bank te Alkmaar.
Zitting van Dinsdag 3 Mei 1904.
FEUILLETON.
Zondag 8 Mei 1904.
^gte Jaargang. No. 3938.
""tWEEÜE BLAD."
Het
stond
oo—oo—
wftS laat in den morgen,
ver boven
De ion
de oostelijke kim en in
str8ten was de polsslag van het degelijk- Daar
fThe if-vec in vollen gang.
Paal Steinbach sliep vast, ofschoon het
1 aai van de straat luid door de gesloten
'vergordgnen van de slaapkamer drong,
was het gewoon, want hg sliep bgna
eiken dag zoo lang. Niet uit slechte ge
woonte of luiheid, maar omdat zijn beroep
het meebracht. Dikwijls was het laat in den
nacht, wanneer hg den schouwburg verliet.
Dan 'trilde elke zenuw aan hem, het bloed
hru'ete in zijn adereD, als champagne in een
e!as. Wat hg gespeeld en gezongen had,
..We (D hem na en daartnaschen doken de
1 .«ven op«Was het goed zoo Is het mg
gelokt, zooals ik het gewild heb
'poraV ééa a twee nnr later kwam de reac
tie Wanneer hg als in een droom thnis
kwam. kreeg hij eerst de herinnering aan
het applaus en de tevredenhe.d daarover gaf
bem rast. Een verlammende moeheid maakte
tich dan tevena van hem meester.
'g Morgens sloop ieder op de teenen, zijn
de kinderen, die zich gereed maak-
school te gaan. Men fluisterde. Hg
en genoten een schitterende opvoeding, en
zijn vrouw kreeg, wat een vrouw wenschen
kan: prachtige aieraden en mooie kleeren. Z;
werd ook gevierd, als zgn vronw gevierd Zij
moeat dos gelukkig zijn Hij verlangde ook
herhaaldelijk de verzekering daarvan. In den
eersten tijd gaf zij die lachend, want alles
was haar nieuw; later, cm hem Diet te kren
ken. Eindelijk vroeg hij tot haar groote
geruststelling niet meer. Die groote leegheid,
die in haar ontstond, mocht hij zelfs niet
vermoeden.
Hg was om den hoek verdwenen. Een
zwaren zucht zond zij hem na. De gang,
dien hij thans maakte, boezemde haar angst
in. Zon het thans reeds komen, wat hem
zon verpletteren
Zij ging in de kamer terng en begon zgn
brieven in orde te maken.
De drie brieven, die hij wilde beantwoor
den, boezemden haar het meeste belang in.
was een brief van een collega uit een
verre stad, vervolgens het verzoek van een
dame om zgn handteekening en die van een
Engelschen kunstvriend om een fotografie
met onderschrift.
Het bevreemdde haar, dat hij de beide
laatste beantwoordde. Sedert jaren had hij
op dergelgke stukken geen acht geslagen,
want de vraag daarnaar was verbazend groot.
Nn waren de aanvragen lang zoo talrijk niet
de geestdrift was bekoeld
vronw,
wasD de heer des huizes, die allen in be
dwang hield, zelfs wanneer hg niet zichtbaar
Hij sliep vandaag bijzonder vast en zwaar.
Zijn vronw moest hem wekken. Langzaam
kwam de kleine gestalte de deur in en na
derde zijn bed. Een oogenbllk keken hem
die blauwe vronwenoogen aan met een uit
drukking van weemoedige liefde. Vervolgens
riep zij sÜn naam luid en luider.
Je moet om elf uur bg den regisseur
zijn. Panl.
Dat maakte hem wakker en vroolyk. Zijn
oog jeugdig gelaat begon te atralen. Een ge
wichtig nnr was aangebrokende rolver-
deeling van een nieuwe opera.
Ik hoop, dat ik een rol krijg, waarin
ik schitteren kan, een friBSohe, beweeglijke,
niet een, die mij veroordeelt als een stok
zoo stijf te moeten staan, maar een, die
men zingen kan met opgewektheidDat
verwenschte spreekgezang van die moderne
notenkrabbelaars bevalt mij niets, het maakt
mg zoo spoedig heeech, zei hij tegen zijn
vronw.
Haar glimlach had iets gedwongens. Zij
zette het ontbijt op een tafeltje tegelijk met
de brieven die gekomen waren, zooals hij
dat gaarne had.
Zeg, je spreekt bijna nietzeide hij
ongeduldig. Jon is het, geloof ik, hetzelfde,
al gaven ze me ook de rol van een meelzak
Ze schrok.
