B. /ondag IS Sept. 1904. 48ste Jaargang. No. 3974. '^fyVEEDE BLAD.""""* \rrondissements Recht bank te Alkmaar. FEUILLETON. •lier krutoiit bi c. SCHROEDER. Jndisdte §fnkrass£ii. V 7ittin<* van Dinsdag 6 September 1904. L UITSPRAKEN jsn Velthuis, Broek op Lmgecdgk, mish. t dsgen gevang. q Veer, Sehellinkhout. strooperij op besloten c io boete subs. 3 dagen hecht. er K- Jocgert en J. L. Engel, Hoorn, stroo- _rH' op besloten erf, elk f 10.— boete, subs. HUn hecht. a ntonins Sstie, Schellinkhcut, straatschen der^ f 10 boete of 3 dagen hecht., met v.jj8praak van hetgeen meer ton laste is K Adr. R<>versi Hoorn, mish3 maanden ^6p9 Haring, Avenhorn, wederspannigheid, U dagen gevang. J Kruier, Heer Hngowaard, mish. f 8 boete, subs 8 dagen hecht A Kooman, Halder, mish. 4 maand. gsvaDg. Tan de Bloch en Galijn v. Goethem, beiden te Stekene (België), miah., de le 6 mnd. gevang, de 2a 1 mnd. gevang. De beruchte, veelbesproken inbreker en boeien-ver broker Julius Wilhelm Karl Richter, die al een aardig poosje in 't Huis van Con servatie te Alkmaar zit te brommen, alwaar een extra waakzaam oog op hem wordt eehouden genoot vandaag dan eindelijk 't voorrecht, dat zijn strafzaak in 't openbaar werd behandeld. Naar hetgeen van dezen jeldz.iam gespierden snuiter wordt verteld, zoa men zich onwillekeurig de voorstelling maken, dat hij van reusachtige gestalte is. Toch is zulks volstrekt niet, het gevalhij is nóch groot, i óch zwaar, kwam heel netjes gekleed binnen, terwijl hij zwaar geboeid ■was en twee rijksveldwachters hem escor teerden. IJichter heeft blijkbaar heel wjst op zijn kerfstok. Sier te Alkmaar moest hij slechts voor eea klain gedeelte van zijn wandaden terecht ataan, n.1. voor een inbraak, gevolgd door dief'tal, eau en ander in de woning van mevr. de Wed. P. H. M. Ibink Meienbrink, wonende in de Prins Hendrikstraat te Alkmaar, dlo tijdens het plegen van dit feit juist haren schoonzoon, den heer Jac. Oudshoorn, muziek- lee'aar te Apeldoorn, te logeeren had. Mijnheer Richter was in 't begin vru Juli dezes jaars van uit Amsterdam naar Alkmaar getrokken, waar hij in een café aanlandde en nadat hij het terrein eens flink had opgeno men en het vermoeden gekregen had, dat er nogal aardig wat gegoede lui in deze stad woonden, vormde hij blijkbaar 't plan om eens hier of daar eea inbraak te beproeven, daar 't er met zijne financiën niet heel vroolijk meer uitzag. Er schijnen dan ook in den nacht van 6 op 7 Juli heel wat meer feiten gepleegd te zijn behalve dar, hetwelk bij bovenge noemde weduwe plaats vond, doch voor die BDdere feiten, die waarschijnlijk allen vooraf gingen aan de hier bedoelde inbraak, ont breken blijkbaar nog de noodige aanwij zingen; trouwens, deze als hoogst brutaal bekend staande bekl. heeft 't bij mevr. Ibink Meienbrink al mooi genoeg ver sierd. Laat in den nacht van 6 Juli heeft hij bij haar in de woning een raam opengebroken met een breekijzer, dat heden in gezelschap van een schroevendraaier op 't corpus delicti- tafeitje naast meerdere bewijsstukken lag, welka 2 gereedschappen meneer opzettelijk voor de inbraak in een Alkmaarschen ijzer winkel heeft gekocht. Door 't raam klim mende, stapte Richter op een stoel en begaf zich ln de achterkamer, waar bij den schoor steen een kistje stond, dat hij met de hem eigen virtuositeit in 't vak, behendig open brak, waarna hij den inhond inspecteerde. Hij uam f 100.