Liefdesmart.
EERSTE BLAD.
FEUILLETON.
INGEZONDEN.
Binnenlandsch Nieuws.
DjuderJa& 6 Juli 1905.
49ste Jaargang No.' 4059
SGHA6ER
Aliticei Si
COURANT.
AlmiBilit- k LiiHiitHiI
en
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag-
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
A L)V ERTKNTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
iSssresiisx ®CMA©ffi3Rf, Laan, II 4.
UitgeverP. TRAPMAN.
S§ ede werker J. VI I 14 8 L.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 6 Cent.
ADVERÏÏÏNTIEN van 1 tot 5 regels t 0.25 iedere regel meer 5cf.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
Oemeente Schagen.
BEKENDMAKINGEN.
Da Burgemeester der Gemeente Schagen brengt bij
deze tor kennis van de ingezetenen dier gemeente,
dat het kohier no. 1 der bedrijfsbelasting dienst
1905—1908 op den 1 dezer door den Heer Directeur
der Directe Belastingen te Amsterdam is executoir
ve klaard en op heden aan den heer Ontvanger der
directe belastingen binnen deze gemeente ter invor
dering is overgegeven.
Ieder ingezetene, welke daarbij belaag heeft, wordt
alzoo vermaand op de voldoening van zijnen aanslag
behoorljjk acht te geven, teneinde alle gerechtelijke
vervolgingen, welke uit nalatigheid zonden voort
vloeien, te ontgaan.
Schagen, den 4 Juli 1905.
De Burgemeester voornoemd,
H. J. POT.
o
Luxa- Rijtuig-
PAARDENMA RKT,
te SCHAGEN.
Burgemeester en Wethouders van Schageo, brengen
ter kennis van b danghebbenden, dat in hunne ge.
meente de paardenmarkt, welke hoofdzakelijk
is bestemd voor luxe- en rjjtnigpaarden, geschikt
voor den bnitenlandschen handel, zal worden ge-
honden op
Maandag 24 Juli 1905.
Gelijk bekend, heeft deze markt plaats op den dag
vóór dien waarop eenzelfde paardenmarkt wordt ge-
honden te Haarlemmermeer.
Voor de aangevoerde paarden zal geen marktgeld
verschuldigd zijn.
Heeren paardenfokkers e. a worden beleefd ver
zocht, tot deze markt, die o a. zeer wenechelijk wordt
geacht door het Hoofdbestuur der Vereenigicg „éiet
Nede-landach Paarden-Stambaek", door het aan
voeren hunner daarvoor geschikte dieren ook thans
te willen medewerken, mede in hnn eigen belang
Kunnen toch die dieren te Schagen van de hand
worden gedaan, dan wo: den daardoor de belangrijke
kosten verme len, aan het vervoeren naar verder af
gelegen markten, b.v. te Haarlem en elders, verbonden.
Buitenlandsche kooplieden hebben reeds verklaard,
de markt te zullen bezoeken, indien op eenigen aan
voer gerekend kan worden.
Behagen, 4 Juli 1905.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H. J. POT.
De Secretaris,
ROGGEVEEN.
BEKENDMAKING BETREFFENDE VOORKÓMING
BRANDGEVAAR BROEIEN VAN HOOI.
Burgemeester en Wethouders van Schagen brengen
ter kennis van belanghebbenden, dat, ingevolge de
door den Raad dier gemeente vastgestelde regeling
betrekkelijk hot onderzoek naar de broeiing van
hooi enz.
lo. De Gemeente is verdeeld ia een Noordelijke
en een Znidelijka hooistekerswgk en de scheidingslijn
tusschen die wijken wordt geacht te zijn getrokken
vanaf de brug aan de Lange Snevert door de Hoep
over de Markt naar en door de H rerenstraat, langs
de Loet, den Menisweg en het pad loopende langs
het Schager Wiel en vandaar langs den djjk liggende
aan den Zuidkant van den polder Bn-ghorn tot aan
de Gemeente Sint Maarten
2o. Dat voor het loopende jaar tot hooistekers zjn
benoemd voor de Noordelijke wijk WILLEM BLEË-
KER, Noord wijk A no. 42 en CORNELIS TUIN
MAN, Noord wijk A no. 22; voor de Zuidelijke
wijk KLAAS GOVERS, Loet wijk E no. 64 en
CHRISTIAAN 8PEETS, Dorpen wijk D no. 29.
