Jndistlie f enfcrassen.
Huiler brandende Zou.
Juli 1904.
van Dinsdag 19 Juli 1904.
Zitting
zondag
^ggte J aarg aP e
tweede
No. 3960.
BLAL).
irr0ndissemeiits Recht-
bank te Alkmaar.
UITSPRAKEN
aoadswaard, Den Helder, gedetineerd,
f gevang, wegens diefstal; ['t zal den
3 ®n grijsaard niet erg m<
d0°hii ziin veroordeeling tot
toen
mtêgevallen zijn,
zoo'n straf op
j onden dag vernam j
rr t werfczaam-zijn voor de pers moet wel
1 aantrekkelijks hebbenWBren er zoo
Jacoess'eve'Ük vertegenwoordigers van de
Jl aantrekkelijks hebben!
„vssievelijk 5 vertegenwc
8ï^mgin der Aarde1* gekomen,zooals de O. v. J
pers onlangs noemde, heden is er een
de
onlangs roemde, heden is er een
-- gter aan 't ff mament verrezen, die ook
164 recht bank nieuwtjes wereldkundig zal gaan
ken Nadat 't halfdozijn persridders
behoorlijk was gezeten en de zitting
den waarnemenden president, [nu eens
?a uitzondering Mr. A. C. Lagerweij, die
Lteeos steeds als rechter-commissaris
wreedt], geopend was, werd, nadat Klaas
fadswaard „vort" was, de eerste nieuwe
nik in behandeling genomen, die in zeer
nanw verband stond met eene wat oudere
uak, evenals deze uit Hoorn herkomstig. De
«ledgunstige lezer zal zich wel willen her
inneren dat zaakje van Jacoba Velt, die in
«preenigiog met mamaatje-lief eene advertentie
Hondijk's courant plaatste, die voor haar
voormalig galant G. J. Wnijster, dien zij
Larin beschuldigde haar ten val te hebben
„«hracht, enz., beleedigend was, waarvoor ze
dan ook haar welverdiende straf heeft ont-
ViMeT Velt's papa echter was over den loop
dar zaken zeker nog lang niet voldaan en
iL<r toen de 21-jarige Wnijster met zekeren
Herrit Gons in den r.vond van 23 Mei te
Hoorn op 't Gerritsland liep, den eerstge
noemde een geweldigen klap op het gezicht
pareten, hetgeen Wnijster heeft aangegeven,
daar hij zelfs een wond bij dit geval opliep
en hem 't bloed bij 't gezicht neer gutste.
Ecfia! Papa Velt, in hoogst eigen persoon
present zijnde, [hij is stoker aan de gasfabriek
te Hoorn en 40 jaar geleden te Midwoud
„boren,1 kon hooren, hoe de O. v. J., alhoe-
"ii 1.1 L.Unl-nm.1» nnlVando Q Q T*1 H O llRTld
nog een paar andere kleinere aanleidingen
tot ongenoegen, maakte de vorhondlng tus-
schen deze twee hoeren tamelijk vijandig;
vandaar dat 't slottooneel in de rechtszaal
werd afgespeeld, met het gevolg, dat de
O. v. J. tegen Arie Geel wegens beleedlging
f 10 boote of 4 dagen hecht, eischte.
Den 24«ten Mei j 1. had de 63 jarige arbei
der Jacob Schoon, wonende bij deGeldersche
huisjes in Anna Panlowna, 't tamelijk hard
te verantwoorden, toen hij zich in Den Helder
bevond. De man kwam daar om werk te
vragen aan de Landswerf bij den baas,
Brinkman genaamd. Dit waa niet naar den
zin van sommigen werklieden aldaar, die
dien „onderkruiper" van buiten even een
voetje wenschten te zien gelicht, weshalve de
heeren een ruwen kameraad, zekeren Kees 1
Bakker, ophitsten, om Schoon „af te drogen".
Kees kwam zeer bereidwillig uit het ruim
van een vaartuig te voorschijn, en gaf Schoon
op zijn baaitje, niet zuinig hoor. Dit gebeurde
vlak voor 't hek van de Landswerf, 's namid
dags ongeveer te 3 ore.
Schoon, die heel wat pijn had, tengevolge
van de ondergane mishandeling, had de vol
doening, tegen zijn beul, die absent was en
als onverschillig en ruw werd beschreven, f7
boete of 7 dagen hecht, te hooren eischen.
Verplaatsen we ons thans van uit Den
Helder naar een andere zeestad in ons
arrondissement, n.1. Medemblik.
Gerardns van der Lee en Jacob Koop
Zijn tegen elkaar wel een beetje „stoop",
Al waren 't vroeger de beste vrinden.
