B.
/ondag IS Sept. 1904.
48ste Jaargang. No. 3974.
'^fyVEEDE BLAD.""""*
\rrondissements Recht
bank te Alkmaar.
FEUILLETON.
•lier krutoiit bi
c. SCHROEDER.
Jndisdte §fnkrass£ii.
V
7ittin<* van Dinsdag 6 September 1904.
L UITSPRAKEN
jsn Velthuis, Broek op Lmgecdgk, mish.
t dsgen gevang.
q Veer, Sehellinkhout. strooperij op besloten
c io boete subs. 3 dagen hecht.
er K- Jocgert en J. L. Engel, Hoorn, stroo-
_rH' op besloten erf, elk f 10.— boete, subs.
HUn hecht.
a ntonins Sstie, Schellinkhcut, straatschen
der^ f 10 boete of 3 dagen hecht., met
v.jj8praak van hetgeen meer ton laste is
K Adr. R<>versi Hoorn, mish3 maanden
^6p9 Haring, Avenhorn, wederspannigheid,
U dagen gevang.
J Kruier, Heer Hngowaard, mish. f 8
boete, subs 8 dagen hecht
A Kooman, Halder, mish. 4 maand. gsvaDg.
Tan de Bloch en Galijn v. Goethem,
beiden te Stekene (België), miah., de le 6
mnd. gevang, de 2a 1 mnd. gevang.
De beruchte, veelbesproken inbreker en
boeien-ver broker Julius Wilhelm Karl Richter,
die al een aardig poosje in 't Huis van Con
servatie te Alkmaar zit te brommen, alwaar
een extra waakzaam oog op hem wordt
eehouden genoot vandaag dan eindelijk
't voorrecht, dat zijn strafzaak in 't openbaar
werd behandeld. Naar hetgeen van dezen
jeldz.iam gespierden snuiter wordt verteld,
zoa men zich onwillekeurig de voorstelling
maken, dat hij van reusachtige gestalte is.
Toch is zulks volstrekt niet, het gevalhij is
nóch groot, i óch zwaar, kwam heel netjes
gekleed binnen, terwijl hij zwaar geboeid
■was en twee rijksveldwachters hem escor
teerden.
IJichter heeft blijkbaar heel wjst op zijn
kerfstok.
Sier te Alkmaar moest hij slechts voor eea
klain gedeelte van zijn wandaden terecht
ataan, n.1. voor een inbraak, gevolgd door
dief'tal, eau en ander in de woning van mevr.
de Wed. P. H. M. Ibink Meienbrink, wonende
in de Prins Hendrikstraat te Alkmaar, dlo
tijdens het plegen van dit feit juist haren
schoonzoon, den heer Jac. Oudshoorn, muziek-
lee'aar te Apeldoorn, te logeeren had.
Mijnheer Richter was in 't begin vru Juli
dezes jaars van uit Amsterdam naar Alkmaar
getrokken, waar hij in een café aanlandde en
nadat hij het terrein eens flink had opgeno
men en het vermoeden gekregen had, dat er
nogal aardig wat gegoede lui in deze stad
woonden, vormde hij blijkbaar 't plan om eens
hier of daar eea inbraak te beproeven, daar 't er
met zijne financiën niet heel vroolijk meer uitzag.
Er schijnen dan ook in den nacht van 6 op
7 Juli heel wat meer feiten gepleegd
te zijn behalve dar, hetwelk bij bovenge
noemde weduwe plaats vond, doch voor die
BDdere feiten, die waarschijnlijk allen vooraf
gingen aan de hier bedoelde inbraak, ont
breken blijkbaar nog de noodige aanwij
zingen; trouwens, deze als hoogst
brutaal bekend staande bekl. heeft 't bij
mevr. Ibink Meienbrink al mooi genoeg ver
sierd. Laat in den nacht van 6 Juli heeft hij
bij haar in de woning een raam opengebroken
met een breekijzer, dat heden in gezelschap
van een schroevendraaier op 't corpus delicti-
tafeitje naast meerdere bewijsstukken lag,
welka 2 gereedschappen meneer opzettelijk
voor de inbraak in een Alkmaarschen ijzer
winkel heeft gekocht. Door 't raam klim
mende, stapte Richter op een stoel en begaf
zich ln de achterkamer, waar bij den schoor
steen een kistje stond, dat hij met de hem
eigen virtuositeit in 't vak, behendig open
brak, waarna hij den inhond inspecteerde. Hij
uam f 100.— aan bankpapier, in den vorm
van 2 bankbiljetten van f 25.en 6 munt-
bi'jetten van f 10 meê, benevens eenig
klein zilvergeld, terwijl hij een aantal voor
hem waardeiooze papieren, die ztch ook in
't kistje bevonden, achterlieten 1 ledige kistje
vervolgens woei dicht Bloot en later in
't water smeet. SiDjeur is handig genoeg en
koos bij zijn vertrek denzelfden weg, waar
langs hij kwam, doch hij heeft 't toch niet
zóó goochem kannen aanleggen, of de bewoon
ster hoorde hem en wist haren schoonzoon
te wekken, met wien zij, zoo spoedig doenlijk
was, de woning heeft geïnspecteerd, waarbij
&1 heel gauw bleek, dat er ongewenscht
b>zoek was geweest, en alras werd ook het
Hum&n van
000
Derde Boek.
