^„dag ao Oct. 19*14. jgste J»»rgang. No. 3988. ^PVVEEPE BLAD. y ïrfriwto dijk en zijn oièrkud, ïiin k ïp ojficieele geschriften bewerkt dcor »*&sp Schuitemaker Jzn., onderwijzer te Barsingerborn. Weytingh en Brave te Amsterdam 1904. Prijs fl.26. I r n bevriende hand zond mij 't werkje, 'f. tftei ik hierboven afschreef, met ver- k er mÜn oordeel over nit te spreken in fschager courant, i 'V" t was echter een opdracht, waaraan vrij zwarigheden verbonden waren, want een gewoon lezer alles op zijn gemak I doen, slechts hier en daar noteerende 1 k,nt ),tin belangrijk toescheen, was ik ge- l( eS jza8kt 't werkje nauwgezetter te bestu- fI1 dat vordert tijd, meer zelfs dan I j ,ejwacht. v Atat dan ook, dat deze regelen langer f «Mtë^leven, indertpd mijn voor lap «sa, iets, wat mij door den vriende- neDieDzeDi!er moge worden vergeven. j8D 't werkje van Schnitemaker meer J in beslag dan ik vermoedde, laat ik er j dat ik er steeds met onver- 110 "Jf)W d>° oren. fld" genoegen in gewerkt heb. En wie West friezen als we zijn, gehecht aan °nten'gei>oorteKron<i'fier °P on8 V6rleden, dat eekt van taaie volharding en rustelooze 'P'-teling met de Hollandsche graven, die *°op hunne onderwerping gemunt hadden, i„rna met den grooten vijand, het water, wie onzer, herhalen we, waardeert het niet, 7, er een uit ons midden opstaat en een Izing doet, om ons fragmenten nit dien [«woeden strijd voor oogen te stellen Js er ls gestreden eer de Westfriesche dijk «d tot wat hij thans isde krachtige be- !her'mer van Hollands Noorderkwartier 1 jfogs men al het juiste jaar niet weten, ïinneer hg is gewrocht, oud ls hij en de Codex Egmondanus vermeldt reeds zijn be- itwn in 1250. Wel wss hij toen niet een ifdoende waterkeering, en bestond hij naar ,Ue waarschijnlijkheid nit hoopeD zeewier, jj6 «enigszins landwaarts ingelegd werden, opdat de golven door de buitenllggende gron- zonden worden gebroken, hij beschutte toet reeds in de gröze oudheid zooveel hij ioo, bet aan meren, poelen en moerassen zoo rijke West-Friesland. Meer dan eens toch heeft men kleinere en grootere stukken lands de zee moeten prijs geven, heeft man „..gen" moeten maken en zijn zoodoende énkele dorpen en gehuchten verloren gegaan. Ook de meren in 't binnenland, als zoovele binnenzeeën, deden menige verandering in vorm ontstaan. 't Was dan ook allerminst een „vast land. En toch, dat zelfde water, dat immer aan qn gebied knaagde en den Westfries en zijn land steeds met den ondergang bedreigde, was lijn vriend in de heftige, telkens hervatte vottteltae tegen Hollands graven, tot in 't leste Y\ot\» de Vijfde in 1288 de Westfriezen bedwong, nadat „een groten storm van wynde en een al te groten vloet van water, 't lant tot een al te jammerlicke plaghe was geweest". Terecht zagen Floris en zgn opvolgers in, dat de Overheid moest zorgen voor de dijken, zoo ze 't land wilden behouden en daarom hebben zich in dit deel van ons land de dijks- be8turen zelfstandiger ontwikkeld, dan ergens andere. Nimmer verloren de graven de zorg voor de waterkeeringen nit het oog en meer alen greep de Overheid krachtig in en ge- luttc herstellingen als anderszins. Ook de veratoei'iog was een punt, waarop zij haar aandacht gevestigd hield. Kwamen er on- ,1 billijkheden in 't onderhoud voor, als de lan- ,1i Jen „qualvk wieruCO gewatert, dan was de ^erheid daar, om den toestand te verbeteren !B zoo kon het gebeuren, dat de eene ge- werd ontheven van een zwaar te ajÏÏL -men deel, 't welk een andere werd «('«Seweze herinneren nog ver- ëiiwf men als: de Ursemmerdijkonder Tiikel dVs "*g8r en Grootebroekerdijk bij kÜLWOa?er C ÏS waakzaamheid en unw/f» j tro h#bbe» meer dan eens l°rg', %hap