— aan bankpapier, in den vorm van 2 bankbiljetten van f 25.en 6 munt- bi'jetten van f 10 meê, benevens eenig klein zilvergeld, terwijl hij een aantal voor hem waardeiooze papieren, die ztch ook in 't kistje bevonden, achterlieten 1 ledige kistje vervolgens woei dicht Bloot en later in 't water smeet. SiDjeur is handig genoeg en koos bij zijn vertrek denzelfden weg, waar langs hij kwam, doch hij heeft 't toch niet zóó goochem kannen aanleggen, of de bewoon ster hoorde hem en wist haren schoonzoon te wekken, met wien zij, zoo spoedig doenlijk was, de woning heeft geïnspecteerd, waarbij &1 heel gauw bleek, dat er ongewenscht b>zoek was geweest, en alras werd ook het Hum&n van 000 Derde Boek. 82. Die arme Dick, die goede Dick 1 Nog steeds kon Kathlin het zich maar niet voorstellen, dat zij, onder welke omstandig heid dan ook, zgn vronw had kunnen worden. Maar dat hg, dien zij voor ver raderlijk, ja, voor zeer oppervlakkig had gehouden, haar nu nog lief had en dat hij da*r bepaald onder leed, dat deed haar verdriet. zou hem, zoodra zij thuis was, eens j6? 8?eden brief schrgven, hem zeggen, «ij onbevredigende tijding over zijn gezondheid had gehoord, hem vragen, «toh wat te ontzien en aanraden, zich zoo spoedig mogelijk naar Ierland te laten terugzenden. Want hg leed ook onder het klimaat, dat had Dalquith haar gezegd ea daar had hij gelijk in. Bijna uit elk dat hij toen bjj dat gedenkwaardig bezoek in Benares had gezegd, was haar rt duidelijk geworden. Reeds van huis bit moeders kindje, hadden de honderderlei v1®106 ondraaglijkheden, die het leven in een Europseër brengt, hem geheel overweldigd, en recht ontevreden met zgn bewuste kistje met deszelfs ÏDhoud gemist. He vogeltje was echter allang gevlogen. Rich ter had zien na afloop van zeken en 't was al bij half vier toen hij bij mevr. Ibiok Meien- brink zijn „karwijije" begon begeven naar de boot „Alkmaar Packet", waarmee hij liefit zoo spoedig mogelijk, thans rijkelijk van reis geld voorzien, naar Amsterdam wilde ver trekken. Ia dit voornemen werd hij echter door de kranig optredende Alkmaarsche politie verhinderd, die natuurlijk met bekwf man spoed op de hoogte was gesteld van 't voor gevallene. De agent van politie L Toole had 't genoegen, sinjenr aan boord van de „Alkmaar Packet" te r.rresteercn en de bij hem bevon den artikelen in beslag te nemen. Zooals te begrijpen is, werd sinjenr heel netjes in 'tH. v. Bsw. gestopt, waar hij nn zoowat een paar maandjes heeft knnnen nadenken over zijne wandaden. Daar bekl. een Dultscher is, was bij deze zaak een tolk ter terechtzitting aan wezig en wel de heer Karei Edaard Scheld, L.eraar in de Dnltsche taal aan de H. B. School, die hem natunrlgk alles in 't Duitech moeit „overbrieven", hetwelk de behandeling der zaak nn niet bepaald bespoedigde. Toen da heer Officier 't woord kreeg, was deze niet zoo direct uitgepraat. Z E.G. wees er op, hoe een geval als dit in Alkmaar tot de uitzonderingen behoort, zeker wel niet het minst, omdat 't voor „grooto inbrekers" zeer moeilijk gsa*-, zich hier tijdig nit te voeten te maken. Verder vond spreker 't vrij zeker, dat, vóór bekl. dit feit bedreef, hij wel heel wat meer heeft bedreven in dienzelfden nachter zijn teen verschillende feiten gepleegd en 't klinkt inderdaad dan ook heel zonderling, dat een vakman als Richter eerst te half vier zijn éé-ste inbraak zou zgn begonnen. De heer Offioier vond echter deze verregaande bruta- Liteit en nonchalance, naast den ijver en hit I doelmatig optreden der politie, de oorzaak van bekï.'s arrestatie. Richter, 25 jaar ond zijnde, heeft goed schoolgegaan, is later als schrijnwerker een knap vakman geworden, doch heeft er de voorkeur aan gegeven, zich op 't doen van inbraken en diefstallen toe te leggen, om van da opbrengst goeden sier te maken. Veel heeft bekl. al op zijn geweten. In Nov. 1903 heeft hij in zgn ge boorteplaats Halle in Dnitschland een dief stal gepleegd, waarvoor hij 2 jaar gevang, kreeg, een straf, die wol bewijst, hoe hij toen al aangeschreven stond. Voor een kantonge recht heeft hij wegens strooperij al eens 14 dagen gehad. Te Halle heeft