Zondag 16 Juli 1905.
49ste Jaargang No. 4t62
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en
flaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, wordon
ADVERTKNTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
SSureaoSCHA© KW, Laan, O 4.
Uitgever P. TRAPMAN.
Medewerker :J. H k L,
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTKNTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
EERSTE BLAD.
Uitalag Verkiezing.
Bouwen arbeiderswoningen.
INGEZONDEN.
In antwoord.
Uit en voor de Pers.
Buitenlandsch Nieuws.
Politiek overzicht der week.
Plaatselijk Nieuws.
ad.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
(iemeeute Hcbngen.
BEKENDMAKINGEN.
POLITIE.
Ter Secretarie deeer gemeente zyn inlichtingen te
bekomen omtrent een gevonden dasspeld.
Burgemeester en Wethouder» der gemeente Schagen
maken bekend, dat een afschrift van het proces
verbaal, vermeldende den uitslag der op heden ge
houden herstemming ter verkiezing van eea Lid van
den Raad dezer gemeente, ie aangeplakt en vont een
ieder ter Gemeente-Secretarie ter inzage ligt.
Schagen, den 14en Juli 1905.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
H. J. POT.
De Secretaris,
ROGGEVEEN.
Burgemeeater en Wethouders der gemeente Sehagen
noodigen, in verband met de Woningwet, belangheb
benden uit, om by het bon wen van arbeidere-
woningen, ter Secretarie dezer gemeente kesnia te
komen nemen van de vanwege de alhier gezetelde
Gezondheidscommissie van dergelijke woningen ver
vaardigde ontwerpen.
Schagen, den 14 Juli 1905.
Burgemeester en Wethouders,
De Burgemeester,
H. J. POT.
De Secretaris.
ROGGEVEEN.
Aan den Heer Redacteur der Schager Courant.
Mijnheer de Redacteur,
Wil ons e. v. p. nog eens een plaatsje afstaan in
Uw veelgelezen blad, voor het navolgende, daar wjj
on» verplicht gevoelen, om nog eens op het tchrijven
van Mijnheer X die zyn naam nog maar niet durit
te noemen, te antwoorden.
Wel, mijnheer X, bent u zoo zenuwachtig, dat u er
zich over moest verbazen, dat er hier nog een was,
die openlijk voor de waarheid dnrft nit te komen
Gelukkig zijn er hier nog velen, die zich niet ge
schaamd hebben, hun nasm op het papier te
plaatsen, om de waarheid te helpen verdedigen en
tegen leugen en valechheid te protesteeren
Mijnheer X, ik zou u wel eerst de vraag willen
stellenweet gy niet, dat er een artikel in het W eib.
van Strafrecht staat, dat, zoo gij iemand in levene
gevaar ziet verkeeren en geen poging aanwendt om hem te
redden, tenzy ona eigen leven er bij op het spel staat,
gy strafbaar zijt voor de wet P En nu zondt gy van on»
verlangen, dat wij, voor onze eigen oogen ziende, dat er
iemand door een paar valsehe en leugenachtige men -
ichen in het water wordt geworpen, met de handen in
de zakken er bg zonden blijven staan Dat is toch
afschuwelijk van u en wij zouden, als we dat gedoog,
den, dubbel strafbaar zijn.
Mynheor X, u doet de vraag, of ik kan lezen, maar
mag ik u een wedervraag doen nl. dezeweet u niet
meer, wat n in uw ee'ste stuk van den 26 Juni heeft
geschreven U gaat nn z'ggen, dat u alleen de alga«
meene belangen op het oog hadt, maar geen persoonlyke.