Waar denk je aan Niemand wenscht
je hartelijker het schoonste en dankbaarste,
dan ik.
En weer glimlachte zij, zooals zij dat meer
malen deed, wanneer zij tegenover hemstond
en zjj door angst werd aangegrepen.
Onder het ontbijt las hg de brieven. Een j
gedeelte wierp hij in een mand, sommige j
schoof hij onverschillig weg, drie legde hij j
afzonder] jjk.
Die zal ik beantwoorden, leg die op
mijn schrijftafel, Johanna.
Toen was hij gereed. Zij gaf hem zgn
handschoenen, hij stak een sigarette aan.
Bonjonr, zeide hij opgewekt en verliet
het hnis met haastigen tred, als ging hij
zgn gelnk tegemoet.
Johanna keek hem van het balkon af na.
Zij deed het niet dikwgls meer, hg keek
toch niet om. Die tjjden waren voorbjji
Sedert tien jaar, sedert zij hem haer hand
had gereikt, was er ln hun leven veel ver
anderd. Eerst was het zeer eenvondig ge
weest, rijk aan stil gelnkde kleinste
vreugde was een groote gebeurtenis en ver
volde hen met dankbaarheid. Ze behoorden
elkaar en aan de kinderen, die ze met ge
heel hnn hart liefhadden. Zijn knnst hield
hij hoog, maar zij was niet zijn afgod. Toen
echter het groote gelnk kwam, het engage
ment bij dit gezelschap, wird zjj het Thans
behoorde hg alleen aan de knnst en aan het
publiek.
Eenmaal op de ladder van den roem had
de zucht naar eer zich van hem meester
gemaakt en alles ln het niet doen zinken,
wat hem eens lief geweest was. Der kunst
gold iedere ademtocht, al het andere was
bjjz&ak. Zjjn kinderen werden goed verzorgd
meer, - -
Leerde hij déarom dergelijke dingen thans was je tronwe gade in de lange jaren
schatten Een teeken, dat haar, In verband
met zgn korzeligheid in den laatsten tijd,
bedenkelijk toescheen. Vermoedde hg het
ongelnk, dat boven zgn hoofd hing
Bemerkte hij, wat de schorre klank, die
zich in zgn stem mengde, wanDeer hij hooge
noten moest zingen, te beteekenen had
Die klank wilde niet wijken, hoe hij ook
oefende, hoe hjj zgn stem ook spaarde en
alles deed om zijn orgaan de onde volheid te
doen terugwinnen
Maakte hij zichzelf wjjs, dat het voorbij
gaand was?
Wat deed het haar pijn, als ze in den
schonwbnrg zat en het oordeel over hem
hoorde Eerst was dat nog al zacht geweest
Steinbach is vandaag niet bij stem.
Steinbach moet zich meer in acht nemen.
Maar spoedig werd men harteloos en het
heette
SteinbachNu, waar is zijn stem ge
bleven Hij was vroeger heel mooi, maar nn
is het niets meer. Met de Wagner-opera's
heeft hij zjjn stem stnk gezongen.
Dat deed spoedig de ronde als een loopend
vuurtje. Het klonk haar steeds weer in de
ooren en sneed haar door de ziel.
Vele jaren had hij het publiek genot ver
schaft cd vbd het eerste teeken van achter
uitgang maakte het, ondankbaar als het is,
had ze eens van één zijner vroegere vereerders
gekregen.
Dus dat was zijn planMetéén was zij
bjj hem, lag aan zgn knieën en riep zgn
naam.
Verschrikt was hjj opgesprongen en schoof
haar verstoord weg.
Wat wil je? L-~at mij begaan. Mjj blijft
Diets anders over. Ik heb afgedaan, mijn
stem heeft mij begeven. Nooit meer zal ik
knnnen zingeD. zooals ik wel zon willen en ik
eens kon Een ander zal den Siegfried zingen,
een ander zal de toejuichingen oogsten, mjj
kan men niet meer gebruiken!
Men zegt mij suikerzoet, dat mjjn orgaan
ia aangetast en ik mg in acht moet nemen,
om mij nog lang voor de kun at te bewaren.
Ik ken datHet volgend jaar loopt mjjn con
tract af cd men zal dat niet weer vernieuwen.
Wat wacht mg Een tooneel van den twee
den en spoedig daarna van den derden rang.