geteisterd. De 6 vloeden het lanc snctflte vooral) staan «en 1670 en 1675 (dit i ^^geschiedenis lop:°ht,in3de water' koolgeteekend. Westfriesland met zwarte %^§n Schar- »<ms. t0oh, brik de dÖk tlu tand werd 6 su Schardam door. Vee. water gezet en met stak de storm nogmaals op de Zwaagdijk brak en werden de velden tot onder Hoorn en Enk buizen blank gezet. Na dien tijd begon men meer aandacht te schenken aan de binnendijkende Langereis- dijk werd verhoogd tot 8 voet boven den hoogsten stand van het overstroomingswater en de Mallegatsluis werd gebouwd. Ruim een halve eeuw later trad een tweede vijand opde paalworm, en wekte een niet geringe ontsteltenis in den lande, doch geluk kig werd ras daarop 't middel gevonden om de dijken door middel van groote steecen te versterken. Dat was afdoende, maar duur Ziehier lezer, in zeer korte trekken den inhoud van 't vlot geschreven boekje, waarin men veel zal aantreffen, wat den hnidigen toestand verklaart. Enkele opmerkingen mogen nog slechts een plaatsje vinden. Vooreerst zgn er vrgwat drukfouten ach tergebleven stippen we slechts aan die op pag. 13, 20, 26, 58, 62, 67, 86 en 87. In de tweede plaats raden we den schrijver aan, om in het vervolg, bij het clteeren, de correspondeerende pleatsen in 't werk van Mi. De Vries etc. te noemen, in stede van de oorspronkelijke stnkken aan te geven. Dit eerste is trouwens algemeen gewoonte en vergemakkelgkt in niet geringe mate't naslaan van sommige zaken. En ten slotte zon, wat sommige punten aangaat, als b.v. oudheid der dijken, dijkrecht, gezag van den Landheer etc„ het werkje aanzienlijk uitgebreid hebben kannen worden, maar misschien ook voelt de schrijver zich aangetrokken, dat later meer uitvoerig te behandelen. Toch ls het jsmmer, dat de „Vriesendijk," die reeds door Philippns a Leijdis in zgn werk„Tractatus de Cura Republicae et sorte Principantis" een der principaelste dijken van Holland genoemd wordt, niet wat breeder is behandeld. Zoo één, dan heeft dit deel van West-Friesland's omringdgk een geschiedenis. Maar dit zijn kleinigheden, die 't vele goede, dat het geheel ons biedt, geen afbreuk kun nen doen. En als de stormwind over West-Friesland's landouwen vaart, staat hg palde trouwe wachter aan de zee, dat renzenmonnment uit vervlogen eeuwen, dat zich gelukkig nog steeds mag verhengen in de nauwlettende zorg onzer dgksbestaren, en aan welks voet de beer Schuttemaker een krans heeft neer gelegd. J. DE VRIES. 1675 - -jr }»ps '»4 wisten j. a. kmoi en met moei. aan scbsger eu Nledorper Koggen den v «jjber Langereis te keeren. Den 6en Dec Arrondissements Recht bank te Alkmaar. Zitting van Dinsdag 25 October 1904. UITSPRAKEN Jacob Strijbis, Z.-Scharwoude, strooperij met behulp van een vaartuig, niet wettig bewezen zijnde, vrijgesproken J. N. Schot, Alkmaar, overtreding art. 246 W. v. S., 1 maand gevang. P. Zwaan, Egmond aan Z9e, mish., 1 week gevang. D. Mol Jz., Wervershoof, baggerstrooperij met behulp van een vaartnig, f0.60 boete of I dag hecht. P. Koning, Blokker, ld., fl.— boete of 1 dag hecht. J. Strgder, Kolhorn, miah f 6.— boete of 6 dagen hecht. Cornelis Meier, Ondorp, mish., 14 dagen gevang. Zooals we wel vermoedden, was de eerste nienwe zaak de al tamelijk afgezaagde his torie van de dienstbode des heeren J. N. Perrain te Den Burg op Texel, die dezen zomer van haren patroon verschillende kleinoodiën, benevens een sommetje gelds van ongeveer f 20.stal. Perrain en echtgenoote waren beiden pre sent, om voor de zóóveelste maal zeker ook niet tot hun onverdeeld genoegen ge tuigenis af te leggen. De O. v. J., aan 't woord komende, vond het verzet van dit dienstmeisje, Maria Fijma geheeten, tengevolge waarvan