De Bloedzuiger. Liefdesmart,, Indische penkras&en. Zondag 18 Juni '05. TWEEDE BLAD. FEUILLETON. Binnenlandsch Nieuws. o—o Frits, een vjjf-en-tacbtig oentlmeter lange toekom&imtnsch, werd door eene kleine, on beduidende ontsteking gekweld, en men had den dokter laten roepen. Het was avond. De dokter ikwam, een goedmoedige, ouder- wetsche man. die nog uit den tijd van het aderlaten, de likkepotten en de trekpleisters stamde. „Niets van beteekenis," luidde zijne diagnose, „wjj zullen je wel weer gauw opknappen, Frits. Morgenochtend zal ik je twee bloed zuigers zetten en overmorgen kan |e weer naar school gaan." Frits voelde een rilling over zijn ljjf loopen. Bloedzuigers, bu Maar ook de gedachte zóó gauw weer naar school te moeten, deed hem onaangenaam aan Den volgenden dag kwam de dokter terug. Hij had een glaasje in de hand, in 'n papier gewikkeld, het bloedzniger-equarinm. „Zoo, daar rjjn ze," sprak hg. Maar zie, Frits was aanmerkelijk beier. Het scheen wel, dat het vooruitzicht alleen reeds van het bloed-afnemen hem goed had gedaan Hij ontving den dokter met den uitroep„O, dokter, ik ben alweer heelemaal beter, ik heb geen bloedzuigers noodig!" Ce man der wetenschap knikte goedig. „No, weet je wat, jongen dan zullen we het voor ditmaal maar laten." Hij had het glaasje op de sohigftafel gezet; bij het hrengaen verzocht hij, dat men het tot den volgenden dag voor hem bewaren zou, duar hg nog verscheiden visites moest maken, en in het rijtuig het water zoo licht over het glaasje kon heenschommelen. Het glas werd aan Bertha, het kamer meisje, gegeven, mot de opdracht het ergens te zetten, waar het goed bezorgd zou zgn. Zij wist niet, w»t, het behelsde ea zette het In eeco kast. wBsr gias- en aardewerk in ge borgen werd. F'its was blij aen het gevaar te zijn ontsnapt. Tegen den avond kwam hij op den fnval, de twee blcedzufge e, die grieze lige dieiec, die dan toch voor hem bestemd waren geweest, eens te bekijken. Hè ja, hij zou zoo graag eens willen weten, hoe ze er uit zagen. Ns lang vragen kreeg hij eindelijk van Bertha gedaan, dat zij hem het glaasje uit de kast gsf, en verheugd begon hij zijn vrettBSeheppslijk Guutizoek Maar het duurde geen twee tellen, of bij liep naar het salon, waar zijoe moeder zat, en riep „Mama, mams, er Is er maar één in 1" „Wat zeg je „Er is maar één bloedzuiger." In het eerste oogenblik trok mama zich de kennisgeving weinig aan, toen echler begon zg den ernst van het geval te beseffen Waar kon dat tweede beest gebleven zijn Zjj beval aan de meiden, dadelijk de kast van lèoven tot onder te doorzoeken, waarop Bertha en de keukenmeid Klare, eene reusachtige Boheemsche, aen het werk togen Met over .draven angst en benauwde gezichten deden zij, wat haar geboden was, ternauwernood wagend met een uitgestoken wijsvinger de dingen van hunne plaa's te schuiven Mevrouw, die er bij stond, moedigde haar aan, eergt met zachtheid, toen meer bevelend, .ofschoon zjj zelve gruwde bjj de gedachte van eensklaps de hand te leggen op het glibberige dier. Maar alle naaporingen bleven vruchteloos. Hedwig, het ietwat overdreven, r68tien jarigs dochtertje, werd door hevige zenuw achtigheid aangegrepen, wat zich bij haar openbaarde in roods plekken op voorhoofd, hals en kin. „Mams," riep zg, „ik heb een vreeselijk vermoedenals wij vanmiddag eens het is zoo donker in do keukeu het zou niet onmogelijk zijn „Maar kind, ja ben tocb èl te overspannen „We hebben prnimentsart gegeten, mama o, het is een vreeseijjka gedachte Het jonge mei'jo riide Hare sombere voorstellingen begonnen ook op mama's fantasie te