On» dunkt, dat n wel terdege den persoon op het oog
heeft, maar niet de algemeene belangenWant was
dat 'het geval, dan hadt gy het wel met een paar
regels afgekund. Immers, wy weten allen zeer goed, dat
het gebruikmaken van het bruggetje altyd verboden
is geweest, maar door de goedheid van het spoorweg-
personeel en andere machthebbenden maar altyd ls
toegelaten. Over dat toelaten is door de bewnste per
sonen nooit een aanmerking gemaakt en nu gaat n
zeggen, dat de vronw van J. Bijl ia verbilieeerd,
omdat die twee vronwen onaangenaaamheden met
elkander hebben gehad. Dat is onwaarheid. De vrouw
van J. By 1 ia verbaliseerd nademaal zy herhaalde
malen de wachteres op haar post heeft beleedigd en
uitgescholden, waar ik en A. Raven, die
met zyn land tegen het myne grenst, dikwyls
getuige van zyn geweest. En wy niet alleen, ook
vele anderen, die bij mg een» een kgkje kwamen
nemen, of bg mij aan het werk waren, hebben het
gehoord.
Mgnheer X, u zegt, dat het er niets aan toe doet,
dat gij nw naam niet noemt, maar ons dankt
dat het er veel aan af doet, want wa&rlyk, een schip
zonder roer in zee, is niet veel waard. Het maakt
rare gieren en het is zeer gevaarlijk om er op te
verkeeren. U zegt ook nog, dat ik de toestanden door
n geschotst, niet ga wederleggen, dat zon dwaai zgn,
daar gaat het immers niet om. Wy weten toch heel
goed, met wie wg te doen hebben, 'tls niet om het
bruggetje, maar om de personen. Of is het «om» on
waar, als wij gaan zeggendat er al meer dan een
jaar gewerkt wordt om den heer Jongkind en vrouw
lange een vahchen en oneerlijken weg in een kuil te
doen vallen P Want waarigk, als ik of een ander ons
tot dat lage werk hadden willen leenen, u was er niet
voor in aanmerking gekomen. Vóór dat men er toe
0T?rgf?aan 's 0Bl a er voor te spannen, is er al heel
wat by een ander getornd, waardoor ook die pereoon
-L T,D J' BiJ' i" ongenade is gevallen,
waar nog heel wat drnkte door is Lts.aan,
1... 06 nw masker eens eventjes af en
j.e8Q8 ln ket volle aangezicht zien. Zijt u dan
e die pereoon, die de bedoelde vronw J. Bijl ook
een» in een ander daglicht heeft geplaatst?
bi. .lS Dle' yw'i sis ik zeg, dat haar heengaan
e' nit de bnnrt ons aangenaam «al «yn. Nn zegt
P u" dat het te wenschen is, dat er door het
serbestuur een brug gelegd wordt in de nabyheid
van de spoorbrug. Het zal my zeer aangenaam zyn,
bestuur daartoe overgaat, maar ie en
yft bet dan niet belachelijk, dat ons Polderbestuur
ie kosten moet makeo alleen om die vronw en E.
omar, aan^ wie wy allen, ik zeg het nogmaals, het
Zr0oto ongerief te danken hebben P Nn mynhecr X mag
u nog zooveel schrijven als u wilt in deze, wy zul-
en u niet weer antwoorden, want dit zyn wij vol
komen met n eens: dot .1 je
men met n eensdat al gedurende een jaar
eeren van de Maatschappij in deze niet genoegzaam
yo ingelicht en daarom hebben wij het dan ook
•ood'g geacht, om naar die Hoeren een aehryvea te
richten, dit door al de buren roudim den wachtpost
no. 9 is ooderteskend eu ons verder beschikbaar
stellende, indien er meer inlichtingen van ous ver
langd worden.
Voor de opname dezer regelen u> M. de R., dank
zeggende, verblyf ik, namens eenige buren en belang-
hebbenden,
Uw dw.
Anna Paulowna. K. DAVIDS.
Geachte heer Rodacteur,
Veroorloof mg nog een weinig plaats
ruimte s. y pl., om even de bedoeling van
mjjn ingezonden stuk bekend te maken.
