^„dag ao Oct. 19*14.
jgste J»»rgang. No. 3988.
^PVVEEPE BLAD.
y ïrfriwto dijk en zijn oièrkud,
ïiin k ïp
ojficieele geschriften bewerkt dcor
»*&sp Schuitemaker Jzn., onderwijzer te
Barsingerborn.
Weytingh en Brave te Amsterdam
1904. Prijs fl.26.
I r n bevriende hand zond mij 't werkje,
'f. tftei ik hierboven afschreef, met ver-
k er mÜn oordeel over nit te spreken in
fschager courant,
i 'V" t was echter een opdracht, waaraan vrij
zwarigheden verbonden waren, want
een gewoon lezer alles op zijn gemak
I doen, slechts hier en daar noteerende
1 k,nt ),tin belangrijk toescheen, was ik ge-
l( eS jza8kt 't werkje nauwgezetter te bestu-
fI1 dat vordert tijd, meer zelfs dan
I j ,ejwacht.
v Atat dan ook, dat deze regelen langer
f «Mtë^leven, indertpd mijn voor
lap «sa, iets, wat mij door den vriende-
neDieDzeDi!er moge worden vergeven.
j8D 't werkje van Schnitemaker meer
J in beslag dan ik vermoedde, laat ik er j
dat ik er steeds met onver-
110
"Jf)W d>°
oren.
fld" genoegen in gewerkt heb. En wie
West friezen als we zijn, gehecht aan
°nten'gei>oorteKron<i'fier °P on8 V6rleden, dat
eekt van taaie volharding en rustelooze
'P'-teling met de Hollandsche graven, die
*°op hunne onderwerping gemunt hadden,
i„rna met den grooten vijand, het water,
wie onzer, herhalen we, waardeert het niet,
7, er een uit ons midden opstaat en een
Izing doet, om ons fragmenten nit dien
[«woeden strijd voor oogen te stellen
Js er ls gestreden eer de Westfriesche dijk
«d tot wat hij thans isde krachtige be-
!her'mer van Hollands Noorderkwartier 1
jfogs men al het juiste jaar niet weten,
ïinneer hg is gewrocht, oud ls hij en de
Codex Egmondanus vermeldt reeds zijn be-
itwn in 1250. Wel wss hij toen niet een
ifdoende waterkeering, en bestond hij naar
,Ue waarschijnlijkheid nit hoopeD zeewier,
jj6 «enigszins landwaarts ingelegd werden,
opdat de golven door de buitenllggende gron-
zonden worden gebroken, hij beschutte
toet reeds in de gröze oudheid zooveel hij
ioo, bet aan meren, poelen en moerassen zoo
rijke West-Friesland. Meer dan eens toch
heeft men kleinere en grootere stukken lands
de zee moeten prijs geven, heeft man
„..gen" moeten maken en zijn zoodoende
énkele dorpen en gehuchten verloren gegaan.
Ook de meren in 't binnenland, als zoovele
binnenzeeën, deden menige verandering in
vorm ontstaan.
't Was dan ook allerminst een „vast land.
En toch, dat zelfde water, dat immer aan
qn gebied knaagde en den Westfries en zijn
land steeds met den ondergang bedreigde, was
lijn vriend in de heftige, telkens hervatte
vottteltae tegen Hollands graven, tot in
't leste Y\ot\» de Vijfde in 1288 de Westfriezen
bedwong, nadat „een groten storm van wynde
en een al te groten vloet van water, 't lant
tot een al te jammerlicke plaghe was geweest".
Terecht zagen Floris en zgn opvolgers in,
dat de Overheid moest zorgen voor de dijken,
zoo ze 't land wilden behouden en daarom
hebben zich in dit deel van ons land de dijks-
be8turen zelfstandiger ontwikkeld, dan ergens
andere. Nimmer verloren de graven de zorg
voor de waterkeeringen nit het oog en meer
alen greep de Overheid krachtig in en ge-
luttc herstellingen als anderszins. Ook de
veratoei'iog was een punt, waarop zij haar
aandacht gevestigd hield. Kwamen er on-
,1 billijkheden in 't onderhoud voor, als de lan-
,1i Jen „qualvk wieruCO gewatert, dan was de
^erheid daar, om den toestand te verbeteren
!B zoo kon het gebeuren, dat de eene ge-
werd ontheven van een zwaar te
ajÏÏL -men deel, 't welk een andere werd
«('«Seweze herinneren nog ver-
ëiiwf men als: de Ursemmerdijkonder
Tiikel dVs "*g8r en Grootebroekerdijk bij
kÜLWOa?er C ÏS waakzaamheid en
unw/f» j tro h#bbe» meer dan eens
l°rg', %hap geteisterd. De
6 vloeden het lanc snctflte vooral) staan
«en 1670 en 1675 (dit i ^^geschiedenis
lop:°ht,in3de water' koolgeteekend.
