No' 399e'
Cs
zondag *7 N°v. 11)04.
-^VÉËüE III. Al).
<"7ira de r i d g van de Vereen i-
3t Ontwikkeling v°n den Lxcdbouw in
ïoeDadSR
bati
O 11 vui uvi 11 ii ui I1VI I
23 Nozem ter 1904 doe voor-
eit, iu het Ló el nL)e Toelaat"
i^^ezig 56 leden en 8 gasten.
-.' de opening der vergadering door den
i'3jt,er, den heer J. J. Winkel, roept deze
'r8t een welkom toe aan den heer
^fjosk, inspecteur van het Landbouw-
en spreekt er zijn genoegen over
,fffl op de vergf dericg aanwezig te zien,
J- dat deze aanwezigheid ten
pikerende,
«rnnl
wordt gewaardeerd
ik, zo° gaat Voorz. voort, een terugblik
0p het verleden, dan moet worden
dat het afgeloopen jaar,
nit een
beschouwd, niet
dat het
,t,a*kandig oogpunt
l« geweest.
Icrfil voor den gr oen ten bouw is het een
r..;, jaar geweest; ook voer de andere
„Jjjien is >eien tot groote tevredenheid.
'n voor de graslanden ziin de resultaten
het m'ddelm&tige. Maar nfettegen- mest en door beweldiDg mot vee den anjer
'lr' maft ^elnkfeip worden trev.ead te heHrrnden weet hii dat dam nrnef freon
',fa dat, mag gelukkig worden gezegd, te bestrijden, weet hij dat deze proef geen
,'fd5 mal»'"6 voorbij Is. Dia malaise heeft geld zal behoeven te koeten. Nemers het
-,ti gemaakt voor een gezonder toestand, bestuur stelt inleider voor, de Unjerproef
s*ft <l'e malaise velen met zo-g vervuld, niet verder voort te zetten.
toch die goede zijde gehad. dat het Rapport omtrent de aardappelproefvelden,
landbouwers heeft geleerd, dat er gewerkt inleider de heer C. Nobel. Deze proef had
ten doel, om groote poters te stellen tegenover
dat wat nu goed is, niet altijd goed j kleine poters en om de Zeeuwsche Blauwen
uitstekende aikomst
j«t»Pf3
Are groot. De proef werd genomen, evenals
vorig jaar, voor '/io onbemest, terwijl de
overige 70 Are werden bemest met 700 K G.
superfosfaat ea 6X) KG. chilisalpeter. Het
proefveld werd 2 maal gemaaid, de derde
snede groeide door de droogte zoo iangz-.am,
dat die niet kon worden gemaaid.
Iu 2 sneden heeft het onbemrste opgebracht
B7O0 K G. hooi per H A. en hes bemeste
9200 K.G. zoadat het verschil bedroeg 3500
K G. De waarde van het hooi van het onbe-
me8te op f 22 per 1000 K G., en van het
bemeste op f 28 geschal, dan is de
opbrengst van het onbemeste f 126.— en van
het bemeste f 258 zoodat de kunstmest
een meer-opbrengst gaf van f 133.—. De
kunstmest kostte f 140.— per H A., das werden
in dit droge jaar de kosten van den kunst
mest als 't ware betaald. Bovendien kon nog
worden vermeld, dat de stand van de derde
sn' op het met kunstmest bemeste perceel i
beter was dan op he" onbemeste.
De groei vade nr.jer was evenwel op
het bemeste perceel vrij sterk, zoodat na de
proefnemingen, die zijn geschied, niet kan
worden gezegd, dit men hst doel veel nader is
gekomen. Inleider was daarom geneigd, nit
deze proef de conclnsie te trekken, das het
waarschijnlijk niet mogelijk zal blijken te zijn,
den Unjer te verdrijven door het land voort
durend te hooien en tevens steik te bemesten
met kunstmest. Het doel der proef is niet
bereikt, maar toch moet de aandacht worden
gevestigd op een zeer balangrijke conclnsie,
n 1., dat gebleken is, dat de kosten van de
sterks bemesting met kunstmest zijn betaald
door de meerdere opbrengst. Wanneer dos
een bezitter van ÜLjerland mocht willen
beproeven, door sterke bemesting met kunst- 1
Men heeft met de teekenen der
H jyn win6te karn >n doen. M sn heeft
ook te houden op de groote markten in
buitenland, men moet er voor wsksn, dat
- c|et worden verdrongen van de plaats,
wij daar innemen, wij mosten alle krachten
'jien inspannen, niet alleen om die plaats
'behouden, maar zoo mogelijk onze positie
.tersterken. Wij boeren mosten altijd leeren,
'c 3Dg bedrijf steeds zoo winstgevend mogelijk
"unksn met zoo min mogelijk cxploitatie-
jj'eo. Het bestuur van deze Vsreeniglng,
eindigt spr., beeft de agenda voor deze
atgadsricg ssamgesteld met de gedachte,
aan dat doel het zijne bij te brengen
5 joodoende meê tewerken tot den bloei
•ij den landbouw. Met den wensch, dat wij
«drachtig daartoe mogen samenwerken,
jpjn ik deze vergadering.
