Liefdesmart. Donderdag 13 Jnli 1905. 49ste Jaargang No. 4€61 MedewerkerJ. W IX SA. SI L. EERSTE BLAD- INGEZONDEN. Ia antwoord. FEUILLETON. Binnenlandse!! Nieuws. Laatste hulde aan den heer C. V. Gerritsen. Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden A DV ERTENTIEN in het eevstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één vroeger. Bureau s ICMA^EJir, sLaaga, 4. UUgovar P. TRAPMAN. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderliike nummers 5 Cent. ADVERTSNTIEN van 1 tot 5 regels i 0.25 iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit tioee bladen. Geachte Haar Redacteur! Mag ik U beleefd verzoeken om een weinig plaatsruimte voor onderstasnden brief met toeliohting Schaven, 7 Juli 1905. Den WelEd. Heer H. F«laser, alhier. WelEd. Hser, Do herstemming, welke 14 dezer tusschen U en den heer Henneman zal moeten plaats hebben, doet ons hedenavond het Bestaar der R.K. Kiesvereeniging bijeen komen. Daar ik als Voorzitter der ge- noemdeKiesversenigingU we opinie dat d e nK atholieken een zetel inden Raad toekomt, ken, zou het mij niet verwondere n,w anneerUaan de kiezers bekend maakte, dat IJ terwille van eenKatholiek niet in aanmerking wenscht te komen. Als leider der vergade ring zou het mij zeer aangenaam zijn, indien ik Uw meening hier omtrent vóór onze rergsdering mocht vernemen, en verblijf in af wachting daarvan, met de meeste hoog achting, Uw Edel dw. dienaar, JOH. MERZ. Het niet ruimgedrukte kan buiten beschou wing blijven, als niet ter zake dienende. Daarna volgtDaar ik uwe opinie, dat den Katholieken eenzetelin den Raad toekomt, ken. Dit is dus geen vraag, doch een bericht aan den geadresseerde dat ik zijne meening ken, wijl hij mij die zelf meermalen heaft meegedeeld. Daar ik niet verwachten mocht, dat ds heer Fjisser van meening is veranderd, had ik ook niet het recht te vermoeden, dat hij thans tegen die meening in zou handelen. Daarom ook liet ik er op volgen zou het mij niet verwonderen, wanneer U aan de kiezers bekend maakte, dat U ter wille vaneen Katholiek nietin aanmerking wenscht te komen. Hier geef ik dus een vermoeden te kennen, dat noodzakelijk uit de eigen mededeeling van den heer Feisser volgt. Daarna ga ik verder :Als leider der vergadering zou het mij zeer aangenaam zijn, indien ik Uw meening hierom trent vóór onze vergadering mocht vernemen. Hierin vraag ik dus alleen aan den heer Feisser, of mijn vermoeden juist was of niet, en verzoek hem mij daaromtrent in te lichten vóór de vergadering, opdat ik de besprekin gen naar het antwoord zal kunnen leiden. Aangenaam zou het mij rijn, van bevoegde zijde nu ook de zinsnede in mijn brief te zien aanwijzen, waarin de dwaze vraag voorkomt, of de heer Feisser zich ter wille van den heer Henneman wilde terugtrekken. U beleefd dankend voor de plaatsruimte, hoogachtend, MERZ. Het blijkt duidelijk uit bovenstaands, dat de katholieke heeren zich hebben gestooten aan ons berioht in 't vorig no. met het opschrift een dwaze vraag. Om zich van dat dwaze schoon to wasschen, de bovenstaande uitlegging van 't epistel, door den Voorzitter der katholieke kiesvereeniging tot den heer Feisser gerloht. Voor een oogenblik willen wa den heer Merz eens gelijk geven en aannemen, dat hij aan den heer Feisser heeft gevraagd, zooals nu in zijn