Het komende ministerie en het militaire vraagstuk, Oprechte Haarlemmerolie Zondag 16 Juli '05. DERDE BLAD. Indim'hf |jntkrassfn. Binneiilandsch Nieuws. Nationale Vereeniging tot steun aan Miliciens. Advertentiën. Aeliterstraat 1M5, liiiarleiii. C. Dl KONING mit, 4 1.. Particulier Kapitaal op Hypotheek, tegen boven staande rente, beschik baar ten kantore van den Makelaar DE KIEVIET te Wieringerwaard. Map Cont. De uitslag der verkiezingen is eone veroor deeling dar Kuyper-politiek geweest. Het kiezersvolk heeft ondubbelzinnig te kennen gegeven, d«t gebroken dient te worden met den zoogenaamden Kuyper-koers. Waaronder in de eerste plaats moet verstaan worden dr. Kuypar's drijven, om ons volk in twee deelen te splitsen: een geloovig en een ongeioorlg deel, en het vermengen van den godsdienst met de politiek. Maar ook die onnatuurlijks politiek, waarbij samengaan wie eigenlijk tegenover elkaar staan, hetzij op godsdienstig terrein zooals de Roonnch-Katholieken en de Calvinisten, hetzij op staatkundig, en econo misch terrein, zooals de „mannen met twee namen" en de „kleine lnyien". Iutusschen heeft de stembus aan geen der politieke partijen of zelfs coalities ervan eene meerderheid doen geworden. De verslagen regeeringscoalitle telt nog altijd 48 ledeu, de Uoie-liberalen eu vrijzinnig-democraten be zetten 85 zetels, de ond-liberalen vormen eene fraotie van 10 leden en 7 sociaal demo craten maken het 100 tal vol. Deze partij verhouding geeft aanleiding gelijk reeds aanstonds mosst blijken tot het moeilijk op te lossen probleem, welk ministerie het kabinet-Kuyper zal vervangen. Oud-liberalen en soo.-demooraten zija nu eenmaal op sociaal- politiek terrein water en vnnr, zoodat moeilijk beide groepen in ééu verband zijn te brenger. Dooh ook de soc.-democraten alleen kunnen niet met de vrijzinnig-democraten en nnie-libaralen een „bloo" vormenhun op-de- spits-drjjven van den klassenstrijd verbiedt dit. Da geslagen regeeringscoalitle zit nog altijd aan elkaar vastniet nit beginsel, maar uit teleurstelling, dat Dr. Knyper weg moet, waarop de kerkeljjken allerminst gerekend hadden. Het zal nog wel eenige weken, mis schien maanden dnren, eer Talma en Loh- man elk hnn weg gaan. Maar zoolang kan niet gewacht worden met de vorming van een nlenw ministerie. Men ziet derhalve, dat de komende kabinetsformateur voor groote moeilijkheden komt te staan. En te voren is het voor de Koningin verre van gemakkelijk, dien kabinetsformateur te vinden. Hij militaire vraagstuk eischt voorziening. De militaire wetten, onder het ministerie- Fierson tot stand gebracht door de ministers Eland en Kool, zijn eigenlijk half werk. Men is het daarover vrij wel eens. Voor de militaristen bevatten zij bedenkelijke bepalin gen, waaronder de acht en een halve maand- sohe eerste oefeningstijd voor de ter volledige oefening ingelijfden en het institnnt der vier- maanders wel de voornaamste zijn. Eo voor de voorstanders van een volksleger is het blijvend gedeelte een der bepalingen, die het eerst verwijderd moet worden, terwijl de uit voering der militaire wetten door den minister Bargansins allerminst hunne goedkeuring kan wegdragen. Het getal der voorstanders van een volks leger neemt met den dag toe. Men leert telkens weer opnieuw, dat het lange verblijf in de kazerne, het jaren aaneen doorbrengen in de gelederen, geen legers vormt, waarmeê nu eerder gewonnen wordt dan met de volkslegers. Het is nu eenmaal eene onomstootelijke waarheid, dat in den veldslag de beslissing gebracht wordt door de talent volle aanvoering en het te jnlster plaatse en tijd beschikken over voldoende soldaten. En zoomin als een musicus door j srenlang op zijn plano te spelen