mn mtvluu.
ss* enBgde r:Pz°zz vassss
De iapansche vrouw.
BntajjbRkaw „OsSerllie GeleÉf
te St. Maarten,
't Lied van Moeder.
De Witte Banier.
Gemengd Nieuws.
ADVERTENTIÈN.
op Maandag 4 Sept.ly05,
2- Leve de Solidariteit.
Na afloop Kermis
naar den eisch zullen kunnen voeren, niet
anders dan een weinig benijdenswaardig
lot te verwachten."
Mag dat dan maar steeds zóó doorgaan,
lezer Moet dat alles maar besteed
bljjven met een „après nous le deluge f
meisjes, die vrooljjk samen babbelend met
haar boeken in een doek gepakt, naar huis
of naar school wandelen.
De schoolmeisjes zijn gemakkelgk te her
kennen aan den donkerbruinen rok, die met
linten over den eigenleken kimono word
En nu even een paar staaltjes van de
lamlendigheid der sinjo s.
Te S. ken ik een verlamden Indo, een
scunperd, die van het Assistent-Residentie
kantoor maandelijks tien gulden, van den
Pastoor vijf pop en van eenige medelijdende
iogezetenen te zamen nog zeventien gulden
ontvangt.
Totaal bedraagt 's mans maandelgkscn
inkomen dus twee-en-dertig gulden. Voor
een pauper een rijk bestaan 1
Nu heeft die ongelukkige twee opge
schoten jongens van 18 4 20 jaar, zijn
zoons, die niets niemendal uitvoeren,
cmdatvader toch tjoekoep (voldoende)
heeft, ook voor hen 1 fl.
De een, toevallig een stevige, flink ge
bouwde kerel, wil geen soldaat worden,
wanthet is tegenwoordig veel te zwaar
dienen bij het bataljon 1
D© ander kocht een guitaar op ai betaling
van f 5 's maande, op albetaling van het
geld dat goede menschen voor den onge-
lukkigen vader bestemd hebben 1
Te B. was een sinjo, die z'n dertienjarig
zusje exploiteerde 1
Te G. kwam een haveloos gekleede Indo
van ongeveer zeventien jaar in het hotel
om te bedelen. Z'n moeder was zwaar ziek,
zei hij, en werk was er niet te krijgen.
Ik wilde den knaap op de proef stellen en
zei, dat hij een gulden kon verdienen door
mijn schoenen netjes te poetsen, m'n kofiars
uit te pakken en m'n kleeren af te borstelen.
Mjjn vriendelijk aanbod werd beloond
met een verontwaardigd„Ik ben geen
Inlander I" Men begrijpt, dat de „fiere
Europeaan" zonder een rooien cent kon
afmarcheeren 1
En zóó zou ik wel tien Penkrassen kun
nen vullen met m'n persoonlijke, meestal
bittere ervaringen op paupergebied.
't Is een ongelukkig, verwaand, dom
tusschenras, dat zich tot overmaat van
ramp nog ontzettend vermenigvuldigt.
Op Java alleen zijn van de 76.000 Euro-
peanener ongeveer 20.000 paupers, d.w.z.
parasieten.
Natuurlijk geven ze van al hun ellende
de schuld aan het slechte Gouvernement
en aan hun vijanden, de volbloed-over-
hearschers I Voor Holland voelen ze geen
sikkepit en als ze 't konden, zouden ze
wit gaarne den totok-Nederlander in zee
drijven
Of er dan gevaar is voor opstand
Neen I In 't minst niet 1
Ten eerste zijn die paupers menschen
zonder 'n greintje energie en ten tweede
weten ze maar ai te goed, hoe intens gehaat
ze zijn bij het volk, hoe dat volk, ingeval
van oproer, onmiddellijk de zijde der
Begeering kiezen zou.
Steeds door de sinjo s geplaagd, belee-
digd, geslagen, getrapt, bestolen, zouden
Chineezen en Inlanders zeker niets liever
doan dan klopjachten organiseeren, om die
ongure „medeburgers" dood te knuppelen 1
Waar de geest der overgroote massa nu
zóó is, daar zal de indolente, ontzenuwde
sinjo het wel uit zijn hersens laten, om vrij
willig zich buiten bescherming der wet
te stellen.
Lt. Clookenkr Brousson b. d.
Magelang.