82.
Die arme Dick, die goede Dick 1 Nog
steeds kon Kathlin het zich maar niet
voorstellen, dat zij, onder welke omstandig
heid dan ook, zgn vronw had kunnen
worden. Maar dat hg, dien zij voor ver
raderlijk, ja, voor zeer oppervlakkig had
gehouden, haar nu nog lief had en dat hij
da*r bepaald onder leed, dat deed haar
verdriet.
zou hem, zoodra zij thuis was, eens
j6? 8?eden brief schrgven, hem zeggen,
«ij onbevredigende tijding over zijn
gezondheid had gehoord, hem vragen,
«toh wat te ontzien en aanraden, zich zoo
spoedig mogelijk naar Ierland te laten
terugzenden. Want hg leed ook onder
het klimaat, dat had Dalquith haar gezegd
ea daar had hij gelijk in. Bijna uit elk
dat hij toen bjj dat gedenkwaardig
bezoek in Benares had gezegd, was haar
rt duidelijk geworden. Reeds van huis
bit moeders kindje, hadden de honderderlei
v1®106 ondraaglijkheden, die het leven in
een Europseër brengt, hem geheel
overweldigd, en recht ontevreden met zgn
bewuste kistje met deszelfs ÏDhoud gemist.
He vogeltje was echter allang gevlogen. Rich
ter had zien na afloop van zeken en 't was
al bij half vier toen hij bij mevr. Ibiok Meien-
brink zijn „karwijije" begon begeven naar
de boot „Alkmaar Packet", waarmee hij liefit
zoo spoedig mogelijk, thans rijkelijk van reis
geld voorzien, naar Amsterdam wilde ver
trekken. Ia dit voornemen werd hij echter
door de kranig optredende Alkmaarsche politie
verhinderd, die natuurlijk met bekwf man
spoed op de hoogte was gesteld van 't voor
gevallene. De agent van politie L Toole had
't genoegen, sinjenr aan boord van de „Alkmaar
Packet" te r.rresteercn en de bij hem bevon
den artikelen in beslag te nemen. Zooals te
begrijpen is, werd sinjenr heel netjes in 'tH.
v. Bsw. gestopt, waar hij nn zoowat een paar
maandjes heeft knnnen nadenken over zijne
wandaden. Daar bekl. een Dultscher is, was
bij deze zaak een tolk ter terechtzitting aan
wezig en wel de heer Karei Edaard Scheld,
L.eraar in de Dnltsche taal aan de H. B.
School, die hem natunrlgk alles in 't Duitech
moeit „overbrieven", hetwelk de behandeling
der zaak nn niet bepaald bespoedigde.
Toen da heer Officier 't woord kreeg, was
deze niet zoo direct uitgepraat. Z E.G. wees
er op, hoe een geval als dit in
Alkmaar tot de uitzonderingen behoort,
zeker wel niet het minst, omdat 't voor
„grooto inbrekers" zeer moeilijk gsa*-, zich
hier tijdig nit te voeten te maken. Verder
vond spreker 't vrij zeker, dat, vóór bekl. dit
feit bedreef, hij wel heel wat meer heeft
bedreven in dienzelfden nachter zijn teen
verschillende feiten gepleegd en 't klinkt
inderdaad dan ook heel zonderling, dat een
vakman als Richter eerst te half vier zijn
éé-ste inbraak zou zgn begonnen. De heer
Offioier vond echter deze verregaande bruta-
Liteit en nonchalance, naast den ijver en hit
I doelmatig optreden der politie, de oorzaak
van bekï.'s arrestatie. Richter, 25 jaar ond
zijnde, heeft goed schoolgegaan, is later als
schrijnwerker een knap vakman geworden,
doch heeft er de voorkeur aan gegeven,
zich op 't doen van inbraken en diefstallen
toe te leggen, om van da opbrengst goeden
sier te maken. Veel heeft bekl. al op zijn
geweten. In Nov. 1903 heeft hij in zgn ge
boorteplaats Halle in Dnitschland een dief
stal gepleegd, waarvoor hij 2 jaar gevang,
kreeg, een straf, die wol bewijst, hoe hij toen
al aangeschreven stond. Voor een kantonge
recht heeft hij wegens strooperij al eens 14
dagen gehad. Te Halle heeft hij in dit j aar
ook al diefstal gepleegd, waarna hij nog naar
Aken is getrokkendaar sloeg sinjeur ook
zijn slag, ais hij de kans maar schoon zag.