Tevena worden belanghebbenden herinnerd aan de
volgende bepalingen der algemeens politie-verorde
ning dezer gemeente
Geschiedenis van een vrouwenhart,
door
MARIE DIERS.
22.
D*n was dit eens niet op tijd, dan weer
werd dat te warm opgediend nu ontbreekt
er een vork, dan weer een glas.
a tweede ergerde tante Emma zich
aan Heinz.
Die was alreeds een knap advocaat,
ion°n rUStte 'n d® fitad *Ün«r inwoning alle
5° 60 0ud® dames, maar was nog steeds
getrouwd, terwijl Herman reeds lang
n v®orbeeldig en ernstig huisvader was
b«.w n en met zijn twee kleine meisjes
teestmaal opvrooljjkte.
ante Emma had als elke rechtgeaarde
uitsche vrouw, het land aan eiken
flgezel. En Heinz, haar trots, die zulk
n voorbeeldig man en vader zou kun-
n zijo, en die nn reeds zoo lustig de
ertig inmarcheerde, wilde zich in dit
oor hem verachte korps maar niet laten
opnemen.
Hoewel tante Emma een rechtvaardige
nïtt WaS' j 0D E'ck me' Anne's keus ook
wfit *>°ed verzoenen. Zjj had maar willen
7nn°n' j* ^aar vroolijke jongon niet vèl
goed een vrouw gelukkig had kunnen
a eD, als een weduwnaar mot twee lastige
Art. 157. Het is verboden, booi, stroo of andere
I licht ontvlambare stoffen buitenshuis te ve-zamelen
of te bergen op minder dan 10 Meter afs'and van
den openbaren weg, van eenige, voor het publiek
toegaukelijk gestelde open plaats, van eenig gebouw
of getimmerte, tenzjj daarvan gescheiden door een
dichte planken schatting ter hoogte van rainstens2 Meter.
Burgemeester en Wethouders kunnen van het hier
bep lalde ontheiAng verleeneu.
Art. 159. Houders van hooi, stroo en andere licht
ontvlambare at, ff en zijn verplicht, van ieder ontdekt
gevaar van brand, door bro iïng of eenige andere
oorzaak ontstaan, onverwijld kennis te geren aan den
Burgemeester, en tevens aan de daartoe vanwege de
gemeente aangestelde hooistekers, die steeds tot onder
zoek daarvan moeten worden toegelaten.
Zjj zjn verplicht, op last van den Bn'gemeester of
van de hooistekers, de bedreigde voorweipen terstond
van de plaats te verwijderen, en verder al datgene
aan te wenden, wat hun door of vanwoge den Burge
meester of de hooistekers wordt bevolen.
Art. 160. Het is verboden aan hont, hooi, stroo
of andere licht ontvlambare stoffen te arbeiden bij
ontstoken vunrof om hekelhuizen, timmerwinkela,
loodsen of plaatsen, waar gemelde stoffen verweikt
of bewaard worden, op eenige andere wijze te ver
lichten dan door goed gesloten lantaarns, olie- of
gaspitten.
Overtreding dezer bepalingen wordt gestraft met
hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van
ten hoogste f25.
Ter voorkoming van moeilijkheden worden belang
hebbenden ernstig aangespoord, hunne verplichtingen
nanwgeeet na te komen
Schagen, den 4 Juli 1905.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
H JPOT.
De Secretaris,
ROGGEVEEN.
Mijnheer de Redacteur
Verleen een plaatsje in Uw veelgelezen
blad voor het ocdervolgende, bij voorbaat
mijn dank.
Toen ik verleden week U het ingezonden
etnk over het bekende bruggetje nabij Wacht
poet no. 9 alhier toszond, had Ik daarbij al
gemeens en geen persoonlijke belnngen op
het oog een leder die lezen kan, zal dit vol
komen beamen. Nadat lk eerst den toe
stand alhier had geschetst, voorheen en thans,
en ook de reden had genoemd, hoe de tegen
woordige toestand ontstaan is, noemde ik aan
het slot van het ;t k een drietal pnnten,
welke ik cp grond van het vorenstaande,
onder de aandacht der autoriteiten wenschte
te brengen «n waarvan lk verbetering ver
wachtte. Uw blad van jt. Donderdag in
ziende, nam ik kennis van een ingezonden
stnk van den heer K. Davids alhier, waarover
ik ra ij verbaasds.
