Öndtr brandende Zou.
Brieyen uit de Maasstad,
Zondag 18 September 1904.
48ste Jaargang No. 3976.
TWEEDE BLAD.
\rrondissements Recht
bank te Alkmaar.
FEUILLETON.
7ittine van Dinsdag 13 September 1904.
L UITSPRAKEN
j W. K. Richter, geboren te Halle
rDaitscbl.) thans gedetineerd H. v. B. te
AJktn»ar' diefstal by nacht, vergezeld van
inbraak, U1/» j»»r gevang., met laat tot terug
ga van de ovartnigingstnkken aan de
bestolene en vernietiging van de by de
inbraak gebezigde gereedschappen.
't Hield nog al wat, voor de tolk, de
hesr Sch9ld, het onzen Duitscher in
diana taal begrijpelijk kon maker, dat hij 2
uhre nnd 6 monate „in de doos moest^;
Richter hield zich nogal „van den domme
doch mocht ten langen leste toch met z|n
ixtie. eere-lijfwacht, die hem zekerheids
halve wordt verstrekt afmarcheeren
Cornelis Evertsen, Wiermgen, mish., f 10.-
boete of 8 dagen hecht.
K. de Vet, Warmenhuizen, mlsn. a.a. ambt.,
B dagen gevang.
T Torna, (thans verblyvende in do straf-
govang. te VHage,) oplichting, niet bewezen,
yrtigespioken.
q. Schouten, Oudendijk, mish., 3 maanden
"'k" Schoffel, Avenhorn, mish., f 1.— boete
of 1 dag hecht.
C. P. Kooger, Den Halder, a. diefstal, b.
verduisteringvan het primair ten laste ge
leede vrggesprokenvoor de verduistering
werd hij (bij recidive) veroordeeld tot 1 mnd.
gevang.
J). eerste beklaagde, een net gekleed schip
pertje, Johannea Nicolaas Schor geheeten en
83 Jaren tellende, had vandaag geen groote
reis te maken om in „Jnstitia"te verschgnen,
aangezien dit heerschap in Alkmaar woon
achtig is. Deze Nederlandsche Schot ls in
zyn gedrag gansch niet altyd zoo netjes ge
weest, als hy nu In zijn kleeding was, getuige
het feit, dat hy wel zeven malen voor het
kantongerecht is veroordeeld, terwijl de arr.-
rechtbank alhier reeds 4 malen de eer heeft
genoten, het schnldlg over monsieur Nicolaas
nlt te spreken. Dit vormt te zamen 11
vonnissen en daar dat juist geen zeer bemind
getal ls, dacht Kees bij zichzelf waarschijn
lijk, maar 't beste te doen, als hy 't dozijntje
volmaakte, althans op 1 Juli j.1. was 't Ver-
dronkenoord het toooeel van Kees' gruwel
daden, die hem voor da 12e maal voor
de getabbaarde hseren brachten. Hy sloeg
daar namelijk een koekbakker, Krone genaamd,
die kwaad van hem gezegd had, lang niet
zoetjes in zijn gezicht. Schot ontkende, ge-
ilagen te hebben, doch beweerde, dat hy den
„cuisinier-patissier" alleen een klein duwtje
had toegebracht. De hemel beware je voor
znlke kleine duwtjes I De O v. J oordeelde
tenminste, dat, hoewel aan bekl. alle 11 voor
gaande keoren geldboete was opgelegd, de
clementie ten opzichte van Schot nu maar
eens moest eindigen, weshalve ZEÖ. wegens
mishandeling, mtt toepassing van art. 800
Wetb. van Strafr., B dagen gevang, tegen
bekl. eischte.
Evenals de historie onzes Vaderlands ge
waagt van een strijd de Hoekscha en
Kabeljauwsche twisten, tijdens de grafelijke
regeering afgespeeld en wel van 1850—1600,
waarin ja onder meer hoort spreken van
Schleringers en Votkoopera van de Heecke-
rens en Bronkhorsten, Lichtenbergers en
Lokhorsten, evenzoo kregen we vandaag in
de rechtzaal ook een stelletje te zien, dat
•terk aan die vroegere dagen van feilen strijd
deed denken.