toelichting wordt beweerd Geschiedenis van een vrouwenhart, door MARIE DIERS. o— 24. Naast Wolf viel ook Anne op haar knieën op het met bloemen versierde graf. Wat was er gebeurd I Welk een roof aan dit kinderhart I Zjj stak den arm uit en trok Wolf tegen Tv^Vi aan' en ^ij gaf zich aan haar over. *®8en elkaar aan gedrukt, naast elkaar geknield, haar gelaat tegen znn gloeiend g zich je, weenden zjj met elkaar. «Laesar kon reeds zooveel," snikte Wolf. „Ja ik weet j,et u „Apporteeren sedert vanmorgen. Zoo vlug ging dat. Hij was zoo verstandig als «een andere hond op de wereld." »Wie deed het toch, Wolf?" »Mjjnheer Rüdiger." Stilte. Een siddering liep Anne door de leden. De onderwijzer 1 Woede vlamde er in haar hart op. Wist dat mensch wel, wat bij had ge daan? Niet slechts Caesar, ook Woll, haar Wou had hij vermoord. Ia de liefde tot •°^fn ^hond, die zjjn eigendom was, had zich zijn rijk, trotsch, jong hsrt geopend. e hond had de bemiddelaar kunnen „ik vraag dus alleen aan den heer Feisser, of mijn vermoeden Juist was of niet (dat hij zich zon terugtrekken) en verzonk hem enz. enz. Maar de hser Merz moet ons niet kwalijk nemen dat we het zeggen, maar als dat da bedoeling is geweest, wordt de brief nog dwazer. W&nt kijk nu eens aan we mogen toch aannemen, dat da voorzitter van de kbs vereanlging, dus de hoofdman van een voor lichtend, een leidend college, hot grootste licht dus in katholieke politieke kringen In onze gemeente, op de hoogte is van een voudige feiten, nietwaar In de Schager Courant van Donderdag 22 Janijl. nu is meegedeeld, dat de heer H. Feisser is candidaat gesteld, met de pertinente ver klaring erbij, dat de heer Feisser die candi- datuur aanvaardde. Zaterdag te voren had de katholieke kiesvereeniging vergaderd en waren de heeren Henneman, Keet en Merz candidaat gesteld. De heer Feisser hesft du* de candidatunr aanvaard met de wetenschap, dat er drie katholieke candldaten waren, dus heeft zijn oandidatuur ook aanvaard tegenover de drie katholieke heeren. Waarom, o heer Voorzitter der katholieke kiesvereeniging, NU tot F sisser da vraag ge richt maak even bekend aan de kiezers, dat u zich tegenover een katholiek terugtrekt 22 Juni kon n bekend zijn, dat de heer Feisser dat niet deed, 7 Juli vraagt ga het hem. Zooals gezegd, een voorlichter op poli tiek gebied behoort van dergelijke een voudige feiten op de hoogte te zijn. Maar zoo dwaas als u zich nu hier zelf aanstelt, is u niet, neen, dat willen we wel van n getuigen. U wiet wel, dat de heer Feisser verklaard hid dat hij de oandidatuur aanvaardde. Maar het kwam in nw kraam te pas, dat te vergeten. En vandaar die dwaze brief aan den hser Faisaer. Want en nu komen wij eigenlijk aan het punt in kwestie die brief had g6en andere bedoeling, dan dan heer Feisser te verzoeken zich voor Henneman terug ts trskksn. Want als dat de bedoeling niet was, mijn heer Merz, waarom dan niet voor de le stemming een darvelijksn brief tot den heer Feisser gericht Waarom niet wel, we zul len het u even zeggen omdat u het toen nog niet wist, of F a i s s 8 r met een katho liek In herstemming zon komen; toen had zijn antwoord voor n geen of weinig waarde. Integendeel, zoo redeneerde u, de heer Feisser moest toen candidaat blijven, want hoe meer protestantsche candldaten, hoe meer kans