Liefdesmart. EERSTE BLAD. FEUILLETON. INGEZONDEN. Binnenlandsch Nieuws. DjuderJa& 6 Juli 1905. 49ste Jaargang No.' 4059 SGHA6ER Aliticei Si COURANT. AlmiBilit- k LiiHiitHiI en Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden A L)V ERTKNTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. iSssresiisx ®CMA©ffi3Rf, Laan, II 4. UitgeverP. TRAPMAN. S§ ede werker J. VI I 14 8 L. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 6 Cent. ADVERÏÏÏNTIEN van 1 tot 5 regels t 0.25 iedere regel meer 5cf. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit twee bladen. Oemeente Schagen. BEKENDMAKINGEN. Da Burgemeester der Gemeente Schagen brengt bij deze tor kennis van de ingezetenen dier gemeente, dat het kohier no. 1 der bedrijfsbelasting dienst 1905—1908 op den 1 dezer door den Heer Directeur der Directe Belastingen te Amsterdam is executoir ve klaard en op heden aan den heer Ontvanger der directe belastingen binnen deze gemeente ter invor dering is overgegeven. Ieder ingezetene, welke daarbij belaag heeft, wordt alzoo vermaand op de voldoening van zijnen aanslag behoorljjk acht te geven, teneinde alle gerechtelijke vervolgingen, welke uit nalatigheid zonden voort vloeien, te ontgaan. Schagen, den 4 Juli 1905. De Burgemeester voornoemd, H. J. POT. o Luxa- Rijtuig- PAARDENMA RKT, te SCHAGEN. Burgemeester en Wethouders van Schageo, brengen ter kennis van b danghebbenden, dat in hunne ge. meente de paardenmarkt, welke hoofdzakelijk is bestemd voor luxe- en rjjtnigpaarden, geschikt voor den bnitenlandschen handel, zal worden ge- honden op Maandag 24 Juli 1905. Gelijk bekend, heeft deze markt plaats op den dag vóór dien waarop eenzelfde paardenmarkt wordt ge- honden te Haarlemmermeer. Voor de aangevoerde paarden zal geen marktgeld verschuldigd zijn. Heeren paardenfokkers e. a worden beleefd ver zocht, tot deze markt, die o a. zeer wenechelijk wordt geacht door het Hoofdbestuur der Vereenigicg „éiet Nede-landach Paarden-Stambaek", door het aan voeren hunner daarvoor geschikte dieren ook thans te willen medewerken, mede in hnn eigen belang Kunnen toch die dieren te Schagen van de hand worden gedaan, dan wo: den daardoor de belangrijke kosten verme len, aan het vervoeren naar verder af gelegen markten, b.v. te Haarlem en elders, verbonden. Buitenlandsche kooplieden hebben reeds verklaard, de markt te zullen bezoeken, indien op eenigen aan voer gerekend kan worden. Behagen, 4 Juli 1905. Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. J. POT. De Secretaris, ROGGEVEEN. BEKENDMAKING BETREFFENDE VOORKÓMING BRANDGEVAAR BROEIEN VAN HOOI. Burgemeester en Wethouders van Schagen brengen ter kennis van belanghebbenden, dat, ingevolge de door den Raad dier gemeente vastgestelde regeling betrekkelijk hot onderzoek naar de broeiing van hooi enz. lo. De Gemeente is verdeeld ia een Noordelijke en een Znidelijka hooistekerswgk en de scheidingslijn tusschen die wijken wordt geacht te zijn getrokken vanaf de brug aan de Lange Snevert door de Hoep over de Markt naar en door de H rerenstraat, langs de Loet, den Menisweg en het pad loopende langs het Schager Wiel en vandaar langs den djjk liggende aan den Zuidkant van den polder Bn-ghorn tot aan de Gemeente Sint Maarten 2o. Dat voor het loopende jaar tot hooistekers zjn benoemd voor de Noordelijke wijk WILLEM BLEË- KER, Noord wijk A no. 42 en CORNELIS TUIN MAN, Noord wijk A no. 22; voor de Zuidelijke wijk KLAAS GOVERS, Loet wijk E no. 64 en CHRISTIAAN 8PEETS, Dorpen wijk D no. 29. Tevena worden belanghebbenden herinnerd aan de volgende bepalingen der algemeens politie-verorde ning dezer gemeente Geschiedenis van een vrouwenhart, door MARIE DIERS. 