(i) Den staat van Europeaan, bedoelt
de schrijver.
Belangwekkend la hetgeen het Handelsblad
schrijft onder de rubriek „Hier en Daar" over
de Japansche vrouw.
In de positie der Japansche vronw, zoo
zegt dat artikel, is in den loop der jaren een
groote verandering gekomen. Terwijl zij zich
vroeger terugtrok in het gezin en als vrouw
en moeder een bescheiden plaats vervolde,
waarbij haar geheele vorming en ontwikke
ling zich bepaalden tot 't aesthetische ge
deelte, tot muziek en zang, letterkunde en
dichtkunst, bloemen schikken en een sierlijke
hondlng aannemen, treedt zij thans vaak in
openlijke concurrentie met de heeren der
schepping. Bij 't uit- en aangaan der scholen
ziet men, evenals bjj ons, de straat vol school-
een heel goedkoope soort vsn Europeesche
parepluies, die algemeen gebruikt J°rden-
In het oude Japan was er geen sprake
van vrouwen-quaestie". Het eenige beroep
der vrouw was trouwen, of liever uitgehuwe
lijkt worden De vrouwen werden beschouwd
alleen om de mannen te d i e n e n.
de Japansche moralist, zegt hierover het
V°'Men6beweert, dat het bij onze voorouders
~<.hmiknliik was een meisje na de geboorte
op den grond té leggen eu daar drie dagen
teP laten biggen. Ook "eraan ziet men dat
de man met den h e m e doch de vrouw
met de aarde moet vergeleken worden. En
uit dit gebrnik moet de vrouw leeren, ten
eerste, haar man te gehoorzamen, en ten
tweede, tevreden te zijn met haar neder.ge
positie. Hoogmoedig mag zg niet zgn, al
verdienen haar daden ook geprezen te wor
den Gaat zij daarentegen in het een of ander
te ver, dan moet zij terngkeeren en haar
font weer goedmaken, eer die openbaar
wordt. Zonder morren of boosheid moet zg
den spot van anderen verdragen en met
geduld en onderworpenheid lgden. Wanneer
een vrouw volgens deze voorschriften leeit.
zal haar huwelijksleven vol duurzame har
monie zijn, en haar gezin zal een tooneel van
vrede en eendracht te zien geven".
In zgn boek „Over da hoogere weten
schap der vrouwen" zegt deze wijze op een
andere plaats
„Een vrouw moet haar echtgenoot ais
haar heer beschouwen en hem dienen met
eerbied en deemoed zij mag hem niet min
achten of luchtig over hem denken.Zelis
in den droom mag zg niet jaloersoh zijn. Ge
draagt haar man zich niet goed, dan moet
zij hem dit onder het oog brengen, zonder
toornig te wordenIs hjj boos en onver
standig, dan moet zij zich beheerschen en
hem op zachten toon toespreken. Wil hij
niet naar haar luisteren, dan moet zij eer.i-
gen tijd laten voorbijgaan, om dan op de
zelfde wijze opnieuw te beginnen. Nooit mag
zg een knorrig gezicht zetten of driftig
spreken. Drievoudig is de plioht der gehoor
zaamheid voor een vrouw. Als kind gehoor
zaamt zg haar vader, als vrouw haar man en
als weduwe haar oudsten zoon".
Deze geleerde leefde in de zeventiende
eeuw, maar nog leven deze leerstellingen in
het hart van het volk.
Natuurlijk was de positie, die theoretisch
aan de Japansche vrouw werd toegekend,
niet steeds in overeenstemming met die, welke
zij practlsch innam. Nergens wordt misschien
de vrouw zoo zeer geminacht als in Korea,
en toch zegt men, dat zg daar meer dan
ergens anders de baas in huis is. Het was
een vrouw, de Keizerin Jingo, die dan half
mythlschen tocht naar Korea ondernam,
waarop de Japanners nog heden hun recht
op dat rjjk gronden. En dat de Japansche
vrouw zichzelf en de eer van haar huis des
noods met de wapens lu de hand weet te
verdedigen, bewijst menig voorbeeld uit de
geschiedenis.