En wie ziet nog 't eind van den hatelij-
[ken strijd,
Gevoerd door dit tweetal met vreeselijk
[veel nijd
Veel hebben deze heeren den laatsten tijd
met elkaar omgedanstWie geen vreem-
zich met zooveel halsstarrigheid, dat hg
wegens wtderspannigheid met een cisch
bedacht werd van f 6 boete snbs. 6 dagen
hechtenis.
Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden.
LXIX.
Na een lekkere echt Indische rijsttafel bij
mijn vriend den Djaksa, vertrokken wij heden
om
„wal-akker van Klaas Zellemaker, met Jan
Klopper, die wat last van de zon kreeg en
den 2en Juni J.L al sprak over 't aanschaffen
van eenlge latten om daar doek over te
spannen, teneinde z<5<5 een zonnetent te vormen.
Hermanna Wijten had op 6 Juni (kermis- Den volgenden dag had Bos al eenige latten.
Zondag) te Opmeer den Rijksveldwachter veldwachter Jan de Leeuw echter, die,
Uitenbroek, wonende te Spanbroek, leelijk wat waakzaamheid betreft, zijn naam alle
beleedigd, door met lnider stemme te eer aandoet, wist spoedig, dat da latten, die OI^ 3 uur 30 min." met dan boemeltrein naar
schreeuwen, ten aanhoore van een groote gog rao ganw had, ontvreemd waren aan Bacdoeng. Mijn gastheer was toevallig in
massa volks, dat: „als De Groot, die dronken- Khrs Druif. Met behulp van zekeren C. feeststemming en wel omdat hij vanmorgen
lap, beschonken is, dan laat jg (Uitenbroe*.) Vfgdenes had Druif de latten kort te voren bg nit Buitenzorg een telegram ontving, waarin
hem maar stikum loopen, al sta je d r met de ngn8jt>ooce" gezet in zgn tuin. Toen de zijQe overplaatsing naar het heerlijke Soeka-
je groote snotneus vlak bg.^want dan krijg prfgjdent vroeg aan Druif, of hij varende bg boemi gemeld werd.
je een gulden en een kelske. dien tnin kon komen, lnidde 't antwoord
Uitenbroek, niet van plan zijnde dergelijke maar dan moet je over den weg !u
hatelijke aantijgingen voor zoete koek op te dje heel knap op katoenen kousen in
eten, maskte er werk van en kalkte den de rechtszaal liep, vaart dus maar raak over
sinjeur netjes op, wegens de beleedigende wegen zoowel als over slooten en kent geen
ontboezemingen, die hij voor de herberg van
1 J. Schotsman te Opmeer op den pnblieken
weg had geuit, zoodat de heer Officier tegen
Hermanus wegens beleed, van een dlenstd.
ambt. f 7 boete, snbs. 7 d. hecht, eischte.
gevaren Enfin, zijn latten was Kiaas kwijt
en dat bolde hem minder. Jan de Leeuw
I kreeg echter geen mooi onthaal bg Bes, toen
hij dezen vertelde, dat de ontvreemde latten,
3 in getal, door hem [De Leeuw] in Klopper's
Er waren nog meer Wijten's, die't zichzelf ^hnit gevonden in beslag waren genomen,
te wijten hebben, dat de politie hen recht- Zgn mgn latten beweerde Bos op hoogen
matige verwijten kon doen. We bedoelen hier 1 tooni
de heeren gebroeders Jacobus en Joh?nr.e8 -
I Opmeer, die zich op 6 Jnni in j berstecToen op zolder onderzoek werd
Zwaan" van Jacob Westen ingesteld, was daar echter maar een klein
ik heb er nog meer op zolder en ik
moet ze terug hebber, anders trap ik je te
Wijfen
de herberg
De
aldaar niet door overgroote zachtmoedigheid
onderscheidden. Johannes Wijten, die, omdat
hg de orde verstoorde, „er uit" moest, ver
zette zich krachtdadig tegen de politie.
Zijn broeder Jacob sprong ridderlijk bij
't Edel broed'reepaar
Sloeg de armen om elkaar
Eu maakte een heel misbaar,
Want de kermis komt maar eens in 't jaar 1
Al waren de heeren nu absent, dit ver
hinderde niet dat de O. v. J. wegens weder-
wel bekl. halsstarrig ontkende, aan de hand baj
van de getuigenverklaringen, het feit wettig y6n
en overtuigend bewezen achtte. Z E.G.