werken. „En eerst spinazie..." z<ide zij plotseling op doffen toon, als bjj zlchzelve. De navorschingen tot het opsporen van den tweeden bloedzuiger werden voortgezet. Zonder gevolg Eensklaps gaf Hedwig een gil en sprong sin de hoogte. „Kind?" riep hare moeder ontsteld „Ik heb op iets getrapt!" stiet het meisje uit, dat door het schrikbeeld van den bloed zuiger vervolgd werd Geschiedenis van een vrouwenhart, door MAItlE DIERS, o— 11. leinz keek de kinderen aan en boosheid sprak hem uit de oogen. „Kon ik jelui ook eens onder den duim krijgen, wat zótf j* je dan moreB leeren!," dacht hg vol eitigheid. „Vjjf minuten maar. zooals jelui -/ene den ganschen dag doet," aar n& verloop van een poosje werd er ,e P <e®ioten. Heinz vergat zjjn bittere een en loonde zich spoedig een goede j' en trouw kameraad en alle leed was oen vergeten. De kinderen lachten en arRten, want zóó aardig kon zelfs Anne spelen. Ondertusschen bad hjj Anne up den divan gelegd haar toegedekt, legde Ji*ar nBtte doeken op het hoofd en plotso- larf 8*orm<*e hjj met da kinderen den garg *?s Da»r de kauken, om daar onder het R'chel der kindoren volgens jonggezellen- 'cept een sterk kop ko'fia te zetten voor 6 en ook zichzelf Diet te vergeten, ve |Cbö ''e' Z'C'1 a'^es welgevalleD. Zjj was aj.e ziek om tegenstand te bieden en denV°v^ 'let óeerljjk zoo verzorgd te wor- jj dronk de koffie en ging dan weer rje L-0', soezend zag zjj Heinz zitten, 'n eren op zjjn knieën, on hoorde hem Wat was het geweest Een stnkje sinaas appelschil, dat op den grond lag, artdeis nsete. Moo a'oop op de teoDen rond als io eene zlrkekamer Alleen Frits toonde zich moedig; hij was op het oogenbbk de eonlge man in huis6n liep met zjjnen boog ge wapend door alle vettrekkeD van de woning. Het was intusschen avond geworden. De heer des huizes kwam van zijn kantoor terag. Zijne vrouw wilde het geval voor hem verzwjjgen zoolang het mogelijk was, maar men had vergeten Frits het stilzwijgen op te leggen, en zoo liep de knaap den oorsprong zijns levens fn de gang al tegemoet mot den uitroep: „Papa, papa, één van de bloedzuigers is weg Zijn vader sloeg eerst geen acht op de mededee'inghij kaste vrouw en kinderen en verdiepte zich in de krant. Maar in die bezigheid werd hij r.a korten tijd gestoord door luidruchtige stemmen in de aangrenzende kamer. Frits hnilde en jammerde, hij wou niet naar bed gebracht worden. Mam», was ten einde raad. „Papa," riep zjj in de eetkamer haar man toe, „kom pens even hier, Frits is zoo onhandelbaar, er is geen ree met hem te schieten." „Pa," snikte Frits. „ik durf niet natir bed, ik ben b&ng dat de bloedzuiger van nacht komt en me uitzuigt Nu kwam het voorval ter sprake. Frits werd tot kalmte gebracht en liet zich eindelijk overhalen naar bed te gaan, nadat zijn vader hem op woord van eer beloofd had dat de lamp den heeleD nacht zou blijven branden daar bloedzuigi rs een afachrik van licht hadden en dat er iemand de w&cht zou houden bjj zijn bed. „Waar kan die tweede bloedzuiger toch gebleven zjjn vroeg nu op zijn beurt de echtgenoot en vader met gedwoDgen kalmte. Mama haalde de schouders op. Hedw'-g zag haren vader met heldhaftig onderdrukte ontzetting aan. „Dan moeten de meiden eene behoorlijk naar hsm zoeken, hij moet toch ergens ga- bleven zijn. Het behoeft nu niet dadelijk, maar straks na het avondeten." Hij dacht nog aan eten O, die mannen Na een poosje kwam het avondeten op tafel: ragout met balletjes, papa's lievelings gerecht. Onder zwijgen werd de vleeschspijs rond gediend. Maar ook de heer des huizee scheen van lieverlede door geheime voorstellingen