Mede wordt dit manneke met grond verdacht
van diefstallen met braak te Slmpelveld en
te Maastricht. Verder ls Richter naar Amster
dam getrokken, heeft daar goeden sier ge
maakt en begaf zich vervolgens naar Den
Haag, waar hij 2 portemonneios met geld en
een aantal horloges heeft ontvreemd, waarna
hij naar Amsterdam terugkeerde en vervól
gens naar Alkmaar kwam, met den ons
bekenden uitslag. De Off v. J. verklaarde
verder, dat bekl. hem zóó erg voorgelogen
heeft, toen Z E.G. hem verschillende inlich
tingen trachtte teontlokken.datRichter zichzelf
meermalen vastpraatte en bijkans zelf zijne leu
gens voor waarheden hield. Mr. Cnopins hieid
bekl. voor een verloren man voor de maat
schappij, die, hoeveel straf de rechtbanken
hem ook opleggen, wel niet te beteren zal
zijn en daarom zag Z.E.G. gaarne, dat deze
rechtbank ea ook de verschillende andere
rechtbanken, waar dit sujet nog moet voor
komen, hem zooveel mogelijk straffen, ten
einde zljae gevaarlijke tegenwoordigheid uit
de maatschappij te weren.
De heer Off. eindigde met naar aanleiding
van de artt. 310311 Wetb. v. Strafr. wegens
diefstal bij nacht, vergezeld van inklimming,
eventjes 3 j aar gevangenisstraf te eischen,
op 't hooren waarvan bekl. toch merkbaar
ontroerde.
Zijn verdediger Mr. K. A. Cohen Staart,
ging geen woorden aan eene verdediging
verspillen, doch verklaarde naar aanleiding
van 't genomen requisitoir, niets in 't midden
te brengen te hebben, terwijl hij 't verdere
aan 't oordeel der rechtbank overliet. Bekl.
wenschte daarna nog te wijzen op verzach
tende omstandigheden en die waren
„Hij was lichtzinnig geweestwéar
is dit zeer zeker, maai of dit hem veel ver
lichting zal geven, valt sterk te betwijfelen.
Richter bekende echter 't hem ten laste ge
legde.
De volgende beklaagde liep nn juist niet
over van belangstelling in zijn strafzaakje
hij was niet eens verschenen M isschien heeft
Kees Evertsen, zoo heette deze hardhandige
baas, wel heelemaal geen tijd gehad, of wel
licht was 't hem reeds „hilkendal" vergeten.
De E A. heeren rechters hebben 't echtsr
perfect onthouden, hoe dit kerel; ji te Hippo-
lytnshoef op Wieringen op Zondagavond 24
Jnli j.1. zekeren Jan de Jong aldaar leelijk
uittartte en ten laatste mishandelde door hem
te stompen.
De aanleldlDg tot deze mishandeling schijnt
een vroegere strafzaak te zijn, waarin Jan de
positie, had hg die ongemakken dubbel
zwaar gevoeld.
Dat was zoo zijn aard geen moedig,
mannelijk karakter. Maar een man was die
arme Dick ook eigenlijk niet. Zijn gevoe
lens in toom te houden, dat had hg nooit
gekund en daarom Ja, dan was zg er
weer kort aan toe, hem over zgn lielde voor
haar een verwijt te maken I
Juist toen zij zichzeil op deze gedachte
betrapte, had Kathlin den zoom van het
bosch bereikt en nu stond zg, door bewon
dering aangegrepen, een oogenbiik stil. Hoe
heerlijk, hoe harmonisch ea vredig was hier
toch de natuur, terwijl de menschen met
hun gioote en kleine zorgen, met hun
kommer en leed, hun liefde en haat elkaar
maar steeds kwelden. Daar stroomde een
beek en met luid geklater stortte het water
naar beneden. De val moest diep zgn, want
men hoorde het water beneden niet meer.
