Het komende ministerie en het
militaire vraagstuk,
Oprechte
Haarlemmerolie
Zondag 16 Juli '05.
DERDE BLAD.
Indim'hf |jntkrassfn.
Binneiilandsch Nieuws.
Nationale Vereeniging tot
steun aan Miliciens.
Advertentiën.
Aeliterstraat 1M5, liiiarleiii.
C. Dl KONING mit,
4 1..
Particulier Kapitaal op
Hypotheek, tegen boven
staande rente, beschik
baar ten kantore van den
Makelaar DE KIEVIET
te Wieringerwaard.
Map Cont.
De uitslag der verkiezingen is eone veroor
deeling dar Kuyper-politiek geweest. Het
kiezersvolk heeft ondubbelzinnig te kennen
gegeven, d«t gebroken dient te worden met
den zoogenaamden Kuyper-koers. Waaronder
in de eerste plaats moet verstaan worden dr.
Kuypar's drijven, om ons volk in twee deelen
te splitsen: een geloovig en een ongeioorlg
deel, en het vermengen van den godsdienst
met de politiek. Maar ook die onnatuurlijks
politiek, waarbij samengaan wie eigenlijk
tegenover elkaar staan, hetzij op godsdienstig
terrein zooals de Roonnch-Katholieken en de
Calvinisten, hetzij op staatkundig, en econo
misch terrein, zooals de „mannen met twee
namen" en de „kleine lnyien".
Iutusschen heeft de stembus aan geen der
politieke partijen of zelfs coalities ervan eene
meerderheid doen geworden. De verslagen
regeeringscoalitle telt nog altijd 48 ledeu, de
Uoie-liberalen eu vrijzinnig-democraten be
zetten 85 zetels, de ond-liberalen vormen
eene fraotie van 10 leden en 7 sociaal demo
craten maken het 100 tal vol. Deze partij
verhouding geeft aanleiding gelijk reeds
aanstonds mosst blijken tot het moeilijk
op te lossen probleem, welk ministerie het
kabinet-Kuyper zal vervangen. Oud-liberalen
en soo.-demooraten zija nu eenmaal op sociaal-
politiek terrein water en vnnr, zoodat moeilijk
beide groepen in ééu verband zijn te brenger.
Dooh ook de soc.-democraten alleen kunnen
niet met de vrijzinnig-democraten en
nnie-libaralen een „bloo" vormenhun op-de-
spits-drjjven van den klassenstrijd verbiedt
dit. Da geslagen regeeringscoalitle zit nog
altijd aan elkaar vastniet nit beginsel, maar
uit teleurstelling, dat Dr. Knyper weg moet,
waarop de kerkeljjken allerminst gerekend
hadden. Het zal nog wel eenige weken, mis
schien maanden dnren, eer Talma en Loh-
man elk hnn weg gaan. Maar zoolang kan
niet gewacht worden met de vorming van
een nlenw ministerie. Men ziet derhalve, dat
de komende kabinetsformateur voor groote
moeilijkheden komt te staan. En te voren is
het voor de Koningin verre van gemakkelijk,
dien kabinetsformateur te vinden.
Hij militaire vraagstuk eischt voorziening.
De militaire wetten, onder het ministerie-
Fierson tot stand gebracht door de ministers
Eland en Kool, zijn eigenlijk half werk.
Men is het daarover vrij wel eens. Voor de
militaristen bevatten zij bedenkelijke bepalin
gen, waaronder de acht en een halve maand-
sohe eerste oefeningstijd voor de ter volledige
oefening ingelijfden en het institnnt der vier-
maanders wel de voornaamste zijn. Eo voor
de voorstanders van een volksleger is het
blijvend gedeelte een der bepalingen, die het
eerst verwijderd moet worden, terwijl de uit
voering der militaire wetten door den minister
Bargansins allerminst hunne goedkeuring kan
wegdragen.