we de herhaalde behandeling dezer zaak genieten, eigenlijk meer gegrond op het feit, dat ze erg tegen gevangenisstraf, ('t zij dan voor langer of korter tgd) opziet, dan wel op gegronde weerlegging van de haar ten laste gelegde feiten, die ze trouwens ook bekende Daarom vond Z.E 6. geen termen, om hare straf, die, terwijl eer, maand gevang, was gcëischt, bg uitspraak op 3 weken was neergedraaid, nu nog te verminderen. Spreker begreep zeer goed, dat bekl. eene geldboete wenschte, doch wees er op, dat de rechtbank voor een dief stal - nog wel gepleegd met behnlp van een valschen sleutel, gevangenisstraf moest opleggen en er haar niet met eene geldboete mocht laten afkomen 't Eind van het liedje «as dan ook, dat Mr. Cnopius opnieuw 3 I weken gevang, elschte. We hadden gehoopt, dat er na dit al niet voor de eerste maal „opgewarmde lessie," eens een lekker schoteltje, eens wat smakkeigker kost zon worden opgedischt. Hoezeer zagen we ons echter bedrogen, want daar kwam binnenstappen de zeer brutale Franciscn» Ludovicus Steitenpohl van Wervershoof, een der hatelgkste rechtszaal habitués, die men zich kan denken. Ook dit zaakje is al, na eerst te Medemblik voor 't kantongerecht te zgn behandeld, waar van Frans (natnnrlgk in verzet kwam, voor de groote rechtbank te Alkmaar „gegooid" door onzen Franciscns, die heel deftig in hooger beroep kwam. Nu hadden we de eer nogmaals, doordat de uitslag van dat hooger beroep bem ook a' niet zinde dus maar weer verzet Het zaakje zelve? Och, niet anders dan een vischpartgtje, op 9 Maart j.L te Sijbe- carspel gehouden, wssr ons visschertje met Simon de Haan vischte „al ince dat riet", echter zonder schriftelgke vergunning van den eigenaar van het vischwater, bg welke gelegenheid de rijksv. Marines hen bekeurde. Overbekend als het zaakje is, znllen we in in geen bgzonderheden treden, maar liegen deed Frans zóó kolossaal, dat we bgwglen een zeker verdacht geluid op 'zgn hoofdje meenden te hooren, terwgl zgne gewone vrgmoedigheid, om het nn eens geen onbe schoftheid te noemen, bem ook nog gansch niet begeven had 1 De heer 03. telde de praatjes, die Steitenpohl nn ter elfder ure opperde, in geenen deele en eischte bekrach tiging van het vonnis, volgens Z E.G-. be staande in 2 hecht., elk 14 dagen lang, plns uitlevering van het gebezigde keernet, bg gebreke waarvan f 1.50 boete toegepast zon worden, welke desverlangd door 3 dagen hecht, was te vervangen. Hoe scherpzinnig Z E G. ook altgd is, toch waarmerkte Mr. Cnopins heden de spreuk, dat de beste zich wel eens vergistonmiddel lijk toch na den eisoh deelde de heer Off. mede, dat hij de zaken eenigszins vooruit was geloopen Trouwens, bg zoo'n besten klant als Frans, die veeltijds meer dan één zaakje op de zitting meebrengt, kan licht even een verkeerd dossier ter hand worden genomen, hetgeen dan nn ook ZEG. overkwam. Spoe dig was 't abuis hersteld, door een gewgzigden eisch, n.1. een hechtenis van 14 dagen. Was nn die brntale rakker van 'n Frans maar opgehoepeld 1 Maar jawel, hoe graag we hem ook wilden loozen, en vermoedelijk wij niet alleentoch had sinjeur nog 'n verzetzaak, en wel een zelfde staaltje van jacht-en-vlsscherij wet-overtredlng als 't vorige, met dit verschil, dat hiermeê de Nibbixwou- der gem-veldwachter Hendrik Galis hem bekeurde, terwgl Steitenpohl deze overtreding te Hauwert pleegde. 