hadden de katholieken. Maar, nu het gaat tusschen nw candi daat Henneman en Feisser, i.A wordt de brief geschreven en gevraagdmee te deelee, dat de heer Feisser niet in aanmerking wenscht t6 komen tegenover een katholiek, dusmee te deelén, dat hij niet in aanmerking wenscht te ko men tegenover den heer Henne man, want een andere katholiek is er niet meer. Ziedaar, mijnheer Merz, logisch, aan de hand van de geschiedenis der laatste dagen aangetoond, dat uw brief niet anders had dan de bedoeling, die wij er aan hebben toegeschreven, en daarop, daarop alléén, komt het op aan. En dat vonden we dwaas 1 De heer Merz is niet de eenlge, die aan merking maakte op ons bericht. De heer G-. Dorbeck, de Vioe-Voorzitter der Katholieke Kiesvereeniging, deed dat mondeling, op straat. Hij deed dat nogal grof, zooals dat 'smacs gewoonte schijnt te zijn, tenminste te oordeelon naar da paar proefjes, die wij daarvan In da laaiBte weken te genieten hebben gekregen. De Vice-Voorzitter d&n maakte er aanmer- worden. En nn, nu zich dat gesloten hart voor de eerste maai opende zulk een daad. Het was een wreede dai.d, een schanddaad! De opgewondenheid schudde haar heftig, zoodat zij opstond. Met moeite dwong zjj zich nog eenmaal tot kalmte. „Het was een misverstand, Wolf." Hjj schudde het hoofd. „Omdat ik met hem speelde," mompelde hjj. En dan hartstochtelijker: „Het was immers geen spelen. Ik kon niet anders. Caesar wachtte reeds urenlang. En dat weet ik toch maar alleen Aarzelend vroeg zjj„Was hjj werkelijk dadelijk dood, Wolf „Ja, dadelijk morsdood. De kogel is hem door den kop gegaan. Geleden heeft hij niets, beweerde Klutke." Weder stil. Over de weide streek de nachtwind en speelde met de bloempjes op Caesar's graf. „Gaat u toch naar huis, laat mij hier," smeekte Wolf. „Ik kan niet ik kan nu niet naar m\jn bed." Hoe goed begreep Anne dat Niet in zjjn bed. Dat onveranderde, steeds hetzelfde, hoe gruwde de jongen ervan. En wanneer hij werkelijk thuis insliep, te weten mor gen in plaats van mjjn hond, dia op mij wacht en lustig naar my blaft heb ik niets dan een steenhoop een graf. Zjj keek om zich heen. De lucht was zoel, de wind niet vochtig. En al was dit ongunstig geweest, zij had het er toch op gewaagd, een verkoudheid kwam de jongen wel te boven maar een dwang nu in deze omstandigheden nooit. „Je wilt liever vannacht hier big ven?" king op, dat wij da kwaliteit ven den heer Merz, „Voorzitter der Katholieke Kiesver eeniging" erbij hadden genoemd. Do heer Dorbeck beweerde, do.t do heer Merz had gehandeld als particulier, niet uit naam der Katholieke Kiesvereeniging. De Vioa-Voorzitter wenechto voor hetgeen do Voorzitter had uitgehaald, blijkbaar de verantwoordelijkheid niet te aanvaarden. Voor den Voorzitter niet vleiend, en voor ons een bewijs, dat ook de Vlce-Voorzitter het dwaze van Merz' brief inzag. Mot zeer veel genoegen nemen wij tevens kennis van het ingezonden stuk (zie hier onder) van dsn hoer F. J. Gielcn, Secretaris der R -K. Klesveresnlgiog en namens die verseniging geschreven, waarin deze bsweert, dat de Kiesvereeniging zloh niet aanspra kelijk stelt voor hetgeen haar Voorzitter heeft gedaan. Commentaar overbodig. Alken dank voor da ongevraagde hulp. Maar waar da heer Merz zelf in zija brief spreekt van zichzelf „als Voorzitter dor Katholieke Kiesvereeniging," als „leider der vergadering," was het ons wel geoorloofd zijn kwaliteit van Voorzitter te noemen. Ner gens hebben wij beweerd.dat de b.