Het getal der voorstanders van een volks
leger neemt met den dag toe. Men leert
telkens weer opnieuw, dat het lange verblijf
in de kazerne, het jaren aaneen doorbrengen
in de gelederen, geen legers vormt, waarmeê
nu eerder gewonnen wordt dan met de
volkslegers. Het is nu eenmaal eene
onomstootelijke waarheid, dat in den veldslag
de beslissing gebracht wordt door de talent
volle aanvoering en het te jnlster plaatse en
tijd beschikken over voldoende soldaten. En
zoomin als een musicus door j srenlang op
zijn plano te spelen een virtuoos wordt, even
zoomin kan een middelmatig tacticns een
taleDtvol legeraanvoerder worden door jaren
lang zich te oefenen. Dooh was hij daartoe
nog maar in de gelegenheid, dan zou hij ten
minste de routine verkrijgen maar onze
a.s. legeraanvoerders moeten zich in den regel
vergenoegen met een vijfde van het getal
manschappen, dat zij in den oorlog aanvoeren
en een groot deel hnnner werkzaamheden
zoeken, waar zij weinig vruohten voor hun
eigenlijken werkkring vinden. Het is nu
eenmaal noodig, dat, wie in oorlogstijd, onder
de moeilijkste omstandigheden, over duizen
den moet bevelen, in vredestijd zich daarvoor
kan bekwamen. Of hij dan al nit den treure
met een paar honderd man heeft gema
noeuvreerd en bijzonder knap Is in lijn-
exoercltie, zal hem weinig baten.
Het militaire vraagstuk in onze dagen en
in ons land draait grootecdeels om de vraag
wilt gij een volksleger, of niet Niet alleen
omdat de voorstanders van een volksleger
alleen door dit institnnt ons land te verde
digen en onze hnidige weermacht daarvoor
niet in staat achten, maar ook om twee
voordeelen, welke het volksleger bovendien
nog biedt. Vooreerst is het niet billijk en niet
te rechtvaardigen, dat jaarlijks nauwelijks een
derde der mannen dienstplichtig wordt en
twee derde der mannen vijj is van den zwaar-
sten plicht, terwijl aan heel het volk eene
lichamelijke opvoeding, zooals het volksleger
geeft, zeer ten voordeele zon komen.
De militaire lasten, die in persoon moeten
gedragen worden, zullen derhalve billijker
verdeeld worden. En ten anderen zullen de
flaanclëele lasten door de invoeriDg van een
volksleger aanzienlek verminderd worden.
Terwjjl ons budget voor oorlog nn ODgeveer
dertig mtllioen gulden bedraagt, zal de in
voering van een volksleger weldra eene
aanzienlijke daling der oorlogsbegrooting ten
gevolge hebben, terwijl op den dnnr wellicht
met twintig mllUoen ruimschoots kan worden
volstaan. In ieder geval kan en mag het
en^m"? budget niet zoo hoog big ven
rr nBar voorziening worden omgezien,
««geen Intusschen zonder ernstig aansturen
op een volksleger niet gaan zal
Het zoeken naar een geschikt minister van
r ond6r deze omstandigheden niet
gemakkelijk. Gewoonljjk komt daarvoor een
er actief dienende gepeneionneerde generaals
v B®Emerklng en bq uitzondering wordt eeD
ooidofflcier genomen. Nn zal men onder de
ooogere officieren zoo goed als geen enkel
oorstander van het volksleger vinden. In die
kringen ia men nog militaristisch pur sang
en al moge er al een weinig verschil van
gevoelen bestaan, een man met geprononceerde
eckbeelden omtrent het volksleger treft men
T, aaDt het geen wet van Perzen
^aeden, dat de minister van oorlog min-
n/k8Li e1 boofdcff.cleisrang moet bekleeden
hebben, zelfs niet, dat hjj militair
t zjjn. Doch men zal dan zeker met de
hoogere militaire autoriteiten hebben te reke
nen, die moeilijk naar eon niet tot hn^nen
kring behoorenden man luisteren.
Ojk dit zon te overkomen zijn, indien men
over eene krachtige persoonlijkheid beschikt,
die weet wat hg wil en vastberaden zjju
weg gaat zondar zich, door walken Invloed
ook, van zija plan af te laten brengen.
Natuurlijk moet hij voorbereid zijn, elk
oogenblik zijne portefeuille te kannen ver
liezen, want juist hem zullen meer gevaren
bedreigen dan andere ministers.
Iutusschen zal de politieke constellatie wel
niet veroorlooven, zoo'n krachtig voorstander
van een volksleger aan het hoofd vtn het
kostbaarste departement te plaatsen. De oud
liberalen rillen bij het hooren van den naam
van volksleger en zweren bijna allen bij al
wat militaristisch ia. Zij gaan af op hetgeen
onze generaals beweren en hebben tot dus
verre weinig andars voor het militaire
vraagstuk gedaan dan geld toestaan, dat voor
forten en kanonnen gevraagd werd. Ook de
katholieken en de christelijk-historischen
willen er nl6t van weten. Misschien keert
dr. Knyper en met hem zijne volgelingen tot
zijne eerste liefde, het volksleger, terug, doch
voorloopig valt daarop niet te rekenen.
