No' 399e' Cs zondag *7 N°v. 11)04. -^VÉËüE III. Al). <"7ira de r i d g van de Vereen i- 3t Ontwikkeling v°n den Lxcdbouw in ïoeDadSR bati O 11 vui uvi 11 ii ui I1VI I 23 Nozem ter 1904 doe voor- eit, iu het Ló el nL)e Toelaat" i^^ezig 56 leden en 8 gasten. -.' de opening der vergadering door den i'3jt,er, den heer J. J. Winkel, roept deze 'r8t een welkom toe aan den heer ^fjosk, inspecteur van het Landbouw- en spreekt er zijn genoegen over ,fffl op de vergf dericg aanwezig te zien, J- dat deze aanwezigheid ten pikerende, «rnnl wordt gewaardeerd ik, zo° gaat Voorz. voort, een terugblik 0p het verleden, dan moet worden dat het afgeloopen jaar, nit een beschouwd, niet dat het ,t,a*kandig oogpunt l« geweest. Icrfil voor den gr oen ten bouw is het een r..;, jaar geweest; ook voer de andere „Jjjien is >eien tot groote tevredenheid. 'n voor de graslanden ziin de resultaten het m'ddelm&tige. Maar nfettegen- mest en door beweldiDg mot vee den anjer 'lr' maft ^elnkfeip worden trev.ead te heHrrnden weet hii dat dam nrnef freon ',fa dat, mag gelukkig worden gezegd, te bestrijden, weet hij dat deze proef geen ,'fd5 mal»'"6 voorbij Is. Dia malaise heeft geld zal behoeven te koeten. Nemers het -,ti gemaakt voor een gezonder toestand, bestuur stelt inleider voor, de Unjerproef s*ft <l'e malaise velen met zo-g vervuld, niet verder voort te zetten. toch die goede zijde gehad. dat het Rapport omtrent de aardappelproefvelden, landbouwers heeft geleerd, dat er gewerkt inleider de heer C. Nobel. Deze proef had ten doel, om groote poters te stellen tegenover dat wat nu goed is, niet altijd goed j kleine poters en om de Zeeuwsche Blauwen uitstekende aikomst j«t»Pf3 Are groot. De proef werd genomen, evenals vorig jaar, voor '/io onbemest, terwijl de overige 70 Are werden bemest met 700 K G. superfosfaat ea 6X) KG. chilisalpeter. Het proefveld werd 2 maal gemaaid, de derde snede groeide door de droogte zoo iangz-.am, dat die niet kon worden gemaaid. Iu 2 sneden heeft het onbemrste opgebracht B7O0 K G. hooi per H A. en hes bemeste 9200 K.G. zoadat het verschil bedroeg 3500 K G. De waarde van het hooi van het onbe- me8te op f 22 per 1000 K G., en van het bemeste op f 28 geschal, dan is de opbrengst van het onbemeste f 126.— en van het bemeste f 258 zoodat de kunstmest een meer-opbrengst gaf van f 133.—. De kunstmest kostte f 140.— per H A., das werden in dit droge jaar de kosten van den kunst mest als 't ware betaald. Bovendien kon nog worden vermeld, dat de stand van de derde sn' op het met kunstmest bemeste perceel i beter was dan op he" onbemeste. De groei vade nr.jer was evenwel op het bemeste perceel vrij sterk, zoodat na de proefnemingen, die zijn geschied, niet kan worden gezegd, dit men hst doel veel nader is gekomen. Inleider was daarom geneigd, nit deze proef de conclnsie te trekken, das het waarschijnlijk niet mogelijk zal blijken te zijn, den Unjer te verdrijven door het land voort durend te hooien en tevens steik te bemesten met kunstmest. Het doel der proef is niet bereikt, maar toch moet de aandacht worden gevestigd op een zeer balangrijke conclnsie, n 1., dat gebleken is, dat de kosten van de sterks bemesting met kunstmest zijn betaald door de meerdere opbrengst. Wanneer dos een bezitter van ÜLjerland mocht willen beproeven, door sterke bemesting met kunst- 1 Men heeft met de teekenen der H jyn win6te karn >n doen. M sn heeft ook te houden op de groote markten in buitenland, men moet er voor wsksn, dat - c|et worden verdrongen van de plaats, wij daar innemen, wij mosten alle krachten 'jien inspannen, niet alleen om die plaats 'behouden, maar zoo mogelijk onze positie .tersterken. Wij boeren mosten altijd leeren, 'c 3Dg bedrijf steeds zoo winstgevend mogelijk "unksn met zoo min mogelijk cxploitatie- jj'eo. Het bestuur van deze Vsreeniglng, eindigt spr., beeft de agenda voor deze atgadsricg ssamgesteld met de