Deze was niet, om sooals U in den aanvang
van Uw lange noot zegt, dat de Katholieke
hoeren zich van het dwaze wen3chten schoon
te wasschen, neen, zoolang dat dwaze er
niet is, behoeven wg, of (,iever ik want
het gaat mg persoonljjk aan) ons daarvan
niets aan te trekken. Door mgn ingezon
den stuk wilde ik alleen aantoonen, dat
U in overleg en met medewerking van
den heer Feisser in de Schager Courant
van 9 Juli j.1. een leugen hadt gebezigd.
Verder is Uw antwoord niet in staat mgn
opinie te veranderen en een ieder die lezen
kan, zal dat wel met mg eens zgn. Immers,
Uw conclusie luidt: „Ziedaar, mgnheer Merz,
logisch, aan de hand van de geschiedenis
der laatste dagen, aangetoond, dat Uw brief
niet anders had dan de bedoeling,
die wg er aan hebben toegeschreven en
daarop, daarop alleen, komt het aan.
En dat vonden we dwaas.Ia bedoelde
courant van 9 Juli staat niet, dat door mg
aan den heer Feisser een briet ia gericht,
waarin de bedoeling uitkomt, ot de
heer Feisaer zich ter wille van den heer
Henneman wil terug trekken, neen, er staat
woordelijk „Door den heer Joh. Merz,
voorzitter der Katholieke Kiesvereeniging,
is per brief tot dan heer H. Feisser de
vraag gericht, ot hij zich ter wille van
den heer flennaman wilde terugtrekken."
Dit bericht is en bljjft dus aea I e u g e n,
zoolang die zinsnede in mijn brief niet
gevonden wordt.
Na Uw antwoord meldt U, dat de heer
Feisser in Uw blad van Zaterdag zal ant
woorden. Naar dit antwoord zie ik om
meer dan één reden verlangend uit.
U dankend voor de opname,
achtend,
MERZ.
Schagen, 14 Juli 1935.
Eerstens dit vooropde heer Feisser
heeft niet het minste of geringste te maken
met de plaatsing van het bericht. De brief
van U, mgnheer Marz, is ons door den heer
Feisser getoond, als curiositeit. De redac
teur van de Schager is alleen aansprakelijk
voor het bericht met het opschrifteen
dwaze vraag. Dat is geheel geplaatst
buiten den heer Feisser om
Eu die aansprakelijkheid drukt ons
gansch niet zwaar, ondanks uw vleiende
qualifieatie aan ons adres vanleugenaar 1
Van katholieke zgde is die titel ons niet
vreemdklinkend't is niet de eerste maal.
O neen, zelfs nog wel meer moois is ons
al toebedacht geworden, Van dien kant
komend evenwel, nemen we zoo iets aan
als een compliment. Want, mgnheer
Merz, wg hebben de gewoonte heel erg te
letten op de vlag, die de lading dekt.
Dat ons geschrjjf uw opinie niet heeft
veranderd, is geen teleurstelling voor ons,
wg hadden niet anders verwacht. Voor
was het dan ook niet geschreven. Maar,
dat een elk, die lezen kan,
het met u eens zou wezen, dat weten we
gelukkig beter 1 U zult bepaald wel bedoe
len die luidjes, die déér het lezen
hebben geleerd, waar het hoe en waarom
ze niet duideljjk wordt gemaakt.
Op de openbare school evenwel, waar wg
ons leesonderricht hebben ontvangen, werd
ons steeds de bedoeling van het gele-
zene duidelijk gemaakt, Op den werkeljjken
inhoud, daar kwam het op aan,zei meester.
En al klooft en splitst u uw brief naar
uw idéé nn nog zoo handig, aan do strek
king ervan kunt u geen sier
veranderen. Letterzifterjj kan u hier on
mogelijk redden.
De strekking, de bedoeling was zoo dui
delijk, zoo vanzelf sprekend, zoo logisch,
dat wij het recht hadden, die bedoe
ling in duidelijke woorden bekend te
maken, Dat dit den katholieken heeren niet
aangenaam is geweest, kan ons al bitter
weinig schelen.