releveerde, [het ook bij de rechtbank welbe
kende voorspel dezer historie nu niet willende
oprakelen.] hoe een zekere campagne door
de familie Velt tegen Wnijster op tonw iB
gezet, hoewel 't verstandiger van de familie
zon zgn, om Wnijster verder met vrede te
laten. Dit is de tweede maal nu, dat zij de
wrange vruchten van hunne bemoeiingen
plukken, want vader Velt werd wegens mis
handeling mot een eisch bedacht van f 5
boete of 2 dagen hecht. Een „avecaat had
Velt niet genomen, tengevolge waarvan
we heel spoedig bekl. nummer 2 zagen ver-
Kwijnen.
deling is in Medemblik, zal zulks zeer wel
bekend zgn 't is echter hier de plaats niet,
om de netelige zaakjes tusschen bovenge
noemde heeren bestaande, uiteen te zetten, en
bovendien zou zulks te veel plaatsruimte
vragen, terwijl ze met de strafzaak van den
heer V. d. Lee niet veel hebben te maken,
al ligt de weinig vriendschappelijke verhou
ding er juist aan ten grondslag. We heb
ben hier op 't oog een ontmoeting op
't Bagijnenhof te Medemblik tusschen 't twee
tal, voorgekomen op den lsten Zondag van
Medemblikker kermis, 6 Juni al zoo.'t Scheen
wel „pantomime", da heeren spraken geen
woord, maar Van der Lee gaf Koop een
geweldigen slag op 't hoofd, waardoor diens
hoed geen beetje werd gedenkt en tengevolge
waarvan Koop hoofdpijn opliep. De gespannen
verhouding in aanmerking genomen, is 't niets
geen wonder, dat er rechtszaken van kwamen.
Van der Lee ontkende, geslagen te hebben en
zei, dat Koop van alles bedacht, om er hem
tusschen te krijgen. Ni b. v. dacht bekl., dat
Koop opzettelijk zichzelf den hoed van't hoofd
gegooid, om 't den schijn te geven, of
eindje lat Toen heette het, dat de overige
gelijksoortige latten „op de bonw" waren
daar bleek echter, dat die veel korter waren, dan
de 3 aan Druif ontstolene. Bos raakte van
daag ondanks zijn uitvluchten, dan ook
leelijk vast. De drie latten bad hij allen
doorgesneden, de onder- en bover einden pasten
netjes op elkaar, zooals De Leeuw met veel
virtuositeit aantoonde, en toen de Pres. aan
Bos vroeg, waarom hij de ondereinden van
de bewuste latten afgesneden had, lnidde 't
antwoord, dat hij de kenbare gedeelten ervan
We begeven ons, nu we van de Opmeerscbe
kermis en „peerdemarkt" genoeg weten, maar
in Noordwestelijke richting, om 't anker te
laten vallen in St. Maarten.'t Zijn geen ker-
miszaken, die nit deze gemeente werden
behandeld, neen „aanbestedingBzaken", zaken
„om den broode
De Burgemeester aldaar is de heer Klass
Blomdeze had juist den eed als le getuige
reeds afgelegd, (want do beklaagde was niet
verschenen en tengevolge daarvan was er
verstek verleend), toen laatstbedoelde kwam
opdagen, zoodat co Pres. 't verstek liet intrek
ken en het heele voorspelletje van nieuws
af aan werd opgevoerd. Daarna ging het
rit door. 't Geval was zóó. Te St. Maarten
bleken nogal herstellingen van beteekenis
aan het schoolgebouw te moeten worden
gedaan.
De ambachtslieden aldaar nu hoopten dit
stuk werk aan hen te zien gegund en ver
wachtten, dat daarmede niet bniten de
Wat 'n kolossale uilwaarom kenbare ge
deelten van zgn eigen goed af te snijden
NonsensVerder heeft Bos zich bij deze
gelegenheid in zijn drift nog aan mishande
ling van Jan de Leenw schuldig gemaakt,
geholpen door papa Bos. Za kwamen hlermrê
echter slecht weg, want Jan de Leeuw's
zoon Hedde, een reusachtige slager, werd
gewaarschuwd, en ter plaatse komende, nam
hij in elke hand een Bos en gooide beiden
een eind heen, zóó zijn papa ontzettende.
Bekl. had nog een paar getuigen k décharge
meê, die echter heelemaal geen licht in de
zaak brachten en mijnheer Bos werd
wegens diefstal en mishandeling, met toe
passing der artt. 310 en 304 W. v. Str., door
den heer Officier bedacht met een eisch,
luidende4 weken gevang., al verklaarde
beklaagde ook stokstijf, aan den diefstal dood
onschuldig te zijn en al beweerde hg ook, dat
de mishandeling een „onware lengen" was.
