De Bloedzuiger.
Liefdesmart,,
Indische penkras&en.
Zondag 18 Juni '05.
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON.
Binnenlandsch Nieuws.
o—o
Frits, een vjjf-en-tacbtig oentlmeter lange
toekom&imtnsch, werd door eene kleine, on
beduidende ontsteking gekweld, en men had
den dokter laten roepen. Het was avond.
De dokter ikwam, een goedmoedige, ouder-
wetsche man. die nog uit den tijd van het
aderlaten, de likkepotten en de trekpleisters
stamde.
„Niets van beteekenis," luidde zijne diagnose,
„wjj zullen je wel weer gauw opknappen,
Frits. Morgenochtend zal ik je twee bloed
zuigers zetten en overmorgen kan |e weer
naar school gaan."
Frits voelde een rilling over zijn ljjf loopen.
Bloedzuigers, bu Maar ook de gedachte zóó
gauw weer naar school te moeten, deed hem
onaangenaam aan
Den volgenden dag kwam de dokter terug.
Hij had een glaasje in de hand, in 'n papier
gewikkeld, het bloedzniger-equarinm.
„Zoo, daar rjjn ze," sprak hg.
Maar zie, Frits was aanmerkelijk beier. Het
scheen wel, dat het vooruitzicht alleen reeds
van het bloed-afnemen hem goed had gedaan
Hij ontving den dokter met den uitroep„O,
dokter, ik ben alweer heelemaal beter, ik
heb geen bloedzuigers noodig!"
Ce man der wetenschap knikte goedig.
„No, weet je wat, jongen dan zullen we
het voor ditmaal maar laten."
Hij had het glaasje op de sohigftafel gezet;
bij het hrengaen verzocht hij, dat men het
tot den volgenden dag voor hem bewaren
zou, duar hg nog verscheiden visites moest
maken, en in het rijtuig het water zoo licht
over het glaasje kon heenschommelen.
Het glas werd aan Bertha, het kamer
meisje, gegeven, mot de opdracht het ergens
te zetten, waar het goed bezorgd zou zgn.
Zij wist niet, w»t, het behelsde ea zette het
In eeco kast. wBsr gias- en aardewerk in ge
borgen werd. F'its was blij aen het gevaar
te zijn ontsnapt. Tegen den avond kwam hij
op den fnval, de twee blcedzufge e, die grieze
lige dieiec, die dan toch voor hem bestemd
waren geweest, eens te bekijken. Hè ja, hij
zou zoo graag eens willen weten, hoe ze er
uit zagen. Ns lang vragen kreeg hij eindelijk
van Bertha gedaan, dat zij hem het glaasje
uit de kast gsf, en verheugd begon hij zijn
vrettBSeheppslijk Guutizoek
Maar het duurde geen twee tellen, of bij
liep naar het salon, waar zijoe moeder zat,
en riep „Mama, mams, er Is er maar één
in 1"
„Wat zeg je
„Er is maar één bloedzuiger."
In het eerste oogenblik trok mama zich
de kennisgeving weinig aan, toen echler
begon zg den ernst van het geval te beseffen
Waar kon dat tweede beest gebleven zijn
Zjj beval aan de meiden, dadelijk de kast van
lèoven tot onder te doorzoeken, waarop Bertha
en de keukenmeid Klare, eene reusachtige
Boheemsche, aen het werk togen Met over
.draven angst en benauwde gezichten deden
zij, wat haar geboden was, ternauwernood
wagend met een uitgestoken wijsvinger de
dingen van hunne plaa's te schuiven
Mevrouw, die er bij stond, moedigde haar
aan, eergt met zachtheid, toen meer bevelend,
.ofschoon zjj zelve gruwde bjj de gedachte
van eensklaps de hand te leggen op het
glibberige dier. Maar alle naaporingen bleven
vruchteloos.
Hedwig, het ietwat overdreven, r68tien
jarigs dochtertje, werd door hevige zenuw
achtigheid aangegrepen, wat zich bij haar
openbaarde in roods plekken op voorhoofd,
hals en kin.
„Mams," riep zg, „ik heb een vreeselijk
vermoedenals wij vanmiddag eens het
is zoo donker in do keukeu het zou niet
onmogelijk zijn
„Maar kind, ja ben tocb èl te overspannen
„We hebben prnimentsart gegeten, mama
o, het is een vreeseijjka gedachte
Het jonge mei'jo riide Hare sombere
voorstellingen begonnen ook op mama's
fantasie te werken.