Men zou 't hier bedoelde geval kunnen
noemeneen „treffen" tnsschen de „Woes-
tenburgen" en de „Bonekampen," welke laat-
aton ln den veldslag, die in den winkel van
Kees Zwaan te Graft plaats vond, zoodanig
de nederlaag leden, dat zij hnn troost bij de
rechtbank zochten. Hun leger was trouwens
ook te zwakdat der „Woestenburgen" was
ten eerste 60 °/a talrijker, daar 't 8 man telde
en 't andere slechts 2, en ten tweede waren
de „Woestenburgen" veel „woester" dan de
„Bocek&mpen." Of de twist tusschen hen
ook 150 jaren zal duren, evenals de Hoeksche
en da Kabeljauwsche twisten, is natuurlijk
uiterst moeilyk te constateeren, en bovendien
ook niet te hopen.
Trouwens, de kwestie was tamelijk eenvou
dig. Beide famlhën wonen te Oraft en hadden
vroeger nooit iets met elkaar gehadde beide
respectieve familie-vaders zgn van beroep
arbeider en worden door de zoons in dat
vak opgevolgd.
De 18 jarige Nicolaas Bonekamp deed by
den eed, op 't verzoek om beide voorste vin
gers in de hoogte te steken, belde handen
omhoog, van elk den wygvinger hemelwaarts
richtende: dit waren toch z'n twee voorste
vingers, zal Kiaas „docht hewwe I" 't Moes
ten echter de twee voorste vingers van de
rechterhand zijn en hg herstelde dan ook dra
zijn abuis en vertelde, dat hg op 24 Juli j.1.
hg Zwaan in den winkel den 22 jarigen Gerrit
Woestenburg zag passeeren, die hem verweet,
papa Woestenbnrg van eendendiefstal te heb
ben beschuldigd „jouw vader," vervolgde
Garrlt, „is veul slechter as mafne." Cornelis
Woestenbnrg, de 54 jarige papa, kwam er bg
en Nio. kreeg 't gauw benauwd en uitte
noodkreten, waarop zijn vader, Klaas Bone
kamp Sr., spoedig opdaagde, [ze' waren toe
vallig allen naar 't scheen nogal ganw bij de
hand] tot ontzet van zgn Nic., die door den
ouden Woestenburg met alle twee vnlstenop
't hoofd werd geslagen, waarbij Gerrit hem
met een bierfleachje smeet. Ouwe Bonekamp
pakte woesteling Srwaarop Woestenburg Jr.,
een 26 jarige spruit uit dit stamhuis, weer
ging helpen. Nicolaas B. werd door Gerrit
W. nog voor iets moois uitgemaakt en was,
nog by 't begin van den strijd, op 't pnnt
om op te stappen en verwgderde zich dan
ook al, toen hij door dat woord, hetwelk
hem werd achterna geschreeuwd, toch weer
een „opstiemlng" kreeg en terugkeerde, waarna
de strijd dan werd voortgezet, totdat Kees
Z waan de heele rnmoerige vergadering zijn
winkel uit transporteerde.— 't Was een aller
dolst getuigenverhoorNiet zelden kregen
we een plastische voorstelling van een of
ander aantrekkelijk fragment nlt de vecht-
partg te zien en 't was lang geen „stille
pantomime," want af en toe hoorden we er
tusschendoor„Nei hoor, Kees 1" „'t Is
niet waar!" „Je lieggg't enz.
Gerrit Woestenbnrg, die als eerste beklaagde
terechtstond, bekende, het bietfleschje la zijn
drift te hebben gebezigd, maar overigens
de onschuld zelve, evenals zijn vader en zijn
j oudere broeder, die voor 2sn en Sen beklaagde
fungeerden eu pertinent bleven ontkennen, te
hebben geslagen. Behalve de verklaringen
j van Bonekamp <k Zoon, hoorden we nog een
paar getuigenverklaringen, namelijk van Kees
Zwaan, ln wiens winkel 't drama speelde, en
van Simon Vleerlaan, die 't nit een naburige
woning had gadegeslagen. De O. v. J. be
dacht in zijn requisitoir alle 3 Woestenbur
gen dan ook overeenkomstig hunne verdien
sten, deze maal nog niet met ridderkruisen,
maar met een behoorlijken eisch tot boete
betaling of „zitten".
