Onder kiideide Zon.
tweede blad.
Zondag 25 September 1904.
48ste Jaargang No. 3977.
Binnenlandse!) Nieuws.
FEUILLETON.
Arrondissements Recht
bank te Alkmaar.
i'r-*
Ljl
LJH
Vergadering van den Raad
eemoente HOOGWOUD, gehouden op
Woensdag 21 September 1904, voorn). 10 ure.
Voorzitter de heer Cs. Pijper, Burgemeester,
afwezig de heer Schermer wegens verhln-
j.rine door ongesteldheid,
fja opening volgt lezing en goedkeuring
der notulen.
Voor», doet madedeellng van de joc'gat ge-
honden kas verificatie, waarbij in bas weid
bevonden en moest zijn een bedrag groot
oCQj
Tn 'komen: een schrijven van mej. De Boer,
de benoeming als tijdelijk Hoofd dar
in de Weere, in plaats van den heer
Van Wijk aldaar, aannremt
Van da Hoofden der Scholen aan deLaDge-
te Aartswond en in de Weere zijn inge
komen de verslagen over dan afgeloopsn cursus
1904 van het herhalingsonderwijs, ean meisjes
peeeven, van primo Mei tot medio Septem
ber Op de beide eerstgenoemde hebben
slechts zeer weinig leerlingen den cursus meê-
eemaakt j de laatstgenoemde school werd nog
door een dozijn meisjes bezocht. Van de school
In de Kerkelaan was nog geen verslag inge-
koiïico.
Het Hoofd der School aan de Longereis,
de heer M. de Jong, heeft een reqnest bij
den Raad Ingediend, houdende verzoek om
vei hooging van zijn salaris voor 't geven van
heihalingsonderwijs hetwelk nfi 60 cents
per nar bedraagt wijzende op de ongunstige
conditie, waarin hij hiermede staat in verge
lijking inet zijn collega's, en tevens wijzende
op 't feit, dat zijn salaris hiervoor bij meerdere
verantwoording en werkzaamheden gelijk
staat met dat eener onderwijzores, terwijl
adressant toch vroeger grooter salaris daar
voor ontving.
Voorz. verklaart zich bepaald vóór de door
den heer De Jong aangevraagde verhooging en
stalt derhalve voor, om 't verzoek ook in te
willigen. Dat Eit echter niet zoo gemakkelijk
vroeger betaalde Hoogwoud dan een zeker
bedrag, laatstelijk 10 cents, extra per
nar aan 't Hoofd dezer met N. Niedorp
gemeenschappelijke school, maar dat kan bij
de nieuwe regeling niet meer worden gedaan
en zou toch door Ged. Staten niet worden
goedgekeurd, denken de heeren. 't Eiüde der
besprekingen in deze is, dat de Raad beslnit,
de medewerking van het gemeentebestuur
van N. Niedorp tot eene bijdrage van 10
ceDts per uur, door die gemeente te geven,
in te roepen.
Verder is ingekomen een schrijven van
het Hoofd der School in de Kerkelaan, den heer
P. Ronner, van hartelijkan dank getuigende
voor de medewerking, in deze stand
plaats genoten en hondende mededeeling. dat
hij wogens benoeming naar elders,
eervol ontslag verzoekt als Hoofd der School
en als lid der commissie tot wering van
schoolverzuim alhier en zulks liefst met ingang
van 81 Oct. a.s.
Voorz. stelt voor, aan het verzoek te vol
doen wat 't eerste gedeelte betreft, wat door
den Raad wordt goedgevonden, doch Z E A.
wilde, wat het lidmaatschap der commissie
tot wering van schoolverzuim aangaat, wach
ten met 't geven van ontslag aan den heer
Ronner, totdat „we een t&r hewwe, den
ken die 't worre." De Raad komt echter
overeen, toch ook dit ontslag te verleenen,
daar zeer waarschijnlijk toch wel tgdig een
opvolger des heeren Ronner hier in betrek
king zal zijn, die dan de openvallende plaats
in de bedoelde commissie zal kannen innemen.
