De t r a a
Zondag 3 September 1905.
49ste Jaargang No. 4076.
DERDE BLAD.
Uit en voor de Pers.
De stranding van de „Evertsen."
Postkantoor te Schagen.
Binnenlandsch Nieuws.
Duob
G. VON OMPTEDA.
o—
Op de begraafplaate, In het daartoe bestemde
lokaal, 8taat een groote prachtige dcolkist.
Fijn hout en zwaar metaalbeslag werden er
niet aan gespaard. Bovendien ligt het ge
vaarte haast bedolven onder ean berg van
bloemen.
Deze kist, een pronkstuk, bevat het stof
felijke overschot van een millionnair. Toen
hij nog leefde droeg bij den titel van Kom-
merzienrath. H9t lokaal is geheel met zwart
krip behangen en boven den doode zweeft
een zwarte baldakijn. Om de katafalk heen
staan vier-on-twintig groote zilveren kande
laars, twaalf aan weerszijden. Op het altaar
aan den wand prijkt een orucifix met kaarsen.
Rechts en links staan rijen stoelen, op welke
de rouwdragenden zitten allen zeer aan
zienlijke menschen. Het geheel maakt een
hoogst deftigen en plechtigen indruk.
Daarvoor is het dan ook eene begrafenis
der eerste klasse, die evenwel, alles inbegre-
p8n het zangkoor, dat een koraal zingt,
de horenblazers, de fooien, de grafrede, de
kaarsen, het behangen van de zaal, de
decoratieve bloemisterij, en al wat er verder
nog aan verschillende onkosten bijkomt
slechts achttienhonderd mark zal moeten
kosten. Voorwaar niet veel geld voor iets
zóó ongemeens. De overledene had dan ook
nog bij zijn leven deze gansche inrichting zoo
voorgeschreven en tot op den laatsten penning
geraamd. Want hj wist wel, dat zjne inhalige
erven hem anders zooveel eer niet zonden
bewezen hebben en hem zonder veel ceremo-
niëel onder den grond zonden hebben gestopt.
Maar één ding was er, dat hij met al zijn
geld niet kon bestellen, koopen en betalen
de tranen namelijk, de eerlijke, oprechte
tranen aan zijn graf.
Straks verschijnt de geestelijke en houdt
zijne rede. De tekst daartoe is door den
overledene zelf, bij zijn leven, gekozen. Hij
lnidt„Wees getrouw tot in den dood, zoo
zal ik u de kroon des eeuwigen levens
geven."
De ontslapene daar in de kist heeft blijk
baar van de ontzettende ironie dezer woorden
niets gevoeld. Indien de geestelijke de waar
heid kon en wilde zeggen, dan sou hij waar
schijnlijk.
Maar ook déé-in is met zorg voorzien
geworden. De man is eerst kortelings hier
in functie getreden, dus nog eoo goed als
vreemd. Hij wist van niets Hij kende den
overledene niet en moest dus om eenige
gegevens betriffende diens leven verzoeken.
Deze zijn hem door de erfgenamen welwil
lend verschaft. Want zoo iets kan men toch
welstaanshalve niet weigeren.Ea,uitgaande van
de leer van de dooden niets dan goed, hebben
de dankbare erven slechts de lichtzijden in
het verleden van den ontslapene opgerakeld
en de schaduwzijden zorgvnldig verborgen
gebonden. Dit was toch niet meer dan betame
lijk. Dit was men toch wel verschuldigd
aan een oom, wiens miilioecen men zoo aan
stonds met gretige handen onder elkaar
verdeelen zal.
De geestelijke hondt zich das in zijoe toe
spraak over den hem aangegeven tekst aan
de gebruikelijke oratorische wendingen, van
welke hij zich ook vroeger reeds bjj soort
gelijke gelegenheden tot algemeene tevreden
heid heeft bediend.