P. TRAPMAN,
Red. Schager Courant.
Na de herstemmingen
Dr. Bronsveld schrijft in zijne Stemmen
voor Waarheid en Vrede over den uitslag
der verkiezingen
weest voor Dr. Kuyper cn zgn party. Hij
zal als minister moeten aftreden. Over het
resultaat van meer dan één verkiezing zgn
wg ten hoogste verbaasd en verblijd. Wg
willen zoo weinig mogelijk persoonlijk wezen
en noemen dus geen namen, maar dat in
meer dan één kiesdistrict „gereformeerden"
en tweeslachtige leden van de Nsd. Herv.
Kerk niet gekozen of herkozen zijn, ver
blijdt ons zeer. Maar de grootste oorzaak
van vreugde is voor ons natuurlijk, dat
dit ministerie heengaat, en er een einde is
gekomen aan de maebt der droeve „coalitie''.
Wij waren op weg, om te geraken ouder
de macht een9r anti-protestantsche bedee
ling. lagetoomd zou worden de eene vrij
heid na de andere. Wanneer wij nog 4
jaar geregeerd waren geworden door de
partg, die nu de nederlaag leed, dan zou
ons land in menig opzicht zgn aloud evan
gelisch karakter verloren hebben. Het werd
al meer en meer een c&non, dat in onze
bestuurscollege's, on dat bjj offioieele ba-
noemingen, de roomsch-katholieken de helft
der beschikbare plaatsen innamen. In de
doleerende kerken werden regseringsban-
ken aangewezen voor de pas benoemde
burgemeesters en andere autoriteiten.
Maar dit was het ergste niet; er zou
meer en meer op den voorgrond zijn ge
treden een type van christenen, wier vroom
heid een vreemden bijsmaak heeft, iets dat
maar al te zeer doet denken aan het fari
zeïsme. Zulke vertegenwoordigers van een
rechtzinnig geloof zullen er ook nu nog
wel blg'ven, maar zjj zullen daarin niet
meer een aanbeveling vinden bg de regee
ring des lands, en een aanspraak op benoe
ming en bevordering.
Daar is meer: rondom den heer Kuyper
had zich geschaard een kring van mannen,
die zgn staf waren geweest, toen hg nog
agitator was, en die voor hem bg verkie
zingen een arbeid verrichtten, die da mannen
van het vak het „vuile werk" noemen. Zjj
behoorden ook tot dee ministers „oude
plunje." En van bèn heeft hg zich niet
ontdaan. Hg bleef zich van hen bedienen.
Z j gingen voor hem op verkenning uit.
Hij zag dikwerf door hun oogen. Hg ge
droeg zich naar hun informaties. Zoo had
op den gang van «aken in ons land een
kring van lieden invloed, die party-mannen
waren in den slechtsten zin des woords,
een soort eycophanten, die den minister
precies wisten te zeggen, welke dignitaris
sen in den lande „liberaal" waren of
„cbristelgk." Dat ret van spionnen is nu
gebroken, die bureau's van informatie zgn
nu gesloten.
Ook is door de verkiezing van Juni
duidelgk het den Roomsch-Katholieken aan
gezegd, dat men de suprematie van hun
kerk en geestelijken in ods vrjje land niet
begeert. De kiezers hebben zich door den
Roomschen schjjn van onbaatzuchtigheid
niet laten misleiden. Er waren slechts
weinig candidaten gesteld, die tot hun
kerk behoorden. Zg' hadden er in bewilligd
dat ook in districten, waarin zg groote
macht hadden, „christelijke" protestanten
dongen naar een zetel. Maar zjj waren van
die protestanten even zeker, alsof het
„geloovigen" waren in engeren zin.
Velen hebben willen piotesteeren tegen
het vereenzelvigen van dit „christelijk"
ministerie met den naam en de zaak van
den hoogen, heiligen God. Delenzen „Kuy
per of Satan," „heidendom of christendom,"
en dergelgke hebben velen geërgerd en
doen zeggendat klinke in onze ooren als
laster.
