mn mtvluu. ss* enBgde r:Pz°zz vassss De iapansche vrouw. BntajjbRkaw „OsSerllie GeleÉf te St. Maarten, 't Lied van Moeder. De Witte Banier. Gemengd Nieuws. ADVERTENTIÈN. op Maandag 4 Sept.ly05, 2- Leve de Solidariteit. Na afloop Kermis naar den eisch zullen kunnen voeren, niet anders dan een weinig benijdenswaardig lot te verwachten." Mag dat dan maar steeds zóó doorgaan, lezer Moet dat alles maar besteed bljjven met een „après nous le deluge f meisjes, die vrooljjk samen babbelend met haar boeken in een doek gepakt, naar huis of naar school wandelen. De schoolmeisjes zijn gemakkelgk te her kennen aan den donkerbruinen rok, die met linten over den eigenleken kimono word En nu even een paar staaltjes van de lamlendigheid der sinjo s. Te S. ken ik een verlamden Indo, een scunperd, die van het Assistent-Residentie kantoor maandelijks tien gulden, van den Pastoor vijf pop en van eenige medelijdende iogezetenen te zamen nog zeventien gulden ontvangt. Totaal bedraagt 's mans maandelgkscn inkomen dus twee-en-dertig gulden. Voor een pauper een rijk bestaan 1 Nu heeft die ongelukkige twee opge schoten jongens van 18 4 20 jaar, zijn zoons, die niets niemendal uitvoeren, cmdatvader toch tjoekoep (voldoende) heeft, ook voor hen 1 fl. De een, toevallig een stevige, flink ge bouwde kerel, wil geen soldaat worden, wanthet is tegenwoordig veel te zwaar dienen bij het bataljon 1 D© ander kocht een guitaar op ai betaling van f 5 's maande, op albetaling van het geld dat goede menschen voor den onge- lukkigen vader bestemd hebben 1 Te B. was een sinjo, die z'n dertienjarig zusje exploiteerde 1 Te G. kwam een haveloos gekleede Indo van ongeveer zeventien jaar in het hotel om te bedelen. Z'n moeder was zwaar ziek, zei hij, en werk was er niet te krijgen. Ik wilde den knaap op de proef stellen en zei, dat hij een gulden kon verdienen door mijn schoenen netjes te poetsen, m'n kofiars uit te pakken en m'n kleeren af te borstelen. Mjjn vriendelijk aanbod werd beloond met een verontwaardigd„Ik ben geen Inlander I" Men begrijpt, dat de „fiere Europeaan" zonder een rooien cent kon afmarcheeren 1 En zóó zou ik wel tien Penkrassen kun nen vullen met m'n persoonlijke, meestal bittere ervaringen op paupergebied. 't Is een ongelukkig, verwaand, dom tusschenras, dat zich tot overmaat van ramp nog ontzettend vermenigvuldigt. Op Java alleen zijn van de 76.000 Euro- peanener ongeveer 20.000 paupers, d.w.z. parasieten. Natuurlijk geven ze van al hun ellende de schuld aan het slechte Gouvernement en aan hun vijanden, de volbloed-over- hearschers I Voor Holland voelen ze geen sikkepit en als ze 't konden, zouden ze wit gaarne den totok-Nederlander in zee drijven Of er dan gevaar is voor opstand Neen I In 't minst niet 1 Ten eerste zijn die paupers menschen zonder 'n greintje energie en ten tweede weten ze maar ai te goed, hoe intens gehaat ze zijn bij het volk, hoe dat volk, ingeval van oproer, onmiddellijk de zijde der Begeering kiezen zou. Steeds door de sinjo s geplaagd, belee- digd, geslagen, getrapt, bestolen, zouden Chineezen en Inlanders zeker niets liever doan dan klopjachten organiseeren, om die ongure „medeburgers" dood te knuppelen 1 Waar de geest der overgroote massa nu zóó is, daar zal de indolente, ontzenuwde sinjo het wel uit zijn hersens laten, om vrij willig zich buiten bescherming der wet te stellen. Lt. Clookenkr Brousson b. d. Magelang. (i) Den staat van Europeaan, bedoelt de schrijver. Belangwekkend la hetgeen het Handelsblad schrijft onder de rubriek „Hier en Daar" over