-iof namens de R K. Kiesvereeniging is verzonden. Wij schrijven dit alles niet ter overtui ging van den heer Dorbeck. Och neen, dien hebben wij verzocht ons voortaan op straat met vrede te laten. Als hij Iets heeft op de Schager, of op den inhoud daarvan, zende hij schriftelijk zijn aanmerkingen aan ods bureaa. Blijft hij de voorkeur geven aan z ij n manier van zaken behandelen, ons best, maar dan in z 0 n kringen als-je-blieft. Wij hebben dit alles alleen zoo uitvoerig behandeld en meegedeeld, om aan te toonen, hoe spoedig men asn de overzijde onze han delingen be- en veroordeelt, ons voor leu genaar durft uitmaken, zonder onderzoek, zonder bewijs. Ziet, Katholieke hserea, wij geven u, ondanks uw handelingen en optreden, toch nog dezen vrisndschappelijkan raadstelt U wa Vereeni- ging, evenais dat tn het Zuiden van ons land in uw kringen gewoonte is, onder een geestelijk adviseur, want werkelijk, uit alles blijkt zoo heldor en duidelijk, dat de heeren nog zoo'n groote behoefte hebben aan leiding. P. TRAPMAN, Rad. „Schager Courant." Wij hebben den hser F.issarfnzsga gegeven van hot Ingezonden van den heer Merz Voor zooverre daarin de heer F..-iasar wordt be trokken, wenscht deza evenwel, om niat don minsten invloed op de stemming van Vrijdag a.s. uit te oefenen, eerst ca die stemmlag, dus in ons nummer van Zaterdag a.s daarop ts antwoorden. Mijnheer de Redacteur. Ia uw courant van Zondag jl. las ik onder het opschrift „Een dwaze vraag", dat da heer Merz, Voorzitter der R.-K. kiesvereeniging alhier, aan den heer Feisser het verzoek zou gericht hebben, zich terwille ven den heer Henneman terug te trekken. Ia dat bericht ligt opgesloten, niet recht streeks, doch men kan het er uit lezen, dat de heer Merz het verzoek zon ge laan hebben namens de R.-K. Kiesvereeniging. Ik verklaar bij deze beslist, dat de heer Merz, ofschoon hij voorzitter is der R.-K. Kiesvereeniging, geheel bulten haar om ge handeld heeft 6n de II.-K. Kièsvereenigisg zich voor die [dwaze vraag niet aansprake lijk stelt. Onder dankbetuiging voor de mij toege stane plaatsruimte, heb ik de eer te zijn, Mijnheer de Redacteur, F. J. GIELEN, Secretaris der R.-K. Klesvereen. Sohagen, 11 Juli 1906. zeide zy. „Ik zal je dekens halen." „Ik heb geen dekens nocdig," antwoordde hij met zjjn gewonen trots. Maar toen zij heenging om deker.s te halen, sproüg hjj op zjjn voeten en keek haar na. Straks, toen hjj zoo alleen gelegen bad in zjjn verdriet, had hjj gezworen, nooit weer naar huis te zullen gaan. Morgen, wanneer de zon opkwam, wilde bjj afscheid nemen van Caesar's graf en de wereld ingaan. Er mocht met hem gebeuren wat wilde, het was hem alles onverschillig. Nu was het niet meer zoo oproerig in zjjn binnenste. Moeder haalde dekens. Zjj liet hem bier slapen, naast Caesar. Zjj had met hem geweend. Het wilde hart klopte nu zachter. Hjj ging op een steen zitten. De oogen waren hem zoo zwaar. Hjj rukte ze open. Hoe bont waren de gedachten door elkaar geloopen. Hjj kon zich eigonljjk niets meer bezinnen. En hoe helder, hoe mooi was de sterrenhemel. Miüioenen sterren. En daarboven bij den lieven God liep