Daar komt bg, dat de onde liefde voor
de Nad. Herv. Kerk bg velen is ontwaakt,
en zjj er niet toe wilden medewerken, dat de
mannen van 1886 en 1887, in verbond m8t
de nitramontanen, nog eens weder vier
jaar de teugels van het bewind in handen
zouden hebben.
Honderden, die in 1901 er toe hebben
meegewerkt, dat het liberale ministerie
viel, hebben nu gezegdvan dit „chris
telijk" ministerie zgn wg niet meer gediend.
Wat niet weinigen tegen de borst is
geweest, was de begeerte van zoo vele
predikanten, om lid der Kamer te worden.
Dit verschijnsel deed zich vooral voor bjj
rechtzinnige leeraron. Te Rotterdam don
gen niet minder dan 3 predikanten naar
een zetel, ea één hunner presenteerde zich
als candidaat op 3 plaatsen.
De uitslag der verkiezing is hun niet
gunstig geweest, Vele Hervormden heb
ben zich over die Kamerzucht of -ziekte bg
zoo velen hunner voorgangers geërgerd.
Het ambt van predikant is in veler achtirg
gedaald, gelijk de waardeering van geloof'
en godsdienst in doze campagne bg velen
zeer is achteruitgegaan,
Bg deze verkiezing heeft ons volk het
duidelgk uitgesproken, dat het een gema
tigd ministerie verlangt. Het wil noch
socialistische, noch cleiicale „stoutigheden
worden geregeerd, maar ook niet door
vijanden van het geloof. Het wil vooruit,
maar langs den weg van historische ontr
wikkeling.
Die uitslag ia alleszins noodlottig ge- Het wil niet „door pastoors en domicee's
Omtrent de verhouding tusschen Frank
rijk en Duitschland komen uit Italië be
richten, die de Marokkaansehe kwestio in
het ware licht plaatsen. Deze ont-
j bullingen bewijzen duidelijk, dat niet het
j land der Moren de eigenlijke oorzaak van
I het geschil tusschen boida landen is, doch
dat deze moet gezocht worden in de anti-
Duitsche staatkunde, die door don minister
van Baitenlandsohe Z.ken den heer Delcassé,
werd gevolgd.
Baron Alberto Lumbroio schrjjft in de
Patria Ia 1905 verliet de Fransche ga-
zant te Rome, Barère, plotseling zgn
standplaats, niettegenstaande vormelijke
plichten hem dwongen in Italië te blg'ven.
i Mg ging naar Parjjs. Volgens de couranten
vertrok hy wegens familie-omstandigheden.
Hg ging evenwel naar Delcassé, om dezen
te spreken over eene vertrouwelijke mede-
deeling, die hg te Rome had opgevangen.
Da Duiteche Keizer, reeds ongerust over de
hartelijke betrekkingen tusschen Frankrijk
en Italië, had vernomen, dat Frankrijk en
Engeland op het punt stonden een verbond
te sluiten.
Dit had den Keizer aanleiding gegeven,
aan Victor Emmanuel te schrgven, dat
Duitschland zulk eea verbond niet zou
dulden. Delcassé scheen aan de2e tijding
weinig waarde te hechten. Minister
Rouviar nam ze echter zeer ernstig op. In
den ministerraad werd toen de zaak be
sproken, waarbg Delcaseé de verklaring
aflegde, dat, al mocht een verbond met
Engeland ook tot een oorlog leiden, bij toch
Diet zou aarzelen de overeenkomst te toe-
kenen. Deze varklaring vond in den
ministerraad een heftige bestrijding. De
ministers vonden het algemeen onverant
woordelijk, een politiek te volgen die tot
een botsing met Duitschland moest voeren.