een virtuoos wordt, even zoomin kan een middelmatig tacticns een taleDtvol legeraanvoerder worden door jaren lang zich te oefenen. Dooh was hij daartoe nog maar in de gelegenheid, dan zou hij ten minste de routine verkrijgen maar onze a.s. legeraanvoerders moeten zich in den regel vergenoegen met een vijfde van het getal manschappen, dat zij in den oorlog aanvoeren en een groot deel hnnner werkzaamheden zoeken, waar zij weinig vruohten voor hun eigenlijken werkkring vinden. Het is nu eenmaal noodig, dat, wie in oorlogstijd, onder de moeilijkste omstandigheden, over duizen den moet bevelen, in vredestijd zich daarvoor kan bekwamen. Of hij dan al nit den treure met een paar honderd man heeft gema noeuvreerd en bijzonder knap Is in lijn- exoercltie, zal hem weinig baten. Het militaire vraagstuk in onze dagen en in ons land draait grootecdeels om de vraag wilt gij een volksleger, of niet Niet alleen omdat de voorstanders van een volksleger alleen door dit institnnt ons land te verde digen en onze hnidige weermacht daarvoor niet in staat achten, maar ook om twee voordeelen, welke het volksleger bovendien nog biedt. Vooreerst is het niet billijk en niet te rechtvaardigen, dat jaarlijks nauwelijks een derde der mannen dienstplichtig wordt en twee derde der mannen vijj is van den zwaar- sten plicht, terwijl aan heel het volk eene lichamelijke opvoeding, zooals het volksleger geeft, zeer ten voordeele zon komen. De militaire lasten, die in persoon moeten gedragen worden, zullen derhalve billijker verdeeld worden. En ten anderen zullen de flaanclëele lasten door de invoeriDg van een volksleger aanzienlek verminderd worden. Terwjjl ons budget voor oorlog nn ODgeveer dertig mtllioen gulden bedraagt, zal de in voering van een volksleger weldra eene aanzienlijke daling der oorlogsbegrooting ten gevolge hebben, terwijl op den dnnr wellicht met twintig mllUoen ruimschoots kan worden volstaan. In ieder geval kan en mag het en^m"? budget niet zoo hoog big ven rr nBar voorziening worden omgezien, ««geen Intusschen zonder ernstig aansturen op een volksleger niet gaan zal Het zoeken naar een geschikt minister van r ond6r deze omstandigheden niet gemakkelijk. Gewoonljjk komt daarvoor een er actief dienende gepeneionneerde generaals v B®Emerklng en bq uitzondering wordt eeD ooidofflcier genomen. Nn zal men onder de ooogere officieren zoo goed als geen enkel oorstander van het volksleger vinden. In die kringen ia men nog militaristisch pur sang en al moge er al een weinig verschil van gevoelen bestaan, een man met geprononceerde eckbeelden omtrent het volksleger treft men T, aaDt het geen wet van Perzen ^aeden, dat de minister van oorlog min- n/k8Li e1 boofdcff.cleisrang moet bekleeden hebben, zelfs niet, dat hjj militair t zjjn. Doch men zal dan zeker met de hoogere militaire autoriteiten hebben te reke nen, die moeilijk naar eon niet tot hn^nen kring behoorenden man luisteren. Ojk dit zon te overkomen zijn, indien men over eene krachtige persoonlijkheid beschikt, die weet wat hg wil en vastberaden zjju weg gaat zondar zich, door walken Invloed ook, van zija plan af te laten brengen. Natuurlijk moet hij voorbereid zijn, elk oogenblik zijne portefeuille te kannen ver liezen, want juist hem zullen meer gevaren bedreigen dan andere ministers. Iutusschen zal de politieke constellatie wel niet veroorlooven, zoo'n krachtig voorstander van een volksleger aan het hoofd vtn het kostbaarste departement te plaatsen. De oud liberalen rillen bij het hooren van den naam van volksleger en zweren bijna allen bij al wat militaristisch ia. Zij gaan af op hetgeen onze generaals beweren en hebben tot dus verre weinig andars voor het militaire vraagstuk