Voorover buigen om te luisteren was niet
geraden, want gemakkelijk kon men duizelig
worden en dan Als de Ayah maar goed
op Charley paste
Angstig draaide Kathlin zich om. Boven
stond de Ayah, verzonken in den aanblik
van een in het wit gekleedeD, mooien
Hindoe, die haar evenwel, trots den rijkdom
harer massieve hoofd-, hals-, arm-, been-,
neus-, oor- en vingerringen, geen blik
waardig keurde. Verried het teeken op zgn
voorhoofd niet den Brahmaan en behoorde
die vrouw niet tot een lagere kaste
Bah, geen blik had hij voor de Ay ih
en de Ayah weer geen blik voor het kind,
die, achter een mooien vlinder aan sprin
gend, gevaarlijk dicht bij de helling kwam.
Eerst een kreet van schrik, waarmede
Kathlin voorwaarts stormde, bracht de
Jong aanklager was en waarbij nn Evertsen
voor den toenmaals aangeklaagde pan ij trekt
en De Joi g 't land aan jaagt zooveel hij kan.
Da O. v. J. verklaarde, een schrijven van
Evertsen te hebben ontvangen, houdende
mededeeling dat meneer om deze beuzeling
niet heel van Wieringen naar Alkmaar won
reizen.
Mr. Cnopins, de O. v. Jzag heelemaal geen
bezwaar, om mot toepassing van het 300ste
artikel van 't W. v. S. 8 d. gev. te eischen.
Op 17 Jnli jL tijlens de karmis in Schoorl-
dam, gemeente Warmenhnizen, was Klaas de
Vet inderdaad knapjes lastig en toen de te
Petten gestationeerde en te Zijpe wonende
rijksveldwachter J. J. v. d. Mark hem dan
ook hierover even onderhanden nam, wat
voor de goede orde zeer weischelijk was, gaf
de beklaagde hem onder 't uiten van een
heele rist liefelijkheden, vergezeld van een
ruwen vloek, een geweldigen vuistslag, die
bij v. d. Mark zoo weinig sympathie opwekte,
dat hij ons ventje verbaliseerde mat 't gevolg,
dat heien de O. v. J., wijzende op De Vet's
ongunstige antecedenten, 10 dagen gev. tegen
hem eischte wegens de mixhandeling van
genoemden dienstdoenden ambtenaar.
De volgende beklaagde, de 40-jarige Tirnon
Toma, die 9 j aren geleden wegens wangedrag
is ontslagen els agent van politie te Enk-
hnizen, was heden absent. Misschien schaamde
hij zich, te verschijnenhet beste nog, wet
we van hem kunnen verwachten. Sinjeur is
asjeblieft wel 12 maal veroordeeld wegens
diefstal en oplichterij.
Hij kwam hier op 18 Juni te Alkmaar de
lui een beetje oplichten, door zich eerst bij
Msrijtje Vermenrs, wed. C. Look, matsen-
maakster vsn beroep, te vervoegen, voorge
vende zich, als knecht van den bagagemeester
aan 't station van de H. IJ. S. M. hier ter
stede, bij haar in den kost te willen besteden.
Za „rooiden" 't op f6.— per week. Hij begon
nu met te zeggen, dat hg jnist naar Alkmaar
wag overgeplaatst nit zgn vorige standplaats
Eokbuizen, waar hij zijne oude moeder had
onderhonden en waar zijn werkgoed, waarom
hij vreeselijk begaan was, zich nog bevond.
Gaarne zon hij ter aanschaffiag van ander
werkgoed f2 50 ter leen hebben, terwijl zijne
dankbaarheid geen grenzen zou kennen, als
hij nog twee kwartjes daarenboven kreeg om
even om 't goed te telegrafeeren. De vrouw
had geen 3 gnlden beschikbaar, doch gaf hem
voor 't laatste doel een kwartje en nog een
boterham bovendien. Hg telegrafeerde echter
niet, doch kocht drank voor 't geld.
Bij verschillende andere woningen klopte
hij aan en 't wilde hem gelukken, bij mej.
Maria C. Koster ook eene overeenkomst ais
commensaal te sinitea. Toen hij 't kwartje
niet terugbracht wat trouwens tög ge
beuren moet en hij verder niets van zich
liet hooren, stelde de wed. Leek natuarlijk
de politie met een en ander ln kennis. Bij
onderzoek kwam nu uit, dat beklaagde, wiens
vrouw niet meer bij hem is, allerbrntaalst
had gelogen. Zijn onde moeder, die hjj onder
houdt is al 27 jaar dood, terwijl zijn
stiefmoeder nog te Enkhnizen woont. Toma
is echter nooit bagagemeester-kDecht geweest,
noch te Eakhnizen, noch te Alkmaar, doch
schijnt schilder te zijn geweest, behalve zijn
betrekking als politie agent te Enkhnizen,
die hij, zooals we daareven reeds aanhaalden,
door zgn schandelgk wangedrag verloor. In
1900 heafc hij zeker niet voor zgn braafheid te
Zntfen terechtgestaan en is toen met 4maandjes
gevang, opgeknapt. Thans zag de O. v. J.
hem wegens deze dubbele oplichting zeer
gaarne een maand of zes de doos instoppen.