van vreeselgken aard verontrust te worden, hij sondeerde eerst lang met zijn vork het gehikte vleesch, alvorens het in den mond te steken, en keek daarbij tersluiks naar zijne vrouw, die ook dieper dan het bare gewoonte wt»s, haar bezorgde hoofd over haar bord boog, als zocht zij iets Hedwig had onder een" af ander twijfelachtig voorwendsel dien avond voor vleesch bedankt, zjj voelde zioh volkomen gevoed met één aardappel en een paar blaadjes salaad. Er heerschte eene drukkende stemming aan tafel. „Heb je wel onder de kast gekeken vroeg de vader plotseling. „Overal," antwoordde zijne vrouw, op den toon der wanhoop. Hedwig zuchtte. Eindelijk legde papa zijn servet op tafel, stak haastig eene sigaar aan en stond op. Bertha en Klsra werden geroepen en nu begonnen de navorschingen opnieuw, onder leiding van het hoofd des huisgezlns. O vet al was hij de eerste, de moedigste, de heldhaf tigste; hij achtte het «iet beneden zich. voor Klara den stoel vast te houdon opdat zij op de kast kon kijken, en hij trok met de ge spierde Bertha de kast van den maur. Zij knielden met hun drieën op den grond en keken in de kenken onder de rechtbank, in het salon onder de piano, onder de kachel, tusschen de hoeken, op het rek, Alles ver geefs Intusschen zat Hedwig bij Frltsje's bed de wacht te houden. Met hare voeten zoo hoog mogelgk opgetrokken, staarde zij met wijd geop-inde oogen in de kamer rond overal, tegen de gordijnen, tegen de moren, tegen den spiegel meende zij het gedrocht te zien kruipen. Van tijd tot tijd boog zij zich over den kleinen slaper heen, die in den droom door angstige fantasieën scheen te worden gekweld. Eindelgk werd zg door mama afgelost. Even tevoren had Klara aan mevronw verklaard geen oog te zullen kunnen toedoen, waarom zij permissie vroeg, don nacht bij hare vriendin, de keukenmeid van de eerste verdieping, te gaan doorbrengen, wat mevronw haar had toegestaan. Men kon niemaud dwin- hen den nacht door te brengen in eene wo ning, waar een bloedzuiger rondwaarde Het andere meisje, Bertha, echter moest blijven. Hemel, welk een welkome buit zonden hare d kke roode armen, die zij altijd bloot droeg, en die de verrokking uitmaakten van een korporaal, haren vrijer, voor het wel licht reeds op den loer liggende monster zijn Schreiend zette de soldaten bruid zich aan de keukentafel en schreef twee brieven, een aan haar moeder en een tan „hem", waarin zij hen beide voorbereidde op eene zekere tragisohe mogelijkheid. Al herhaaldelijk was Hed wig door papa en mama aangemaand om naar bed te gaar, mear vergeefs het ouderlijk gezag had dien allerlei verhaaltjes vertellen Over dat alles heen sliep zij in en toen zg ontwaakte, stond het kamermeisje met de lamp voor haar. Weg waren de kindaren, weg was Heinz, het was laat in den avond en zg had alleen nog maar aen lichten druk in het hoofd. Den volgenden dag was het heerljjk zonnig weer,haar hoofd was beider en friscb, zg zelf uitgerust de kinderen liet en vroo- lijk. Maar 's middags stond baar helper van den vorigen dag weer daar het had immers precies als gister kunnen zjjn. Bijna ergerde het hem, alles zoo in uit stekende orde te vinden. Die dag van gister was er voor beul een van de grootste zaligheid geweest. Maar Anne liep met uitgestrekte hand op hem toe. „Heinz, ik dank je zoozeer. Hoe heerlijk heb je mg gister geholpen." Daarop wist hg in 't geheel niets te antwoorden, de laDge referendaris, die anders niet om een antwoord verlegen was. Maar het sprak vanzelf, dat bjj dien middag weer bleef en meëspelen moest als gister. De rol van den trouwen kameraad