gedachte, aan dat doel het zijne bij te brengen 5 joodoende meê tewerken tot den bloei •ij den landbouw. Met den wensch, dat wij «drachtig daartoe mogen samenwerken, jpjn ik deze vergadering. (Daverend applaus.) Daarna leest de Secretaris, de heer W Teengs notulen, dia, sooals steeds, door hun nitste- uiden vorm en zaakrijken inhond aller «dacht trekken en onder applaus worden judgekeurd. Medegedeeld wordtdat het aantal leden at 4 is vermeerderd en du 172 bedraagt, met toons van ledendat als veevnrloskundigen ugeerenBos te Alkmaar, Pias te Edam, j Boer te Assendelft, terwijl Joh. Spaander heer Pronk nog In de leer isdat de oejroeving van den wetdeploeg zal plaats sbben bij de heeren K Jonker te Barsinger- iora en Brander te Hoogcarspsldat de oedeiptoef reeds bij de heereo K- Bree- hart 3z. en A. C. Geertsema te Winkel un den gang isdat een veebascnle Is geplaatst te Schagen en voor Formerend wordt onderhandelddat 10 ierkelders zijn gebouwd, waarvoor 8 premion van f 26.— van uitstekende aikomst te vergelijken met eenige variëteiten, nit zaad gekweekt. Uit de uitkomsten viel af te leiden, dat de opbrengst van de groote poters op den groot sten pootaf stand groot er was dan op denkleinen pootafstand, terwijl de kleine poters op den kleinen pootafstand iets hooger opbrengst gaven. De groote poters gaven bij den groot sten afstand gemiddeld 352 H L. per H.A., terwijl de kleine poters op den kleinsten pootafstand gemiddeld 338 H L per H.A. gaven. Brengt men en de waarde van het pootgoed In rekening, dan is het gebruik van kleine poters weer voordeeliger geweest, dan dat van groote poters. Ia het gebruik van kleine poters schuilt evenwel een gevaar, want juist aan de sltchte stoelen zitten vaak juist veel kleine poterb. Mm moet daarom goed toezien, van welke stoelen men de poters neemt. Dezen regel zou inleider daarom willen aangeven: neemt de kleine aardappelen van de allerbeste stoelen voor pootgoed en poot ze niet verder van elkaar dan ongeveer 49 c.M. De vergelijking tusschen Zeeuwsche blauwen en nit zaad gekweekte variëteiten viel alt in het voordeel der Blauwen De Blauwen gaven per H A. gemiddeld 478 H L en de nit zaad gekweekte 411 HL, 332 H.L. en 407 H L De blauwen hebben het dus glansrijk gewonnen en geeft deze proef een krachtigen steun aan het door inleider reeds eenige jaren geleden uitgesproken vermoeden, dat het voorde)l van het kweeken van aard appelen nit zaad sterk overschat wordt. In leider heeft bet bestuur voorgesteld, de proef niet verder voort te zetten. Hot hoofddoel van deze proeven is bereikt. Op de vraag, of het kiezen van poters van vruchtbare planten aan te bevelen is voor de practijk, is een zeer beschikbaar zijn dat door den Directeur- beslist en gunstig antwoord verkregen. Rapport omtrent het bevorderen van goed melken. De Inleider, de heer J. Koopman, geeft de resultaten weer van den melkwed- strijd op 7, 8 en 9 Jnnf van dit jaar, waarvan reeds in dit blad uitvoerige mededeeling is gedaan. Rapport omtrent het opmaken van kaas onder de wei, inleider de heer C Nobel. In leider deelt mede, hoe door hem proeven zijn genomen, om het geluid in de kaas te doen verdwijnen. Dit werd door hem gedaan in de kaasfabriek te Hoogcarspel, een kaasfsbrlek te Castricum en aaD de 8 colpen in de Zijpe. Te Castricum werd de kaas gemaakt voor het grootste deel, door den wrongel aan een stak in den kop te steken, das reeds In den geest van het opmaken onder de wei, want ook op die wijze wordt geen lucht in de a 8. massa opgesloten. Het laatste deel wordt evenwel weer nit een iosse massa samenge steld, zoodat daar wel lacht in komt. Daar alle kazen aan beide zijden geluid vertoonden, maakte inleider de gevolgtrekking dat het opmaken onder de wei hier geen belangrijke verbetering gaf, wat nit proeven, door hem zelf genomen, werd bewezen, waarbij tevens werd aangetoond, dat het inslniten van lucht j het