De t r a a Zondag 3 September 1905. 49ste Jaargang No. 4076. DERDE BLAD. Uit en voor de Pers. De stranding van de „Evertsen." Postkantoor te Schagen. Binnenlandsch Nieuws. Duob G. VON OMPTEDA. o— Op de begraafplaate, In het daartoe bestemde lokaal, 8taat een groote prachtige dcolkist. Fijn hout en zwaar metaalbeslag werden er niet aan gespaard. Bovendien ligt het ge vaarte haast bedolven onder ean berg van bloemen. Deze kist, een pronkstuk, bevat het stof felijke overschot van een millionnair. Toen hij nog leefde droeg bij den titel van Kom- merzienrath. H9t lokaal is geheel met zwart krip behangen en boven den doode zweeft een zwarte baldakijn. Om de katafalk heen staan vier-on-twintig groote zilveren kande laars, twaalf aan weerszijden. Op het altaar aan den wand prijkt een orucifix met kaarsen. Rechts en links staan rijen stoelen, op welke de rouwdragenden zitten allen zeer aan zienlijke menschen. Het geheel maakt een hoogst deftigen en plechtigen indruk. Daarvoor is het dan ook eene begrafenis der eerste klasse, die evenwel, alles inbegre- p8n het zangkoor, dat een koraal zingt, de horenblazers, de fooien, de grafrede, de kaarsen, het behangen van de zaal, de decoratieve bloemisterij, en al wat er verder nog aan verschillende onkosten bijkomt slechts achttienhonderd mark zal moeten kosten. Voorwaar niet veel geld voor iets zóó ongemeens. De overledene had dan ook nog bij zijn leven deze gansche inrichting zoo voorgeschreven en tot op den laatsten penning geraamd. Want hj wist wel, dat zjne inhalige erven hem anders zooveel eer niet zonden bewezen hebben en hem zonder veel ceremo- niëel onder den grond zonden hebben gestopt. Maar één ding was er, dat hij met al zijn geld niet kon bestellen, koopen en betalen de tranen namelijk, de eerlijke, oprechte tranen aan zijn graf. Straks verschijnt de geestelijke en houdt zijne rede. De tekst daartoe is door den overledene zelf, bij zijn leven, gekozen. Hij lnidt„Wees getrouw tot in den dood, zoo zal ik u de kroon des eeuwigen levens geven." De ontslapene daar in de kist heeft blijk baar van de ontzettende ironie dezer woorden niets gevoeld. Indien de geestelijke de waar heid kon en wilde zeggen, dan sou hij waar schijnlijk. Maar ook déé-in is met zorg voorzien geworden. De man is eerst kortelings hier in functie getreden, dus nog eoo goed als vreemd. Hij wist van niets Hij kende den overledene niet en moest dus om eenige gegevens betriffende diens leven verzoeken. Deze zijn hem door de erfgenamen welwil lend verschaft. Want zoo iets kan men toch welstaanshalve niet weigeren.Ea,uitgaande van de leer van de dooden niets dan goed, hebben de dankbare erven slechts de lichtzijden in het verleden van den ontslapene opgerakeld en de schaduwzijden zorgvnldig verborgen gebonden. Dit was toch niet meer dan betame lijk. Dit was men toch wel verschuldigd aan een oom, wiens miilioecen men zoo aan stonds met gretige handen onder elkaar verdeelen zal. De geestelijke hondt zich das in zijoe toe spraak over den hem aangegeven tekst aan de gebruikelijke oratorische wendingen, van welke hij zich ook vroeger reeds bjj soort gelijke gelegenheden tot algemeene tevreden heid heeft bediend. „Geachte rouwdragenden," zoo eindigt hij zijne rede „van uwe lippen hoor ik de vraagach, waarom moest hij reeds worden weggenomen Waarom moest r6eds deze man van nlt ons midden worden weggerukt: deze man, wiens gansche leven en bedrjjf voor allen een toonbeeld was van plichts ver vulling Waarom moest deze rechtvaardige, wiens arbeid nog jaren lang een zegen hadde kunnen zijn voor geheel zijne omgeving, zoo