bank te Alkmaar. Zitting van Dinsdag 3 Mei 1904. FEUILLETON. Zondag 8 Mei 1904. ^gte Jaargang. No. 3938. ""tWEEÜE BLAD." Het stond oo—oo— wftS laat in den morgen, ver boven De ion de oostelijke kim en in str8ten was de polsslag van het degelijk- Daar fThe if-vec in vollen gang. Paal Steinbach sliep vast, ofschoon het 1 aai van de straat luid door de gesloten 'vergordgnen van de slaapkamer drong, was het gewoon, want hg sliep bgna eiken dag zoo lang. Niet uit slechte ge woonte of luiheid, maar omdat zijn beroep het meebracht. Dikwijls was het laat in den nacht, wanneer hg den schouwburg verliet. Dan 'trilde elke zenuw aan hem, het bloed hru'ete in zijn adereD, als champagne in een e!as. Wat hg gespeeld en gezongen had, ..We (D hem na en daartnaschen doken de 1 .«ven op«Was het goed zoo Is het mg gelokt, zooals ik het gewild heb 'poraV ééa a twee nnr later kwam de reac tie Wanneer hg als in een droom thnis kwam. kreeg hij eerst de herinnering aan het applaus en de tevredenhe.d daarover gaf bem rast. Een verlammende moeheid maakte tich dan tevena van hem meester. 'g Morgens sloop ieder op de teenen, zijn de kinderen, die zich gereed maak- school te gaan. Men fluisterde. Hg en genoten een schitterende opvoeding, en zijn vrouw kreeg, wat een vrouw wenschen kan: prachtige aieraden en mooie kleeren. Z; werd ook gevierd, als zgn vronw gevierd Zij moeat dos gelukkig zijn Hij verlangde ook herhaaldelijk de verzekering daarvan. In den eersten tijd gaf zij die lachend, want alles was haar nieuw; later, cm hem Diet te kren ken. Eindelijk vroeg hij tot haar groote geruststelling niet meer. Die groote leegheid, die in haar ontstond, mocht hij zelfs niet vermoeden. Hg was om den hoek verdwenen. Een zwaren zucht zond zij hem na. De gang, dien hij thans maakte, boezemde haar angst in. Zon het thans reeds komen, wat hem zon verpletteren Zij ging in de kamer terng en begon zgn brieven in orde te maken. De drie brieven, die hij wilde beantwoor den, boezemden haar het meeste belang in. was een brief van een collega uit een verre stad, vervolgens het verzoek van een dame om zgn handteekening en die van een Engelschen kunstvriend om een fotografie met onderschrift. Het bevreemdde haar, dat hij de beide laatste beantwoordde. Sedert jaren had hij op dergelgke stukken geen acht geslagen, want de vraag daarnaar was verbazend groot. Nn waren de aanvragen lang zoo talrijk niet de geestdrift was bekoeld vronw, wasD de heer des huizes, die allen in be dwang hield, zelfs wanneer hg niet zichtbaar Hij sliep vandaag bijzonder vast en zwaar. Zijn vronw moest hem wekken. Langzaam kwam de kleine gestalte de deur in en na derde zijn bed. Een oogenbllk keken hem die blauwe vronwenoogen aan met een uit drukking van weemoedige liefde. Vervolgens riep zij sÜn naam luid en luider. Je moet om elf uur bg den regisseur zijn. Panl. Dat maakte hem wakker en vroolyk. Zijn oog jeugdig gelaat begon te atralen. Een ge wichtig nnr was aangebrokende rolver- deeling van een nieuwe opera. Ik hoop, dat ik een rol krijg, waarin ik schitteren kan, een friBSohe, beweeglijke, niet een, die mij veroordeelt als een stok zoo stijf te moeten staan, maar een, die men zingen kan met opgewektheidDat verwenschte spreekgezang van die moderne notenkrabbelaars bevalt mij niets, het maakt mg zoo spoedig heeech, zei hij tegen zijn vronw. Haar glimlach had iets gedwongens. Zij zette het ontbijt op een tafeltje tegelijk met de brieven die gekomen waren, zooals hij dat gaarne had. Zeg, je spreekt bijna nietzeide hij ongeduldig. Jon is het, geloof ik, hetzelfde, al gaven ze me ook de rol