't Was hier, dat de heer Off. nu den eisch, straks even te vroeg gedaan, instelde, n.1. bekrachtiging van 't vroeger gewezen vonnis, bestaande in 2 hechtenissen, elk van 14 dagen en uitlevering van 't gebezigde keer net, of f 1.60 boete, subs. 3 dagen hecht. De geachte Praesns vroeg, of Frans nog wat had aan te merken Nu, geen beetje hoorNadat bij eerst de politiemannen op zijn gewone fijne manier voor grove leuge naars nit maakte, wees echter Mr. Van Hou wingen onzen Franciscns ook eens eventjes op de door hem (Frans) gedebiteerde lengens. „'k Zeg niks meer, 't geeft m'n toch niet I" snauwde Frans nijdig den President toe, „en al hew ik vergunning van de menschen, den word i k toch bekenri'k moet zeker op zolder visschen hé?" bulderde onze jongeheer, die ten slotte de stelling opperde, dat men evengoed ja beter een dief of moordenaar kan zijn, dan een „eerlgk"(1visscherman. Niemand geneigd zijnde, tegen dit hoogst- beschaafde mannetje in debat te treden, was deze historie afgedaan. Johannes Franciscns Leeuwensteijn, 18 jaar geleden geboren te Amsterdam, wonende te Alkmaar en vóór dien te Helder, vormde met den 2 l-jarigen Johannes Heeman uit laatst- gemelde stad een aardig stel beklaagden. Beiden steenhouwer- van beroep, hadden ze een niet onbelangrijke rol gespeeld in een relletje, daags voor de feesten te Helder. De heeren waren knap beschonken en Leenwenstegn sloeg een agent van politie J. F Jacques, toen deze aanmaande tot door- loopen en hoorde daarvoor tegen zich eischen 7 dagen gevang.Heeman f 10boete of 7 dagen hecht. We kwamen nu weer wat meer in de buurt te land, daar Huibert Regne van Znid-Schar- wonde thans op het beklaagden-bankje plaats nam met dezelfde waardigheid, als ware 't een keurige, met 't kostbaarste fluweel bekleede armstoel. Huib, een kort, gezet landbonwertje, uitte op 19 Saptember j.L eenige zeer belee- digende woorden voor 't echtpaar Pieter Schager en Neeltje Bas, die in stillen vrede een blerhnfs houden vlak bg de Roskambrng. De reizigers, die uit het „verre Oosten" komen, en alzoo naar Langedijk en verderop willende gaan, over de zeer hooge Roskam brng moeten, willen ne zóó'n vermoeiende brugbestgging wel even rusten, waartoe In Schager's herberg alle gelegenheid bestaat. De waard en zgn gade hadden nn echter op 18 Sept. htm café bg de Roskam eens even verlaten, om de Znid-Scharwonder ker mis op te zoeken. Zoo kwamen ze, 's nachts om 'n uur of 3, 't was vanzelf inmiddels 19 Sept. gewordenin de herberg van A. Kist, in wiens lokaal vedel, piano en bas met 'n strgkstok, den goeden lniden lustig aan den dans hadden gebracht. Reeds bg hnn „entrée de chambre," ze waren nog □anwelgks de deur ingekomen werden ze beiden door Regne allerha(r)teigkst ver welkomd. „Ha, daar heb je den van de Ros kam riep hg Pieter toe. „Kgk, daar heb je die ook vervolgde hg, toen Pleter's vrouw verscheen. Daar kwam heden nog meer te berde. Maar „Es war alles durch einander, Wie Maosendreck nnd Koriander." Huibert, die de beleedigingen niet best wilde bekennen, moest verklaren, gesnerlel grieven tegen het beleedigde echtpaar te hebben gehad. Toen 't eindelijk „mooi ge noeg" was, eischte de heer OffRegne's han del wgze 'n boerengrapptgheidje noemende, tegen dezen wegens eenvondige beleediging, 2 maal gepleegd, f 6.— boete, subs. 10 dagen hechtenis. Piet Bakker van Grootebroek hondt er zeker niet erg van om „nitteekend te worre", tenminste niet in de conrantDit zon je althans opmaken alt de minder vleiende bewoordingen, die hg nog vóór de opening der zittiDg aan 't adres van een der Alk- maarsche heeren van de pers heeft genlt, toen hij zich zeer behagelgk tegen de balie had neergevlgd. Al dadelgk zagen we, ons omkeerende, in hem 'n ouden kennis, die vroeger ook al voor beklaagde alhier heeft gespeeld, toen voor een inder daad achandeigke zaak, in verband waarmede destgds ook 't bovenkamer-ameublement van onzen Pierre allernauwkeurigst is onder zocht geworden. 