Z E G. verzuimde echter niet, aan te halen,
dat, zoo Nic. Bonekamp ln den beginne zijn
voornemen om weg te gaan, hetgeen zeer
verstandig ware geweest, had ten uitvoer
gebracht, er zeer waarschgclijk lang zooveel
niet zou zijn gebeurd. De heer Off. consta
teerde. dat, hoewel niet bewezen is, dat Gerrit
I W. Nicolaas Bonekamp met de hand sloeg,
i deze beklsagde toch 't gooien met 't bier-
I fl igchje erkent, terwgl de feiten, aan den 2en
en 3en beklaagde, (Cornelis en Willem W
ten laste gelegd, uit de getulgonverhooren vol
doende bewezen werden, zoodat ten slotte
tegen Gerrit 8 dagen gevang en tegen Cor
nelis en Willem W. elk f 3.boete subs.
2 dagen hecht, werd gebiecht.
Pieter van den Toorn, een commis-voya-
gour of te wel reizend handelsbediende uit
Rotterdam, was op 16 Juli j.1. niet zoo
beleefd en voorkomend, als men van zyn soort-
genooten wel wil verwachten. Hij kwam toen
te 7 ure 's avonds in 't stationsgebouw te
Den Helder, stormde door de vestibule naar
de deuren der 2e klasse wachtkamer, waar
voor een dozyu menschen stonden, wier plaats
bewijzen door den toen als portier dienst-
doenden assistent D. J. Schutte moeeten
worden nagezien. V. d. T. duwde er eenigen
op zij en Schutte zei nog„even wachten,
meneermaar jawel „meneer" gaf
hem een opstopper ln zijn gezicht en duwde
hem tegen de deur aan, zich vervolgens
reppende naar 't perrou, hoewel hg nog min
stens 25 minuten tgd had. Deze onhensche
bejegening smaakte Schutte zoo slecht, dat
hg ia piaats van, toen hg den slag op zijn
rechterwang kreeg, ook zgn linkerwang toe
te draaien, direct werk van de zaak mankte,
met 't gevolg, dat bekl. heden te recht moest
staan: a. wegens mishandeling en b. wegens
wederspannigheid tegenover Schntte. De
heer Officier eischte tegen V. d. Toorn, die
absent was. wegens 't sub a. ten lasts gelegde
f50.boete of 10 d. hecht, en vroeg voor
't meerder ten laste gelegde, by gebrek aan
voldoend bewgs, vrijspraak.
Maria Tijma, een 18-jarige dienstbode, die
in 't laatst van Maart dezes jaars bij den
hotelbonder Jean Perell en diens vrouw te
Den Bnrg op Texel in dienst trad, is thans
weer bg hare moeder te Enkhuizen en waar
lijk niet, omdat ze zich zoo braaf heeft ge
dragen op 4 Aug. toch is de dienst haar om
goede redenen opgezegd. In den loop der
maand Juli namelijk begon Perell zoo af en
toe 't een en ander te missen, kreeg grond
tot „zware vermoedens" en onderzocht, toen
Maria nit was, op 31 Jnli j.1. baar kastje, dat
op de dienstbodenkamer stond, eens nauw
keurig, waarbij hem aldra bleek, dat zij zich
de volgende voorwerpen ten zguen nadeele
had toegeëigend1 kistje sigaren, 7 kleine
lepeltjes, 2 suikerschepjes, 1 lorgnet in étui,
1 cognacglaasje, 1 paar dames handschoenen,
benevers ongeveer f20.hard geld. Het
resnltaat van dit onderzoek, dat natnnrlijk
met behnlp van den politieman, den agent
Jc. v. d. Pal, plaats vond, terwijl ook mevrouw
Perell er bij tegenwoordig was, stemde den
heer des hnizes alles behalve prettig en den
volgenden dag ontbood hij andermaal den
polltle-agent V. d. Pal, waarna hetzelfde
onderzoek, nn ln tegenwoordigheid van Maria
Ttjma, werd herhaald. Met een sleutel van
't buffet, die tevens op enkele ksstsloten
paste, en dien zij zich had weten toe te
eigenen, heeft ze zich af en toe eens toegang
verschaft tot de kasten en bij kleine gedeelten,
In de hoop dat 't niet ontdekt zou worden,
't geld en de andere artikelen zich toege
ëigend. Hoewel ze natunrlyk na 't bedrijven
dezer wandaden ofgeweergaas ganw werd
ontslagen, erkende toch het echtpaar Perell,
overigens goed over haar werk tevreden te
zijn.