De geachte inzender begint niet met
mijn schrijven te wederleggen, dat kan hij
niet, doch vraagt „wie toch de schrijver van
het bedoelde stnk is", en „waarom ik mijn
„stnk zonder naam of handteekenlng de
„werold inzond," waardoor mijn schrijven in
Uw blad dd. 25 Juni jvolgers den heer
Davids „al zeer weinig waarde heeft."
Mij dankt, mijnheer Davidsdat het er
weinig toe doet, wie de schrijver van het be
doelde stnk Isde vraag is deze, is de toe-
st nd zóó, zooals ik dezen schetste en dit
erkent U in Uw ingezonden stnk volmondig,
waar U zegt „dat er velen over het brng-
„getje liepen zonder permissie, en onverschil
lig of er een beambte van de lijn bijstond
„of niet," en „dat er geen bekeuringen werden
gedaan."
Mijnheer Davidsik zon wel geneigd zijn
om U te vragen „kunt U lezen?" Heb ik
niet in mijn ingezonden stuk gezegd, en er
nadruk op gelegd,„dat juist nadat de wachteres
„van post no. 9 ongenoegen heeft gehad met
le vronw van J B..zij deze haeft verbaliseerd?,"
(zoovar mij bekend, het eenige proces-verbaal
in rnim 16 jaren tijde voor hat loopsn over
het bruggetjs) Waardoor die moeite tnsschen
die beide vrouwen is ontstaan, wil en kan ik
niet onderzoeken, Ik teb het niet over per
sonen, maar over feiten, n)dat tengevolge
van die moeite onder bnnrvronwen, vele
Breezandera eerstdaags van het groote gerief
van het braggeje zullen zijn verstoken, ge
lijk U zelf in Uw ingezonden stak erkent.
Ook heb lk het recht der Holl. Spoorw Mg.
niet ontkend, om een ieder to belatten langs
de lijn te loopen, maar de verregaande wille
keur en plagerijen van d8 wachteres van Post
no. 9 deden mij naar de pen grijpen, nadat ik
kennis had genoman van een schrijven van
den heer Hoofd-Iagenienr [la mijn vorig stnk
aengcb raid], waaruit mij bleek, dat deze heer
geheel verkeerd was voorgelicht.
Zie toch, Mijnheer Davidsen dit weet U
ook wel I de Directie der Holl. Spoorw. Mij.
m3et niet met twee matenwaar de Directie
dsn een den toegang tot den Spoor.weg
ontzegt, geldt dit ook den ander, tenzij men
een bewijs van toegang heeft ontvangen.
Waar U nn zelf in Uw ingezonden stnk
zegt „dat velen zonder te worden verbali
seerd, van het voetbruggetje gebruik makan,"
en i k veeg drarbr, het aan kruiwagens en
hondekarren wordt vergund, da IJzeren
Spoorbrug over te gaan, en dit alleen aan
bezoekers van den heer E Rgelijk ik in
mijn vorig schrijven aantoonde, wordt belet,
daar vraag ik in gemoedeis dit geen wille-
kenr Kan da Dlrcotie der Spoorweg Mij.
dit goedkeuren
U zegt verder, Mijnheer Davids, dat ik
„evengoed als gij, evenals allen hier, weet dat
„het niet aan Jongkind, noch aan zijne
„vrouw da wachteres van post 9 te wijten
„Is, dst wij van het gebrnlk van het brng-
„getja verstoken zijn, maar dit weer te
„danken hebben aan E R. en de vrouw van
„J. B en zegt dan „dat het heengaan van
„die beide personen U heel wat aangenamer
„zal zijn dan het doen blijven van bedoeld
„brugge'ja." Waar ik hier voren reeds gezagd
heb, niet op de hoogte te zijn, waarom die
belde vrouwen ongenoegen kregen, en ik mij
niet geroepen acht, in deze uitspraak te doen,
en het mjj alleen te doen is feiten te consta-
teeren., daar geldt mij U w verwijt niet, dat ik
oneerlijk zon zijn in mijn schrijven. Waar
ik in het algemeen belang feiten noemde
welke dringend voorziening elschen, In het
belang der veiligheid voor onze schoolkinderen
en dok voor het pnbliek, en mijn schrijven
door U niet kan weerlegd of ontkend worden,
daar laat ik gaarne het oordeel aan alle
wel denkenden.