„En eerst spinazie..." z<ide zij plotseling
op doffen toon, als bjj zlchzelve.
De navorschingen tot het opsporen van
den tweeden bloedzuiger werden voortgezet.
Zonder gevolg
Eensklaps gaf Hedwig een gil en sprong
sin de hoogte.
„Kind?" riep hare moeder ontsteld
„Ik heb op iets getrapt!" stiet het meisje
uit, dat door het schrikbeeld van den bloed
zuiger vervolgd werd
Geschiedenis van een vrouwenhart,
door
MAItlE DIERS,
o—
11.
leinz keek de kinderen aan en boosheid
sprak hem uit de oogen. „Kon ik jelui ook
eens onder den duim krijgen, wat zótf
j* je dan moreB leeren!," dacht hg vol
eitigheid. „Vjjf minuten maar. zooals jelui
-/ene den ganschen dag doet,"
aar n& verloop van een poosje werd er
,e P <e®ioten. Heinz vergat zjjn bittere
een en loonde zich spoedig een goede
j' en trouw kameraad en alle leed was
oen vergeten. De kinderen lachten en
arRten, want zóó aardig kon zelfs Anne
spelen. Ondertusschen bad hjj Anne
up den divan gelegd haar toegedekt, legde
Ji*ar nBtte doeken op het hoofd en plotso-
larf 8*orm<*e hjj met da kinderen den garg
*?s Da»r de kauken, om daar onder het
R'chel der kindoren volgens jonggezellen-
'cept een sterk kop ko'fia te zetten voor
6 en ook zichzelf Diet te vergeten,
ve |Cbö ''e' Z'C'1 a'^es welgevalleD. Zjj was
aj.e ziek om tegenstand te bieden en
denV°v^ 'let óeerljjk zoo verzorgd te wor-
jj dronk de koffie en ging dan weer
rje L-0', soezend zag zjj Heinz zitten,
'n eren op zjjn knieën, on hoorde hem
Wat was het geweest Een stnkje sinaas
appelschil, dat op den grond lag, artdeis
nsete. Moo a'oop op de teoDen rond als io
eene zlrkekamer Alleen Frits toonde zich
moedig; hij was op het oogenbbk de eonlge
man in huis6n liep met zjjnen boog ge
wapend door alle vettrekkeD van de woning.
Het was intusschen avond geworden. De
heer des huizes kwam van zijn kantoor terag.
Zijne vrouw wilde het geval voor hem
verzwjjgen zoolang het mogelijk was, maar
men had vergeten Frits het stilzwijgen op
te leggen, en zoo liep de knaap den oorsprong
zijns levens fn de gang al tegemoet mot den
uitroep: „Papa, papa, één van de bloedzuigers
is weg
Zijn vader sloeg eerst geen acht op de
mededee'inghij kaste vrouw en kinderen
en verdiepte zich in de krant.
Maar in die bezigheid werd hij r.a korten
tijd gestoord door luidruchtige stemmen in de
aangrenzende kamer. Frits hnilde en jammerde,
hij wou niet naar bed gebracht worden. Mam»,
was ten einde raad. „Papa," riep zjj in de
eetkamer haar man toe, „kom pens even hier,
Frits is zoo onhandelbaar, er is geen ree met
hem te schieten."
„Pa," snikte Frits. „ik durf niet natir bed,
ik ben b&ng dat de bloedzuiger van nacht
komt en me uitzuigt
Nu kwam het voorval ter sprake. Frits
werd tot kalmte gebracht en liet zich eindelijk
overhalen naar bed te gaan, nadat zijn vader
hem op woord van eer beloofd had dat de
lamp den heeleD nacht zou blijven branden
daar bloedzuigi rs een afachrik van licht
hadden en dat er iemand de w&cht zou
houden bjj zijn bed.
„Waar kan die tweede bloedzuiger toch
gebleven zjjn vroeg nu op zijn beurt de
echtgenoot en vader met gedwoDgen kalmte.
Mama haalde de schouders op. Hedw'-g
zag haren vader met heldhaftig onderdrukte
ontzetting aan.
„Dan moeten de meiden eene behoorlijk
naar hsm zoeken, hij moet toch ergens ga-
bleven zijn. Het behoeft nu niet dadelijk,
maar straks na het avondeten."