(Daverend applaus.)
Daarna leest de Secretaris, de heer W Teengs
notulen, dia, sooals steeds, door hun nitste-
uiden vorm en zaakrijken inhond aller
«dacht trekken en onder applaus worden
judgekeurd.
Medegedeeld wordtdat het aantal leden
at 4 is vermeerderd en du 172 bedraagt, met
toons van ledendat als veevnrloskundigen
ugeerenBos te Alkmaar, Pias te Edam,
j Boer te Assendelft, terwijl Joh. Spaander
heer Pronk nog In de leer isdat de
oejroeving van den wetdeploeg zal plaats
sbben bij de heeren K Jonker te Barsinger-
iora en Brander te Hoogcarspsldat de
oedeiptoef reeds bij de heereo K- Bree-
hart 3z. en A. C. Geertsema te Winkel
un den gang isdat een veebascnle Is
geplaatst te Schagen en voor Formerend
wordt onderhandelddat 10 ierkelders zijn
gebouwd, waarvoor 8 premion van f 26.—
van uitstekende aikomst te vergelijken met
eenige variëteiten, nit zaad gekweekt.
Uit de uitkomsten viel af te leiden, dat de
opbrengst van de groote poters op den groot
sten pootaf stand groot er was dan op denkleinen
pootafstand, terwijl de kleine poters op den
kleinen pootafstand iets hooger opbrengst
gaven. De groote poters gaven bij den groot
sten afstand gemiddeld 352 H L. per H.A.,
terwijl de kleine poters op den kleinsten
pootafstand gemiddeld 338 H L per H.A.
gaven. Brengt men en de waarde van het
pootgoed In rekening, dan is het gebruik van
kleine poters weer voordeeliger geweest, dan
dat van groote poters. Ia het gebruik van
kleine poters schuilt evenwel een gevaar,
want juist aan de sltchte stoelen zitten vaak
juist veel kleine poterb. Mm moet daarom
goed toezien, van welke stoelen men de poters
neemt. Dezen regel zou inleider daarom
willen aangeven: neemt de kleine aardappelen
van de allerbeste stoelen voor pootgoed
en poot ze niet verder van elkaar dan
ongeveer 49 c.M.
De vergelijking tusschen Zeeuwsche blauwen
en nit zaad gekweekte variëteiten viel alt
in het voordeel der Blauwen De Blauwen
gaven per H A. gemiddeld 478 H L en de
nit zaad gekweekte 411 HL, 332 H.L. en
407 H L De blauwen hebben het dus
glansrijk gewonnen en geeft deze proef een
krachtigen steun aan het door inleider reeds
eenige jaren geleden uitgesproken vermoeden,
dat het voorde)l van het kweeken van aard
appelen nit zaad sterk overschat wordt. In
leider heeft bet bestuur voorgesteld, de proef
niet verder voort te zetten. Hot hoofddoel
van deze proeven is bereikt. Op de vraag, of
het kiezen van poters van vruchtbare planten
aan te bevelen is voor de practijk, is een zeer
beschikbaar zijn dat door den Directeur- beslist en gunstig antwoord verkregen.
Rapport omtrent het bevorderen van goed
melken. De Inleider, de heer J. Koopman,
geeft de resultaten weer van den melkwed-
strijd op 7, 8 en 9 Jnnf van dit jaar, waarvan
reeds in dit blad uitvoerige mededeeling is
gedaan.
Rapport omtrent het opmaken van kaas
onder de wei, inleider de heer C Nobel. In
leider deelt mede, hoe door hem proeven zijn
genomen, om het geluid in de kaas te doen
verdwijnen. Dit werd door hem gedaan in de
kaasfabriek te Hoogcarspel, een kaasfsbrlek
te Castricum en aaD de 8 colpen in de Zijpe.
Te Castricum werd de kaas gemaakt voor
het grootste deel, door den wrongel aan een
stak in den kop te steken, das reeds In den
geest van het opmaken onder de wei, want
ook op die wijze wordt geen lucht in de
a 8. massa opgesloten. Het laatste deel wordt
evenwel weer nit een iosse massa samenge
steld, zoodat daar wel lacht in komt. Daar
alle kazen aan beide zijden geluid vertoonden,
maakte inleider de gevolgtrekking dat het
opmaken onder de wei hier geen belangrijke
verbetering gaf, wat nit proeven, door hem
zelf genomen, werd bewezen, waarbij tevens
werd aangetoond, dat het inslniten van lucht
j het geluid vermeerdert, ea dus hoe zorg
vuldiger hier werd gewerkt tegen Insluiting
het advies is gevraagd van het
bestuur inzake de bekende 30-cents kwestie
voor het inspuiten Van serum bij varkens en
dat het bestuur heeft geadviseerd, aan die
bepaling van 30 cent vast te houdendat
tot Voorzitters van de Pachtcommisaiën zijn
benoemdvoor het le district de heer K. A.