Arendje Zwaan dat is een „dubbbele vogel-
naam". De draagster heeft een snater, vol
der Lee hem had geslagen 1 Deze uit- 1 gemeente zal worden gegaan, de aanbe- d0ende voor beide vogels te zsam.
vlucht baatte onzen winkelier, (want dat geding Itep echter gansch niet bevredigend ai. j Arendje, de vrouw van Cornelis Zwaan,
beroep oefent bekl. nit), echter bitter weinig, De bejaarde dorpsBchilder Klaas Blok was j baj 'tom een niet noemenswaardige beuze-
want de mannfactnrier Koop, de „mishandelde" j tenminste hoogst onvoldaan, toen t hem bleek )iBg ln hare woonplaats Egmond aan Zee
had een paar getuigen, leden van de schoone "lJ met 4 schilderwerk was gepasseerd zoodanig met de 35-jarige Kee Scholier aan
sekse, moeder en dochter. De vrouw van Jacob ®n ee°. sndor ,met strijken, j den Bt0k, dat zij deze vrouw uitschold voor
Toen hij nn op den llen Jnni ter gemeente- j6jg zeer beleedigens. Arendje betoogde van-
secretarie kwam, en behoorlijk aanklopte en daag echter met scherpe stem de onwaarheid
vrosg, of de andere ambachtslieden al ver- j van die aantijging. Zóó erg had ze 't lang niet
tiokken waren, en of ze niet op hem hadden j maakt, maar Kee had heur „magere
knnnen wachten i werd hij iets later zóó genoemd, en toen had zij alleen maar
driftig, dat hij den 80 jarigen gemeente- ziet b8n toch niet I00'n leelijk
secretaris A. Klerk, aan wien hij blijkbaar b e e g t ag i« Wa8 nu anes! Be O.
Arie Geel, ond 41 jaar, geboren te Zijpe,
vonende te Winkel en veehouder aldaar, was
dan de tweede bekl., wien ten laste was gelegd,
dat hg den heer Cornelis Donwe Colpa, Hoofd
der Sohool te Winkel, toen deze op 29 Mei
i.L met zijne echtgenoote op 's heeren wegen
[precies aangeduid: op den Polderweg], liep
te wandelen, verschillende woorden had toe
gevoegd, die juist niet vereerend konden
worden genoemd, maar waarover de heer Colpa
integendeel zoo slecht was te spreken, te
meer daar, zooals hij zei, Geel hem herhaal
delijk dreigde in sloot te zullen smijten,
dat hij eene aanklacht tegen Geel indiende.
Geel verklaarde, dat er van zijn zoontje
geld op de schoolspaarbank stond, hetwelk
hij, toen hij het bij 't H. d. Sch., den heer
Colpa, opvroeg, niet spoedig genoeg scheen
te kannen krijgen: 6 April j.1. deed Geel
reeds de aanvrage, om 't geld te mogen heb
ben, en 9 Jnni d. s. v. hoorde hij eerst iets
van Colpa, die hem toen eene kennisgeving
zond. Geel had ook al een paar malen ge
schreven, dych zeker niet in den toon, d:on
Colpa wel wanschte. terwijl laatstgenoemde,
wanneer Geel betreffende dit geldzaakje een
bezoek kwam afleggen, de deur voor zgn
neus sloot.
Bekl. zei, dat, als hij bij Colpa was komen
•meeken om 't geld, dan zon hij 't wellicht
hebben gekregen, maar dat verkoos hij niet,
terwijl meester Colpa op zgne beurt zei, dat
't schrijven, door Geel aan hem gericht, alles
behalve welwillend was, b.v. met den aan-
I Zijp, van Hoog- en L&ag-Zwaagdijk, gem.
Wervershoof, Anlje Tool genaamd, was als
getuige een beetje twijfelziek bij 't doen van
den eed en liet eerst den Pres. een paar
malen vragen of ze soms Doopsgezind was
Haar dochter Dieuwertje daarentegen vond
't zaakje zóó mooi, dat ze „allernaar lache
most", hetgeen de Pres. echter volstrekt
niet mooi vond en Z.E A. haar dan ook
netjes aan 't verstand bracht, toen de 22-jarige
deerne 't weer eer.s uitschaterde, 't Einde
van 't liedje was, dat de heer Off wegens mis
handeling f 8 boete of 4 dagen hecht, tegen V.
d. Lae eischte.
Al zakt de Opmeersche kermis en paarden
markt [van onds beroemd hard af, al komen
lij' f 1 j k> c O O 1 00 jy w na UIA UUCÖ V.
de meeste schuld van t gebeurde gaf, toe- v j_ yond 't echter mooi, of, zoo men liever
voegde„Heb jij me met de besteding eerlijk wjj) leelijk genoeg om 't lieve Arendje wat
behandeld en hem in zijn twijfel hieraan i op baar pjaat8 te zetten. Z E.G eischte
een klap in 't gezicht paf, die kolossaal raak was. wegeng beleediging f3.— boete of 2 dagen
L zegt, dat de geweldige klap door
Klerk zegt, dat de
Blok met den vuist werd gegeven, hetgeen
deze echter ontkent, zeggende slechts twee
vingers hiertoe te hebben gebezigd, hetgeen
de Pres. echter niet waarschijnlijk achtte.