beviel hem zeer goed, en hjj bleef haar zoo getrouw, dat hjj bjjna dag aan dag kwam, om bjj de kinderen te spelen En dat ging tot schade van niemand, In de kinderkamer heerschte groote vroolijkheid. Wolf verloor in die nieuwe kameraadschap zjjn aanvallen van stjjiboofdigheid, die Anne al zoo menigmaal beangst hadden gemaakt, en Anne zelf werd tot in haar binnenste ge sterkt en verfrischt door dezen omgaDg. Zóó helder en vrooljik bloeide het leven in de woning vau den houtvester, toen a7ond volslagen zijne kracht verloren. Slechte h ij reg-.«rd<\ h ij hield allen !o a-igst en spanningde bloedzuiger. Hedwig had Mi yir'g Ltx ;on genomen en bestudeerde overbodig te zeggen weik woord- Klppevel kreeg zjj er van toen zij las. dat dit monster met nijti kaken, die al» een kringraag werken, de huid van warmbloedige dieren doorzaagde dat het, tot welke soort ook behoorende, de merschen aanviel, dat het zelfs in den mond, In de keel en de luchtpijpen van ziju slacht offer drong, dat het twintig jaar oud kon wordenZoo oud das als een volwassen huwbaar meisje8tel je voor een bloed zuiger Toen zij iiet stuk voor den derden keer had overgelezen, verklaarde sij dien nacht niet naar bed te zulien gaan zij zou er stel lig zenuwkoorts opdoen. Daarbij greep zij telkens plotseling onder tafel. „Ach kind, wat stel je je toch aan zeide mama berispend, maar zij zelve sprong ver schrikt een paar malen op, alsof zij door eene slang gebeten werd. „Jullie lijkt wel dwaaszei de pater familias; „als het beest werkelijk hier in eene van de kamerf is, dan slaapt het nu natuurlijk Je kunt voorzichtigheidshalve het licht laten branden. Kom, het is hoog tijd om naar bed te gaan." Eindelijk dan begapen zij zich alle drie naar hunne slaapkamers. Maar de cnverschrpkkenheid van den heer des huizes was sle-cbig geveinsd, eene rilliug van afgrijzen o<ervlél hem, wanneer hg aan de mogelijkheid van? eene onvoorziene over rompeling Ascht, en voorlooplg ging hij aan gekleed voor ziju bid zitten en rookte eene derde en vierde sigaar. Hedwig had uit de ootkamer het olie- eif azijnstel mee naar boven genomen, en na hare deur gegrendeld te hebben, zalfde zij, bg het schijnsel van twee kaarsen, haar bevende leden met azija, daar zij in het lexicon gslezen had dat iedere bloedzuiger, hoe gulzig ook, zich door oplos sing van keukenzout of door azijn liet afschrikken. Mama had ztoh qeue wapenrusting van wol aangelegd, zg tiok dikke winterkousen over hsre hinden en armen, en ging met haar corset en hare schoenen aan op de sofa liggen. Wel was het een nacht vol zuchten, angst, hartkloppingen, zenuwachtigs schokken en akelige droomen Hedwig beweerde tien jaar ouder er in geworden te zijn. Maar voor het oogenblik was nu het gevaar weer geweken, en de thans aangebroken dag zou geheel aan de bloedzuigerjaoht gewijd worden. Togen tien uur kwam de dokter. Hij zag aanstonds, dat er in dit buis iets vreeselijks moest zijn voorgevalleu Van Frits af tot de keukenmeid toe schenen allen onder de nawerking van een geweldigen schok. Stil en somber was het in huis, akelig betrokken zagen de mecschen eruit, „Hier Is' uw glaasje dokter zei de vrouw des huizee, „het spijt mij, maar er is er maar één in." De dokter keek naar het glaasje en toen naar mevrouw. „Wat blieft u O je, het is waar, ik had ar gisteren twee willen brengeD, maar onder het rijden schijnt er een uit het glaasje te zijn geschommeldik heb hem daar net tusschen de kussens van het rijtuig gevonden, den armen drommel, hg was al heelemaal verdroogd. Toen de heer des huizes 's middags thuis kwam en twee bestellers