22. D*n was dit eens niet op tijd, dan weer werd dat te warm opgediend nu ontbreekt er een vork, dan weer een glas. a tweede ergerde tante Emma zich aan Heinz. Die was alreeds een knap advocaat, ion°n rUStte 'n d® fitad *Ün«r inwoning alle 5° 60 0ud® dames, maar was nog steeds getrouwd, terwijl Herman reeds lang n v®orbeeldig en ernstig huisvader was b«.w n en met zijn twee kleine meisjes teestmaal opvrooljjkte. ante Emma had als elke rechtgeaarde uitsche vrouw, het land aan eiken flgezel. En Heinz, haar trots, die zulk n voorbeeldig man en vader zou kun- n zijo, en die nn reeds zoo lustig de ertig inmarcheerde, wilde zich in dit oor hem verachte korps maar niet laten opnemen. Hoewel tante Emma een rechtvaardige nïtt WaS' j 0D E'ck me' Anne's keus ook wfit *>°ed verzoenen. Zjj had maar willen 7nn°n' j* ^aar vroolijke jongon niet vèl goed een vrouw gelukkig had kunnen a eD, als een weduwnaar mot twee lastige Art. 157. Het is verboden, booi, stroo of andere I licht ontvlambare stoffen buitenshuis te ve-zamelen of te bergen op minder dan 10 Meter afs'and van den openbaren weg, van eenige, voor het publiek toegaukelijk gestelde open plaats, van eenig gebouw of getimmerte, tenzjj daarvan gescheiden door een dichte planken schatting ter hoogte van rainstens2 Meter. Burgemeester en Wethouders kunnen van het hier bep lalde ontheiAng verleeneu. Art. 159. Houders van hooi, stroo en andere licht ontvlambare at, ff en zijn verplicht, van ieder ontdekt gevaar van brand, door bro iïng of eenige andere oorzaak ontstaan, onverwijld kennis te geren aan den Burgemeester, en tevens aan de daartoe vanwege de gemeente aangestelde hooistekers, die steeds tot onder zoek daarvan moeten worden toegelaten. Zjj zjn verplicht, op last van den Bn'gemeester of van de hooistekers, de bedreigde voorweipen terstond van de plaats te verwijderen, en verder al datgene aan te wenden, wat hun door of vanwoge den Burge meester of de hooistekers wordt bevolen. Art. 160. Het is verboden aan hont, hooi, stroo of andere licht ontvlambare stoffen te arbeiden bij ontstoken vunrof om hekelhuizen, timmerwinkela, loodsen of plaatsen, waar gemelde stoffen verweikt of bewaard worden, op eenige andere wijze te ver lichten dan door goed gesloten lantaarns, olie- of gaspitten. Overtreding dezer bepalingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste f25. Ter voorkoming van moeilijkheden worden belang hebbenden ernstig aangespoord, hunne verplichtingen nanwgeeet na te komen Schagen, den 4 Juli 1905. Burgemeester en Wethouders voornoemd H JPOT. De Secretaris, ROGGEVEEN. Mijnheer de Redacteur Verleen een plaatsje in Uw veelgelezen blad voor het ocdervolgende, bij voorbaat mijn dank. Toen ik verleden week U het ingezonden etnk over het bekende bruggetje nabij Wacht poet no. 9 alhier toszond, had Ik daarbij al gemeens en geen persoonlijke belnngen op het oog een leder die lezen kan, zal dit vol komen beamen. Nadat lk eerst den toe stand alhier had geschetst, voorheen en thans, en ook de reden had genoemd, hoe de tegen woordige toestand ontstaan is, noemde ik aan het slot van het ;t k een drietal