De eisch, door den heer Officier wegens
diefstal, met toepaselng der artt. 310—311
W. v. Str. ingesteld, luidde 1 mnd. gev.
Hendricus Sieverlnck, een 21-jarig arbeider
uit Eakhuizm, sloeg zonder veel motief den
24-jarigen Frans van Rooi nlt Hoorn, bij
gelegenheid van een opstootje in laatstge
noemde stad, op 24 Jnli j 1., een blanw oog,
waarop Fracs met bekwamen spoed naar „de
pelisie" toog, om 't an te gevea hij had ge
tuigen genoeg tot zgn dispositie. Zeer be
langrijk was deze zaak nn juist niet en de
heer Off bepaalde er zich dan ook bij, om
tegen dezen bekldie nooit terechtgestaan
heeft en overigenB gunstig bekend staat, f 6.
of 5 dagen hecht, te reqaireersn.
Andries Blom, ean 17-jarig arbeidertje van
Broek op Langendijk, had in den laten avond
van 81 Aug. j.1. wat last van lange vingers
die naar geld jeckt n. Meneer had, zx)als hij
zegt, te voren eens een fiets gehuurd eu dezelve
«at te lang gehouden, of eenigszins bescha
digd, althans de verhuurder eischte f 1.75
schadevergoeding van hem en Dries, die nog
al van Harder wyk" schijnt te zijn en toen
althans terdege op den „Rooden Steen" zat,
maakte zich hierover zoo ongerust zoo
bang te moede, dat hij op den laatsten
avond van „Hooimaand" besloot, de zoo vnrig
begeerde fietshuurceuten te stelen 1 Zoo
ging hg om 't eene feit te willen dekken, een
nog veel erger tweede feit bedryven 1 E' fia,
hg landde toen, zoowat te 10 ure 's avonds,
aan in de EL H. waard, nabij de kaasfabriek „De
Kroon", toebehoorende aan de Zuivel-Maat-
echappij aldaar en staande in den Basseweg,
niet ver van 't station der H. IJ. S. M.
Daar hg nog licht in de fabriek bespeurde,
logde hg zich bij 't spoorlijntje op den loer,
doch werd „loerig" en sliep in, totdat hg te
één nnr 's nachts ontwaakte en toen zyn plan
ten uitvoer bracht, 't Was hem bekend, dat
er ln 't boterlokaal der fabriek veeltijds geld
werd bewaard en, daar de ramen hem te hoog
waren, nam hij, bg de fabriek gekomen zijnde,
een werktafeltje van de spoelplaats, klom er
op en was jnist half door een der ramen,
toen de knecht, Piet v. d. Oord genaamd,
thuiskwam, hem bespeurde en beetpakte, om
vervolgens naar zgn (V. d. Oord's) patroon,
den kaasmaker C. Harp, te gaan. Blom be
kende, eerst op kousen op 't tafeltje te hebben
gestaan, en het geld in den volger te hebben
zien liggen 't was slechts een lnttele 22'/i
j cent, zooals Harp verklaarde waarna hg
i zich door 't raam wilde begeven, doch
gepakt werd.
Leelyk was het, dat er een paar weken te
voren al eens geld vermist is, hetwelk door
inklimming is bemachtigd, en hoewel men
vanzelf hiervan niet de schuld aan Blom
mocht geven, daar er geen bewijzen voor
zgo, zoo mocht deze jongeheer zich tgders
de hoogst amusznte behandeling zijner ZAak,
toch in de onverdeelde belangstelling der
E A. heeren verbeugen, daar allen, de O.v. J.
zoowel als de Pres., mitsgaders de 2 bijzit
tende rechters, af en toe 't woord tot hem
richtten.
Bekl., die in Jnli bg den heer Yelthnis in
dienst was, die een „overzetveer" te Broek
op Langendijk bedient, was ln Angustns reeds
daarvandaan en tengevolge daarvan „ambu
lant" geworden, terwgl hg in Sept. In Noord-
Scharwonde weer werk had gekregen bg j
een „vasten" baas.