Westfriesland met zwarte %^§n Schar-
»<ms. t0oh, brik de dÖk tlu tand werd
6 su Schardam door. Vee.
water gezet en met
stak de storm nogmaals op de Zwaagdijk
brak en werden de velden tot onder Hoorn
en Enk buizen blank gezet.
Na dien tijd begon men meer aandacht te
schenken aan de binnendijkende Langereis-
dijk werd verhoogd tot 8 voet boven den
hoogsten stand van het overstroomingswater
en de Mallegatsluis werd gebouwd.
Ruim een halve eeuw later trad een tweede
vijand opde paalworm, en wekte een niet
geringe ontsteltenis in den lande, doch geluk
kig werd ras daarop 't middel gevonden om
de dijken door middel van groote steecen te
versterken. Dat was afdoende, maar duur
Ziehier lezer, in zeer korte trekken den
inhoud van 't vlot geschreven boekje, waarin
men veel zal aantreffen, wat den hnidigen
toestand verklaart. Enkele opmerkingen mogen
nog slechts een plaatsje vinden.
Vooreerst zgn er vrgwat drukfouten ach
tergebleven stippen we slechts aan die op
pag. 13, 20, 26, 58, 62, 67, 86 en 87.
In de tweede plaats raden we den schrijver
aan, om in het vervolg, bij het clteeren, de
correspondeerende pleatsen in 't werk van
Mi. De Vries etc. te noemen, in stede van de
oorspronkelijke stnkken aan te geven. Dit
eerste is trouwens algemeen gewoonte en
vergemakkelgkt in niet geringe mate't naslaan
van sommige zaken.
En ten slotte zon, wat sommige punten
aangaat, als b.v. oudheid der dijken, dijkrecht,
gezag van den Landheer etc„ het werkje
aanzienlijk uitgebreid hebben kannen worden,
maar misschien ook voelt de schrijver zich
aangetrokken, dat later meer uitvoerig te
behandelen.
Toch ls het jsmmer, dat de „Vriesendijk,"
die reeds door Philippns a Leijdis in zgn
werk„Tractatus de Cura Republicae et sorte
Principantis" een der principaelste dijken van
Holland genoemd wordt, niet wat breeder is
behandeld. Zoo één, dan heeft dit deel van
West-Friesland's omringdgk een geschiedenis.
Maar dit zijn kleinigheden, die 't vele goede,
dat het geheel ons biedt, geen afbreuk kun
nen doen.
En als de stormwind over West-Friesland's
landouwen vaart, staat hg palde trouwe
wachter aan de zee, dat renzenmonnment
uit vervlogen eeuwen, dat zich gelukkig nog
steeds mag verhengen in de nauwlettende
zorg onzer dgksbestaren, en aan welks voet
de beer Schuttemaker een krans heeft neer
gelegd.
J. DE VRIES.
1675
- -jr }»ps
'»4 wisten
j. a. kmoi en met moei. aan
scbsger eu Nledorper Koggen den v «jjber
Langereis te keeren. Den 6en Dec
Arrondissements Recht
bank te Alkmaar.
Zitting van Dinsdag 25 October 1904.
UITSPRAKEN
Jacob Strijbis, Z.-Scharwoude, strooperij
met behulp van een vaartuig, niet wettig
bewezen zijnde, vrijgesproken
J. N. Schot, Alkmaar, overtreding art. 246
W. v. S., 1 maand gevang.
P. Zwaan, Egmond aan Z9e, mish., 1 week
gevang.
D. Mol Jz., Wervershoof, baggerstrooperij
met behulp van een vaartnig, f0.60 boete of
I dag hecht.
P. Koning, Blokker, ld., fl.— boete of 1
dag hecht.
J. Strgder, Kolhorn, miah f 6.— boete of
6 dagen hecht.
Cornelis Meier, Ondorp, mish., 14 dagen
gevang.
Zooals we wel vermoedden, was de eerste
nienwe zaak de al tamelijk afgezaagde his
torie van de dienstbode des heeren J. N.
Perrain te Den Burg op Texel, die dezen
zomer van haren patroon verschillende
kleinoodiën, benevens een sommetje gelds van
ongeveer f 20.stal.
Perrain en echtgenoote waren beiden pre
sent, om voor de zóóveelste maal zeker
ook niet tot hun onverdeeld genoegen ge
tuigenis af te leggen.