Men moet ook niet uit het oog verliezen,
dat Kaibara, toen hg zijn boek over het
gedrag der Japansche vrouw schreef, zich
richtte tot de hoogere standen. Het lagere
volk, de „helmin", bezat geen rechten. Wie
zou er dus over desken, dien vrouwen een
leefregel voor te schrijven Beeds in oude
tg den, evenals nu, werd dan ook de vrouw
van den boer of den werkman, die haar man
hielp om het brood te verdienen, door bem
meer geacht, dan de dame uit hoogeren stand
door haar echtgenoot.
Langzamerhand is ook hierin verandering
gekomen. Naarmate de Westersche zeden
veld wonnen, werden ook aan de vrouw meer
voorrechten toegekend. In zgn houding tegen
over de dames bij hem aan huis richt de
welgestelde Japanner zich naar de kleeding
die hg draagt. In Europeesche kleeding
laat hij haar den voorrangin den Japan -
schen kimono treedt hg als de heer der
schepping op. In de wagens van de electri-
sche tram, die te Tokio bijna altgd zeer
vol zijn, omdat er veel gebruik van gemaakt
wordt door de middel- en lagere klasse, ziet
men vaak een man opstaan, om plaats te
maken voor een vrouw die hem onbekend
is. Dit is zeker het geval, wanneer de vrouw
een kind bij zich heeft. Eén ding ziet men
echter nooit van een Japanner dat hij een
pakje voor zgn vrouw draagt. Hg ziet er
voor zichzelf geen bezwaar in, en meent
dus, dat het een dame ook niet zal schaden,
als zg met een pakje loopt.
Waar de Japansche vrouw zloh in het
openbaar vertoont, geschiedt dit met beschei
denheid en terughouding, en vele dames
voelen zich nog niet thuis in de Europeesche
kleeding. Voorname dames verschijnen alleen
in het publiek bjj gelegenheid van deftige
nartiien vergaderingen van dames-commissies,
schoolfeesten en concerten. Naar den schouw
burg tf gaan woidt nog altgd al. ongepast
'"struisen tijd worden bydeBP^w
vaï kaartjes? bij de post al. telephonisten en
vooral in de drukkerij voor postzegels en
briefkaarten. En hier komen wg langzamer
hand tot de arbeidsters, die in al e mogelgke
beroepen dienst doen en dlkwi)ls een zeer
treurig leven leiden.
Ondanks allen vooruitgang volgen de
Japansche vrouwen voor het grootste ge
deelte nog het oude spoor. Dit moet hieraan
worden toegeschreven, dat bgna allen erop
kunnen rekenen, éénmaal in het huwelgk te
zullen treden, want in dit gelukkige land
zijn jonggezellen en oude vrijsters tot dusverre
nog onbekend. En al nadert ook eens een
Japansche vronw, misschien wel als onder
wijzeres, de dertig, en al dweept zg nóg zoo
met de rechten der vrouw, wanneer de uit
verkorene zloh eindelgk vertoont, aarzelt zg
niet, zloh te schikken in de ouderwetsche
positie van gehuwde vrouw.
Bubriek onder Bedaotie der Afd.
„Schagen e. o." van het N. O. G.
L. 8.
De af deeling „Sohagen" van het N. O. G.
meent, dat er voor heden geen aanleiding
bestaat de verdere uitgave van „De Witte
Banier" voort te zetten en neemt daarom bij
deze afscheid van hare lezers.
Het Bestuur der afd. Schagen
van het N. O. G.
Honderdjarigen.
De Amerikanen, die graag in alles het
record slaan, beroemen er zicb op, dat
hun land verreweg de meeste honderd
jarigen telt. Bij de laatste volkstelling
in de Vereenigde Staten werden 3536
honderdjarigen opgegeven. Eenigen twij-
vel mag men echter wel voeden, wat dit
groote aantal betreft. In sommige ge
deelten van de Vereenigde Staten bestaat
75 vaD de bevolking uit negers, die
niet heel nauwkeurig zgn op den datum
hunner geboorte. Zoo hield een neger
die er zeker niet ouder dan 65 of 70
jaar uitzag, stokstijf staande, dat hij op
den dag van de volkstelling juist 169
jaar werd.
Met meer recht dan de Vereenigde
Staten kan het eiland Ceylon er zich
op beroemen, het land van de honderd
jarigen te zijn. Daar is een vrouw van
121 jaar; 145 inwoners zijn over de
honderd en 95 menschen dit getal nabij.