Hij dacht nog aan eten O, die mannen
Na een poosje kwam het avondeten op
tafel: ragout met balletjes, papa's lievelings
gerecht.
Onder zwijgen werd de vleeschspijs rond
gediend. Maar ook de heer des huizee scheen
van lieverlede door geheime voorstellingen
van vreeselgken aard verontrust te worden,
hij sondeerde eerst lang met zijn vork het
gehikte vleesch, alvorens het in den mond
te steken, en keek daarbij tersluiks naar zijne
vrouw, die ook dieper dan het bare gewoonte
wt»s, haar bezorgde hoofd over haar bord
boog, als zocht zij iets Hedwig had onder
een" af ander twijfelachtig voorwendsel dien
avond voor vleesch bedankt, zjj voelde zioh
volkomen gevoed met één aardappel en een
paar blaadjes salaad. Er heerschte eene
drukkende stemming aan tafel.
„Heb je wel onder de kast gekeken
vroeg de vader plotseling.
„Overal," antwoordde zijne vrouw, op den
toon der wanhoop.
Hedwig zuchtte.
Eindelijk legde papa zijn servet op tafel,
stak haastig eene sigaar aan en stond op.
Bertha en Klsra werden geroepen en nu
begonnen de navorschingen opnieuw, onder
leiding van het hoofd des huisgezlns. O vet al
was hij de eerste, de moedigste, de heldhaf
tigste; hij achtte het «iet beneden zich. voor
Klara den stoel vast te houdon opdat zij op
de kast kon kijken, en hij trok met de ge
spierde Bertha de kast van den maur. Zij
knielden met hun drieën op den grond en
keken in de kenken onder de rechtbank, in
het salon onder de piano, onder de kachel,
tusschen de hoeken, op het rek, Alles ver
geefs
Intusschen zat Hedwig bij Frltsje's bed de
wacht te houden. Met hare voeten zoo hoog
mogelgk opgetrokken, staarde zij met wijd
geop-inde oogen in de kamer rond overal,
tegen de gordijnen, tegen de moren, tegen
den spiegel meende zij het gedrocht te zien
kruipen. Van tijd tot tijd boog zij zich over den
kleinen slaper heen, die in den droom door
angstige fantasieën scheen te worden gekweld.
Eindelgk werd zg door mama afgelost.
Even tevoren had Klara aan mevronw
verklaard geen oog te zullen kunnen toedoen,
waarom zij permissie vroeg, don nacht bij
hare vriendin, de keukenmeid van de eerste
verdieping, te gaan doorbrengen, wat mevronw
haar had toegestaan. Men kon niemaud dwin-
hen den nacht door te brengen in eene wo
ning, waar een bloedzuiger rondwaarde
Het andere meisje, Bertha, echter moest
blijven. Hemel, welk een welkome buit zonden
hare d kke roode armen, die zij altijd bloot
droeg, en die de verrokking uitmaakten van
een korporaal, haren vrijer, voor het wel
licht reeds op den loer liggende monster zijn
Schreiend zette de soldaten bruid zich aan de
keukentafel en schreef twee brieven, een
aan haar moeder en een tan „hem", waarin
zij hen beide voorbereidde op eene zekere
tragisohe mogelijkheid.
Al herhaaldelijk was Hed wig door papa en
mama aangemaand om naar bed te gaar,
mear vergeefs het ouderlijk gezag had dien
allerlei verhaaltjes vertellen
Over dat alles heen sliep zij in en toen
zg ontwaakte, stond het kamermeisje met
de lamp voor haar. Weg waren de kindaren,
weg was Heinz, het was laat in den avond
en zg had alleen nog maar aen lichten druk
in het hoofd.
Den volgenden dag was het heerljjk
zonnig weer,haar hoofd was beider en friscb,
zg zelf uitgerust de kinderen liet en vroo-
lijk. Maar 's middags stond baar helper
van den vorigen dag weer daar het had
immers precies als gister kunnen zjjn.
Bijna ergerde het hem, alles zoo in uit
stekende orde te vinden. Die dag van
gister was er voor beul een van de
grootste zaligheid geweest.
Maar Anne liep met uitgestrekte hand
op hem toe. „Heinz, ik dank je zoozeer.
Hoe heerlijk heb je mg gister geholpen."
Daarop wist hg in 't geheel niets te
antwoorden, de laDge referendaris, die
anders niet om een antwoord verlegen
was. Maar het sprak vanzelf, dat bjj
dien middag weer bleef en meëspelen moest
als gister.