De O. v. J., aan 't woord komende, vond
het verzet van dit dienstmeisje, Maria Fijma
geheeten, tengevolge waarvan we de herhaalde
behandeling dezer zaak genieten, eigenlijk
meer gegrond op het feit, dat ze erg tegen
gevangenisstraf, ('t zij dan voor langer of
korter tgd) opziet, dan wel op gegronde
weerlegging van de haar ten laste gelegde
feiten, die ze trouwens ook bekende Daarom
vond Z.E 6. geen termen, om hare straf, die,
terwijl eer, maand gevang, was gcëischt, bg
uitspraak op 3 weken was neergedraaid,
nu nog te verminderen. Spreker begreep zeer
goed, dat bekl. eene geldboete wenschte, doch
wees er op, dat de rechtbank voor een dief
stal - nog wel gepleegd met behnlp van een
valschen sleutel, gevangenisstraf moest
opleggen en er haar niet met eene geldboete
mocht laten afkomen 't Eind van het liedje
«as dan ook, dat Mr. Cnopius opnieuw 3
I weken gevang, elschte.
We hadden gehoopt, dat er na dit al niet
voor de eerste maal „opgewarmde lessie," eens
een lekker schoteltje, eens wat smakkeigker
kost zon worden opgedischt.
Hoezeer zagen we ons echter bedrogen,
want daar kwam binnenstappen de zeer
brutale Franciscn» Ludovicus Steitenpohl van
Wervershoof, een der hatelgkste rechtszaal
habitués, die men zich kan denken.
Ook dit zaakje is al, na eerst te Medemblik
voor 't kantongerecht te zgn behandeld, waar
van Frans (natnnrlgk in verzet kwam, voor
de groote rechtbank te Alkmaar „gegooid"
door onzen Franciscns, die heel deftig in
hooger beroep kwam. Nu hadden we de eer
nogmaals, doordat de uitslag van dat hooger
beroep bem ook a' niet zinde dus maar weer
verzet
Het zaakje zelve? Och, niet anders dan
een vischpartgtje, op 9 Maart j.L te Sijbe-
carspel gehouden, wssr ons visschertje met
Simon de Haan vischte „al ince dat riet",
echter zonder schriftelgke vergunning van
den eigenaar van het vischwater, bg welke
gelegenheid de rijksv. Marines hen bekeurde.
Overbekend als het zaakje is, znllen we in
in geen bgzonderheden treden, maar liegen
deed Frans zóó kolossaal, dat we bgwglen
een zeker verdacht geluid op 'zgn hoofdje
meenden te hooren, terwgl zgne gewone
vrgmoedigheid, om het nn eens geen onbe
schoftheid te noemen, bem ook nog gansch
niet begeven had 1 De heer 03. telde de
praatjes, die Steitenpohl nn ter elfder ure
opperde, in geenen deele en eischte bekrach
tiging van het vonnis, volgens Z E.G-. be
staande in 2 hecht., elk 14 dagen lang, plns
uitlevering van het gebezigde keernet, bg
gebreke waarvan f 1.50 boete toegepast zon
worden, welke desverlangd door 3 dagen
hecht, was te vervangen.
Hoe scherpzinnig Z E G. ook altgd is, toch
waarmerkte Mr. Cnopins heden de spreuk,
dat de beste zich wel eens vergistonmiddel
lijk toch na den eisoh deelde de heer Off.
mede, dat hij de zaken eenigszins vooruit was
geloopen Trouwens, bg zoo'n besten klant
als Frans, die veeltijds meer dan één zaakje
op de zitting meebrengt, kan licht even een
verkeerd dossier ter hand worden genomen,
hetgeen dan nn ook ZEG. overkwam. Spoe
dig was 't abuis hersteld, door een
gewgzigden eisch, n.1. een hechtenis van 14
dagen.
Was nn die brntale rakker van 'n Frans
maar opgehoepeld 1 Maar jawel, hoe graag
we hem ook wilden loozen, en vermoedelijk
wij niet alleentoch had sinjeur nog
'n verzetzaak, en wel een zelfde staaltje van
jacht-en-vlsscherij wet-overtredlng als 't vorige,
met dit verschil, dat hiermeê de Nibbixwou-
der gem-veldwachter Hendrik Galis hem
bekeurde, terwgl Steitenpohl deze overtreding
te Hauwert pleegde.
't Was hier, dat de heer Off. nu den eisch,
straks even te vroeg gedaan, instelde, n.1.
bekrachtiging van 't vroeger gewezen vonnis,
bestaande in 2 hechtenissen, elk van 14
dagen en uitlevering van 't gebezigde keer
net, of f 1.60 boete, subs. 3 dagen hecht.