gedaan dan geld toestaan, dat voor forten en kanonnen gevraagd werd. Ook de katholieken en de christelijk-historischen willen er nl6t van weten. Misschien keert dr. Knyper en met hem zijne volgelingen tot zijne eerste liefde, het volksleger, terug, doch voorloopig valt daarop niet te rekenen. Zoo zitten wij in een militair moeras, waarnit wij voorloopig nog niet worden verlost. De nieuwe minister van oorlog zal voor ontzettende moeilijkheden komen te staan en dat vooral, wanneer een kabinet der linkerzijde optreedt, dat overigens democratisch getint ia. Hij hangt dan van de oppo sitie af. Of zon er een minister van oorlog kunnen gevonden worden, bereid om den wag der democratie op te gaan en ook te kannen Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden. CXiV. Nu, ik heb geen berouw van mijn uitstapje naar Solo, want we amuseer en ons uitstekend. Ik logeer thans bij Zgne Hoogheid te Pen- ging, ongeveer 7 palen westelijk van de hoofdplaats, waar de Soesoehoenan een mooi lustverblijf, de Pasangrahan- Ngeksiparna, heeft. Maar laat ons beginnen bij het begin Aangezien ik in Jnni per té naar Sumatra en de Straits moet, wil lk van nit Jogjzeven een kleine tournee maken. Van Solo ga ik over Madioen naar Soerabaia, van öaé- per stoomtram naar Semarang, van Semarang via Amberawa en Magolang naar Jog ja terug en dan over Bandoeng naar Batavia, om per eerste gelegenheid naar Singapore te ver trekken. Ik bom later weer op Java terug, doch ga eerst een jaartja het eiland der toekomst, Sumatra, bereizen. Voorloopig dus nog vol doende afwisseling 1 Toen ik j 1. Zaterdag te Solo arriveerde hoorde ik, dat Zgne Hoogheid met alle Prin sen, Prinseseen en het geheele Hof naar boven was, naar de bronnen van Penging. Ik was naar den Dalem van Prins Hadi- widjaja gereden en vond er slechts enkele bedienden, die geen stom woord Maleisch verstonden en alle vragen met een klagend „botén n'doro" i) beantwoordden. Ten einde raad telefoneerde ik naar Prins Arlo Mataram. Deze was toevallig niet mede, daar zijne echtgenoote de Toean Ratoe Alit, dochter van den Soesoehoenan, een week geleden ontjjdig van een doodgeboren zoontje beval len was. De Prins vertelde mij, dat het Hof afwezig was, doch inviteerde mij dadelijk ten zijnent. Ik heb toen slechts 24 uur bij hem gelo geerd, daar de Soesoehoenan te Penging door een zijner spionnen ter hoofdplaats bericht kreeg van mijne aankomst en mij toen dade lijk telefonisch opcommandeerde. Prins Ario Mataram is, zooals de lezers zich zullen herinneren, een zeer Westersch opge voed jonkman. Hij reisde o a. drie jaar door Europa en -bezocht behalve Nederland, ook Locden, Parijs, Berlijn en Weenen. Hg spreekt vloeiend Nederlandsch en is zeer liberaal in zijne opvattingen. Als oud-lid van de H. B. S. Voetbalclub te 's Gravenhage, waarvan hg den leden door dezen Fenkros zijn hartelijke groeten toezendt, is hg bezig met deze sport op Solo populair te maken. Hij speelt zelfs met zgne bedienden I De Soesoehoenan vindt dit alles goed, doch de Resident De Vogel, die nog een beetje onderwetsch denkt, heeft hem steeds tegen gewerkt. De Prins is dan ook feitelijk met dien Ambtenaar gebrouilleerd. Prins Ario Mataram is zeer verheugd over de hormatcirculaire van den Landvoogd en gaat heelemaal niet mee met de beschouwin gen van sommige Indische redacteurs. Toean Ratoe Alit, die reeds van hare ziekte hersteld was, ontving mij allervriendelijkst. Het jonge, tengere vrouwtje heeft de Hol- landeche school bezocht en de conversatie had dan ook in onze schoone moedertaal plaats. De jongere broer van den Prins, Radhen Mas Ario Picilih, de vader van mijn peete kind, woont met zijne echtgenoote in een der