Waar mijn doel grootendeels Is bereikt, n 1.
de aandacht der autoriteiten op de door mij
genoemds feiten zijn gevestigd, en voorzie
ning niet zal uitblijven, daar kan ik U Mijn
heer de Redacteur, het voor vele Breezanders
verblijdende nieuws mededeelen, dat op j
de jrngste vargrdaring dar vereenlging i
„Door Recht en Eenheid tot Vooruitgang" is
besloten, het Bestuur van onzen polder te ver
zoeken een voetbruggetje over de Zind vaart te
doen leggen. Mocht dit verzoek worden In
gewilligd, dan zallen vele Breezanders zich
met mij verhengen.
Waar, gelijk gezegd, mijn doel bereikt Is,
daar zal ik op alle verder geschrijf van den
heer Davids c. s. niet tngaan, daar ik niet
gaarne tnsschen twee kijvende vrouwen in
sta, of uitspraak doe.
U nogmaals dankende, verblijve ik
Hoogachtend
Uw Dw. Dn.
EEN BREEZANDER.
Anna Paulowna, Juli 1905.
kinderen het kon.
Nu, Anne moest het tenslotte zelf weten.
Ja en óf zjj het wist, wat, voor haar
het beste was. Zjj kon niet eens haar aan
dacht bepalen tot het vrooljjke bruidspaar,
tot de verdrietige tante en haar jongen
blonden buurman. Zjj keek haar man niet
aan, maar zjj voelde toch alleen z jj n tegen
woordigheid. Zjj was gelukkig, wanneer uit
het geroezemoes zjjn stem opklonk.
Heinz nam Anne tersluiks op. Zes-en-
een-half jaar had hjj haar weten te ver-
mjjden. Nu kon hjj het wel wagen, haar
terug te zien. Hjj was nn geen verliefde
jongeling meer.
Hjj had gedurende die jaren opgewekt
geleefd, was geen geknakte bloem geweest.
Daarvoor bezat hjj te veel levenslust.
En wie gaat er tenslotte ook aan onbe-1
antwoorde liefde dood - Ja, wanneer
Anne hem verwerd had, lief tegen hem
was geweest en tenslotte had teleurgesteld,
dat had zjju gevoelens misschien kunnen
vergiftigen. Doch <?Ai zjjn trots en schaamte
alt jj d nog een paar goede apothekers. Maar
trouwen
Ja die moeders hebban het ook altjjd
over trouwen. Dat is iets zoo gewichtigs
en noodzakeljjks. Eu wanneer men daarvoor
nu eens niet geschikt is I Er kan tooh nog
zoo menig ding voor in den weg staan
en daar was immers ook nog dat kwartiertje
bjj de heg op dien gedenkwaardigen
Juni-morgen 1
Hjj was volstrekt niet boos op Anne.
Het was haar bljjkbaar goed bekomen, dat
zjj een ander had gekozen.
Hoe was de uitdrukking van haar gelaat
veranderd. Rjjper waren de trekken van
Vergadering van den Raad
der gemeente BARSINGERHORN, op Dica-
dag 4 Juli 1906, dos namiddags 2'/j ure.
Aanwezig alle leden.
Voorzitter de heer J. 8paana Dz., Burgem.
Na opening der vergadering leest de heer
P. Bronder, de Secretaris, de notulen, die on
veranderd worden goedgekeurd.
Ingekomen la het bekende adres van Rijn-
steenfabrikanten, dat voor kenniegeving
wordt aangenomen.
De laatste kasverfficstle gaf een ontvangst
aan van f 80184 89, een uitgaaf van f27553 03,
dus een kassaldo van f 2681 36.
Aan de orde wordt gesteldrestauratie
Raadhuis. Voorzitter zegt, dat B. en W. naar
aanleiding van een opmerking van den heer
De Zeenw, om de raadszaal eens te restan-
toeren, een onderzoek hebben ingesteld.