Zoo zitten wij in een militair moeras,
waarnit wij voorloopig nog niet worden
verlost. De nieuwe minister van oorlog zal
voor ontzettende moeilijkheden komen te
staan en dat vooral, wanneer een kabinet der
linkerzijde optreedt, dat overigens democratisch
getint ia. Hij hangt dan van de oppo
sitie af. Of zon er een minister van oorlog
kunnen gevonden worden, bereid om den wag
der democratie op te gaan en ook te kannen
Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden.
CXiV.
Nu, ik heb geen berouw van mijn uitstapje
naar Solo, want we amuseer en ons uitstekend.
Ik logeer thans bij Zgne Hoogheid te Pen-
ging, ongeveer 7 palen westelijk van de
hoofdplaats, waar de Soesoehoenan een mooi
lustverblijf, de Pasangrahan- Ngeksiparna,
heeft.
Maar laat ons beginnen bij het begin
Aangezien ik in Jnni per té naar Sumatra
en de Straits moet, wil lk van nit Jogjzeven
een kleine tournee maken. Van Solo ga ik
over Madioen naar Soerabaia, van öaé- per
stoomtram naar Semarang, van Semarang
via Amberawa en Magolang naar Jog ja terug
en dan over Bandoeng naar Batavia, om per
eerste gelegenheid naar Singapore te ver
trekken.
Ik bom later weer op Java terug, doch ga
eerst een jaartja het eiland der toekomst,
Sumatra, bereizen. Voorloopig dus nog vol
doende afwisseling 1
Toen ik j 1. Zaterdag te Solo arriveerde
hoorde ik, dat Zgne Hoogheid met alle Prin
sen, Prinseseen en het geheele Hof naar
boven was, naar de bronnen van Penging.
Ik was naar den Dalem van Prins Hadi-
widjaja gereden en vond er slechts enkele
bedienden, die geen stom woord Maleisch
verstonden en alle vragen met een klagend
„botén n'doro" i) beantwoordden. Ten einde
raad telefoneerde ik naar Prins Arlo Mataram.
Deze was toevallig niet mede, daar zijne
echtgenoote de Toean Ratoe Alit, dochter
van den Soesoehoenan, een week geleden
ontjjdig van een doodgeboren zoontje beval
len was.
De Prins vertelde mij, dat het Hof afwezig
was, doch inviteerde mij dadelijk ten zijnent.
Ik heb toen slechts 24 uur bij hem gelo
geerd, daar de Soesoehoenan te Penging door
een zijner spionnen ter hoofdplaats bericht
kreeg van mijne aankomst en mij toen dade
lijk telefonisch opcommandeerde.
Prins Ario Mataram is, zooals de lezers zich
zullen herinneren, een zeer Westersch opge
voed jonkman. Hij reisde o a. drie jaar door
Europa en -bezocht behalve Nederland, ook
Locden, Parijs, Berlijn en Weenen.
Hg spreekt vloeiend Nederlandsch en is
zeer liberaal in zijne opvattingen.
Als oud-lid van de H. B. S. Voetbalclub
te 's Gravenhage, waarvan hg den leden door
dezen Fenkros zijn hartelijke groeten toezendt,
is hg bezig met deze sport op Solo populair
te maken. Hij speelt zelfs met zgne bedienden I
De Soesoehoenan vindt dit alles goed, doch
de Resident De Vogel, die nog een beetje
onderwetsch denkt, heeft hem steeds tegen
gewerkt. De Prins is dan ook feitelijk met
dien Ambtenaar gebrouilleerd.
Prins Ario Mataram is zeer verheugd over
de hormatcirculaire van den Landvoogd en
gaat heelemaal niet mee met de beschouwin
gen van sommige Indische redacteurs.
Toean Ratoe Alit, die reeds van hare ziekte
hersteld was, ontving mij allervriendelijkst.
Het jonge, tengere vrouwtje heeft de Hol-
landeche school bezocht en de conversatie
had dan ook in onze schoone moedertaal
plaats.
De jongere broer van den Prins, Radhen
Mas Ario Picilih, de vader van mijn peete
kind, woont met zijne echtgenoote in een der
bijgebouwen van den Dalem. Ook deze was
drie jaar in Europa en de broeders volgen in
hun omgang den Westersche zeden.