De rol van den trouwen kameraad beviel
hem zeer goed, en hjj bleef haar zoo getrouw,
dat hjj bjjna dag aan dag kwam, om bjj
de kinderen te spelen En dat ging tot
schade van niemand, In de kinderkamer
heerschte groote vroolijkheid. Wolf verloor
in die nieuwe kameraadschap zjjn aanvallen
van stjjiboofdigheid, die Anne al zoo
menigmaal beangst hadden gemaakt, en
Anne zelf werd tot in haar binnenste ge
sterkt en verfrischt door dezen omgaDg.
Zóó helder en vrooljik bloeide het leven
in de woning vau den houtvester, toen
a7ond volslagen zijne kracht verloren. Slechte
h ij reg-.«rd<\ h ij hield allen !o a-igst en
spanningde bloedzuiger. Hedwig had
Mi yir'g Ltx ;on genomen en bestudeerde
overbodig te zeggen weik woord- Klppevel
kreeg zjj er van toen zij las. dat dit monster
met nijti kaken, die al» een kringraag werken,
de huid van warmbloedige dieren doorzaagde
dat het, tot welke soort ook behoorende, de
merschen aanviel, dat het zelfs in den mond,
In de keel en de luchtpijpen van ziju slacht
offer drong, dat het twintig jaar oud kon
wordenZoo oud das als een volwassen
huwbaar meisje8tel je voor een bloed
zuiger
Toen zij iiet stuk voor den derden keer
had overgelezen, verklaarde sij dien nacht
niet naar bed te zulien gaan zij zou er stel
lig zenuwkoorts opdoen. Daarbij greep zij
telkens plotseling onder tafel.
„Ach kind, wat stel je je toch aan zeide
mama berispend, maar zij zelve sprong ver
schrikt een paar malen op, alsof zij
door eene slang gebeten werd.
„Jullie lijkt wel dwaaszei de pater
familias; „als het beest werkelijk hier in
eene van de kamerf is, dan slaapt het nu
natuurlijk Je kunt voorzichtigheidshalve het
licht laten branden. Kom, het is hoog tijd
om naar bed te gaan."
Eindelijk dan begapen zij zich alle drie naar
hunne slaapkamers.
Maar de cnverschrpkkenheid van den heer
des huizes was sle-cbig geveinsd, eene rilliug
van afgrijzen o<ervlél hem, wanneer hg aan
de mogelijkheid van? eene onvoorziene over
rompeling Ascht, en voorlooplg ging hij aan
gekleed voor ziju bid zitten en rookte eene
derde en vierde sigaar. Hedwig had uit de
ootkamer het olie- eif azijnstel mee naar boven
genomen, en na hare deur gegrendeld te
hebben, zalfde zij, bg het schijnsel van twee
kaarsen, haar bevende leden met azija, daar
zij in het lexicon gslezen had dat iedere
bloedzuiger, hoe gulzig ook, zich door oplos
sing van keukenzout of door azijn liet
afschrikken.
Mama had ztoh qeue wapenrusting van
wol aangelegd, zg tiok dikke winterkousen
over hsre hinden en armen, en ging met
haar corset en hare schoenen aan op de sofa
liggen.
Wel was het een nacht vol zuchten, angst,
hartkloppingen, zenuwachtigs schokken en
akelige droomen Hedwig beweerde tien jaar
ouder er in geworden te zijn. Maar voor het
oogenblik was nu het gevaar weer geweken,
en de thans aangebroken dag zou geheel aan
de bloedzuigerjaoht gewijd worden.
Togen tien uur kwam de dokter. Hij zag
aanstonds, dat er in dit buis iets vreeselijks
moest zijn voorgevalleu Van Frits af tot de
keukenmeid toe schenen allen onder de
nawerking van een geweldigen schok. Stil
en somber was het in huis, akelig betrokken
zagen de mecschen eruit,
„Hier Is' uw glaasje dokter zei de vrouw
des huizee, „het spijt mij, maar er is er maar
één in."
De dokter keek naar het glaasje en toen
naar mevrouw.
„Wat blieft u O je, het is waar, ik had
ar gisteren twee willen brengeD, maar onder
het rijden schijnt er een uit het glaasje te
zijn geschommeldik heb hem daar net
tusschen de kussens van het rijtuig gevonden,
den armen drommel, hg was al heelemaal
verdroogd.