De Burgemeester Blom scheen heelemaal niet
er lang zooveel „knollen niet meer, als in e weten, of de vuist dan wel de vlakke hand
den goeden onden tijd, ruzie wordt er nog
met evenveel animo gemaakt als voorheen.
Daar heb je den vandaag door afwezigheid
schitterenden bekl. Thcodorus Rood, wat heeft
die beste jongen zich den 6 Jnni verweerd
Zgne niet te versmaden hnlp was naar allen
schijn ingeroepen door monsienr Comman
deur, die bang was herrie te zullen krijgen
met den heer J. Koop. Deze Koop nu, kas
telein te Hoogwoud en de vroegere patroon
van Commandeur, werd door Rood aangevallen
nog vóór Commandeur eenig leed was geschied.
Daar Rood bij den aanval juist den vingei
in Koop'8 mond stak, die een extra deugde
lijk gebit in zijn bekje heeft, en zeker dacht:
„als de pap geboden wordt, dan moet je
gapen," werd hij [Rood| in dit lichaamsdeel
door Koop heel aardig geknauwd. De ver
schillende ambtenaren van politie, die op de
kermis dienst deden, wilden Rood verwijde
ren, maar deze, die nog een heeleboel onge
kwetste vingers, mitsgaders een hart van
goud, met leeuwenmoed vervuld, disponibel
had, wilde van geen heengaan weten en
liever eerst revanche nemen. Zoowel in als
buiten de herberg „de Zwaan" te Opmeer,
sinds 1 Mei j.1. bewoond door Jacobus Wes-
was gebezigd en liet het verder ook wel
eenlgszics voorkomen, of de zaak zoo'n beetje
buiten hem omging, welke meening Mr.
Lagerweij, de Pies., echter gansch niet met
den Burgervader deelde.
Wel beschreef 't hoofd der gemeente den
onden heer Blok als een fatsoenlijk, knap man,
die op de eerste aanmaning na 't gebeurde
onmiddellijk de secretarie verliet.
De O. v. J. had, toen beklaagde vandaag
aanvankeljjk niet verscheen, vermoeden, dat
Blok zich eenigszins geneerde over zijn al
te driftig optreden, welk vermoeden, toen de
onds man verscheen, echter onjnist bleek te
zijn. Aan den heer Klerk had Blok ook geen spijt
over 't in drift gedane te kennen gegeven,
(hetgeen de O v. J. toch in deze gepast
oordeelde.) Z.E G. eischte ten slotte wegens
hechtenis tegen haar.
De heeren 8. Bobeldijk en P. Paai van
Wervershoof waren in verzet gekomen
tegen 't vonnis, waarbij ze onlangs wegens
verzet tegen de politie bij 't opbrengen van
dronken Arie Weel te Medemblik elk tot 3
weken gevangenisstraf waren veroordeeld.
Beiden aanwezig zjjnde, ontkenden 't ban
ten laste gelegde. De O. v. J. achtte 't feit
echter bewezen en bleef bij zijn eisch tot 8
weken gevangenisstraf voor eik der beklaag
den persisteeren.
Klaas Meester Dirkszoon, een sluikharige
jongeling van slechts 38 jaren, wonende te
Andijk, was ook in verzet gekomen, omdat
hij wegens '6 stelen van 3 kaatsballen nit
Klass Bakker'» winkel te Zwasgdijk, ge
meente Wognum, veroordeeld was tot 3
weken gevang.
Klaas ontkende, de kaatsballen te hebben
gestolen; bij was aan 't kaatsen geweest en
zoodoende had hij die ballen nog bij zich,
beweerde hij. Hij vergastte de rechtbank
mishandeling tegen Blok f 16 boete of 5 dagen °P vrÜ »terkö 8taal.tj?18 van zijn rijken geest en
bef: „Aan Kees Colpa, enz." Dit, gevoegd bij ten, waar dit relletje voorviel, verzette Rood
FEUILLETON.
Roman van
C. SCHROEDER.
—000
Tweede Boek.
18.