bijgebouwen van den Dalem. Ook deze was drie jaar in Europa en de broeders volgen in hun omgang den Westersche zeden. Zo spreken onder elkaar nooit anders dan Hollandsch en zijn zeer vrij tegenover hnn bedienden, 't Is waar, de hormat Igdt er wel wat onder, doch ze maakt dan ook plaats voor de ware toewijding en genegenheid en die zijn dan tooh wel even zoo veel waard, zon ik denken. s Avonds na den eten, bjj het zachte maanlicht, zaten we fn den tuin en bespeel den de bedienden, onder leiding van Pinilih, hun mandolines, guitaren en violen. Dedroo- merige wijsjes van Indië doen toch maar goed in een tropischen maannacht. Ze zijn je mnziek voor het Oosten en als een klare stem ze zingt, die Malelsche pantoen's, bege leid door tokkelende vingers, dan komt zelfs de onrustige Westerling tot kalmte en strekt hij zich heerlijk indolent nit op z'n luiaard- stoel, ja, laat zijn ziel zachtkens wegsoezen in een sprookjessfeer van zalig niet-denken.... Als men pas van het conservatieve Jog ja komt en dan b.v. bjj een Prins als Ario Ma taram logeert, dan eerst recht ziet men, hoe heilzaam het streven der jongeren is, n' en déplalse de beweringen van Jogja'a onden Sultan. Hier geen angstig schuw gedoe, geen kruiperige slaafschheid, geen eenwig gesem- bah, maar gepaste vrijmoedigheid en levens last. Bjj het voetbalspel, een vöor Javanen vooral zeer nattige sport, dnrft de palfrenier zelfs een bal aan den Prins betwisten, js, voor zijn nens wegtrappen. Ik hoorde, dat op Keboemen de Javaersche adspirant-controleur, nit het Hnis van Pakoe Alam, met de leerlingen der Inlandsehe school vcetbal speelt- Prachtig I Dien weg meet het op I Zon het Gouvernement niet aan alle Inland sehe scholen een voetbal met Maleisch regle ment kunnen toezenden, of zijn er misschien in Nederland eenige gefortuneerde sportvrien den, die dat varkentje willen wasschen We hebben in Indië ongeveer 1500 Inlandsehe scholen (G juvernements-, Particuliere- en Zendingsscholen). Msn zou de voetbalsport, die nn reeds veel door inlanders beoofand wordt, met één slag tot ja sport in Indië maken en tevens bij de Javaansche jeugd initiatief, fermitelt en ka rakter ontwikkelen 1 Aja, wie vormt er een Comité voor de voetbalsport onder de Inlenders Ik, die de verbazende uitwerking ten goede op het bedfendenpersoneel van A.rio Mataram heb kannen observeeren, acht dit spel van groet belang voor de evolatie der Ind.ërs. Na het overige van dien nacht In een typisch oud-Jav&ansch vorstenledikant te hebben geslapen, werd lk 's morgens om 7 nar gewekt door den Prins, die me kwam ver tellen, dat de Soesoehoenan mjj wenschte te zien op Penging en dat ik diar bjj Zijne Hoogheid zou logeeren, om de dansen der Bedaja's en Sarimpi's te bewonderen. Nu, men begrijpt hoe aangenaam verrast ik was door die vriendelijke nitnoodiglng vsn den Soesoehoenan. De Prins raadde mg, met da paardentram van 2 nar te gaan en eerst nog wat nit te insten van het nachtbraken en klimaatechie- ten in den maneschijn. „Van nacht slaap je heelemaal niet, denk daar om 1" riep de Prins me nog vroolijk toe en gaf toen aan een bediende last om mo tegen 10 uur te wekken. Na een verfrisschend bad en een stevig déjeuner, besproeid met extra fljaen wijn, nam ik afscheid van de zoo gulle gastvrouw en haar gemaal. Penging ligt niet ver van den grooten weg naar Bojolali en een onoogeljjk paarden- (rammetje zorgt voor de communicatie. De weg zelf is zeer mooi, vooral het uit zicht rechts ten Noorden op de Msrapi. Mijn vriend Pinilih ging mede, clandestien of „op de pof" zouden ze in Holland bjj het Leger zeggen. Als 2de luitenant der Cavalerie van Zijne Hoogheid mag hjj feitelijk zonder ver lof zijn garnizoen niet