Toen de heer des huizes 's middags thuis
kwam en twee bestellers meebracht, die hij
aangenomen had voor de bloedzuigerjacht,
vond hij de kalmte en rust in zijne woning
hersteld. („N. R. Crt.")
Auteursrecht nitdrukkelijk voorbehouden.
CX
Ze Is nu weer een beetje geluwd, die belache
lijke vreoe voor den prang sabil of heiligen
oorlog hier op Java, doch kort na het be
treurenswaardige bloedbad van Gedangac,
was het bepaald vermakelijk de correspon
denties te lezen in de verschillende Indische
bladen. Zenuwachtige berichtgevers zagen
toen plotseling in allerlei heel gewone
godsdienstgebruiken iets verdachts en de
Ambtenaren van het Binnenlandsch Bestuur
hadden een zwaren dobber, om de gemoe
deren te kalmeeren.
Een van de meest ongepaste ja dolste
beurten gaf wel een correspondent van het
Soerabaiasch Handelsblad. De stnmperd lan
ceerde het ongevraagd advies, om vooral toch
den ouden Regent van Sidoardjo, Raden
Adipati Pandji Tjondro Negoro, niet te ver
trouwen, want. sinds zjjn huwelijk met eene
zuster van Prins Ario Mataram, zou die
Javaansche Hoofdambtenaar plotseling zeer
fanatiek geworden zgn Dit „fanatisme"
grondde zich dan dadrop, dat de grjjze
Gouvernementsambtenaar trouw dagelijks
bad en op de sociëteit geen alcohol gebrnikte 1
Ik heb Prins Ario Mataram geraden om zgn
zwager een klacht bij de Justitie te doen
indienen, doch de Pangaran vond het beter
■Pa—n.'iii'HBMtmmmt
Gunther en Lu hun terugkomst aan
kondigden.
HOOFDSTUK XI.
De reis was Lu niet heel goed bekomen,
zg had er niet veel vreugde van beleefd.
Overal waar «ij kwam had haar de rust
ontbroken en daarmede de capaciteit om
de schoonheid der natuur in zich op te
nemen. Ten laatste had zg een nerveus
heimwee gekregen, zoodat zg doorloopend
om de kinderen huilde, en Gunther
ten slotte het program veranderde en de
reis bekortte.
Onverkwikt en met een menigte onklare
en onduidelijke verwachtingen, kwam Lu
haar huis binnen
Wat zjj zich van de ontvangst
had voorgesteld, kon zg eigenljjk zelf niet
zeggen. In elk geval een gejubel dat alle
grenzen overschreed. Zg verwachtte onge
veer haar kinderen van verlangen naai haar,
halt ziek te vinden, en buiten zichzelf van
vreugde over haar terugkomst.
Zg die gewoon was overal tegemoetko
mende liefde, verwenning en bewondering
te vinden, verwachtte dat uit louter instinct,
zonder eecig overleg of nadenken.
Nu kwam alles zoo geheel anders uit.
Wel is wsar guirlandes boven alle
deuren, alle dienstboden in hun Zondags
pak, Wolf en Ellen w&chtend in nieuwe
kleertjes op de stoep. Maar een alles over-
stroomend gejubel bleef uit.
De kleine Ellen, die in haar witte jurkje
op Anne's arm zat keek haar moeder, toen
deze haar naderde, met angstige oogjes
aan en toen Lu de banden naar haar uit
stak, trok zg een pruilend mondje, wierp
fn die dagen van opwinding bij de Europe
anen, maar liever w&ardig te zwijgen.
Wjj maken ons door zulke enormiteiten
werkelijk ridicuul in de oogen van de meer
ontwikkelde InlandersEen hunner voegde
raij, naar aanleiding van het dwaze cou
rantengeschrijf, min of meer iroriEch toe:
„De Europeanen schijnen zich wel erg zwakjes
hier te voelen!" Wat moest ik antwoorden?
Ik schaamde me zoo innig diep over het
lafneidsvertoon mijner landgenooten.