Zo spreken onder elkaar nooit anders dan
Hollandsch en zijn zeer vrij tegenover hnn
bedienden, 't Is waar, de hormat Igdt er wel
wat onder, doch ze maakt dan ook plaats
voor de ware toewijding en genegenheid en
die zijn dan tooh wel even zoo veel waard,
zon ik denken.
s Avonds na den eten, bjj het zachte
maanlicht, zaten we fn den tuin en bespeel
den de bedienden, onder leiding van Pinilih,
hun mandolines, guitaren en violen. Dedroo-
merige wijsjes van Indië doen toch maar
goed in een tropischen maannacht. Ze zijn je
mnziek voor het Oosten en als een klare
stem ze zingt, die Malelsche pantoen's, bege
leid door tokkelende vingers, dan komt zelfs
de onrustige Westerling tot kalmte en strekt
hij zich heerlijk indolent nit op z'n luiaard-
stoel, ja, laat zijn ziel zachtkens wegsoezen
in een sprookjessfeer van zalig niet-denken....
Als men pas van het conservatieve Jog ja
komt en dan b.v. bjj een Prins als Ario Ma
taram logeert, dan eerst recht ziet men, hoe
heilzaam het streven der jongeren is, n' en
déplalse de beweringen van Jogja'a onden
Sultan.
Hier geen angstig schuw gedoe, geen
kruiperige slaafschheid, geen eenwig gesem-
bah, maar gepaste vrijmoedigheid en levens
last.
Bjj het voetbalspel, een vöor Javanen vooral
zeer nattige sport, dnrft de palfrenier zelfs
een bal aan den Prins betwisten, js, voor zijn
nens wegtrappen.
Ik hoorde, dat op Keboemen de Javaersche
adspirant-controleur, nit het Hnis van Pakoe
Alam, met de leerlingen der Inlandsehe
school vcetbal speelt- Prachtig I Dien weg
meet het op I
Zon het Gouvernement niet aan alle Inland
sehe scholen een voetbal met Maleisch regle
ment kunnen toezenden, of zijn er misschien
in Nederland eenige gefortuneerde sportvrien
den, die dat varkentje willen wasschen We
hebben in Indië ongeveer 1500 Inlandsehe
scholen (G juvernements-, Particuliere- en
Zendingsscholen).
Msn zou de voetbalsport, die nn reeds veel
door inlanders beoofand wordt, met één slag
tot ja sport in Indië maken en tevens bij de
Javaansche jeugd initiatief, fermitelt en ka
rakter ontwikkelen 1
Aja, wie vormt er een Comité voor de
voetbalsport onder de Inlenders
Ik, die de verbazende uitwerking ten goede
op het bedfendenpersoneel van A.rio Mataram
heb kannen observeeren, acht dit spel van
groet belang voor de evolatie der Ind.ërs.
Na het overige van dien nacht In een
typisch oud-Jav&ansch vorstenledikant te
hebben geslapen, werd lk 's morgens om 7 nar
gewekt door den Prins, die me kwam ver
tellen, dat de Soesoehoenan mjj wenschte te
zien op Penging en dat ik diar bjj Zijne
Hoogheid zou logeeren, om de dansen der
Bedaja's en Sarimpi's te bewonderen.
Nu, men begrijpt hoe aangenaam verrast
ik was door die vriendelijke nitnoodiglng vsn
den Soesoehoenan.
De Prins raadde mg, met da paardentram
van 2 nar te gaan en eerst nog wat nit te
insten van het nachtbraken en klimaatechie-
ten in den maneschijn.
„Van nacht slaap je heelemaal niet, denk
daar om 1" riep de Prins me nog vroolijk toe
en gaf toen aan een bediende last om mo
tegen 10 uur te wekken.
Na een verfrisschend bad en een stevig
déjeuner, besproeid met extra fljaen wijn,
nam ik afscheid van de zoo gulle gastvrouw
en haar gemaal.
Penging ligt niet ver van den grooten
weg naar Bojolali en een onoogeljjk paarden-
(rammetje zorgt voor de communicatie.
De weg zelf is zeer mooi, vooral het uit
zicht rechts ten Noorden op de Msrapi. Mijn
vriend Pinilih ging mede, clandestien of „op
de pof" zouden ze in Holland bjj het Leger
zeggen. Als 2de luitenant der Cavalerie van
Zijne Hoogheid mag hjj feitelijk zonder ver
lof zijn garnizoen niet verlaten en waagde
hij er dus een paar dagen arrest aan.
„Als ik er bjj ben, reken ik op je voorspraak
bij den Keizer" zeide de ongehoorzame krjjgs-
msD, „er 4a, ik sta nog al in den pas bjj den
Kolonel."