We zijn thans genaderd tot de bepaling van
't tractement, waarop het te benoemen Hoofd
der School zal worden aangesteld. Voorz.
zegt: zelle we de nauwe skoolmeister maar
op de minimam-jaarwedde f890.met
vrije woning, gaan benoemen? De heeren
Vgn en Koog zagen gaarne een hooger be
drag bepaald, daar de heer Ronner zoowel
als de heer H. v. Ree, (Hoofd der School te
Aartswond) ieder f925.salaris genieten.
De Voorz. zegtf 900.den doch de
beide eerste sprekers zouden liever 't bedrag
gelijk aan het salaris der heeren Ronner en
v. Ree zien bepaald. De Secretaris, de heer
Breebaart, wijst er echter de heeren op, dat
Roman van
C. SCHROEDER.
000
Vierde Boek.
86.
„Waarom zeide Da'quith. „Omdat ik
het voor een waagstuk houd, een zoo ge
plaagde en beproefde vrouw onvoorbereid
zulk een bericht
„Ja, ik begrgp je. Vergeel mg, Dalqaith,
Je hebt gelgk je hebt volkomen gelijk,
maar," hg haalde diep adem „ik.
geloof dat zg u zeer dat de dame
dankbaar zal zgn zoo goed heb
h&ar vroeger wel loeren kennen ik
tohe0D, zooals zg vroeger aan dezen neef
scaeen te hangen, zou zij het ons nauwe-
Dks vergeven, wanneer wg, ofschoon
Wetende dat zg zoo dichtbg is, haar toch
flle' rechttgdig mededeeling gedaan hadden
Van hetgeen hier is voorgevallen.
Jack knikte. „Ik ga en zal mgn paard
zadelen," zeide hg, en de mannen
scheidden met een hartelgken handdruk.
HOOFDSTUK II.
Richard Macdermat lag stil met gesloten
°°Kea 0p ygidbed, toen Paul Rieger
*acht da tent binnentrad.
de thans bestaande verordening betreffende
deze zaak zegt, data. bij minder dan 6
dienstjaren het salaris is f 890.b. van 5
tot 15 dienstjaren f 925c van 16 tot 20
dienstjaren f 950.— en d. bij 20 en meer dienst
jaren f 1000.per jaar, waaruit noodwendig
moet volgen, dat, willen de heeren 't salaris
op f 925.stellen voor het nieuw te benoe
men Hoofd der School, dan deze verordening
moet worden gewijzigd. Men beslnit, tot
wijziging over te gaan en wel zoodanig, dat
bij 6 en minder dienstjaren, tot 15 dienst
jaren, het salaris voor 't Hoofd der School
zal zgn f 926 terwijl de bepalingen, gel
dende bij meer dan 15 dienstjaren, onveran
derd zullen blijven voortbestaannatuurlijk
zal de aldns gewijzigde verordening met be
kwamen spoed naar Ged. Staten worden
opgezonden ter goedkeuring.
In de advertentie tot oproeping van sollici
tanten, die een paar malen inde Vacature
en in 't N. v. d. Dag zal worden geplaatst
zal dan worden vermeld, dat 't salaris f 925.
zal zgn behoudens goedkeuring van
Ged. Staten.
De heer Van Diepen (RKath. zijnde) gaf
in overweging, de oproeping ook in Het
Hnisgezin te doen plaatsen, wat echter geen
instemming bij de andere raadsleden vond.
De Voorz. dacht, dat, al krijgen we hier
voor die laatste 80 kinderen een Roomsch-
Katholiek schoolmeester dan toch ook waar
schijnlijk hier nog wel een R.-K. School zou
komen. „Nou, een R. K. School
dat zei cagal wat hoftwe, denk
beweerde de heer v Diepen.
De overige heeren vinden 't echter mèt
Voorz. niet wenschelijk, dat men hier aan
deze school een R. K. onderwijzer krijgt,
zoodat de oproeping in „Het Huisgezin" niet
zal worden geplaatst. „Hce lang zelle we
de termijn stellen vraagt Voorz., „een 14
dagen 't mocht wel een maand zgn,
dacht de heer Vel. „Da's venl te lang", meende
Voorz. Ten slotte wordt het verschil gedeeld,
en bepaald, dat tot 10 Oct. a s. inzending van
sollicitatlestnkken kan plaats vinden.