Dat verdraag ik niet. Dit eene jaar is al
vreeeelijk. Ik ben een invalide, waar men
medelijden mee heeft, die schuldenaar wordt,
omdat hij niet meer geven kan, wat hg geven
moet. Bankroet, Johanna begrijp dat goed
Zulk een leven la niet waard om te leven.
Johanna hield zgn handen vast. Zij druk
te ze tegen haar gelaat en brandende
tranen liepen er over heen.
Aan mij denk je niet, stamelde zij. Niet ff ff- .ff
aan mij. Eens heb je mg lief gehad. Panl, ik £hlen ^eelemaal zonder gelden held, op
die we i? wa® op n zo° g^enkwaardigen
A rrmirlUspniprif"Rpplit- deed' zlch ^'dbo«,te1t« m0É?en
x\. I i OU Lil oovrllltrll X\"v lll rechtbank zal het overwegen, Jan, en
UITSPRAKEN.
Jac. Appelman, Weet wond, het als ambte
naar opzettelijk verduisteren van gelden, die
hij uit hoofde zijner betrekking onder zich
had, 3 mcd. gevang.
L. C. v. d. Koog. Hoorn, bedreiging, enz.,
tegen "t leven gericht, en wederspannigheid,
6 mnd. gevang.
G. J. Schoenmaker. Medemblik, mishande
ling, f 10.boete of 7 dagen hecht.
C. D. v. d. Wal, Amsterdam, mishandeling,
8 mnd. gevang.
We begonnen vandaag met een edel
broed 'renpaar
De eerste bekl. heet Behrend Theijssling, is
een 26 jarig viascherman, geboren in Lem-
sterland, wonende te De Lemmer,
welke eigenschappen zgn broêr Jacob (bekl.
no. 2) allen met hem gemeen heeft, behalve,
dat deze geen 26, maar reeds 28 jaren telt.
De twee gebroeders, die in gestalte en nlter-
ljjk en voornamelijk in handel en wandel op
daarmede: basta!
Dat de vredelievendheid in de vrachtrij
derswereld „om de Oost4" ook wel iets te
wenschen overlaat, daarvan leverde datgene,
wat op 2 April |.L, 's namiddags te ongeveer
4 uur, voorviel te Oosterblokker alweer het
sprekendst bewijs op!
Jaap Bakker, een vrachtrijder! 'n zeer groote
[vent,
Is wel commandeeren, docb geen ver
doeken gewend,
Hij acht het „rechts-nithalen" zooveel slechts
[als nnl
En verkracht deer' verordening, als ware
['t een prol!
Doch Jaapje, die grapjes beronwen u ras,
En komen, denk hieraan, voortaan niet
[te pas!
De bovenbedoelde mijnheer Jacob Bakker,
de 24-jarige vrachtrijder van Wervershoof,
die op 2 April j 1. te Oosterblokker zgn
collega, den 26-jarigen Theodorus Blokker, van
Wognnm, die tevens kruidenier is, ontmoette,
had niks lang werk om met dezen een zoo
hoog loopenden twist aan te binden, dat hg
elkaar getijken als twee druppels water, iD zÜn woede dreigde den heer Blokker hier
gebruik, om zgn ondergang naar alle zgden
nlt te bazuinen.
Hg had uitgediend, men verlangde naar
een ander. Hg bevredigde niet meer, dus
weg met heml
Reeds maanden werd zij geplaagd met de
vraagWanneer zal het komen Hoe zal hg
het opnemen
reeds gehuwd zgn; en toch vraag je niet
naar wat er in mgn hart omging in de tijden,
dat Je nog beroemd was.
De revolver draagt twee patronen Een
kogel voor jon bd een voor mg Wanneer
je van mg hondt, Johanna, volg mgn voor
beeld dan.
Ze klemde zich aan hem vast en voor een
oogenbllk heerschte ln het vertrek een
doodsche stilte. Toen richtte zg zich hoog op
en keek hem vast in de oogen.
Je bent niet alleen kostenaar en man,
Panl, je bent ook vaderOver mgn en jouw
leven mag je beschikken, maar de drie leveDS,
die God je geschonken heeft in je kinderen,
daar mag je niets meê doen. Wil je die ook
vernietigen, of ze aan het ruwe noodlot prijs-
geven Heb je dan geen gevoel voor je eigen
vleesch en bloed Kan je geen nlenw leven
beginnen Zon je dat niet gelukken, als je
het met de geheele kracht, die in je is, be
proeft W anneer je de hoogte, die je thans
bereikt hebt, moeiigk kant behoeden, zoek
dan een ander pad. Ik zal met je gaan, je
overal volgen. En al mgn krachten zullen al
leen voor jon zgn wanneer je twgfelt, zal
ik je toeroepen
Moed, moed, geliefde, je strjjdt niet al
leen, je hebt mg. je hebt je kinderen.