De O.v.J., ofschoon 't mogelijk achtende,
dat de bewijzen eenige moeilijkheid zonden
opleveren, eischte wegens poging tot diefstal
door inklimming, met toepassing van de artt.
310—311 W. v. S eventjes 4 maand, gevang.
De beklaagde was een 25-jarig arbeider
nit Heer Hngowaard, Jan Stammes genaamd
en geboren te Obdam; als getnigen zagen we
de 9 jarige Adriaantje Hoedjes, benevens een
paar volwassen mannelgke personen binnen
treden.
Beklaagde, die staande de vorige zaakjes
al zeer verslagen bg de baliekluivers zat te
tuffen, heeft zich zoodanig gedragen, dat hy
met art. 244 W. v. S. in conflict is gekomen;
de eisch luidde 6 maanden gevang.
Uitspraken in alle vandaag behandelde
zaken a s. Dinsdag.
't Beschuldigden-bankje was nog ternau
wernood kond geworden, of daar kwam in
hoogst eigen persoon aanstappenniemand
minder dan mijnheer Gerardns van Duin, een
van die fijn beschaafde jongelieden, waaraan
Castricnm nogal rijk schijnt te zgn.
Om te beginnen werd van monaienr Van
Duin een aardigheidje voorgelezen, in hoofd
zaak hierop neerkomende, dat hij van 30 Juni
tot 14 Jnli te „waechkip" geweeat is in de
Alkmaarsche strafgevangenis, welke eer hg
wegens eone in 't vorige jaar begane mis
handeling heeft genoten.
De min of meer dnbienze eer, die sirjenr
genoot, om zich nn weer eens te laten zieD,
had hij hieraan te danken, dat hij op 7 Aug.
j.1. zoo onbetuigd mogelijk optrad. Teen
bevond hg zich namelijk in zijne woonplaats
op den Bakknmerweg, waar hg met den
17-jarigen Piet Rijs disputeerde over....
enfin, dat doet minder ter zake. Genoeg zy
het, dat, toen zijn dorpsgenoot Jan v. d. Eng
daar wat dicht bg kwam, meneer Yan Duin
opstoof gelijk een aschpot by hevigen wind.
Waarschijnlyk wilde Gerardns niet, dat
derden 't gesprek hoorden, waDt hij gaf
tenminste v. d. Eng een mep tegen 't hoofd,
waardoor een hevig bloedende wonde ontstond.
Yan Duin ontkende halsatariig, geslagen te
hebben en verklaarde alleen, dat bg dacht,
dat het „een Uitgeester" was. Die lui ver-
keeren met de Cistricummers namelijk op
voet van oorlog en geen beetje ookBekl.
heeft 't later nog willen „afmaken" en schijnt
ook de wonde met eigen hand en dito
zakdoek te hebben behandeld, v. d. Eug
moest ook maar denken „De hond, die je
gebeten heeft, moet ja weer genezen ook I"
Veel heeft zgn barmhartige Samaritanen-dienst
hem echter niet gebaatDe heer Officier
toch vond, dat, hoewel 't bewijs niet kon
worden verkregen door berouwvolle bekente
nis, daar beklaagde voortdurend ontkende,
toch de getuigen, zekere Winkelman, bene
vens genoemde Piet Rijs, plus de mishan
delde zelf, voldoende bewijsmateriaal gaven.
Z.E.G. vond 't heel bar, om iemand, wien
niets anders ten leste kon worden gelegd,
dan dat hij „een Uitg3ester was", (waarin
bekl. zich trouwens nog vergiste), zóó toe te
takelen, en wenschte hem dit eens te toonen
ook. Verder toonde bekl's. strafblad ook
niet veel moois oan.j daar het vermeldde,
dat hg reeds ernige malen is veroordeeld
goworde".
De Off. eindigde, met tegen dezen recidi
vist naar aanleiding der artt. 300 en 422
van 't W. v. Strwegens mishandeling 2 j
maanden gevang, te eiechen.