De heer Kooij vraagt, of er nog van
een akte moet worden gerept De Bur
gemeester vindt dit niet zoo erg noodig
de heer Hartog dacht, dat 't wel nattig was,
en ook de heer Vijn is daar vóór. Na eenige
bespreking wordt bepaald, dat in de oproe
ping zal staan dat. acto voor ean vreemde
taal tot aanbeveling strekt.
„'kHoop, dat we 't goed treffa msgge," zegt
Voorz. „Wie zal dat niet hopen, vraagt de
heer Kooij. „Och," repliceert Voorz., „je kenne
't an die kerels niet zien 1" De heer Hartog
merkte hierbij op, dat men toch soms bekende
sollicitanten krijgt, welke meening door den
heer Kooij wordt ondersteund, die er nog bij
voegt, dat de heer M. de Jong hem (Kooij)
heeft verteld, dat de Burgemeester aan dezen
heer De Jong ['t H. d. 8 a. d. Lmgereis]
heeft beloofd, om hem te zullen denken, als
te Hoogwoud aan de school de nu open
vallende plaats vacant was.De Burgemeester
antwoordt aanvankelijk niet veel anders, dan
dat hij zich niet weet te herinneren, dat hij
die belofte aan den heer De Jong heeft
gedaan, en vraagt, of de heeren nog eximen
wenschen te honden Spr. zelf is daar
niet voor, wantde schoolopziener geeft den
onderwijzers de strepen of punten, en hij,
die het gunstigst bij den Schoolopziener staat
aangeschreven, zoo meent Z E.A., krijgt wel
de meeste punten, denk
Algemeen vinden de raadsleden dit wel
eenigszins kras gesproken door den Bnrgem.
„Ja, 't is wel goed hoorherneemt deze
„weet je 't nog wel, Klaas Vel, met de
school in de Weere, toe meister Van Wijk
benoemd is, toen is er wèl eximen honen,
en er was een hee'e knappe vent van Alk
maar onder do sollicitanten, die liet niks
staan en hij was er toch g o 4 d o m e niet eens
bij (op 't 8 tal meende spr. zeker) toen 't of-
loopan was„Maar dat kwam", vervolgt
spreker, „omdat hij [de Alkmaarsche knappe
vent] den schoolopziener wel erels in zijn
„beerd" viel en zaide nei, 'c is niet zóó,
maar zóó is 'tl"
Daar trouwens de overige raadsleden ook
niet erg voor 't afnemen van een vergelij
kend examen zijn, wordt hiervan afgezien.
De heer Kooij vervolgt nog, dat de heer
De Jong aan de Lsngereis zeer goed staat
aangeschrevendat spreker hem dan ook
niet graag vandaar zon zi en vertrekken, doch
daar de Burgemeester aan den heer De Jong
beloofd heeft, V .H
„Ik heb hem een dosis morphine in
gegeven," fluisterde de arts, „en du ik
mag het nu wel bekennen de ocgen
kan ik niet langer openhouden, ik moet
eerst een uurtje slapen."
„Ga geruft," antwoordde Paul, „ik zal
al mgn best deen, je plaats in te nemen.
Heb ik nog het een of ander te doen
„Slechts dit esne: mij dadelgk te roepen,
zoodra de morphine schjjnt te zgn uitge
werkt. Het zou wreed zijn, den ongelukkige
bg het volle bewustzijn die ellendige pijnen
te laten lgden. Mag ik je je bediende
zenden
„Dat wilde ik juist vragen."
De dokter verdween en Ahmed kwam
de tent binnen. De donkere oogen op zgn
heer gevestigd, bleel hij aan den ingang
van de tent staan, totdat Paul hem be
duidde te gaan slapen. Toen gleed hij
geruischloos als een schaduw op den grond
en eenige cogenblikken later verkondigde
zgn regelmatige ademhaling, dat hij sliep.
Zoo gemakkelijk viel dat Ahmed. Al zijn
denken, zijn hopen en wenschen, concen
treerde zich in zgn meester. Wanneer bij
zgn heer zag, dan zag hij alles wat hg
liefhad Hij bad nooit een vrouw begeerd,
nooit de vreugde eener familie. Zgn heer
was sqjn geluk, er wss niets dat hg na
streefde, niets hoogs of verhevens verlangde
hg van de wereld, en daarom kon men
hem zeggenslaap, en hg sliep.