Zij zijn tot de conclusie gekomen, dat de
tegenwoordige secretarie te klein is, daar de
gemeente-administratie steeds in omvang
toeneemt, en dat de bodewonicg ock hoog
noodig aan reparatie toe is. B. en W. hebben
daarom een plan van do verschillende ver
anderingen laten opmaken, waarbij de secre
tarie wordt vergroot, de raadszaal gerestau
reerd, opnienw behangen en geverfd en de
bodewoning gedeeltelik vernieuwd. Dit alles
wordt geraamd op een kostencjjfer van f949.
Do heer De Zeenw acht het zeer ver
standig, nn de bodewoning ook gerepareerd
moet worden, alles maar in eens en goed
onder handen te nemendat is op den daar
toch nog goedkooper dan steeds lapwerk.
De heer Jonker kan zich eveneens zeer
goed met het voorstel van B. en W. ver
eenigen.
De heer Breobaart informeert, of er ook
een vloerkleed op den grond van de raads
zaal komt. En als Voorz. antwoord1, dat dit de
bedoeling ir, zegt spr. daar niet voor te zijn.
Maar daar dit punt later nog zal worden
behandeld, wordt de discussie hierover tot
later verdaagd.
B. en W. vragen machtiging, tot aan
besteding der vorschillende herstellingen aan
het raadhals te mogen 07ergaan en dit te
doen onder da timmerlieden der gemeente.
Wordt met ulgemeene stemman verleend.
Wordt nu uitgebracht het rapport van
B. en W. over de straatverlichting, waartoe
de heer C. Spaans indertijd het verzoek heeft
gedaan. Voorz. zegt, dat de vraag is gedaan
over de verlichting der komman van de ge
meente, en nu is gebleken, dat er, als dit eenigs-
zlns volledig wordt gedaan, noodig zijn voor
Barsingerhorn 24, voor Koihorn 13, behalve
die er reeds zijn, en voor. Hiringhoi'.en 6
lantaarns, tezamen 42 lantaarns. De kosten
van aanscht ff a plas plaatsen en schilderen
bedragen ongeveer f 18 50 per lantaarn,
maakt f 777. Het ocdeshrnd per winter,
zooals olie, aansteken enz., f 8 per lantaarn,
is f 336, wat met de 10 bestaande lantaarns
ongeveer f 400 per jaar zon worden. De
lantaarns zallen geplaatst worden te Barsin
gerhorn van het perceel van M. Visser tot
Weiteind perceel C. Smit; Kdhorn Stoom
gemaal tot het andere einde Haringhnizen
perceel Kooijman tot perceel Wed. Schot-
vanger.
De heer Breebaart Is van oordeel, dat de
verlichting nog behoort te worden uit
gebreid. Noodig moet bij het perceel van
P. Over worden begonnen en ook aan Kreil
en Poolland moeten lantaarns.
De kosten zallen dan spoedig f 5C0 bedragen.
Dat noemt Spr. een bedrag, dat hem te hoog
is om voor verlichting nit te geven. Hij vindt
geen motief om den Hoofdelijken Omslsg
daarvoor te verhoogen. Ik ben, zegt Spr.,
steeds geweest voor de verlichting van de
donkerste pnnten en fat ben ik nog. Laat
ons ons daartoe bepalen.
Voorz. zegt, dat B. en W. hebben gehoor
gegeven aan een opdracht van een raadslid
en die vroeg verlichting van de kommen der
gemeente, en dat zijn Poolland en Kreil niet,
en ook niet bjj P. Over, want in de Algemeene
Politie-verordenlng staat de kom aangegeven
tot M. Visser.
De heer Jonker Is het geheel met den heer
Bieeb&art eens. Wil men een geheelo ver
lichting, dan neet men verder gaan, ook
Krell en Poolland erbij nemen. Maar dan zegt
Spr. eveneens, dat bij een verlichting voor
een dorp als Barsingerhorn niet van znlk
belang acht, om een bedrsg van f 500 er
jaarijjks voor uit te geven. Het is een lucra
tief iets, niet in het algemeen belang, en
da&rvcor geeft Spr. zijn stem niet.