de Japansche vrouw. In de positie der Japansche vronw, zoo zegt dat artikel, is in den loop der jaren een groote verandering gekomen. Terwijl zij zich vroeger terugtrok in het gezin en als vrouw en moeder een bescheiden plaats vervolde, waarbij haar geheele vorming en ontwikke ling zich bepaalden tot 't aesthetische ge deelte, tot muziek en zang, letterkunde en dichtkunst, bloemen schikken en een sierlijke hondlng aannemen, treedt zij thans vaak in openlijke concurrentie met de heeren der schepping. Bij 't uit- en aangaan der scholen ziet men, evenals bjj ons, de straat vol school- een heel goedkoope soort vsn Europeesche parepluies, die algemeen gebruikt J°rden- In het oude Japan was er geen sprake van vrouwen-quaestie". Het eenige beroep der vrouw was trouwen, of liever uitgehuwe lijkt worden De vrouwen werden beschouwd alleen om de mannen te d i e n e n. de Japansche moralist, zegt hierover het V°'Men6beweert, dat het bij onze voorouders ~<.hmiknliik was een meisje na de geboorte op den grond té leggen eu daar drie dagen teP laten biggen. Ook "eraan ziet men dat de man met den h e m e doch de vrouw met de aarde moet vergeleken worden. En uit dit gebrnik moet de vrouw leeren, ten eerste, haar man te gehoorzamen, en ten tweede, tevreden te zijn met haar neder.ge positie. Hoogmoedig mag zg niet zgn, al verdienen haar daden ook geprezen te wor den Gaat zij daarentegen in het een of ander te ver, dan moet zij terngkeeren en haar font weer goedmaken, eer die openbaar wordt. Zonder morren of boosheid moet zg den spot van anderen verdragen en met geduld en onderworpenheid lgden. Wanneer een vrouw volgens deze voorschriften leeit. zal haar huwelijksleven vol duurzame har monie zijn, en haar gezin zal een tooneel van vrede en eendracht te zien geven". In zgn boek „Over da hoogere weten schap der vrouwen" zegt deze wijze op een andere plaats „Een vrouw moet haar echtgenoot ais haar heer beschouwen en hem dienen met eerbied en deemoed zij mag hem niet min achten of luchtig over hem denken.Zelis in den droom mag zg niet jaloersoh zijn. Ge draagt haar man zich niet goed, dan moet zij hem dit onder het oog brengen, zonder toornig te wordenIs hjj boos en onver standig, dan moet zij zich beheerschen en hem op zachten toon toespreken. Wil hij niet naar haar luisteren, dan moet zij eer.i- gen tijd laten voorbijgaan, om dan op de zelfde wijze opnieuw te beginnen. Nooit mag zg een knorrig gezicht zetten of driftig spreken. Drievoudig is de plioht der gehoor zaamheid voor een vrouw. Als kind gehoor zaamt zg haar vader, als vrouw haar man en als weduwe haar oudsten zoon". Deze geleerde leefde in de zeventiende eeuw, maar nog leven deze leerstellingen in het hart van het volk. Natuurlijk was de positie, die theoretisch aan de Japansche vrouw werd toegekend, niet steeds in overeenstemming met die, welke zij practlsch innam. Nergens wordt misschien de vrouw zoo zeer geminacht als in Korea, en toch zegt men, dat zg daar meer dan ergens anders de baas in huis is. Het was een vrouw, de Keizerin Jingo, die dan half mythlschen tocht naar Korea ondernam, waarop de Japanners nog heden hun recht op dat rjjk gronden. En dat de Japansche vrouw zichzelf en de eer van haar huis des noods met de wapens lu de hand weet te verdedigen, bewijst menig voorbeeld uit de geschiedenis. Men moet ook niet uit het oog verliezen, dat Kaibara, toen hg zijn boek over het gedrag der Japansche vrouw schreef, zich richtte tot de hoogere standen. Het lagere volk, de „helmin", bezat geen rechten. Wie zou er