't Rapport des onderzoekers kunnen we niet releveeren, maar thans stonden de meu belen in Piet's bol, voor zijn doen althans, zeker nogal vrij ordelijk gerangschikt. Hg lolde althans heden als bekl. zoo miserabel nog niet. Toch werd men door Piet's ver klaring alleen ook al niet zeer duidelijk inge licht. Gelukkig waren er nog een viertal getuigen, allemaal ook Grootbroeker land bouwers, de een al goochemer dan de ander De geschiedenis handelde over een diefstal van riet, gepleegd ten nadeele van den 49- jarigen landbouwer Klaas Bulsman. en wel door onzen Pieter, zoon van Jan Roelofsz. Bakker en Geertje Boos. Dat kwam als volgt Buisman heeft een rietboschje in Groote broek en zekere Jan Bont heeft er een onder AndgkT Bont had, wat zijn eigen boschje betrof, aan Pieter Bakker verlof tot afsche ren van 't riet gegeven. Piet alzoo met grooten gver er op los, doch vond Bont's boschje reeds afgeschoren Pieter, leep genoeg, meende, dat men voor een boschje, dat reeds die bewerking beeft ondergaan, geen verlof tot afscheren geeftdat was hém zelfs te zot. Zoodoende maakte hij zichzelven diets, dat Bont een ander boschje moest bedoe len. Hij kwam alzoo bij Bulsman's boschje, dat hij, zooals hij zegt, voor Bont's eigendom hield en hier schoor hij In een minimnm van tgd den heelen boel zoo kaal alsof er nooit iets had gestaan, terwgl hg meteen den heelen voorraad maar meenam In zijn vaartuig. Toen Buisman zulks ter oore kwam, nam deze Madame Jnstitia in den arm, om haar vervolgens Bakker in de armen te voeren. Er werd zooveel gestroopt, (ongestraft), zei Bnisman, dat, nu er getuigen van waren, deze zaak vervolgd moest worden. Buisman was echter zoo ridderlijk om aan te nemen, dat bekl. zgn [Bnisman's] riet voor dat van Bont had aangezien1 Bont op zgne beurt verklaarde met heel veel gestes, alleen voor 't zgne en niet voor Bnisman's rietland ver lof tot scheren te hebben gegeven alleen wist hij maar niet zeker, of het door Bakker meegepakte zoodje riet aan Buisman behoorde of aan hem Een paar getuigen van stavast, hoor, die eerste twee, en ook het andere twee tal gaf zoo menig licht in de vrg rare kwestie, dat de O. v. J. bij gebrek aan bewgs vrg- spraak voor Bakker moest vragen, die na een lange reeks „smoesjes" ten slotte ver klaarde, over de zaak „voldaan" te zgn. Thans werden er weer een paar tegelijk „opgestoken." Deurwaarder Haasbroek toch presenteerde ons als beklaagden de volgende combinatieJan Groot en Kees Veel, alle twee Grootebroeker jongelui, die in den nacht van 26 op 26 September zouder permissie zich bevonden op het besloten erf van Dirk Rood. Toen Lakeman en v. d. Veen, respec tievelijk nachtwacht en gem.-veldw., zich derwaarts begaven, was 't Groot, die het gladweg om op te hoepelen, want hij wou loopen, waar h g verkoos. Kees Veel bad zich nogal „gnap höuen", maar Mr. Cnopius eischte tegen hem toch net even goed f 8.— boete, snbs 8 dagen hecht., als tegen Groot en znlks wel naar aanleiding van art. 138 W. v. S. Ie lid, wegens het zich bevinden door 2 pers. in vereen. op eens anders erf, zonder zich op eerste vordering vanwege den rechtheb bende te hebben verwgderd. G. J. Pielts, van Hoorn afkomstig en thans koopman te Alkmaar zgnde, beleedigde op 28 Sept. j.1. op grove wijze zgn voorma- liger baas, den kaashandelaar Willem de Waal, door dezen uit te schelden en allerlei verwgten naar 't hoofd te slingeren. Zoo beweerde Pielts, dat De Waal zonder verlof 90 gondsche kaasjes van hem had wegge haald en verder, dat de waarde hiervan en wat geleend geld een som van f 1800.