De geachte Praesns vroeg, of Frans nog wat
had aan te merken Nu, geen beetje
hoorNadat bij eerst de politiemannen op
zijn gewone fijne manier voor grove leuge
naars nit maakte, wees echter Mr. Van Hou
wingen onzen Franciscns ook eens eventjes
op de door hem (Frans) gedebiteerde lengens.
„'k Zeg niks meer, 't geeft m'n toch niet I"
snauwde Frans nijdig den President toe, „en
al hew ik vergunning van de menschen, den
word i k toch bekenri'k moet zeker op
zolder visschen hé?" bulderde onze jongeheer,
die ten slotte de stelling opperde, dat men
evengoed ja beter een dief of moordenaar
kan zijn, dan een „eerlgk"(1visscherman.
Niemand geneigd zijnde, tegen dit hoogst-
beschaafde mannetje in debat te treden, was
deze historie afgedaan.
Johannes Franciscns Leeuwensteijn, 18 jaar
geleden geboren te Amsterdam, wonende te
Alkmaar en vóór dien te Helder, vormde met
den 2 l-jarigen Johannes Heeman uit laatst-
gemelde stad een aardig stel beklaagden.
Beiden steenhouwer- van beroep, hadden ze
een niet onbelangrijke rol gespeeld in een
relletje, daags voor de feesten te Helder.
De heeren waren knap beschonken en
Leenwenstegn sloeg een agent van politie
J. F Jacques, toen deze aanmaande tot door-
loopen en hoorde daarvoor tegen zich eischen
7 dagen gevang.Heeman f 10boete of 7
dagen hecht.
We kwamen nu weer wat meer in de buurt
te land, daar Huibert Regne van Znid-Schar-
wonde thans op het beklaagden-bankje plaats
nam met dezelfde waardigheid, als ware 't een
keurige, met 't kostbaarste fluweel bekleede
armstoel. Huib, een kort, gezet landbonwertje,
uitte op 19 Saptember j.L eenige zeer belee-
digende woorden voor 't echtpaar Pieter
Schager en Neeltje Bas, die in stillen vrede
een blerhnfs houden vlak bg de Roskambrng.
De reizigers, die uit het „verre Oosten"
komen, en alzoo naar Langedijk en verderop
willende gaan, over de zeer hooge Roskam
brng moeten, willen ne zóó'n vermoeiende
brugbestgging wel even rusten, waartoe
In Schager's herberg alle gelegenheid bestaat.
De waard en zgn gade hadden nn echter
op 18 Sept. htm café bg de Roskam eens
even verlaten, om de Znid-Scharwonder ker
mis op te zoeken. Zoo kwamen ze, 's nachts
om 'n uur of 3, 't was vanzelf inmiddels
19 Sept. gewordenin de herberg van A.
Kist, in wiens lokaal vedel, piano en bas
met 'n strgkstok, den goeden lniden lustig
aan den dans hadden gebracht. Reeds bg
hnn „entrée de chambre," ze waren nog
□anwelgks de deur ingekomen werden
ze beiden door Regne allerha(r)teigkst ver
welkomd.
„Ha, daar heb je den van de Ros
kam riep hg Pieter toe. „Kgk, daar heb je
die ook vervolgde hg, toen Pleter's
vrouw verscheen. Daar kwam heden nog
meer te berde. Maar
„Es war alles durch einander,
Wie Maosendreck nnd Koriander."
Huibert, die de beleedigingen niet best
wilde bekennen, moest verklaren, gesnerlel
grieven tegen het beleedigde echtpaar te
hebben gehad. Toen 't eindelijk „mooi ge
noeg" was, eischte de heer OffRegne's han
del wgze 'n boerengrapptgheidje noemende,
tegen dezen wegens eenvondige beleediging,
2 maal gepleegd, f 6.— boete, subs. 10 dagen
hechtenis.
Piet Bakker van Grootebroek hondt er
zeker niet erg van om „nitteekend te worre",
tenminste niet in de conrantDit zon je
althans opmaken alt de minder vleiende
bewoordingen, die hg nog vóór de opening
der zittiDg aan 't adres van een der Alk-
maarsche heeren van de pers heeft genlt,
toen hij zich zeer behagelgk tegen de
balie had neergevlgd. Al dadelgk zagen
we, ons omkeerende, in hem 'n ouden
kennis, die vroeger ook al voor beklaagde
alhier heeft gespeeld, toen voor een inder
daad achandeigke zaak, in verband waarmede
destgds ook 't bovenkamer-ameublement van
onzen Pierre allernauwkeurigst is onder
zocht geworden.