geluid vermeerdert, ea dus hoe zorg vuldiger hier werd gewerkt tegen Insluiting het advies is gevraagd van het bestuur inzake de bekende 30-cents kwestie voor het inspuiten Van serum bij varkens en dat het bestuur heeft geadviseerd, aan die bepaling van 30 cent vast te houdendat tot Voorzitters van de Pachtcommisaiën zijn benoemdvoor het le district de heer K. A. K»an te Wieringerwaard, 2e district de hear Sluis te Enkhnizen. Voorz. brengt nu eerst een hartelijk welkom aan don heer Löhnis, Inspecteur van Land- boaw en de heeren Vas Visser en Korteweg, president ea secretaris der Hollandsche Maat schappij van Landbouw. Ingekomen is eon mededeeling van de logeering, dat een crediet van f 359 is toe- twtaan voor de voedarproef en f 150 voor 1# ssrdappelproef. Eveneens was ingekomen een missive over de kaaskwestie, die V os eed op de vergadering der Hollandsche Mwtschappij van Landbouw te Amsterdam «1 worden behandeld ea daarom achtte het heatuur het beter, die vergadering af te achten, alvorens Noorderkwartier zich er mede inliet. Volgt nu rapport omtrent de proeven ter bestrijding van anjer, Inleider de heer C Nobel. Het proefveld, waar de proef werd genomen. *as bij deD heer P. Best te Wognnm en 78 van lacht, hoe minder gelald. Ook deed zich het feit voor, dat kazen uit de pers komend, aan de eeae zijde, die nit één stak was ver vaardigd, nimmer en aan de andere zijde, nit lossen wrongel gemaakt, welgelald vertoonden. Na langer of korter tijd ontwikkelde zich geluid ook aan het andere eind, een gevolg van gasontwikkeling Het gebrek verdween evenwel langzamerhand en de prijs, voor de kaag gemaakt, was goed. Aan de Stolpen w&g de ondervinding onge veer hetzelfde en werd door genomen proeven aangetoond, dat het gebrek zijn oorzaak vond In de melk. Klachten over scheurtjes, zoo genaamde Boekelscheurtjes, werden ook hier, evenmin als te Castricnm, van den nandelaar- kaaskooper vernomen. Te Hoogcarspel W6rd de kaas niet nit één stuk opgemaakt en niet onder de wei. maar op de oudtijds gebruikelijke manier. De zoo bereide kaas had, uit de pers komend, steeds gelald, terwijl de kazen onder de wei gemaakt, uit de pers komend geel geluidhadden maar dat wel langzamerhand verkregen, minder evenwel dan de anderen. De uit één stuk gemaakte kazen hadden ook Bteada minder geluid, dan de gewoon gemaakte. Ue kazen onder de wel en uit ééu stuk gemaakt, vertoonden na eenlgen tijd bewaren, in zeer sterke mate het verschijnsel vaa Boekelscheurtjes. De kazen, op de gewone wjjze bereid, vertoonden dat niet- Hier veroorzaakte het maken van kaas onder de wei of uit ééa stuk, de scheurtjes, terwijl dat in de andere fabrieken niet bet geval was. Maar aangezien te Hoogcarspel langwel werd gebruikt en te Castricum en Zype niet, zocht inleider daartusschen verband en ondervraging van een groot aantal kaas makers bevestigde die veronderstelling. De conclusies, die inleider ten slotte trekt, komen hierop neer, dat het opmaken der kaas onder de wei of nit ééu stak. de dicht heid der kaas bsvo. de: t, dit loopt het meest in het oog bij kaas, die niet gist. Deze wijze van opmaken kan het ontstaan van Boekel- schourij-s bewerken, doch dit gevaar Is veel grooter bij gebrnlk van lange wel, dan wan neer niets aan d9 melk wordt toegevo'gd. Aangezien het aan geen twijfel onderhevig is, dat de handel aan kaas, die in marktrijpen toestand reeds dicht is, een hooger waarde toekent, dan aan kaas met gelnid, en een enkel scheurtje in de kaas de waarde niet zoo sterk vermindert als het gebrek gelnid, mag worden aangenomen, dat het bereiden van kaas onder de wel of nit éón stak, ten doelmatig middel Is om het gelnid in haar te bestrijden. Het gisten van de kaas wordt er niet door voorkomen of verminderd, daar om is er alle reden om naar middelen te blijven zoeken, die dit gebrek kannen opheffen of verbeteren De heer Brander is van oordeel, dat het opmaken