van een meelzak Ze schrok. Waar denk je aan Niemand wenscht je hartelijker het schoonste en dankbaarste, dan ik. En weer glimlachte zij, zooals zij dat meer malen deed, wanneer zij tegenover hemstond en zjj door angst werd aangegrepen. Onder het ontbijt las hg de brieven. Een j gedeelte wierp hij in een mand, sommige j schoof hij onverschillig weg, drie legde hij j afzonder] jjk. Die zal ik beantwoorden, leg die op mijn schrijftafel, Johanna. Toen was hij gereed. Zij gaf hem zgn handschoenen, hij stak een sigarette aan. Bonjonr, zeide hij opgewekt en verliet het hnis met haastigen tred, als ging hij zgn gelnk tegemoet. Johanna keek hem van het balkon af na. Zij deed het niet dikwgls meer, hg keek toch niet om. Die tjjden waren voorbjji Sedert tien jaar, sedert zij hem haer hand had gereikt, was er ln hun leven veel ver anderd. Eerst was het zeer eenvondig ge weest, rijk aan stil gelnkde kleinste vreugde was een groote gebeurtenis en ver volde hen met dankbaarheid. Ze behoorden elkaar en aan de kinderen, die ze met ge heel hnn hart liefhadden. Zijn knnst hield hij hoog, maar zij was niet zijn afgod. Toen echter het groote gelnk kwam, het engage ment bij dit gezelschap, wird zjj het Thans behoorde hg alleen aan de knnst en aan het publiek. Eenmaal op de ladder van den roem had de zucht naar eer zich van hem meester gemaakt en alles ln het niet doen zinken, wat hem eens lief geweest was. Der kunst gold iedere ademtocht, al het andere was bjjz&ak. Zjjn kinderen werden goed verzorgd meer, - - Leerde hij déarom dergelijke dingen thans was je tronwe gade in de lange jaren schatten Een teeken, dat haar, In verband met zgn korzeligheid in den laatsten tijd, bedenkelijk toescheen. Vermoedde hg het ongelnk, dat boven zgn hoofd hing Bemerkte hij, wat de schorre klank, die zich in zgn stem mengde, wanDeer hij hooge noten moest zingen, te beteekenen had Die klank wilde niet wijken, hoe hij ook oefende, hoe hjj zgn stem ook spaarde en alles deed om zijn orgaan de onde volheid te doen terugwinnen Maakte hij zichzelf wjjs, dat het voorbij gaand was? Wat deed het haar pijn, als ze in den schonwbnrg zat en het oordeel over hem hoorde Eerst was dat nog al zacht geweest Steinbach is vandaag niet bij stem. Steinbach moet zich meer in acht nemen. Maar spoedig werd men harteloos en het heette SteinbachNu, waar is zijn stem ge bleven Hij was vroeger heel mooi, maar nn is het niets meer. Met de Wagner-opera's heeft hij zjjn stem stnk gezongen. Dat deed spoedig de ronde als een loopend vuurtje. Het klonk haar steeds weer in de ooren en sneed haar door de ziel. Vele jaren had hij het publiek genot ver schaft cd vbd het eerste teeken van achter uitgang maakte het, ondankbaar als het is, had ze eens van één zijner vroegere vereerders gekregen. Dus dat was zijn planMetéén was zij bjj hem, lag aan zgn knieën en riep zgn naam. Verschrikt was hjj opgesprongen en schoof haar verstoord weg. Wat wil je? L-~at mij begaan. Mjj blijft Diets anders over. Ik heb afgedaan, mijn stem heeft mij begeven. Nooit meer zal ik knnnen zingeD. zooals ik wel zon willen en ik eens kon Een ander zal den Siegfried zingen, een ander zal de toejuichingen oogsten, mjj kan men niet meer gebruiken! Men zegt mij suikerzoet, dat mjjn orgaan ia aangetast en ik mg in acht moet nemen, om mij nog lang voor de kun at te bewaren. Ik ken datHet volgend jaar loopt mjjn con tract af cd men zal dat niet weer vernieuwen. Wat wacht mg Een tooneel van den twee den en spoedig daarna van den derden rang. Dat verdraag ik niet. Dit eene jaar is al vreeeelijk. Ik ben een invalide, waar men