De goede jongen. Dat de heer, dia voor
hem de krocn der schepping was, de be
zitter van allen rijkdom, alle vrijheid, alle
deugd, redenen kon hebben hem te benijden,
dat kon hg niet droomen, en toch, hoe
menig en nacht had niet P»ui Rieger van
„Nou hewwe we de begrooting", verklaart
de Voorz. met gTOOte isdheid van tODg, doch
al gaf zgn goede GeDlus Z.E.A. dezen inval
aan de hand, 't baatte den Voorz. niet, want
de heer Koog was nog niet uitgesproken en
vervolgde, dst in verband met dis Burge
meesters belofte, de heer De Jong wel eens,
als hij wil solliciteeren, op diers medewer
king zon kunnen rekenen en dan zou hij zich
misschien beleedigd gevoelen, als hij (De J.)
niet werd benoemd. Of de heer De Jong zal sol
liciteeren, is den heer Kooij echter niet bekend.
D» Sscr. maskt een begin met de ge-
meentetegrooting dienst 1905 en daardoor een
eind aan de besprekingen over de vacstnre-
Ronner. Bg de behandeling dezer begrooticg
blijkt, dat er van 't vorige dienstjaar geen
batig saldo if. terwijl de fotsle ontvangsten
nu zijn gebracht op f20125 005, de totale uit
gaven precies op hetzelfde bedrag met een
post voor onvoorziene uitgaven, groot f 41.845.
Bg voorlezing van den staat van schulden
der gemeente blijkt, dat deze op 1 Januari
1905 bedragen f 15334.04, terwijl zij geweest
zgn f42834 04; jaarlijks werd f1200 afge
lost. De oudste schuld dateerde van 1881, de
volgende van 1884, enz. „Ja, we hewwe al
een heele stap dein", zevt Voorzitter, doelende
op de zoo aanzienlijk geslonken schuld.
la er nag ien. die 't woord over de be
grooting verlaDgt vervolgt spreker. „Ja",
antwoordt de heer Vijn, die daarna aanmer
king maakt op den uitgaafpostschrijf- en
bureaubehoelten, f 445, welken hij te hoog
vindt. Ook het vorig jaar deed spreker een
heftigen aanval op dienzelfden post, toen
„boeman" der begrooting door hem genoemd
bg onderzoek bleek dat ten voTigen jare voor
dien post f 443 99 is uitgegeven, dus zeer wei
nig minder dan er dit jaar voor is bestemd,
wat niet wegneemt, dat de heer Vijn het
bedrag te hoog blijft vinden, terwijl hij de
posten van onderhond van gebouwen enz.
In 't algemeen, en speciaal dien voor onder
hond aan 't raadhuis, te laag vindt. 200
Gulden voor 't raadhuis, zegt de heer Vijn,
„we hebbon 't alleen wel noodig om de
secretarie-kamer (waarvan 't eene raam bij
stevigen wied stellig Inwaait) behoorlijk te
herstellen en dan ia er nog zooveel meer 1"
„Ja, we hewwe niet meer," zegt Voorz.. „en
kenne er niot meer aan bestedon
En dan f 160 voor onderhond onzer 8
scholen, zegt Vijn, is ook veel te kort
De hoer Hartog vindt ook, dat, als iets ter
herstelling onder handen wordt genomen,
het dan goed moet worden gedaan en niet
zoo'n beetje opgelapt.
De heer Vijn wilde dan ook voor 't raad
huis grooter bedrag dan f 200 beschikbaar
hebben, al mag daarvoor geene leen lag wor
den aangegaan. Spreker maakte er een voor
stel van, om don Hoofdei. Omslag met f500
te verhoogen, wat echter met algemoene
stemmen werd verworpen.
De Voorzitter verklaarde, dat, wanneer de
ex-secretaris Vetter kwam te overlijden, dit
f 600 minder uitgaven voor de gemeente zon
veroorzaken, hetgeen den heer Vijn deed
opmerken, dat bij evoDtueel afsterven van
dien heer, de Hoofd. Omslag, als hg was ver
hoogd, dan W6der verlaagd zou kunnen worden.
Ook meende Voorz., dat af- en over
schrijving zou kunnen geschieden, als er meer
voor 't Raadhuis noodig bleek te zijn, wat
door Vijn werd bestreden, daar deze al de
uitgaafposten voor de gebouwen al reeds heel
krap genomen vond.