verlaten en waagde hij er dus een paar dagen arrest aan. „Als ik er bjj ben, reken ik op je voorspraak bij den Keizer" zeide de ongehoorzame krjjgs- msD, „er 4a, ik sta nog al in den pas bjj den Kolonel." Het was een recht gezellige rit 1 Een frisch bergwindje koelde de atmosfeer af en de on gelukkige afgetobde paardjes, niet grooter dan hitten, hadden gelukkig niet veel te trekken, daar wjj met ons beidjes en mjjn bediende het rjjk alleen hadden. Mjjn jongen Oesjoef, een Maleier van 8u- matra'a Westkust, trekt zich van de Javaan sche adat geen zier aan. Hij spreekt beleefd Male'ash, salueert als een militair, maar wil zelfs voor Keizers en Sultans niet op den grond harken, noch sembah maken. Eerst was ik bang dat het kwalijk genomen zon worden, doch èa op Jogjakarta èu op Solo hebben de Prinsen er pleizier in, spreken ze graag met den heren Sumatraan en Prins Ario Mataram gaf hem bij het afscheid zelfs een hand, die toen door Oesjoef hoffelijk gekust werd I Lt. Clockknkh Brousson b. d. Penging. „Neen Mijnheer". V e r s 1 a g d e r v e r g a d e r i n g v a n den Raad der gemeente WIERINGER- WAARD, gehouden den 12 Juli 1906. Alle leden tegenwoordig. Voorzitter de heer K. Koster Hz. De Voorz. opent de vergadering, heet de hearen welkom en stelt vóór de lezing der notulen aan de ordede beëediging van den hear C. A. Waiboer, op den 19 Mal j.L door enkele candldaatstelling als raadslid gekozen. De heer Waiboer legt de bij art. 89 der Gemeentewet voorgeschreven eeden in han den ven den Voorz. af en neemt zitting. De Voorz. feliciteert den heer Waiboer en wenscht hem toe, dat hjj de gezondheid en kracht zal mogen bezitten, om langen tjjd de belangen der gemeente te behartigen. De heer Waiboer betuigt zijn dank en verzekert, dat hij zija best zal doen, zooveel als in zijn vermogea is, om de belangen der gemeente voor te staan. Hierna worden de notulen gelezen en goed gekeurd. Ter tafel wordt gebrachtle. een schrjjven van den heer G. J. de Vries te Rijssen, dat hjj de benoeming tot onderwjjzer aan neemt en den 1 Ang. a s. in fanctie kan treden. 2e Een proces-verbaal van kasverificatle, waarnit blijkt, dat op den 29 Jnni j 1. over eenkomstig boeken en bescheiden in de kas van den gemeente ontvanger zich een bediag van f 1170.63 bevond. Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen. 3a. Een schrjjven van den heer J. J. ds Boer, hondende verzoek om hem wegens vertrek nit de gemeente voor 7 meanden afschrijving van den aanslag In den Hoofde- ljjken Omslag te willen toestaan. Op dit adres wordt gunstig beschikt. Vervolgens komt aan de ordehet onder zoek der geloofsbrieven van de herkozen raadsleden, de heerenJ. L. T. Groneman, K Koster Hz. en D. A. Kaan. Door den heer Zjjp, oudsten Wethouder, wordt aan genoemde heeren, die zich tjjdens het onderzoek hadden verwjjderd, medege deeld, dat de stukken in orde zgn bevonden en tot hnnne toelating is besloten. Hierna wordt den Raad aangeboden a. de gemeenterekening over 1904, bedra gende in ontvangst f 14077 88, in uitgaaf f 12238 4t5, alzoo met een batig saldo van f 1843.965 b. de rekening van het Burgerljjk Armbe stuur over hetzelfde dienstjaar, sluitende met een ontvangst van f 8750 08s, een nitgaaf van f 8560.90 en een voordeelig saldo van f 199.181. Tot leden der commissie van onderzoek worden benoemd de heerenD. A. Kaan en C. A. Waiboer, die de benoeming Aannemen. De heer Zijp maakt de opmerking, dat B. en W. in hnnne vergadering met het oog op het saldo der rekening van 1904 heb ben overwogen, of het dienstig kon zgn de erfpacht, welke wordt betaald voor den grond waarop de school is gebouwd, af te koopen, mits zulks kan geschieden tegen deü penning van 25. De heer Gronemnn ziet daar het Ent nog niet van in. Tegen den penning van 25 wordt het 4% van het kapitaal. Oppervlakkig beschonwd, zal de gemeente er dus gern winst van hebben. De Voorz. verwacht ock geen winst, doch zcu het willen doen om voor 't vervolg de begrootJrg te kunnen ontheffen vsn den post voor erfpacht. De heer Zjjp wjjat op het flinke saldo, dat ruim voldoends t§ voor dsn afkoop, terwjjl in de toekomst de algemeene toestand wel zóó kon worden, dat men een post van f 85.