pnnten, welke ik cp grond van het vorenstaande, onder de aandacht der autoriteiten wenschte te brengen «n waarvan lk verbetering ver wachtte. Uw blad van jt. Donderdag in ziende, nam ik kennis van een ingezonden stnk van den heer K. Davids alhier, waarover ik ra ij verbaasds. De geachte inzender begint niet met mijn schrijven te wederleggen, dat kan hij niet, doch vraagt „wie toch de schrijver van het bedoelde stnk is", en „waarom ik mijn „stnk zonder naam of handteekenlng de „werold inzond," waardoor mijn schrijven in Uw blad dd. 25 Juni jvolgers den heer Davids „al zeer weinig waarde heeft." Mij dankt, mijnheer Davidsdat het er weinig toe doet, wie de schrijver van het be doelde stnk Isde vraag is deze, is de toe- st nd zóó, zooals ik dezen schetste en dit erkent U in Uw ingezonden stnk volmondig, waar U zegt „dat er velen over het brng- „getje liepen zonder permissie, en onverschil lig of er een beambte van de lijn bijstond „of niet," en „dat er geen bekeuringen werden gedaan." Mijnheer Davidsik zon wel geneigd zijn om U te vragen „kunt U lezen?" Heb ik niet in mijn ingezonden stuk gezegd, en er nadruk op gelegd,„dat juist nadat de wachteres „van post no. 9 ongenoegen heeft gehad met le vronw van J B..zij deze haeft verbaliseerd?," (zoovar mij bekend, het eenige proces-verbaal in rnim 16 jaren tijde voor hat loopsn over het bruggetjs) Waardoor die moeite tnsschen die beide vrouwen is ontstaan, wil en kan ik niet onderzoeken, Ik teb het niet over per sonen, maar over feiten, n)dat tengevolge van die moeite onder bnnrvronwen, vele Breezandera eerstdaags van het groote gerief van het braggeje zullen zijn verstoken, ge lijk U zelf in Uw ingezonden stak erkent. Ook heb lk het recht der Holl. Spoorw Mg. niet ontkend, om een ieder to belatten langs de lijn te loopen, maar de verregaande wille keur en plagerijen van d8 wachteres van Post no. 9 deden mij naar de pen grijpen, nadat ik kennis had genoman van een schrijven van den heer Hoofd-Iagenienr [la mijn vorig stnk aengcb raid], waaruit mij bleek, dat deze heer geheel verkeerd was voorgelicht. Zie toch, Mijnheer Davidsen dit weet U ook wel I de Directie der Holl. Spoorw. Mij. m3et niet met twee matenwaar de Directie dsn een den toegang tot den Spoor.weg ontzegt, geldt dit ook den ander, tenzij men een bewijs van toegang heeft ontvangen. Waar U nn zelf in Uw ingezonden stnk zegt „dat velen zonder te worden verbali seerd, van het voetbruggetje gebruik makan," en i k veeg drarbr, het aan kruiwagens en hondekarren wordt vergund, da IJzeren Spoorbrug over te gaan, en dit alleen aan bezoekers van den heer E Rgelijk ik in mijn vorig schrijven aantoonde, wordt belet, daar vraag ik in gemoedeis dit geen wille- kenr Kan da Dlrcotie der Spoorweg Mij. dit goedkeuren U zegt verder, Mijnheer Davids, dat ik „evengoed als gij, evenals allen hier, weet dat „het niet aan Jongkind, noch aan zijne „vrouw da wachteres van post 9 te wijten „Is, dst wij van het gebrnlk van het brng- „getja verstoken zijn, maar dit weer te „danken hebben aan E R. en de vrouw van „J. B en zegt dan „dat het heengaan van „die beide personen U heel wat aangenamer „zal zijn dan het doen blijven van bedoeld „brugge'ja." Waar ik hier voren reeds gezagd heb, niet op de hoogte te zijn, waarom die belde vrouwen ongenoegen kregen, en ik mij niet geroepen acht, in deze uitspraak te doen, en het mjj alleen te doen is feiten te