ODder de wei het algemeen gebrek van Boekelschenrljsg erger heeft doen ont- sttan, de kaas boort grof, het wordt wel langzamerhand beter, maar spr. acht dit middel niet zonder gevaar. Dat lange wel de scheurtjes z >u geven, is niet juist, zonder lange wei hetzelfde verschijnsel, dat is ge bleken op de proefzuivelboerderij te Hoorn. Daar vertoonden de kazen zonder lange wel veel schemtjes, en werd het opmaken onder de wet een aanleiding daartoe genoemd. De heer v. d. Zande meent, dat deze zaak Dog niet voldoende is onderzocht, om scherpe conclnsiën te trekken, het is van het grootste belang, om nog meer gegevens te verzamelen. Man moet oppassen om conclusiëa te trekken tusschen 2 fabrieken waar geen lange wel ge bruikt wordt en één fabriek, waar die wel ge bruikt wordt. Men kan niet zoggen,dat de lange wel de Boekelscheurtjes doet ontstaan. Men moet proeven nemen met melk uit denzelfden bak. De heer Brander heeft al leeds gewezea op het verschijnsel, dat melk zonderevengoed als met toevoeging van lange wei, de scheur tjes gaf. Bij spr. staat het vast dat in hoofd zaak de wijze van opmaken de Boekelscheur tjes doet on'staaD, Diet de toevoeging. Spr. meent, dat de handel meer tegen heeft op de Boekelschenrijas dan op het te los zijn der kaas. De heer Nobel meent, dat de heer Brander hem heeft gezegd, dat de koopman meer tegen zin had in losse kaas, dan In ds Boekel scheurtjes. Deze laatsten kregen beter prijs. De heer Brander zegt, dat dit eerst ook zoo was, maar dat de handelaar later het tegen deel heeft beweerd, omdat de scheurtjes in de kaas, die bewaard werd. steeds erger werden en zooloende da koopman dan desnoods liever losse kaas had. Daarna kreeg de vergadering van den heer Lonrens, onder D.recteur dar Rijks Serum inrichting te Rotterdam, een zeer leerrijke in leiding over inenting tegen varkenspest en houtvuur. De varkenspest komt in hevigen vorm steeds voor bij j >nge varkens, de oude ren zijn minder vatbaar. De verschijnselen, waaronder deze ziekte optreedt, geeft inleider aan, waarna hij mededeelt, dat alleen volko men gezonde varkens kannen worden inge ënt met het serum tegen pestziekte. Als dat zoo is, kan het zonder gevaar geschieden. Zijn zij niet gezond, dan gaan zij er aan dood. De tijd van inenting is vanaf den tienden dag der geboorte tot den leeftijd van 6 a 7 weken. Het houtvuur wordt veel verward met milt vuur en is niet schadelijk voor den menech. Deze bacterie groeit aileen afgesloten van de lacht. De ziekte treedt geheel iocaal op, het meest op kleigrond, op lichte gronden maar heel zeldenook alleen maar in den weidetijd en niet op stal. Aangetast worden runderen, schapen en geiten. Vatbaar zijn meest j onge runderen vanaf 3 maanden tot 4 jaar oud. Heeft een beest het houtvuur In lichten graad gehad, en komt het de ziekte door, dan is dat rond niet meer vatbaar. De bacterie nestelt zich meestal in een kleine wond onder de huid, afgesloten van de lucht, das niet in groote open wonden. Da ziekte heeft een snel ver loop en de dood ie meestal het eind. De eerste verschijnselen zijn, dat het beest kreupel gaat loopen en zwellingen krijgt in de achterbont. Deze ziekte kan door inenting worden voor komen. De beste tijd ls daarvoor het voorjaar. S:erk wordt aangeraden, met de inenting niet te wachten tot zich ziektegevallen onder de kodde hebben voorgedaan. De heer Wester te Alkmaar brengt eerst ter sprake de verhouding tusschen de Rijks- 8erumInrichting te Rotterdam en de Rijks- veeartsen, betreurt het daarna, dat die inrichting niet te Utrecht is aan de Vee artsenijschool deelt mede, dat voor hem persoonlijk althans een oplossing is gekomen in de 30-cent-kwestie voor de inspuiting van varkens, doordat hem vergund is geworden, een overeenkomst aan te gaan, wat ook anderen natnnrlijk zal worden tcegestaan, om vervolgens op technisch terrein den keer Lonrens eenige vragen te doen. Voor