meebracht, die hij aangenomen had voor de bloedzuigerjacht, vond hij de kalmte en rust in zijne woning hersteld. („N. R. Crt.") Auteursrecht nitdrukkelijk voorbehouden. CX Ze Is nu weer een beetje geluwd, die belache lijke vreoe voor den prang sabil of heiligen oorlog hier op Java, doch kort na het be treurenswaardige bloedbad van Gedangac, was het bepaald vermakelijk de correspon denties te lezen in de verschillende Indische bladen. Zenuwachtige berichtgevers zagen toen plotseling in allerlei heel gewone godsdienstgebruiken iets verdachts en de Ambtenaren van het Binnenlandsch Bestuur hadden een zwaren dobber, om de gemoe deren te kalmeeren. Een van de meest ongepaste ja dolste beurten gaf wel een correspondent van het Soerabaiasch Handelsblad. De stnmperd lan ceerde het ongevraagd advies, om vooral toch den ouden Regent van Sidoardjo, Raden Adipati Pandji Tjondro Negoro, niet te ver trouwen, want. sinds zjjn huwelijk met eene zuster van Prins Ario Mataram, zou die Javaansche Hoofdambtenaar plotseling zeer fanatiek geworden zgn Dit „fanatisme" grondde zich dan dadrop, dat de grjjze Gouvernementsambtenaar trouw dagelijks bad en op de sociëteit geen alcohol gebrnikte 1 Ik heb Prins Ario Mataram geraden om zgn zwager een klacht bij de Justitie te doen indienen, doch de Pangaran vond het beter ■Pa—n.'iii'HBMtmmmt Gunther en Lu hun terugkomst aan kondigden. HOOFDSTUK XI. De reis was Lu niet heel goed bekomen, zg had er niet veel vreugde van beleefd. Overal waar «ij kwam had haar de rust ontbroken en daarmede de capaciteit om de schoonheid der natuur in zich op te nemen. Ten laatste had zg een nerveus heimwee gekregen, zoodat zg doorloopend om de kinderen huilde, en Gunther ten slotte het program veranderde en de reis bekortte. Onverkwikt en met een menigte onklare en onduidelijke verwachtingen, kwam Lu haar huis binnen Wat zjj zich van de ontvangst had voorgesteld, kon zg eigenljjk zelf niet zeggen. In elk geval een gejubel dat alle grenzen overschreed. Zg verwachtte onge veer haar kinderen van verlangen naai haar, halt ziek te vinden, en buiten zichzelf van vreugde over haar terugkomst. Zg die gewoon was overal tegemoetko mende liefde, verwenning en bewondering te vinden, verwachtte dat uit louter instinct, zonder eecig overleg of nadenken. Nu kwam alles zoo geheel anders uit. Wel is wsar guirlandes boven alle deuren, alle dienstboden in hun Zondags pak, Wolf en Ellen w&chtend in nieuwe kleertjes op de stoep. Maar een alles over- stroomend gejubel bleef uit. De kleine Ellen, die in haar witte jurkje op Anne's arm zat keek haar moeder, toen deze haar naderde, met angstige oogjes aan en toen Lu de banden naar haar uit stak, trok zg een pruilend mondje, wierp fn die dagen van opwinding bij de Europe anen, maar liever w&ardig te zwijgen. Wjj maken ons door zulke enormiteiten werkelijk ridicuul in de oogen van de meer ontwikkelde InlandersEen hunner voegde raij, naar aanleiding van het dwaze cou rantengeschrijf, min of meer iroriEch toe: „De Europeanen schijnen zich wel erg zwakjes hier te voelen!" Wat moest ik antwoorden? Ik schaamde me zoo innig diep over het lafneidsvertoon mijner landgenooten. Uw Fenkrssser, die steeds in gezelschap van Inlanders gezien werd, moest ook al ganw 'n veer laten. Men verdacht plotseling zijne bedoelingen, vond hem toen erg ge vaarlijk voor de „roetige rust," sprak zelfs over uitzetting en verbanning en in Bandoeng vertelde men op een gegeven moment, dat met de racedagen, door hem een dynamiet- aar.slag op de tribune der Europeanen zon worden gepleegd 1 Lacht niet, lezersIk schrijf n