De haar Spaans stelt het rapport van
B. en W. op hoogen prijs en breDgt daarvoor
dat oollege zjjn holde. Hij stelt voor om te
beslniten, tot algeheele verliohticg van de
kommen der gemeente over te gaan, voor
namelijk ook, omdat de fiaanoiëelo toestand
der gemeente het toelaat. Spr. is het met den
heer Jonker niet eens, dat verlichting v&n
een gemeente een lexa is. De heer Jonker
kan dat zoo niet hebben bedoeld. Die zal toch
zeker den tijd van de zwavelstokken en de
kaarsen niet meer terng willen Licht is
leven en in een gemeente als de onze is dat
volstrekt geen lexa.
De heer Jonker zegt, dat het zijn volle
meening was, dat hij voor verlichting sis
deze, die hij lnxe noemt, onmogelijk zooveel
geld kan nitgeven. Spr. vindt het niet iets
dat is in 't algemeen belang.
Voorz. is het, niet" met den hear Jonker eens,
waar hij verlichting noemt een zaak niet van
algemeeD belang. Dat is ze wel terdege.
Hij gelooft, dat elk raadslid ook verplicht is
mee te werken om het verblijf In een ge
meente zoo aangenaam mogelijk te maken.
Spr. wijst op het plaatsen van boomen, dat
is 15 jaar geleden door de Banne gedaan met
subsidie der gemeente. Wij kannen zonder
die boomen best leven, maar Spr. gelooft toch
wel, dat de ingezetenen die boomen op hoogen
piijs stellen.
Zoo is het ook met straatverlichting Liton
wij het verleden eens nagaan. In 1879 en 1881
ls er reeds herhaaldelijk op straatverlichting
aangedrongen. Ook 2 jaar geleden was er
nog een adres van bijDa alle Ingezetenen van
Koihorn om straatverlichting. De vereenlging
D. O. G. had reeds lang graag straatverlich
ting gewild, eerst nog voor onderlinge
rekening, maar men begreep, dat dit niet
opging. Zooveel bewijzeD, dat de burgerjj
aan dergelijke dingen hecht.
De tweede vraag is zijn de kosten te hoog?
Wat de kosten betreft, wij hebben het eens
nagegaan en dia zuüen, zooals dit plan is
opgemaakt, uit de gewone ontvangsten kun
nen worden bestreden, tenminste als die
ontvangsten ongeveer hetzelfde blijven als tot
dasvar. En gesteld nn eens, dat de Hoofdelijke
Omslag er eenigsziDS door zou moeten worden
verhoogd, lk geloof, dat de ingezetenen gaarne
een kleine vei hooging van hnn belasting er
voor over hadden.
De heer Breebasrt blijft tegen algeheele
verlichting. De donkerste punten wil hij ver
lichten, 5, 6 i 7 lantaarns, en gaat men tot
algeheele verlichting over, dan wil Spr. die
ook tot Kreil en Poolland uitbreiden.
Voort, wijst er op, dat dat in andere ge
in e iten niet wordt gedaan. Schagen verlicht
wel de kom der gemeente, maar gaat niet de
Nes verlicht n. En ls nn het gevaar op de Kreil
bijv. bij Wed Smit zoo groot,om daar te water te
geraken? ei bovendien, het plaatsen van één
haar gelaat en toch zachter meisjes
achtiger dan voor zes jaar. Al9 een open
boek is zulk een gelaat.
Die Gunther heeft nu eenmaal geluk bjj
de vrouwen, dacht Heinz wangunstig,
Tot Anne zeide hg „Wanneer men jou
aankijkt, zou men denken, dat jjj de bruid
bent hier aan tafel."
Zjj bloosde, „alsof zjj werkelijk de bruid''
is," dacht hjj. Dan hielp zjj zich er met
een lachje uit.
„En van jou zou men denken, Heinz, dat
je al reeds lang man en vader was. Je bent
zoo dik geworden."
Dat wist hjj zelf, hjj had er aanleg voor.
Boos gat hjj ten antwoord „wanneer jjj
je man goed voedt, wordt hjj het ook,
daar kan je beslist op rekenen."
„O ja," zeide zjj plotseling met haar
gedachten bjj wet anders, „hjj wordt
wc-rkeljjk reeds een beetje
Zoo is het, dacht Heinz philosofisch.