dus over desken, dien vrouwen een leefregel voor te schrijven Beeds in oude tg den, evenals nu, werd dan ook de vrouw van den boer of den werkman, die haar man hielp om het brood te verdienen, door bem meer geacht, dan de dame uit hoogeren stand door haar echtgenoot. Langzamerhand is ook hierin verandering gekomen. Naarmate de Westersche zeden veld wonnen, werden ook aan de vrouw meer voorrechten toegekend. In zgn houding tegen over de dames bij hem aan huis richt de welgestelde Japanner zich naar de kleeding die hg draagt. In Europeesche kleeding laat hij haar den voorrangin den Japan - schen kimono treedt hg als de heer der schepping op. In de wagens van de electri- sche tram, die te Tokio bijna altgd zeer vol zijn, omdat er veel gebruik van gemaakt wordt door de middel- en lagere klasse, ziet men vaak een man opstaan, om plaats te maken voor een vrouw die hem onbekend is. Dit is zeker het geval, wanneer de vrouw een kind bij zich heeft. Eén ding ziet men echter nooit van een Japanner dat hij een pakje voor zgn vrouw draagt. Hg ziet er voor zichzelf geen bezwaar in, en meent dus, dat het een dame ook niet zal schaden, als zg met een pakje loopt. Waar de Japansche vrouw zloh in het openbaar vertoont, geschiedt dit met beschei denheid en terughouding, en vele dames voelen zich nog niet thuis in de Europeesche kleeding. Voorname dames verschijnen alleen in het publiek bjj gelegenheid van deftige nartiien vergaderingen van dames-commissies, schoolfeesten en concerten. Naar den schouw burg tf gaan woidt nog altgd al. ongepast '"struisen tijd worden bydeBP^w vaï kaartjes? bij de post al. telephonisten en vooral in de drukkerij voor postzegels en briefkaarten. En hier komen wg langzamer hand tot de arbeidsters, die in al e mogelgke beroepen dienst doen en dlkwi)ls een zeer treurig leven leiden. Ondanks allen vooruitgang volgen de Japansche vrouwen voor het grootste ge deelte nog het oude spoor. Dit moet hieraan worden toegeschreven, dat bgna allen erop kunnen rekenen, éénmaal in het huwelgk te zullen treden, want in dit gelukkige land zijn jonggezellen en oude vrijsters tot dusverre nog onbekend. En al nadert ook eens een Japansche vronw, misschien wel als onder wijzeres, de dertig, en al dweept zg nóg zoo met de rechten der vrouw, wanneer de uit verkorene zloh eindelgk vertoont, aarzelt zg niet, zloh te schikken in de ouderwetsche positie van gehuwde vrouw. Bubriek onder Bedaotie der Afd. „Schagen e. o." van het N. O. G. L. 8. De af deeling „Sohagen" van het N. O. G. meent, dat er voor heden geen aanleiding bestaat de verdere uitgave van „De Witte Banier" voort te zetten en neemt daarom bij deze afscheid van hare lezers. Het Bestuur der afd. Schagen van het N. O. G. Honderdjarigen. De Amerikanen, die graag in alles het record slaan, beroemen er zicb op, dat hun land verreweg de meeste honderd jarigen telt. Bij de laatste volkstelling in de Vereenigde Staten werden 3536 honderdjarigen opgegeven. Eenigen twij- vel mag men echter wel voeden, wat dit groote aantal betreft. In sommige ge deelten van de Vereenigde Staten bestaat 75 vaD de bevolking uit negers, die niet heel nauwkeurig zgn op den datum hunner geboorte. Zoo hield een neger die er zeker niet ouder dan 65 of 70 jaar uitzag, stokstijf staande, dat hij op den dag van de volkstelling juist 169 jaar werd. Met meer recht dan de Vereenigde Staten kan het eiland Ceylon er zich op beroemen, het land van de honderd jarigen te zijn. Daar is een vrouw van 121 jaar; 145 inwoners zijn over de honderd en 95 