Onze kinderen, Panl 1 Kan je hnn liefde en
mijn toewijding dan vergeten voor den be
drieglijken glans van het tooneel
Hartstochtelijk had ze deze woorden nitge-
bracht. Zgn handen hield ze in de hare en
streelde ze als van een zieke.
Hg zonk in een stoel terng. Als een
bruisende waterval gingen haar woorden
over hem heen en wischten zgn zelfzucht weg,
Het laatste was 't, wat haar het ergst fol- Onder haar teedere woorden drong langzaam
torde.
Met weemoed hoorde ze het applaos tel
kens minder worden. Menige krans, die hem
vereerd werd, kwam van haar, zelfs menig
verzoek om een autogram, menig dwaas
versje eveneens. Hg lette er niet op, maar
zou het waarschijnlgk gemist hebben, als het
was uitgebleven.
Onrnstig liep zij alle kamers door, om ten
•lotte weer voor het venster te komen. De
tijd kroop voorbij Telkens, wanneer zg op
de pendule keek, was de wgzer
nauwelijks eenige minuten verder gekropen.
Maar eindelijk kwam hg. Maar was hg het
werkelijk
Er werd Iets van binnen bg Johanna ver
scheurd, een kreet ontsnapte aan haar lippen.
Flink en veerkrachtig kwam hg anders thans
kroop hg, als iemand die door een zwaren
last wordt neergedrukt.
De vrouw steunde. Wat nu? Zon hg het
haar vertellen In elk geval mocht hg niet
alleen big ven. Johanna ging naar zijn kamer
en achter de gordgnen van den erker staan.
Zien mocht hg haar niet, hg zon haar wel
licht wegsturen.
Zg hoorde zgn stem ln de gangvermoeid
klonk die. Hij vroeg niet naar haar
Zeg tegen mgn vrouw, dat ik iets te
doen heb, dat Keen uitstel velen kan en lk
een half nnr niet gestoord wensch te worden,
zei hij tegen de dienstbode.
Hij ging in zijn kamer, deed die op slot,
ging aan zgn schrgftafel zitten, nam pen en
papier en schreef met jagende hand, zonder
ook maar een oogenbllk op te honden. Jo
hanna sloeg hem voortdurend gadeze
wachtte op eenig niteriijk teeken van zgn
innerlgke stemming, op een zucht, op een
nitroep. Op dat oogenblik wilde zg naar hem
toegaan, maar hg ging maar steeds door en
hg gaf geen enkel bewjjs van zgn verdriet
Het beschreven vel papier liet hg onge-
vonwen liggen opende een lade en nam er
een étui nit. Johanna kende den inhond een
kleine, met paarlmoer versierde revolver. Hg
de ontdekking tot hem door, dat er ook nog
hoogere dingen op de wereld zijn, dan de knnst;
andere plichten, dan alleen het dienen van
deze. Een wonderlijke aandoening voelde hg
in zich opkomen, het was hem, of er
veel kouds en hards om hem heen wegzonk.
Waarachtig, hg was toch al tgd nog rgk.
Er waren altgd nog wezens, die hem afgo
disch liefhadden, zoovele oogen verwachtten
van hem nog raad, steun en leiding. Hij had
nog plichten. Hoe was hg er toch toe gekomen
te denken, dat zijn leven nn waardeloos
was omdat hg niet meer voor de groote menigte
kon schitteren omdat zg hem niet meer toe
juichte, die menigte, die slechts liefheeft wat
schittert en verblindt? Dwaas, die hij was!
Moest hg werkelijk het rgk, waarin hg zoo
lang had geheerscht verlaten Kon hg niet
een ander rgk het zijoe noemen Kleiner,
maar inniger, zonder bedrog en valschheid
Zgn thnis, zgn familie
Verder en verder schoof hg het etui met
het wapen van zich, tot het op den grond
viel.
Johanna, mgn goede, beste vrouw
Hg trok haar tot zich.
Wanneer ik geen beroemd man meer
ben, maar slechts een doodgewone, onbedui
dende, zooals honderd anderen, zal je liefde
dan nog blgven
Zij lachte. Hoe ernstig hij de knnst ook
had genomen, een beetje gdel had zij hem
wel gemaakt.