Het laatste zaakje is zóó miserabel, zóó
weinig geschikt om 't in bijzonderheden
wereldkundig te maken, dat we er bitter
weinig van wetscben te vermolden trouwens j
het werd met gesloten deuren behandeld,
zoodat we met bekwamen spoed onze matten
oprolden eu de rechtszaal verlieten.
Roman van
C. SCHR0EDER.
ooo—
Derde Boek.
84.
Nu liet Mr. Stanhope haar arm los en
trad een stap terug. „Ah 1" liet hg spottend
hooren, „eindelijk begrgp ik je. Je bent
een poosje aan het babbelen geweest met
mevrouw Saverne en die heeft je allerlei
°P de mouw gespeld."
dat alles, wat ge mg te antwoorden
hebt?" aüet zij uit, buiten zichzelf van
woede.
"Lieve hemelen hij haalde met de
grootst mogelgke onverschilligheid de schou-
op. „Wat is er al niet gebeurd Jawel,
J® zeker, ik heb een beetje gefantaseerd in
v°or ons zoo groote, beslissende oogen-
lik. Wanneer je dót nu nog ergert, du,
mag je mijnentwege voor schadever
goeding mij voor vyf minuten een leugenaar
Bh«men, en ik zal mg stilhouden."
"Hoe? Je schaamt je nog niet eens over
e«o dergelijke schurkery
"bchurkerg Onzin, in den oorlog en in
6 hhfde ia alles geoorloofd. Ik zou het
v sa daag tög eens doen haha want
verduiveld mooi als je nü bent, was
J® toen nog niet."
In iets was zgn onverschilligheid een
masker. Hij wist nog niet, na een vierjarig
samenleven met zgn vrouw, wat bij eigenlijk
van haar had te wachten. Duizend pond
sterling, dat erkende hg zichzelf in stilte,
had hg gaarne gegeven, als de ontdekking
verhinderd had kunnen worden. Nu dat
niet meer ging, was het zaak, een gzeren
voorhoofd te toonen, en dat gelukte hem
op een manier, die Kathlin versteld deed
staan.
„Heere God, is het dan mogelgk dacht
zg. „Kan een mensch zóó elk schaamte
gevoel verloren hebben en met schrik
gevoelde zg, hoe de moed tot strgden van
haar week en een verlammende angst in
haar hart kroep.
Zij had den strgd niet gezocht ter wille
van den strgd, neen, het was haar doel
geweest, om den bedrieger te ontmaskeren,
en dan in zgn schaamte, wanneer
hg in zgn gauscha erbarmelijkheid zoo heel
klein en kneedbaar zou zgn, dan had
zg hem haar vrgheid willen afdwingen.
En nu maakte zg met haar beschuldiging
niet den mineten indruk op hem. Zij en
deze man, die door wet en gerecht aan
elkander gesmeed waren, stonden op zulk
een verschillend standpunt van goed en
slecht, dat hg nog spotte met datgene, wat
haar als smaad en schande toescheen.
Een afgrijzen greep haar aan. In haar
gedachten hoorde zg de kerkerdeuren, die
zij reeds half open gezien had, weer met
een doffan slag dichtvallen. Maar daartegen
verzette zich alles in haar. Als een vlam
sloeg het haar in het hoofd, hel fl kkerde
de opstand haar uit de oogen. en het hoofd
in den nek werp«nd, riep zg uit:
„Mijnentwege praalt en pronkt ge nog
met je schurkenstreek, maar verbeeld je
maar niet, dat ik na deze ontdekking nog
verder met je leven wil."
„Aha 1 nu weet ik, welken kant je heen
wilt!" antwoordde hg, sohgnbaar vroolgk.
„Je wilt op deze fameuze ontdekking een
scheiding met mjj bewerkstelligen."
„En wanneer ik het eens wilde
„Maak je liever niet belachelijk. Zulk
een eisch zou de nocdige kracht missen
Ik hoor de heeren van het gerecht al zeg
gen „Hoe Om zulk een beetje slechtheid,
eu dat nog wel begaan in een ocgenblik
van razende verliefdheid 't Spijt ons
mevrouw, maar het gaat niet."
„Krijg ik geen volledige scheiding, dan
eisch ik, dat wg van elkaar gaan."