„Geachte rouwdragenden," zoo eindigt hij
zijne rede „van uwe lippen hoor ik de
vraagach, waarom moest hij reeds worden
weggenomen Waarom moest r6eds deze
man van nlt ons midden worden weggerukt:
deze man, wiens gansche leven en bedrjjf
voor allen een toonbeeld was van plichts ver
vulling Waarom moest deze rechtvaardige,
wiens arbeid nog jaren lang een zegen hadde
kunnen zijn voor geheel zijne omgeving, zoo
in de kracht zijns bestaan worden weggeroe
pen? Waarom? Geachte treurenden, wij
kennen niet de wegen Gods wij doorgron
den niet de redenen, om welke Hij zijnen
dienaar tot zich ontboden heeft. Maar één
ding weten wij, en van dit ééne hebben wij
de meest volkomen zekerheid: Wat God doet,
dat is welgedaan. Daarom willen wij ons
oefenen in bernsting, en wij willen onzen
troost vinden in de woorden van onzen tekst.
Want een getrouwe was hg Een getrouwe
was hij over veel en over veel zal hij
gesteld worden, naar de heerlijkheid der
belofte, die hem lichtend heeft voorgezweefd
in de vallei der groote schaduwen. Wees
getrouw tot in den dood, zoo zal ik n de
kroon des eeuwigen levens geven Amen."
Aldus de welmeenende predikant. Even
gaat er door da toehoorders eene beweging,
die voor ontroering zon kannen doorgaan.
Een paar dames snniten zioh den neus, het-
geen onder de lange krippen slnlers niet juist
KeP"akkelijk is. Er volgt nog een gebed.
Men gtaat op Acht huurlingen, zwart
gerokt, zilver gegalonneerd, met admlraals-
e eken, tillen de kist van de baar, op welke
B gerust heeft. De stoet zet zioh in bewe
end Daar bet Kraf- uaaste verwant, als
kort ^6r neven' ■topt voorop. Hj Is een
dikke, eeuwig-vergenoegd kijkende
i w'en het maar niet gelukken wil, zijn
z t 8 clownsgezicht in ernstige plooien te
h i u Hl tegendeel, door de inspanning, die
ij zich daartoe getroost, wordt het nog pot-
erlgker. De pelsjas, die hij draagt, past
,.em. n,et- Acht dagen geleden nog warmde
kleedlngstnk den overledene. De lachen-
erfgenaam heeft het haastig wat laten
fanderen, om bij de 'begrafenis er miê te
L- en- Het kan ook reeds kil zijn in Novem-
en nergens doet men zoo licht eene
*'e verkoudheid op, als op een kerkhof.
Achter den jurist stappen de andere heeren,
eneenB neven van den Kommerzlenrath,
famin B door hunne vrouwen in de
«mille aangehuwd.
trenn» ,haLD1er mceite om bijzonder
noK tBkeu' Waartoe ook? Waartoe nn
pe«oon m«r6d,e? 7 Een laD*<' magere
8chorenCeziL?^,KOnden brÜ en een Kla^®"
haalt midden V oltliet B,s een geleerde,
voor den d.K S"J\W,ac,de,iD«
8* «ulst bijtgds nog brengt zjjn
fatale
buurman hem in herinnering, w aar hij zich
bevindt en verschrikt over zijn eigen
professorale verstrooidheid steekt hij het rook
artikel weder weg.
Heel achteraan komt ook eene commissie
uit de werklieden In de fabriekon van den
overledene. De dames zijn niet meegegaan.
Wat er verder geschiedt, heeft geen be
schrijving noodlg. De kist wordt in de groeve
neergelaten, en de geestelijke spreekt een
gebed de gebruikelijke woorden. Muzikan
ten blazen natuurlijk den treurmarsch van
ChopiD.
Nu treedF de arbeidersgroep op den voor
grond. Ean krans en een palmtak neerleg
gend, zegt de aanvoerder, een oud man met
grijzen baard
„Uit naam van de werklieden der fabrieken
en ijzersmelterijen."
Verder ni6ts. Man verwacht meer maar
de Bpreker treedt terug. Nu nógmasls een
gebed. De drie handen vol aarde plcffjn op
de kist. De plechtigheid is afgeloopen.
De oude werkman wist echter wel, waarom
hjj niet sprak. Elk woord méér zou een
schending van d3n kerkhofvrede, óf een leu
gen hebben moeten zijn.