medelijden mee heeft, die schuldenaar wordt, omdat hij niet meer geven kan, wat hg geven moet. Bankroet, Johanna begrijp dat goed Zulk een leven la niet waard om te leven. Johanna hield zgn handen vast. Zij druk te ze tegen haar gelaat en brandende tranen liepen er over heen. Aan mij denk je niet, stamelde zij. Niet ff ff- .ff aan mij. Eens heb je mg lief gehad. Panl, ik £hlen ^eelemaal zonder gelden held, op die we i? wa® op n zo° g^enkwaardigen A rrmirlUspniprif"Rpplit- deed' zlch ^'dbo«,te1t« m0É?en x\. I i OU Lil oovrllltrll X\"v lll rechtbank zal het overwegen, Jan, en UITSPRAKEN. Jac. Appelman, Weet wond, het als ambte naar opzettelijk verduisteren van gelden, die hij uit hoofde zijner betrekking onder zich had, 3 mcd. gevang. L. C. v. d. Koog. Hoorn, bedreiging, enz., tegen "t leven gericht, en wederspannigheid, 6 mnd. gevang. G. J. Schoenmaker. Medemblik, mishande ling, f 10.boete of 7 dagen hecht. C. D. v. d. Wal, Amsterdam, mishandeling, 8 mnd. gevang. We begonnen vandaag met een edel broed 'renpaar De eerste bekl. heet Behrend Theijssling, is een 26 jarig viascherman, geboren in Lem- sterland, wonende te De Lemmer, welke eigenschappen zgn broêr Jacob (bekl. no. 2) allen met hem gemeen heeft, behalve, dat deze geen 26, maar reeds 28 jaren telt. De twee gebroeders, die in gestalte en nlter- ljjk en voornamelijk in handel en wandel op daarmede: basta! Dat de vredelievendheid in de vrachtrij derswereld „om de Oost4" ook wel iets te wenschen overlaat, daarvan leverde datgene, wat op 2 April |.L, 's namiddags te ongeveer 4 uur, voorviel te Oosterblokker alweer het sprekendst bewijs op! Jaap Bakker, een vrachtrijder! 'n zeer groote [vent, Is wel commandeeren, docb geen ver doeken gewend, Hij acht het „rechts-nithalen" zooveel slechts [als nnl En verkracht deer' verordening, als ware ['t een prol! Doch Jaapje, die grapjes beronwen u ras, En komen, denk hieraan, voortaan niet [te pas! De bovenbedoelde mijnheer Jacob Bakker, de 24-jarige vrachtrijder van Wervershoof, die op 2 April j 1. te Oosterblokker zgn collega, den 26-jarigen Theodorus Blokker, van Wognnm, die tevens kruidenier is, ontmoette, had niks lang werk om met dezen een zoo hoog loopenden twist aan te binden, dat hg elkaar getijken als twee druppels water, iD zÜn woede dreigde den heer Blokker hier gebruik, om zgn ondergang naar alle zgden nlt te bazuinen. Hg had uitgediend, men verlangde naar een ander. Hg bevredigde niet meer, dus weg met heml Reeds maanden werd zij geplaagd met de vraagWanneer zal het komen Hoe zal hg het opnemen reeds gehuwd zgn; en toch vraag je niet naar wat er in mgn hart omging in de tijden, dat Je nog beroemd was. De revolver draagt twee patronen Een kogel voor jon bd een voor mg Wanneer je van mg hondt, Johanna, volg mgn voor beeld dan. Ze klemde zich aan hem vast en voor een oogenbllk heerschte ln het vertrek een doodsche stilte. Toen richtte zg zich hoog op en keek hem vast in de oogen. Je bent niet alleen kostenaar en man, Panl, je bent ook vaderOver mgn en jouw leven mag je beschikken, maar de drie leveDS, die God je geschonken heeft in je kinderen, daar mag je niets meê doen. Wil je die ook vernietigen, of ze aan het ruwe noodlot prijs- geven Heb je dan geen gevoel voor je eigen vleesch en bloed Kan je geen nlenw leven beginnen Zon je dat niet gelukken, als je het met de geheele kracht, die in je is, be proeft W anneer je de hoogte, die je thans bereikt hebt, moeiigk kant behoeden, zoek dan een ander pad. Ik zal met je gaan, je overal volgen. En al mgn krachten zullen al leen voor jon zgn wanneer je twgfelt, zal ik je