hij in dit j aar ook al diefstal gepleegd, waarna hij nog naar Aken is getrokkendaar sloeg sinjeur ook zijn slag, ais hij de kans maar schoon zag. Mede wordt dit manneke met grond verdacht van diefstallen met braak te Slmpelveld en te Maastricht. Verder ls Richter naar Amster dam getrokken, heeft daar goeden sier ge maakt en begaf zich vervolgens naar Den Haag, waar hij 2 portemonneios met geld en een aantal horloges heeft ontvreemd, waarna hij naar Amsterdam terugkeerde en vervól gens naar Alkmaar kwam, met den ons bekenden uitslag. De Off v. J. verklaarde verder, dat bekl. hem zóó erg voorgelogen heeft, toen Z E.G. hem verschillende inlich tingen trachtte teontlokken.datRichter zichzelf meermalen vastpraatte en bijkans zelf zijne leu gens voor waarheden hield. Mr. Cnopins hieid bekl. voor een verloren man voor de maat schappij, die, hoeveel straf de rechtbanken hem ook opleggen, wel niet te beteren zal zijn en daarom zag Z.E.G. gaarne, dat deze rechtbank ea ook de verschillende andere rechtbanken, waar dit sujet nog moet voor komen, hem zooveel mogelijk straffen, ten einde zljae gevaarlijke tegenwoordigheid uit de maatschappij te weren. De heer Off. eindigde met naar aanleiding van de artt. 310311 Wetb. v. Strafr. wegens diefstal bij nacht, vergezeld van inklimming, eventjes 3 j aar gevangenisstraf te eischen, op 't hooren waarvan bekl. toch merkbaar ontroerde. Zijn verdediger Mr. K. A. Cohen Staart, ging geen woorden aan eene verdediging verspillen, doch verklaarde naar aanleiding van 't genomen requisitoir, niets in 't midden te brengen te hebben, terwijl hij 't verdere aan 't oordeel der rechtbank overliet. Bekl. wenschte daarna nog te wijzen op verzach tende omstandigheden en die waren „Hij was lichtzinnig geweestwéar is dit zeer zeker, maai of dit hem veel ver lichting zal geven, valt sterk te betwijfelen. Richter bekende echter 't hem ten laste ge legde. De volgende beklaagde liep nn juist niet over van belangstelling in zijn strafzaakje hij was niet eens verschenen M isschien heeft Kees Evertsen, zoo heette deze hardhandige baas, wel heelemaal geen tijd gehad, of wel licht was 't hem reeds „hilkendal" vergeten. De E A. heeren rechters hebben 't echtsr perfect onthouden, hoe dit kerel; ji te Hippo- lytnshoef op Wieringen op Zondagavond 24 Jnli j.1. zekeren Jan de Jong aldaar leelijk uittartte en ten laatste mishandelde door hem te stompen. De aanleldlDg tot deze mishandeling schijnt een vroegere strafzaak te zijn, waarin Jan de positie, had hg die ongemakken dubbel zwaar gevoeld. Dat was zoo zijn aard geen moedig, mannelijk karakter. Maar een man was die arme Dick ook eigenlijk niet. Zijn gevoe lens in toom te houden, dat had hg nooit gekund en daarom Ja, dan was zg er weer kort aan toe, hem over zgn lielde voor haar een verwijt te maken I Juist toen zij zichzeil op deze gedachte betrapte, had Kathlin den zoom van het bosch bereikt en nu stond zg, door bewon dering aangegrepen, een oogenbiik stil. Hoe heerlijk, hoe harmonisch ea vredig was hier toch de natuur, terwijl de menschen met hun gioote en kleine zorgen, met hun kommer en leed, hun liefde en haat elkaar maar steeds kwelden. Daar stroomde een beek en met luid geklater stortte het water naar beneden. De val moest diep zgn, want men hoorde het water beneden niet meer. Voorover buigen om te luisteren was niet geraden, want gemakkelijk kon men duizelig worden en dan Als de Ayah maar goed op Charley paste Angstig draaide Kathlin zich om. Boven stond de Ayah, verzonken in den aanblik van een in het wit gekleedeD, mooien Hindoe, die haar evenwel, trots den rijkdom harer massieve hoofd-, hals-, arm-, been-, neus-, oor- en vingerringen, geen blik waardig keurde. Verried het teeken op zgn voorhoofd niet den Brahmaan