Kathlin noemde het een eer, een zomer
ia Benares te hebben doorgebracht. En
daarbg bleef zg volhouden, Robert mocht er
tegen inbrengen wat hg wilde. En ten slotte
protesteerde hij nog met den mond,in zijn hart
verheugd dat zg niet heenging. Wat was
het een genot, na die uren van vervelend
en atmattend dienstdoen, een vroolgk en
opgewekt vrouwtje voor zich te zien. Geleek
Wr bleek en teer gezichtje niet op dat
v&n Una zooals hg haar het eerst had
gezien, en was het hem niet. wanneer zij
sprak, als hoorde hij Una's stem
Die goeie Robert 1 Hg bevond zich op
zulk een gevaarlijken weg, maar hg stapte
er eerlgk en blindelings op los. Zgn dank
baarheid tegenover zgn kleine schoonzuster
ïocht naar uiting en daar viel het
hem in, om haar in de morgenuren paard-
njden te leeren. Toen zg niet alleen galop-
peeren, maar ook goed draven kon, trom-
nie de hij de handvol dames, die in Benares
de hitte trotseerden, bij elkaar en noodigde
0 a^e jonggezellen en strooweduwnaars tot
een pick-nick uit.
doel waa een heiligengraf, de maan
hechtenis.
Jacobus Bos is een zoon van Jan Bos en
van Antje Ond, die bij de geboorte op 13
Jnni 1875 recht veel oudervreugde smaakten
Jaap, die te Opperdoes 't eerste levenslicht aan
schouwde, waar hij nog woont, heeft 't daar
onlangs echter „raar dein 1" Hij was in 't
begin van Jnni aan 't maaien op den „buiten
stond helder aan den hemel, en tijdens den
rit heerschte de meest vroolgke stemming.
Jammer genoeg waren er twee oude dames
van de partij mevrouw Ciarke ën me
vrouw Wood en oude dames praten
gaarne over dingen, die haar gansch ter
wereld niets aangaan.
Toen men onder de schaduw derboomen
was gelegerd, wendde mevrouw Clarke zich
met een vriendelgk lachje tot Kathlin
„Lief kind, je bent een heldin," zeide zij,
bij mg heeit het drie jaar geduurd, vóór
ik met het heete seizoen in Benares durfde
big ven en kon blgven."
Dat ergerde Robert, want hg wist, op
wien die steek gemunt was, en toen een
paar minuten later mevrouw Wood eenige
schijnbaar algemeene opmerkingen maakte
over het egoïsme der mannen, toen was er
de aardigheid voor hem geheel en al af.
De bewondering, die Kathlin opwekte,
verbeterde zijn bui ook niet. Zij was het
middelpunt van een kring van bewonderende
heeren. Een jong meisje als Kathlin be
hoorde beslist in Indië tot de bijzonder
heden. Men wedijverde daarom met elkaar,
om zich tegenover haar ridderlgk en onder
houdend te toonen. Het was een algemeen
gescherts en gepraat en de complimentjes
die haar werden gemaakt, waren zeer vele,
zoodat Robert tot het toornige besluit ge
raakte „Nooit meer. De kameraden mogen
het mg vragen zooveel zij willen, maar ik
ben voor een pick-nick in dan maneschijn
niet meer te vinden. Om zóó het middel
punt van al die vleierijen te Zuyn, daarvoor
is zg nog veel te jong."
Lang na middernacht ging men eerst
1 terug naar huis en zeer tegen haar gewoonte,
eliep Kathlin een gat in den dag.
loog er dapper op los, totdat de President ver
klaarde, dat de behandeling in deze zaak
werd geschorst, daRr de lechtbank het noodig
oordeelde, Dirk Kok nog als getuige te
hooren, hetwelk op 28 Jnni as. zal plaats
vinden, als wanneer dus deze zaak zal worden
hervat, terwijl dan ook de uitspraken in alle
vandaag behandelde zaken zal plaats vinden.
A s. Dinsdag vacantie.
De lezers, die zich nog wel herinneren
znllen uit vroegere Penkraseen, hoeveel aan
genamer dit plaatsje is dan 't stille Tjiandjoer,
knnnen zich dus wel begrijpen, dat genoemde
verplaatsing tevens als een welverdiende on
derscheiding mag worden aangemerkt.
Wij wenschten den Djaksa dan ook veel
geluk en een aangenaam verblijf ginds, over
tuigd, dat hg er spoedig zeer goede vrienden
zal zgn met den zoo veelzijdig ontwikkelden
Patih, u ook reeds bekend.
Aan het station Tjiandjoer ontmoetten wg
'n paar officieren van den Generalen Staf,
die terugkwamen van eene verkenning in 't
gebergte. Zij vertelden, dat er bij het Depar
tement van Oorlog verschillende maatregelen
werden genomen tot handhaving onzer neu
traliteit en dat vooral het bekende kolen
station Sabang op Poeloe Weh, ten noorden
van Atjeh gelegen, als 'n uiterst gevaarlijk
pnnt beschouwd werd. De heeren geloofden
echter niet, dat, mocht de oorlog tusschen
Rnsland en Japan gelocaliseerd blijven, d. w. z.
als de overige mogendheden zich strikt
nentraal honden, dat dan een der belde oor
logvoerende staten door schending onzer
onzijdigheid zich het gevaar van krijg ook
met ons en misschien met nog anderen, op
den hals zonden willen halen.