toeroepen Moed, moed, geliefde, je strjjdt niet al leen, je hebt mg. je hebt je kinderen. Onze kinderen, Panl 1 Kan je hnn liefde en mijn toewijding dan vergeten voor den be drieglijken glans van het tooneel Hartstochtelijk had ze deze woorden nitge- bracht. Zgn handen hield ze in de hare en streelde ze als van een zieke. Hg zonk in een stoel terng. Als een bruisende waterval gingen haar woorden over hem heen en wischten zgn zelfzucht weg, Het laatste was 't, wat haar het ergst fol- Onder haar teedere woorden drong langzaam torde. Met weemoed hoorde ze het applaos tel kens minder worden. Menige krans, die hem vereerd werd, kwam van haar, zelfs menig verzoek om een autogram, menig dwaas versje eveneens. Hg lette er niet op, maar zou het waarschijnlgk gemist hebben, als het was uitgebleven. Onrnstig liep zij alle kamers door, om ten •lotte weer voor het venster te komen. De tijd kroop voorbij Telkens, wanneer zg op de pendule keek, was de wgzer nauwelijks eenige minuten verder gekropen. Maar eindelijk kwam hg. Maar was hg het werkelijk Er werd Iets van binnen bg Johanna ver scheurd, een kreet ontsnapte aan haar lippen. Flink en veerkrachtig kwam hg anders thans kroop hg, als iemand die door een zwaren last wordt neergedrukt. De vrouw steunde. Wat nu? Zon hg het haar vertellen In elk geval mocht hg niet alleen big ven. Johanna ging naar zijn kamer en achter de gordgnen van den erker staan. Zien mocht hg haar niet, hg zon haar wel licht wegsturen. Zg hoorde zgn stem ln de gangvermoeid klonk die. Hij vroeg niet naar haar Zeg tegen mgn vrouw, dat ik iets te doen heb, dat Keen uitstel velen kan en lk een half nnr niet gestoord wensch te worden, zei hij tegen de dienstbode. Hij ging in zijn kamer, deed die op slot, ging aan zgn schrgftafel zitten, nam pen en papier en schreef met jagende hand, zonder ook maar een oogenbllk op te honden. Jo hanna sloeg hem voortdurend gadeze wachtte op eenig niteriijk teeken van zgn innerlgke stemming, op een zucht, op een nitroep. Op dat oogenblik wilde zg naar hem toegaan, maar hg ging maar steeds door en hg gaf geen enkel bewjjs van zgn verdriet Het beschreven vel papier liet hg onge- vonwen liggen opende een lade en nam er een étui nit. Johanna kende den inhond een kleine, met paarlmoer versierde revolver. Hg de ontdekking tot hem door, dat er ook nog hoogere dingen op de wereld zijn, dan de knnst; andere plichten, dan alleen het dienen van deze. Een wonderlijke aandoening voelde hg in zich opkomen, het was hem, of er veel kouds en hards om hem heen wegzonk. Waarachtig, hg was toch al tgd nog rgk. Er waren altgd nog wezens, die hem afgo disch liefhadden, zoovele oogen verwachtten van hem nog raad, steun en leiding. Hij had nog plichten. Hoe was hg er toch toe gekomen te denken, dat zijn leven nn waardeloos was omdat hg niet meer voor de groote menigte kon schitteren omdat zg hem niet meer toe juichte, die menigte, die slechts liefheeft wat schittert en verblindt? Dwaas, die hij was! Moest hg werkelijk het rgk, waarin hg zoo lang had geheerscht verlaten Kon hg niet een ander rgk het zijoe noemen Kleiner, maar inniger, zonder bedrog en valschheid Zgn thnis, zgn familie Verder en verder schoof hg het etui met het wapen van zich, tot het op den grond viel. Johanna, mgn goede, beste vrouw Hg trok haar tot zich. Wanneer ik geen beroemd man meer ben, maar slechts een doodgewone, onbedui dende, zooals honderd anderen, zal je liefde dan nog blgven Zij lachte. Hoe ernstig hij de knnst ook had genomen, een beetje gdel had zij hem wel gemaakt. Zijn er geen herinneringen dan van wat je eens bent geweest De kunstenaar wordt slechts bewonderd, den meossh heeft men lief. Voor mg ben je en blgf je mgn beste, goede man, wil. Zg boog zich over hem heen en koste hem zacht. Ik heb je terng, fluisterde ze hem toe, gelukkig. Ik heb je nn voor altgd. waren bg een of andere gelegenheid, of mis Urk 30e n Maart dezes jaars) vasten grond onder de voeten gaan zoeken. Er waren eenige andere visschersgezellen bg de landing van de heeren tegenwoordig en aanvankelgk ging alles ln de grootste lol en was er geen „wolkle an de lacht!" Maar... 