menschen dit getal nabij. Eigenaardig is, dat er van de 145 honderdjarigen 74 vrouwen en 71 mannen zgnvan de 95 der tweede categorie waren er 52 vrouwen. In de Kaapkolie woont een vrouw, die in 1784 geboren is. Het wonder baarlijkste geval van een lang leven is echter dat van iemand in San Salvador, Michael Solis. Deze verklaarde in 1878, dat hij 180 jaar oud was. Zijn hand- teekening was reeds op een dokument uit het jaar 1712 te lezen en een tach tigjarige dokter herinnerde zich, dat men in zijn jeugd al van Salis als van een honderdjarige sprak. Voor eenige jaren is de man gestorven. China beschaaft zicb. Er is reeds vroeger medegedeeld, dat een aantal hoogwaardigheidsbeklee- ders uit China een reis naar het buiten land zonden ondernemen, ten einde daar de bestuursinrichtingen en de economische stelsels te bestudeeren. De tekst van het edikt, waarbij die reis bevolen wordt, luidt aldus: Met het oog op den moeilijken toe stand, waarin we ons op het oogenblik bevinden, hebben we herhaaldelijk last gegeven de noodzakelijkste hervormingen in te voeren ten einde tot vooruitgang op ieder gebied te geraken. Ofschoon in de laatste paar jaren op verschiliefid gebied pogingen tot hervorming in het keel voortkwam. Hjj rukte aan zgn boord, die hem benauwde en wendde zich af. Op de teenen trad hjj de kamer binnen. Luiste rend bleef hjj aan het bedje staan. Buiten bezwoer Mia haar broer, hen na alleen te laten. Zjj zwom in haar tranen. Dodi sprak in haar hali-slaap een paar woorden haar wangen waren gloeiend heet voortdurend streken haar zenuw achtige vingertjes over de dekens. Een paar maal kromp haar ljjije ineen, als door pjjn gefolterd. Dan kwam er een zacht ge kreun. De knieën knikten Max plotseling, hjj moest vlug gaan zitten. Verward staarde hjj de kleine zieke aan. Hjj vouwde de handen en stamelde bjjna toonloos„Dodi, sterf niet 1 Om Gods wil 1 Ach Dodi mjjn kleine Dodi." Mia vreeede, dat hjj haar wakker zon maken zjj trad op hem toe, maar waagde het niet te spreken. Zjjne verslagenheid maar nog meer de onbarmhartigheid der anderen, die haar zelf niet minder diep getroffen had dan hem bracht haar plot seling weer tot hem. Zjj zonk voor hem op de knieën en drukte zich tegen hem aan. „Spreek niet Mia," fluisterde hjj. „Treft mjj eenige schuld, dan is de straf al zoo zwaar." Zjj schndde heftig het hoofd, zonder haar gelaat op te beffen. „Ach, zoo wreed zoo wreed kan de hemel onmogeljjk zgn," Lang bleven zjj elkaar vasthouden, naast elkander zittend. Angst en vertrouwen brachten hen in dit unr weer tezamen. Hjj geloofde na weer aan haar liefde, daar zjj niet, evenals haar familie, de gelegenheid aangreep om hem verwjjten te maken Weder kwam een aanval, waaronder de kleine zieke smarteljjk kromde. Bjj dit ljjden van de kleine drukte Max Mia zoo vast tegen zich aan, dat haar bjjna de adem werd benomen. Zwarte beelden joegen voorbjj zgn koortsige fantasie. De sohipbrenk van de Undine viel hem weer te binnen, en het was, alsof hjj het jammerend geschrei van de scheepsjongens weer hoorde, die zichzelf reeds als verloren beschouwden en zich aan elkaar vast klemden. De keel was hem als toegeschroefd, hjj voelde zich als werd hjj gewurgd. Met alle macht drukte hjj de handen samen, de lippen op elkaar anders had de smart hem overmand. werk zijn gesteld, is er geen werkelijk resultaat bereikt. Hiervan dragen^ alleen de ambtenaren de schuld, die vormingen moeten toepassen, maar me weten wat hun te doen staat. Onder deze omstandigheden is het moeilgk voor ons land een betere