Gerrit Schouten, een 24-jar:'g photograaf,
tevens ageDt voor een weekblad, wonende te
Oudendijk, ls een driftig heerschap. Te
Hoorn heeft hij in den avond van 10 Jnli
zijn drift zoodanig bot gevierd, dat hij niet
minder dan driemaal mishandeling pleegde,
en wel in of nabij 't café van Egelman op
de Roode Steen aldaar, 't Was blijkbaar een
mooie herrieer was gelegenheid tot dansen,
en door de feestelijkheden, den lichtstoet, enz
waren natuurlijk een massa menschen naar
Hoorn gestroomd.
De aanleiding, die Schouten opgaf, was
tamelijk onbeduidend, terwijl hij de feiten
bovendien grootondeels trachtte te ontkennon.
Meneer had zijn fotografio-benoodigdheden
deftig meê vandaag. Misschien wilde hij als
souvenir aan dezen h mgelijken dag wel een
„kiekje" van de rechtzaal te Jtten Ei.fla,
een ander souvenir kreeg hg nog bovendien
de heer Off. eischte wegens het bedrijven
van al zijn wandadeD, 8 maanden gevange
nisstraf.
Klaas Scbuff 1, 39 jaar oud, vlsscher van
beroep, woonachtig te Avenhorn, mishandelde
op 17 Juli j 1. den 6 jaar joDgeien arbeider
Bauke Houtman van Scharwoude, toen deze
met Klaas' papa stond te praten over een
reeds lang aanhangig zijnde eendenkwestie
tusschen zijn (Houtmans) schoonpapa en den
ouden heer Schnffel. Klaas kwam daarbij,
m9ngde er zich in en kwakte zoo ln den
loop van 't gesprek, Houtman juist niet
heel zoetjes tegen den dijk. Houtman op
hooge beenen naar de politie.
Ayah tot het besef van den toestand en nu
ook bemerkte de Hindoe, waar het over
handelde en met een grooten sproDg was
hg bij den kleine. Maar vóór hij hem nog
griipen kon, was het kind reeds gestrui
keld over een in kat gras zittend heer.
De hindernis was voor den jongen te
verrassend gekomen, zoodat hg verschrikt
in het gras liggen bleef en den man aan
keek. Toen hij, bij diens beenen begin
nend, bij zijn gelaat gekomen was, lachte
hij eensklaps vergenoegd, want immers,
dat was die goede mijnheer, die de wilde
koe nit den weg geruimd had. Maar de
goede mijnheer zag er zoo vreeselijk ern
stig uit, dat beklemde Charley, en kg had
dus nog al haast om weer op zgn voetjes
te komen.
Nauwelijks stond hij, of daar lag ook
mamaatje naast hem neêrgeknisld en had
hem in haar armen genomen en gekust en
nog eens gekust, zoodat Charley ia het
g8heel niet begreop, wat er eigenlijk
gebeurd was.
„O mijn jongen, mijn lieve jongen."
snikte Kathlin, „hoe kan je nu om zoo'n
dommen vlinder
„Vlinder", herhaalde de kleine, nu ijverig,
maar tevergeefs naar zijn wild uitkijkend.
„Weg mama."
.Ja, en jij hadt ook weg kunnen zijn.
Mijnheer R eger, welk een zegen van den
hemel, dat juist u daar zat."
„U windt u zeer onnoodig op, mevrouw,"
verzekerde Paul Rieger, die opgestaan
was. „Zelfs wanceer de kleine een eicdja
naar beneden gerold was
„Om Godswil
„Wg hadden bem wel reeds weer naar
boven gehaald, want er was werkelijk
De O. v. J. vond 't mooi genoeg en eischte
tegen den onbekookten Klaas wegens mishan
deling f5.boete of 4 dagen hecht.
't Slotaccoord bestaat alt een schrillen dis
sonant, afkomstig uit Den Helder. De
27jarige voermansknecht Comelis Pieter j
Kooger, die onder meer al eens een jaar of
drie geleden, 3 weken gev. heeft ondergaan
wegens diefstal hoewel toen, evenals nu,
dood-onochuldig, zegt hij stonds thans ook
voor iets dergelijks terecht. Toen hij op 22
Juni j.1. den heer Jelles Sikke, fourier bij de
vesting-artillerie te Den Helder, van 't fort Erf
prins af hielp verhuizen naar de Langestraat
aldaar, wist hij van den boedel uit een si
garenkistje een gouden ring te ontvreemden,
dien hg bij de pandjeshnishoudster Duifje Groen
verkocht voor f 1.voor welk bedrag hg
zich verschillende nattige artikelen, als bor
reltjes, koek, enz. aanschafte. Hij geeft voor,
den ring te hebben gevonden, doch dan, zoo
als de Pres. hem terecht opmerkte, had hg
hem aan den eigenaar moeten doen toe
komen, waarvoor middelen genoeg te zijnen
dienste hadden gestaan.