't kan verkeer en. 't Duurde dan ook drommels kort, of de heeren visschers, de verzamelaars van 't zoo heerlijke zeebanket, kregen 't ODgenadig aan den stok, waarbg de 2 heeren Theijssling moedig tegenover eenige tegenstanders stand- en hielden. De heeren allen hadden vooraf ln een bierhuis of herberg vertoefd en aldaar hnn tijd „niet ongebruikt" laten voorbggaan waren blijkbaar terdege strgdlnstig, want de dorpsstraat van Urk, die aangedaan tot strjjdperk te kiezen voor den veldslag die vlak voor Klaas Aathma's woning plaats vond, weergalmde van 't krijgsgebnlk, op meer dan lieflijke wijze door de helden uitgebracht, en dit terwijl Klaas' vader op sterven lag! Men mag op Urk ook wel gaan zingen „Stille vrede, zoete vrede, Daal, o daal in 't onrnstig hart De beklaagden hebben verder, zooals ze zeggen niet nit vernielzucht, maar ter zelf verdediging, elk een of twee latten van Aathma's hek afgetrokken, de heele afge trokken lattenvoorrasd heeft naar 't oordeel van deskundigen 30 cents waarde. De Burgemeester van de gemeente Urk, de Ed Achtb. Heer Van Snchtelen van der Haare, heeft, behalve zgn allesbehalve korten naam, een paar goedziende oogen, waarmee Z.Ed.Achtb. duidelijk die traliedhekkenver- nielderij ten nadeele van Klaas aanschouwde, al was 't reeds half II nre ln den avond. Asthma had zoowaar aan geen der beide beklaagden eeDig verlof hoegenaamd ook gegeven om latten van zijn hek te breken, en zoodoende liepen de heeren Oebr. Theijssling, die beiden tot devies schenen te hebben We strijden als broeders en sneven te zaaml" er netjes in. De heer Off. toch, was niet gezind, de edele heeren te sparen. Z.E.G. vroeg f 10 boete of drie dagen hecht. te Blokker op 8taanden voet te zullen verz En waarom Wel, Bakker was niet van plan, rechts af te halen met zgn rens- achtigen vrachtwagen, die, behalve van een kolossalen kap, ook van een groote vracht was voorzien, omdat dit rgtoig dan in aanraking met de tramrails zon komen en een en ander naar Bakker'g hooggewaardeerde meening te veel op zijn rijtuig zon aankomen. Blokker echter, ook een zware vracht hebbende, was niet van plan, van de gewoonte om rechts nit te halen ter wille van Bakker af te wijkentroawens, dit algemeen bekend zgnde geijkte gebrnik, om bg ontmoetingen met rjj- en voertuigen, enz., rechts af te wgken, zal ook bekl. wel terdege bekend zijn geweest. Zgn, met 't oog op Blokker's eveneens groote vracht, tamelijk ongemotiveerde elsch, men "de eer had aangedikt door de mishandeling die hg (Bakker) Blokker aandeed, door dezen woest in de keel te grgpen, was dan ook niet in staat om hem veel sympathie bg de E.A. Heeren te doen verwerven, hoewel de O. v. J. verklaarde, dat bekl.'s antecedenten niet ongnnstig zgn. De elsch, tegen Bakker inge steld, met toepassing van art. 300 van het Wetb. v. Strafr. luidde: f 16.boete of 6 dagen hecht. „Alle beginselen zgn moetlijk!" zei een dief en hg stal8 honderdponders of centenaars. Men moet er zoo ongeveer over denken ais deze onbekende grootheid, om te doen wat 21 Maart j 1. Jan Ploeger ge boren