nu misschien Caesar rond. Komen dieren in den hemel Hjj had het Klutke gevraagd. „Beste jongen," had die gezegd „de priester zegt bepaald: neen. Maar ik meen, dat de lieve God vbd ten dier meer trouw zal ondervinden, dan van een mensch." Daar boven Caesar en vele, vele sterren. Toen Anne terugkwam, lag de jongen ha'f over den steenhoop heen, in een zeer ongemakkelijke houding te slepen. Vast legen de vimpers op zjjn betraand Zaterdagochtend ia het stoffelijk overschot van wijlen hst lid der Tweede Kamer, lid van den Gemeenteraad van Amsterdam, den heer C. V. Gerritsen, van het station Weea- perpoort naar Hamburg overgebracht, om daar in hst crematorium ts worden verbrand. Velen waren, zegt het Hbld,, opgegaan naar het station, orn den betreurden over ledene een laateten groet te brengen. De lijk kist werd neergezet in het bagage-lokaal, voor dat doel geheel vrijgehouden, en geddkt door een prachtig bloemkassen van de V rijs Vrouwen-Vereanlging," terwijl er o.a. kran sen werden gelegd door de „Vrijzinnig-demo cratische Vereen iging" als hulde „aan haar betrenrd medelid" en de „Vereeniging voor vrouwenkiesrecht." Nevens de treurende gade van den ontslapene, mevr. dr. Aiecta Jacobs, en fsmilteledflD, schaarden zich om de lijkkist o.a. de burgemeester der hoofstad, mr. W. F. van Leeuwen, de wethouder van Publieke Werken, de heer L Serrnrierde gemeente secretaris, mr, J. A. Baër.a; de heeren P. Nolting, G. P. Wijnmalen, dr. N. M. Josephna Jltta, K. C. Wiarsms, J. B. van Dijk, W. Spakler, Jac. Polak, leden vsn den Gemeen teraad, terwijl man verder opmerkte het oud lid van deo Raud, den heer Ch. R. Keuveld, mr. J. A. La»y, den heer G. A. Aalderink, directeur van de Centrale Arbeidsbeurs, van welker bestuur de haar Gerritsen voorzitter was, en verder een aantal vrienden .en belang stellenden. Uit dien kring trad allereerst naar voren da hser Wiersma. Aangezien de heer Th. M. Ketelaar, voorzitter der „Vrijzinnig- democratisohs Vereanig'ng" to Amsterdam, ongesteld was, was spr. de taak opgelegd een laatste woord van afscheid ts spreken tot den man, die zóóveel had gedaan voor ds vrijzinnige beginselen in stad en land. Hij wees er op, dat de ontslapene steeds in woord en daad krachtig voor dia beginselen had geijverd, en getoond had dat deze in ds practijk uitvoerbaar waren. „Amsterdam," zeide spr., „betreurt met ons hst verlies van dezen waardigen burger, die zoo krachtig werkte in hot belang van het algemeen. Zijn naam zal bij ons allen in dankbare herinne ring blijven voortleven." Daarna voerde mevr. W. Drucker het woord. Zij achtte zich geroepen een woord van afscheid te spreken bij da lijkbaar van dazen man, die steeds een krachtige kampioen was geweest voor de rechten der vrouw dlo altijd was een onvermoeid strijder voor vrouwenkiesrecht en der vrouwen recht. Hij was de eerste, die destijds, toen de eerste vrouw in Nederland tot doctor in de genees kunde promoveerde, die vrouw, hom geheel onbekend, de eerste hulde bracht. Liter heeft hij die vrouw leeren kennen en heeft hij met haar, die hij zoo lief had, één in denken, één in streven, mogen werken en arbeiden voor al dstgane, wat hem goed en edal voorkwam. Hjj stond hoog genoeg om een hoog- begaafde vrouw te kunnen waardaeren, Straks zal van dit lichaam niets over sijn dan stof, en zeide spr.