De O. v. J. achtte nit 't getuigenverhoor
den ten laste gelegden diefstal bewezen en
eischte tegen dezen recidivist, di9 al een paar
malen wegens diefstal ea 1 maal wegens
wederspannigheid is gestraft 1 maand
gevangenisstraf.
Uitspraken a.s, Dinsdag.
Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden.
LXXVI.
Zes dagen en zss nachten werd er feest
gevierdzes dagen en zes nachten duurde de
Kermispret, en eindelijk thans zal Nabi Mo- J
hammad's geboorte op meer plechtige wijze
worden herdacht.
Op den avond van den llen Moeloed toch
verzamelen zich alle imam'e (geestelijke voor
gangers) uit het Rijk Soerakarta in den
mesdjld ageng, (de groote moskée), gelegen
aan de westzijde van den noordelijken Aloen-
aloen. Men verwacht er Zijne Hoogheid den
SoesoehoenanOm half negen verlaat deze
den Kraton langs de trappen van de setinggil-
lor, (Noordelijke hoogste plaats), begeleid door
eenigo Enropeesche dragonders van de lijf
wacht en een aantal geweer- en piekdragende
pradjoerits (Kratonsoldaten).
Ook verschillende Prinsen en Boepatl's
(Regenten) sluiten zich bij den stost aan.
Op den Aloen-aloen wacht een schare van
pani-Kawan's (volgelingen], die o. a. een
gouden stoel met daarbij behoorende voeten-
bank, eenige karaffen en een drinkglas dra
gen, „heilige" voorwerpen, alle door gele
songsongs (zonneschermen) gedekt.
Langzaam en statig begeeft die stoet zich
naar het bedehuls, waar de Vorst den tebiran
[bidstond) gaat bijwonen. De hoofdpengoeloe
[hoogepriester] komt zijnan Vorst tegemoet,
hnrkt voor Hem neder, kust Hem de hand
de brengt eerbiedig zijn sembah (Javaansche
groet].
Als de Keizer den Tempel binnentreedt,
laat Hij zijne goudgeborduurde mailen en
„ongeloovige" lijfwacht aan den ingang
achter, stapt naar de mimbar (kansel) en zet
zich op den vloer vóór Zijnen gouden zetel
neder, 't gelaat naar het Oosten en das naar
de menigte gekeerd, de gouden songsong
geopend boven het hoofd.
Alle Prinsen en Regenten plaatsen zich in
een halven cirkel zittend om hem heen en
nu vangt een bidstond aan, gezongen door
honderden hadji'» ea priesters, onder leiding
van den hoofdpengoeloe, een bidstond, die
twee lange uren aanhoudt....
Als Zijne Hoogheid den mesdjid verlaat
en weer Kratonwaarts terugwandeit, zijn de
kooplieden reeds drnk bezig met hnnne waren
in te pakken en op karren te lsden, want
straks worden de kramen afgebroken en mor
gen vroeg is het gansche groote plein ont
ruimd.
Voor dag en dauw zijn wij weer op de
been en 't is een waar genot, om in de zoo
heerlijk luchtige slaapbroek- en kabsjr-
kleedlng languit en lui in een rottanstoel
het gewemel aan te zien, daar bniten op den
grooten weg, die den Kraton met de Resi
dentswoning verbiedt.
Duizenden, ook van bniten het Rijk Soe
rakarta, zijn opgetrokken naar de hoofdplaat»,
om te genieten van troepenparades, gamelan-
muziek, geweersalvo's en kanongebulder,
onafscheidelijk verbonden aan den Garebeg
Moeloed.
Vele dessalieden dragen nieuwe kleeding
ter eere van den Nabi (Profeet), ook al om
niet te veel af te steken bij den rijken dos
van vorsten en adel.
Telkens paeaeeren er optochten van ge-
wapenden en vlaggedragers, van soldaten
nit den Kraton, v&n mooi opgedirkte ma-
zlekkorprea, van ruiters en équipages door
vurige paarden getrokken, terwijl slechts
een enkele Europeaan het typisch effect van
dit echt Oostersch schouwspel bederft. We
geen gevaar bij. Kijkt u maar eens even
om en overtuig u er zelf vaD."