consta- teeren., daar geldt mij U w verwijt niet, dat ik oneerlijk zon zijn in mijn schrijven. Waar ik in het algemeen belang feiten noemde welke dringend voorziening elschen, In het belang der veiligheid voor onze schoolkinderen en dok voor het pnbliek, en mijn schrijven door U niet kan weerlegd of ontkend worden, daar laat ik gaarne het oordeel aan alle wel denkenden. Waar mijn doel grootendeels Is bereikt, n 1. de aandacht der autoriteiten op de door mij genoemds feiten zijn gevestigd, en voorzie ning niet zal uitblijven, daar kan ik U Mijn heer de Redacteur, het voor vele Breezanders verblijdende nieuws mededeelen, dat op j de jrngste vargrdaring dar vereenlging i „Door Recht en Eenheid tot Vooruitgang" is besloten, het Bestuur van onzen polder te ver zoeken een voetbruggetje over de Zind vaart te doen leggen. Mocht dit verzoek worden In gewilligd, dan zallen vele Breezanders zich met mij verhengen. Waar, gelijk gezegd, mijn doel bereikt Is, daar zal ik op alle verder geschrijf van den heer Davids c. s. niet tngaan, daar ik niet gaarne tnsschen twee kijvende vrouwen in sta, of uitspraak doe. U nogmaals dankende, verblijve ik Hoogachtend Uw Dw. Dn. EEN BREEZANDER. Anna Paulowna, Juli 1905. kinderen het kon. Nu, Anne moest het tenslotte zelf weten. Ja en óf zjj het wist, wat, voor haar het beste was. Zjj kon niet eens haar aan dacht bepalen tot het vrooljjke bruidspaar, tot de verdrietige tante en haar jongen blonden buurman. Zjj keek haar man niet aan, maar zjj voelde toch alleen z jj n tegen woordigheid. Zjj was gelukkig, wanneer uit het geroezemoes zjjn stem opklonk. Heinz nam Anne tersluiks op. Zes-en- een-half jaar had hjj haar weten te ver- mjjden. Nu kon hjj het wel wagen, haar terug te zien. Hjj was nn geen verliefde jongeling meer. Hjj had gedurende die jaren opgewekt geleefd, was geen geknakte bloem geweest. Daarvoor bezat hjj te veel levenslust. En wie gaat er tenslotte ook aan onbe-1 antwoorde liefde dood - Ja, wanneer Anne hem verwerd had, lief tegen hem was geweest en tenslotte had teleurgesteld, dat had zjju gevoelens misschien kunnen vergiftigen. Doch <?Ai zjjn trots en schaamte alt jj d nog een paar goede apothekers. Maar trouwen Ja die moeders hebban het ook altjjd over trouwen. Dat is iets zoo gewichtigs en noodzakeljjks. Eu wanneer men daarvoor nu eens niet geschikt is I Er kan tooh nog zoo menig ding voor in den weg staan en daar was immers ook nog dat kwartiertje bjj de heg op dien gedenkwaardigen Juni-morgen 1 Hjj was volstrekt niet boos op Anne. Het was haar bljjkbaar goed bekomen, dat zjj een ander had gekozen. Hoe was de uitdrukking van haar gelaat veranderd. Rjjper waren de trekken van Vergadering van den Raad der gemeente BARSINGERHORN, op Dica- dag 4 Juli 1906, dos namiddags 2'/j ure. Aanwezig alle leden. Voorzitter de heer J. 8paana Dz., Burgem. Na opening der vergadering leest de heer P. Bronder, de Secretaris, de notulen, die on veranderd worden goedgekeurd. Ingekomen la het bekende adres van Rijn- steenfabrikanten, dat voor kenniegeving wordt aangenomen. De laatste kasverfficstle gaf een ontvangst aan van f 80184 89, een uitgaaf van f27553 03, dus een kassaldo van f 2681 36. Aan de orde wordt gesteldrestauratie Raadhuis. Voorzitter zegt, dat B. en W. naar aanleiding van een opmerking van den heer De Zeenw, om de raadszaal eens te restan- toeren, een onderzoek hebben ingesteld. Zij