„Dat zal niet gaau zonder mjjn toe- i
stemming en wanneer je gelooft, dat ik mij
vrg willig op de tong van de mecschen zal
laten bre.-gen, dan ken je mij al heel slecht." I
Zij zag het spottende lachje, waarmede hg
dit zeide en zg zag hem zelf, den man vsn
de vormen en strgkages, die buiten altgd
keurig en fijn verscheen, wiens afgod de
openbare meenicg was, die zijn leven lang
heel voorzichtig gelaveerd had, om nergens
door zijn leven eeaige ergernis op te wek-j
kenen zg wist, dat de wereld kon
ondergaan, eer hij voor een schandaal deur
en venster opende.
„Nergens hulp dacht zij in onmachtige
kwelling. „Nergens reddingIHa, die ellendige
menschelgke gerechtigheid. Wordt iemand
zgn goed gestolen, dadelijk treedt de wet
tegen den dief op. Maar ontrooft iemand
een argeloos vertrouwend schepseltje
van het hoogste, het beste, het geluk ven
haar ganrche leven, dan is het een leuk
voorvalletje, en grgozend staat de wereld
aan de zijde van den .bedrieger. Doch ik
verdraag het niet, ik duld het niet."
„Wanneer niemand m(j dan helpt zal ik
mijzelf helpen 1" riep zg uit. „Ik wil vrg
zgn vrg I"
„Ik zou wel eens willen weten, hoe gij
u deze vrgheid denkt vroeg hij ironisch.
„Je hebt er geen enkel middel voor."
„Wat kan mg dat schelen, Liever dan
onder jouw dak te blgven, loop ik de wil
dernis in, naar de tggere."
„En Charley Moet die meê
Zij ontstelde. Groote GodHaar Charley,
haar lieveling hem had zg vergeten in
dit oogenblik van waanzinnige opgewonden
heid. Z ij kon ontberen, honger lijden, maar
haar lief kind aan de ellende prgggeven,
dat kon zg niet. Onmogelijk onmogelijk.
C'iarb y om brood te hooren vragen:,, de
bloote gedachte alleen reeds verscheurde
haar bet hart.
Een steunen ontwrong zich aan haar
borst, zij verborg haar gelaat in haar
handen.
„Nu? moet hij meê?"
De slecht verborgen triomf in zgn stem
had haar bgna weer verleid tot een uit
barsting, maar zg was zich nu bewust van
de zwakke plek in haar uitrusting. Om
Ciarley's wil moest zg zich matigen.
De armen latende zakken, zeide zij, haar
stem met geweld meester blijvend „Je zult
wel verstandig zgn, en inzien, dat een
scheiding ook voor jou het meest ge-
wenscht is."
„Daarvoor ben ik nog te dom."
„Jouw schandelgke handelwijze zal eeuwig
Rotterdam, 16 September 1904.
Het.acht-en-twintigste Nederlandsche Taai
en Letterkundig Congres is te Deventer ge
houden en de Koningin is er met Haar gemaal
op bezoek geweest.
Het negen-en-twintigste zal te Brussel
bijeenkomen en er is kans, dat koning Leopold
er verschynt, ofschoon die geen Hollandsch
spreekt; in eik geval komt Prins Albert, die
Ylaamsch klappen moet als de beste Brug
gen aar.
Yoor het dertigste denkt men, naar ik van
allerbevoegdste zgde, zonder plicht van geheim
houding, vernam, aan Rotterdam, en daar zal
het coDgres burgemeester 's Jacob zien, of bg
ontstentenis van dien, den heer Hudig.
Verder zgn er, geloof ik, nog géén plannen.
Die doen trouwens ook niets ter zake, het
Taal- en Letterkundig Congres is voor twee
jaren behoorlgk verzekerd en geborgen.
Er is in en nk dat Deventer Congres een
milde stemming gevaren over de mannen, die
waarlijk Ntêrland's letterkundigen zgn, zeggen
de napleiters in de bladen en zg stellen ons
de congres-ondernemers voor als wrijvende te
vreden in de handen en glimmende d«
congres-leuk-gezichten over de winste van
Van Devasel en Van Halzen.