K»an te Wieringerwaard, 2e district de hear
Sluis te Enkhnizen.
Voorz. brengt nu eerst een hartelijk welkom
aan don heer Löhnis, Inspecteur van Land-
boaw en de heeren Vas Visser en Korteweg,
president ea secretaris der Hollandsche Maat
schappij van Landbouw.
Ingekomen is eon mededeeling van de
logeering, dat een crediet van f 359 is toe-
twtaan voor de voedarproef en f 150 voor
1# ssrdappelproef. Eveneens was ingekomen
een missive over de kaaskwestie, die
V os eed op de vergadering der Hollandsche
Mwtschappij van Landbouw te Amsterdam
«1 worden behandeld ea daarom achtte het
heatuur het beter, die vergadering af te
achten, alvorens Noorderkwartier zich er
mede inliet.
Volgt nu rapport omtrent de proeven ter
bestrijding van anjer, Inleider de heer C Nobel.
Het proefveld, waar de proef werd genomen.
*as bij deD heer P. Best te Wognnm en 78
van lacht, hoe minder gelald. Ook deed zich
het feit voor, dat kazen uit de pers komend,
aan de eeae zijde, die nit één stak was ver
vaardigd, nimmer en aan de andere zijde, nit
lossen wrongel gemaakt, welgelald vertoonden.
Na langer of korter tijd ontwikkelde zich
geluid ook aan het andere eind, een gevolg
van gasontwikkeling Het gebrek verdween
evenwel langzamerhand en de prijs, voor de
kaag gemaakt, was goed.
Aan de Stolpen w&g de ondervinding onge
veer hetzelfde en werd door genomen proeven
aangetoond, dat het gebrek zijn oorzaak vond
In de melk. Klachten over scheurtjes, zoo
genaamde Boekelscheurtjes, werden ook hier,
evenmin als te Castricnm, van den nandelaar-
kaaskooper vernomen.
Te Hoogcarspel W6rd de kaas niet nit één
stuk opgemaakt en niet onder de wei. maar
op de oudtijds gebruikelijke manier. De zoo
bereide kaas had, uit de pers komend, steeds
gelald, terwijl de kazen onder de wei gemaakt,
uit de pers komend geel geluidhadden maar dat
wel langzamerhand verkregen, minder evenwel
dan de anderen. De uit één stuk gemaakte
kazen hadden ook Bteada minder geluid, dan
de gewoon gemaakte. Ue kazen onder de
wel en uit ééu stuk gemaakt, vertoonden na
eenlgen tijd bewaren, in zeer sterke mate het
verschijnsel vaa Boekelscheurtjes. De kazen,
op de gewone wjjze bereid, vertoonden dat
niet- Hier veroorzaakte het maken van kaas
onder de wei of uit ééa stuk, de scheurtjes,
terwijl dat in de andere fabrieken niet bet
geval was. Maar aangezien te Hoogcarspel
langwel werd gebruikt en te Castricum en
Zype niet, zocht inleider daartusschen verband
en ondervraging van een groot aantal kaas
makers bevestigde die veronderstelling.
De conclusies, die inleider ten slotte trekt,
komen hierop neer, dat het opmaken der
kaas onder de wei of nit ééu stak. de dicht
heid der kaas bsvo. de: t, dit loopt het meest
in het oog bij kaas, die niet gist. Deze wijze
van opmaken kan het ontstaan van Boekel-
schourij-s bewerken, doch dit gevaar Is veel
grooter bij gebrnlk van lange wel, dan wan
neer niets aan d9 melk wordt toegevo'gd.
Aangezien het aan geen twijfel onderhevig
is, dat de handel aan kaas, die in marktrijpen
toestand reeds dicht is, een hooger waarde
toekent, dan aan kaas met gelnid, en een
enkel scheurtje in de kaas de waarde niet
zoo sterk vermindert als het gebrek gelnid,
mag worden aangenomen, dat het bereiden
van kaas onder de wel of nit éón stak, ten
doelmatig middel Is om het gelnid in haar
te bestrijden. Het gisten van de kaas wordt
er niet door voorkomen of verminderd, daar
om is er alle reden om naar middelen te
blijven zoeken, die dit gebrek kannen opheffen
of verbeteren
De heer Brander is van oordeel, dat het
opmaken ODder de wei het algemeen gebrek
van Boekelschenrljsg erger heeft doen ont-
sttan, de kaas boort grof, het wordt wel
langzamerhand beter, maar spr. acht dit
middel niet zonder gevaar. Dat lange wel
de scheurtjes z >u geven, is niet juist, zonder
lange wei hetzelfde verschijnsel, dat is ge
bleken op de proefzuivelboerderij te Hoorn.