— vormden, die Pielts nn van De Waal had te vorderen. Toen nn Pielts bg De Waal aanbelde, en aan de dienstbode vroeg of haar „smerige baas," van wien hg nog zooveel geld moest hebben, thnis was, kwam De Waal voor en smeet, (volgens Pielts,) de deur voor diens neus dicht, nadat hg vooraf Pielts een klap op 't hoofd gegeven had. Deze ontkende voorts de beleediging „smerige baas" te hebben genit, hoewel hg vandaag niet schroomde, om, voor de heeren rechters staande, De Waal voor dief nit te maken. Toch schenen de in deze zaak aangevoerde bewijzen niet sterk genoeg om 'n eisch in te stellenalthans de O.v.J. bepaalde er zich bg, om heden vrgspraak voor bekl. te vragen, echter met dien ver stande, dat bekl. groote kans loopt, ander maal ter verantwoording te worden geroepen. Een levendig dames-dnetje, na eeüs niet nit Den Helder, maar nit Alkmaar zelve, vormde heden de achterhoede. Beklaagde was mevrouw Maartje Zeek, geboren Veldboer, wonende In de Overdie- straat en geboren te Ursem. 't Moet op Vrijdag 9 September een rechte hurrie ge weest zgn in die Overdiestraat De kinderen van mevr. J. de Vries, van d'r eige zelle- vers eigenlijk heetende Johanna Kossen, waren oventjes op 't plaatsje en toen kwam mevr. Zeek met veel bombarie en joeg de stampertjes onder allergselgkste scheldwoorden weg. Mevr. de Vries, ook ter snede, vroeg explicatie dienaangaande, niet zninigBekl. diende haar echter van antwoord, door met een zwaar stak hout haar een slag tegen 't onderigf toe te dienen, die haar den waag- toren voor een rooie kool deed aanzien. On middellijk naar de „pelisie," dat ken-je begrg- pen En nn op de zitting 11 Bekl., al onrustbarend huilebalkend voor de waarachtige historie begon, welk gejammer stormeDderhand|toenam, ver klaarde een wrok te hebben gehad, die d'r nit moest en daarom had ze vrouw De Vries een tikje met dat houtje gegeven, alsof ze bedoelden wrok uit Johanna Kossen's lichaam moest timmeren 1 Een mooi idés. De kinderen had ze boven dien niets misdaan en voorts treiterde en sarde mevr. De Vries haar onuitstaanbaar, en stond onophondelgk over haar te „klet sen", etc. Verschillende „nhn, uhn, nhu's wisselden voorts hare zeer klenrrgke voor dracht af, die bovendien nog, meer dan noo- dig, werd geaccompagneerd door de mishandelde Johanna Kossen, die van nit de getuigen bank door hoofdschudden, glimlachen en diverse uitvallen, als „Jonge, jonge 1" 't „Is vesjikkelgkOm te sjeenwen 1 Och, grut, mensch, hou op 1" enz. Dan volgde er weer een roerend „uhn" en een halve liter tranen. De heer Officier, die zich overigens niet graag met die burenruzies, zooals ZEG. het noemt, bemoeit, moest hier toch met betrekking tot dien in de Overdie straat gevoerden oorlog een kleine medlcgn toedienen ter gemoedskalmeerlng, van welke taak deze ambtenaar zich kweet, door tegen Maartje f4.— boete, snbs. 4 dagen hecht, te eischen, verwachtende, dat er dan weêr kalmte ln de harten zon wederkeeren. Hoe zeer bedroog ZEG. zich in die veronder stelling Nog geen half uur nn afloop der zitting toch hadden we 't dubieuze genoegen, de dames in quaestie met veel ijver in den Kennemerstraatweg handgemeen te zien, echter spoedig door den politle-agent Kooman gescheiden wordende, waarna ze, hevig kib belende, huiswaarts trokken. De nitspraken in alle deze zaken werden bepaald op heden over 8 dagen. r J f fl 16. Roman van G. SCHROEDER. 000 Vierde Boek. )fl 'Oi >f feh°k ^r' Smith lachte maar stil voor keen en dacht„Dien man heeft het Hi. a'8 nog niet een."En wanneer Paul "«ver J- B .1 -J u_ 65 rfe6r<n8 de eene °f andere grotheid, be- Jje 701 ze'de„Vergeving, Johnson, maar 6r vloekte hitte1" dan antwoordde hg Vergenoegd „Ga uw gang maar, blaas |f»t i6608 naar ^arbelust uit, dat ruimt op. teej.3 ^ezon<i en die gloeiende temperatuur ^tJere goede, dat zoodoende geen ve feesehe dan mevrouw Stanhope 2^/ *aagd heelt, naar het Zuiden te reizen, unnen wij gemakkelijk haar spoor ri ,°mbay volgen." 