zijn tot de conclusie gekomen, dat de tegenwoordige secretarie te klein is, daar de gemeente-administratie steeds in omvang toeneemt, en dat de bodewonicg ock hoog noodig aan reparatie toe is. B. en W. hebben daarom een plan van do verschillende ver anderingen laten opmaken, waarbij de secre tarie wordt vergroot, de raadszaal gerestau reerd, opnienw behangen en geverfd en de bodewoning gedeeltelik vernieuwd. Dit alles wordt geraamd op een kostencjjfer van f949. Do heer De Zeenw acht het zeer ver standig, nn de bodewoning ook gerepareerd moet worden, alles maar in eens en goed onder handen te nemendat is op den daar toch nog goedkooper dan steeds lapwerk. De heer Jonker kan zich eveneens zeer goed met het voorstel van B. en W. ver eenigen. De heer Breobaart informeert, of er ook een vloerkleed op den grond van de raads zaal komt. En als Voorz. antwoord1, dat dit de bedoeling ir, zegt spr. daar niet voor te zijn. Maar daar dit punt later nog zal worden behandeld, wordt de discussie hierover tot later verdaagd. B. en W. vragen machtiging, tot aan besteding der vorschillende herstellingen aan het raadhals te mogen 07ergaan en dit te doen onder da timmerlieden der gemeente. Wordt met ulgemeene stemman verleend. Wordt nu uitgebracht het rapport van B. en W. over de straatverlichting, waartoe de heer C. Spaans indertijd het verzoek heeft gedaan. Voorz. zegt, dat de vraag is gedaan over de verlichting der komman van de ge meente, en nu is gebleken, dat er, als dit eenigs- zlns volledig wordt gedaan, noodig zijn voor Barsingerhorn 24, voor Koihorn 13, behalve die er reeds zijn, en voor. Hiringhoi'.en 6 lantaarns, tezamen 42 lantaarns. De kosten van aanscht ff a plas plaatsen en schilderen bedragen ongeveer f 18 50 per lantaarn, maakt f 777. Het ocdeshrnd per winter, zooals olie, aansteken enz., f 8 per lantaarn, is f 336, wat met de 10 bestaande lantaarns ongeveer f 400 per jaar zon worden. De lantaarns zallen geplaatst worden te Barsin gerhorn van het perceel van M. Visser tot Weiteind perceel C. Smit; Kdhorn Stoom gemaal tot het andere einde Haringhnizen perceel Kooijman tot perceel Wed. Schot- vanger. De heer Breebaart Is van oordeel, dat de verlichting nog behoort te worden uit gebreid. Noodig moet bij het perceel van P. Over worden begonnen en ook aan Kreil en Poolland moeten lantaarns. De kosten zallen dan spoedig f 5C0 bedragen. Dat noemt Spr. een bedrag, dat hem te hoog is om voor verlichting nit te geven. Hij vindt geen motief om den Hoofdelijken Omslsg daarvoor te verhoogen. Ik ben, zegt Spr., steeds geweest voor de verlichting van de donkerste pnnten en fat ben ik nog. Laat ons ons daartoe bepalen. Voorz. zegt, dat B. en W. hebben gehoor gegeven aan een opdracht van een raadslid en die vroeg verlichting van de kommen der gemeente, en dat zijn Poolland en Kreil niet, en ook niet bjj P. Over, want in de Algemeene Politie-verordenlng staat de kom aangegeven tot M. Visser. De heer Jonker Is het geheel met den heer Bieeb&art eens. Wil men een geheelo ver lichting, dan neet men verder gaan, ook Krell en Poolland erbij nemen. Maar dan zegt Spr. eveneens, dat bij een verlichting voor een dorp als Barsingerhorn niet van znlk belang acht, om een bedrsg van f 500 er jaarijjks voor uit te geven. Het is een lucra tief iets, niet in het algemeen belang, en da&rvcor geeft Spr. zijn stem niet. De haar Spaans stelt het rapport van