het algemeen was van belang de opmerking, dat het inenten van reeds besmette dieren, die voor het oog gezond waren, den dood tenge volge zon hebben. Spr. noemde dan ook de Inenting tegen de varkenspest met het uitge vonden seram gevaarlijk, als dat waar was. Hoe zal men kannen zien, of het beest besmet ishet is oogenschijn'.ijk nog gezond. De heer K. Breebaart Jz. Is van oordeel, dat, als dat gevaar bestaat, de inenting spoedig in discrediet zal staan bij de boeren. Als er na de inenting eenige dieren sterven, dan zal men spoedig zeggen dat komt door het inenten, daarvoor bedauk ik. De heeren Cl»ij en Van der Zande meenen dat gevaar te knonen ondervangen, als de inenting meer algemeen zou worden gedaan, lIs men alle jonge varkens ging inenten. De heer Claij meende, (fat dan vaikens, die ingeënt waren en niet ziek werden, ook meer waarde hadden voor den handeldie kon men dan verkoopen voor gcviij-vaarde of smetvrije varkens. De heer Lonrens wees er op, dat beslist het varken onbesmet moet zijn. Heeft de blinde darm van binnen een aantal zweren, is des het dier besmet, het zal bij inenting dood gaan. Maar is dat verschil zoo heel groot, of het varken eenige dagen spoediger dood gaat aan de Inenting, of later aaD de pest? Dood gaat het beest beslist, en ih,t voordeel heeft men dan nog, dat men het die dagen niet te eten zal behoeven te geven. Na wordt gepauzeerd en als plaats voor de volgende vergadering aangewezen Anna Panlownatot commissie voor het onder zoeken der rekening van dit en der begrooting van het volgende jaar worden benoemd de heeren H. Stam, J. Zeilemaker en P. Stapel Sz. Tot onder-voorzitter wordt gekozen de heer J. Zijp Kz. te Venhnlzen. Na de pauze wordt begonnen met de bespreking van de belangen, waarvan men de behartiging voor het volgende jaar aan beveelt a. het voortzetten van het bevorderen van goed melken. Dr. Scheij zegt, dat het bij het bestuur vaststaat, om op dezelfde wijze als vorig jaar door te gaan, door diploma's nit te reiken voor goed melken en zoodoende bij de jongeren den last op te wekken, goed melken te leereu. De zoogenaamde wedstrijd zal op dezelfde wijze worden ingericht, alleen zullen voor goed uitmelken ook punten worden gegeven, teveDS voor het bewaren van de melk, het voorkomen van melkverlies, terwijl het verlaten van de koe zal vervallen, als hebbend) voor de praktijk geen bateekenis. Algemeen is de vergadering er voor, dat op den ingeslagen weg zal worden voortgegaan. b. Tot het opleiden van veeverlosknndigen. De heer C. KooiLblijft het opleiden van vee- verloBkundigen bij den heer Pronk te War- menhuizen krachtig aanbevelen. Zander den fiaanciëelen steun der Vereeniging zal niemand bij den beer Pronk i de leer gaan. Dit jaar zal da 4a leerling zij-a opleiding daar ont vangen. De vorige leerlingen gedragen zich allen gnustig in het vak en daarom vraagt het bestuur machtiging om weer de onder handelingen met den heer Pronk te openen. De vergadering verleent die onder applaus. c. Om ln het bnitenland meer bekendheid te geven aan de goede eigenschappen van het Noordhollanösche rundvee. De heer P. Schenk Dz. is van oordeel, dat niet genoeg bekendheid kan worden gegeven ln het bnitenland aan de goede eigenschappen van het Noordholiandeche vee, om hierdoor wellicht een meerdere aanvraag doen ontstaan. Niet alleeD, zegt inleider, kunnen wij nu de goede eigenschappen van het tx'erienr aan bevelen, maar wij zijn thans ook ln staat hetzelfde te doen van het interieur, zoowel wat qiantiteit als wat kwaliteit der melk betreft, een gevolg van de uitstekende wer king der Veefokkergvereenigingen.Het bestaar vraagt de goedkeuring voor dit punt, om dan ln de a. s. voorjaarsvergadering met een uit voerig plan te komen. Met applaus hecht de vergadering hieraan haar goedkeuring. d. Om een onderzoek in te stellen naar de oorzaken van z g. Boekelscheurtjes in de kaas. De heer