Want de man met de begrafenis der eerste
klasse aohttienhonderd mark en den
tekst „Wees getrouw tot in den dood
die man is een hardvochtige patroon, een
meedoogenloos mensch geweest een Croe
sus, een geldwolf, niet waard door zjjne mede-
menschen beweend te worden. De eenige
tranen, welke hij deed vloeien, waren die
van afgewezen armen en tot wanhoop gedre
ven schuldenaren. Geen oog is er vcchtig
geworden bjj zijnen dood maar verwenschin-
gen zijn hem gevolgd, en zuchten van
verlichting hebben zijnon laatsten gang
begeleid.
Naar zijn graf zal niemand meer komen
omzien. Het ligt alreeds verlaten.
Daar de rouwstoet is reeds lang in de
koetsen naar huis gereden, tot een gezelligen
maaltijd, die na da konde expeditie kocteljjk
smaken zal, daar verschijnt op het kerk
hof een nakomer, een bejaard man. Hjj
draagt in de hand een kleinen, scbainelen
krans schamel, zooals hij zelf gekleed is.
Wie hij wel wazen mag
Veertig jaar geleden was hjj de schoolka
meraad van den overledene. De overledene
was toen nog geen Kommerzienrathhij
bezat toen nog niets, of zoo goed als niets.
Maar van het weinige, dat hjj hot zijne
noemde, had hij destijds toen zijn hart nog
niet was versteend zijnen vriend iets ge
geven, opdat deze aan den overkant van het
„groote water" een bestaan zon kunnen ves
tigen. Eu sedert hadden die twee elkander
nooit teruggezien. Nooit ook had de vriend
weder om hulp aangeklopt.
Veertig jaar geledentoen ja
dat was de éénige daad vsn barmhartigheid
in het lange leven van den ontslapene geweest.
De oude man legt zijnen kleinen, achamelen
krans op den sardheuvel, die met pronkstukken
van bloemkweekerjj is overdekt. Hij steekt
hem daartusschen heel bescheiden. En een
traan valt er op.
Ean traan tcch nog
Misschien zal nn de doode kunnen slapen'
[N. R. Crt
VIII.
KanAmsterdam ten opzichte van zijn Restau
rantwezen den toets der vergelijking met
andere steden van gelijke grootte in het bui
tenland niet doorstaan, als gevolg van de
Hollandscha traditie om niet te laten zien
boe en wat men eet, vooral voor den avond Is de
Amstelstad toch ook wel iypisehe eatgelo,gen
heden rijk, de mosselen- en gebakken-vlsch-
hnizen sinds menschenheugenis, de vóór-de-
toonbank-eetgelegenheden sinds de laatste
tjjden.
Dat de rijke man zich bjj Sanrof Van Laar
aan oesters te goed doet, wij weten het, maar
het is niet iypisch Amgterdamsch. Maar die
mosselen-eterijen, vooral als er een r in de
maand ie, ziedaar een beter „stilleven" voor
onze momentopnamen.
In de Vischsteeg is een klein ond hnisje.
Loopt men het kleine winkeltje door, waar
in hoofdzaak fmlt Is geëtaleerd, en gaat men
het trapje op, dat slechts een achttal treden
hoog is, dan heeft men voor zich een klein
kamertje, miniatnnr-eetsalonnet je, dat met
zijn bonte wandversiering wel eenigszlns aan
een p< fïarljeskraam doet denken.
Hoewel er hoogstens een zestal tafeltjes
kannen staan, kan het hier, gedachtig aan
het spreekwoord„Er gaan veel makke
schapen in een hok", toch verbazend vol zijn.
Want we bevinden ons in het oude Amster-
damsohe mosselenhuig, dat een paar Jaar
geleden voor een kapitale som, ik mc-en der
tigduizend galden, aan den togenwoordigen
eigenaar is verkocht. Hoeveel honderdduizen
den porties „rauw" en „gekookt" zouden hier
door den kellner want zoo'n gedienstige
geest, die den bezoeker bjj 't betalen nog een
handdoek komt brengen, is er ook nog
niet aan 't trapje zjjn afgeroepen En waar
van alles te veel is, is in het artikel mosse
lenhuizen nu nog niet zoo'n groote concurrentie
gekomenalleen op 't Éembrandtplein is
door den heer Reecs een mosselenpaleis ge
sticht, ruim en luxs ingericht, met tegels
van Hejjstee langs de wanden, dat e'èn goede
toekomst tegemoet gaat-
De vischhnlzen, waar 's avonds tot twee
nar toe enorme hoeveelheden gebakken visch
gebruikt worden, vindt men in de Graven
straat. Menig vreemdeling in Amsterdam zon
er naar watertanden, daar zjjn hart eens voor
weinig geld te kunnen ophalen. Want kleine
halsjes als 't zijn, in een betrekkeljjk stille
straat, hoewel vlak bjj den Dam gelegen, zal
men er niet licht blnnenloopen als de renom-
méa dier zaken U onbekend Is. Doch gelukkig
voor de eigenaars zjjn er genoeg, die de
vischhnlzen in de Gravenstraat kennen, zoo
dat zij gewoonljjk plaats tekort komen.