Eigenaardig is, dat er van de 145
honderdjarigen 74 vrouwen en 71 mannen
zgnvan de 95 der tweede categorie
waren er 52 vrouwen.
In de Kaapkolie woont een vrouw, die
in 1784 geboren is. Het wonder
baarlijkste geval van een lang leven is
echter dat van iemand in San Salvador,
Michael Solis. Deze verklaarde in 1878,
dat hij 180 jaar oud was. Zijn hand-
teekening was reeds op een dokument
uit het jaar 1712 te lezen en een tach
tigjarige dokter herinnerde zich, dat
men in zijn jeugd al van Salis als van
een honderdjarige sprak. Voor eenige
jaren is de man gestorven.
China beschaaft zicb.
Er is reeds vroeger medegedeeld,
dat een aantal hoogwaardigheidsbeklee-
ders uit China een reis naar het buiten
land zonden ondernemen, ten einde daar
de bestuursinrichtingen en de economische
stelsels te bestudeeren. De tekst van
het edikt, waarbij die reis bevolen wordt,
luidt aldus:
Met het oog op den moeilijken toe
stand, waarin we ons op het oogenblik
bevinden, hebben we herhaaldelijk last
gegeven de noodzakelijkste hervormingen
in te voeren ten einde tot vooruitgang
op ieder gebied te geraken. Ofschoon in
de laatste paar jaren op verschiliefid
gebied pogingen tot hervorming in het
keel voortkwam. Hjj rukte aan zgn boord,
die hem benauwde en wendde zich af. Op de
teenen trad hjj de kamer binnen. Luiste
rend bleef hjj aan het bedje staan.
Buiten bezwoer Mia haar broer, hen
na alleen te laten. Zjj zwom in haar tranen.
Dodi sprak in haar hali-slaap een paar
woorden haar wangen waren gloeiend
heet voortdurend streken haar zenuw
achtige vingertjes over de dekens. Een
paar maal kromp haar ljjije ineen, als door
pjjn gefolterd. Dan kwam er een zacht ge
kreun.
De knieën knikten Max plotseling, hjj
moest vlug gaan zitten. Verward staarde
hjj de kleine zieke aan. Hjj vouwde de
handen en stamelde bjjna toonloos„Dodi,
sterf niet 1 Om Gods wil 1 Ach Dodi
mjjn kleine Dodi."
Mia vreeede, dat hjj haar wakker zon
maken zjj trad op hem toe, maar waagde
het niet te spreken. Zjjne verslagenheid
maar nog meer de onbarmhartigheid der
anderen, die haar zelf niet minder diep
getroffen had dan hem bracht haar plot
seling weer tot hem. Zjj zonk voor hem op
de knieën en drukte zich tegen hem aan.
„Spreek niet Mia," fluisterde hjj. „Treft
mjj eenige schuld, dan is de straf al zoo
zwaar."
Zjj schndde heftig het hoofd, zonder
haar gelaat op te beffen. „Ach, zoo wreed
zoo wreed kan de hemel onmogeljjk zgn,"
Lang bleven zjj elkaar vasthouden, naast
elkander zittend. Angst en vertrouwen
brachten hen in dit unr weer tezamen. Hjj
geloofde na weer aan haar liefde, daar zjj
niet, evenals haar familie, de gelegenheid
aangreep om hem verwjjten te maken
Weder kwam een aanval, waaronder de
kleine zieke smarteljjk kromde. Bjj dit
ljjden van de kleine drukte Max
Mia zoo vast tegen zich aan, dat haar bjjna
de adem werd benomen. Zwarte beelden
joegen voorbjj zgn koortsige fantasie.
De sohipbrenk van de Undine viel hem
weer te binnen, en het was, alsof hjj het
jammerend geschrei van de scheepsjongens
weer hoorde, die zichzelf reeds als verloren
beschouwden en zich aan elkaar vast
klemden.