de zuivere idiote waarheid, en hoe vèr de paniek in die dagen we), ging, moge blijken uit het feit, dat de Officier van Justitie te Batavia het noodig vond, cm de kisten BintBng Hindia door de Firma N. J. Boon naar Java ge- zooden, te laten onderzoeken. Men verdacht mij ernstig van het bicnnensmokkelen van Mauserpatronen voor den heiligen oorlog We willen het nu heden eens hebben over het zoo gevreesde fanatisme In waarheid is er geen verdraagzamer, ge moedelijker volkje, dan juist het Javaansche. Nimmer wordt hier een zendeling of geeste lijke bemoeilijkt. Roomsche liefdezusters, paters of heilsoldaten bewegen zioh in de drukste buurten onzer grootere steden en zgn er veiliger voor hoon en spot, dan b v. in Amsterdam 1 Geen Moslim denkt er over om den „toean pastoor" of „toean dominé" zelfs maar onge past aan te kijken Geen steen zal er 's nachts de ruiten ven 'n kerk verbrijzelen en vele Inlanders van goeden huize zenden hun kin deren naar particuliere Roomsche- of Protes- tantsche scholen, terwijl de onderwijzers van hun kant zich loffelijk onthouden van het kwetsen der geloofsmeening hunner leer lingen. De dochters van Javaansche Prinsen gaan op de Zusterschool te Jogjakarta en Prins Achmad van Batjan bezoekt de Bjjbelschool te Weltevreden. De laatste krijgt Vrjjdags gelegenheid, om in den Misslgit te bidden en luistert in de school met belangstelling naar de verhalen van het Oada ea Nieuwe Testament. De vrome Moslim, de man die trouw de voorschriften van den Qrraau volgt, h6eft duizendmaal meer respect voor den Europeaan, d'.e geloovig Christen is, dan voor den vrij geest of onverschillige Vergeet vooral niet, dat de Islam wel degelijk ook Jezus hoog vereert en dat de Islamieten in hnn Qars iin lezenSoerah II, Ajah 59 „De geloovlgen, het mogen Joden, Chris tenen of Sabeïsten zijn, indien zij slechts aan God en aan den oordeelsdag gelooven en wel doen, zullen door hunnen Heer beloond wor den noch vrees, noch droefheid zal over hen komen." Europeanen, die den Inlander en Arabier echter niet kennen, wantrouwen den vromen Islamiet. Ik weet menschen, hensoh geen streng reohtzinoige Christenen, die een bediende ontsloegen, omdat hjj zich aan „de vasten" of poeasa hield Zij gaven den man ook geen certificaat, want men kan die „fanatieke kerels" toch moeilijk bij de Europeanen aanbevelen. Ze zouden je mollen, voor je het wist. Dom en onrechtvaardig, lezers 1 want juist van een vroom M&homedaan kan eerder trouw en eerlijkheid verwacht worden, dan van de voor God en Zijn gebod onver schilligen. Men verwart hier in Indië maar al te veel godsvracht met fanatisme en meent, dat hadjie's, goeroe's, Kjaï's, santrie's of Ara bieren per sé met vjjandlge oogen den Christen aanzien. Ik wetssch dat beslist tegen to spreken Het is een van de ellendigste dwaalbegrippen hier in onze Oost 1 Als er dan nog van bekrompen onver draagzaamheid, vau een vjjandigen geest gespróken w&g worden, dan kan dit alleen slaan op die onwetende angstige Europeanen, die met alle geweld in lederen vromen Moslim een bloeddorstigen sohurk, ja een muiter willen zien Of er dan geen onruststokers op Java wonen Of er geen mannen zgn, die het gezag trachten te ondermijnen Ik zou hier niet graag ontkennend op willen antwoorden, doch men vindt die woelwaters overal op de wereld, ook ten nwent, zou ik meenen I De Europeesche anarchist van de daad is iotussohen heel wat gevaarlijker dan z'n Oostereche geestverwant, vooral in een land als ons Java, waar oprniers al zeer weinig invloed hebben op de ultra- flegmatieke omgeving. Een desaman wordt hensch niet