toekomst te doen aanbreken en het te redden uit den dreigenden nood. Wij hebben derhalve besloten prins Tsai-Tse, den vice-president van bet ministerie van financiën Tai- Hoeng-Tse, den groot-secretaris Hsu- Sji-Sjang en den gouverneur van Hoenan Toean-Fang met een aantal ambtenaren naar het buitenland te zenden ze zullen in de eerste plaats Japan en het avond land bezoeken, om de inrichtingen van bestuur ea de economische stelsels te bestudeeren, de passende inrichtingen zullen dan ook in China worden inge voerd. Zijn de boven aangegeven stappen gedaan, dan zullen in het vervolg na elkander groepen mannen naar het bui tenland worden gezonden, waar ze met de grootste zorgvuldigheid vreemde in stellingen moeten bestudeeren, teneinde deze ook in ons land in te voeren. We hopen dat ieder zgn best zal doen om zich het vertrouwen waardig te maken, dat we in hem stellen. Wat de onkos ten van de zending betreft, bevelen wij onzen ministers van het Weiwoepoe en het ministerie van financiën daarin te voorzien. Een zeldzaam tooneel had in Zuid-Wales plaats. Sedert Vrijdag vermiste men daar een driejarig jongetje uit Abretilleiy. Zevenduizend man meest mijnwerkers gingen nu in groepjes van vier 'savonds laat aan 't zoeken in de Pontypoolbergen onder hevige regens. Maar alles tevergeefs. Het kind werd niet gevonden. Men berekent, dat de mannen een 800 pd. st. loon of ferden aan hun menschlievend werk. Op h e t e i 1 a n d S t r o m b o 1 i (Italië) heeft een hevige vulkanische uitbarsting plaats gehad, gepaard gaande met het uitwerpen van groote witgloei ende steenen. Een dichte, zwarte, onge veer 400 M. hooge rookzuil hult het geheele eilanl in duisternis. Door den hevigen luchtdruk sprongen de vensters. Onder de bewoners is een paniek uit gebroken. De Budipesti Naplo geeft wat zij noemt een typisch staaltje van de ontwikkeling der Roe- meensche Boeren in Zuid-Hongarije. Enkele dagen geleden overleed in een dorp aldaar plotseling de boer Thodja Besza. De gendarmerie vertrouwde het zaakje niet te best en gelastte opgraving van het lijk. Men ontdekte toen, dat de doode aan handen, voeten en hals met lange draadnagels in de doodkist was vastgespijkerd. Een spijker was hem zelfs door het hart geslagen. Een ingesteld onderzoek bracht aan 't licht, dat een oude vrouw, een zekere Olga Jokan, dit lugubere werk had verricht Zij bekende, dat zij het reeds verscheiden keeren bij de hand had gehad en wel op verzoek harer dorpsgenooten. Zij deed het overigens uit volle overtuiging, omdat, naar zij zeide, „de afgestorvenen, die aan een onbekende ziekte waren overleden, steeds naar hun huis terugkeerden en hun verwanten met dezelfde ziekte besmettendaarom was zulk vastspijkeren een oud gebruik in j Roemeensche dorpen". Niettegenstaande deze plausibele ver klaring werd het oude mensch voorloopig in hechtenis genomen. De justitie wenschte nadere opheldering omtrent den spijker door het hartzjj was wat Eceptisch uitgevallen ten aanzien van dit volks geloof, De bliksemsnelle bruide gom. De zaak Witzloff neemt reusachtige proporties aan. Het schijnt dat men hier te doen heeft niet enkel met den multi-gamist, maar met een heel oplich- ters-syndicaat. Witz'off zou door bemid. deling van een zoogenaamd Schadchec of huwelijksmakelaar, die de trouwlustige' vrouwen met hem in aanraking braoht zijn slag hebben geslagen. Hij maakte zich dan aangenaam bij de slachtoffers om onmiddellijk na het huwelijk met den buit te verdwijnen. Naar de Amerikaansche bladen bewe. ren, heeft Witzloff, de „bliksemsnelle", het record van zijn mede multi-gaD1jHj Hoch geslagen met minstens 50 huwe lijken. De meeste slachtoffers van de Witzloff bende zgn meisjes en vrouwen van Duitsch-Israelietischo origine De wijze waarop Witzloff zgn slacht offers pleegde te winnen, was, haar te overladen met attenties en beleefdheden. Zij dachten dan, dat iemand met z66 uitstekende manieren niet dan een uit stekend echtgenoot kon wezen, en liepen in de val. Witzloff is nog altijd niet gearresteerd. Merkwaardigerwijs publiceeren de Amerikaansche bladen juist dezer dagen het portret van zekere juffrouw Hupler, die, de rollen omkeerende, zich mei succes schijnt te hebben toegelegd op het vak van multi-gamis'e Zij wordt beschuldigd succesievelijk in den echt te zijn getreden met acht mannen. Datgat een goed eind. Een verdronkene, verleden week uit de Bamber opgevischt, te Montignies, werd door eene vrouw herkend als zijnde haar echtgenoot, Serafien Demersman, mijnwerker, van Peronchamps. Sedert lang leefden de twee echtgenooten ge scheiden van elkander. De begrafenis had p'aats en aangifte van het sterfgeval werd gedaan in den burgerlij k»m stand- Maandagmorgen ontving vrouw Demers man het onverwacht bezoek van haren man den ware Een zekere gelijkheid had haar bij de herkenning bedrogen? Beide echtgenooten vielen in elkanders armen en een verzoening had plaats tusschen den levenden doode en zijne vrouw. Onder wettelijk opzicht, blijft de man dood en da vrouw weduwe, tot dat de akte van overlijden zal veranderd wezen. Intusschen wonen man en vrouw samen en betoonen zij elkander hunne beste gevoelens. door de (2en Kermisdag), in het lokaal van den Heer SC HSR- M8RHORN aldaar. II Programma. Oorspronkelijk tooneelspel met Zang in 3 bedrijven en een Voorspel door ANTONIF. Komische Bcène. Aanvang 71/, uur. Elltrée i 0.50. Plaatsen te bespreken a 10 Ct. extra, wat bij de bespreking moet worden voldaan. De entree is verschuldigd voor het geheele lokaal. Maar de oorzaak van Dodi's ziekte werd dienzelfden nacht nog geconstateerd en die was toch wezen ljjk anders dan de Macgelsdotfi's in hun jjver om Max alle schuld te geven, aangenomen hadden. Na een uur van werkeljjk benauwd-zjjn had de kleine nog eenmaal haar maagje geleegd, toen sliep zjj rustig zonder wakker- worden tot den morgen. Tegen twee unr gingen de ouders naar bed. Beiden lagen nog lang wakker, nauw lettend luisterend naar de ademhaling van het kind. Het was kort voor het morgenkrieken, toen men op de middelste étage van de villa, waar Alwin en Elisabeth sliepen, zeer onrustig werd. Dadel ij k daarop werd Christina gehaald. Mia ging naar de oor zaak vragen en kwam te weten, dat Elisabeth onder dezelfde verschijnselen als Dodi ziek geworden was. En 's morgens stond ook grootmama niet op. Zjj was zoo onwel, dat zjj het hoofd bjjna niet rechtop houden kon. Om acht uur verscheen een dokter. Dodi was goed uitgeslapen zjj was nog wel een weinig bleek, maar van koorts was geen spoor meer te ontdekken. Na het onderzoek van den dokter bleek, dat allen, die den vorigen avond melk hadden gedronken bjj hun thuiskomst, ziek ge-1 worden waren. Het moest dus aan de melk gelegen hebben of aan de pan, waarin I die gekookt was. Dat laatste wilde Elisabeth, die was bleek zag, onder geen enkel beding toe-1 geven, want zjj had juist gisteravond zelf de melk gekookt. Lachend ging de dokter meê naar de I keuken, waar de pannen van den vorigen avond nog stonden. Toen zjj terugkeerden lachte de dokter nog steeds. Maar Elisabeth was, zoo mogelijk, nog