't Rapport des onderzoekers kunnen we
niet releveeren, maar thans stonden de meu
belen in Piet's bol, voor zijn doen althans,
zeker nogal vrij ordelijk gerangschikt. Hg
lolde althans heden als bekl. zoo miserabel
nog niet. Toch werd men door Piet's ver
klaring alleen ook al niet zeer duidelijk inge
licht. Gelukkig waren er nog een viertal
getuigen, allemaal ook Grootbroeker land
bouwers, de een al goochemer dan de ander
De geschiedenis handelde over een diefstal
van riet, gepleegd ten nadeele van den 49-
jarigen landbouwer Klaas Bulsman. en wel
door onzen Pieter, zoon van Jan Roelofsz.
Bakker en Geertje Boos. Dat kwam als
volgt
Buisman heeft een rietboschje in Groote
broek en zekere Jan Bont heeft er een onder
AndgkT Bont had, wat zijn eigen boschje
betrof, aan Pieter Bakker verlof tot afsche
ren van 't riet gegeven. Piet alzoo met
grooten gver er op los, doch vond Bont's
boschje reeds afgeschoren Pieter, leep genoeg,
meende, dat men voor een boschje, dat reeds
die bewerking beeft ondergaan, geen verlof
tot afscheren geeftdat was hém zelfs te
zot. Zoodoende maakte hij zichzelven diets,
dat Bont een ander boschje moest bedoe
len. Hij kwam alzoo bij Bulsman's boschje,
dat hij, zooals hij zegt, voor Bont's eigendom
hield en hier schoor hij In een minimnm van
tgd den heelen boel zoo kaal alsof er nooit iets
had gestaan, terwgl hg meteen den heelen
voorraad maar meenam In zijn vaartuig.
Toen Buisman zulks ter oore kwam, nam
deze Madame Jnstitia in den arm, om haar
vervolgens Bakker in de armen te voeren.
Er werd zooveel gestroopt, (ongestraft), zei
Bnisman, dat, nu er getuigen van waren,
deze zaak vervolgd moest worden. Buisman
was echter zoo ridderlijk om aan te nemen,
dat bekl. zgn [Bnisman's] riet voor dat van
Bont had aangezien1 Bont op zgne beurt
verklaarde met heel veel gestes, alleen voor
't zgne en niet voor Bnisman's rietland ver
lof tot scheren te hebben gegeven alleen
wist hij maar niet zeker, of het door Bakker
meegepakte zoodje riet aan Buisman behoorde
of aan hem Een paar getuigen van stavast,
hoor, die eerste twee, en ook het andere twee
tal gaf zoo menig licht in de vrg rare kwestie,
dat de O. v. J. bij gebrek aan bewgs vrg-
spraak voor Bakker moest vragen, die na
een lange reeks „smoesjes" ten slotte ver
klaarde, over de zaak „voldaan" te zgn.
Thans werden er weer een paar tegelijk
„opgestoken." Deurwaarder Haasbroek toch
presenteerde ons als beklaagden de volgende
combinatieJan Groot en Kees Veel, alle
twee Grootebroeker jongelui, die in den nacht
van 26 op 26 September zouder permissie
zich bevonden op het besloten erf van Dirk
Rood. Toen Lakeman en v. d. Veen, respec
tievelijk nachtwacht en gem.-veldw., zich
derwaarts begaven, was 't Groot, die het
gladweg om op te hoepelen, want hij
wou loopen, waar h g verkoos.
Kees Veel bad zich nogal „gnap
höuen", maar Mr. Cnopius eischte tegen hem
toch net even goed f 8.— boete, snbs 8 dagen
hecht., als tegen Groot en znlks wel naar
aanleiding van art. 138 W. v. S. Ie lid,
wegens het zich bevinden door 2 pers.
in vereen. op eens anders erf, zonder zich
op eerste vordering vanwege den rechtheb
bende te hebben verwgderd.
G. J. Pielts, van Hoorn afkomstig en
thans koopman te Alkmaar zgnde, beleedigde
op 28 Sept. j.1. op grove wijze zgn voorma-
liger baas, den kaashandelaar Willem de
Waal, door dezen uit te schelden en allerlei
verwgten naar 't hoofd te slingeren. Zoo
beweerde Pielts, dat De Waal zonder verlof
90 gondsche kaasjes van hem had wegge
haald en verder, dat de waarde hiervan en
wat geleend geld een som van f 1800.—
vormden, die Pielts nn van De Waal had te
vorderen.