„welgelukzalig hij, die, tusschen de twee stofwisselingen in, een leven mocht lelden, waarin hij velen was esn steun, waarin bij zóóveel nuttigs kou verrichten welgelukzalig de vrouw, die zija liefde mocht kennen. Wij vrouwen znlion hem dankbaar blijven gedenken en brengen hem hier onzen laatsten groet." Namens den „Vrijzinnig-Demecratischen Boad" bracht mr. dr. Van Embden de voorzitter, mr. H. P. Marchant, was verhinderd ter plaatse te zjjn als lid van het Hoofdbestuur van den Bond een laatsten groet aan den man, aan wfon de Bond zoo oneindig veel verplicht was en die dien Boud zóó vooruit bracht. Als lid van het Hoofdbestuur had spr. kannen zien, hoe de overledene steeds met grooten ijver voor zjjn belangen ijverde. „Dit verlies", zeide spr., „drukt zwaar op ons, doch zijn heengaan zal ons een spoorslag zjjn, zjjn voorbeeld ta volgen. Wij jongeren zullen met eerbiedigen dank zijn nagedachtenis in eera houder." Ten slotte schotste nog de haer P. Nolting in enkele woorden, wat de arbeidersstand aan den overledene"-verschuldigd is. „Met hem gaat heen", ze'do spr., „iemand dia zich ook tot taak had gesteld de belangen van den kleinen man te verdedigen. De arbeiders stand heeft aan Gerritsen veel ta danken. Aan zijn doorzicht hebben de Gemeente werklieden de bepalingen omtrent kx» en ar- beids-danr en het pensioen te danken en Am sterdam heeft door deze zaken getoond, Ger ritsen'» denkbeelden te huldigen. Veel danken de arbeiders aan hem, en namens die duizen den arbeiders in stad en land roep lk hem hier toe een „rust In vrede". Daarna werd het lijk uitgedragen naar den gereed staanden trein. Op het perron stonden honderden gesshaard, dia eerbiedig het hoofd ontblootten toen de kist in dsn ronwwagen werd geplaatst en toen de trein langzaam het station uitreed, ke-sk men weemoedig na het st*ffaljjk overschot van een burger,- dia voor zijn land en voor óe hoofdstad dos lardg ln het bijzonder, niet tevergeefs geleefd had. Op de voordracht voor on- derwjjzsr&s te TWI3K zijn alphabetéseh ge plaatst de dames R. de Groot te Oosterleek, A. G. Visser te Haringearzpal en G. H. Wenink te Mlddalla. Door d afdaeling 8T. PAN.CRA8 Is op esn ingekomen schrjjven van da Han dels- en Tuinbouwvsreeniglng ^Algemeen Belang" to Alkmaar bvelofcen, de pvmvrachten te be|jtanea Ztterdag 15 Juli a o. te dogn afslaan aan de veiling per gewicht mi niet meer per getal zooab tot heden gebruikelijk fs. Antistof. Verleden week Maasdsg en Donderdag zija in DEN HAAG, op het straat vak Koninginnegracht tusschen Laan Copos en Jsvastraat, proeven genomen mat d» nieuwe atofvastlegger.de materie Ar*l-stof, het pro duct van do te Amsterdam gevestigde chemische fabriek van da firma Spalteholz Ameschot. De proeven sjjn volkoman geslaagd. Het straatvak voornoemd ligt thans, to* groote tevredenheid nstourl jjk van da bewoners, sedert de vorige waak stofvrij, zonder dat het ééa stofdeeltje doat opwarrelan. Fietsen en auto's rijdtm er over heen zonder het geringste srofwolkjs te doen opstuiven. Natuurlijk zal deze bewerking onderhouden moeten worden en hetzelfde proces over 6 6 weken herhaald. Naar men ors verzekerd®, zijn ook de di-ecliën van de Pablieke Werken en van de Reiniging bijzoedsr tevreden over het aan vankelijke resultaat. Tegenover het