Van Tjiandjoer, dat op 439 meter hoogte
gelegen is, gaat de spoorlijn in Oostelijke
richting en daalt men voortdurend tot de
halte Tjirandjang, op de vlakte van Tjihea.
Vóór men bij deze halte komt, wordt de
viaduct over de Tjisokkan gepasseerd, be
staande nit een middenspanning van 64 meter
lengte en aan beide zijden twee spanningen
van 8 meter. Het is een griezelig gezicht,
wanneer men uit het coupé-raam het riviertje,
een zijtak van den Tjitaroem, op 86 meter
beneden zich ziet stroomen, terwijl rechts en
links van de spoorstaven bijna geen ruimte
is, zoodat een déraillement de noodlottigste
gevolgen zon hebben. De toch al niet snel
rijdende boemeltrein passeert natuurlijk dit
gevaarlijke pnnt uiterst langzaam. Men is
hier op 260 meter boven de oppervlakte
der zee.
Na vervolgens de halten Tjirandjang en
Tjipenjeum voorbij gestoomd te zijn, passeeren
we een nog ijzingwekkender punt, n,l. de
viaduct over den Tjitaroem, een der belang
rijkste werken op 't gebied van bruggenbouw
op Java. Deze bestaat nit drie openingen,
ieder wijd 64 meter, terwijl de spoorstaven
liefst op 60 meter boven de rivier zijn ge
legen. Om u een juist begrip van deze ont
zettende diepte te geven, herinneren wij ook
in deze Pen kras aan den 50 meter hoogen
Schager kerktoren
Voor den bonw van dit reusachtig viadnet
werd een millioen kilogram ijzer en staal ge
bruikt. Deze bijzonderheden werden mij wel
willend verstrekt door een zeer spraakzamen
lijnopzichter der Staatsspoorwegen.
We zija hier gedaald tot de hoogte van
Buitenzorg. 247 meter boven de oppervlakte
der zee, doch beginnen thans weer te stjj-
gen, vrat o.a. dadelijk aan het r ög langzamer
rgden merkbaar wordt. Te Tjipattat krijgt
de trein zelfs twee locomotieven, één vóór en
één achter, de laatste dus om te duwen.
Het uitzicht Noord en Zuid is indruk
wekkend mooi, doch wij kunnen er niet al
te veel naar kijken, omdat onze vriend de
opzichter, nadat hij gehoord heeft dat ik van
„de pers" ben, mij verder niet met rust laat
en zooveel technische bijzonderheden mee
deelt, dat ik er wel twee lange Peckressen
meê zon kunnen vullen. Voor mijn fatsoen
schrijf ik maar alles trouw in het reporter-
boekje op, met het vaste voornemen echter,
er maar heel weinig gebruik van te maken.
Het baenvak Tjipattat-Padalarang is volger 8
mijn koffiekleurigen zegsman het moeilijkste
gedeelte, dat cog op Java werd aangeiegd;
het traject is 16'/i kilometer lang en bestaat
uit 66 rechte stukken en 65 bogen, waarvan
er 26 met 160 meter straal. Wie het soms
niet gelooven wil, kome het hier dan maar
nameten
Ook moesten er op dit gedeelte der lijn
hellingen van 1 op 26 gebruikt wordeDmen
doet tr net een half unr over en stijgt ge
durende dien tijd weer tot 696 meter.
De halte Padalaraug zal zeker een zeer be
langrijk station worden, zoodra de lijn Pada-
larang—Poerwakarta, thans in aanleg, ge
opend zal zijn. Dan toch wordt Bandoeng
over Poerwakarta verbonden met Batavia, en
daar men deze nienwe lijn als de hypotenusa
kan beschouwen van een rechthoekigen drie
hoek met de lijnen Batavia—Soekaboemi in
Toen zg tegen acht uur de eetzaal binnen
trad, wachtte haar een groote verrassing.
Aan de ontbgttafel tegenover Robert zat
een jonge man, die bg haar binnentreden
haastig opstond en haar met uitgestrekte
armen tegemoet snelde.
„Dickl" riep zij, zijn beide handen vroo
lgk grijpend, „Dick jij jg hier
„Ja, Kitty," zeide Richard Macdermat,
„en een wereldwonder is het werkelgk,
want bijna was ik onderweg gesmolten.
I Het was een reis naar de hel. LJskisten
naast mijgscompressen op mgn hoofd...
de vensters van den wagon met matten
behangen en die, doordat zg gestadig door
een bassin met water liepen dat daaronder
stond, steeds vochtig werden gehouden.
