Er blijkt uit, dat de vereeniging ook als kiesvereeniging zal optreden. Nadat nog besloten is, de koninklijke goedkeuring te vragen, sluit de voorzitter, met een woord van opwekking en dank de vergadering. (Zitting van Dinsdag). Aan de orde zijn de Algemeene Beschou wingen over de Staatsbegrooting. De heer Drucker achtte het thans, nu wjj nog 18 maanden van de verkiezingen van 1905 af staan, niet den tgd om een principiëel debat met de Regeering aan te gaan. Er is nog geen eind-afrekening tegen over de Regeering op te maken, de linker zijde kan er nog geen program tegenover plaatsen. Is er dus geen reden tot princi piëel debat, wèl kan men spreken over het algemeen beleid der Regeering. En dan dringen zich twee vragen op lo. In hoeverre zijn de Christelijke be- gioselen reeds in de wetgeving uitgedrukt 2o. in hoeverre heeft deze Regeering de sociale wetgeving van de vorige Regeering voortgezet? Wat de eerste vraag aar gaat, van her vorming onzer wetgeving naar de Christe lijke beginselen is geen sprake, noch bij de wetten tot beteugeling van het spel, noch in de Vaccinewet. En wat betreft de sociale wetgeving, zjj gaat een „slakkengang" en na het 4-jarig tgdperk zal de Regeering in dit opzicht verre beneden de verwachtingen zjjn geble ven. De wetten betreffende de ziektever zekering tot opneming van den landbouw in de Ongevallenwet zgn nog in voorberei ding; voor verzekering tegen invaliditeit staat de basis nog niet vast. Wat nu de methode van wetgeving dezer Reg. aangaat, allerlei bestaande wetten worden omvergehaald. Alle ingediende wetsontwerpen dragen het karakter van „voorloopige maatregelen." Groote quaesties worden naar later ver schoven, gelijk de eedsquaestie en de be noembaarheid der vrouw. Ter voorziening in den nijpenden nood der gemeenten nam de Reg. geen krachtige maatregelenzg koos den langen weg en benoemde een Staatscommissie, en zelfs met de samen stelling dier commissie werd nog lang ge draald. 88 Spreker wees voorts op de onvastheid in het beleid, gebleken bg de behandeling der Beroepswet, de wijziging der Militiewet en het voorschot aan Indië, welk laatste voor stel door de Reg, zelve geheel werd ont- zield. Van een krachtig financiëel beleid is evenmin sprake. De Minister van Finan ciën maakt zijn plannen voortdurend af- hankeljjk van de omstandigheden. Deze van maand-tot-maand-politiek geeft weinig hoop voor do toekomst. Wat het optreden der Reg. betreft by de staking, bijzondere verdiensten heeft zij niet getoond. In de dagen van 2981 Januari, met name op 31 Januari, had de Regeering een krachtiger beleid kunnen tentoon spreiden. Het succes, door deze Reg. behaald, had voor andere Regeeringen niet minder kunnen zgn Nog steeds wordt gesproken van „misdadige woeling", zonder dat de Reg. nagaat, of er diepere oorzaken aan ten déstgds beslist nood/.akelgk werd geacht. Spreker vroeg verder, wat de Regeerinv zal doen om het gezag van den bekenden algemeenen maatregel van bestuur te hand- haven tegenover de weerspannige B011 IJzeren Spoorwegmaatschappjj. Spr. trad vervolgens in breidvoerige beschouwingen ten betooge, dat er reactie is in den gewonen zin van het woord. Over verschillende uitingen dier reactie zal bii de verschillende hoofdstukken gesproken kunnen worden. Tegen tuchteloosheid en uitspattingen der ambtenaren is ook spr. gekant. Maar het optreden der Reg. kweekt een kruipe. rigen geest en oogendienarjj. De geest van reactie is ook merkbaar in den iande bg patroons en fabrikanten. Spr, kwain tenslotte op tegen den strijd der Reg. tegen de sociaal-democratie, waardoor de Heg de vrijzinnigen wil dooddrukken tusschen de Regeeringspartijen eenerzijds en de sociaal-democratie anderzijds. De sociaal-democratie wordt door spreker en de zjjnen niet vertroeteld, zg bestrijden de grondbeginselen dier partjj, haar wijze van strgdvoeren en haar verdachtmakingen. Maar zg achten een breeder beschou wing der sociaal-democratie noodig, dan do Reg. geelt. Met groote woorden wordt die partg niet overwonnen en juist tegen de verdrukking in, is zij steeds grooter ge worden. Komen de ingediende voorstellen tot i grondwetsherziening niet tot stand, dan ver- I wacht spr. dat vrijzinnigen van allerlei gading ten slotte zich zullen scharen onder i cie vaan van het algemeen kiesrecht. De heer Goeman