het kopje achterover en verborg het dicht tegen Anne's schouder. „Ellen riep Lu. „Zg herkent je nog niet dadeljjk," troostte Anne. „Heb maar geduld, dat komt weer spoedig terecht." Gunther die geleerd bad zgn vrouw gade te slaan, zag haar het donkere bloed naar de wangen stjjgen. Hg Dam Wolf op den arm en stak hem haar toe. „Kgk eens hier, Lu, onze kleine kerel. Is kg niet heerlijk gegroeid." Lu wendde zich aieen wilde smart verscheurde haar het hart. Zg ging haar huis binnen haar oogen waren blind van tranen Alles in 't rond scheen haar vreemd. En de kinderen Die vroegen niet meer naar haar die hadden immers Anne. De eerste uren gingen onder dien pijn lijken indruk stil voorbjj Lu bemoeide zich niet meer met Ellen, die was haar immers toch reeds vergeten. Zg had even goed kunnen wegbljjven. Het mooia speelgoed dat Lu had meê- genomen, bleef in de koöers. „Jjj kunt ze dat morgen wel eens geven, Anne," zeide ?jj met groote onverschilligheid. „Het doet hen dan nog meer genoegen, dan dat ik het doe." Anne was wanhopig. Zg nam Ellen mede naar de andere ksmer en sprak daar met de kleine en vertelde haar, hoe lief en goed mama was en hoe onaardig en stout h«t kind, dat niet naar haar toe wilde gaan. Ten slotte had dit het gevolg, dat de kleine door de geopende deur op haar moeder toeliep en haar de armpjes toestak. Maar toen Lu zich hall geërgerd over haar gauw opgewonden en als er dan eens locaal 'n opstootje uitbreekt, och, dan is niet het fanatisme of de godsvrucht de stimulans, doch een plaatselijke baat, langzamerhand aan gekweekt door willekeurige, onrechtvaardige handelingen van den blanken vreemdeling. Sinds 1830 hebben we op Java feitelijk nimmer 'n ernetig verzet van de zijde der bevolking ondervonden. Zeker, we hebben locale troebelen gehad in het Bautamsche en Madioensche, een rel letje ook op Jogjakarta en ten slotte nu het drama van Gedangan 1 En telkens werd de ontevredenheid der bevolking door sociaal-economische of poli tieke misstanden gevoed, telkens wist daa een kettersche goeroe of godsdienstwaanzin nigs zich van de leiding van den „opstand" meester te maken en telkens werd ten slotte het verzet op rekening van den Islam ge steld, op den Islam, terwijl juist de berus tende Muzelman, de ware vrome, „wieDs Rgk niet is van deze Aarde," er part noch deel aan had We willen het hier even hebben over de Gedangankwestie. Aan het hoofd dier bewe ging stonden drie z g. goeroe's-ilmoe of sectarlërs. Het waren de heeren Kjaï Kasan Moekmin, Kjrï Bintara en Kj?ï Batokan, aanhangers van de Qaadaiija-leer, 'n school gesticht door 'n persoon van dien naam Behalve de Qaadarijanen, zoo iets als onze wederdoopers, hebben we op Java nog cwee van die geheime sekten of taiikat's en wel die der Catarya en Sanoessia. Ze zijn z.g pan-islamitisoh en worden ge steund door geestverwanten in Arabië, Tur kije en Egypte. De geloovige Moslim moet echter niets van deze mystieke genootschappen hebben 1 Ook in Mohammedaansche Rijken zijn die genoot schappen het gezag vijandig en de Regeering zou goed doen, vertrouwbare spionnen op de dwaalleeraren af te zenden en er vooral streng op te letten, dat geen harer Inlandsche Amb tenaren zioh bij de sectariërs aansluiten. Als er op Java een 20 000 ketters zgn, is het veel, doch hoe gering ook dit aantal Ijjkt, op een bevolking van 80.000 000 zieleD, tóch kunnen zij veel kwaad stichten, vooral als door wanbeheer de brnine broeder aan het mnrmnreeren gaat tegen het bestnnr. Op. Gedangao was dit het geval De heeren van de suikerfabrieken hadden het volk benadeeld. In 't belang van de