31. -ingezonden. Donderdag 3 Maart 1904. 48ste Jaargahg No. 3919. BureauSCHAÖKK, Laan, H 4. UitgeverP. TRAPMAN. 5S ede werkerJ. Vk I k E L, De waarde van de Ier. Plaatselijk Nieuws. 1 i AMT. Alurttitie- Liilb r)it blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- en t e r d a g a v o n Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden .nVFRTKNTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 8.Franco per post f 8.60. Afzonderliilre nummers 5 Cent. AD VERTE NTI EN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Kii dit nummer behoort een bijvoegsel "^Tjneente «clmgen. BEKENDMAKINGEN. POLITIE _i. dezor Gemeente worden Ter Secretarie d» een Qp df) 1 vermist llchtbont nnchterkalf. Mijnheer de Redacteur Vergun mij s.v.p. een plaatsje in Uw blad volgende; bij voorbaat mijn dank. voor verschillende bestaren vau kaas- Mn er VOIOUW"'--- j vjutvttURBl 1 &OOAJ%~* UllKHtH OO, UU8 CCU fabrieken in Noord-Holland de ann le a >rie si0t van f 24 165. Door de heeren laDnw,iw «rv v*t<raha te eraan uitbetalen, I T t o.lj een aanvrage van de afd. Enkhuizen, om subsidie voor de daar te houden tentoonstel ling voor kennisgeving aangenomen. Aan de Paaschtentoonsteliing alhier is weer een subsidie van f 10 toegestaan. Van een vereenigiag van vleeschhouwers was eon verzoek ingekomen, om adhaesie te betuigen aan haar adres, waarin aan de Re- gesring afschaffing van accijns werd ge vraagd. Daar men algemeen meende, dat voor den landbouw weinig voordeel verbonden was aan de afschaffing van den accijns, werd deze aanvrage voor kennisgeving aangenomen. Het gemeentebestuur had bericht, dat de afd. als steeds f 50.subsidie zou ontvan gen. De rekening, die aangeboden werd, gaf in ontvangst f 288Of.5, uitgaaf f 268 88, dus een «léverde melk op vetgehalte gaan uitbetalen, g Hnnkt mij wel wenscbelijk zijn, indien „1 ook eens de keerzijde vau deze manier vsn betalen onder de oogen zag. Ft wordt door voorstenders van deze wijze van betalen op gewezen dat daardoor ver hullende misstanden, als vervalschmg en dergelijke, zullen verdwijnen, doch mi. ten ""immers, als de melk eener fabriek onder zocht wordt op geregmde tijden, zooals ik weet dat er zijn - heeft een leverancier die er profijt van wil trekken, alle gelegen heid om de andere dagen melk van vee minder gehalte te leveren, en alzoo doende de fabriek te benadeelen. Ook nog een ander punt, waar ve.en belan" bij hebben komt hierbij, n.1. dit: Wanneer deze betaling eenmaal bij eene fabriek is doorgevoerd, zal de groote leverau- cier in de gelegenheid zijn, zijn veestapel steeds te verbeterea door het vee dat hem minderwaardige melk geeft, op te ruimen en beter vee ain te fokken, maar niet alzoo de die moet leven van het- J. Buis Jz. en Jtn, Blaauboer nagezien, werd na gnnstig advies de rekening door de verg. goedgekenrd Do begrooting voor 1904 gaf in ontvangst en uitgaaf een bedrag van f 280.met een pofet voor onvoorziene uitgaven van f 27.20 goedgekenrd. Het aantal leden der afd. bedraagt 63. Als secretaris had bedankt de heer De Gier. De heer P. Hopman werd met bijna alge- meeDe stemmen gekozen on nam de benoe ming aan. Tot bestuurslid werd gekozen de fijt van wil treesen, aue geiegeu- jlser jm Blaanboer, die ook de benoeming de andere dagen melk van veel aRrmam Daar de rondvraag niets meer opleverde, werd den heer C. Nobel het woord gegeven