Toen nn Pielts bg De Waal aanbelde, en aan
de dienstbode vroeg of haar „smerige baas,"
van wien hg nog zooveel geld moest hebben,
thnis was, kwam De Waal voor en smeet,
(volgens Pielts,) de deur voor diens neus dicht,
nadat hg vooraf Pielts een klap op 't hoofd
gegeven had. Deze ontkende voorts de
beleediging „smerige baas" te hebben genit,
hoewel hg vandaag niet schroomde, om, voor
de heeren rechters staande, De Waal voor
dief nit te maken. Toch schenen de in deze
zaak aangevoerde bewijzen niet sterk genoeg
om 'n eisch in te stellenalthans de O.v.J.
bepaalde er zich bg, om heden vrgspraak
voor bekl. te vragen, echter met dien ver
stande, dat bekl. groote kans loopt, ander
maal ter verantwoording te worden geroepen.
Een levendig dames-dnetje, na eeüs niet
nit Den Helder, maar nit Alkmaar zelve,
vormde heden de achterhoede.
Beklaagde was mevrouw Maartje Zeek,
geboren Veldboer, wonende In de Overdie-
straat en geboren te Ursem. 't Moet op
Vrijdag 9 September een rechte hurrie ge
weest zgn in die Overdiestraat De kinderen
van mevr. J. de Vries, van d'r eige zelle-
vers eigenlijk heetende Johanna Kossen,
waren oventjes op 't plaatsje en toen kwam
mevr. Zeek met veel bombarie en joeg de
stampertjes onder allergselgkste scheldwoorden
weg. Mevr. de Vries, ook ter snede, vroeg
explicatie dienaangaande, niet zninigBekl.
diende haar echter van antwoord, door met
een zwaar stak hout haar een slag tegen 't
onderigf toe te dienen, die haar den waag-
toren voor een rooie kool deed aanzien. On
middellijk naar de „pelisie," dat ken-je begrg-
pen En nn op de zitting 11
Bekl., al onrustbarend huilebalkend voor de
waarachtige historie begon, welk gejammer
stormeDderhand|toenam, ver klaarde een wrok te
hebben gehad, die d'r nit moest en daarom had
ze vrouw De Vries een tikje met dat houtje
gegeven, alsof ze bedoelden wrok uit
Johanna Kossen's lichaam moest timmeren 1
Een mooi idés. De kinderen had ze boven
dien niets misdaan en voorts treiterde en
sarde mevr. De Vries haar onuitstaanbaar,
en stond onophondelgk over haar te „klet
sen", etc. Verschillende „nhn, uhn, nhu's
wisselden voorts hare zeer klenrrgke voor
dracht af, die bovendien nog, meer dan noo-
dig, werd geaccompagneerd door de mishandelde
Johanna Kossen, die van nit de getuigen
bank door hoofdschudden, glimlachen en
diverse uitvallen, als „Jonge, jonge 1" 't „Is
vesjikkelgkOm te sjeenwen 1 Och, grut,
mensch, hou op 1" enz. Dan volgde er
weer een roerend „uhn" en een halve
liter tranen. De heer Officier, die zich
overigens niet graag met die burenruzies,
zooals ZEG. het noemt, bemoeit, moest hier
toch met betrekking tot dien in de Overdie
straat gevoerden oorlog een kleine medlcgn
toedienen ter gemoedskalmeerlng, van welke
taak deze ambtenaar zich kweet, door tegen
Maartje f4.— boete, snbs. 4 dagen hecht, te
eischen, verwachtende, dat er dan weêr
kalmte ln de harten zon wederkeeren. Hoe
zeer bedroog ZEG. zich in die veronder
stelling Nog geen half uur nn afloop der
zitting toch hadden we 't dubieuze genoegen,
de dames in quaestie met veel ijver in den
Kennemerstraatweg handgemeen te zien,
echter spoedig door den politle-agent Kooman
gescheiden wordende, waarna ze, hevig kib
belende, huiswaarts trokken.
De nitspraken in alle deze zaken werden
bepaald op heden over 8 dagen.
r J f
fl
16.
Roman van
G. SCHROEDER.
000
Vierde Boek.
)fl
'Oi >f
feh°k ^r' Smith lachte maar stil voor
keen en dacht„Dien man heeft het
Hi. a'8 nog niet een."En wanneer Paul
"«ver J- B .1 -J u_
65 rfe6r<n8 de eene °f andere grotheid, be-
Jje 701 ze'de„Vergeving, Johnson, maar
6r vloekte hitte1" dan antwoordde hg
Vergenoegd „Ga uw gang maar, blaas
|f»t i6608 naar ^arbelust uit, dat ruimt op.
teej.3 ^ezon<i en die gloeiende temperatuur
^tJere goede, dat zoodoende geen
ve feesehe dan mevrouw Stanhope
2^/ *aagd heelt, naar het Zuiden te reizen,
unnen wij gemakkelijk haar spoor
ri ,°mbay volgen."