Borgesius kwam er ook tegen op, dat de Regeering het, wat de socia- i le wetgeving aangaat, laat bij toezeggingen. Op dit gebied heeft men meer aan één daad, dan aan 100 toezeggingen. Vooral protesteert spr. tegen het gruweljjk sollen met de arbeidersverzekering. Afzonderlijke regeling voor den land bouw zou in ieder geval mogelijk zijn. Spreker's grootste grief is dat veel wetten zijn ingediend, waarvan vele achter wege hadden kunnen blijven, terwijl wet ten tot uitvoering van de hoofdpunten van haar program door de Reg. niet zijn in gediend. Geen der toegezegde sociale wet ten zijn nog bij de Kamer ingekomen. Wat de houding der Regeeriog in het voorjaar aanging, erkennende, dat zij in April het gezag krachtig heeft gehand haafd, er is geen reden om aan te ne men, dat vorige Regeeringen niet krachtig zouden zgn opgetreden. Onder het Minis terie Van HoutenRoëll en onder 't Ministerie-Pierson werden maatregelen bij stakingen genomen, die destijds alge meen, ook door dr. Kuyper, geprezen wer den. Iets anders is, of vorige Regeeringen de zelfde maatregelen zouden hebben genomen, op dezelfde wijze zouden zijn opgetreden, ais déze Regeering. Spreker kan b.v. niet inzien, dat de Re geering op 31 Januari krachtig genoeg is opgetreden. Het beroep op gebrek aan troepen gaat z. i. niet op. In Amsterdam waren er in ieder geval genoeg militairen en politie mannen, om de oide en het gezag te hand haven. En reeds toen had men gebruik kunnen maken van de schutterij, wat later toch ook is geschied. Door krachtiger optreden toen, had men de gebeurtenissen in April kunnen voorkomen en hadden de strafwet ten achterwege kunnen blijven. Ook spreker keurt het af, dat de Reg. de Koningin in de Troonrede liet spreken van „misdadige woelingen". Een meer bemoedigend woord voor de toekomst had spr. gewenscht. Ten slotte kwam spreker op tegen de minachtende wjjze, waarop de Regeering haar politieke tegenstanders, vooral de vrijzinnigen, bejegent, en de liberalen voor stelt als inconsequente sociaal-democraten, en critiseerde het stelsel, door de Rogeering gevolgd bg het doen van benoemingen, waardoor onder dit Ministerie meer partij- beDoemingen voorkwamen dan onder éénig ander Kabinet. Van het streven der Regeering om een partg-ministerie te zgn, verwacht spr. een spoediger herleving van het liberalisme. De heer Troelstra betoogde, dat de Re geering het Christendom gebruikt als rem tegen sociale hervormingen, tegen verster king van den invloed der arbeidende klasse. Spreker handhaafde zgn meening, dat de Regeering gevoeld heeft in Januari een moreele nederlaag te hebben geleden, en om die weer goed te maken, later derge lijke actie heeft uitgelokt om dan alsnog, beter toegerust, den arbeiders oen slag toe te brengen. Spreker beweerde, dat de in diening van de strafrechterlijke maatregelen op zichzelve reeds was van den minister een blijk van reactie tegen eigen verloden. Achter de aanvallen van minister Kuyper op de sociaal-democratie schuilt niets dan de doodgewone-laag-bjj-den-grondscbe poli tieke berekening. Het optreden van dr. Kuyper is juist gekenschetst in het „Handelsblad" van 18 Juli: Er zgn altijd veel menschen, die een sterken biceps bewonderen zonder zich af te vragen, of het de tgd is om toe te «laan. Daaraan heeft spr. ook gedacht, toen hij een vroeger minister straks met den minister Kuyper hoorde concurreeren in de kwestie, wie de sterkste biceps had. Spr. gelooft graag, dat de liberalen het minstens zoo goed hadden gedaan als de christelgke regeering, waar zg zich zooveel langer hebben kum en oefenen aan deo regeeringsrekstok. Waar het geldt het neerslaan van de arbeidersklasse, kan 0Pr' ook in technisch opzicht de kracht van den liberalen biceps applaudisseeren bil heeft die kracht aan den ljjve gevoeld- Wat nu betreft de bewering van de Reg-i dat door de stakingsdagen het werk zoo is vertraagd, men zou veeleer kunnen den ken, dat die vertraging ten opzichte der arbeidswet aan de slechte techniek was toe te schrgven. Spr. zal daarop echter thans geen aanmerking makende strijd, dien hjj voert, is te groot om spijkers op lafl# water te zoeken. Dooh spr. vraagterken ge niet, verkeerd gehandeld te hebben door, toen zoovele sociale ontwerpen gereed lage

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1903 | | pagina 14