en wonende te Alkmaar deed in een tuin te Heilo en waarvoor hg vandaag als bekl. mocht terechtstaan. Genoemde tuin, liggende tnsschen de Sandersloot en den Westerweg en in gebrnik bg de gebroeders Hendrik en Willem Hofstee, tuiniers te Alk maar, bevatte eenige broeibakken, waarin, verscheidene bloem koolpianten stonden, en nu was Ploeger zoo beleefd, om „onge vraagd is ongeweigerder stilletjes wat mee te pakkeD; 180 stnks, ongeveer l'/j cent per exemplaar waarde hebbende, nam sinjenr er ten eigen bate of liever ten eigen ver- derve mee. Een poos na het plegen van den diefstal, zag de 27-jarige Alkmaarsche tuinman Willem Pnrmer, die heden ook als getnige in des heeren Ploeger'» zaak optrad, in den tuin, die Ploeger in gebrnik heeft in den Nienwlander Singel, op een akkertje dat kort te voren nog geheel onbeplant was, lastig en wel de bovenbedoelde koolpianten tieren. Ook den heeren Hofstee, die na 't er mag gebeuren, wat er vermissen van hnn artikel aan 't onderzoeken gingen, bleek 't weldra, wéér 't ontvreemde was gebleven. Bekl. had voorgegeven, 't nit gebrek aan werk te doen Nn, om zoo „den ledigen han den werk te verschaffen", of dht aanbeveling» waardig is? oDe O. v. J. eischte wegens diefstal 3 weken gev., waarop bekl. 't beleefd verzoek Toen groote Jaap ingerukt was, donrde het maar een ommezientje, of zgn plaats op 't „zondaarsbankje" werd ingenomen door bekl. No. 8, die bleek 'wonnen en 'ronnen en ook wonende te zgn te Egmond a/Zee. Als men als visschersman zoo dag en nacht op de zilte baren storm en onweer en het woeden van de elementen ln elk opzicht moet trot- seeren, ver van hols, ver van land dan wil men, als men weer eens den vasten wal onder de voeten heeft, gaarne een grapje ter ontspanning hebben. Zoo lijkt de 26-jarige Willem Gravemaker Engelszoon er tenminste wel over te denken en och als met zoo'n grapje niemand schade of letsel wordt berokkend no, dan is 't verder nog met den mantel der liefde te dekken. Maar 't „grapje", dat Wim Zondag 10 April j.1. uithaalde, kon toch niet best door den bengel. Bg 't hnis van den herbergier Jan Blok te Egmond s/Zee Is „zoo'n hoekle", dat men wel eens bg wijze van urinoir bezigt. Jan Vrieman, een bejaarde verpleegde nit de Prins Hendrik-stichting, was op genoemden Zondag juist, door nood gedrongen, bezig deze plaats, zoo hij meende in stille afzondering, „te ont- wjjden toen Gravemaker hem „nlt de lol" een duw gaf, waardoor de man met het hoofd tegen den maar viel. De lol ging er voor beide partgen wel 'n beetje af. Voor den onden Vrieman, omdat hij zich verplicht zag, zgn bebloed hoofd ln de woning van den heer Blok af te gaan wasschen, voor Wlllempje, omdat hij heden voor zijn „lolletje" mocht terechtstaan. De President, Mr. Van Hou we ningen, liet niet na, den bekl. op 't gevaarlijke van zijn „grapje" te wijzen en de heer Offi cier eindigde met naar aanleiding van art. 424 van 't Wetb. van Strafr. f 8.— boete subs. 3 dagen hecht, te eischen. De heeren visschers en haringtrekkers lijken dan wel drommels nieuwsgierig naar de Alkmaarsche rechtbank; de 23-jarige Pieter Goedhart, die tot 't ressort Dan Helder van bovengenoemd gilde behoort, is tenminste ook zoodanig bezig geweest, dat een drietal dames, die last van hem hadden gehad, niet konden nalaten, de justitie van een en ander op de hoogte te stellen. Onze Pierre was in den nacht van 2 op 3 April volstrekt niet dronken en toch was hg ln zoo romantische stemming, scheen hij wel zóó verliefd, dat hg, hoe ongeoorloofd het ook moge schgnen, 's nachts om één nor ongeveer bij mej. de Wed. J. A. Kramer binnenstapte, die met hare beide dochters Aagje en Fraucina in •tillen vrede aan den Jan-in-'t-Veld-weg te jPaar ilt teil! Roman van FRIEDA VRUVROUWE voh BULOW. 