2 geve, dat zg
ms gekomen is -
«Bdere
er zonder stoornis
P maar dat de een
4 Vdt «6re 0tü8tandigheid haar daar terug-
t«er tbet*Üfel ik in 't geheel niet, mrjn-
16ger Men vindt maar niet steeds
.&0' k'"r 'j»»-'
kon een goede luim gebleven, een
Wordt slecht betaald 1" was het
vao Smith's levenservaring.
werd zgn optimisme op een j den
jsware proef gesteld In geen enkel hotel
v^sj het Europeesche stadsdeel had men iets
n een Mrs. Stanhope gezien of gehoord,
va 4g tocht van de oude stad naar het
en 'ahotel. welk voorstel de koetsier
Bycul -*ei4 met weinig hoop ondernomen,
deed, v echter daar haar naam in de
Toen n. ^gjg8t ontdekte, volgde op de
vreemdeling '^Jgk weer eeD groote ont-
vreugde dad haastig geroepen hotelier
goocheling. De x damè twee dagen bg bem
verklaarde, dat dt eergister met de
had gelogeerd, m x J£oningin" haar reis
oceaanstoomboot „Dt smazet „Zg was zeer
naar Europa had voor. gpoorreis," be-
vermoeid geweest van die naar alle
richtte hg den heer Rieg jjaar kamers
bgzonderheden vroeg, „had haast gehad,
gedineerd en de grootste
om op de koele zee te komen. pau^ eH
„Op het koele water 1" dach. ,^at een
stelde zich sidderend voor den g ^eete
zeereis in Juni door de gloeiend
Roode Zee. den
Mr. Smith had evenwel reeds weer
rosé bril opgezet. „Geloof mij, mgnheer, v ij
hebben alle reden om tevreden te zijn,'
verzekerde hij, toen zg weer in hun rgtuig
wegrolden. „Wg weten nu precies, waar wg
de dame hebben te zoeken—"
En ook, dat zg twee dagen voorsprong
op" ons heeft, die op geen enkele manier
„Hn in te halen'" antwoordde Paul donker.
O toch wel, mgnheer Rieger. Op de
,<«de' liet een Oostenrgksche stoomboot,
flie vanavond nog het anker licht.
Wie zegt dat?"
"ik heb zoo onder de hand eens rond-
^Mairwat baat dat? De Oostenrijker zal
Engelschman toch niet inhalen
„Neen, maar wanneer u met den Oosten
rijker gaat en verder vanaf Trië.t over
land reist, dan is u bepaald vóór de En-
galsche boot in Southampton."
„Dat is een idée. Zou er onderweg niet
het een of ander kunnen gebeuren, zoodat
ik toch te laat kwam
„Voor dat getal geven wg per telegraaf
order aan Tom Morris, mijn Londenschen
collega, om naar Southampton te gaan. Die
neemt haar daar in ontvangst en zegt u.
waar de dame is afgestapt en waarheen
zg is gereisd
„Voortreffelijk. Dat de man nauwkeurige
aanwijzingen ontvangt en op tgd op zgn
plaats is, daarvoor stel ik u verantwoordelijk,
Johnson, en nu koetsier, direct naar de
haven 1
Onderweg schreef Paul voor zijn kun-
digen helper een check* die diens
tevredenheid met het leven nog wel wat
zal hebben verhoogd, want nadat hjj Paul
op de boot had gebracht, reed hg, het
vroolgkste deuntje fluitend, naar de stad
terug en bestelde in het Apollohotel een
heerlijk diner. Daardoor gesterkt, ondernam
hij nog denzelfden avond de terugreis Een
>g)oi zaakje had hij daar in Bombay ge-
>akt, Ja zeker, maar er was zoo weinig
©eê te behalen geweest. Een vrouwtje
sporen, die het ABC van de intrige
eens had geleerd en die met
'fce onschuld haar vollen naam
adeJ"'9 'registers inschreef, ofschoon zg tot
de hote. wilde worden, daarvoor
geen prgs met wereldreputatie
had men geei »0jjnsoa coo(}jg om die op te
van L r >ht de eerste de beste jongen
spotend,e; W dat hem b Pabaripur
Binnenlandscb Nieuws.
Krankzinnige n-v erpleging.