voor zijne lezing over Toen ik hier, zoo begon Sprals land- bon wieera ar werd aangesteld, begreep ik, dat een groot deel van mijn taak zou zijn, te trachten verbetering iu het landbouwbedrijf te brengen. Die taak was niet gemakkelijk, omdat de bodem vruchtbaar is en de boeren kleine leverancier, geen zijn vee hem opbrengt en zal zoodoende veel schade lijden voor niet, en deze kleine i over t algemeen hun vak goed verstaan Ik leverancier zal dan ook tevens de kosten _ran Stikstof kan men in den handel koopen in den vorm van chilisalpeter ff zwavelzure ammoniak, waarvan 1 K.G. 80 ct. kost. En de kali koopt men als ksïniet a 20 ct. per K.G. De kali nit de pis heeft voor ons land weinig waarde, omdat graslanden reeds kali bevatten en er nog meer bjj te brengen, geeft niets. Stikstof daarentegen heeft hooge waarde, ook op onze graslanden, en uit proe ven is gebleken, dat pis, zoo opgevangen in een emmer en gebmikt als bemesting op grasland, een meeropbrengst gaf van 1800 K G. hooi per bunder, tegen f 25.per 1000 K.G maakt een meer-opbrengst van f 45. Men had hiervoor gebruikt ongeveer 60 K.G. i geeft stikstof per bnnder, dus werd elke K.G. be taald met f 0.75. Andere proeven met pis, vermengd met 8Uperphosphaat, gaven een meer-opbrengst van 2700 K.G. hooi per bnnder, een meer opbrengst das van f 70.—; als men daar de koopsom der superphosphaat aftrekt, dan geeft dat nog een overschot van 90 ct. per K.G. aan stikstof. MeD ziet dus, dat de waarde der stikstof in pis zeer hoog is. Als we 1 K.G. stikstof rekenen op 70 ct., dan zien we dat 1000 K.G. pis, die 4 K.G. stikstof bevat, een waarde heeft van f 2 80. In de 1000 K.G. vaste uitwerpselen zit ongeveer 3 K.G. stikstof, a 70 ct., geeft een waarde van f 2.10. Maar nu is het een feit, dat de stikstof uit de vaste uitwerpselen lang niet die waarde heeft, als die der pis, wat ons door proefne mingen is geleerd. We hebben gezien, dat een besproeiing met pis meer hooi-opbrengst gaf, dan besproeiing met iar uit vaste uit werpselen. 't Schijnt, dat de stikstof nit de vaste uitwerpselen langzamer werkt, maar ook de eigenschap toch mist, om hot volgende jaar na te werken en dan nog voordeel voor den plantengroei te bren gen. Wij mogen dan ook de stikstof nit vaste uitwerpselen niet zoo boog berekener, als die terecht komt. Het is tegenwoordig uiterst moeilijk, de ier dun genoeg uit te sproeien, omdat men feitelijk geen ierkar heeft, die dun genoeg sproeien kan. Men behoeft zich bij dun sproeien ier als straks aangegeven, heeft men noodig niet bang te maken voor de sterkte der ier, die dat deze manier aankleeft, is, dat het kolos saal veel arbeid kost. De meer gebruikelijke manier is de ier te laten opznigen door stroo. Dasrvoor heeft men kolossaal veèl stroo noodig. Voor de 20000 K.G. stroo, a f 16.— per 1000 K.G., geeft een bedrag van f 300.—, wat een meet waarde heeft hoogstens van f 100.zoodat een dergelijke dure bewaring niet is aan te bevelen. Er zijn evenwel nog meer bezwaren aan verbonden. De ier, in stroo opgezogen, wordt op een mesthoop bewaard en staat daar bloot aan vervluchtiging van stikstof. Ook het lang vertoeven der ier in de groep verlies aan stikstof en tevens is een bezwaar, dat in de Ier, in den mesthoop be waard, de stikstof verandert in ammoniak. Men biengt den mest over het land na het hooien, in een tijd das dat het graag