Zijn er geen herinneringen dan van
wat je eens bent geweest De kunstenaar
wordt slechts bewonderd, den meossh heeft
men lief. Voor mg ben je en blgf je mgn
beste, goede man,
wil.
Zg boog zich over hem heen en koste hem
zacht.
Ik heb je terng, fluisterde ze hem toe,
gelukkig. Ik heb je nn voor altgd.
waren bg een of andere gelegenheid, of mis
Urk
30e n
Maart dezes jaars) vasten grond onder de
voeten gaan zoeken. Er waren eenige andere
visschersgezellen bg de landing van de
heeren tegenwoordig en aanvankelgk ging
alles ln de grootste lol en was er geen „wolkle
an de lacht!" Maar... 't kan verkeer en.
't Duurde dan ook drommels kort, of de
heeren visschers, de verzamelaars van 't zoo
heerlijke zeebanket, kregen 't ODgenadig aan
den stok, waarbg de 2 heeren Theijssling
moedig tegenover eenige tegenstanders stand- en
hielden.
De heeren allen hadden vooraf ln een
bierhuis of herberg vertoefd en aldaar hnn
tijd „niet ongebruikt" laten voorbggaan
waren blijkbaar terdege strgdlnstig, want de
dorpsstraat van Urk, die
aangedaan tot strjjdperk te kiezen voor den
veldslag die vlak voor Klaas Aathma's
woning plaats vond, weergalmde van 't
krijgsgebnlk, op meer dan lieflijke wijze
door de helden uitgebracht, en dit terwijl
Klaas' vader op sterven lag!
Men mag op Urk ook wel gaan zingen
„Stille vrede, zoete vrede,
Daal, o daal in 't onrnstig hart
De beklaagden hebben verder, zooals ze
zeggen niet nit vernielzucht, maar ter zelf
verdediging, elk een of twee latten van
Aathma's hek afgetrokken, de heele afge
trokken lattenvoorrasd heeft naar 't oordeel
van deskundigen 30 cents waarde.
De Burgemeester van de gemeente Urk,
de Ed Achtb. Heer Van Snchtelen van der
Haare, heeft, behalve zgn allesbehalve korten
naam, een paar goedziende oogen, waarmee
Z.Ed.Achtb. duidelijk die traliedhekkenver-
nielderij ten nadeele van Klaas aanschouwde,
al was 't reeds half II nre ln den avond.
Asthma had zoowaar aan geen der beide
beklaagden eeDig verlof hoegenaamd ook
gegeven om latten van zijn hek te breken,
en zoodoende liepen de heeren Oebr. Theijssling,
die beiden tot devies schenen te hebben We
strijden als broeders en sneven te zaaml"
er netjes in.
De heer Off. toch, was niet gezind, de
edele heeren te sparen. Z.E.G. vroeg f 10
boete of drie dagen hecht.
te Blokker op 8taanden voet te zullen verz
En waarom Wel, Bakker was niet
van plan, rechts af te halen met zgn rens-
achtigen vrachtwagen, die, behalve van een
kolossalen kap, ook van een groote vracht was
voorzien, omdat dit rgtoig dan in aanraking
met de tramrails zon komen en een en ander
naar Bakker'g hooggewaardeerde meening te
veel op zijn rijtuig zon aankomen. Blokker
echter, ook een zware vracht hebbende, was
niet van plan, van de gewoonte om rechts
nit te halen ter wille van Bakker af te
wijkentroawens, dit algemeen bekend zgnde
geijkte gebrnik, om bg ontmoetingen
met rjj- en voertuigen, enz., rechts af te
wgken, zal ook bekl. wel terdege bekend
zijn geweest.
Zgn, met 't oog op Blokker's eveneens
groote vracht, tamelijk ongemotiveerde elsch,
men "de eer had aangedikt door de mishandeling die hg
(Bakker) Blokker aandeed, door dezen woest
in de keel te grgpen, was dan ook niet in
staat om hem veel sympathie bg de E.A.
Heeren te doen verwerven, hoewel de O. v.
J. verklaarde, dat bekl.'s antecedenten niet
ongnnstig zgn. De elsch, tegen Bakker inge
steld, met toepassing van art. 300 van het
Wetb. v. Strafr. luidde: f 16.boete of
6 dagen hecht.