Uw Fenkrssser, die steeds in gezelschap
van Inlanders gezien werd, moest ook al
ganw 'n veer laten. Men verdacht plotseling
zijne bedoelingen, vond hem toen erg ge
vaarlijk voor de „roetige rust," sprak zelfs
over uitzetting en verbanning en in Bandoeng
vertelde men op een gegeven moment, dat
met de racedagen, door hem een dynamiet-
aar.slag op de tribune der Europeanen zon
worden gepleegd 1
Lacht niet, lezersIk schrijf n de zuivere
idiote waarheid, en hoe vèr de paniek in die
dagen we), ging, moge blijken uit het feit,
dat de Officier van Justitie te Batavia het
noodig vond, cm de kisten BintBng Hindia
door de Firma N. J. Boon naar Java ge-
zooden, te laten onderzoeken. Men verdacht
mij ernstig van het bicnnensmokkelen van
Mauserpatronen voor den heiligen oorlog
We willen het nu heden eens hebben over
het zoo gevreesde fanatisme
In waarheid is er geen verdraagzamer, ge
moedelijker volkje, dan juist het Javaansche.
Nimmer wordt hier een zendeling of geeste
lijke bemoeilijkt. Roomsche liefdezusters, paters
of heilsoldaten bewegen zioh in de drukste
buurten onzer grootere steden en zgn er
veiliger voor hoon en spot, dan b v. in
Amsterdam 1
Geen Moslim denkt er over om den „toean
pastoor" of „toean dominé" zelfs maar onge
past aan te kijken Geen steen zal er 's nachts
de ruiten ven 'n kerk verbrijzelen en vele
Inlanders van goeden huize zenden hun kin
deren naar particuliere Roomsche- of Protes-
tantsche scholen, terwijl de onderwijzers van
hun kant zich loffelijk onthouden van het
kwetsen der geloofsmeening hunner leer
lingen.
De dochters van Javaansche Prinsen gaan
op de Zusterschool te Jogjakarta en Prins
Achmad van Batjan bezoekt de Bjjbelschool
te Weltevreden. De laatste krijgt Vrjjdags
gelegenheid, om in den Misslgit te bidden en
luistert in de school met belangstelling naar
de verhalen van het Oada ea Nieuwe
Testament.
De vrome Moslim, de man die trouw de
voorschriften van den Qrraau volgt, h6eft
duizendmaal meer respect voor den Europeaan,
d'.e geloovig Christen is, dan voor den vrij
geest of onverschillige
Vergeet vooral niet, dat de Islam wel
degelijk ook Jezus hoog vereert en dat de
Islamieten in hnn Qars iin lezenSoerah II,
Ajah 59
„De geloovlgen, het mogen Joden, Chris
tenen of Sabeïsten zijn, indien zij slechts aan
God en aan den oordeelsdag gelooven en wel
doen, zullen door hunnen Heer beloond wor
den noch vrees, noch droefheid zal over hen
komen."
Europeanen, die den Inlander en Arabier
echter niet kennen, wantrouwen den vromen
Islamiet.
Ik weet menschen, hensoh geen streng
reohtzinoige Christenen, die een bediende
ontsloegen, omdat hjj zich aan „de vasten" of
poeasa hield
Zij gaven den man ook geen certificaat,
want men kan die „fanatieke kerels" toch
moeilijk bij de Europeanen aanbevelen. Ze
zouden je mollen, voor je het wist.
Dom en onrechtvaardig, lezers 1 want juist
van een vroom M&homedaan kan eerder
trouw en eerlijkheid verwacht worden, dan
van de voor God en Zijn gebod onver
schilligen.
Men verwart hier in Indië maar al te veel
godsvracht met fanatisme en meent, dat
hadjie's, goeroe's, Kjaï's, santrie's of Ara
bieren per sé met vjjandlge oogen den
Christen aanzien.
Ik wetssch dat beslist tegen to spreken
Het is een van de ellendigste dwaalbegrippen
hier in onze Oost 1
Als er dan nog van bekrompen onver
draagzaamheid, vau een vjjandigen geest
gespróken w&g worden, dan kan dit alleen
slaan op die onwetende angstige Europeanen,
die met alle geweld in lederen vromen
Moslim een bloeddorstigen sohurk, ja een
muiter willen zien
Of er dan geen onruststokers op Java
wonen Of er geen mannen zgn, die het
gezag trachten te ondermijnen Ik zou hier
niet graag ontkennend op willen antwoorden,
doch men vindt die woelwaters overal op de
wereld, ook ten nwent, zou ik meenen I
De Europeesche anarchist van de daad is
iotussohen heel wat gevaarlijker dan z'n
Oostereche geestverwant, vooral in een land
als ons Java, waar oprniers al zeer weinig
invloed hebben op de ultra- flegmatieke
omgeving. Een desaman wordt hensch niet
het kopje achterover en verborg het dicht
tegen Anne's schouder.