Tot voor eenige jaren gold het in Amster
dam voor erg onfatsoenljjk, op straat of voor
de toonbank te eten. Amsterdammers, die
een reisje naar Brussel gemaakt hadden,
vertelden vol verbazing, hoe dasr in de Been-
hoawersstraat de heeren met hooge zijden
hoeden en de dames in zjdeo costuums met
lange glacé handschoenen vóór de toonbank
bjj Togni een groote sardien met een mop
brood en een homp kaas toe aten. Voor
Brussel was het aardig, vond man, doch in
het stij79 Amsterdam zon men toch nooit
zooiets kuDnen doen zonder zijn reputatie
weg te smijten.
Doch de tjjden veranderen en ook de zeden.
Da Israëlieten, dia vroeger al voor hun onder
rabbinaal toezicht staande vleeschwinkels op
de Jodenbreestraat harde broodjes [zonder
boter volgens den ritus| met pekelvleesch,
ossenworst, roastbeef en gehakt Heten eten,
waagden het ook ln het cantrum te beginnen.
Earst kwam er een zaak in de Nes, later
prachtige moderne winkels in Damstraat en
Amgtelstraat.
Vooral de laatste is een goudwinning
geworden.
Of het kwam door de opvallende reinheid,
of wel door het bjj uitstek drukke en voor
dat doel bijzonder gesch'kte punt, kan ik niet
beoordeelen, doch zeker ie het, dat, wat vroe
ger alleen in Brassel mogeijjk scheen, nu
ook in Amsterdam bestaat.
Tot vi jj laat in den nacht staat het vol
in den winkel van heeren en dames uit de
gegoede burgerkringen, die zich te goed doen
aan broodjes met pekelvleesch en andere
„höichere" lekkemjjen. Zoo groot is de aftrek,
dat drie-, viermaal per avond soms de bak
ker opgescheld moet worden om broodjes,
en nog vaak staat men voor een onvrjj willige
stakiDg ln de belegde-broodjeslevarantie.
Menschen nlt de volksklasse zal men hier
niet zien, juist daarom misschien heeft deze
uit-de-handsche eetgelegenheid voor de betere
klassen reeds zooveel burgerrecht verkregen.
Dat de „Pijp" met deze rxantiiekc restaurants
altijd ruim bedeeld is geweest, kan geen
verwondering baren. Vele, vooral die, welke
verband hielden met de pseudo-sociëteiten,
zijn opgedoekt. Ia de Jan Steenstraat en de
Van Woustraat bestaat tot 4 aar 's nachts
gelegenheid op krukjes voor de toonbank,
broodjes met verschillende soorten gebakken,
gerookte en gemarineerde visch, kaas, fruit
en chocolade te eten.
In de Van Wonstraat vooral kan het ook
verbazend druk zjjn. Want de vischkagtelein,
de heer De la Faente, klein donker Israë-
lietjp, beschikt over een groote dosis welbe
spraaktheid. Door z'n geestigheden, die ver
boven het gewone peil stasn, weet hij zjjn
klanten lang te Ijjmen. Hjj la tegen z'n publiek
opgewassen. Met de studenten spreekt hij
een paar woorden Latjjn met de tooneel-
monschen geeft hjj zijn oordeel en soms
lang niet mslsch ook over kunstmet
diamantbewerkers en S.D.A.P.-ers bediscu-
teert hg sociaal-economische vraagstukken
als men op opera-terrein komt, stjjgt zijn
welbespraaktheid tot geestdrift.