B. en W. op hoogen prijs en breDgt daarvoor dat oollege zjjn holde. Hij stelt voor om te beslniten, tot algeheele verliohticg van de kommen der gemeente over te gaan, voor namelijk ook, omdat de fiaanoiëelo toestand der gemeente het toelaat. Spr. is het met den heer Jonker niet eens, dat verlichting v&n een gemeente een lexa is. De heer Jonker kan dat zoo niet hebben bedoeld. Die zal toch zeker den tijd van de zwavelstokken en de kaarsen niet meer terng willen Licht is leven en in een gemeente als de onze is dat volstrekt geen lexa. De heer Jonker zegt, dat het zijn volle meening was, dat hij voor verlichting sis deze, die hij lnxe noemt, onmogelijk zooveel geld kan nitgeven. Spr. vindt het niet iets dat is in 't algemeen belang. Voorz. is het, niet" met den hear Jonker eens, waar hij verlichting noemt een zaak niet van algemeeD belang. Dat is ze wel terdege. Hij gelooft, dat elk raadslid ook verplicht is mee te werken om het verblijf In een ge meente zoo aangenaam mogelijk te maken. Spr. wijst op het plaatsen van boomen, dat is 15 jaar geleden door de Banne gedaan met subsidie der gemeente. Wij kannen zonder die boomen best leven, maar Spr. gelooft toch wel, dat de ingezetenen die boomen op hoogen piijs stellen. Zoo is het ook met straatverlichting Liton wij het verleden eens nagaan. In 1879 en 1881 ls er reeds herhaaldelijk op straatverlichting aangedrongen. Ook 2 jaar geleden was er nog een adres van bijDa alle Ingezetenen van Koihorn om straatverlichting. De vereenlging D. O. G. had reeds lang graag straatverlich ting gewild, eerst nog voor onderlinge rekening, maar men begreep, dat dit niet opging. Zooveel bewijzeD, dat de burgerjj aan dergelijke dingen hecht. De tweede vraag is zijn de kosten te hoog? Wat de kosten betreft, wij hebben het eens nagegaan en dia zuüen, zooals dit plan is opgemaakt, uit de gewone ontvangsten kun nen worden bestreden, tenminste als die ontvangsten ongeveer hetzelfde blijven als tot dasvar. En gesteld nn eens, dat de Hoofdelijke Omslag er eenigsziDS door zou moeten worden verhoogd, lk geloof, dat de ingezetenen gaarne een kleine vei hooging van hnn belasting er voor over hadden. De heer Breebasrt blijft tegen algeheele verlichting. De donkerste punten wil hij ver lichten, 5, 6 i 7 lantaarns, en gaat men tot algeheele verlichting over, dan wil Spr. die ook tot Kreil en Poolland uitbreiden. Voort, wijst er op, dat dat in andere ge in e iten niet wordt gedaan. Schagen verlicht wel de kom der gemeente, maar gaat niet de Nes verlicht n. En ls nn het gevaar op de Kreil bijv. bij Wed Smit zoo groot,om daar te water te geraken? ei bovendien, het plaatsen van één haar gelaat en toch zachter meisjes achtiger dan voor zes jaar. Al9 een open boek is zulk een gelaat. Die Gunther heeft nu eenmaal geluk bjj de vrouwen, dacht Heinz wangunstig, Tot Anne zeide hg „Wanneer men jou aankijkt, zou men denken, dat jjj de bruid bent hier aan tafel." Zjj bloosde, „alsof zjj werkelijk de bruid'' is," dacht hjj. Dan hielp zjj zich er met een lachje uit. „En van jou zou men denken, Heinz, dat je al reeds lang man en vader was. Je bent zoo dik geworden." Dat wist hjj zelf, hjj had er aanleg voor. Boos gat hjj ten antwoord „wanneer jjj je man goed voedt, wordt hjj het ook, daar kan je beslist op rekenen." „O ja," zeide zjj plotseling met haar gedachten bjj wet anders, „hjj wordt wc-rkeljjk reeds een beetje Zoo is