lang droog blijft en de mest aan de zon ig bloot gesteld en das de stikstof de gelegenheid heeft de lucht in te gaan. Nog een manier is, de ier te doen opzuigen zooals de boer wel eens beweert, het gras doodt. Verdient het ook aanbeveling de ier die nit den mesthoop loopt, te bewaren Spr. zegt, dat die ier lang niet de waarde heeft, als de pis, en dat een gemetselde vloer onder den mest hoop met voldoende afvoerbuizen, niet directe aanbeveling verdient, omdat de profijten dezer ier de kosten niet dekken. Proeven heb ben geleerd dat deze ier ongeveer der waarde heeft van andere. Heeft men voor deze ier een afgedamde sloot, bewaar ze dan daarin, maar heeft men er geen bergruimte voor, laat deze ier dan maar wegloopen. De onkosten van een ierkelder of steenen vloer is ze beslist niet waard. Spr. eindigt zijn zakelijk betoog met een opwekking, om toch vooral de waarde der ier in tarfstrooisel. Men beweert, dat tnrfstrooi- i niet langer te miskennen en spreekt de hoop sel achtmaal zijn gewicht aan vocht kan j uit, dat zijn lezing moge bedragen tot het opzuigen dat is waar, maar dan is het zoo maken van ierkelders. doorweekt, dat, als het dan op een hoop wordt geworpen, de ier door de zwaarte van het turfstrooisel wordt weggeperst. De onder vinding heeft geleerd, dat turfstrooisel vier maal zijn gewicht kan opzuigen. Voor 46000 L. ier heeft men dus ongeveer 10.000 K.G. turfstrooisel noodig, wat een onkosten aan turfstrooisel geeft vati f 90.Turfstrooisel heeft zelf beslist geen bemestingswaarde en verder heeft men bij deze manier dezelfde bezwaren als bij stroo. Dan blijft nog over het opvangen der ier in een afgedaalde sloot, of in een gemetselden ierkelder. Een afgedamde sloot is reeds een stap in de goede richting, maar heeft toch nog bezwaren. Ebd dergelijke sloot is goed koop, maar men heeft veel verlies van ier door wegzakt ing, wat weer door proeven is 't onderzoek moeten betalen, want de onkos ten voor de grootste leveranciers worden misschien gedekt door wat zij meer voor hnn melk ontvangen, en komen de kosten das ten laste van de kleine leveranciers. Hopende dit schrijven nog velen van ge dachten mogen veranderen teeken ik, U nog maals dankend, A. BAKKER, a.d. Kaasfabriek „Eendracht", Koegras, Helder. Schagen, 2 Maart 1904. Maandagavond hield de af- deeling Schagen van de Hollandsche Maat schappij van Landbouw eene vergadering in het Noord-Hollaudsch KoffiehuiB van den heer J. Vader Az. Na opening der vergadering, lezing en goedkeuring der notulen, doet de Voorzitter, de heer C. Nobel, eenige mededeelingen, en wel: dat da Vereeniging Noorderkwartier druk bezig is om de plaatsing van vee- bascules op weekmarkten te bevorderen. Het bestuur zal met het voorstel komen om per- soDen, die met dergelijke bascules op de markt willen staan, flink te snbsidiëeren. Verder deelde Voorz. mee, dat men nog niet veel had kunnen doen, om het onderzoeken van kunstmest aan het controle-station te bevorderen. De ingrediënten waren er voor aangeschaft, maar de tijd ertoe hadl nog ontbroken. Onder de ingekomen stukken kwam voor heb gemeend, rnjjn plicht niet beter te kun nen betrachten, dan in den eersten tijd den toestand eens op te nomen, proeven en onderzoekingen te doen, om zoodoende beter op de hoogte te komen, eu te zien, waar en hoe hier en daar verbeteringen kunnen worden aangebracht. En zoo