Maar zijn grootste mondkracht zit in zin
spelingen, geestigheden op woorden en letter
grepen, handigheden ln het leggen van juiste,
half juiste en verkeerde klemtonen. De la
Fuents is niet zoozeer spreker, als debater.
Een los, zonder nadenken gesproken woorden-
reeksje van iemand die nog gauw een
gemarineerde haring of een broodje met
zalm moet hebban, geeft hem aanleiding, door
een anderen klemtoon of al te letterlijke
opvatting een ui te tappan. Eu wil de klant,
door den scherpan spot een weinig
geïrriteerd, met breeden omslag zijn bedoeling
beter omschrijven, dan wordt een vuurwerk
van spitsvondigheden over hem afgestoken.
Eu onderwjjl maakt de heer De la Faente
palingen en harinkjes schoon, snjjdt hij zalm
en elft met bekwamen spoed, praat hjj z'n
rx'ra-dure nienwe vrachten aan „Mijnheer
Te Mjjtelaar, wilt u zoo beleefd ziju nog een
broodje te smeren klinkt het serieus tus-
schen het woordgeraket door tegen den
bediende. De heer De la Faente heeft aan
Theems en Amstel de beleefdheid, eigen aan
de oevers van de Taag, nog niet verloren.
Bijna was de Nienwe Pijp een andere,
minder smakelijke eetgelegenheid rjjker ge
worden. Ten minste, als men voor ernst
wilde nemen een biljet, dat voor de ramen
van een huisje in de Albert Cuypstraet was
aangeplakt en waar de gesloten gordjjnen
allerlei geheimzinnigs deden vermoeden. Op
dit biljet las men mat groote letters „Binnen
korten tijd opening van de eerste Neder-
lardsche Kattenslachterij".
PrijscourantKatten biefstuk 20 cent per
pond, kattenlappen 12 cent per pond, katten-
pooten 6 cent per pond. Op ieder pond een
pond cadean. Let weldageljjks inkoop van
vette katten 1"
Zooals te begrjjpcn is stond een dichte
menschenmassa dit nieuwste nieuwtje den
geheelen dag aan te gapen. Jongens, die
katten te koop hadden, schelden aan, anderen
kwamen om prijscouranten, maar de bnren
wisten te verteilen, dat de „kattenmeppers"
er nog niet waren.
Een paar dagen later was alles echter als
bij tooverslag veranderd. De prijscourant en
ook de gordijnen waren verdwenen en in
plaats daarvan was een etalage getimmerd,
op dewelke zich bevonden een nachtspiegel,
een paar gebroken beeldjes, eenige oude
hoeden, een glaasje zonder voet eto. Daar
boven twoe papieren. Op 't eene „Finale
uitverkoop wegens 1'qaidatie dor zaak." Op
't andere„Groote tombola zondor nieten,
5 oent per lot, met een gratis-lot op een
heerenhuis.*
De sierljjkete St. Nlcolaas-etalage had niet
zooveel bekijk kunnen hebben, 't Liep storm
den geheelen dag.
Maar de eigenaar van het perceel was op
zulk een belangstelling blijkbaar niet gesteld.
Denzelfden avond tenminste hield nog oen
deftig rijtuig voor de deur stil.
Brandweermannen, burgerjuffrouwen, fists-
rijders, loopjongens, dienstmeisjes enz. vorm
den een dichten kring om de koets. Zouden
't de kattenmeppers zijn Of de prjjswinner
van 't heerenhuls. Mis, 't was de deurwaarder
van een vereenlging van huiseigenaren, met
denzelfs getuigen, die in naam der Koningin
den boel op straat kwam zetten.
„O, meheer" zegt een juffrouw, „'t is de
helle dag soon skacdaal geweist, d'r staat
een nschtspiegel (de juffrouw gebruikt eigen
lijk een ander woord) voor 't raam met alles
er in, zoowol 't eene als 't andere."
De deurwaarder derd, zooals een braaf
deurwaarder •betaamt, zijn plicht. De denr
werd opengestoken. Een poes holt blazend
naar buiten. De jcffrouw rolt van schrik
over den jongen, die een kat had te koop
gepresenteerd. Een andere jongen weet te
vertellen, dat er nog wel 300 katten in huis
rijn
De deurwaarder aarzelt binnen to treden.
Maar mannen-der-wet-moed overwint alles.