— cp de begrooting wel gaarne zon missen. De heer Kaan stalt de vraag, of de erf pacht afkoopbaar is. B. en W. worden gemachtigd een onderzoek in te stellen en met het College, de Doops gezinde Gemeente, in overleg te treden. Vervolgens wordt in behandeling genomen een ontwerp der verordening op de brand weer, hetwelk bjj de raadsleden heeft geclr culeerd. De heer Groneman deelt mede, weinig tijd te hebben gehad om de verordening na te gaan, en vraagt, of hij goed begrepen heeft, dat een bezoldigde brandweer noodig wordt geoordeeld De Voorz. zegt op grond van ondervinding, dat vele manschappen der bestaande brand weer met tegenzin hnnne diensten rerleenen en zeer slecht medewerken om een brand te blnsschen. De verwachting wordt gekoesterd dat men met een kleiner corps, maar bezol digd, verder zal komen. Volgens het ontwerp zou de brandweer moeten bestaan nit 1 opper-brandmeester, 2 brandmeesters en 30 manschappen. Da inge zetenen worden in de gelegenheid gesteld, als vrijwilliger toe te tradea. Ingeval geen 30 zich vrijwillig aanmelden, zullen B. en W. andere ingezetenen tot het vereischte getal kannen aanwjjzen. Deze en de vrijwilligers kannen desver- kiezend op 25 cents per aar vergoeding aanspraak maken. Da brandmeesters zijn onbezoldigd. In tjjden van nood of dreigend brandgevaar zija ook alle overige inwoners der gemeente, van wie persoonlijke diensten gevorderd kunnen wor den, verplioht, op aanzegging van dsn Bur gemeester of diens vervanger, hnnne diensten te verleenen. De tot de brandweer aangewezenen kan nen zich met toestemming van B. en W. doen vervangen, terwjjl ieder bevoegd is, zich telken jare van den dienst bjj de brand weer vrij te koopen tegen betaling van f 6. Bij art. 1 stelt de heer Groneman voor, In verband met .hooibroei, daarin op te nemen, dat de zorg voor het brand wezen ook omvat het voorkomen van brand. De Voorz. zegt, dat. B. en W. ook aan hooibroei hebben gedacht, doch dat zjj de opname van het woord „voorkomen" niet noodig hadden geoordeeld, omdat volgens hnnne meening ln de gegeven omstandig heden de brandweer toch de hnlp niet zou kunnen weigeren. De heer Groneman acht toch noodig, de verordening aan te vullen. Het voorstel wordt aangenomen. Naar aanleiding daarvan wordt aan art. 2 toegevoegd, dat nevens het blnsschen en beten- gelen van brand, ook het voorkomen van brand aan do brandweer wordt opgedragen. Bij art. 30 worden de ingezetenen verplicht, wanneer zulks bjj brand noodzakelijk wordt geoordeeld, den vrjjen in- en doorgang door hnn hnizen en op hunne eigendommen te gedoogen. Bjj art. 31 wordt aan gemeente-autoriteiten, de politie, den opperbrandmeester, de brand meesters en hnnne ondergeschikten de last verstrekt, de woningen der eigenaren huns ondanks ten allen tijd» binnen te treden, met inachtneming der formaliteiten, voorgeschre ven bjj de wet van 31 Ang. 1853 (Stbl. no. 83). Op voorstel van den heer Groneman wordt besloten, als de verordening wordt gedrukt, daaraan toe te voegen de bepalingen van evengencemde wet. Hierna wordt de veror dening vastgesteld. De Voorz. deelt nog mede, dat er behoefte bestaat aan nienwe stoelen voor de Secretarie; de kosten worden geraamd op f 30.— a f 35.