een greintje bleeker. „Nu, dat kan immers de beste huisvrouw wel eens overkomen, dat zjj een verkeerde pan 1 neemt," troostte haar de arts. Zoo eindigde dit voorval, dat al de ge moederen in opstand had gebracht en zoo- veel hartstochten had opgewekt, met een komisch slot. Maar tusschen Max Olfers en de beide Mangelsdorffs bleef een wrok over het voorgevallene bestaan. In de volgende dagen nam Max aan geen enkele gemeenschappelijke wandeling meer deel; ook zag men hem niet aan taiel. Hjj had Krosta een bezoek gebracht, deze had hem dat beantwoord en hem ten eten gevraagd. Daarop noodigde Olfers Krosta wederkeerig, maar ook in een restau rant, onder het voorwendsel dat groot mama nog niet geheel hersteld was Hier voor kon Mia niet bedanken en zoodoende werd dat een gezellig dineetje. Krosta, die zjjn koffers reeds gepakt had, bleef toen nog twee dagen langer en Zondags maakten de beide heeren een zeiltocht naar Kolberg. Maandagmiddag moest Max te Kiel aan boord zgn Mia dacht met Dodi nog een tgdlang de gast van grootmama te zjjn. Heel onverwacht beval Max, dat ook Mia de koffers EOq pakken Hjj zeide dit zoo beslist, dat zjj niet eens een poging deed om tegen te spreken. Het viel haar op, hoe opgeruimd hjj, ondanks zjjn vertrek was. In iden grond van haar hart was zjj er dankbaar voor, nu ook te kunnen ver trekken en tenminste den laatsten avond met hem alleen te kunnen doorbrengen. In haar eigen huis kwam met de droefheid over het aanstaand vertrek, toch de oude stemming weer over haar. Het was laat toen zjj aankwamen. De matroos, die hen aan het station ontving om voor de bagage te zorgen, had een deel van hunne woning in orde gebracht. Daar de dienstmeid nog niet thuis was, moest Mia zelf voor alles zorgen. Misschien was het juist het huisvrouweljjke, dat haar voor uT bekorin« I«> de eet deTnJ"g v-6r DOg on8ez«Hig uit, want de gordgnen hingen nog niet eens Daarom dineerden zg in Mia's kleine salon. Hier ad Max zelf de lampen aangestoken, ook f® ,kaa,r8e° °JP de Piano, het moest er nu recht feestelgk uitzien, opdat men het meest vnendeljjke aandenken aan dit uur zou bewaren Dodi mocht Jaeger dan gfi' woonljjk opbljjven, zjj was zoo lief en hielp haar moeder jjverig de tafel dekken en versierde die met de reeds verwelkte bloe men, die zjj 's morgens in Mistroy had geplukt. Toen de kleine maaltjjd was afgeloopen, gebood Msx met een plechtig gebaar stil e en ging op zjjn teenen, zacht voor zich heen prevelend, naar het balcon. Daar haa hjj door den matroos een flssch champig06 laten brengen. „O jouw losbol, verkwisterriep M'»i die reeds wat angstig geworden was, hem toe, toen zjj hem met zjjn flesch zag terug komen. „Doodstil, kinderen I" fluisterde hjj. Over dreven geheimzinnig, schuw, alsof «e Mangelsdorffs of grootmama konden binnen komen, ontkurkte bjj de flesch en schonk het vurige nat in, daarna met de anderen aanstootend. Ook Dodi kreeg een vingerhoed vol, W0' selserwater vermengd, zjj slurpte trotse11 en begeesterd, met gesloten oogen. een oude proever." beweerde Mtx lachend' „Zie zoo," zeide Max, „nu houd ?0^ rede." Maar het was geen feestrede. nam èn vrouw èn kind ieder op een k°10' drukte ze eens warm tegen zich aan 06 sprak „Alzoo, kinderen, de hoofdzaak staat vast- ik zal mjj in de toekomst niet meer jelui behoeven te scheiden. Slechts deze re'® maak ik nog als ik weer aan I»00 kon, bljjf ik bjj je, dan adem ik steed' met jelui dezelfde lucht, dan zien elkaar eiken dag." WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1905 | | pagina 6