Daar vertoonden de kazen zonder lange wel
veel schemtjes, en werd het opmaken onder
de wet een aanleiding daartoe genoemd.
De heer v. d. Zande meent, dat deze zaak
Dog niet voldoende is onderzocht, om scherpe
conclnsiën te trekken, het is van het grootste
belang, om nog meer gegevens te verzamelen.
Man moet oppassen om conclusiëa te trekken
tusschen 2 fabrieken waar geen lange wel ge
bruikt wordt en één fabriek, waar die wel ge
bruikt wordt. Men kan niet zoggen,dat de lange
wel de Boekelscheurtjes doet ontstaan. Men
moet proeven nemen met melk uit denzelfden
bak. De heer Brander heeft al leeds gewezea
op het verschijnsel, dat melk zonderevengoed
als met toevoeging van lange wei, de scheur
tjes gaf. Bij spr. staat het vast dat in hoofd
zaak de wijze van opmaken de Boekelscheur
tjes doet on'staaD, Diet de toevoeging. Spr.
meent, dat de handel meer tegen heeft op de
Boekelschenrijas dan op het te los zijn der kaas.
De heer Nobel meent, dat de heer Brander
hem heeft gezegd, dat de koopman meer tegen
zin had in losse kaas, dan In ds Boekel
scheurtjes. Deze laatsten kregen beter prijs.
De heer Brander zegt, dat dit eerst ook zoo
was, maar dat de handelaar later het tegen
deel heeft beweerd, omdat de scheurtjes in de
kaas, die bewaard werd. steeds erger werden
en zooloende da koopman dan desnoods liever
losse kaas had.
Daarna kreeg de vergadering van den heer
Lonrens, onder D.recteur dar Rijks Serum
inrichting te Rotterdam, een zeer leerrijke in
leiding over inenting tegen varkenspest en
houtvuur. De varkenspest komt in hevigen
vorm steeds voor bij j >nge varkens, de oude
ren zijn minder vatbaar. De verschijnselen,
waaronder deze ziekte optreedt, geeft inleider
aan, waarna hij mededeelt, dat alleen volko
men gezonde varkens kannen worden inge
ënt met het serum tegen pestziekte. Als dat
zoo is, kan het zonder gevaar geschieden.
Zijn zij niet gezond, dan gaan zij er aan dood.
De tijd van inenting is vanaf den tienden
dag der geboorte tot den leeftijd van 6 a 7
weken.
Het houtvuur wordt veel verward met milt
vuur en is niet schadelijk voor den menech.
Deze bacterie groeit aileen afgesloten van de
lacht. De ziekte treedt geheel iocaal op, het
meest op kleigrond, op lichte gronden maar
heel zeldenook alleen maar in den weidetijd en
niet op stal. Aangetast worden runderen,
schapen en geiten. Vatbaar zijn meest j onge
runderen vanaf 3 maanden tot 4 jaar oud. Heeft
een beest het houtvuur In lichten graad gehad,
en komt het de ziekte door, dan is dat rond
niet meer vatbaar. De bacterie nestelt zich
meestal in een kleine wond onder de huid,
afgesloten van de lucht, das niet in groote
open wonden. Da ziekte heeft een snel ver
loop en de dood ie meestal het eind. De eerste
verschijnselen zijn, dat het beest kreupel gaat
loopen en zwellingen krijgt in de achterbont.
Deze ziekte kan door inenting worden voor
komen. De beste tijd ls daarvoor het voorjaar.
S:erk wordt aangeraden, met de inenting niet
te wachten tot zich ziektegevallen onder de
kodde hebben voorgedaan.
De heer Wester te Alkmaar brengt eerst
ter sprake de verhouding tusschen de Rijks-
8erumInrichting te Rotterdam en de Rijks-
veeartsen, betreurt het daarna, dat die
inrichting niet te Utrecht is aan de Vee
artsenijschool deelt mede, dat voor hem
persoonlijk althans een oplossing is gekomen
in de 30-cent-kwestie voor de inspuiting van
varkens, doordat hem vergund is geworden,
een overeenkomst aan te gaan, wat ook
anderen natnnrlijk zal worden tcegestaan,
om vervolgens op technisch terrein den keer
Lonrens eenige vragen te doen. Voor het
algemeen was van belang de opmerking, dat
het inenten van reeds besmette dieren, die
voor het oog gezond waren, den dood tenge
volge zon hebben. Spr. noemde dan ook de
Inenting tegen de varkenspest met het uitge
vonden seram gevaarlijk, als dat waar was.