Zg draaide zich om, nog steeds over haar
heele lichaam bevend, zg keek naar bene
den en zag dat hg volkomen gelijk had.
Wat een eindje verder een ruwe rotswand
was, was hier een zacht glooiende,
bloemige weide.
Nu zag zij plotseling de gansche seèae
met zgne oogen een vreeselijke opge
wondenheid en angst voor niemendal
en het bloed steeg haar naar de wangen.
„Het is waar," mompelde zij en stond
langzaam op. „Het moet n bepaald bespot
telijk zijn voorgekomen."
„Bespottelijk de angst eener moeder
antwoordde hg ernstig. „Dan kent u mg
toch nog heel slecht. Ik betreur het, van
hetgeen voorviel niets bemerkt te hebben
totdat de kleine over mgn voeten struikelde."
„Ik zie dat u bezig was," zeide zg met
haar oogen op het schetsboek gericht, dat
op den grond lag. „Vergeef ons, dat wij
u gestoord hebben. Kom Charley."
Maar de hand, die zij naar den knaap
uitstak, sidderde nog van den zooeven
doorgestanen angst, zoodat Paul Rieger
meende„U moest u zelf nog eeo oogen
blikje rust gunnen. Wij hebben immers
een veldstoel nietwaar, Ahmed
De Hindoe haastte zich om het ver
langde neer te zetten en met dank
nam Kathlin plaats. Paul ging weer
in het gras liggen, nam het schetsboek en
om zich een houding te geven, deed hij
alsof bij werkte. Haar oogen volgden
Charley, die zijn vingertjes heel trouw
hartig in de bruine band van Ahmed had
gestoken en met dezen was gaan bloemen
plakken.
zonden ons anders knnnen wanen In een
onafhankelijk, groot Aziatisch rijk.
Jammer, erg jammer, komen langzamer
hand meerdere blanda's zich onder de massa
mengen, ja, zelfs rgden naar de laatste mode
gekleede dames in open landauers voorbij.
't Wordt thans tijd voor ons, om te gaan
baden en te ontbijtenstraks zal de warme
Hoilandsche uniformjas weer dienst moeten
doen, want om kwart voor negenen worden
wij bij den Resident verwacht
Terwijl nn de hooge Inlandsche ambte
naren zich op den Aloen-aloen verzamelen,
stellen zich, zoo binnen als bniten den Kraton,
de troepen van Zgne Hoogheid In orde van
parade op.
Zij zullen den vertegenwoordiger van Hare
Majesteit de Koningin vorstelijke eer bewijzen
en zgn voor deze gelegenheid Compagnies-
gewijze in verschillende fantastische unifor
men gestoken.
Precies op den vastgestelden tijd rijden wij
hat Residents-erf op, waar reeds verschil
lende Enropeesche ambtenaren in groot cos-
tunm, alsmede Prins Msngkoe Negoro, in
Kolonels uniform, met al zijne Legioen-offi
cieren, de lnitenant-kolonel plaatselijke Com
mandant met zgne kapiteins en luitenants,
allen ia groot tenne, de Majoor der Chi-
neezen, als mandarijn gekleed, en vele land
huurders en andere bnrgers in rok, zich
hebben verzameld.
Een vorstelijk rijtuig, met vier paarden be
spannen, brengt Radhen Adipati Sosrodinin-
grat, Rijksbestierder van Soerakarta, naar het
Residentiehnis, waar deze hooge waardig
heidsbekleder den heer De Vogel komt com
plimenteeren.
Ten negen nre verschijnen twee hofbeambten
in galacostunm, het naakte bovenlijf met boreh
(gele zalf) besmeerd, terwijl zij een wit hoofd
deksel dragen, dat In vorm volkomen op
een omgekeerden bloempot gelijkt. Hnnne
gebatikte broeken komen te voorschijn nit
eene dikke massa van om het middel ge
wonden sarongs, die hnn werkelijk een pot
sierlijk aanzien geven. Zij noodigeD den
Resident eerbiedig nit, om met de heeren
Europeanen in den Kraton te komen. De
Resident antwoordt in 't Javaansch, dat men
daartoe genegen is, stapt daarna met den
Plaatselijken-commandant in de statiekoets van
het Hof, ook al met vier paarden bespannen,
den Resident door Zijne Hoogheid voor deze
gelegenheid aangeboden, en rijdt, geëscorteerd
door Javaansche Cavallerlsten van het Legioen
van Mangkoe-Negoro en gevolgd door een
groot aantal rijtuigen, waarin ambtenaren,
officieren en verdere gasten hebben plaats
genomen, naar den Aloen-aloen.