De heer Kooij dacht niet, dat 't raadhuis
zóóveel zon moeten kosten.
„Wat", herneemt de heer Vijn, „heb je
't al een 8 goed onderzocht
„Neen", lnidde 't antwoord. „Nu, dan moet
je dat bepaald eens doen, dan zal je 't te
weten komen, maar den Voorz. die er dagelijks
komt, kan de toestand van 't raedhn's
minstens even zoo goed bekend zijn, als mij,"
vervolgde de heer Vijn, „en ik heb op de
begrooting ook verder niets tegeD, maar de
onderhoudsposten blijf ik te laag vinden."
Bij stemming over deze begrootiDg vinden
allen, op de heer Vijn na, deze goed.
De begroot ing dienstjaar 1906 voor de uit
gaven ten behoeve der school aan de Lange-
refs is door N. Niedorp's gem.-bestnur vastge
steld tot een totaal bedrag van f 2165.20.
Ook hier wordt deze begrooting op dit bedrag
goedgekeurd en vastgesteld, behoudens een
enkele opmerking des heeren Vijn, die
lachende zegt„vcor deze school met 2 lo
kalen f 10Q onderhond en voor onze 8 scholen
met 9 lokalen f 150 onderhond op de be-
zgn rusteloos leger naar de regelmatige
ademhaling van Ahmed geluisterd en daarbg
gedacht„Kon ik het cok maar eens zoo
goed hebben."
Overdag ging het nog. Dan waren er
honderd dingen, die hem in beslagnamen
de groote zaak, die bg dreef, zorgde genoeg
voor tgdverdrgf... maar wanneer de laatste
post beantwoord was en het kantoor werd
gesloten, dan buiten in den Bungalow,
waarheen hij de rust ging zoeken, kwam
de onrust en de kwelling, dan pakten de
herinneringen hem aan, dansten rondom hem
en pgnigden hem tot gek wordecs, brach
ten hem gedachten aan de gelukzaligheid,
die had kunnen zijn, wanneer een schurk
ben niet had verraden. Dan, wanneer bg
ia bed lag, eD de wild oplaaiende toorn
hem niet dreef tot urenlang ronddwalen,
dan benijdde hg den goeden Ahmed zgn
slaap.
„Dat ik het ook zoo goed kon hebben,"
dacht hg dan en zocht zich een slaap voor
te stellen, die dadelgk een einde zou maken
aan alle herinnering aan zgn leed aan haat,
aan alle bitterheid tegen een verschrikkelijk
lot en hem tot de overtuiging zou doen
komen„Wat is, is goed."
Een nutteloos pogen zelfs dii rog,
wanneer zijn geliefde dood en ia vrede
begraven zou zgn, maar du waanzinnig
vruchteloos, nu zij leefde en leed. Want dat
zij verschrikkelijk leed, dat wist hij. Hij
zag haar niet een beele afstand was er
tusschen hen hij wisselde geen regel
met haar, hij deed ook geen direct onder
soek naar haar leven, maar het toeval hield
hem er steeds van op de hoogte. Ja, men
noemde dat het toeval, maar dat was 't niet.
grootiog, wat een verhouding
„Ja, die school kost venl," stemt voorz.
somber toe „deer becne we toch zoo an
bedrogen „Och" herneemt de heer Kooij,
,,'t opzicht bij 't boawen deugde ook niets,
van begin tot eind „Non", luidt des Voorz.'a
meening. „zóó hadde wij ook wel opzicht
kenne hcfieEofin, we zgn zoo lang
zamerhand genaderd tot de begrooting van
het Burgerlijk Armbestuur dienst 1905. in
ontvangst aangevende een bedrag vanf8252.73,
waaronder als batig saldo rekening 1903
voorkomt f 1186.73, in uitgaaf eveneens
f 3252.73, dus „kiet" zegt secr. „We heb
ben de uitgaven wat ruim genomen om „klet"
te komen, zegt Voorz. „Ij dat vereischte
vraagt de heer Vijn. „Ja", meent vorige
spreker. Dat is dan heel gemakkelijk,
luidt 't wederantwoord juist niet opgewekt.
„Is ie goed'keurd", vraagtten slotte de Voorz.,
waarop deze bevestigend antwoord erlangt.