Hoe zal men kannen zien, of het beest besmet
ishet is oogenschijn'.ijk nog gezond.
De heer K. Breebaart Jz. Is van oordeel,
dat, als dat gevaar bestaat, de inenting
spoedig in discrediet zal staan bij de boeren.
Als er na de inenting eenige dieren sterven,
dan zal men spoedig zeggen dat komt door
het inenten, daarvoor bedauk ik.
De heeren Cl»ij en Van der Zande meenen
dat gevaar te knonen ondervangen, als de
inenting meer algemeen zou worden gedaan,
lIs men alle jonge varkens ging inenten. De
heer Claij meende, (fat dan vaikens, die ingeënt
waren en niet ziek werden, ook meer waarde
hadden voor den handeldie kon men dan
verkoopen voor gcviij-vaarde of smetvrije
varkens.
De heer Lonrens wees er op, dat beslist
het varken onbesmet moet zijn. Heeft de
blinde darm van binnen een aantal zweren,
is des het dier besmet, het zal bij inenting
dood gaan. Maar is dat verschil zoo heel
groot, of het varken eenige dagen spoediger
dood gaat aan de Inenting, of later aaD de
pest? Dood gaat het beest beslist, en ih,t
voordeel heeft men dan nog, dat men het
die dagen niet te eten zal behoeven te geven.
Na wordt gepauzeerd en als plaats voor
de volgende vergadering aangewezen Anna
Panlownatot commissie voor het onder
zoeken der rekening van dit en der begrooting
van het volgende jaar worden benoemd de
heeren H. Stam, J. Zeilemaker en P. Stapel Sz.
Tot onder-voorzitter wordt gekozen de heer
J. Zijp Kz. te Venhnlzen.
Na de pauze wordt begonnen met de
bespreking van de belangen, waarvan men
de behartiging voor het volgende jaar aan
beveelt
a. het voortzetten van het bevorderen van
goed melken. Dr. Scheij zegt, dat het bij het
bestuur vaststaat, om op dezelfde wijze als
vorig jaar door te gaan, door diploma's nit
te reiken voor goed melken en zoodoende bij
de jongeren den last op te wekken, goed
melken te leereu. De zoogenaamde wedstrijd
zal op dezelfde wijze worden ingericht, alleen
zullen voor goed uitmelken ook punten worden
gegeven, teveDS voor het bewaren van de
melk, het voorkomen van melkverlies, terwijl
het verlaten van de koe zal vervallen, als
hebbend) voor de praktijk geen bateekenis.
Algemeen is de vergadering er voor, dat op
den ingeslagen weg zal worden voortgegaan.
b. Tot het opleiden van veeverlosknndigen.
De heer C. KooiLblijft het opleiden van vee-
verloBkundigen bij den heer Pronk te War-
menhuizen krachtig aanbevelen. Zander den
fiaanciëelen steun der Vereeniging zal niemand
bij den beer Pronk i de leer gaan. Dit jaar
zal da 4a leerling zij-a opleiding daar ont
vangen. De vorige leerlingen gedragen zich
allen gnustig in het vak en daarom vraagt
het bestuur machtiging om weer de onder
handelingen met den heer Pronk te openen.
De vergadering verleent die onder applaus.
c. Om ln het bnitenland meer bekendheid
te geven aan de goede eigenschappen van
het Noordhollanösche rundvee.
De heer P. Schenk Dz. is van oordeel, dat
niet genoeg bekendheid kan worden gegeven
ln het bnitenland aan de goede eigenschappen
van het Noordholiandeche vee, om hierdoor
wellicht een meerdere aanvraag doen ontstaan.
Niet alleeD, zegt inleider, kunnen wij nu de
goede eigenschappen van het tx'erienr aan
bevelen, maar wij zijn thans ook ln staat
hetzelfde te doen van het interieur, zoowel
wat qiantiteit als wat kwaliteit der melk
betreft, een gevolg van de uitstekende wer
king der Veefokkergvereenigingen.Het bestaar
vraagt de goedkeuring voor dit punt, om dan
ln de a. s. voorjaarsvergadering met een uit
voerig plan te komen. Met applaus hecht de
vergadering hieraan haar goedkeuring.
d. Om een onderzoek in te stellen naar de
oorzaken van z g. Boekelscheurtjes in de kaas.
De heer Dr. Scheij zegt, dat de Boekel-
schenrtjes zijn ontstaan, toen het meer
nienwerwetsche kazen in zwang kwam, een
andere wijze van doorhalen, het kruimelen
van den wrongel werd veranderd in het
kazen nit groote stnkken en de toevoeging
van langwei. Deze wijze van bereiding bracht
een meer dichte kaas en door deze dichtheid
juist de scheurtjes.