De hooge hoed vaster op 't hoofd gezet en
onversaagd treedt hjj binnen. Goddank, 't
huis is leeg. In een grooten zak weiden ce
prijzen der tombola gepakt en aldus op straat
gezet, 't Hangslot op de deur, deurwaarder
in 't lijtuig, hoeraatje, en zoowel kattenslach-
j terij als tombola behooren weer tot het ver
leden.
Wjj hebben gisteren uit het dagblad Het
Volk, schrijft het Handelsblad, overgenomen
(wjj eveneens, zie vorig nummer), een
beschr (jviog vaa het gebeurde in den nacht
van 18 Augustus, tengevolge waarvan een
onzer pantserschepen, de Evertsen, bjjna
op onze kust vergaan is. Onze pogingen
j om meer bijzonderheden van de stranding
t te veirnemsn, waren niet geslaagdde per-
j sonen, die door ons om inlichtingen werden
1 gevraagd, waren niet geneigd om een ge-
detailleerde beschrijving te geven. Wjj
meenden echter, dat dit van minder belang
was, vertrouwende dat van bevoegde zijde
een onderzoek zou worden ingesteld en dat
wij spoedig genoeg zouden vernemen hoe
j het mogelijk was, dat de Evertsen bij een
storm, zooals toch aco vaak op onze kust
j losbarst, op het strand gezet is. Ons ge-
i heele volk is diep g6trcffen door die ge-
beurtenis en meent, dat die schipbreuk op
eigen kust ten annschouwe van een Britsche
vloot een smaad op onze marine werpt. Ia
elke marine, met elk schip kunnen onge
lukken plaats hebben, doch evenals bij de
stranding van een handelsstoomer, de Raad
van Tucht voor koopvaardijschepen onder
zoekt of „gebrek aan zeemanschap" den
bevelvoerder verweten kan worden, even
zoo bshoort. bj de oorlogsmarine in een
dergoljk geval onderzocht te worden, of
de bevelvoerder, aan wien het leven van
honderden mannen en een kostbaar schip
was toevertrouwd, het vertrouwen van zjn
volk waardig was.
Misschien waarschjnljk wordt de
zaak reeds onderzocht. Maar dan behoort
spoedig bekend te worden gemaakt, dat
men „doende" is. Want het vertrouwen
niet in den éónen bevelhebber, niet in
enkele officieren maar in de geheele
i marine wordt geschokt, wanneer men meent
te zien, dat zulk een ernstige gebeurtenis
niet behoorlijk onderzocht wordt, dat men
het zoo erg niet vindt.
Naar wj vernemen zouden de ernstigste
grieven tegen de verantwoordeljke per
sonen zjn
lo. de keuze van de ankerplaats
2o. dat het schip tijdens het booze weer
niet voldoenden stoom op had.
8o. Dat niet eerder een tweede anker
was uitgebracht.
Wj kunnengnatuurljk ziet beoordeelen,
of die grieven juist zjn.
Maar zjn wj wel ingelicht, dan is voor
de keuze van de ankerplaats althans geen
der officieren van de Evertsen verantwoor-
deljk, doch is de „peiling", waariD men
ten anker moost komen, uit Den Haag ot
Amsterdam voorgeschreven.
Wj vertrouwen, dat, mocht zulks juist
zjn, dit op een grondig onderzook geen
invloed zal hebben. Want nog eensvoor
onze marine en voor het vertrouwen in
onze marine is een streng onderzoek
dringend gewenscht. Me6r nog dan verzuim,
j wekt straffeloosheid van verzuim wan-
trouwen.
o—
LIJST van de aan dit kantoor en de
daaronder behoorende hnlpkantoren ter post
bezorgde briaven en briefkaarten, welke we
gens onbekendheid van de geadresseerden
niet zijn kunnen worden nitgereikt.
2e Helft der maand Augustus 1905.
NAMEN. PLAATSEN.
Chri8tiaan Boetes. niet vermeld.
TEXEL.