„Alle beginselen zgn moetlijk!" zei een
dief en hg stal8 honderdponders of
centenaars. Men moet er zoo ongeveer over
denken ais deze onbekende grootheid, om te
doen wat 21 Maart j 1. Jan Ploeger ge
boren en wonende te Alkmaar deed in een
tuin te Heilo en waarvoor hg vandaag als
bekl. mocht terechtstaan. Genoemde tuin,
liggende tnsschen de Sandersloot en den
Westerweg en in gebrnik bg de gebroeders
Hendrik en Willem Hofstee, tuiniers te Alk
maar, bevatte eenige broeibakken, waarin,
verscheidene bloem koolpianten stonden, en
nu was Ploeger zoo beleefd, om „onge
vraagd is ongeweigerder stilletjes wat
mee te pakkeD; 180 stnks, ongeveer l'/j cent
per exemplaar waarde hebbende, nam sinjenr
er ten eigen bate of liever ten eigen ver-
derve mee. Een poos na het plegen van
den diefstal, zag de 27-jarige Alkmaarsche
tuinman Willem Pnrmer, die heden ook als
getnige in des heeren Ploeger'» zaak optrad,
in den tuin, die Ploeger in gebrnik heeft in
den Nienwlander Singel, op een akkertje dat
kort te voren nog geheel onbeplant was,
lastig en wel de bovenbedoelde koolpianten
tieren. Ook den heeren Hofstee,
die na 't
er mag gebeuren, wat er vermissen van hnn artikel aan 't onderzoeken
gingen, bleek 't weldra, wéér 't ontvreemde
was gebleven.
Bekl. had voorgegeven, 't nit gebrek aan
werk te doen Nn, om zoo „den ledigen han
den werk te verschaffen", of dht aanbeveling»
waardig is?
oDe O. v. J. eischte wegens diefstal 3
weken gev., waarop bekl. 't beleefd verzoek
Toen groote Jaap ingerukt was, donrde
het maar een ommezientje, of zgn plaats op
't „zondaarsbankje" werd ingenomen door
bekl. No. 8, die bleek 'wonnen en 'ronnen en
ook wonende te zgn te Egmond a/Zee. Als
men als visschersman zoo dag en nacht op
de zilte baren storm en onweer en het woeden
van de elementen ln elk opzicht moet trot-
seeren, ver van hols, ver van land
dan wil men, als men weer eens den vasten
wal onder de voeten heeft, gaarne een grapje
ter ontspanning hebben.
Zoo lijkt de 26-jarige Willem Gravemaker
Engelszoon er tenminste wel over te denken
en och als met zoo'n grapje niemand
schade of letsel wordt berokkend no,
dan is 't verder nog met den mantel der liefde
te dekken. Maar 't „grapje", dat Wim Zondag
10 April j.1. uithaalde, kon toch niet best
door den bengel.
Bg 't hnis van den herbergier Jan Blok te
Egmond s/Zee Is „zoo'n hoekle", dat men
wel eens bg wijze van urinoir bezigt. Jan
Vrieman, een bejaarde verpleegde nit de Prins
Hendrik-stichting, was op genoemden Zondag
juist, door nood gedrongen, bezig deze plaats,
zoo hij meende in stille afzondering, „te ont-
wjjden toen Gravemaker hem „nlt de lol"
een duw gaf, waardoor de man met het hoofd
tegen den maar viel. De lol ging er voor
beide partgen wel 'n beetje af. Voor den onden
Vrieman, omdat hij zich verplicht zag, zgn
bebloed hoofd ln de woning van den heer
Blok af te gaan wasschen, voor Wlllempje,
omdat hij heden voor zijn „lolletje" mocht
terechtstaan. De President, Mr. Van Hou we
ningen, liet niet na, den bekl. op 't gevaarlijke
van zijn „grapje" te wijzen en de heer Offi
cier eindigde met naar aanleiding van art.
424 van 't Wetb. van Strafr. f 8.— boete subs.
3 dagen hecht, te eischen.
De heeren visschers en haringtrekkers lijken
dan wel drommels nieuwsgierig naar de
Alkmaarsche rechtbank; de 23-jarige Pieter
Goedhart, die tot 't ressort Dan Helder van
bovengenoemd gilde behoort, is tenminste ook
zoodanig bezig geweest, dat een drietal
dames, die last van hem hadden gehad, niet
konden nalaten, de justitie van een en ander
op de hoogte te stellen. Onze Pierre was in
den nacht van 2 op 3 April volstrekt niet
dronken en toch was hg ln zoo romantische
stemming, scheen hij wel zóó verliefd, dat
hg, hoe ongeoorloofd het ook moge schgnen,
's nachts om één nor ongeveer bij mej. de
Wed. J. A. Kramer binnenstapte, die met
hare beide dochters Aagje en Fraucina in
•tillen vrede aan den Jan-in-'t-Veld-weg te
jPaar ilt teil!