-. De Raad keurt den aankoop goed. Niets meer aan de orde zjjnde, wordt de vergadsring gesloten. Een duistere zaak. Men schrjjft nit SjJHEVENINGEN Ean paar maanden geleden werd door de bewoners van een villa aan den Harsten- hoek weg waargenomen, dat hun huis „beefde". Aanvankeijjk meende men nog, dat hier ge zichtsbedrog in het spel wasmaar deskun digen kwamen ten slotte eveneens tot de over tuiging dat het huis „beefde". Dat geval is niet het eenige gebleven. Een tweede en een derd* hebben zich voorgedaan. Een daarvan in de Rotterdamsche straat, al waar de bewoners besloten hebben het hnis te ont: olmen. Het derde geval van dien aard is in een perceel aan den Kanaalweg. Wjj hebben een onderzoek in loco ingesteld en ook het schudden of beven waargenomen. Opmerkelijk was het daarbjj, dat de trillingen niet steeds even sterk waren, maar telkens, na een zekere hoogte van intensiteit bereikt te hebben, bjjns onwaarneembaar zwak werden om zich dan weder met kracht te verheffen. Vooral op de bovenste etage was het ver- schjjosel duidelijk waar te nemen en ging 't beven zelfs na en dan over in schokken. Het behoeft nauwelijks gezegd te worden, hoe nadeel ig het voor de gezondheid, vooral voor het zenuwgestel van den mensch ie, een dergelijk bevend huis te bewonen. Het ter stond te verlaten is niet altijd doenlijk. De vraag is nnwat is de oorzaak van dat verechjjnsel. Doch hst zal wel niet ge- makkeljjk zijn, aanstonds eon antwoord te geven, dat voldoet. Nu het feit niet op zichzelf staat, wordt het Datnnrljjk des te ernstiger en het zal zaak zgn, dat de autoriteiten spoedig een commissie van deskundigen benoemen, om te trachten in deze dnistere zaak licht te ont steken. Vermelding verdient nog, dat wij het vermoe den hoorden uitspreken, dat indirect de elcctri- sche centrale te Scheveningen de oorzaak van dat beven en schokken zon zgn. Het is even wel slechts een vermoeden. Nader meldt men: In verband met den voorgenomen bonw van een gemeenteschool aan de Rotterdam- schestraat te Scheveningen en de klachten over de lo dis straat voorkomende „bevende" parceelen, worden thans van gemeentewege grondboringen verricht op het aangewezen terrein. Bij Pablieke Werken schijnt men van meenlDg te zjjn, dat de electrlsche centrale die bevingen en schokken veroorzaakt en dat ze door een dikke veenlaag, die zich vele meters onder de zandlaag moet bevinden, in alle richtingen te Scheveningen wordt voort geplant. [N. C Daar de heer J. Bood IJz. te KOLHORN zgn tjalk van de hand heeft ge daan, is aldaar nn nog slechts één schip over, dat de geregelde turfvaart naar de venen onderhoudt. Van de bnitengewone bedrijvig heid, die vroeger baven en torfdjjk ken merkten, is weinig of niets meer overgebleven. Kinderverwisseling. Ieder herinnert zich nog wel het geval van beweerde kinderverwisseling in het Wllhel- mina-Gasthuis te AMSTERDAM, dat een optisch bedrog is gebleken te zijnzulke ge vallen van onvoldoende waarneming schjjnen meer voor te komen. Verleden week werd het echtpaar W., te Amsterdam, met de geboorte van tweelingen verbljjden wel één van het mannelijk en één van het vrouweljjk geslacht. Het laatste kindje stierf echter reeds binnen ééa dag. De vader gaf zjjn In leven gebleven kind bjj den Burgerljjken Stand aan en liet de aangifte van het overleden kind, geljjk dik wijls in dergelijke omstandigheden gebeurt, aan den aanspreker over, die do begrafenis verzorgt, daar zulke kinderen als „levenloos geboren" ingeschreven worden. Nu is door eene vergissing van den aan spreker, in overeenstemming met een ver keerde wijze van invallen van het attest door den geneesheer, die den dood van het vrou welijk kindje foutief vaststelde, inplaats