Inleider ls ook van oordeel, dat nog niet
voldoende is onderzocht om conclusies te kun
nen trekken, maar de proeven die zijn geno
men, hebben al reeds geleerd, dat niet alleen
de slechte melk op het ontstaan van scheur
tjes invloed heeft, maar ook de technische
wijze van bereiden.
Het bestnnr stelt voor, aan deze zaak de
aandacht te blijven wijden en zoo noodig
proefnemingen te doen, waarvan, zoo 't ge-
wensch^ ls, de nadere omschrijving in de
voorjaarsvergadering zal komen. Algemeen
goedgevonden.
e. Voortzetting van het bevorderen van hst
maken van glerkelders
De heer D. Brander Tz. acht het bewaren
van de Ier een zaak, die reeds ontelbare malen
is besproken en beschreven. De wetenschap
heeft aangetoond, welke stof hoofdzakelijk
de waarde van de ier uitmaakt en de proef
nemingen hebben ten volle bevestigd de
waarde van de ier als mest. Eu ondanks
dat de waarde van de Ier vaststaat, vindt
men nog bij zoo weinige boerderijen een ier
kelder. De hooge kosten behoeven geen
bezwaar te zijn, want het ls een uitstekende
geldbelegging Een gemetselde, overdekte
ierput van 26 a 89.0CO L kost ongeveer
f8C0 a f400. Voor rente en tflaasing f 20.
rekenende, en de waarde van de Ier van een
stal van 20 koeieu gerust kunnende bepalen
op f 120.dan blijkt er wel uit, hoe loonend
het bewaren dor Ier is. De brochure, door
den heer C. Nobel geschreven, geeft
hierover de meest uitvoerige inlichtingen.
Het bestunr stelt voor, om het volgend jaar
weer 8 premlëc a f25beschikbaar te stel
len voor hen die ln 1906 een doelmatig inge
richt' n ierkelder van minstens 15.000 L. laten
maken. Goedgevonden.
f. Het beproeven van stroo-elevators. De
heer D. C. Rezelman wijst er op, hoe in het
boerenbedrijf, hoewel al reeds veel machines
den arbeid verlichten, nog te veel behoefte
bestaat aan arbeidskracht. Dat gebrek aan
arbeidskracht wordt steeds grooter naarmate
er meer gewassen worden verbonwd, die op
bepaalde tijden meer werk eischen. Dat is
vooral het geval bij het dorechen. Bij
een stoomdorschmachlne zijn 12 man noodig
die veelal voor het hoogste loon, vooral de
Btroodragers, moeten worden aangenomen.
Om dat stroodragen te vervangen, zijn er
stroo-elevators, die, aan de dorschkast beves
tigd, het stroo opvoeren tot een hoogte van
7 a 8 Meter, zoodat één man het slechts be
hoeft te stellen op een klamp.
Die bedoelde elevators zijn in ons land nog
weinig in gebrnlk, wel in Engeland, waar zij
uitmuntend bevallen. Het bestnnr komt na
met het voorstel: le om een onderzoek in te
stellen naar kosten, soliditeit, benoodigde
drijfsrachb, gemakkelijke verplaatsbaarheid
van znik een werktuig, en 2s, als dat onder
zoek het wenschelijk maakt en ook uitvoer
baar om een aanschouwelijke proef te nemen,
dat dan te doen. Ia de voor jaarsvergadering
daarvoor een som beschikbaar te stellen. Al
gemeen goedgevonden.
De heer C. Kooij Hz. doet nn eenige mede-
deelingen over de goede werking van da
slokdarmsocde. Het had de aandacht van het
bestnnr getrokken, hoe weinig het bekend is,
welke middelen moeten worden aangewend
om, als ren rund iets in de keel heeft ge
kregen, dit zonder gebaar te verwijderen.
Vooral in streken, waar met penen en
wortelen wordt gevoerd en die niet machi
naal worden gesneden, is dit nogal eens het
geval, en als men dan van buitenaf dit wil
verwijderen, bezeert men vetlil de keel. Hat
veefoods te Haringcarspel heeft nu al jaren
een zoogenaamde slokdarmsonde en dat
j instrument wordt met zeer veel succes ge
bruikt. Dit is een vrij lange gutta-percha
buis, waaraan aan het eind een eivormige bal.
j Dit instrument wordt de koe in den bek ge
stoken en zoo het stuk peen of wortel weg
gestoken. Er is tevens aangebracht, een klein
instrumentje, zoodat de koe niet den bek kan
sluiten. De kosten van aanschaffing zijn f 18
a f 20. Het doel van deze bespreking ls, de
aandacht in meer nitgebreiden zin op dit
instrument te vestigen.