en behoorde die vrouw niet tot een lagere kaste Bah, geen blik had hij voor de Ay ih en de Ayah weer geen blik voor het kind, die, achter een mooien vlinder aan sprin gend, gevaarlijk dicht bij de helling kwam. Eerst een kreet van schrik, waarmede Kathlin voorwaarts stormde, bracht de Jong aanklager was en waarbij nn Evertsen voor den toenmaals aangeklaagde pan ij trekt en De Joi g 't land aan jaagt zooveel hij kan. Da O. v. J. verklaarde, een schrijven van Evertsen te hebben ontvangen, houdende mededeeling dat meneer om deze beuzeling niet heel van Wieringen naar Alkmaar won reizen. Mr. Cnopins, de O. v. Jzag heelemaal geen bezwaar, om mot toepassing van het 300ste artikel van 't W. v. S. 8 d. gev. te eischen. Op 17 Jnli jL tijlens de karmis in Schoorl- dam, gemeente Warmenhnizen, was Klaas de Vet inderdaad knapjes lastig en toen de te Petten gestationeerde en te Zijpe wonende rijksveldwachter J. J. v. d. Mark hem dan ook hierover even onderhanden nam, wat voor de goede orde zeer weischelijk was, gaf de beklaagde hem onder 't uiten van een heele rist liefelijkheden, vergezeld van een ruwen vloek, een geweldigen vuistslag, die bij v. d. Mark zoo weinig sympathie opwekte, dat hij ons ventje verbaliseerde mat 't gevolg, dat heien de O. v. J., wijzende op De Vet's ongunstige antecedenten, 10 dagen gev. tegen hem eischte wegens de mixhandeling van genoemden dienstdoenden ambtenaar. De volgende beklaagde, de 40-jarige Tirnon Toma, die 9 j aren geleden wegens wangedrag is ontslagen els agent van politie te Enk- hnizen, was heden absent. Misschien schaamde hij zich, te verschijnenhet beste nog, wet we van hem kunnen verwachten. Sinjeur is asjeblieft wel 12 maal veroordeeld wegens diefstal en oplichterij. Hij kwam hier op 18 Juni te Alkmaar de lui een beetje oplichten, door zich eerst bij Msrijtje Vermenrs, wed. C. Look, matsen- maakster vsn beroep, te vervoegen, voorge vende zich, als knecht van den bagagemeester aan 't station van de H. IJ. S. M. hier ter stede, bij haar in den kost te willen besteden. Za „rooiden" 't op f6.— per week. Hij begon nu met te zeggen, dat hg jnist naar Alkmaar wag overgeplaatst nit zgn vorige standplaats Eokbuizen, waar hij zijne oude moeder had onderhonden en waar zijn werkgoed, waarom hij vreeselijk begaan was, zich nog bevond. Gaarne zon hij ter aanschaffiag van ander werkgoed f2 50 ter leen hebben, terwijl zijne dankbaarheid geen grenzen zou kennen, als hij nog twee kwartjes daarenboven kreeg om even om 't goed te telegrafeeren. De vrouw had geen 3 gnlden beschikbaar, doch gaf hem voor 't laatste doel een kwartje en nog een boterham bovendien. Hg telegrafeerde echter niet, doch kocht drank voor 't geld. Bij verschillende andere woningen klopte hij aan en 't wilde hem gelukken, bij mej. Maria C. Koster ook eene overeenkomst ais commensaal te sinitea. Toen hij 't kwartje niet terugbracht wat trouwens tög ge beuren moet en hij verder niets van zich liet hooren, stelde de wed. Leek natuarlijk de politie met een en ander ln kennis. Bij onderzoek kwam nu uit, dat beklaagde, wiens vrouw niet meer bij hem is, allerbrntaalst had gelogen. Zijn onde moeder, die hjj onder houdt is al 27 jaar dood, terwijl zijn stiefmoeder nog te Enkhnizen woont. Toma is echter nooit bagagemeester-kDecht geweest, noch te Eakhnizen, noch te Alkmaar, doch schijnt schilder te zijn geweest, behalve zijn betrekking als politie agent te Enkhnizen, die hij, zooals we daareven reeds aanhaalden, door zgn schandelgk wangedrag verloor. In 1900 heafc hij zeker niet voor zgn braafheid te Zntfen terechtgestaan en is toen met 4maandjes gevang, opgeknapt. Thans zag de O. v. J. hem wegens deze dubbele oplichting zeer gaarne een maand of zes de doos instoppen. Gerrit Schouten, een 24-jar:'g