Het was een recht gezellige rit 1 Een frisch
bergwindje koelde de atmosfeer af en de on
gelukkige afgetobde paardjes, niet grooter
dan hitten, hadden gelukkig niet veel te
trekken, daar wjj met ons beidjes en mjjn
bediende het rjjk alleen hadden.
Mjjn jongen Oesjoef, een Maleier van 8u-
matra'a Westkust, trekt zich van de Javaan
sche adat geen zier aan. Hij spreekt beleefd
Male'ash, salueert als een militair, maar wil
zelfs voor Keizers en Sultans niet op den
grond harken, noch sembah maken. Eerst
was ik bang dat het kwalijk genomen zon
worden, doch èa op Jogjakarta èu op Solo
hebben de Prinsen er pleizier in, spreken ze
graag met den heren Sumatraan en Prins
Ario Mataram gaf hem bij het afscheid zelfs
een hand, die toen door Oesjoef hoffelijk
gekust werd I
Lt. Clockknkh Brousson b. d.
Penging.
„Neen Mijnheer".
V e r s 1 a g d e r v e r g a d e r i n g v a n
den Raad der gemeente WIERINGER-
WAARD, gehouden den 12 Juli 1906.
Alle leden tegenwoordig.
Voorzitter de heer K. Koster Hz.
De Voorz. opent de vergadering, heet de
hearen welkom en stelt vóór de lezing der
notulen aan de ordede beëediging van den
hear C. A. Waiboer, op den 19 Mal j.L door
enkele candldaatstelling als raadslid gekozen.
De heer Waiboer legt de bij art. 89 der
Gemeentewet voorgeschreven eeden in han
den ven den Voorz. af en neemt zitting. De
Voorz. feliciteert den heer Waiboer en
wenscht hem toe, dat hjj de gezondheid en
kracht zal mogen bezitten, om langen tjjd de
belangen der gemeente te behartigen.
De heer Waiboer betuigt zijn dank en
verzekert, dat hij zija best zal doen, zooveel
als in zijn vermogea is, om de belangen der
gemeente voor te staan.
Hierna worden de notulen gelezen en goed
gekeurd.
Ter tafel wordt gebrachtle. een schrjjven
van den heer G. J. de Vries te Rijssen,
dat hjj de benoeming tot onderwjjzer aan
neemt en den 1 Ang. a s. in fanctie kan
treden.
2e Een proces-verbaal van kasverificatle,
waarnit blijkt, dat op den 29 Jnni j 1. over
eenkomstig boeken en bescheiden in de kas van
den gemeente ontvanger zich een bediag van
f 1170.63 bevond.
Deze stukken worden voor kennisgeving
aangenomen.
3a. Een schrjjven van den heer J. J. ds
Boer, hondende verzoek om hem wegens
vertrek nit de gemeente voor 7 meanden
afschrijving van den aanslag In den Hoofde-
ljjken Omslag te willen toestaan. Op dit adres
wordt gunstig beschikt.
Vervolgens komt aan de ordehet onder
zoek der geloofsbrieven van de herkozen
raadsleden, de heerenJ. L. T. Groneman,
K Koster Hz. en D. A. Kaan.
Door den heer Zjjp, oudsten Wethouder,
wordt aan genoemde heeren, die zich tjjdens
het onderzoek hadden verwjjderd, medege
deeld, dat de stukken in orde zgn bevonden
en tot hnnne toelating is besloten.
Hierna wordt den Raad aangeboden
a. de gemeenterekening over 1904, bedra
gende in ontvangst f 14077 88, in uitgaaf
f 12238 4t5, alzoo met een batig saldo van
f 1843.965
b. de rekening van het Burgerljjk Armbe
stuur over hetzelfde dienstjaar, sluitende met
een ontvangst van f 8750 08s, een nitgaaf
van f 8560.90 en een voordeelig saldo van
f 199.181.
Tot leden der commissie van onderzoek
worden benoemd de heerenD. A. Kaan en
C. A. Waiboer, die de benoeming Aannemen.
De heer Zijp maakt de opmerking, dat
B. en W. in hnnne vergadering met het
oog op het saldo der rekening van 1904 heb
ben overwogen, of het dienstig kon zgn de
erfpacht, welke wordt betaald voor den grond
waarop de school is gebouwd, af te koopen,
mits zulks kan geschieden tegen deü penning
van 25.
De heer Gronemnn ziet daar het Ent nog
niet van in. Tegen den penning van 25
wordt het 4% van het kapitaal.