Omtrent een ongeval aan drie ververs over
komen, die bezig waren dan vuurtoren van
Eierland te schilderen, vernemen wij dat ean
dar touwen van den bak waarin zij bulten
den toren hingen, onklaar geraakte, waardoor
de bak kantelde. Esn der mannen wist nog
een touw te grijpen en bleef hangen. De
zoon van den schilder-aannemer bekwam echter
een zware beenbreuk, terwjjl do derde werk
man bloedende, doch niet direct gevaarljke
hoofdwonden bekwam. De heer Wagemaker,
arts te Ü6n Burg, verleende heelkundige hulp.
De toestand der gewonden moet tamelijk be
vredigend zijn. Het ongeval liep buitenge
woon goed af.
Onderwjzer: Wel, Jan, is je
been weer heelemaal beter
JantjeMjn been meneer
OnderwijzerJa, want je moeder schreef,
dat je je been gebroken hr.dt.
JantjeO, dat schreef moeder maar, om
dat zij niet wist hoe ze Diphtheritls moest
spellen. [Z C.)
Wat echt gemeen!
Dezer dagen vond de landbouwer v. d. T.,
wonende onder LUNTEREN zjn prachtigen
stier met doorgesneden hakpezen in het wel
land liggen. Natnnrlijk moest het beest direct
worden afgemaakt.
Bj de politie is aangifte gedaan.
ALKMAAR, 80 Augustus 1906.
Wat een droevige, gnre, herfstige dag
heden. Water en nog ééhs water. Een dikke
lncht met donkere bnien om bang van te
worden. Eu stroomen water kwemen her
haaldelijk naar beneden. Dat was toch geen
weer zooals onze Harddraverj-vereeniging
gewend is, en toch zon het vandaag bl jkbaar
niet anders wezen. De Hout zag er triest en
treurig uit. Natte, zwaai druipende boomenen
poelen en plassen laDgs den zoom van de
harddraverslaan en de daarlangs paiallel-
loopende paden. Voor geen geld toe zon men
er gaan wandelen en toch togen tegen den
aanvang van de heden te honden wedstrijden
tal van belangstellenden derwaarts, allen
meest met paraplnle of demi-saison of mantel
gewapend. Dat de opkomst nog zoo talrjk
was, mag wellioht worden toegeschreven aan
de Alkmaarsche kermis, want zelden nog zag
de Hout er zóó modderig en Blikkerig alt.
Het weer was Inmiddels wat beter geworden,
een flinke bries Joeg de wolken zoo nu en
dan uit elkaar, zoodat een enkelen keer zelfs
het zonnetje zich vertoonde. Zoo ving, opge
luisterd door de muziek van het Stedeijk
Muziekkorps, hedenmorgen te elf uur het
concours in het schoont jden aan van paarden,
ingespannen voor twee- of vierwielige rjtul-
gen. Aangemeld hadden zich 82 deelnemers,
van welke eea viertal echter niet opkwamen.
De uitslag wa3, dat de eerste prijs van
f 60 gewonnen werd door de Wed. O. Schaap
te Velzerpoïderde tweede pr js van f 26,
benevens een kunstvoorwerp, uitgeloofd door
„Alcmaria," vereeniging tot bevordering van
het vreemdelingenverkeer, voor het schoonste
geheel, door C. Pijper alhier, de derde prijs
van f 15 door de Dresseerschool „Kennemer-
land" te Bergen, en de vierde prijs van f 10
door J. Visser Lz. te Beemster, terwjl eene
eervolle onderscheiding aan de heeren G. Bos-
sert Rz, alhier en J. van Reenen te Bergen
ten deel viel.
Daarna had te 1 ure de harddraverij plaats
van paarden, die geen hooger p: js hadden
gewonnen dan f 200, ingespannen voor twee
wielige rjtulgen. Ingeschreven waren 8 paar
den,waarvan er zeven waren opgekomen, n 1.
Bies, vosbles rnin van P. Óij te Stompe-
torenJohanna III, schlmmelmerrie van
G. J. de Goede te PnrmerFlossie B, bruine
vosmarrie van J. A. Geersen te Woerden
Folmina, bruine merrie van A. C. Met te
EgmondermeerIdeaal, schlmmelmerrie van
G. L. do Jongh te Hilversum Fani y, zwarte
merrie van De Goede te Purmerend en
Phylles, zwarte ruin van G. J. de Goede te
Pnrmer.
Joh8nna III moest het in drie ritten tflsg-
gen tegen BlesFolmina bleek niet opge
wassen tegen Flossie B, terwjl Fanny de
vlag moest strijken voor Ideaal.