Dr. Scheij zegt, dat de Boekel- schenrtjes zijn ontstaan, toen het meer nienwerwetsche kazen in zwang kwam, een andere wijze van doorhalen, het kruimelen van den wrongel werd veranderd in het kazen nit groote stnkken en de toevoeging van langwei. Deze wijze van bereiding bracht een meer dichte kaas en door deze dichtheid juist de scheurtjes. Inleider ls ook van oordeel, dat nog niet voldoende is onderzocht om conclusies te kun nen trekken, maar de proeven die zijn geno men, hebben al reeds geleerd, dat niet alleen de slechte melk op het ontstaan van scheur tjes invloed heeft, maar ook de technische wijze van bereiden. Het bestnnr stelt voor, aan deze zaak de aandacht te blijven wijden en zoo noodig proefnemingen te doen, waarvan, zoo 't ge- wensch^ ls, de nadere omschrijving in de voorjaarsvergadering zal komen. Algemeen goedgevonden. e. Voortzetting van het bevorderen van hst maken van glerkelders De heer D. Brander Tz. acht het bewaren van de Ier een zaak, die reeds ontelbare malen is besproken en beschreven. De wetenschap heeft aangetoond, welke stof hoofdzakelijk de waarde van de ier uitmaakt en de proef nemingen hebben ten volle bevestigd de waarde van de ier als mest. Eu ondanks dat de waarde van de Ier vaststaat, vindt men nog bij zoo weinige boerderijen een ier kelder. De hooge kosten behoeven geen bezwaar te zijn, want het ls een uitstekende geldbelegging Een gemetselde, overdekte ierput van 26 a 89.0CO L kost ongeveer f8C0 a f400. Voor rente en tflaasing f 20. rekenende, en de waarde van de Ier van een stal van 20 koeieu gerust kunnende bepalen op f 120.dan blijkt er wel uit, hoe loonend het bewaren dor Ier is. De brochure, door den heer C. Nobel geschreven, geeft hierover de meest uitvoerige inlichtingen. Het bestunr stelt voor, om het volgend jaar weer 8 premlëc a f25beschikbaar te stel len voor hen die ln 1906 een doelmatig inge richt' n ierkelder van minstens 15.000 L. laten maken. Goedgevonden. f. Het beproeven van stroo-elevators. De heer D. C. Rezelman wijst er op, hoe in het boerenbedrijf, hoewel al reeds veel machines den arbeid verlichten, nog te veel behoefte bestaat aan arbeidskracht. Dat gebrek aan arbeidskracht wordt steeds grooter naarmate er meer gewassen worden verbonwd, die op bepaalde tijden meer werk eischen. Dat is vooral het geval bij het dorechen. Bij een stoomdorschmachlne zijn 12 man noodig die veelal voor het hoogste loon, vooral de Btroodragers, moeten worden aangenomen. Om dat stroodragen te vervangen, zijn er stroo-elevators, die, aan de dorschkast beves tigd, het stroo opvoeren tot een hoogte van 7 a 8 Meter, zoodat één man het slechts be hoeft te stellen op een klamp. Die bedoelde elevators zijn in ons land nog weinig in gebrnlk, wel in Engeland, waar zij uitmuntend bevallen. Het bestnnr komt na met het voorstel: le om een onderzoek in te stellen naar kosten, soliditeit, benoodigde drijfsrachb, gemakkelijke verplaatsbaarheid van znik een werktuig, en 2s, als dat onder zoek het wenschelijk maakt en ook uitvoer baar om een aanschouwelijke proef te nemen, dat dan te doen. Ia de voor jaarsvergadering daarvoor een som beschikbaar te stellen. Al gemeen goedgevonden. De heer C. Kooij Hz. doet nn eenige mede- deelingen over de goede werking van da slokdarmsocde. Het had de aandacht van het bestnnr getrokken, hoe weinig het bekend is, welke middelen moeten worden aangewend om, als ren rund iets in de keel heeft ge kregen, dit zonder gebaar te verwijderen. Vooral in streken, waar met penen en wortelen wordt gevoerd en die niet machi naal worden gesneden, is dit nogal eens het geval, en als men dan van buitenaf dit wil verwijderen, bezeert men vetlil de keel. Hat veefoods te Haringcarspel heeft nu al jaren een zoogenaamde slokdarmsonde en dat j instrument wordt met zeer veel succes ge bruikt. Dit is een vrij lange gutta-percha buis, waaraan aan het eind een eivormige bal. j