Oppervlakkig beschonwd, zal de gemeente
er dus gern winst van hebben.
De Voorz. verwacht ock geen winst, doch
zcu het willen doen om voor 't vervolg de
begrootJrg te kunnen ontheffen vsn den post
voor erfpacht.
De heer Zjjp wjjat op het flinke saldo, dat
ruim voldoends t§ voor dsn afkoop, terwjjl
in de toekomst de algemeene toestand wel
zóó kon worden, dat men een post van f 85.—
cp de begrooting wel gaarne zon missen.
De heer Kaan stalt de vraag, of de erf
pacht afkoopbaar is.
B. en W. worden gemachtigd een onderzoek
in te stellen en met het College, de Doops
gezinde Gemeente, in overleg te treden.
Vervolgens wordt in behandeling genomen
een ontwerp der verordening op de brand
weer, hetwelk bjj de raadsleden heeft geclr
culeerd.
De heer Groneman deelt mede, weinig tijd
te hebben gehad om de verordening na te
gaan, en vraagt, of hij goed begrepen heeft,
dat een bezoldigde brandweer noodig wordt
geoordeeld
De Voorz. zegt op grond van ondervinding,
dat vele manschappen der bestaande brand
weer met tegenzin hnnne diensten rerleenen
en zeer slecht medewerken om een brand te
blnsschen. De verwachting wordt gekoesterd
dat men met een kleiner corps, maar bezol
digd, verder zal komen.
Volgens het ontwerp zou de brandweer
moeten bestaan nit 1 opper-brandmeester,
2 brandmeesters en 30 manschappen. Da inge
zetenen worden in de gelegenheid gesteld, als
vrijwilliger toe te tradea. Ingeval geen 30
zich vrijwillig aanmelden, zullen B. en W.
andere ingezetenen tot het vereischte getal
kannen aanwjjzen.
Deze en de vrijwilligers kannen desver-
kiezend op 25 cents per aar vergoeding
aanspraak maken.
Da brandmeesters zijn onbezoldigd. In tjjden
van nood of dreigend brandgevaar zija ook
alle overige inwoners der gemeente, van wie
persoonlijke diensten gevorderd kunnen wor
den, verplioht, op aanzegging van dsn Bur
gemeester of diens vervanger, hnnne diensten
te verleenen.
De tot de brandweer aangewezenen kan
nen zich met toestemming van B. en W.
doen vervangen, terwjjl ieder bevoegd is,
zich telken jare van den dienst bjj de brand
weer vrij te koopen tegen betaling van f 6.
Bij art. 1 stelt de heer Groneman voor, In
verband met .hooibroei, daarin op te nemen,
dat de zorg voor het brand wezen ook omvat
het voorkomen van brand.
De Voorz. zegt, dat. B. en W. ook aan
hooibroei hebben gedacht, doch dat zjj de
opname van het woord „voorkomen" niet
noodig hadden geoordeeld, omdat volgens
hnnne meening ln de gegeven omstandig
heden de brandweer toch de hnlp niet zou
kunnen weigeren.
De heer Groneman acht toch noodig, de
verordening aan te vullen. Het voorstel wordt
aangenomen.
Naar aanleiding daarvan wordt aan art. 2
toegevoegd, dat nevens het blnsschen en beten-
gelen van brand, ook het voorkomen van
brand aan do brandweer wordt opgedragen.
Bij art. 30 worden de ingezetenen verplicht,
wanneer zulks bjj brand noodzakelijk wordt
geoordeeld, den vrjjen in- en doorgang door
hnn hnizen en op hunne eigendommen te
gedoogen.
Bjj art. 31 wordt aan gemeente-autoriteiten,
de politie, den opperbrandmeester, de brand
meesters en hnnne ondergeschikten de last
verstrekt, de woningen der eigenaren huns
ondanks ten allen tijd» binnen te treden, met
inachtneming der formaliteiten, voorgeschre
ven bjj de wet van 31 Ang. 1853 (Stbl. no. 83).
Op voorstel van den heer Groneman wordt
besloten, als de verordening wordt gedrukt,
daaraan toe te voegen de bepalingen van
evengencemde wet. Hierna wordt de veror
dening vastgesteld.
De Voorz. deelt nog mede, dat er behoefte
bestaat aan nienwe stoelen voor de Secretarie;
de kosten worden geraamd op f 30.— a
f 35.-.
De Raad keurt den aankoop goed.
Niets meer aan de orde zjjnde, wordt de
vergadsring gesloten.