suikerrietteelt waren de arme landbouwers gedwongen om het tweede gewas, z.g. pala- widja, vóór dat het rijp was, nit te trekken, waardoor de Inlanders zwaar getroffen wer den in de voeding van de hunnen. Er heerf chte verder groote ontevredenheid over de onwet tige wijze der belastingheffing. De regeering staat betaling in termgnen toe binnen negen maanden, dooh uit gemakzucht of misschien erger nog, hielden de desahoofden het bedrag eenvoudig in eens van de door de suikerfa brieken betaalde grondhuur in, zoodat dus de ODgeiukkige gogol's (landbouwers) bij het verlies van hun bouwgrond (onder pressie verhuurd 1) ook nog gebrek aan contanten kregen en zoo verplicht werden zich als dsg- looners of grobakvoerders bij de fabrikanten te verhuren tegen een schamel loon. Ook deskdiensten, die uit den aard der zaak in onbetaalden arbeid geschieden moe ten, werden roodeloos verzwaard, omdat, ter wille van de Europeesche industrie, bresdere wegen en sterkere bruggen moesten woiden aangelegd en onderhouden. Die broeder» wegen en sterkere brnggen zijn voor den desaman hensch niet noodig, wel voor de karrentransporten en de rgtuigen der fabriek, en ze hadden dus moeten worden aanbesteed voor rekening der Europeesche fabrikanten. [Geschiedt tegenwoordig Ook de kwestie der waterverdeeling was oen groote grief, daar vele suikerfabrikanten het water van de sawah's naar de riettuinen doen leiden. Boeren van Nederland 1 hoe zondt gij n wel gevoelen, als vreemdelingen n in nw eigen land op zoo'n manier ringeloorden Zondt ge ten slotte misschien ook niet een beetje „fanatiek", lees oproerig, worden Lt. Clockeneb Bbodsson b. d. Jogj akarta. - WINKEL. De Secretaris der Groentenvereeni- ging „Winkel" heeft aan de Land- en T u 1 n b ouwvereeniglng „LutjewiDkel- Weere bericht, dat voor hen, die op de sfslagmarkten te Winkel in 1905 goederen wenschenaan te voeren, het persoonlgk lidmaatschap der vereeniging verplichtend is gesteld. Ter toelichting deelen we mede, dat tot dusver de leden der Groentenvereeni- ging mochten markten bij de Land- en Tuinbouwvereeniging, zonder van laatstgenoemde vereeniging lid te zgn, en omgekeerd. De Groentenvereeniging heeft heenbukte, keek Ellen naar Anne en vroeg klagend„Anne, moet Ellen ook een kus geven Lu trok de handen terug. „Neen, lieve Ellen, je behoeft mg geen kus te geven." Deze kwellingen werden nog erger. In plaats dat zg vertrouwelijker met de moe der werden, werden de kinderen èf schuwer. Lu's prikkelbaarheid W6rd steeds erger, zoodat de verhouding in huis bjjna ondraagljjk werd. Anne stond daartegenover radeloos. Zg zag het maar al te duidelijkeen vreemde hand, al is het dan de liefste en meest zorgzame, kon en mocht niet tusschen moeder en kind ingrjjpen. Vinden zjj uit zichzelf geen punten van aanknooping, dan is die verhouding ook niet meer te redden. En toch wie legt zich bjj zulk een beslissing neer? Wie staat daarbjj ea zegt koel en kalm „ik kan jelui niet hel pen, dus help jezelf." Wie probeert niet steeds en telkens weer, de breede kloof te overbruggen Nutteloos, de afstand wordt steeds groo- ter. Er kwam een boos uur, waarin Lu's smart en kwellende ijverzucht zich uitte tegenover Anne. Anna was van alles de schuld, Wie had de kinderen van haar vervreemd ZjjWie had haar eigen thuis voor haar ondraaglijk gemaakt Zjj I „Ik heb het reeds lang gevoeld, maar ik heb mjj nog steeds ingehouden „Lu 1" Het was niet Anne, die dat riep. De/.e stond zwjjgend en doodsbleek tegen een kast aaDgeleund, Alles dwarrelde met haar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1905 | | pagina 5