De keel was hem als toegeschroefd, hjj
voelde zich als werd hjj gewurgd. Met alle
macht drukte hjj de handen samen, de
lippen op elkaar anders had de smart
hem overmand.
werk zijn gesteld, is er geen werkelijk
resultaat bereikt. Hiervan dragen^ alleen
de ambtenaren de schuld, die
vormingen moeten toepassen, maar me
weten wat hun te doen staat. Onder
deze omstandigheden is het moeilgk voor
ons land een betere toekomst te doen
aanbreken en het te redden uit den
dreigenden nood. Wij hebben derhalve
besloten prins Tsai-Tse, den vice-president
van bet ministerie van financiën Tai-
Hoeng-Tse, den groot-secretaris Hsu-
Sji-Sjang en den gouverneur van Hoenan
Toean-Fang met een aantal ambtenaren
naar het buitenland te zenden ze zullen
in de eerste plaats Japan en het avond
land bezoeken, om de inrichtingen van
bestuur ea de economische stelsels te
bestudeeren, de passende inrichtingen
zullen dan ook in China worden inge
voerd. Zijn de boven aangegeven stappen
gedaan, dan zullen in het vervolg na
elkander groepen mannen naar het bui
tenland worden gezonden, waar ze met
de grootste zorgvuldigheid vreemde in
stellingen moeten bestudeeren, teneinde
deze ook in ons land in te voeren. We
hopen dat ieder zgn best zal doen om
zich het vertrouwen waardig te maken,
dat we in hem stellen. Wat de onkos
ten van de zending betreft, bevelen wij
onzen ministers van het Weiwoepoe en
het ministerie van financiën daarin te
voorzien.
Een zeldzaam tooneel
had in Zuid-Wales plaats. Sedert
Vrijdag vermiste men daar een driejarig
jongetje uit Abretilleiy. Zevenduizend
man meest mijnwerkers gingen
nu in groepjes van vier 'savonds laat aan
't zoeken in de Pontypoolbergen onder
hevige regens. Maar alles tevergeefs. Het
kind werd niet gevonden. Men berekent,
dat de mannen een 800 pd. st. loon of
ferden aan hun menschlievend werk.
Op h e t e i 1 a n d S t r o m b o 1 i
(Italië) heeft een hevige vulkanische
uitbarsting plaats gehad, gepaard gaande
met het uitwerpen van groote witgloei
ende steenen. Een dichte, zwarte, onge
veer 400 M. hooge rookzuil hult het
geheele eilanl in duisternis. Door den
hevigen luchtdruk sprongen de vensters.
Onder de bewoners is een paniek uit
gebroken.
De Budipesti Naplo
geeft wat zij noemt een typisch
staaltje van de ontwikkeling der Roe-
meensche Boeren in Zuid-Hongarije.
Enkele dagen geleden overleed in een
dorp aldaar plotseling de boer Thodja
Besza. De gendarmerie vertrouwde het
zaakje niet te best en gelastte opgraving
van het lijk. Men ontdekte toen, dat de
doode aan handen, voeten en hals met
lange draadnagels in de doodkist was
vastgespijkerd. Een spijker was hem zelfs
door het hart geslagen. Een ingesteld
onderzoek bracht aan 't licht, dat een
oude vrouw, een zekere Olga Jokan, dit
lugubere werk had verricht Zij bekende,
dat zij het reeds verscheiden keeren bij de
hand had gehad en wel op verzoek harer
dorpsgenooten. Zij deed het overigens uit
volle overtuiging, omdat, naar zij zeide,
„de afgestorvenen, die aan een onbekende
ziekte waren overleden, steeds naar hun
huis terugkeerden en hun verwanten met
dezelfde ziekte besmettendaarom was
zulk vastspijkeren een oud gebruik in
j Roemeensche dorpen".
Niettegenstaande deze plausibele ver
klaring werd het oude mensch voorloopig
in hechtenis genomen. De justitie wenschte
nadere opheldering omtrent den spijker
door het hartzjj was wat Eceptisch
uitgevallen ten aanzien van dit volks
geloof,
De bliksemsnelle bruide
gom.
De zaak Witzloff neemt reusachtige
proporties aan. Het schijnt dat men
hier te doen heeft niet enkel met den
multi-gamist, maar met een heel oplich-
ters-syndicaat. Witz'off zou door bemid.
deling van een zoogenaamd Schadchec
of huwelijksmakelaar, die de trouwlustige'
vrouwen met hem in aanraking braoht
zijn slag hebben geslagen. Hij maakte
zich dan aangenaam bij de slachtoffers
om onmiddellijk na het huwelijk met den
buit te verdwijnen.