Voorz. hoeft „nog iets" met een inwoner
der gemeente, den heer P. Mi mis, die een huls
in eigendom heeft, waarbij hij echter hoele-
maal geen grond bezit, daar bedoelde woning
op armbestuurs- of gemeentegrond staat; nu
wil Mienis bij zijn huis een boet doen verrij
zen en heeft de spnllen, daarvoor benoodlgd,
zich reeds aangeschaft. Voorz. heeft hem
geschreven, dat hij niet mocht bouwen, naar
aanleiding waarvan MienU bij den Burger
vader is verschenen. „Wat denken de heeren
hiervan Och, meent de heer Kooij, we
konden dat boetje wel toestaan 1 „Ja,
maareerst een boet, daner in
stoken... vervolgens... een raam er in,
later een hnishonding er in meent
Voorz. „Neen, ze mogen er natuurlijk geen
woning van gaan maken", herneemt de heer
Kooij. De heer Vel vindt dien Mienis anders
nogal een „onverschillige" en adviseert om
't verzoek van de hand te wijzen Men ver
moedt dat de boet ongeveer 5 M. van den
weg of zal komen, wat de heer Kooij niet
goed zon vinden, terwijl deze trouwens ook
gedacht had, dat de boet achter de woning
zou komen nu ls spreker er niet erg voor.
De anderen evenmin. „De boet zal moeten
dienen", antwoordt Voorz. op oen desbetref
fende vraag, „voor wat honnen" (kippenen
wat rommel 1" 't Ergste is echter (en dat
maakt alle heeren bepaald tegen toestemming
tot bonwing), dat Mients, die jaarlijks f2 50
erfpacht moet afdragen, deze schuld nog niet
heeft betaald voor 't laatste dienstjaar. Toen
de heer Hartog vroeg, welk recht de gemeente
heeft bij zulk een wanbetaling, antwoordde
Voorz. hom, dat we zijn huis kunnen laten
wegsloopen, hetgeen deze echter zelf eea zeer
harden maatregel zon vinden. Dat moet
ook bepaald niet, valt de heer Vijn in, dan
kwam Mienis op straat en moesten wij hem
nog ondersteunen en in de eorste plaats een
woning verschaffen, dan wordt 't nóg erger!
Ten slotte komt de Riad overeen, het ver
zoek te wijzen van de hand. „Non is
mijn kaartje nlt 1" zogt Voorz „haeft er nog
ien wat voor de rondvraag
De heer Kooij meldt, dat de brandstoffen
handelaar Jan Bart hem gevraagd heeft, wie
daarvan leverancier is voor de school aan
da Langereiahij, Bart, had al een heelen
tijd dat voorrecht niet gehad.
De heer Hartog informeert naar de con
ti óle, die hierop wordt uitgeoefend; niet
anders, dan dat de heer De Jong, Hoofd der
School, er een oogje op houdt, wat betreft
het nazien der geleverde artikelende gelijk
matige verdeeling der leverantie blijkt echter
wel eenige herziening te beho9ven, ook in
de andere deelen dezer gemeente, terwijl de
Raad algemeen van gevoelen is, dat het
geleverde behoorlijk dieDt te worden gecon
troleerd daardoor is een leverancier ook ver
antwoord en een goed handelaar is daarop
zelfs gesteld
Bg deze gelegenheid kwam, onder meer
rekeningen, ook de vrij hooge nota vau den
heer P. de Boer ter sprake, dia 150 zak
brandstof had geleverd voor 6 wintermaanden,
waarvoor f 172 50 genoteerd was, waaruit
volgde, dat deze leverancier in hetzelfde jaar
16 cents psr z«k meer noteerde dm J. Kunst
voor de school te Aartswoudnogal eecig
verschil I Na neg heel wat bespreking,
wordt op'sVoorz.'s voorstel besloten, dat de
leveranciers eerst bij hem (Voorzmoeten
komen, en (hoewel de levering niet bij san-
besteding zal geschieden,zullen ze moeten
opgeven, wanneer de levering der brandstof
plaats zal vinden, terwij! dan daarna de veld
wachter Kuin zal moeten controleerer, of de
.iiL ii atiiiiiii'i11 mBüitagAggg
Het wss een geheimzinnige hoogere macht,
die hem die angstvolle vragen, welke
hij van uit zgn duisternis naar haar en haar
lot opzond, op de eene ol andere wijze
weder beantwoordde. Nu bier, dan weer
daar, hoorde hij iets van kennissen uit
Dsckunglabad, uit Darjiling, uit Pal Aripur,
van menschen die hg maai oven kende, en
die niet droomen konden, in welk een
ontvankelgken bodem hun opmerkingen
vielen, over de kleine, mooie mevrouw
Stanhope, die zulk zwaar leed had te
torschen, en die Mr. Stanbcpe een geweten-
loazen vent, een jaloerschan duivel noemden.