In Frankrijk baetaat algemeen de over
tuiging. dat de hu'p van Engeland voor de
Republiek van weinig waarde is. Wel zul
len de Duitfche koloniën in Azië sn Afrika
worden vermoesterd, wel zal zgn handel
door de vereeDigde vloten worden ver
nietigd, wel zullen ook zjjne havens aan
vernieling worden blootgesteld, doch daar
door wordt het Duitsche leger Diet verslagen.
Tegen dat leger kin Engeland volstrekt
geen hulp verleen^n. Het Engelsche leger
is niet eens in staat, zyn eigen koloniën
te verdedigen, laat staan dus om in een
oorlog Frankrijk van dienst te zgn. Lord
Robarts beeft nog dezer dagen in het
Hoogerbu:s verklaard, dat het Britsche
leger thans nog even onbruikbaar en on
geoefend en voor een oorlog onvoorbereid
is, als in 1899, bij het uitbreken van den
Boerenoorlog. Dit ook weet men in Frankrijk.
Frankrijk zon dus te land alleen tegen
over het tot do tanden gewapende Duitsch
land komen te staan. Bir-.nen 14 dagen kan
Duitschland met 12 legercorpsen aan de
Fransche grenzen staan, waartegenover
Frankrijk nog niet de halve macht in dien
i tgd kan plaatsen. De inval der Duitschers j
zou dan onvermijdelijk zgn de oorlog zou
od Franech gebied worden gevoerd en het
Fransche volk zou al de verschrikkingen
I van den oorlog hebben te dragen.
Terwg'1 het Fransche leger in allo op
zichten bg dat van Duitschland ten achter
staat, zou de krijgskans zeer waarschijnlijk
ten gunste van de Duitschers uitvallen. Wat
zou het dus Frankyk baten, als Duitsch
land ter zee werd verslagen,zoo de Republiek
te land het gelach zou moeten betalen Zij
zou zich opcff iren ten bate van Engeland
en daar bedankt men voorloopig voor, Het
spreekt, dat bg de toenadering tot Duitsch
land, de vriendschappelijke betrekkingen
tot Epgeland niet terstond worden afge
broken. Zoo is het verbroederingsfeest
tusschen da Engelsche en Fransche marine
te Brest evengoed doorgegaan en zoo zal
ook het tezeabezoek van een Franech
eskader te Porfsmmth evengoed plaats
hebben. Doch bjj al die feesten is er toch
eene kleine verwijdering tusschen beiden
waar te nemen Het is Engeland niet aan-
g-naam, dat Frankrijk in het conferentie- j
plan heeft toegegeven. Van den nood
moet Engeland cu een deugd maken en her-
roepen, wat het reeds onmogelijk had
genoemd.
Ook zou het met Frankrijk den Duitschen
concurrent wel voor eenige jaren onscha-1
delgk hebben willen maken. Zoo'n corlog zou
Eageland in geen moeilijkheden gebracht
hebben, terwijl de voordeelen o zoo groot
zouden geweest zgn. Een geknakt Rusland,
een gekwetst Duitschland, een verslagen
Frankrijk, een verdeeld Oostenrijk, een i
lgdond Italië, mijn liefje, wat wil je nog
meer. Engeland het protectoraat over
Europa, die droom was haast te schoon
om waar te kunneD worden. Bg' al de
verwikkelingen der laatste jaren heeft
Frankrijk de minste zgde gesponnen. Nn
weer trekt het in en om Marokko aan het
kortste eind. De Figaro geeft een over
zicht van wat een onhandige diplomatie der
Republiek in de laatste jaren gekost heeft.
Ziehier wat ze schrijftIn New-Founland
hebben wg al onze rechten opgegeven en
daarvoor zandwoestijnen, modder en onbe
woonde streken in de plaats gekregen.
In Siam hebben wjj de voordeelen bedon
gen bg de verdragen van 1893 eD '96 prjjs
gegeven. In Klein-Azië heeft onze kerke
lijke politiek en de weifelende houding in
de Bagdadspoorwag-kwastie ons prestige
verminderd. In Oost Afrika zijn wjj van
den Bovec-Nyl verjaagd.