Naar de Amerikaansche bladen bewe.
ren, heeft Witzloff, de „bliksemsnelle",
het record van zijn mede multi-gaD1jHj
Hoch geslagen met minstens 50 huwe
lijken. De meeste slachtoffers van de
Witzloff bende zgn meisjes en vrouwen
van Duitsch-Israelietischo origine
De wijze waarop Witzloff zgn slacht
offers pleegde te winnen, was, haar te
overladen met attenties en beleefdheden.
Zij dachten dan, dat iemand met z66
uitstekende manieren niet dan een uit
stekend echtgenoot kon wezen, en liepen
in de val.
Witzloff is nog altijd niet gearresteerd.
Merkwaardigerwijs publiceeren de
Amerikaansche bladen juist dezer dagen
het portret van zekere juffrouw Hupler,
die, de rollen omkeerende, zich mei
succes schijnt te hebben toegelegd op
het vak van multi-gamis'e Zij wordt
beschuldigd succesievelijk in den echt te
zijn getreden met acht mannen.
Datgat een goed eind.
Een verdronkene, verleden week uit
de Bamber opgevischt, te Montignies,
werd door eene vrouw herkend als zijnde
haar echtgenoot, Serafien Demersman,
mijnwerker, van Peronchamps. Sedert
lang leefden de twee echtgenooten ge
scheiden van elkander. De begrafenis had
p'aats en aangifte van het sterfgeval
werd gedaan in den burgerlij k»m stand-
Maandagmorgen ontving vrouw Demers
man het onverwacht bezoek van haren
man den ware Een zekere gelijkheid
had haar bij de herkenning bedrogen?
Beide echtgenooten vielen in elkanders
armen en een verzoening had plaats
tusschen den levenden doode en zijne
vrouw. Onder wettelijk opzicht, blijft
de man dood en da vrouw weduwe, tot
dat de akte van overlijden zal veranderd
wezen. Intusschen wonen man en vrouw
samen en betoonen zij elkander hunne
beste gevoelens.
door de
(2en Kermisdag),
in het lokaal van den Heer SC HSR-
M8RHORN aldaar.
II
Programma.
Oorspronkelijk tooneelspel met Zang
in 3 bedrijven en een Voorspel
door ANTONIF.
Komische Bcène.
Aanvang 71/, uur. Elltrée i 0.50.
Plaatsen te bespreken a 10 Ct. extra,
wat bij de bespreking moet worden
voldaan.
De entree is verschuldigd voor het
geheele lokaal.
Maar de oorzaak van Dodi's ziekte werd
dienzelfden nacht nog geconstateerd en
die was toch wezen ljjk anders dan de
Macgelsdotfi's in hun jjver om Max alle
schuld te geven, aangenomen hadden.
Na een uur van werkeljjk benauwd-zjjn
had de kleine nog eenmaal haar maagje
geleegd, toen sliep zjj rustig zonder wakker-
worden tot den morgen.
Tegen twee unr gingen de ouders naar
bed. Beiden lagen nog lang wakker, nauw
lettend luisterend naar de ademhaling van
het kind.
Het was kort voor het morgenkrieken,
toen men op de middelste étage van de
villa, waar Alwin en Elisabeth sliepen,
zeer onrustig werd. Dadel ij k daarop werd
Christina gehaald. Mia ging naar de oor
zaak vragen en kwam te weten, dat
Elisabeth onder dezelfde verschijnselen
als Dodi ziek geworden was.
En 's morgens stond ook grootmama
niet op. Zjj was zoo onwel, dat zjj het
hoofd bjjna niet rechtop houden kon.
Om acht uur verscheen een dokter. Dodi
was goed uitgeslapen zjj was nog wel een
weinig bleek, maar van koorts was geen
spoor meer te ontdekken.
Na het onderzoek van den dokter bleek,
dat allen, die den vorigen avond melk hadden
gedronken bjj hun thuiskomst, ziek ge-1
worden waren. Het moest dus aan de melk
gelegen hebben of aan de pan, waarin I
die gekookt was.
Dat laatste wilde Elisabeth, die was
bleek zag, onder geen enkel beding toe-1
geven, want zjj had juist gisteravond zelf
de melk gekookt.
Lachend ging de dokter meê naar de I
keuken, waar de pannen van den vorigen
avond nog stonden.
Toen zjj terugkeerden lachte de dokter
nog steeds. Maar Elisabeth was, zoo
mogelijk, nog een greintje bleeker. „Nu,
dat kan immers de beste huisvrouw wel
eens overkomen, dat zjj een verkeerde pan 1
neemt," troostte haar de arts.