Bles moest hierna kampen tegen Flossie B,
welke laatste den eersten rit won. Bj den
tweeden rit komt F.ossie B halverwege de
baan in volle vaart te vallen, de sulkty slaat
over den kop en werpt den berijder, den heer
P. H. ScLönrock, een eind ver weg.
Wonder boven wonder loopt dit ongeval
betrekkei jk goed af. Ruiter en paard hadden
bsiden wel dood kunnen zijn. Toch stond de
pikeur dadcljk weer op, loopt naar zjn paard,
dat inmiddels door honde den is. omringd
en helpt het dier uitspinnen. De sulkty is
beschadigd en de draver bloed vrj hevig nlt
eene aan den hals bekomen wonde, zoodat
van mededingen geen sprake meer is. De
pikeur had zich aan zjn rechterarm bezeerd,
dien bj in de Cadettenschool liet verbinden.
Bles wou dus gemakkelijk. Ideaal versloeg
daarna PLyiles en de beslissing was, dttt
Bles den eersten prjs won van f 200, Ideaal
den tweeden van f 76, Phylles den derden
prjs van f 60 en Flossie B den vierden van
f 26. Ds Ie prijs werd voorloopig achter niet
uitgekeerd, wijl er geruchten gingen, dat Bles
wei eens eea pij? ja van f 200 gewonnen had.
Dat zal onder zooht worden.
Onder begunstiging van
vrj goed weder, vierde de schooljeugd te
BURGERBRUG Dinsdag j 1. haar jaarljksoh
schoolfeest. Welwillende ingezetenen stelden
hun paard en rijtuig dien dag beschikbaar,
om met de leerlingen een rjtoer naar Bergen
en Schoorl te maken. De feesteljkheid werd
besloten met de uitreiking van prjzen, die
voor het grootste deel uit boekwerken
bestonden.
Uit HAZERSWOUDE wordt aan
het Lïidsch Dagbl. gemeld
De brigadier-rijksveldwachter J. C. van
Djk is, op zjn fiats de brug van den heer
A. Brobbel Dorsman afkomende, door de
duiaterrfs misleid, in het water gereden en
verdronken. Even te voren was hj bj een
landbonwer geweest, die bem nog geraden
had evan te wachten, totdat de bui voorbj
was, maar hj antwoordde, dat hj te vier uur
weer op surveillance moest, zoodat hj maar
naar huls ging.
Esn zoon van een dichtbj wonenden boer
was in de onmiddelljke nabijheid, toen het
ongeval gebeurde, maar voordat hij lantaarns
en materiaal had gehaald was de veldwachter
bezweken.
De ongelukkige, die om zjn rechtschapen
heid en trouwe plichtsbetrachting bj iedereen,
maar vooral bj zijn superieuren geacht was,
laat een weduwe met zes kinderen achter.
Men sohrjft uit ZEEUWSCH-
VLAANDEREN:
Nu op het oogenblik met het smokkelen
van vee niets meer te verdienen is, beginnen
enkele personen aan do grens hier weer hun
geluk te beproeven met het frauduleus in
voeren van sigaren. Alle winkeliers in de
Nederlandsohe grensdorpen hebben steeds
een grooten voorraad goedkoops sigaren van
8 tot 9 gulden per duizend, liefst lang van
stuk, die door de smokkelaars worden opge
kocht, over de grenzen gebracht en In
de Belgische dorpen als „fijne Holland-
sche sigaren" voor 6 4 6 francs
per honderd worden verkocht. Dit smokkelen
geschiedt vaak op klaarlickten dag. De smok
kelaars, die hun sigaren In een pak op den
rng dragen, schijnen echter met veel overleg
te werk to gaar want zelden hoort men van
aanhoudingen Toch hadden deze week op de
Kruisstraat, een gehucht tusschen de Neder
landsohe gameente Zuiddorpe en het Belgische
dorp Moerbeke, een paar ontmoetingen plaats.
Twee douaniers hielden eea smokkelaar aan,
die drie hoiüerd sigaren bj zich had, terwjl
anderen een sigarecsmokkelaar, die nog wel
per rjwiel was, zoodanig in 't nanw brachten-