ia mij dan ook gebleken, hoe hier in Noordholland verspilling plaats vindt van de ier. Toen ik tot die conclusie was gekomen, volgde daar als vanzeif de vraag op: hoe kan ik meêwerken om in dien toestand ver betering te brengen Ik besloot, proeven te nemen, om zoodoende te kannen uitma ken, welke de beste manier is om de ier te bewaren. Maar hoe komt het, dat hier in onze streek de ier, om het zoo eens te zeggen, zoo stiefmoederlijk behandeld wordt Iedere boer weet, dat, ier waarde bezit, heel wat waarde. Toch laat men zijn ier in da sloot wegloopen. De verklaring daarvoor is alleen te vinden in het feit, dat men de bemes tingswaarde van de ier aan verkeerde omstan digheden toeschrijft. Die schrijft men toe aan de bruine kleur, aan hot dik-zijn van de ier, aan dat deel, dat direct afkomstig is van de vaste uitwerpselen, maar dat is abuis de waarde van de ier zit alleen in de pis van het vee. Spr. geeft nu aan, dat de scheikundige samenstelling van de pis ons leert, dat ge middeld in 1000 K G. pis aanwezig is 4 K.G. stikstof en 15 K.G. kali. En men weet toch, dat de bemestingswaarde zit in stikstof, kali en phosphorzunr. In 1000 K.G. mest zit ongeveer aan bemestingswaarde 7 K Gdat vertegenwoordigt dus stikstof, kali en phos phorzunr. uit pis, en stellen die op f0.60 per K.G. Dit bewezen. En ook gaat er veal aan stikstof leert ons dus duidelijk dat het verkeerd is, de waarde van de ier te zoeken in de vaste nitwer pselen. De vraag is nu hoeveel vloeistof wordt er in een boerderij verkregen Een drietal proeven hebben geleerd, dat eiken dag per stuk vee 13 k 14 L ier ver kregen wordt. Bij een staltijd van 160 dagen en op een stal van 20 koeien, gesft dat 46000 L. ier, is 180 K G. stikstof, is aan geld f 126 dat bij veel boeren zoo maar ver loren gaat. Dadelijk doet zich de vraag voor hoe kan men de ier het best bewaren en ge bruiken Men kan de ier direct vanuit de groep over het land sproeien. Dat is een goede methode, maar niet overal uitvoerbaar. Heeft men vast land en moet men dus de ier per wagen vervoeren, dan kan men door de drassigheid van het land, niet steeds met de ierkar daar rijden. Heeft men los land en kan zich dus bedie nen van een schuit, dan gaat het best Maar als men dan tegelijk de va6te uitwerpselen op het land brengt, verdient dat toch afkeu ring, omdat de practijk heeft geleerd, dat versche mest schadelijk is en dat door rotten de schadelijke eigenschap verloren gaat. De tweede manier, die men volgt, is dat men den mest met aarde vermengt en eën soort compost maakt. Dat kan een goede methode zijn, maar een eisch is het, dat men het niet doot aan den kant van een sloot, omdat men dan te veel verliezen lijdt. En ook is een vereischte dat men die vermenging spoedig uitvoert, opdat de stikstof die in de ier zit, vastgehouden kan worden. Het nadeel verloren, de proeven gaven aan 70, 60 en 45 of waar een waarde is van f 126 aan stikstof, gaat f 60.verloren, dooreen gerekend ongeveer 60 Men vraagt wel eens is het bouwen van een ierkelder de kosten wel waurd Daarop kan men gerust ja antwoorden. Een bergplaats van 50.000 L. ier kost j f 400.dat is een bak, waterdicht, van zoogenaamd ijzerbeton, van boven gesloten, I waar 'dus weinig gevaar voor vervluchtiging van stikstof bestaat. Men heeft voor een bedrag van f 400.te betalen a 4 f 16. rente. Men bespaart minstens f 60 aan stikstof, das elk jaar f 44 verdiend. Neem f 4.voor onderhoud etc., dut geeft een besparing van f 40.