Van Deyse-1's medewerking déar, nou, men
kan er wel anders over denken, dan de con
gres-vrinden 't doen. Eerlijk gezeid, 't optreden
in den kunstavond van den grooten jongen
Proza-gebieder alléén zou voor velen ODzer,
die overigens congressen mal vinden en dies
er maling aan hebbeD, de reis naar Deventer
waard zgn geweest. En als we waarlijk had
den mogen gelooven, dat 't heusch bet
Deventer Congres gelukken zou, wat onzen
Kunstkring nooit is gelukt: Yan Deyesel voor
een voordracht fn zyn midden te krijgeD, we
hadden voor bèm alleen, om hém te hooren,
de reis gemaakt.
Maar dat optreden op ziebzalf beschouwd
daar gelaten dus 't genot, dat er natanrlgk
door geschonken werd had het eigenlijk
niet iets van voor-den-gek-houderij 1
De jonge Thijm is in het avonduur op het
podium gestegen, onopgemerkt tevoren, hg
heeft de congres menschen in de zaal, een
voudig, maar in zijn ontzaglijk rijk en vlam
mend woord, gezegd wat proza wezen moest,
Duchter als een gebod, gelgk hy dit voor
jaren al aan jong Holland heeft gezegd, geen
betoog, geen verklaring, geen verdediging,
zóó moest het zijn. Geen tegenwerping. Uit.
Eu daarna is hg verdwenen en het congres
heeft niets meer vsld hem gezien.
Heusch, dat congres en zijn napleiters moes
ten over Van Dey.-isel's medewerking maar
liever niet roemen. Ik denk zoo, dat als Van
Dsyasel over zijn „toetreden tot hetoongres"
leest, hg even fgotjes glimlachen zal.
Van een behoorlijken indruk op het congres
blijkt trouwens niet. Had het iets begrepen,
na den kunstavond zou zelfs de drokste
Vlaamsche betooger het woord proza in geen
jaar meer in zijn mond hebben durven nemen.
Maar Van Halzen heeft een redevoe: log
gebonden, 't Is zoo. En als 't congres daar
blij en vereerd meê is, best, Van Halzen had
er geen reis voor te maken, hg was in 't
land en Van Hulzen is een goeie hartelijke
kerel, waarom zou hg niet eens naar Deventer
gaan en aan al die brave taalmannen en
letterkundigen een jongen litterator laten zien
Niemand heeft hem een mandaat gegeven,
hij kwam namens zichzelven en bepleitte er
een subsidie van den Staat aan jonge litte
ratoren vragen staat vry maar één
zwaluw maakt geen zemer. Van Hulzen
alleen ls joDg Holland niet en dat jong
tusschen ons staan. Elke mgner gedachten
voor jou zal haat en verachting zgn."
„Bah de tgd heelt alle wonden."
„Maar hier niet. Ik voel het en weet het,
dat ik tot jouw en mgn ongeluk hier in dit
huis blgven zal. Laat ons maar gaan
Charley en mg daarom zullen wij nog
niet op de tong van de menschen komen.
Honderden vrouwen van ambtenaren leven
jaar in jaar nit in Engeland, als de dokter
heeft gezegd, dat het klimaat niet voor
haar deugt.
„Dat kam ik van jou niet zeggen, want
in die paar maanden ben je opgebloeid als
een roos. Wg kunnen het dus met het
klimaat rustig nog een paar jaar probeeren,
want nietwaar, het kan mg toch niet on
verschillig zgn, of ik een beeldschoon
vrouwtje in Engeland heb, of hier bij mg."
Hg riep het met zulk een cynisch lachen,
dat zg hem wel in b6t gelaat had kunnen
slaan, maar zg bracht het zoo ver, om op
kalmen toon te kunnen zeggen
„Een vrouw zult ge aan mij niet meer
hebben."
Hij wilde weer lachen, maar er was iets
in haar gezicht, dat hem zeide, dat hg met
spot en hoon te ver gegaan was. „Dwaas-
heid, meisje!" riep hij uit, met een poging
van toenadering, „drijf de dingen toch
niet zoo waanzinnig op de spits. Ik wil
toegeven, dat ik toenhmniet
geheel correct heb gehandeld, maar
Kathlin."
Zg had, zonder in het minst op zijn
woorden te letten, een paar stappen naar
de deur gedaan. Met één sprong was hg
haar na. wilde haar bg den arm pakken,
maar voor den blik, waarmede zg zich tot