Een duistere zaak.
Men schrjjft nit SjJHEVENINGEN
Ean paar maanden geleden werd door de
bewoners van een villa aan den Harsten-
hoek weg waargenomen, dat hun huis „beefde".
Aanvankeijjk meende men nog, dat hier ge
zichtsbedrog in het spel wasmaar deskun
digen kwamen ten slotte eveneens tot de over
tuiging dat het huis „beefde".
Dat geval is niet het eenige gebleven. Een
tweede en een derd* hebben zich voorgedaan.
Een daarvan in de Rotterdamsche straat, al
waar de bewoners besloten hebben het hnis
te ont: olmen.
Het derde geval van dien aard is in een
perceel aan den Kanaalweg.
Wjj hebben een onderzoek in loco ingesteld
en ook het schudden of beven waargenomen.
Opmerkelijk was het daarbjj, dat de trillingen
niet steeds even sterk waren, maar telkens,
na een zekere hoogte van intensiteit bereikt
te hebben, bjjns onwaarneembaar zwak werden
om zich dan weder met kracht te verheffen.
Vooral op de bovenste etage was het ver-
schjjosel duidelijk waar te nemen en ging 't
beven zelfs na en dan over in schokken.
Het behoeft nauwelijks gezegd te worden,
hoe nadeel ig het voor de gezondheid, vooral
voor het zenuwgestel van den mensch ie, een
dergelijk bevend huis te bewonen. Het ter
stond te verlaten is niet altijd doenlijk.
De vraag is nnwat is de oorzaak van
dat verechjjnsel. Doch hst zal wel niet ge-
makkeljjk zijn, aanstonds eon antwoord te
geven, dat voldoet.
Nu het feit niet op zichzelf staat, wordt
het Datnnrljjk des te ernstiger en het zal
zaak zgn, dat de autoriteiten spoedig een
commissie van deskundigen benoemen, om te
trachten in deze dnistere zaak licht te ont
steken.
Vermelding verdient nog, dat wij het vermoe
den hoorden uitspreken, dat indirect de elcctri-
sche centrale te Scheveningen de oorzaak van
dat beven en schokken zon zgn. Het is even
wel slechts een vermoeden.
Nader meldt men:
In verband met den voorgenomen bonw
van een gemeenteschool aan de Rotterdam-
schestraat te Scheveningen en de klachten
over de lo dis straat voorkomende „bevende"
parceelen, worden thans van gemeentewege
grondboringen verricht op het aangewezen
terrein.
Bij Pablieke Werken schijnt men van
meenlDg te zjjn, dat de electrlsche centrale
die bevingen en schokken veroorzaakt en dat
ze door een dikke veenlaag, die zich vele
meters onder de zandlaag moet bevinden, in
alle richtingen te Scheveningen wordt voort
geplant. [N. C
Daar de heer J. Bood IJz. te
KOLHORN zgn tjalk van de hand heeft ge
daan, is aldaar nn nog slechts één schip over,
dat de geregelde turfvaart naar de venen
onderhoudt. Van de bnitengewone bedrijvig
heid, die vroeger baven en torfdjjk ken
merkten, is weinig of niets meer overgebleven.
Kinderverwisseling.
Ieder herinnert zich nog wel het geval van
beweerde kinderverwisseling in het Wllhel-
mina-Gasthuis te AMSTERDAM, dat een
optisch bedrog is gebleken te zijnzulke ge
vallen van onvoldoende waarneming schjjnen
meer voor te komen.
Verleden week werd het echtpaar W., te
Amsterdam, met de geboorte van tweelingen
verbljjden wel één van het mannelijk en
één van het vrouweljjk geslacht. Het
laatste kindje stierf echter reeds binnen
ééa dag.
De vader gaf zjjn In leven gebleven kind
bjj den Burgerljjken Stand aan en liet de
aangifte van het overleden kind, geljjk dik
wijls in dergelijke omstandigheden gebeurt,
aan den aanspreker over, die do begrafenis
verzorgt, daar zulke kinderen als „levenloos
geboren" ingeschreven worden.
Nu is door eene vergissing van den aan
spreker, in overeenstemming met een ver
keerde wijze van invallen van het attest door
den geneesheer, die den dood van het vrou
welijk kindje foutief vaststelde, inplaats van
hel vrouweljjke het mannelijke kindje als
overleden aangegeven, zoodat er voor de wet
slechts van een overleden manneljjk kindje
sprake Is.