—, en dus in 10 jaar tijd is de ierbak verdiend. Men kan, ais men minder ier heeft, of een paar maal per jaar wenscht te ieren, bakken laten maken van 16 000 of 30.000 L. inhoud, die f 200.— of f 800.— kosten. Maar al bewaart men de ier goed, dan is het eveneens nog zaak de ier goed te gebrui ken. De ier mag niet te ruim worden ge bruikt en veelal wordt het ook op een ver keerde plaats gebruikt. Het moet niet op land, dat steeds met vee wordt beweid, maar op land, dat gehooid wordtdat heeft be hoefte aan m«st. De ier moet zuinig wordeD uitgesproeid. Men vermengt hier wei eens de ier met superphosphaat, maar men kan de superphosphaat evengoed over het land uit strooien ep daarna ieren. Spr. beveelt ook nog aan, voor het spoel en schrobwater in de groep een afvoerbnis te maken, zoodat dit water niet in den ierput Verschillende vragen worden door spr. uit voerig beantwoord en hierna wordt de vergadering gesloten. Naaml. Vennootschap Motor- bootdienst KOLHORN-SCHAGEN. Maandag vergaderde deze vennootschap in het N.-H. Koffiehuis te Schagen. Vijftien per sonen, vertegenwoordigende 87 stemmen, waren ter vergadering opgekomen. Wegens bedanken van den president-commissaris, den heer P. Raat, werd de vergadering geleid door het oudste bestuurslid, den hier C. Spaans van Barsingerhorn, die een enkel openingswoord sprak, waarna de notnlen werden gelezen en goedgekenrd. Uit het jaarverslag bleek, dat de vennootschap het jaar 1903 was ingegaan met een tekort van ruim f 300 en eene schuld van f 800 bij de W.-Fr. Bank. Dank der plaatsing van f1200 aan preferente aandeelen en den stenn van de gemeenten Schagen en Barsingerhorn, was er aan het einde des jaars een klein saldo. In 1903 waren uitgegeven 4496 enkele reizen en 2818 retours en vervoerd 4226 colli's goe deren. De schuit van den heer Bood, die deze steeds bereidwillig als volgschnit afstond bjj een grooter personen-vervoer dan de motor kan plaatsen, was van een zeer noodige overkappiDg voorzieD. Aan den polder Scha gen was gevraagd, de vaart te verdiepen van de Nessluis tot den Schager aanlegsteiger en het sluisgeld te willen bepalen op eeD abon nementsprijs van f 125 per j aar. Een toestem mend antwoord werd hopend tegemoet gezieD. Het bedanken van den heer P Raat als commissaris werd in het verslag een zware slag voor de vennootschap genoemd en hem alle hulde voor zijn werk gebracht. De heer Raat maakte na lezfi g van het jaarverslag de opmerking, dat het aantal vaardagen in 1908 347 was geweest, tegen 295 in 1902. Dat daardoor het aantal passa giers over het geheel wel grooter was ge weest in 1903, maar toch minder per dag dan in 1902, [respect, ruim 29 en 81], De slechte visscherij antwoordde de heer Dik ker was daar de schuld vaD. De rekening en verantwoording, nagezien door de heeren H J Pot, P Bronder en G. Holle, werd op bun advies goedgekenrd. De ontvangsten hadden bedragen aan reizi gers f 1299.85, aan goederen f 461.45, bijzon dere ontvangsten 1 436.025, bnitec gewone f 1200 [preferente aandeelen[, tezamen i f3396 321; de uitgaven aan petroleum enz. f 506.191, aan loon f 846.40, aan sluis- en FEUILLETON. aar ik rcil! Roman van FRIEDA VRIJVROUWE von BULOW. 