In de provincie Noord-Holland beloopen
de uitgaven voor verpleging van arme krank
zinnigen blgkens de begrooting voor 1906 niet
minder dan f 632.000. Onder dit bedrag is
begrepen een som van f 400.000 voor kosten
van den bouw van het gesticht Duin en
Bosch te Castricnm, een bedrag van f 80.000
als bijdragen in de kosten van verpleging
van behoeftige krankzinnigen en een bedrag
van f 162 000 voor kosten van verpleging
van behoeftige krankzinnigen, welke rechts-
streeks door de provincie worden betaald.
Een ontaarde.
Hij had in een banketbakkerij te GRONIN
GEN Inbraak gepleegd en was veroordeeld.
Toen hg uit de gevangenis was ontslsgeD,
had hg ln Duitschland in de kolenmijnen
1.
mi
eer
na ti
niet
kinderlg
in
kon hem, behalve geldelijk voordeel, nog
wel eer, een goede portie njjd van zgn
collega's, ieders bewondering, enz. enz.,
opbrengen. Hg twgfelde er niet aan, of hg
zou wel klaar komen, o daar dacht hg geen
moment aan zeker, hg zou 9lagen.
Zeer nauwkeurig deelde hg de mensch-
heid in twee helften. De eene helft kon
den detective gerust in de oogen zien,
de andere helft niet. Tot die helft behoorde
Ibrahim. Hij had bepaald iets te verbergen.
Een goed teeken, dat hg het drie jaar
bg een man had uitgehouden, die anders
met zgn dienstboden doorloopend overhoop
lag, en hen net verwisselde als zgn kleeren.
Was dat een goed teeken Het spreek
woord zegt„soort zoekt soort," en „zoo
heer, zoo knecht." Zg hadden mgnheer Stan
hope met alle eerbewijzen naar het graf ge
dragen, maar de meest gehate man in het
heele district was hij toch geweest. Wan
neer iemand, die door iedereen zoo onge
veer gehaat wordt, door één enkele wordt
bemind, dan is het tien tegen één, of die
eene deugt ook niet.
Maar, nietwaar een Hindoe een Euro-
peeër liefhebben Dat wonder kwamen
zelden voor. Een Hindoe verkoopt zgn ziel
voor geld, en voor goed geld was hg ook
in staat, een slechten meester kruipend te
dienen. Maar in de eerste plaats had deze
Ibrahim niets kruipends over zich, en dan
was Mr. Stanhope, bg al zgn rgkdom, nog
zeer karig geweest.
Een Hindoe, die den dood van zgn En-
gelschen meester maar niet kon overwinnen
Ook een curieus ding, dat in een museum
thuis behoorde. De Hindoes kunnen heel
vroolgke liedjes zingen als hun bloedver
wanten op den brandstapel worden neer
gelegd, Zeker, deze Hindoe was geen
Brahmaan, maar een Muzelman, doch dan
was hg ook weer een fanatiek mensch, voor
wien een doode Christen ongeveer even
veel waard was, als een dcode bond.
Ja,Ibrahim's treurigheid om zgn gestorven
meester was een raadsel, en die heele
Ibrahim wac een raadsel, dat zeker niet
zonder moeite zou zgn op te lossen. Dat
verhoogde de aantrekkelgkheid der zaak, en
bovendien was het een extra geval, zoo in een
mooi huis met een paar dftzjjn bedienden
een lekker leventje te leiden.
Terwgl Johnson met zulke gedachten
zeer gemakkelgk over de onaangenaamheden
van de reis heenkwam, had Paul Rieger
moeite genoeg, zich met de gedachte eigen
te maken, dat hem in het beste geval nog
drie weken van Kathlin scheidden. In het
gunstigste gevalEr konden ook veitra-
gingen komen. De „Keizerin Elisabeth"
was een flinke stoomer, maar daarom nog
niet voor alle ongevallen bewaard. De wind,
die nu uit een goeden hoek blies, kon ook eens
uit den anderen hoek gaan waaien. Daarbjj
had men 600 Mekka-pelgrims aan boord,
die moesten in Dschidda ontscheept worden,
en dat beteekende een oponthoud van twee
dagen.
Met een heele vloot van Indische zeilbooten
waren die menschen aangekomen, als een
zwarte mierenhoop aan boord gekrabbeld,
en zg vulden nu in alle hoekjes het tus-
schendek, ja, zelfs in gangen en kajuiten
der tweede klas hadden zg zich neergelaten.
Tusschen proviandmanden en waterkruiken
hokten vrouwen en kinderen, van deze af
gezonderd in clubjes de mannen. Slechts
heel weinig gelukkigen vonden plaats, zich
voor den slaap te kunnen uitstrekken, het