Maar het hielp alles niets. Het was overal
gloedheet, geen enkel tochtje, en ik kon
i aan mgn e<gen huid mgn vingers branden."
„Dat waa verschrikkelijk."
„Dat was het ook. Een dikke artillerie-
majoor naast mg kreeg een beroerte van
de warmte en werd er door twee man
uitgedragen. Hij heeft geen woord ge
sproken. De kist stond in Agra reeds op
het station klaar."
j „Hoor eens Dick, maar nu overdrijf je."
„Zoo! Overdrijf ik?" wendde Dick zich
tot Robert. „Staan er in dit lieflyke jaar
getijde cp de groote stations lijkkisten klaar
of niet
„Nu ja," antwoordde Robert een weinig
ongeduldig, „hoe meer men over de hitte
spreekt, hoe erger dat het wordt."
„Dank je voor dien wenk," bromde Dick,
zich met zulk een boozen blik op den
gastheer weer aan de ontbjjttalel neer
zettend, dat Katblin verwonderd vroeg
„Wat scheelt er toch aan
„Dat zal ik je zeggen," antwoordde
Robert met een boos lachje. „Van het oogen-
blikaf, dat die jongen daar de deur is binnen
getreden, maakt hij mij niets dan verwijten,
dat ik jou met dit vermaledijde weer in
Benares heb gehouden."
„Loop heen, dwaze Dick," riep Katblin,
„Robert zou mij hoe eer hoe liever weg
sturen naar Landour, maar ik wil blgven.
Daar, neem een kop thee en zeg mg dan
eens kom je van Unballos
„Ja," knikte Dick. „Mg ging het als dien
ouwen jongen in den bgbel Toen hg in de
hel brandde, deed het hem leed om de
anderen, die bg hem waren."
„Dat was heel liei van jou, Dick, maar je
ziet het: wij houden het dapper uit."
Hij steunde met de ellebogen op de tafel,
de kin in de handen, en zag haar scherp
in het gelaat, zoodet zij de oogen moest
neerslaan.
„Ik kan je niet zeggen," riep hg plot
seling met de grootste overtuiging uit, „hoe
ik je veranderd vind."
„Ho-ho," riep Robert.
„Zwijg stil Bob, jij hebt haar slechts als
baby gekendik heb haar nog voor
negen maanden geleden gezien. Toen had
zg wel een beetje het heimwee, maar overi
gens was zg nog de oude Kitty, nu is zg
dat niet meer, nu
Kathlin viel hem met een zacht lackje
in de rede.
„Daar, dat klinkt ook niet meer echt,"
oordeelde hij, „en je gezichtteer en
fijn was het altgd, nu is het bgna door-
zichtig, en de wangen zgn zoo smal en de
oogen staan zoo diep
„En van dat alles is de schuld dat liel-
delooze measchenpaar, dat zich je zuster
en zwager noemt en dat je naar dezen
heksenketel heeit gelokt, maar in de eerste
plaats die schurk van een Robert, enz.,
enz., enz. riep de huisheer, die driftig
van tafel was opgestaan. „Kijk eens, Kitty,
of jg hem geen betere meening van ons
arme zondaars in het hootd kunt brengen,
ik heb heel mgn woordenschat daarvoor
reeds uitgeput."
„Waar ga je heen, Robert?"
„Ik heb jammer genoeg een afspraak
met den majoor en heb verder dienst. Ik
verheug mij er over, dat jg tenminste den
ganechen dag gezelschap ibebt."
„In die hitte naar buiten? Neem je in
acht, Robert."
„Dat doe ik natuurlijk, kindje. Vraag
maar aan Dick, ot ik in de eerste plaats
niet aan mijzelf denk. Ik neem een groote
parapluie boven mijn hoofd, zet een blauwen
bril op is het dan genoeg en nu,
tot weerziens, Kitty tot weerziens, cude
jongen, in de hoop je van avond in een
betere luim aan tafel te zien
Daarop verliet Robert de kamer en voor
de eerste maal sedert weken was hij wer
kelijk blij, van huis weg te kurmen. Een
vervloekte bengel, die Dick, om hun ge
moedelijk levenlje zoo te storen. Was hg
nu nog Kitty's werkelijke broer geweest,
maar dat was hij niet eens, en toch matigde
hij zich het recht aan om zoo'n beetje de
beschermer over haar te tpelen. De duivel
mocht hem halen
HOOFDSTUK V.
Om den jorgen brombeer in den loop van
den dag geheel te temmen, was Katblin
niet gelukt, alleen knorde hg meer
manierlgk toen zij hem een uur voor zons
ondergang een wandeling naar de bazar