000 17. Met dezen man, dien Gunne als mijnheer aansprak, onderhield zjj zich over de boer derij. Zij sprak zoo verstandig, dat de man vol respect bjj zichzelf zeide„dat heeft zij van haar vader." Want de kloosterbaron gold wijd en zjjd voor een knap landbouwer. Maar de man had er geen denkbeeld van, dat hjj naast zich een geluk had zooals «r zich geen dieper en zaliger denken liet op de gansche wijde wereld. Neen, dat kon tij uit haar vriendelijke, verstandige woor den niet opmaken. nEr ia een rjjtuig vóór ons 1" riep Gunne plotseling levendig. De boer liet het paard stappen, want bij het draven ratelde de wagen zoo luid, dat BWn niet goed hooren kon. nEen heerenrijtuig," zeide hjj dan. «Misschien het onze wel. Mama is naar Dieterhausen geweest. Hoe laat is het onge veer »Zoo wat half tien." Gunne bibberde en wikkelde zich wat beter in den mantel, dien Bacha haar zelf °fu de schouders had geslagen. Het was zijn eigen mantel. Zij drukte van tijd tot tfld haar lippen op de grove stof. Gunne en haar koets<er luisterden naar en horten, regelmatigen draf van het J>aard voor hen. Het werd steeds onduide lijker, want de afstand tusschen beide rij tuigen werd steeds grooter. Eindeljjk zeide de boer„Het slaat de laan in naar het Kloostergoed." „Goddank 1" riep Gunne vrooljjk uit. „Dan is het mama. En wanneer zij aan stonds thuis komt, vindt zjj reeds de bood schap van den dominé en heeft zij zich niet zoo beangst gemaakt om de kleinen." Met dezen centenaarslast van haar hart af, scheen eerst haar geluk volkomen. De lieve God had haar blijkbaar vergeveD, want Hjj overlaadde haar met Z;jn weldaden. Maar daarvoor zou zij nu ook goed zjjn voor mama en voor allen. Zij was op een maal zoo rijk geworden, dat zjj aan vreugde en liefde zooveel kon wegschenken als zij wilde. „Oagelukkigen mogen wel egoïstisch zjjD," dacht zjj, „maar wie gelukkig is en toch niet goed voor anderen, die verdient niet te leven." Toen het rijtuig bij het kasteel aankwam, i waren alle vensters verlicht. Het heele huis was nog in opschudding. De deur stond open. „Daar komen zij." boorde men een jonge, frissche mannenstem roepen. Gunne hoorde dit verwonderd. Dat was Biensaam toch niet Reeds stormden allen naar buiten, Bien saam en nog een voorop. Gunne bleef niet lang in het onzekere. Die andere stond reeds naast haar en aan zijn vlugge, krachtige bewegingen herkende zjj hem dadelijk het was een achterneef van haar, die soms eens voor een uitstapje van zijn landgoed naar oom Hollen reed. Hij stak zijn beide handen naar haar uit om haar uit het rijtuig te helpen, en zeide met vrooljike hartelijkheid „Welkom, Gunne, welkom 1 Jij haalt me ook wat moois uit." „Ach, Maxriep Gunne, haar geluk zaligheid uitjubelend. Deze juichende begioeting verraste neef en bracht hem bovendien in verrukking. Hij had gedacht, een oververmoeide, ter neergeslagen zondares te zullen verwelkomen en had haar door zijn vroolijke plagerij over het eerste onaangename der thuis komst heen willen helpen. En nu toonde zij in plaats van neer slachtigheid, de grootste vreugde, als was niet slechts alles in orde, maar zelfs meer dan dat. Het maakte op hem zulk een sterken indruk, dat hij, die de wilde Gunne tot dusver als bakvischje had behandeld, op eenmaal tot de gedachte kwam „Dit meisje neem ik tot vrouw." Gunne had natuurlijk geen denkbeeld van die gevoelens, evenmin als hij van de hare. Ook Biensaam trad op het rijtuig