Wanneer de vroawen ons liefhebben, heb
ben ze ook dadeljjk tegeljjk &'les meê liet.
En a's zjj ons niet liefhebben, kan men
getroost een Adocis zjjn, het helpt je glad
weg niemendal.
Buiten was het een heldere Meinacht.
Toen de gasten opbrakeD, wes boven het
bo6ch juist de maan opgegaan. Gunther
stuurde het rjjtuig leeg naar huis. „Wjj
zullen gaan wandelen," zeide bjj tot Anne,
„is het je goed Zjj knikte slechts. Of
het haar goed wss.
In al het tumult, gedrongen en geduwd
van alle zjjden, spelde zjj haar japon op.
Gunther deed ha?r heur mantel aan en sloeg
haar een zjjden sjaal om hoofd en rchouders.
Daarbjj keek bjj haar een moment in de
oogen.
Als in een droom nam zjj afscheid van
allen.
Buiten streek de nachtlucht frisch langs
haar gelaat. Gunther trok haar arm vast
door den zjjne. De weg was zeer ongeljjk,
haar eerste schreden waren onvast.
„Stap maar dapper vooruit," zeide hjj,
„ik let wel voor jou op den weg."
Bjj een boom in de weide bleef zjj
staan. „Slechts nog eenmaal omkjjken,"
verzocht zjj.
Nog lichtten alle vensters in de pastorie
heiier; zwak drong het rumoer nog tot hen
door. Daar drukte hjj haar tegen zich aan
in diep-za!ige eenzaamheidvoor de eerste
maal zich overgevend aan haar hartstoch-
teljjke gevoelens, sloeg zjj haar armen om
zjjn hals en zjj kusten elkaar.
Maar haar geluk had een bitteren bjj-
smaak. De vrooljjkheid in haar hart wilde
overdag zoo dikwjjls verdwjjnen. Want nu
ea dan stond Acne vertwjjfeld voorWoIt's
ondeugden en zjjn onverwinneljjke geslo
tenheid. Er was geen denken aan, dat de
jongen baar tegemoet zou komen.
Toen aan zjjn bed, toen zjj zjjn vuile
knuistje had gekust en zooveel bljj geloof
in hem had gehad, trots al de erge be
richten over hem toen had zjj er naar
verlargd, om bjj hem te ktjnnen bljjven,
geloovende dat, hoe moei'.jjk ook, zjj den
weg tot zjjn hart wel zou vinden.
Moeiljjk Ja, was dat maar waar. Maar
was het nu niet onmogelijk geworden
De toestand was sedert dien dag nog
verergerd, Lu had haar jongen nog liet
gehad, van de grootmoeder had hjj veel
toorn over zjjn daden gezien, maar geen
afkeer van zjjn persoon. En de onderwjjzer,
mot de allerbeste bedoelingen, had hem
daaraan twjjfelde Anne nu niet meer
met zjjn minachting gladweg bedorven.
Daardoor was het kind stomp geworden,
van een schrikkelijke onverschilligheid
getuigde de uitdrukking van zjjn gelaat.
Hjj hield nich van zjjn vader, róch van
zjjn zusje ol nieuwe moeder, Als hjj nog
iets liefhad, dan waren het zjjn jacht
honden.
Anne zag, hoe Gunther daaronder leed.
Ja meer, duizendvoudig meer dan hjj
ooit had laten merken. Dat het zjjn hart
verteerde, meer dan La's overljjden had
gedaan.
Daar naast te moeten staan en niets er
aan te kunnen doen wat is er ellendiger
En menigmaal was zjj zoover, dat zjj niets
anders kon, dan erbjj staan en den
jammer en ellende mede aanschouwen.
Gunther kon zjja zoon niet helpen
en Anne begreep dat. Want zoo is de man
altjjd, wanneer hjj de kinderen niet ver
staat, zooals een moeder dat doet, die de
kinderen met haar hartebloed heett ge
kocht. In de kinderwereld is al zjjn weten
en zjjn kracht stukwerk, waar hem het
zeker instinct der moederliefde ontbreekt.
Het leven van den man is te krachtig,
te sterk, dan dat hjj de kleine ziel met
zich zou kunnen meenemen.
WORDT VERVOLGD,