Iemand die niet verder doordrong dan
tot de oppervlakte der dingen, had het
ook een toeval kunnen noemen, dat bij als
de eenige civiele persoon zich bij deze jacht
partij van officieren van het tiende huzaren-
regiment had aangesloten, maar ook dat was
een beschikking. Waerom was hij dan op de
terugreis naar Süiguri ia het vorige jaar,
juist met luitenant Daiquith bekend ge
worden. en waarom bad hg" zoo weiEig
als hg op gezelschap gesteld was ab
soluut er niet van af gekuild, om den jon
gen man, die zoo dolgraag Calcutta wilde
bezoeken, in zgn huis te noodigan Waarom
wederom had luitenant Dalquith hem door
deze uitnoodigicg naar de bosschen bg
PaL&ripur, in Kathiin's nabijheid, moeten
brengen Toeval Onzin Het had alles
zóó moeten zijn Alles Ook het ongeluk,
de verschrikkelijke gebeurtenis van dezen
dag
Paul zuchtte ea fronste het voorhoofd.
Daar was hij cp den goeden weg waar
achtig. Wanneer hg zoo alles en alles tot
een middel der Voorzienigheid stempelde,
levering accuraat is geschied.
Da rondvraag verder niets opleverende,
slnit Voorz. onder dankzegging de vergadering.
Zitting van Dinsdag 20 September 1904.
UITSPRAKEN:
N. J. Schot, Alkmaar, mish. 5d. gevang.
G. Wosatenbnrg, mish. f6of 4 d. hecht.,
C. Woestenburg, mish. 2 maal gepl. f 3.
of 2 d hecht, en W. Woestenburg, mish.
f8—of 2 d. hecht, allen te Gralt.
P. v. d. Toorn, Rotterdam: a inish. f30.
of 10 d. hecht., b. wederspannigheid, niet
bewezen, vrijgesproken.
Maria Fyma, Eokhnizen, diefstal, 7 maal
gepl. met 't onder zich hebben van een val-
schen sleutel, 8 weken, gevang.
H. Sieverink, Eakhnlzen, mish. f2.of
2 dagen hecht
A. Blom, Broek op Langendrjk, poging tot
diefstal door inkllmming, 2 mnd. gevang.
O, v. Duin, Castricum, mish. (hij recidive)
2 mnd. govang.
J. Stammis, Heer Hngowaard, overtred.
art. 244 W. v. S, 6 weken gevang.
De eerste beklaagden, en dat waren er wel
vier tegelijk, zijn allen deftige heeren. Ze
hcotenA, J. J. van Steijn oud 52 jaar,
geb. te Baarn, W. F. Over den Linden, 65
jaar, geb. te Helder, W. J. van Neck,55jaar,
geb te Muiden en P. Kramer, 65 jaar, geb.
te Enkhnlzende eerstgenoemde is Burge
meester, do anderen zijn Wethouders der
gemeente Helder.
Deze heeren stonden terecht in hnnce
qualiteit als eigenaars der gasfabriek in hnnne
gemeente en wel wegens het niet hebben in
die inrichting van een privaat, binnenshuis
gelegen, tochtvrij en naar sekse gescheiden.
Daze zaak ia trouwens al meer dan eenmaal
van deze rechtbank behandeld geworden,
zoodat we onze lezers niet met eene breed
voerige uiteenzetting van de oude, tamelijk
afgezaagde geschiedenis zullen vervelen,
te meer dasr we deze indertijd reeds in al
hare bijzonderheden hebben weergegeven.
Amusant was do behandeling bovendien in
geenen deele't was vrij precies 't liedje,
reeds voor de zooveelste maal gezongen.