Roman van
FRIEDA VRUVROUWE voh BULOW.
36.
Hóllen was opgestaan en had Gonne
meêgenomen.
Nathalie keek hen gekrenkt na. „Wanneer
ik niet lekker was geweeet, had hg mg
gerust alleen laten gaan."
„George is vaak zoo zonderling,"
zeide Werner. „Hg heeft zich nu niet eens
den tgd gegund, om zjjp hoed en hand
schoenen meê te nemen. Daar liggen die
"Waarachtig nog."
Nathalie droeg het dienstmeisje op, om
ss» juffrouw Gunne wat thee en geroosterd
brood te brengen.
Terwjjl zjj dit met den noodigen omslag
bestelde, kwam Hóllen terug.
Hij zeide zacht tot Werner „Onderhoud
Je nog een pooeje met je moeder. Ik zou
*°o gaarne met Gunne onder vier
°ogen het een en ander bespreken."
Werner was zoo trotsch op dit bewijs
van vertrouwen, dat hij zich voornam, zich
eens naar behooren van zgn taak te kwjjten.
.Toen men van tafel opstond, bood hg
zgn moeder galant den arm en Doodigde
h*ar uit, een wandeling met hem door den
biin te maken.
Zg was daartoe gaarne bereid. Derge
lijke aardige attenties wist zg bjj haar
oudsten zoon zeer naar waarde te schatten,
want hg was steeds koeler en terughou
dender voor haar, dan de andere kinderen.
Hóllen snelde naar Gunne terug.
Zg lag reeds te bed. De vader zette zich
daarvoor neer en zjj moest biechten.
„Mgn arm klein meisje," zeide hg zacht
en streelde haar de handen.
„Ik moest het doen, papa I" eindigde zg,
in hartstochtelijk snikken uitbarstend.
Hg sprak geen oordeel uit, want zg ver
langde dat niet. Zg bad gehandeld omdat
zjj niet anders kon, en dan was het niet
noodig verder iets te zeggen.
Maar zijn hulp en steun beloofde hij haar.
„Wat nu komt, zal een zeer moeiljjke
tgd voor je zgn," zeide hg „Maar mgn
Gunne zal ziob dapper houden. Vertrouw
maar op mij
Zg drukte hem vast de hand„Als op
geen ander."
„Het is goed, dat het zoo ver gekomen
is," zeide hjj na een poos, „goed voor jou
en voor hem, al doet het je nu ook leed. Ik
hem, jammer genoeg, nog lief. Het arme
kind is als gebroken. Wjj moeten haar met
rust laten, zoodat die hartewonden tgd van
genezen hebben. Help mg dus."
„Zegt ge dat tegen een moeder 1"
Den volgenden dag was Gunne, zooals
steeds, vroegt jjdig op, en stond reeds in de
koelkamer toen de melk werd thuisgebracht.
Nadat dit werk was gedaan, ging zjj naar
den tuin, waar zjj met den tuinman de rjjpe
„Is er wat voorgevallen vroeg hjj, ver-
bleekend.
„Onze verloving is verbroken."
„Gunne I" riep hjj. „Dat kan onmogeljjk
Je hebt twist gehad samen, dat kan ook
wel weer goed worden. Hem opgeven
George B&cha Neen, Gunne, dat kan je
niet in ernst willen."
Toen zette zjj hem uiteen, hoe
B&cha zich nooit wel gevoeld had, noch in
augurken bekeek. Zg oordeelde, dat het tgd de gezelligheid op Dietersburg, noch in den
werd voor inleggen, en gat daarom order,
dat dit vandaag onder haar leiding zou
geschieden.
Werner kwam terug van het meer. Hij
had zgn morgenb&d genomen
„Hoe is het met je hooikoorts riep hjj
haar reeds tegemoet.
„Weg Ik leg vandaag augurken in."
„En ik zal vandaag eens Daar Wüsten-
kaltheim rjjden. George heeft gister hoed
en handschoenen vergeten, 'tls om je ziek
had je dat zoo gaarne bespaard gezien, maar te lachen."
misschien is het wel noodig en goed voor je." „Je kunt vandaag niet naar hem toegaan."
Heinrich Hóllen sprak dien avond nog „Waarom niet?"
zeer lang met zjjn vrouw. Het kostte ge- Gunne keek haar broeder vorschend in
duld en veel woorden,om haar zoover te krjj- de oogen. Zjj zag er plotseling zoo treurig
gen, dat zjj noch Gunne, noch Bacha als schul
dig nam, en gevoelde dat zjj beiden het offer
waren van een betreurenswaardige dwaling.