„Ellen riep Lu.
„Zg herkent je nog niet dadeljjk," troostte
Anne. „Heb maar geduld, dat komt weer
spoedig terecht."
Gunther die geleerd bad zgn vrouw gade
te slaan, zag haar het donkere bloed naar
de wangen stjjgen. Hg Dam Wolf op den
arm en stak hem haar toe. „Kgk eens hier,
Lu, onze kleine kerel. Is kg niet heerlijk
gegroeid."
Lu wendde zich aieen wilde smart
verscheurde haar het hart. Zg ging haar
huis binnen haar oogen waren blind van
tranen Alles in 't rond scheen haar vreemd.
En de kinderen
Die vroegen niet meer naar haar die
hadden immers Anne.
De eerste uren gingen onder dien pijn
lijken indruk stil voorbjj Lu bemoeide
zich niet meer met Ellen, die was haar
immers toch reeds vergeten. Zg had even
goed kunnen wegbljjven.
Het mooia speelgoed dat Lu had meê-
genomen, bleef in de koöers. „Jjj kunt ze
dat morgen wel eens geven, Anne," zeide
?jj met groote onverschilligheid. „Het doet
hen dan nog meer genoegen, dan dat ik
het doe."
Anne was wanhopig. Zg nam Ellen
mede naar de andere ksmer en sprak daar
met de kleine en vertelde haar, hoe lief en
goed mama was en hoe onaardig en stout
h«t kind, dat niet naar haar toe wilde gaan.
Ten slotte had dit het gevolg, dat de
kleine door de geopende deur op haar
moeder toeliep en haar de armpjes toestak.
Maar toen Lu zich hall geërgerd over haar
gauw opgewonden en als er dan eens locaal
'n opstootje uitbreekt, och, dan is niet het
fanatisme of de godsvrucht de stimulans,
doch een plaatselijke baat, langzamerhand aan
gekweekt door willekeurige, onrechtvaardige
handelingen van den blanken vreemdeling.
Sinds 1830 hebben we op Java feitelijk
nimmer 'n ernetig verzet van de zijde der
bevolking ondervonden.
Zeker, we hebben locale troebelen gehad
in het Bautamsche en Madioensche, een rel
letje ook op Jogjakarta en ten slotte nu het
drama van Gedangan 1
En telkens werd de ontevredenheid der
bevolking door sociaal-economische of poli
tieke misstanden gevoed, telkens wist daa
een kettersche goeroe of godsdienstwaanzin
nigs zich van de leiding van den „opstand"
meester te maken en telkens werd ten slotte
het verzet op rekening van den Islam ge
steld, op den Islam, terwijl juist de berus
tende Muzelman, de ware vrome, „wieDs
Rgk niet is van deze Aarde," er part noch
deel aan had
We willen het hier even hebben over de
Gedangankwestie. Aan het hoofd dier bewe
ging stonden drie z g. goeroe's-ilmoe of
sectarlërs. Het waren de heeren Kjaï
Kasan Moekmin, Kjrï Bintara en Kj?ï
Batokan, aanhangers van de Qaadaiija-leer,
'n school gesticht door 'n persoon van dien
naam
Behalve de Qaadarijanen, zoo iets als onze
wederdoopers, hebben we op Java nog cwee
van die geheime sekten of taiikat's en wel
die der Catarya en Sanoessia.
Ze zijn z.g pan-islamitisoh en worden ge
steund door geestverwanten in Arabië, Tur
kije en Egypte.
De geloovige Moslim moet echter niets van
deze mystieke genootschappen hebben 1 Ook
in Mohammedaansche Rijken zijn die genoot
schappen het gezag vijandig en de Regeering
zou goed doen, vertrouwbare spionnen op de
dwaalleeraren af te zenden en er vooral streng
op te letten, dat geen harer Inlandsche Amb
tenaren zioh bij de sectariërs aansluiten. Als
er op Java een 20 000 ketters zgn, is het
veel, doch hoe gering ook dit aantal Ijjkt, op
een bevolking van 80.000 000 zieleD, tóch
kunnen zij veel kwaad stichten, vooral als
door wanbeheer de brnine broeder aan het
mnrmnreeren gaat tegen het bestnnr.