2 geve, dat zg ms gekomen is - «Bdere er zonder stoornis P maar dat de een 4 Vdt «6re 0tü8tandigheid haar daar terug- t«er tbet*Üfel ik in 't geheel niet, mrjn- 16ger Men vindt maar niet steeds .&0' k'"r 'j»»-' kon een goede luim gebleven, een Wordt slecht betaald 1" was het vao Smith's levenservaring. werd zgn optimisme op een j den jsware proef gesteld In geen enkel hotel v^sj het Europeesche stadsdeel had men iets n een Mrs. Stanhope gezien of gehoord, va 4g tocht van de oude stad naar het en 'ahotel. welk voorstel de koetsier Bycul -*ei4 met weinig hoop ondernomen, deed, v echter daar haar naam in de Toen n. ^gjg8t ontdekte, volgde op de vreemdeling '^Jgk weer eeD groote ont- vreugde dad haastig geroepen hotelier goocheling. De x damè twee dagen bg bem verklaarde, dat dt eergister met de had gelogeerd, m x J£oningin" haar reis oceaanstoomboot „Dt smazet „Zg was zeer naar Europa had voor. gpoorreis," be- vermoeid geweest van die naar alle richtte hg den heer Rieg jjaar kamers bgzonderheden vroeg, „had haast gehad, gedineerd en de grootste om op de koele zee te komen. pau^ eH „Op het koele water 1" dach. ,^at een stelde zich sidderend voor den g ^eete zeereis in Juni door de gloeiend Roode Zee. den Mr. Smith had evenwel reeds weer rosé bril opgezet. „Geloof mij, mgnheer, v ij hebben alle reden om tevreden te zijn,' verzekerde hij, toen zg weer in hun rgtuig wegrolden. „Wg weten nu precies, waar wg de dame hebben te zoeken—" En ook, dat zg twee dagen voorsprong op" ons heeft, die op geen enkele manier „Hn in te halen'" antwoordde Paul donker. O toch wel, mgnheer Rieger. Op de ,<«de' liet een Oostenrgksche stoomboot, flie vanavond nog het anker licht. Wie zegt dat?" "ik heb zoo onder de hand eens rond- ^Mairwat baat dat? De Oostenrijker zal Engelschman toch niet inhalen „Neen, maar wanneer u met den Oosten rijker gaat en verder vanaf Trië.t over land reist, dan is u bepaald vóór de En- galsche boot in Southampton." „Dat is een idée. Zou er onderweg niet het een of ander kunnen gebeuren, zoodat ik toch te laat kwam „Voor dat getal geven wg per telegraaf order aan Tom Morris, mijn Londenschen collega, om naar Southampton te gaan. Die neemt haar daar in ontvangst en zegt u. waar de dame is afgestapt en waarheen zg is gereisd „Voortreffelijk. Dat de man nauwkeurige aanwijzingen ontvangt en op tgd op zgn plaats is, daarvoor stel ik u verantwoordelijk, Johnson, en nu koetsier, direct naar de haven 1 Onderweg schreef Paul voor zijn kun- digen helper een check* die diens tevredenheid met het leven nog wel wat zal hebben verhoogd, want nadat hjj Paul op de boot had gebracht, reed hg, het vroolgkste deuntje fluitend, naar de stad terug en bestelde in het Apollohotel een heerlijk diner. Daardoor gesterkt, ondernam hij nog denzelfden avond de terugreis Een >g)oi zaakje had hij daar in Bombay ge- >akt, Ja zeker, maar er was zoo weinig ©eê te behalen geweest. Een vrouwtje sporen, die het ABC van de intrige eens had geleerd en die met 'fce onschuld haar vollen naam adeJ"'9 'registers inschreef, ofschoon zg tot de hote. wilde worden, daarvoor geen prgs met wereldreputatie had men geei »0jjnsoa coo(}jg om die op te van L r >ht de eerste de beste jongen spotend,e; W dat hem b Pabaripur Binnenlandscb Nieuws. Krankzinnige n-v erpleging. In de provincie Noord-Holland beloopen de uitgaven voor verpleging van arme krank zinnigen blgkens de begrooting voor 1906 niet minder dan f 632.000. Onder dit bedrag is begrepen een som van f 400.000 voor kosten van den bouw van het gesticht Duin en Bosch te Castricnm, een