van hel vrouweljjke het mannelijke kindje als overleden aangegeven, zoodat er voor de wet slechts van een overleden manneljjk kindje sprake Is. De vader geeft zich thans natuurljjk alle moeite, om zijn nit een wettig huwelijk ge boren toch niet wettigen zoon een burgerlijke „wederopstanding" te doen ondergaan. Met dat al is de quaestie voor allen zeer onaangenaam, niet het minst voor den hier bedoelden geneesheer. (N. v. d. D.) Aan alle Werkgevers ia Nederland Binnenkort keert weder een lichting mili ciens met groot verlof huiswaarts. De meesten zullen weder de plaats in de burgermaatachappjj innemen, die zij innamen vóór hnnne indiensttreding. Velen echter zullen hunne plaats ingenomen vinden door een ander. Van deze laatste categorie hebben wjj er thans reeds honderd en twintig op onse 1 jjsten, en honderd en twintig jonge menschen hebben thans reeds de trenrige zekerheid, dat zg weldra zullen zijn zonder brood. Zonder brood en dat tengevolge van de vervulling hunner militl6pllchten 1 De Nationale Vereeniging tot Stenn aan Miliciens heeft ten doel, deze broodeloozea te te helpen aan werk. Zij vrasgt daartoe allereerstheeft de milicien met verlof, dien ik een betrekking tracht te bezorgen, als milicien zijn plichten naar behooren vervuld Eerst wanneer de Vereeniging van de Militaire Antoriteiten een bevestigend antwoord heeft ontvangen op die vraag, trekt zjj zich het lot van den jongen man aan. Niet eerder. Onze Vereeniging weigert onvoorwaardelijk dien milicien te helpen, die zjjn plichten niet naar behooren vervuld heeft. En dit is voor U, Heeren Werkgevers, op wier medewerking wjj thans een dringend beroep doen, een groot voordeel. U weet, dat de door ons aanbevolenen personen zijn, die als hst ware een betrouw- baarheidsproof in plichtsbetrachting en orde met sucoes hebben afgelegd. Uit zulke elementen een keus te kunnen doen, is ook voor U van groot belang. Hebt ge in fabriek, pakhuis, magazijn, werkplaats kantoor of winkel werkkraoht noodig, wilt daarvan dan beriaht geven aan den Heer J. J. Wieringa, Secretaris der Afdeeling Alkmaar, Kennemerpark A 23. Onmiddellijk daarna wordt U dan van onzentwege de sollicitant toegezonden. Is deze elders woonachtig, de reiskosten worden gedragen door de VereenigiDg. Laat ons nn niet alleen staan in ons pogen Het geldt hier een nationaal belang. Broo- dslocsheid als gevolg van vervolden dienst plicht mag in Nederland niet langer voor komen. En dat die dienstplicht, door de jonge meDSchen, die wjj aanbevelen, trouw is ver vuld, daarvoor staan wij U borg. Anderen worden door ons niet voortgeholpen. Het Hoofdbeslnnr Z. Exc. Jhr. J. C. C. DEN BEER POORTU- GAEL, gepecsionneerd Luit.-Generaal, Lid v/d. Rïad van Scate, oud-Minister van Oorlog, Eere-Voorzitter. M. C. P. BARBE, Directeur der Wester- Sulkerrafflusderi), Amsterdem, Voorzitter. Dr. P. H. RITTER, Hoofdredacteur v/h. Ntruws v/i Dag, Amsterdam, Vioe-Voorz. F. J. BECKMAN, gepensionneerd Kapitein ter zee, Amsterdam, Secretaris. Mr. H C. HACKE, Directeur der Nederland- sche Grootbo-kbank, Amsterdam, Penning meester. A. HOOGEBOOM, Luit.-Kolonel b/d. Gene- ralec Staf, Den Heag. Jhr Mr H. C VAN NISPEN TOT PAN- NERDEN, Advocaat, Arnhem. Jhr. Mr. W. H. DE SAVORNIN LOHMAN, Voorzitter v/d. Raad van Beroep, Utrecht. Mr. J. W. TELDERS, Advocaat, Den Haag. W. C. M. VAN WAIJENBURG, Notaris, Beek bij Njjmegen. Ter voorkoming van misleiding deel ik U mede, dat de éénige Fabriek van sinds ruim 209 jaren gevestigd is Men waehto zich voor elke namaak. 890T" Reizigers of Vertegenwoor- dgtrs worden niet uitgezonden. Eenige wettige erfgenaam des Uitvinders.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1905 | | pagina 9