In Ethiopië hebben wjj onze bevoor
rechte stelling opgegeven. Egypte hebben
wg voor altyd aan Engeland overgeleverd.
Wjj hebben Tripoli aan Italië en de Moorsche
kust aan Spanje overgelaten. En dat alles
zou vergoed worden door Marokko, waar
wjj thans Duitschland als onze evenknie
moeten erkennen.Vleiend voor de Fransche
staatslieden is deze balans zeker niet. De
Figaro had gevoegelijk dit lijstje verder
kunnen aanvullen, doch dat kwam niet in
hare kraam te pas. Daarvoor had het blad
zelf te vaak de alliantie met Rusland ver
heerlijkt. Anders had het blad er zeker
wel bijgevoegd„de Fransche democratie,
die vrijheid, gelijkheid en broederschap in
hare vanen heeft staan, heeft zich in de
oogen van de weldenkende wereld ont
heiligd,door haar verbond met een autocratie,
die op onderdrukking, vooroordeel en
tweedracht steuntdie zich alleen door
geweld en onrecht weet staande te houden.
Verder hebben wg onze milliarden in de
bodemlooze Russische schatkist gestort,
waardoor thans een deel van ons eigen
volk een kwjjneDd bestaan lijdt." Dat
zou de zuivere balans van de Fransche
politiek der laatste 10 jaren zgn.
Woensdagavond j.1. werd
in het lokaal „Céièi" eene vergadering ge
houden van Handeldrjjvenden uit deze
gemeente.
De vergadering, uitgeschreven door het
rezds vroeger door ons genoemde Comité,
was bezocht door 28 personen.
Na een korte inleiding door den heer
P. Raat Dzwerd het woord gegeven aan
den hoer Jb. Koster, tot het uitbrengen
van een rapport, waarin de wenscheljjkheid
en 't doel der oprichting eener Winkeliers
vereniging werden besproken.
Uit dit zeer uitgebreide rapport meenen
wjj 't volgende te moeten aaDteekenen
Da vereeniging, welke 't Comité meent
dat hier zeer goed zou kunnen werken,
stelt zich ten doel
het behartigen der belangen van den
handeldrijvenden en industriëelen midden
stand.
Zjj tracht dat doel te bereiken door
a. het houden van vergaderingen
b. het samenwerken met gelijkgezinde
verser,igingen, rekening houdende met
zustervareenigingen
c. bevordering van Zondagsrust en
vervroegde winkelsluiting
d. 't oprichten van een informatie- en
incassobureau
e. het voorstaan der belangen bjj par
ticulieren, bjj regeering van Gemeente,
Provincie en Rgk.
De toelichting dezer verschillende punten
was zeer duidelijk, en bleek ons, dat de
C)mmi8sie meende die als volgt te moeten
motiveeren
De vergaderingen, als in elke vereeniging
noodig, boden gelegenheid de zaken te
bespreken en door onderling overleg te
komen tot behandeling van verschillende,
de belangen der leden rakende punten.
Hot Comité vond het nuttig voeling te
houden met andere vereenigingen, omdat
vaa gezamealjjk optreden ter aanbeveling
of bestrjjd icg van de handeldrijvende
middenstanders rakende vraagstukken een
goede kracht kan uitgaan.
Bevordering van Zondagsrust en ver
vroegde winkelsluiting was volgens de
mceaiag der Commissie zeer aan te bevelen.
Overwegende de zware concurrentie ea
't verbond van nooit eens werkeljjk vrjj de
zaken te kunnen sluiten en eens te kunnen
genieten van ongestoorde rust, wetende dnt
ieder ander den Zondag als rustdag ge
bruikt, meende de commissie dat met mede
werking der koopers in deze voorlorpig
een goed begin kon h se ten te trachten,
zoo niet door allen, dan toch categorisch
Zondagsmiddags tegen zes en in de week
tegen negen uur des avonds de zaken te
sluiten.
De oprichting van een informatiebureau
en tevens incassobureau, zoo ingericht dat