bedrag van f 80.000 als bijdragen in de kosten van verpleging van behoeftige krankzinnigen en een bedrag van f 162 000 voor kosten van verpleging van behoeftige krankzinnigen, welke rechts- streeks door de provincie worden betaald. Een ontaarde. Hij had in een banketbakkerij te GRONIN GEN Inbraak gepleegd en was veroordeeld. Toen hg uit de gevangenis was ontslsgeD, had hg ln Duitschland in de kolenmijnen 1. mi eer na ti niet kinderlg in kon hem, behalve geldelijk voordeel, nog wel eer, een goede portie njjd van zgn collega's, ieders bewondering, enz. enz., opbrengen. Hg twgfelde er niet aan, of hg zou wel klaar komen, o daar dacht hg geen moment aan zeker, hg zou 9lagen. Zeer nauwkeurig deelde hg de mensch- heid in twee helften. De eene helft kon den detective gerust in de oogen zien, de andere helft niet. Tot die helft behoorde Ibrahim. Hij had bepaald iets te verbergen. Een goed teeken, dat hg het drie jaar bg een man had uitgehouden, die anders met zgn dienstboden doorloopend overhoop lag, en hen net verwisselde als zgn kleeren. Was dat een goed teeken Het spreek woord zegt„soort zoekt soort," en „zoo heer, zoo knecht." Zg hadden mgnheer Stan hope met alle eerbewijzen naar het graf ge dragen, maar de meest gehate man in het heele district was hij toch geweest. Wan neer iemand, die door iedereen zoo onge veer gehaat wordt, door één enkele wordt bemind, dan is het tien tegen één, of die eene deugt ook niet. Maar, nietwaar een Hindoe een Euro- peeër liefhebben Dat wonder kwamen zelden voor. Een Hindoe verkoopt zgn ziel voor geld, en voor goed geld was hg ook in staat, een slechten meester kruipend te dienen. Maar in de eerste plaats had deze Ibrahim niets kruipends over zich, en dan was Mr. Stanhope, bg al zgn rgkdom, nog zeer karig geweest. Een Hindoe, die den dood van zgn En- gelschen meester maar niet kon overwinnen Ook een curieus ding, dat in een museum thuis behoorde. De Hindoes kunnen heel vroolgke liedjes zingen als hun bloedver wanten op den brandstapel worden neer gelegd, Zeker, deze Hindoe was geen Brahmaan, maar een Muzelman, doch dan was hg ook weer een fanatiek mensch, voor wien een doode Christen ongeveer even veel waard was, als een dcode bond. Ja,Ibrahim's treurigheid om zgn gestorven meester was een raadsel, en die heele Ibrahim wac een raadsel, dat zeker niet zonder moeite zou zgn op te lossen. Dat verhoogde de aantrekkelgkheid der zaak, en bovendien was het een extra geval, zoo in een mooi huis met een paar dftzjjn bedienden een lekker leventje te leiden. Terwgl Johnson met zulke gedachten zeer gemakkelgk over de onaangenaamheden van de reis heenkwam, had Paul Rieger moeite genoeg, zich met de gedachte eigen te maken, dat hem in het beste geval nog drie weken van Kathlin scheidden. In het gunstigste gevalEr konden ook veitra- gingen komen. De „Keizerin Elisabeth" was een flinke stoomer, maar daarom nog niet voor alle ongevallen bewaard. De wind, die nu uit een goeden hoek blies, kon ook eens uit den anderen hoek gaan waaien. Daarbjj had men 600 Mekka-pelgrims aan boord, die moesten in Dschidda ontscheept worden, en dat beteekende een oponthoud van twee dagen. Met een heele vloot van Indische zeilbooten waren die menschen aangekomen, als een zwarte mierenhoop aan boord gekrabbeld, en zg vulden nu in alle hoekjes het tus- schendek, ja, zelfs in gangen en kajuiten der tweede klas hadden zg zich neergelaten. Tusschen proviandmanden en waterkruiken hokten vrouwen en kinderen, van deze af gezonderd in clubjes de mannen. Slechts heel weinig gelukkigen vonden plaats, zich voor den slaap te kunnen uitstrekken, het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1904 | | pagina 5