Op. Gedangao was dit het geval
De heeren van de suikerfabrieken hadden
het volk benadeeld. In 't belang van de
suikerrietteelt waren de arme landbouwers
gedwongen om het tweede gewas, z.g. pala-
widja, vóór dat het rijp was, nit te trekken,
waardoor de Inlanders zwaar getroffen wer
den in de voeding van de hunnen. Er heerf chte
verder groote ontevredenheid over de onwet
tige wijze der belastingheffing. De regeering
staat betaling in termgnen toe binnen negen
maanden, dooh uit gemakzucht of misschien
erger nog, hielden de desahoofden het bedrag
eenvoudig in eens van de door de suikerfa
brieken betaalde grondhuur in, zoodat dus de
ODgeiukkige gogol's (landbouwers) bij het
verlies van hun bouwgrond (onder pressie
verhuurd 1) ook nog gebrek aan contanten
kregen en zoo verplicht werden zich als dsg-
looners of grobakvoerders bij de fabrikanten
te verhuren tegen een schamel loon.
Ook deskdiensten, die uit den aard der
zaak in onbetaalden arbeid geschieden moe
ten, werden roodeloos verzwaard, omdat, ter
wille van de Europeesche industrie, bresdere
wegen en sterkere bruggen moesten woiden
aangelegd en onderhouden. Die broeder»
wegen en sterkere brnggen zijn voor den
desaman hensch niet noodig, wel voor de
karrentransporten en de rgtuigen der fabriek,
en ze hadden dus moeten worden aanbesteed
voor rekening der Europeesche fabrikanten.
[Geschiedt tegenwoordig
Ook de kwestie der waterverdeeling was
oen groote grief, daar vele suikerfabrikanten
het water van de sawah's naar de riettuinen
doen leiden.
Boeren van Nederland 1 hoe zondt gij n wel
gevoelen, als vreemdelingen n in nw eigen
land op zoo'n manier ringeloorden
Zondt ge ten slotte misschien ook niet een
beetje „fanatiek", lees oproerig, worden
Lt. Clockeneb Bbodsson b. d.
Jogj akarta.
- WINKEL.
De Secretaris der Groentenvereeni-
ging „Winkel" heeft aan de Land- en
T u 1 n b ouwvereeniglng „LutjewiDkel-
Weere bericht, dat voor hen, die op de
sfslagmarkten te Winkel in 1905 goederen
wenschenaan te voeren, het persoonlgk
lidmaatschap der vereeniging verplichtend
is gesteld.
Ter toelichting deelen we mede, dat tot
dusver de leden der Groentenvereeni-
ging mochten markten bij de Land- en
Tuinbouwvereeniging, zonder van
laatstgenoemde vereeniging lid te zgn, en
omgekeerd.
De Groentenvereeniging heeft
heenbukte, keek Ellen naar Anne en vroeg
klagend„Anne, moet Ellen ook een
kus geven
Lu trok de handen terug. „Neen, lieve
Ellen, je behoeft mg geen kus te geven."
Deze kwellingen werden nog erger. In
plaats dat zg vertrouwelijker met de moe
der werden, werden de kinderen èf
schuwer. Lu's prikkelbaarheid W6rd steeds
erger, zoodat de verhouding in huis bjjna
ondraagljjk werd.
Anne stond daartegenover radeloos. Zg
zag het maar al te duidelijkeen vreemde
hand, al is het dan de liefste en meest
zorgzame, kon en mocht niet tusschen
moeder en kind ingrjjpen. Vinden zjj uit
zichzelf geen punten van aanknooping, dan
is die verhouding ook niet meer te
redden.
En toch wie legt zich bjj zulk een
beslissing neer? Wie staat daarbjj ea
zegt koel en kalm „ik kan jelui niet hel
pen, dus help jezelf."
Wie probeert niet steeds en telkens
weer, de breede kloof te overbruggen
Nutteloos, de afstand wordt steeds groo-
ter. Er kwam een boos uur, waarin Lu's
smart en kwellende ijverzucht zich uitte
tegenover Anne.
Anna was van alles de schuld, Wie had
de kinderen van haar vervreemd ZjjWie
had haar eigen thuis voor haar ondraaglijk
gemaakt Zjj I
„Ik heb het reeds lang gevoeld, maar ik
heb mjj nog steeds ingehouden
„Lu 1"
Het was niet Anne, die dat riep. De/.e
stond zwjjgend en doodsbleek tegen een
kast aaDgeleund, Alles dwarrelde met haar