Door den heer Jhr. Mr. P. van Foreest
wordt nn ingeleid de bespreking over open
bare conti e aan de Rijkslandbonwproef-
stations. De heer Foreest zegt, dat ln de
FEUILLETON.
nruTÊT"
Roman van
CARL BUSSE.
i,
«Een geknakt mensch 1" herhaalde
Harens op een toon, die elke tegenspraak
®oest afsnijden. Ook lag er iets van een
"«ven triomf in jawel, zie nu eens, wat
van mg heeft gemaakt. Zoo sta ik nu
aar met; mgn gavennu klapper ik
teuts met de tanden, het helpt mij niets
ttïr' a' wat ik tegenspartel.
referendaris had zijn voorhoofd in
"«rnatigen plooi getrokken, maar innerlijk
k hjj nog meer.
«Verklaar u tenminste het is zulk
?ei1 gewichtig iets, men weet eigenlijk niet,
oren het moet opvatten."
assessor was evenwel weer in een
'eP ïwjjgen verzonken en ging met
f.,0.8en hoofd verder. Zjjn duu wandel-
ste 8loeS heen en weer tegen eiken
c. Dikwijls nam hij een lossen tak
rmede op en slingerde dien een eiud-
van zich af.
£ör ^ijn vriend worden,
vL?6* .-^eeni gij moet het worden. Ik
°"k .Wehewaar, dat het mjj niets helpt,
W t aar het is een poging, de
een r:,,Zo° dat men er een van
oei
een h 'n- 0 lets' Hat men er een van
hout 'fcUC£> bollenden wagen nog een stuk
Voor he wielen werpt. Misschien houdt
voertuig nog wel een moment st 1,
zoodat het mij mogelijk zal zijn, mg'ielf
te redden."
„Ea ik moet dat stuk hout zijn vroeg
de referendaris. „Hg goed maar waar
rolt de wagen Naar welken afgrond Ik
geloof, menschankind dat ge mij overschat.
Ik ben een vrooljjk mensch, die het leven
wil genieten in het beste geval een
kleine kemphaan Maar anders weet ge,
ik heb een nicht, een meisje, dat mij im
poneert. Dwaas wat voor rare meisjes
er tegenwoordig zgn. Die zegt van mg
„Grenzenloos oppervlakkig brrr En het
ergste is nog, dat het waar is."
Proppie haalde de schouders cp.
„Wat bewijst dat, mijn waarde? En als
uw nicht werkelijk geljjk had, wat geeft
dat dan nog? Ik wil immers geen verstand
van je koopen Dat geef ik je cadeau
Denken en peinzen, dat kan ik zelt wel.
Veel te veel denken, dag en nacht, op het
bureau ea daar buiten. Maar jij bent zoo
heerlijk oprecht als een jonge, sterke
boom, waaraan alles gezond is, die zich
licht en lucht verovert. Jij groeit naar
eigen willen en laat je niets voorschrijven.
Dit dit, dit wil ik van je leeren. Je zult
mij 'veel ontmoeten, dus veel met mg samen
moeten zijn. Jij zult hier de bende de
waarheid zeggen. Dan heb ik genoegen en
plezier, mensch - ach, wat een vreugde
En misschien werkt uw voorbeeld wel zóo
e0ed cp mjj, dat ik moed krgg en mjjzeli
vrü maak, dat ik mij eveneens opricht, dat
ik niet die geknakte pers)Oo blgf
Peter Korner keek hem aan, schudde het
hoofd en vroeg zichzelf af, hoeveel ernst
hoeveel dwaasheid hier nu eigenlgk
en
in was.
„Mg
schijnt het toe," zeide hjj, dat je
Groszkirchen grondig haat. Is het nest dan
werkelijk zoo ellendig Of is de chef een
canaille
„Eon canaille!" herhaalde de assessor met
verhelderd gelaat. „Wat zeg je dat ronduit
Heb ja dan geen respect, mecsck Neen,
goddank hij heeft het niet. Hij is niet
bang. Hij bui^t zich niet. Gij zuit dus niet
voor hem kruipen. Voor hem niet en voor
niemand in Groszkirchen."
„Maar wie doet dat dan Je draait
steeds maar om die hoofdzaak heen, als
een kat om de heete brei. Geef mg dan
eens wat duidelijker verklaringen."
„Dat wordt knap vervelend," dacht
Peter, „ik geloof niet, dat ik met hem
bier zal drinken."