photograaf, tevens ageDt voor een weekblad, wonende te Oudendijk, ls een driftig heerschap. Te Hoorn heeft hij in den avond van 10 Jnli zijn drift zoodanig bot gevierd, dat hij niet minder dan driemaal mishandeling pleegde, en wel in of nabij 't café van Egelman op de Roode Steen aldaar, 't Was blijkbaar een mooie herrieer was gelegenheid tot dansen, en door de feestelijkheden, den lichtstoet, enz waren natuurlijk een massa menschen naar Hoorn gestroomd. De aanleiding, die Schouten opgaf, was tamelijk onbeduidend, terwijl hij de feiten bovendien grootondeels trachtte te ontkennon. Meneer had zijn fotografio-benoodigdheden deftig meê vandaag. Misschien wilde hij als souvenir aan dezen h mgelijken dag wel een „kiekje" van de rechtzaal te Jtten Ei.fla, een ander souvenir kreeg hg nog bovendien de heer Off. eischte wegens het bedrijven van al zijn wandadeD, 8 maanden gevange nisstraf. Klaas Scbuff 1, 39 jaar oud, vlsscher van beroep, woonachtig te Avenhorn, mishandelde op 17 Juli j 1. den 6 jaar joDgeien arbeider Bauke Houtman van Scharwoude, toen deze met Klaas' papa stond te praten over een reeds lang aanhangig zijnde eendenkwestie tusschen zijn (Houtmans) schoonpapa en den ouden heer Schnffel. Klaas kwam daarbij, m9ngde er zich in en kwakte zoo ln den loop van 't gesprek, Houtman juist niet heel zoetjes tegen den dijk. Houtman op hooge beenen naar de politie. Ayah tot het besef van den toestand en nu ook bemerkte de Hindoe, waar het over handelde en met een grooten sproDg was hg bij den kleine. Maar vóór hij hem nog griipen kon, was het kind reeds gestrui keld over een in kat gras zittend heer. De hindernis was voor den jongen te verrassend gekomen, zoodat hg verschrikt in het gras liggen bleef en den man aan keek. Toen hij, bij diens beenen begin nend, bij zijn gelaat gekomen was, lachte hij eensklaps vergenoegd, want immers, dat was die goede mijnheer, die de wilde koe nit den weg geruimd had. Maar de goede mijnheer zag er zoo vreeselijk ern stig uit, dat beklemde Charley, en kg had dus nog al haast om weer op zgn voetjes te komen. Nauwelijks stond hij, of daar lag ook mamaatje naast hem neêrgeknisld en had hem in haar armen genomen en gekust en nog eens gekust, zoodat Charley ia het g8heel niet begreop, wat er eigenlijk gebeurd was. „O mijn jongen, mijn lieve jongen." snikte Kathlin, „hoe kan je nu om zoo'n dommen vlinder „Vlinder", herhaalde de kleine, nu ijverig, maar tevergeefs naar zijn wild uitkijkend. „Weg mama." .Ja, en jij hadt ook weg kunnen zijn. Mijnheer R eger, welk een zegen van den hemel, dat juist u daar zat." „U windt u zeer onnoodig op, mevrouw," verzekerde Paul Rieger, die opgestaan was. „Zelfs wanceer de kleine een eicdja naar beneden gerold was „Om Godswil „Wg hadden bem wel reeds weer naar boven gehaald, want er was werkelijk De O. v. J. vond 't mooi genoeg en eischte tegen den onbekookten Klaas wegens mishan deling f5.boete of 4 dagen hecht. 't Slotaccoord bestaat alt een schrillen dis sonant, afkomstig uit Den Helder. De 27jarige voermansknecht Comelis Pieter j Kooger, die onder meer al eens een jaar of drie geleden, 3 weken gev. heeft ondergaan wegens diefstal hoewel toen, evenals nu, dood-onochuldig, zegt hij stonds thans ook voor iets dergelijks terecht. Toen hij op 22 Juni j.1. den heer Jelles Sikke, fourier bij de vesting-artillerie te Den Helder, van 't fort Erf prins af hielp verhuizen naar de Langestraat aldaar, wist hij van den boedel uit een si garenkistje een gouden ring te ontvreemden, dien hg bij de pandjeshnishoudster Duifje Groen verkocht voor f 1.voor welk bedrag hg zich verschillende nattige artikelen, als bor reltjes, koek, enz. aanschafte. Hij geeft voor, den ring te hebben gevonden, doch dan, zoo als de Pres. hem terecht opmerkte, had hg hem aan den eigenaar moeten doen toe komen, waarvoor middelen genoeg te zijnen dienste hadden gestaan. De O. v. J. achtte nit 't getuigenverhoor den ten laste gelegden diefstal bewezen en eischte tegen dezen recidivist, di9 al een paar malen wegens diefstal ea 1 maal wegens wederspannigheid is gestraft 1 maand gevangenisstraf. Uitspraken a.s, Dinsdag. Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden. LXXVI. Zes dagen en zss nachten werd er feest gevierdzes dagen en zes nachten duurde de Kermispret, en eindelijk thans zal Nabi Mo- J hammad's geboorte op meer plechtige wijze worden herdacht. Op den avond van den llen Moeloed toch verzamelen zich alle imam'e (geestelijke voor gangers) uit het Rijk Soerakarta in den mesdjld ageng, (de groote moskée), gelegen aan de westzijde van den noordelijken Aloen- aloen. Men verwacht er Zijne Hoogheid den SoesoehoenanOm half negen verlaat deze den Kraton langs de trappen van de setinggil- lor, (Noordelijke hoogste plaats), begeleid door eenigo Enropeesche dragonders van de lijf wacht en een aantal geweer- en piekdragende pradjoerits (Kratonsoldaten). Ook verschillende Prinsen en Boepatl's (Regenten) sluiten zich bij den stost aan. Op den Aloen-aloen wacht een schare van pani-Kawan's (volgelingen], die o. a. een gouden stoel met daarbij behoorende voeten- bank, eenige karaffen en een drinkglas dra gen, „heilige" voorwerpen, alle door gele songsongs (zonneschermen) gedekt. Langzaam en statig begeeft die stoet zich naar het bedehuls, waar de Vorst den tebiran [bidstond) gaat bijwonen. De hoofdpengoeloe [hoogepriester] komt zijnan Vorst tegemoet, hnrkt voor Hem neder, kust Hem de hand de brengt eerbiedig zijn sembah (Javaansche groet]. Als de Keizer den Tempel binnentreedt, laat Hij zijne goudgeborduurde mailen en „ongeloovige" lijfwacht aan den ingang achter, stapt naar de mimbar (kansel) en zet zich op den vloer vóór Zijnen gouden zetel neder, 't gelaat naar het Oosten en das naar de menigte gekeerd, de gouden songsong geopend boven het hoofd. Alle Prinsen en Regenten plaatsen zich in een halven cirkel zittend om hem heen en nu vangt een bidstond aan, gezongen door honderden hadji'» ea priesters, onder leiding van den hoofdpengoeloe, een bidstond, die twee lange uren aanhoudt.... Als Zijne Hoogheid den mesdjid verlaat en weer Kratonwaarts terugwandeit, zijn de kooplieden reeds drnk bezig met hnnne waren in te pakken en op karren te lsden, want straks worden de kramen afgebroken en mor gen vroeg is het gansche groote plein ont ruimd. Voor dag en dauw zijn wij weer op de been en 't is een waar genot, om in de zoo heerlijk luchtige slaapbroek- en kabsjr- kleedlng languit en lui in een rottanstoel het gewemel aan te zien, daar bniten op den grooten weg, die den Kraton met de Resi dentswoning verbiedt. Duizenden, ook van bniten het Rijk Soe rakarta, zijn opgetrokken naar de hoofdplaat», om te genieten van troepenparades, gamelan- muziek, geweersalvo's en kanongebulder, onafscheidelijk verbonden aan den Garebeg Moeloed. Vele dessalieden dragen nieuwe kleeding ter eere van den Nabi (Profeet), ook al om niet te veel af te steken bij den rijken dos van vorsten en adel. Telkens paeaeeren er optochten van ge- wapenden en vlaggedragers, van soldaten nit den Kraton, v&n mooi opgedirkte ma- zlekkorprea, van ruiters en équipages door vurige paarden getrokken, terwijl slechts een enkele Europeaan het typisch effect van dit echt Oostersch schouwspel bederft. We geen gevaar bij. Kijkt u maar eens even om en overtuig u er zelf vaD." Zg draaide zich om, nog steeds over haar heele lichaam bevend, zg keek naar bene den en zag dat hg volkomen gelijk had. Wat een eindje verder een ruwe rotswand was, was hier een zacht glooiende, bloemige