De vader geeft zich thans natuurljjk alle
moeite, om zijn nit een wettig huwelijk ge
boren toch niet wettigen zoon een burgerlijke
„wederopstanding" te doen ondergaan.
Met dat al is de quaestie voor allen zeer
onaangenaam, niet het minst voor den hier
bedoelden geneesheer. (N. v. d. D.)
Aan alle Werkgevers ia Nederland
Binnenkort keert weder een lichting mili
ciens met groot verlof huiswaarts.
De meesten zullen weder de plaats in de
burgermaatachappjj innemen, die zij innamen
vóór hnnne indiensttreding.
Velen echter zullen hunne plaats ingenomen
vinden door een ander.
Van deze laatste categorie hebben wjj er
thans reeds honderd en twintig op onse
1 jjsten, en honderd en twintig jonge menschen
hebben thans reeds de trenrige zekerheid, dat
zg weldra zullen zijn zonder brood.
Zonder brood en dat tengevolge van de
vervulling hunner militl6pllchten 1
De Nationale Vereeniging tot Stenn aan
Miliciens heeft ten doel, deze broodeloozea te
te helpen aan werk.
Zij vrasgt daartoe allereerstheeft de
milicien met verlof, dien ik een betrekking
tracht te bezorgen, als milicien zijn plichten
naar behooren vervuld Eerst wanneer de
Vereeniging van de Militaire Antoriteiten
een bevestigend antwoord heeft ontvangen op
die vraag, trekt zjj zich het lot van den
jongen man aan. Niet eerder.
Onze Vereeniging weigert onvoorwaardelijk
dien milicien te helpen, die zjjn plichten niet
naar behooren vervuld heeft.
En dit is voor U, Heeren Werkgevers, op
wier medewerking wjj thans een dringend
beroep doen, een groot voordeel.
U weet, dat de door ons aanbevolenen
personen zijn, die als hst ware een betrouw-
baarheidsproof in plichtsbetrachting en orde
met sucoes hebben afgelegd.
Uit zulke elementen een keus te kunnen
doen, is ook voor U van groot belang.
Hebt ge in fabriek, pakhuis, magazijn,
werkplaats kantoor of winkel werkkraoht
noodig, wilt daarvan dan beriaht geven aan
den Heer J. J. Wieringa, Secretaris der
Afdeeling Alkmaar, Kennemerpark A 23.
Onmiddellijk daarna wordt U dan van
onzentwege de sollicitant toegezonden. Is
deze elders woonachtig, de reiskosten worden
gedragen door de VereenigiDg.
Laat ons nn niet alleen staan in ons pogen
Het geldt hier een nationaal belang. Broo-
dslocsheid als gevolg van vervolden dienst
plicht mag in Nederland niet langer voor
komen.
En dat die dienstplicht, door de jonge
meDSchen, die wjj aanbevelen, trouw is ver
vuld, daarvoor staan wij U borg.
Anderen worden door ons niet voortgeholpen.
Het Hoofdbeslnnr
Z. Exc. Jhr. J. C. C. DEN BEER POORTU-
GAEL, gepecsionneerd Luit.-Generaal, Lid
v/d. Rïad van Scate, oud-Minister van
Oorlog, Eere-Voorzitter.
M. C. P. BARBE, Directeur der Wester-
Sulkerrafflusderi), Amsterdem, Voorzitter.
Dr. P. H. RITTER, Hoofdredacteur v/h.
Ntruws v/i Dag, Amsterdam, Vioe-Voorz.
F. J. BECKMAN, gepensionneerd Kapitein
ter zee, Amsterdam, Secretaris.
Mr. H C. HACKE, Directeur der Nederland-
sche Grootbo-kbank, Amsterdam, Penning
meester.
A. HOOGEBOOM, Luit.-Kolonel b/d. Gene-
ralec Staf, Den Heag.
Jhr Mr H. C VAN NISPEN TOT PAN-
NERDEN, Advocaat, Arnhem.
Jhr. Mr. W. H. DE SAVORNIN LOHMAN,
Voorzitter v/d. Raad van Beroep, Utrecht.
Mr. J. W. TELDERS, Advocaat, Den Haag.
W. C. M. VAN WAIJENBURG, Notaris,
Beek bij Njjmegen.
Ter voorkoming van
misleiding deel ik U mede,
dat de éénige Fabriek van
sinds ruim 209 jaren gevestigd is
Men waehto zich voor elke namaak.
890T" Reizigers of Vertegenwoor-
dgtrs worden niet uitgezonden.
Eenige wettige erfgenaam des
Uitvinders.