Zoo eindigde dit voorval, dat al de ge
moederen in opstand had gebracht en zoo-
veel hartstochten had opgewekt, met een
komisch slot.
Maar tusschen Max Olfers en de beide
Mangelsdorffs bleef een wrok over het
voorgevallene bestaan.
In de volgende dagen nam Max aan
geen enkele gemeenschappelijke wandeling
meer deel; ook zag men hem niet aan
taiel.
Hjj had Krosta een bezoek gebracht,
deze had hem dat beantwoord en hem ten
eten gevraagd. Daarop noodigde Olfers
Krosta wederkeerig, maar ook in een restau
rant, onder het voorwendsel dat groot
mama nog niet geheel hersteld was Hier
voor kon Mia niet bedanken en zoodoende
werd dat een gezellig dineetje.
Krosta, die zjjn koffers reeds gepakt had,
bleef toen nog twee dagen langer en
Zondags maakten de beide heeren een
zeiltocht naar Kolberg.
Maandagmiddag moest Max te Kiel aan
boord zgn Mia dacht met Dodi nog een
tgdlang de gast van grootmama te zjjn.
Heel onverwacht beval Max, dat ook
Mia de koffers EOq pakken Hjj zeide dit
zoo beslist, dat zjj niet eens een poging
deed om tegen te spreken. Het viel haar op,
hoe opgeruimd hjj, ondanks zjjn vertrek
was.
In iden grond van haar hart was zjj er
dankbaar voor, nu ook te kunnen ver
trekken en tenminste den laatsten avond
met hem alleen te kunnen doorbrengen.
In haar eigen huis kwam met de droefheid
over het aanstaand vertrek, toch de oude
stemming weer over haar.
Het was laat toen zjj aankwamen. De
matroos, die hen aan het station ontving
om voor de bagage te zorgen, had een deel
van hunne woning in orde gebracht. Daar
de dienstmeid nog niet thuis was, moest
Mia zelf voor alles zorgen. Misschien was
het juist het huisvrouweljjke, dat haar voor
uT bekorin« I«> de eet
deTnJ"g v-6r DOg on8ez«Hig uit, want
de gordgnen hingen nog niet eens Daarom
dineerden zg in Mia's kleine salon. Hier
ad Max zelf de lampen aangestoken, ook
f® ,kaa,r8e° °JP de Piano, het moest er nu
recht feestelgk uitzien, opdat men het
meest vnendeljjke aandenken aan dit uur
zou bewaren Dodi mocht Jaeger dan gfi'
woonljjk opbljjven, zjj was zoo lief en hielp
haar moeder jjverig de tafel dekken en
versierde die met de reeds verwelkte bloe
men, die zjj 's morgens in Mistroy had
geplukt.
Toen de kleine maaltjjd was afgeloopen,
gebood Msx met een plechtig gebaar stil e
en ging op zjjn teenen, zacht voor zich heen
prevelend, naar het balcon. Daar haa
hjj door den matroos een flssch champig06
laten brengen.
„O jouw losbol, verkwisterriep M'»i
die reeds wat angstig geworden was, hem
toe, toen zjj hem met zjjn flesch zag terug
komen.
„Doodstil, kinderen I" fluisterde hjj. Over
dreven geheimzinnig, schuw, alsof «e
Mangelsdorffs of grootmama konden binnen
komen, ontkurkte bjj de flesch en schonk
het vurige nat in, daarna met de anderen
aanstootend.
Ook Dodi kreeg een vingerhoed vol, W0'
selserwater vermengd, zjj slurpte trotse11
en begeesterd, met gesloten oogen.
een oude proever." beweerde Mtx lachend'
„Zie zoo," zeide Max, „nu houd ?0^
rede." Maar het was geen feestrede.
nam èn vrouw èn kind ieder op een k°10'
drukte ze eens warm tegen zich aan 06
sprak
„Alzoo, kinderen, de hoofdzaak staat vast-
ik zal mjj in de toekomst niet meer
jelui behoeven te scheiden. Slechts deze re'®
maak ik nog als ik weer aan I»00
kon, bljjf ik bjj je, dan adem ik steed'
met jelui dezelfde lucht, dan zien
elkaar eiken dag."
WORDT VERVOLGD.