„Zjj betalen het met leed en tranen, maar
het is 1 nog een geluk, dat zjj recht-
tjjdig hun dwaling hebben ingezien."
„Je herinnert je nog wel, hoe ik van
den aanvang af er tegen ben geweest,"
triomfeerde Nathalie. „Maar jij wilde het
natuurljjk beter weten. B&cha en Gunne
Een blind mensch kon zieD, dat zjj niet
samen pasten. Het was waanzin."
„Het was liefde, Naadje I En Gunne heeft
uit.
„Je zult het niet begrjjpen," zuchtte zjj.
Hjj voelde, dat er iets onaangenaams
moest gebeurd zijn. Allerlei kleine bjjzon-
derheden, die hem eerst niet zoo waren
opgevallen, kregen nu plotseling beteekenis.
Gunne's vertwjjfeling gistermiddag, haar
alleen thuiskomen 's avonds, George's
verdwjjnen zonder zjjn hoed en handschoe
nen te halen, ook Gunne's hooikoorts en
dan, dat vader ongestoord met Gunne had
willen praten. En nu dit Wat had dat
alles te beteekenen
familiekring op den Kloosterhof. En dat
elk onschuldig genoegen, elk klein genot
hem rusteloos en ongelukkig had gemaakt.
„Hjj moest om mjjnentwille steeds zjjn
weg verlaten, en dat is hem tot een plaag
geworden. tot een kwelling. Ik dacht
in den beginne, dat hg zich wel wat meer
zou geven, maar het gebeurde niet. Het
werd steeds erger en erger. Wanneer ik
alleen geweest was, of misschien met jou...
dan zou het wellicht wel zijn gegaan. Maar ik
behoor nu eenmaal bjj jullie allen. Ik ben
ook niet voor die zoogenaamde heiligheid
geschapen."
Zjj sprak veel, en steeds op dien moeden,
matten toon, terwjjl zjj met Werner op en
neer liep.
Werner treurde bijna evenzeer als zjj.
Ook voor hem beteekende deze breuk een
onherstelbaar verlies. Tusachen hem en den
zoozeer bewonderden Bacha had zich nu een
afgrond geopend. Het was nog
onzeker, of het hem gelukken zou, daarover
een brug te slaan Hoe ontzettend leeg
scheen hem nu op eenmaal het leven
geworden.
In het diepst van zjjn hart toornde hjj
tegen zjjn zuster. „Zjj had moeten volhou-
den," dacht hjjtrots alles.
„Het begint te regenen," zeide Gunne.
Beiden keken naar de lucht. Grauwe
wolken hadden de heldere 7on bedekt
Ondanks den regen, reed Hóllen dienzelf
den morgen naar Niedergau?chach en naar
Dieterhausen. Hjj voerde een ernstig en
lang gesprek met de Leonharts en een
evenzoo ernstig en nog langer ge-prekmet
graaf en gravin Dieters. Hij was zelf do r
zijn kommer om Gunne zoo in beslag ge
nomen, dat hjj er niet op lette, hoe bleek
Gabrielle werd.
Met deze gespreken werd de ver'o vin go-
geschiedenis officiéél ten gr*ve gedragen,
George Bacha behoorde vanaf dat oogen
blik niet meer tot den kring, maar was een
vreemdede dominé van Wüsten-
k<heim was een man, met wiec men na
het gebeurde niet meer kon omgaan, over
wien men zelfs niet meer sprak.
Gunne deed alle pogingen, om er onbe
kommerd uit te zien, maar hoe zij zich
ook inspande, het gelukte haar maar half.
De arbeid, dien zjj zich oplegde, hielp baar
over haar verdriet heen zoolang die duurde.
Neen, er was geen ontkomeB ean De
scherpe smart, die er volgde op het uitrukken
van het oog, moest zg ljjden.
Ook het weer stemde weemoedig. Bacha
had niet alleen hsar innerlijke, maar ook de
wêrkeljjke zon meêgenomen. De zonde
warmte, het lichtalles
Een ruwe wiod schudde de bocmen en
het regende dat het goot.
„Wat zal de wiud op Wüstenkaitbeim
razen," dacht Gunne.
Hare gedachten lieten Bacha geen oogen
blik los. Alles herinnerde haar aau hem.
Zjj beet zich op de lippen om niet steeds
in een hartstochtetjjk weenen uit te barsten.