weide. Nu zag zij plotseling de gansche seèae met zgne oogen een vreeselijke opge wondenheid en angst voor niemendal en het bloed steeg haar naar de wangen. „Het is waar," mompelde zij en stond langzaam op. „Het moet n bepaald bespot telijk zijn voorgekomen." „Bespottelijk de angst eener moeder antwoordde hg ernstig. „Dan kent u mg toch nog heel slecht. Ik betreur het, van hetgeen voorviel niets bemerkt te hebben totdat de kleine over mgn voeten struikelde." „Ik zie dat u bezig was," zeide zg met haar oogen op het schetsboek gericht, dat op den grond lag. „Vergeef ons, dat wij u gestoord hebben. Kom Charley." Maar de hand, die zij naar den knaap uitstak, sidderde nog van den zooeven doorgestanen angst, zoodat Paul Rieger meende„U moest u zelf nog eeo oogen blikje rust gunnen. Wij hebben immers een veldstoel nietwaar, Ahmed De Hindoe haastte zich om het ver langde neer te zetten en met dank nam Kathlin plaats. Paul ging weer in het gras liggen, nam het schetsboek en om zich een houding te geven, deed hij alsof bij werkte. Haar oogen volgden Charley, die zijn vingertjes heel trouw hartig in de bruine band van Ahmed had gestoken en met dezen was gaan bloemen plakken. zonden ons anders knnnen wanen In een onafhankelijk, groot Aziatisch rijk. Jammer, erg jammer, komen langzamer hand meerdere blanda's zich onder de massa mengen, ja, zelfs rgden naar de laatste mode gekleede dames in open landauers voorbij. 't Wordt thans tijd voor ons, om te gaan baden en te ontbijtenstraks zal de warme Hoilandsche uniformjas weer dienst moeten doen, want om kwart voor negenen worden wij bij den Resident verwacht Terwijl nn de hooge Inlandsche ambte naren zich op den Aloen-aloen verzamelen, stellen zich, zoo binnen als bniten den Kraton, de troepen van Zgne Hoogheid In orde van parade op. Zij zullen den vertegenwoordiger van Hare Majesteit de Koningin vorstelijke eer bewijzen en zgn voor deze gelegenheid Compagnies- gewijze in verschillende fantastische unifor men gestoken. Precies op den vastgestelden tijd rijden wij hat Residents-erf op, waar reeds verschil lende Enropeesche ambtenaren in groot cos- tunm, alsmede Prins Msngkoe Negoro, in Kolonels uniform, met al zijne Legioen-offi cieren, de lnitenant-kolonel plaatselijke Com mandant met zgne kapiteins en luitenants, allen ia groot tenne, de Majoor der Chi- neezen, als mandarijn gekleed, en vele land huurders en andere bnrgers in rok, zich hebben verzameld. Een vorstelijk rijtuig, met vier paarden be spannen, brengt Radhen Adipati Sosrodinin- grat, Rijksbestierder van Soerakarta, naar het Residentiehnis, waar deze hooge waardig heidsbekleder den heer De Vogel komt com plimenteeren. Ten negen nre verschijnen twee hofbeambten in galacostunm, het naakte bovenlijf met boreh (gele zalf) besmeerd, terwijl zij een wit hoofd deksel dragen, dat In vorm volkomen op een omgekeerden bloempot gelijkt. Hnnne gebatikte broeken komen te voorschijn nit eene dikke massa van om het middel ge wonden sarongs, die hnn werkelijk een pot sierlijk aanzien geven. Zij noodigeD den Resident eerbiedig nit, om met de heeren Europeanen in den Kraton te komen. De Resident antwoordt in 't Javaansch, dat men daartoe genegen is, stapt daarna met den Plaatselijken-commandant in de statiekoets van het Hof, ook al met vier paarden bespannen, den Resident door Zijne Hoogheid voor deze gelegenheid aangeboden, en rijdt, geëscorteerd door Javaansche Cavallerlsten van het Legioen van Mangkoe-Negoro en gevolgd door een groot aantal rijtuigen, waarin ambtenaren, officieren en verdere gasten hebben plaats genomen, naar den Aloen-aloen. Hier wacht ons een bepaald interessant schouwspel, waar we rechts en links de pradjoerits met gepresenteerde wapenen zien opgesteld, een breeden weg