36. Hóllen was opgestaan en had Gonne meêgenomen. Nathalie keek hen gekrenkt na. „Wanneer ik niet lekker was geweeet, had hg mg gerust alleen laten gaan." „George is vaak zoo zonderling," zeide Werner. „Hg heeft zich nu niet eens den tgd gegund, om zjjp hoed en hand schoenen meê te nemen. Daar liggen die "Waarachtig nog." Nathalie droeg het dienstmeisje op, om ss» juffrouw Gunne wat thee en geroosterd brood te brengen. Terwjjl zjj dit met den noodigen omslag bestelde, kwam Hóllen terug. Hij zeide zacht tot Werner „Onderhoud Je nog een pooeje met je moeder. Ik zou *°o gaarne met Gunne onder vier °ogen het een en ander bespreken." Werner was zoo trotsch op dit bewijs van vertrouwen, dat hij zich voornam, zich eens naar behooren van zgn taak te kwjjten. .Toen men van tafel opstond, bood hg zgn moeder galant den arm en Doodigde h*ar uit, een wandeling met hem door den biin te maken. Zg was daartoe gaarne bereid. Derge lijke aardige attenties wist zg bjj haar oudsten zoon zeer naar waarde te schatten, want hg was steeds koeler en terughou dender voor haar, dan de andere kinderen. Hóllen snelde naar Gunne terug. Zg lag reeds te bed. De vader zette zich daarvoor neer en zjj moest biechten. „Mgn arm klein meisje," zeide hg zacht en streelde haar de handen. „Ik moest het doen, papa I" eindigde zg, in hartstochtelijk snikken uitbarstend. Hg sprak geen oordeel uit, want zg ver langde dat niet. Zg bad gehandeld omdat zjj niet anders kon, en dan was het niet noodig verder iets te zeggen. Maar zijn hulp en steun beloofde hij haar. „Wat nu komt, zal een zeer moeiljjke tgd voor je zgn," zeide hg „Maar mgn Gunne zal ziob dapper houden. Vertrouw maar op mij Zg drukte hem vast de hand„Als op geen ander." „Het is goed, dat het zoo ver gekomen is," zeide hjj na een poos, „goed voor jou en voor hem, al doet het je nu ook leed. Ik hem, jammer genoeg, nog lief. Het arme kind is als gebroken. Wjj moeten haar met rust laten, zoodat die hartewonden tgd van genezen hebben. Help mg dus." „Zegt ge dat tegen een moeder 1" Den volgenden dag was Gunne, zooals steeds, vroegt jjdig op, en stond reeds in de koelkamer toen de melk werd thuisgebracht. Nadat dit werk was gedaan, ging zjj naar den tuin, waar zjj met den tuinman de rjjpe „Is er wat voorgevallen vroeg hjj, ver- bleekend. „Onze verloving is verbroken." „Gunne I" riep hjj. „Dat kan onmogeljjk Je hebt twist gehad samen, dat kan ook wel weer goed worden. Hem opgeven George B&cha Neen, Gunne, dat kan je niet in ernst willen." Toen zette zjj hem uiteen, hoe B&cha zich nooit wel gevoeld had, noch in augurken bekeek. Zg oordeelde, dat het tgd de gezelligheid op Dietersburg, noch in den werd voor inleggen, en gat daarom order, dat dit vandaag onder haar leiding zou geschieden. Werner kwam terug van het meer. Hij had zgn morgenb&d genomen „Hoe is het met je hooikoorts riep hjj haar reeds tegemoet. „Weg Ik leg vandaag augurken in." „En ik zal vandaag eens Daar Wüsten- kaltheim rjjden. George heeft gister hoed en handschoenen vergeten, 'tls om je ziek had je dat zoo gaarne bespaard gezien, maar te lachen." misschien is het wel noodig en goed voor je." „Je kunt vandaag niet naar hem toegaan." Heinrich Hóllen sprak dien avond nog „Waarom niet?" zeer lang met zjjn vrouw. Het kostte ge- Gunne keek haar broeder vorschend in duld en veel woorden,om haar zoover te krjj- de oogen. Zjj zag er plotseling zoo treurig gen, dat zjj noch Gunne, noch Bacha als schul