Het scheen wel, of het publiek er de lucht
van had, met welk vervelend zaakje de zit
ting vandaag zon worden geopend. Er was
letterlijk geen enkele baliekluiver. De pers
proletariërs, waren ook gedeeltelijk wegge
bleven. Getuigen waren er ook niet veel
in de eerste plaats de heer Sicco R. Smit,
gewapend met een groote portefeuille met
teekeningen der fabriek, die hij als Inspecteur
der Arbeidswet bg de rechtbank overlegde,
tevens verslag doende van de zeer hooge
temperaturen, door hem In de fabriek, nevens
het gemis aan eeu aan de gestelde eischon
beantwoordend privaat, waargenomen op 16
Dac. 1902. De heer Smit noemde 't dan ook
een zéér warm lokaal, In tegenstelling met
de leden van 't Dagel. Best. van Den Helder
die beweerden, dat het „geen zeer warm
lokaal" was. Da heer Smit staafde zgn be
wering met 't aantoonen van cijfers en gaf
als gemiddelde tomperatunr op: eene warmte
van 1218 graden Ce Is.; de ruimte, die boven
dit laatste cijfer verwarmd was, noemde spr.
zéér warm en de opDameD, door hem destijds
in de gasfabriek gedaan, gaven allen wer
kelijk hoogere temperaturen aan. De O.v.J.
achtte 't onnoodig deze overbekende quaestle
In den breede te behandelen, doch bepaalde
er zich bij, om met opzij-zetting van de waarde
van zijn eigen moening, van die des geach-
ton verdedigers, of van andere leeken in-dezo
dan zij beiden, de metalng van den Inspoot*
Smit ala die van een deskundige te beschou
wen. Z E G. vond, dat B. en „Wet"houd ;ra
van Dan Helder toch de „wet" wel dienden
te handhaven en hierin zelfs voorgaan
moester. 1 Spreker vond daarmede echter zear
in strijd 't niet-hebben van privaten, door de
Veiligheidswet in 't 6e harer artikelen
voorgeschreven en eindigde met deswege
tegen elk der beklaagden f10.boete, snbs.
2 dagen hecht, te eischen. De verdediger,
de sdvoc.-procur. Mr. W. C. Bosman, rele
veerde, hoe deze zaak eerst al voor 't Kanton
gerecht te Den Helder was behandeld, waar
bekl. destijds vrijgesproken zgn, vervolgens
om hem en Kathlin weer samen te brengen,
dan zou ook deze ontzettende tragedie een
schakel zgn in den ketting der door een
hoogere macht gewilde gebeurtenissen, en
dan liet tenslotte Ood nog Zijn wereld om
hem ea zijn gelielde draaien.
Dat kwam er van, als men het probeerde
om een eeuwige waarheid ten eigen bate
aan te weaden. Dat er geen toeval was,
was een diep in hem gewortelde overtui
ging, maar voor alles, wat er in de
wereld geschiedde, den uitleg te vinden,
daartoe reikte niet de menschelijke scherp
zinnigheid.
Zooveel stond in elk geval vast, dat hg
er veel voor zou hebben gegeven, om dit
ongeluk te kunnen verhinderen, en dat niet
alleen ter wille van Kathlin neen, de
jonge Macdermat had dadelijk gisteravond,
toen Paul in zgn gezelschap den avond
had doorgebracht, in hooge mate zijn
belangstelling opgewekt. Eerstens wel
door zgn opvallende mannelgke schoonheid.
Dat mensch had een kop en een gestalte,
die een beeldhouwer in verrukking zouden
hebben gebracht. Daarbij was hg zeer op
gewekt geweest, had mop na mop verteld,
en daartusschen rgkelijk gedronken. Daarom
was hg den volgenden morgen niet zoo
frisch geweest als de anderen en bg het
heldere deglicht had Paul tot zgn spijt aan
allerlei kleinigheden gemerkt, dat de worm
van een leelgken hartstocht reeds begonnen
was, aan de schoonheid van den armen
jongen te knagen, Ook op den rug van den
olifant was de cognacflesch meegegaan en
onderweg had kg haar zoo dikwijls aan
gesproken, dat Paul een paar maal
de vingers gejeukt hadden om hem die