Hier wacht ons een bepaald interessant
schouwspel, waar we rechts en links de
pradjoerits met gepresenteerde wapenen zien
opgesteld, een breeden weg openlatende
tusschen de tienduizenden nontonners [toe
schouwers.] Net als bij het leger, roffelen de
trommen, schallen de trompetten en klinkt
het Wilhelmus van Nassonwen, terwijl de
vaandels zich ter begroeting van Harer
Majesteit» Wakil (vertegenwoordiger) eerbiedig
ter aarde neigen.
Bij den setinggillor houdt het rijtuig van
den Resident stil en wordt hij door eenige
Prinsen van het Hof verwelkomd. Ik merk
o. a. den oudsten zoon van Zijne Hoogheid
op, een hnpsch jongmensch, die vrij Enropeesch
denkt en dan ook op zgn Hollandsch een
flinken handdruk van den heer De Vogel
krijgt.
De Resident wacht tot wij allen zgn uitge
stapt, waarna wij zeer langzaam on plechtig,
als bij eene begrafenis, de trappen bestijgen
overal met pieken, geweren, sabels en vaandels
gesalueerd, tot wij op een voorplein plotseliDg
Zijne Hoogheid den Soesoehoenan in groot
ornaat met al het gevolg op den Resident
zien toetreden.
Eene korte begroeting en de Resident geeft
den Vorst den arm, waarna we opmerken,
dat zijn prachtige sleep door een paar
afschuwelijk leelgke dwergen gedragen wordt.
Weer hooren we overal muziekWien
Neerlandsch Bloed en Wilhelmus, terwijl
gamelantonen, tromgeroffel, hoorngeschal,
trompetten, bekkens en fluiten zich niet aan
de muziekkorpsen storen, maar trachten elk
voor zich het geheel te overstemmen
Door verschillende poorten komen wij
eindelijk in 't binnenste van den Kraton, in
den grooten „dalem" van den Vorst, waar
Zijne Hoogheid, de „Spijker der Wereld", de
„Opperbevelhebber in den Krijg", de „Dienaar
der Barmhartigheid", de „Heer van den
Eeredienst" en „Regelaar van den Godsdienst",
[zoo lulden 'eHoogheids namen in hetHollan dsch
vertaald.] reeds op den tampar of vorstelijken
zetel heeft plaats genomen en de Resident
aan Zijne linkerzijde is gezeten.
Allen nemen nu plaats, met dien verstande
dat de Pangerans op den grond gaan zitten,
met uitzondering van die welke in nniform ge
kleed zijn. Militairen schijnen aan 't Hof nu
eenmaal in alles 6en streepje vóór te hebben
Acht8r den zetel van Zijne Hoogheid zijn
eenige vrouwen neergehurkt, onder welke
ook hofdames, die de rijkssieraden dragen,
terwijl alle andere Inlanders, van hoe hoogen
rang zij ook zijn, met gekruiste beanen op den
„Ahmed is dus nog steeds bg u?«
merkte zij eindelgk zacht op.
„O ja," antwoordde Paul lachend, „met
de gedachte, dat ik Ahmed evenmin zal
verliezen als mgn schaduw, heb ik mg reeds
vertrouwd gemaakt."
„Zulk een trouw menschl" zeide zij en
in haar gedachten voegde zg er aan toe
„Zulk een goed meester."
„Ja," knikte hij, „een trouwe Hindoe is
een trouwen hond nog de baas. Hg zal
zioh nooit vernederen, uit zgns meesters
schotel te eten, maar doodslaan liet hg
zich wel voor hem."
„Maar de meester moet er ook naar zijn,"
dacht Kathlin, „ik geloof niet, dat Mr.
Stanhope's dienaar zich voor hem zou laten
doodslaan." Dan keek zg een poosje
zwggend naar zgn eenigszins onrustig wer
kend penseel en daarbjj overviel haar,
juist als op den rit laatst, naast het
vredige hemelsche gevoel van geborgen
zijn, het bewustzgn van een dreigend
gevaar. Het hartkloppen, dat zij door haar
zittan-gaan had willen stillen, verergerde
nog en haar leden sidderden nog meer
dan zooeven.
„Ik zal nu gaan," wilde zij zeggen,
maar wat zij zeide was„Ik wist in t
geheel niet, dat u schilderen kon."
„Ik ben er ook zeer ver van verwgderd
het te kunnen," verzekerde hij, „U kunt
zien, wat ik van dit heerlijke panorama
heb kunnen maken."
„Het is een mooi schetsje."
„Pardon, het is niet veel soeps, maar
mijn moeder kan zich dan toch een idéé
ervaD maken, hoe het land er hier uitziet."
„Achuw moeder," fluisterde zg met
zooveel zachtheid, dat zgn penseel een rareq