Dit instrument wordt de koe in den bek ge stoken en zoo het stuk peen of wortel weg gestoken. Er is tevens aangebracht, een klein instrumentje, zoodat de koe niet den bek kan sluiten. De kosten van aanschaffing zijn f 18 a f 20. Het doel van deze bespreking ls, de aandacht in meer nitgebreiden zin op dit instrument te vestigen. Door den heer Jhr. Mr. P. van Foreest wordt nn ingeleid de bespreking over open bare conti e aan de Rijkslandbonwproef- stations. De heer Foreest zegt, dat ln de FEUILLETON. nruTÊT" Roman van CARL BUSSE. i, «Een geknakt mensch 1" herhaalde Harens op een toon, die elke tegenspraak ®oest afsnijden. Ook lag er iets van een "«ven triomf in jawel, zie nu eens, wat van mg heeft gemaakt. Zoo sta ik nu aar met; mgn gavennu klapper ik teuts met de tanden, het helpt mij niets ttïr' a' wat ik tegenspartel. referendaris had zijn voorhoofd in "«rnatigen plooi getrokken, maar innerlijk k hjj nog meer. «Verklaar u tenminste het is zulk ?ei1 gewichtig iets, men weet eigenlijk niet, oren het moet opvatten." assessor was evenwel weer in een 'eP ïwjjgen verzonken en ging met f.,0.8en hoofd verder. Zjjn duu wandel- ste 8loeS heen en weer tegen eiken c. Dikwijls nam hij een lossen tak rmede op en slingerde dien een eiud- van zich af. £ör ^ijn vriend worden, vL?6* .-^eeni gij moet het worden. Ik °"k .Wehewaar, dat het mjj niets helpt, W t aar het is een poging, de een r:,,Zo° dat men er een van oei een h 'n- 0 lets' Hat men er een van hout 'fcUC£> bollenden wagen nog een stuk Voor he wielen werpt. Misschien houdt voertuig nog wel een moment st 1, zoodat het mij mogelijk zal zijn, mg'ielf te redden." „Ea ik moet dat stuk hout zijn vroeg de referendaris. „Hg goed maar waar rolt de wagen Naar welken afgrond Ik geloof, menschankind dat ge mij overschat. Ik ben een vrooljjk mensch, die het leven wil genieten in het beste geval een kleine kemphaan Maar anders weet ge, ik heb een nicht, een meisje, dat mij im poneert. Dwaas wat voor rare meisjes er tegenwoordig zgn. Die zegt van mg „Grenzenloos oppervlakkig brrr En het ergste is nog, dat het waar is." Proppie haalde de schouders cp. „Wat bewijst dat, mijn waarde? En als uw nicht werkelijk geljjk had, wat geeft dat dan nog? Ik wil immers geen verstand van je koopen Dat geef ik je cadeau Denken en peinzen, dat kan ik zelt wel. Veel te veel denken, dag en nacht, op het bureau ea daar buiten. Maar jij bent zoo heerlijk oprecht als een jonge, sterke boom, waaraan alles gezond is, die zich licht en lucht verovert. Jij groeit naar eigen willen en laat je niets voorschrijven. Dit dit, dit wil ik van je leeren. Je zult mij 'veel ontmoeten, dus veel met mg samen moeten zijn. Jij zult hier de bende de waarheid zeggen. Dan heb ik genoegen en plezier, mensch - ach, wat een vreugde En misschien werkt uw voorbeeld wel zóo e0ed cp mjj, dat ik moed krgg en mjjzeli vrü maak, dat ik mij eveneens opricht, dat ik niet die geknakte pers)Oo blgf Peter Korner keek hem aan, schudde het hoofd en vroeg zichzelf af, hoeveel ernst hoeveel dwaasheid hier nu eigenlgk en in was. „Mg schijnt het toe," zeide hjj, dat je Groszkirchen grondig haat. Is het nest dan werkelijk zoo ellendig Of is de chef een canaille „Eon canaille!" herhaalde de assessor met verhelderd gelaat. „Wat zeg je dat ronduit Heb ja dan geen respect, mecsck Neen, goddank hij heeft het niet. Hij is niet bang. Hij bui^t zich niet. Gij zuit dus niet voor hem kruipen. Voor hem niet en voor niemand in Groszkirchen." „Maar wie doet dat dan Je draait steeds maar om die hoofdzaak heen, als een kat om de heete brei. Geef mg dan eens wat duidelijker verklaringen." „Dat wordt knap vervelend," dacht Peter, „ik geloof niet, dat ik met hem bier zal drinken." „Wie kruipt?" sprak Pr ppie nu, „wel iedereen 1 Ik voorop, Dieckmann, do rechters, geheel G.oszkirchen. Niet alleen voor den hoogmcgenden heer president van de recht bank. Wel neen, een elk voor zijn meei dere, welken titel die ook voere. De een, omdat hg hoogerop wil, de ander uit gemakzucht, een derde uit lafheid. Daar, neem nu eens Dieckmann In dien gouden armband ligt de geheele metsch. Hjj is ijdel, dom, en wil carr ére maken. Daarom ligt hjj door loopend voor den chef op de knieëD, maakt zicht verdienstelijk bjj de d.