wesfrumïet moet het anti- stol, behalve technische, ook belangrijke eco nomische voordooien hebben. Ean even groote hoeveelheid westrumiet kost f 180 tegen f80 de anti-stof, waarbjj dan nog komt het ver schil in transportkosten, nit Berlijn waar het westrumtet vervaardigd wordt, of uit Amster dam, waar dv. Spalteholz' scheikundig meng sel wordt bereid. Voor zoovar de nu reeds genomen proeven, die voortgezet worden, tot oordeelen in staat stellen, rekent men dat de kosten van een geregelde straatbesproe.ïag minder dan 1 c. per M1. 's jatra zullen bedragen. (N. C.) en bevuild gelaat, en zyn ademhaling was rustig. Anno was nist alleen. De opperhoutvester was bij haar en deze droeg de dekens. Toen zjj thuis kwam, was hjj juist aan gekoman en door de barichten van de dienstboden zeer ongerust geworden. Toen hjj haar zag, kwam hij haar haastig tege moet. Tegoljjk zag Anne den onderwjjzer. Zjj liep vlug op dezen tos. „Mjjchscr Rüdiger, u heeft Woil's hond doodge schoten!" Voor de uitdrukking van haar gelaat beefde de jonge man. „De opperhoutves ter stamelde hjj. Toen keek zjj ook dezen aan. „Jjj wist het 1" „Ja Hebt ge Wolf gevonden „Ik kom juist bjj hem vandaan. Laat mjj een oogenblik met je alleen spreksn." De opperhoutvester opende de deur van zjjn kamer en liet haar voorgaan daarna sloot hjj de deur. Dan liep hjj zonder haar aan te zien, naar de schrijftafel, waarop de lamp brandde. „Het is dus totaal mislukt," hoorde Anne hem mompelen. Zjj keek naar hem, zjjn rug was licht gebogen, zjjn gansche verschjjning treurig en moede. Haar laaiende toorn was plot seling verdwenen. Toornig zjjn op hem Het was immers alles een diep, troosteloos misverstand, Zoo'n geheel mistasten, mst de beste bedoelingen. En in dezen tot ljjden geschapen man oen leed en smart zonder voorbeeld. Zjj kwam op hem toe. Ia haar stem klonken tranen en toch een lichte toon van berisping, dio haar zelf verbaasde „Gunther Wolf ligt buiten op het grat van zjjn hond. Help oi hjj gaat aan dit ongeluk ten gronde Haar stem ontzegde haar verderen dienst. Zjj kon niet meer uitspreken, wat haar ziel op dit oogenblik beheerschte en bewoog. Gunther bleef met afgewond gelaat staar. Toen kwam zjj bjj hem en zag, dat hjj da oogen met de handen bedekte. Zjj zag dat hjj weende. En ploiseling, door eea ingeving vaa haar hart gedreven, sloeg zjj haar arme* om hem heen. „Kom 1 Laat ons samen naar buiten gaan. Hjj wilde liever buiten slapen. Wjj brengen hem dekens. Het is zulk eea warme nacht 1" Toen nam hjj haar hoofd in beide handea en kuste haar op voorhoofd en haar. „Haal dan de dekens," zeide hjj, raet ayn tranen kampend. Zjj liepea naast elkaar voort, onder den schitterenden sterrenhemel. Slechts zacht vertelde zjj hem, hoe zjj Wolf had gevonden, „Ea zia, Gunther - wie zoo hartstochtelijk treurt Zjj brak af. Zacht drukte hjj haar hand aaa zjjn lippen. „Het bart eener nioeder,* mompelde hjj. Wat hadden zjj, de beide mannen, vandaag wel van den jongen gemaakt, Ja - hadden zij ook maar zijn smart kunnen zien 1 Was ook hen maar een blik vergund in dat jonge woelige leven Maar trots had hjj hen getoond, beslist Vandaag evenals altoos. En zij' zouden als steeds gepoogd hebben, zjjn trots te breken. WORDT VERVOLGD,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1905 | | pagina 1