dig nam, en gevoelde dat zjj beiden het offer waren van een betreurenswaardige dwaling. „Zjj betalen het met leed en tranen, maar het is 1 nog een geluk, dat zjj recht- tjjdig hun dwaling hebben ingezien." „Je herinnert je nog wel, hoe ik van den aanvang af er tegen ben geweest," triomfeerde Nathalie. „Maar jij wilde het natuurljjk beter weten. B&cha en Gunne Een blind mensch kon zieD, dat zjj niet samen pasten. Het was waanzin." „Het was liefde, Naadje I En Gunne heeft uit. „Je zult het niet begrjjpen," zuchtte zjj. Hjj voelde, dat er iets onaangenaams moest gebeurd zijn. Allerlei kleine bjjzon- derheden, die hem eerst niet zoo waren opgevallen, kregen nu plotseling beteekenis. Gunne's vertwjjfeling gistermiddag, haar alleen thuiskomen 's avonds, George's verdwjjnen zonder zjjn hoed en handschoe nen te halen, ook Gunne's hooikoorts en dan, dat vader ongestoord met Gunne had willen praten. En nu dit Wat had dat alles te beteekenen familiekring op den Kloosterhof. En dat elk onschuldig genoegen, elk klein genot hem rusteloos en ongelukkig had gemaakt. „Hjj moest om mjjnentwille steeds zjjn weg verlaten, en dat is hem tot een plaag geworden. tot een kwelling. Ik dacht in den beginne, dat hg zich wel wat meer zou geven, maar het gebeurde niet. Het werd steeds erger en erger. Wanneer ik alleen geweest was, of misschien met jou... dan zou het wellicht wel zijn gegaan. Maar ik behoor nu eenmaal bjj jullie allen. Ik ben ook niet voor die zoogenaamde heiligheid geschapen." Zjj sprak veel, en steeds op dien moeden, matten toon, terwjjl zjj met Werner op en neer liep. Werner treurde bijna evenzeer als zjj. Ook voor hem beteekende deze breuk een onherstelbaar verlies. Tusachen hem en den zoozeer bewonderden Bacha had zich nu een afgrond geopend. Het was nog onzeker, of het hem gelukken zou, daarover een brug te slaan Hoe ontzettend leeg scheen hem nu op eenmaal het leven geworden. In het diepst van zjjn hart toornde hjj tegen zjjn zuster. „Zjj had moeten volhou- den," dacht hjjtrots alles. „Het begint te regenen," zeide Gunne. Beiden keken naar de lucht. Grauwe wolken hadden de heldere 7on bedekt Ondanks den regen, reed Hóllen dienzelf den morgen naar Niedergau?chach en naar Dieterhausen. Hjj voerde een ernstig en lang gesprek met de Leonharts en een evenzoo ernstig en nog langer ge-prekmet graaf en gravin Dieters. Hij was zelf do r zijn kommer om Gunne zoo in beslag ge nomen, dat hjj er niet op lette, hoe bleek Gabrielle werd. Met deze gespreken werd de ver'o vin go- geschiedenis officiéél ten gr*ve gedragen, George Bacha behoorde vanaf dat oogen blik niet meer tot den kring, maar was een vreemdede dominé van Wüsten- k&ltheim was een man, met wiec men na het gebeurde niet meer kon omgaan, over wien men zelfs niet meer sprak. Gunne deed alle pogingen, om er onbe kommerd uit te zien, maar hoe zij zich ook inspande, het gelukte haar maar half. De arbeid, dien zjj zich oplegde, hielp baar over haar verdriet heen zoolang die duurde. Neen, er was geen ontkomeB ean De scherpe smart, die er volgde op het uitrukken van het oog, moest zg ljjden. Ook het weer stemde weemoedig. Bacha had niet alleen hsar innerlijke, maar ook de wêrkeljjke zon meêgenomen. De zonde warmte, het lichtalles Een ruwe wiod schudde de bocmen en het regende dat het goot. „Wat zal de wiud op Wüstenkaitbeim razen," dacht Gunne. Hare gedachten lieten Bacha geen oogen blik los. Alles herinnerde haar aau hem. Zjj beet zich op de lippen om niet steeds in een hartstochtetjjk weenen uit te barsten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1904 | | pagina 5