-chter, en richt zgn leven precies zóó in. als het van boven het liefst wordt gezien. Hjj huichelt niet. Hij is zoo naïef en zgn rol bevalt bem uitermate. Hij is een eerste klasse mensch, omdat hg referendaris is het is zjjn vaste overtuiging, dat er niets hoogers op de wereld bestaat, dan akten maken. Maar laten wij hem met rust, veroorloof mjj, dat ik over mgzeif apreek, „Ik, mjjn beste Romer, ben de kruiper uit lafheid. De sentimenteels kruiper. Dieckmann is de naïeve, die het met vreugde doet. Ik doe het onder zuchten. Ea waarom kruip ik Omdat men mjj de veerkracht heeft ontnomen, omdat men aan mij den moed en de kracht heeft doodgelachen. „Gelooft ge dat niet D o o d gelachen, zeg ik u. Ik was ook eenmaal een opge wekte, fiissche jangen. Ik wilde uit eigen aandraDg wat scheppen. Ik weet het nog heel goedeenmaal wilde ik een locomotief bouwen. Mijn vader lachte ik hoor zjjn lachen nu nog. Slééds als ik ergens aan begon, heeft hjj zoo gelachen. Dat heeft mij steeds den moed ontnomen. Dan heette het: „Jjj stommerd, jjj kent toch niets." De hemel mag weten waarom hij mjj nooit eenig kunnen heeft toevertrouwd. Zoodoende heeft hjj mjj in mjjzelfgekeerd gemaakt, verstaat ge? Wat anders bjj een gezonden jongen naar buiten slaat, het sloeg bij mg naar binnen. Ik heb nooit gehandeld, steeds gepeinsd. Vreeselijk veel boeken verslonden. Tot ik op een goeden dag de gedachte kreegProppie, je bent voor dichter ge boren 1 ,Neen, nu niet lachen, mijn beste! Lachen vermoordt zooveel. Ik hebt gedicht in schoolschriften heel stil I Verzen, drama's, al het mogelijke. Geen mensch heb ik mjjn geheim toevertrouwd Tot kort van het examen. Toen zeide mjjn vader jongen, wat wil je worden Hg bad het liefst een ingenieur van mij gemaakt, maar daarvoor paste ik niet, dat zag hij in. Dus dokt8r of jurist. „Drie dagen liep ik rond en eindeljjk vatte ik moed. Ik nam mjjn schritten en legde die voor mjjn vader neêr. „Ik deug niet voor jurist, ook niet voor dokter ik geloof dat ik talent heb." „Myn vader heeft zich half dood gelachen. „Ezelskop," heett hjj mjj genoemd. „Kun stenaar wil hij worden!" „Zooals hjj het woord kunstenaar uitsprak, klonk het verschrikkelijk. Hij is niet boos of driftig geworden. Steeds maar gelachen. Heeft de schriften aan ooms en tantes ge toond «Lotje, Frits maakt zulke mooie verzen," zeide oom Knoppe. „Wat een gevoelvolle jongen," zeide tante Ulrike. Ea lachen, lachen 1 De directeur van het gymnasium ziet mij van terzjjde aan. Want ik weet geen regel van Homerus aan te geven. „Neen," meende die, „dat hèbt gij ook niet te kunnen, Behrens hé Ge maakt immers zelf verzenHoe heet het ook weer, uw laatste gedicht? Aan mjjn geliefde „Geliefde," zeide hij. De geheele klasse lacht. „O, geliefde, kom tot mjjkus uw moeden zanger." De klasse brult het uit, en zoo gaat het verder. „Zeg manneke, laat jij het dichten masr over aan Goethe en Schiller hoor 1 Heb je die soms als je coliega's beschouwd Ja „Körner, zoo iets begrjjpt ge niet. Dan schaamt men zich dood, dan breekt er wat in ean mensch. Van alle zjjden heeft men steeds gelachen. Kielhalen moet een wel daad zijn in vergeljjkiog met dat lachen. Zulk lachen vermoordt. Dat heeft mij gebro ken Ei ik heb mjj er nooit meer bovenop kunnen werken Hjj streek zich over het voorhoofd en er waren groote zweetdruppels weg te wisschen. Peter. Körner had een sigaar opgestoken. Ea terwjjl hjj den rook uitblies, dacht hg „Duivels, het is toch ernst." Hg kreeg

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1904 | | pagina 5