„Wie kruipt?" sprak Pr ppie nu, „wel
iedereen 1 Ik voorop, Dieckmann, do rechters,
geheel G.oszkirchen. Niet alleen voor den
hoogmcgenden heer president van de recht
bank. Wel neen, een elk voor zijn meei dere,
welken titel die ook voere. De een, omdat
hg hoogerop wil, de ander uit gemakzucht,
een derde uit lafheid. Daar, neem nu eens
Dieckmann In dien gouden armband ligt
de geheele metsch. Hjj is ijdel, dom, en
wil carr ére maken. Daarom ligt hjj door
loopend voor den chef op de knieëD,
maakt zicht verdienstelijk bjj de d.-chter,
en richt zgn leven precies zóó in. als het van
boven het liefst wordt gezien. Hjj huichelt
niet. Hij is zoo naïef en zgn rol bevalt bem
uitermate. Hij is een eerste klasse mensch,
omdat hg referendaris is het is zjjn
vaste overtuiging, dat er niets hoogers op
de wereld bestaat, dan akten maken. Maar
laten wij hem met rust, veroorloof mjj, dat
ik over mgzeif apreek,
„Ik, mjjn beste Romer, ben de kruiper
uit lafheid. De sentimenteels kruiper.
Dieckmann is de naïeve, die het met vreugde
doet. Ik doe het onder zuchten. Ea waarom
kruip ik Omdat men mjj de veerkracht
heeft ontnomen, omdat men aan mij den
moed en de kracht heeft doodgelachen.
„Gelooft ge dat niet D o o d gelachen,
zeg ik u. Ik was ook eenmaal een opge
wekte, fiissche jangen. Ik wilde uit eigen
aandraDg wat scheppen. Ik weet het nog
heel goedeenmaal wilde ik een locomotief
bouwen. Mijn vader lachte ik hoor zjjn
lachen nu nog. Slééds als ik ergens aan
begon, heeft hjj zoo gelachen. Dat heeft
mij steeds den moed ontnomen. Dan heette
het: „Jjj stommerd, jjj kent toch niets."
De hemel mag weten waarom hij mjj nooit
eenig kunnen heeft toevertrouwd. Zoodoende
heeft hjj mjj in mjjzelfgekeerd gemaakt,
verstaat ge? Wat anders bjj een gezonden
jongen naar buiten slaat, het sloeg bij mg
naar binnen. Ik heb nooit gehandeld, steeds
gepeinsd. Vreeselijk veel boeken verslonden.
Tot ik op een goeden dag de gedachte
kreegProppie, je bent voor dichter ge
boren 1
,Neen, nu niet lachen, mijn beste!
Lachen vermoordt zooveel. Ik hebt gedicht
in schoolschriften heel stil I Verzen,
drama's, al het mogelijke. Geen mensch heb
ik mjjn geheim toevertrouwd Tot kort
van het examen. Toen zeide mjjn vader
jongen, wat wil je worden Hg bad het
liefst een ingenieur van mij gemaakt, maar
daarvoor paste ik niet, dat zag hij in. Dus
dokt8r of jurist.
„Drie dagen liep ik rond en eindeljjk
vatte ik moed. Ik nam mjjn schritten en
legde die voor mjjn vader neêr. „Ik deug
niet voor jurist, ook niet voor dokter
ik geloof dat ik talent heb."
„Myn vader heeft zich half dood gelachen.
„Ezelskop," heett hjj mjj genoemd. „Kun
stenaar wil hij worden!"
„Zooals hjj het woord kunstenaar uitsprak,
klonk het verschrikkelijk. Hij is niet boos
of driftig geworden. Steeds maar gelachen.
Heeft de schriften aan ooms en tantes ge
toond «Lotje, Frits maakt zulke mooie
verzen," zeide oom Knoppe. „Wat een
gevoelvolle jongen," zeide tante Ulrike.
Ea lachen, lachen 1 De directeur van het
gymnasium ziet mij van terzjjde aan. Want
ik weet geen regel van Homerus aan te
geven. „Neen," meende die, „dat hèbt gij
ook niet te kunnen, Behrens hé Ge
maakt immers zelf verzenHoe heet het
ook weer, uw laatste gedicht? Aan mjjn
geliefde
„Geliefde," zeide hij. De geheele klasse
lacht. „O, geliefde, kom tot mjjkus uw
moeden zanger." De klasse brult het uit, en
zoo gaat het verder. „Zeg manneke, laat
jij het dichten masr over aan Goethe en
Schiller hoor 1 Heb je die soms als je
coliega's beschouwd Ja
„Körner, zoo iets begrjjpt ge niet. Dan
schaamt men zich dood, dan breekt er wat
in ean mensch. Van alle zjjden heeft men
steeds gelachen. Kielhalen moet een wel
daad zijn in vergeljjkiog met dat lachen.
Zulk lachen vermoordt. Dat heeft mij gebro
ken Ei ik heb mjj er nooit meer bovenop
kunnen werken
Hjj streek zich over het voorhoofd en
er waren groote zweetdruppels weg te
wisschen.
Peter. Körner had een sigaar opgestoken.
Ea terwjjl hjj den rook uitblies, dacht hg
„Duivels, het is toch ernst." Hg kreeg