openlatende tusschen de tienduizenden nontonners [toe schouwers.] Net als bij het leger, roffelen de trommen, schallen de trompetten en klinkt het Wilhelmus van Nassonwen, terwijl de vaandels zich ter begroeting van Harer Majesteit» Wakil (vertegenwoordiger) eerbiedig ter aarde neigen. Bij den setinggillor houdt het rijtuig van den Resident stil en wordt hij door eenige Prinsen van het Hof verwelkomd. Ik merk o. a. den oudsten zoon van Zijne Hoogheid op, een hnpsch jongmensch, die vrij Enropeesch denkt en dan ook op zgn Hollandsch een flinken handdruk van den heer De Vogel krijgt. De Resident wacht tot wij allen zgn uitge stapt, waarna wij zeer langzaam on plechtig, als bij eene begrafenis, de trappen bestijgen overal met pieken, geweren, sabels en vaandels gesalueerd, tot wij op een voorplein plotseliDg Zijne Hoogheid den Soesoehoenan in groot ornaat met al het gevolg op den Resident zien toetreden. Eene korte begroeting en de Resident geeft den Vorst den arm, waarna we opmerken, dat zijn prachtige sleep door een paar afschuwelijk leelgke dwergen gedragen wordt. Weer hooren we overal muziekWien Neerlandsch Bloed en Wilhelmus, terwijl gamelantonen, tromgeroffel, hoorngeschal, trompetten, bekkens en fluiten zich niet aan de muziekkorpsen storen, maar trachten elk voor zich het geheel te overstemmen Door verschillende poorten komen wij eindelijk in 't binnenste van den Kraton, in den grooten „dalem" van den Vorst, waar Zijne Hoogheid, de „Spijker der Wereld", de „Opperbevelhebber in den Krijg", de „Dienaar der Barmhartigheid", de „Heer van den Eeredienst" en „Regelaar van den Godsdienst", [zoo lulden 'eHoogheids namen in hetHollan dsch vertaald.] reeds op den tampar of vorstelijken zetel heeft plaats genomen en de Resident aan Zijne linkerzijde is gezeten. Allen nemen nu plaats, met dien verstande dat de Pangerans op den grond gaan zitten, met uitzondering van die welke in nniform ge kleed zijn. Militairen schijnen aan 't Hof nu eenmaal in alles 6en streepje vóór te hebben Acht8r den zetel van Zijne Hoogheid zijn eenige vrouwen neergehurkt, onder welke ook hofdames, die de rijkssieraden dragen, terwijl alle andere Inlanders, van hoe hoogen rang zij ook zijn, met gekruiste beanen op den „Ahmed is dus nog steeds bg u?« merkte zij eindelgk zacht op. „O ja," antwoordde Paul lachend, „met de gedachte, dat ik Ahmed evenmin zal verliezen als mgn schaduw, heb ik mg reeds vertrouwd gemaakt." „Zulk een trouw menschl" zeide zij en in haar gedachten voegde zg er aan toe „Zulk een goed meester." „Ja," knikte hij, „een trouwe Hindoe is een trouwen hond nog de baas. Hg zal zioh nooit vernederen, uit zgns meesters schotel te eten, maar doodslaan liet hg zich wel voor hem." „Maar de meester moet er ook naar zijn," dacht Kathlin, „ik geloof niet, dat Mr. Stanhope's dienaar zich voor hem zou laten doodslaan." Dan keek zg een poosje zwggend naar zgn eenigszins onrustig wer kend penseel en daarbjj overviel haar, juist als op den rit laatst, naast het vredige hemelsche gevoel van geborgen zijn, het bewustzgn van een dreigend gevaar. Het hartkloppen, dat zij door haar zittan-gaan had willen stillen, verergerde nog en haar leden sidderden nog meer dan zooeven. „Ik zal nu gaan," wilde zij zeggen, maar wat zij zeide was„Ik wist in t geheel niet, dat u schilderen kon." „Ik ben er ook zeer ver van verwgderd het te kunnen," verzekerde hij, „U kunt zien, wat ik van dit heerlijke panorama heb kunnen maken." „Het is een mooi schetsje." „Pardon, het is niet veel soeps, maar mijn moeder kan zich dan toch een idéé ervaD maken, hoe het land er hier uitziet." „Achuw moeder," fluisterde zg met zooveel zachtheid, dat zgn penseel een rareq

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1904 | | pagina 5