het, dacht Heinz philosofisch. Wanneer de vroawen ons liefhebben, heb ben ze ook dadeljjk tegeljjk &'les meê liet. En a's zjj ons niet liefhebben, kan men getroost een Adocis zjjn, het helpt je glad weg niemendal. Buiten was het een heldere Meinacht. Toen de gasten opbrakeD, wes boven het bo6ch juist de maan opgegaan. Gunther stuurde het rjjtuig leeg naar huis. „Wjj zullen gaan wandelen," zeide bjj tot Anne, „is het je goed Zjj knikte slechts. Of het haar goed wss. In al het tumult, gedrongen en geduwd van alle zjjden, spelde zjj haar japon op. Gunther deed ha?r heur mantel aan en sloeg haar een zjjden sjaal om hoofd en rchouders. Daarbjj keek bjj haar een moment in de oogen. Als in een droom nam zjj afscheid van allen. Buiten streek de nachtlucht frisch langs haar gelaat. Gunther trok haar arm vast door den zjjne. De weg was zeer ongeljjk, haar eerste schreden waren onvast. „Stap maar dapper vooruit," zeide hjj, „ik let wel voor jou op den weg." Bjj een boom in de weide bleef zjj staan. „Slechts nog eenmaal omkjjken," verzocht zjj. Nog lichtten alle vensters in de pastorie heiier; zwak drong het rumoer nog tot hen door. Daar drukte hjj haar tegen zich aan in diep-za!ige eenzaamheidvoor de eerste maal zich overgevend aan haar hartstoch- teljjke gevoelens, sloeg zjj haar armen om zjjn hals en zjj kusten elkaar. Maar haar geluk had een bitteren bjj- smaak. De vrooljjkheid in haar hart wilde overdag zoo dikwjjls verdwjjnen. Want nu ea dan stond Acne vertwjjfeld voorWoIt's ondeugden en zjjn onverwinneljjke geslo tenheid. Er was geen denken aan, dat de jongen baar tegemoet zou komen. Toen aan zjjn bed, toen zjj zjjn vuile knuistje had gekust en zooveel bljj geloof in hem had gehad, trots al de erge be richten over hem toen had zjj er naar verlargd, om bjj hem te ktjnnen bljjven, geloovende dat, hoe moei'.jjk ook, zjj den weg tot zjjn hart wel zou vinden. Moeiljjk Ja, was dat maar waar. Maar was het nu niet onmogelijk geworden De toestand was sedert dien dag nog verergerd, Lu had haar jongen nog liet gehad, van de grootmoeder had hjj veel toorn over zjjn daden gezien, maar geen afkeer van zjjn persoon. En de onderwjjzer, mot de allerbeste bedoelingen, had hem daaraan twjjfelde Anne nu niet meer met zjjn minachting gladweg bedorven. Daardoor was het kind stomp geworden, van een schrikkelijke onverschilligheid getuigde de uitdrukking van zjjn gelaat. Hjj hield nich van zjjn vader, róch van zjjn zusje ol nieuwe moeder, Als hjj nog iets liefhad, dan waren het zjjn jacht honden. Anne zag, hoe Gunther daaronder leed. Ja meer, duizendvoudig meer dan hjj ooit had laten merken. Dat het zjjn hart verteerde, meer dan La's overljjden had gedaan. Daar naast te moeten staan en niets er aan te kunnen doen wat is er ellendiger En menigmaal was zjj zoover, dat zjj niets anders kon, dan erbjj staan en den jammer en ellende mede aanschouwen. Gunther kon zjja zoon niet helpen en Anne begreep dat. Want zoo is de man altjjd, wanneer hjj de kinderen niet ver staat, zooals een moeder dat doet, die de kinderen met haar hartebloed heett ge kocht. In de kinderwereld is al zjjn weten en zjjn kracht stukwerk, waar hem het zeker instinct der moederliefde ontbreekt. Het leven van den man is te krachtig, te sterk, dan dat hjj de kleine ziel met zich zou kunnen meenemen. WORDT VERVOLGD,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1905 | | pagina 1