toe. „Wat hebben wij over u in angst ver keerd, juffrouw Gunneriep hij verwij tend. „Op zoo iets kon man toch onmogelijk rekenen." „Ja, wij zijn verdwaald, net als in een sprookje," antwoordde Gunne stralend. „En nu zijn wij weer behouden thuis." Neet Max tilde Gunne uit den wagen, maar Biensaam ging klagend voort „Ik had mede moeten gaan. Dan was zooiets bepaald niet gebeurd. Sedert twee uren maak ik mij de bitterste verwijten. Maar wie had dit ook kunnen denken." Nu kwam ook Nath&lie aangeloopen en achter deze de heele bent. zeer ontroerd. „Mijn arme, Mjjn arme kinderen I" riep Mama was arme Gunne 1 zij klagend. Gunne omhelsde haar moeder met onge wone hartelijkheid. „Moedertje, lief, zoet moedertje. Wij zijn allen heelhuids. De kinderen alleen maar slaperig." Nathalie maakte zich half lachend, half weenend uit de omhelzing los. „Ach Gunne, jij onrust. Ik dacht, dat je al reeds een verstandig, volwassen mecsch waartMijn arme, kleine Hilmar," Deze was door Adam uit dekeDS en mantels onthuld en uit het rijtuig getild. Hij wreef zich de oogen en geeuwde. „Moe ben ik in 't geheel niet," ver klaarde hij, „maar wat hebben wij wat be leefd, moeder „Hij was een kleine held," zeide Gunne. Kaatje werd niet eens geheel wakker. De bonne droeg haar in huis en bracht haar dadeljjk te bed. De boer stond het tooneeltje glimlachend aan te kijken. Nu wendde zich de barones tot hem „Ik ben u zeer dankbaar, beste buurman. Mjjn man is op reis, maar komt spoedig bij I u, om u z\jn erkentelijkheid te betoonen." „'tls de moeite niet waard, mevrouw. Ik heb het gaarne gedaan." Nathalie wist, dat zjj hier den boer geen geld mocht geven of aanbieden. Hij wilde zeer gaarne rij geld hebben, maar men moest hem dat thuisbrengen. Gunne schudde den man hartelijk de hand, legde haar arm om haar moeders schouders en wilde haar zoo naar binnen ge leiden» Toen vroag Nathalie„Wat heb je daar toch voor een mantel om „O, die mantel!" riep Gunne. Zij snelde naar het rijtuig terug, deed den mantel af en gaf dien aan den boer. „Het is de mantel van den dominé," zeide zij halt luid. „Zeg hem er nog eene dank voor hartelijk dank." De boer reed weg. In de eetkamer, die achter de vestibule lag, stond sedert eenige uren de tafel ge dekt. Een vuur brandde er in den schoor steen. Na een paar uur in onrust en angst te hebben verkeerd, zette men zich dan nu eindelijk aan tafel. Hilmar was echter gaan slapen. „Hoe komt zoo op eenmaal Max hier?" vroeg Gunne vrooljjk. „Ik bèn er, nichtje, krijg me nu maar eens weg." gaf hij schertsend terug. Maar Biensaam had zich nog lang niet het gal van de lever geschoven. „Hoe kan men nu in zijn eigen omgeving 1 verdwalen," meende hij verdrietig, „dat is mij eenvoudig raadselachtig. Vrouwen hebben zeker in 't geheel geen verstand van zich te oriënteeren." „Ik meende, dat wjj op den weg naar Dieterhausen moesten komen." Den hoogen Moor vermijdt men 't aller beste geheel," zeide de neet, die in deze omgeving ook geheel thuis was. „Eigenlijk komen alleen jagers en houthakkers daar. Wie er niet goed bekend is, verdwaalt er bepaald, omdat men nergens een weg heeft of zelfs eenig teeken ziet. En de afstanden zijn grooter dan men meent. Overigens is het ook niet geheel ongevaarlijk. Men heeft er zelfs plaatsen waar men geheel wegzinkt." WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1904 | | pagina 1