in de kracht zijns bestaan worden weggeroe pen? Waarom? Geachte treurenden, wij kennen niet de wegen Gods wij doorgron den niet de redenen, om welke Hij zijnen dienaar tot zich ontboden heeft. Maar één ding weten wij, en van dit ééne hebben wij de meest volkomen zekerheid: Wat God doet, dat is welgedaan. Daarom willen wij ons oefenen in bernsting, en wij willen onzen troost vinden in de woorden van onzen tekst. Want een getrouwe was hg Een getrouwe was hij over veel en over veel zal hij gesteld worden, naar de heerlijkheid der belofte, die hem lichtend heeft voorgezweefd in de vallei der groote schaduwen. Wees getrouw tot in den dood, zoo zal ik n de kroon des eeuwigen levens geven Amen." Aldus de welmeenende predikant. Even gaat er door da toehoorders eene beweging, die voor ontroering zon kannen doorgaan. Een paar dames snniten zioh den neus, het- geen onder de lange krippen slnlers niet juist KeP"akkelijk is. Er volgt nog een gebed. Men gtaat op Acht huurlingen, zwart gerokt, zilver gegalonneerd, met admlraals- e eken, tillen de kist van de baar, op welke B gerust heeft. De stoet zet zioh in bewe end Daar bet Kraf- uaaste verwant, als kort ^6r neven' ■topt voorop. Hj Is een dikke, eeuwig-vergenoegd kijkende i w'en het maar niet gelukken wil, zijn z t 8 clownsgezicht in ernstige plooien te h i u Hl tegendeel, door de inspanning, die ij zich daartoe getroost, wordt het nog pot- erlgker. De pelsjas, die hij draagt, past ,.em. n,et- Acht dagen geleden nog warmde kleedlngstnk den overledene. De lachen- erfgenaam heeft het haastig wat laten fanderen, om bij de 'begrafenis er miê te L- en- Het kan ook reeds kil zijn in Novem- en nergens doet men zoo licht eene *'e verkoudheid op, als op een kerkhof. Achter den jurist stappen de andere heeren, eneenB neven van den Kommerzlenrath, famin B door hunne vrouwen in de «mille aangehuwd. trenn» ,haLD1er mceite om bijzonder noK tBkeu' Waartoe ook? Waartoe nn pe«oon m«r6d,e? 7 Een laD*<' magere 8chorenCeziL?^,KOnden brÜ en een Kla^®" haalt midden V oltliet B,s een geleerde, voor den d.K S"J\W,ac,de,iD« 8* «ulst bijtgds nog brengt zjjn fatale buurman hem in herinnering, w aar hij zich bevindt en verschrikt over zijn eigen professorale verstrooidheid steekt hij het rook artikel weder weg. Heel achteraan komt ook eene commissie uit de werklieden In de fabriekon van den overledene. De dames zijn niet meegegaan. Wat er verder geschiedt, heeft geen be schrijving noodlg. De kist wordt in de groeve neergelaten, en de geestelijke spreekt een gebed de gebruikelijke woorden. Muzikan ten blazen natuurlijk den treurmarsch van ChopiD. Nu treedF de arbeidersgroep op den voor grond. Ean krans en een palmtak neerleg gend, zegt de aanvoerder, een oud man met grijzen baard „Uit naam van de werklieden der fabrieken en ijzersmelterijen." Verder ni6ts. Man verwacht meer maar de Bpreker treedt terug. Nu nógmasls een gebed. De drie handen vol aarde plcffjn op de kist. De plechtigheid is afgeloopen. De oude werkman wist echter wel, waarom hjj niet sprak. Elk woord méér zou een schending van d3n kerkhofvrede, óf een leu gen hebben moeten zijn. Want de man met de begrafenis der eerste klasse aohttienhonderd mark en den tekst „Wees getrouw tot in den dood die man is een hardvochtige patroon, een meedoogenloos mensch geweest een Croe sus, een geldwolf, niet waard door zjjne mede- menschen beweend te worden. De eenige tranen, welke hij deed vloeien, waren die van afgewezen armen en tot wanhoop gedre ven schuldenaren. Geen oog is er vcchtig geworden bjj zijnen dood maar verwenschin- gen zijn hem gevolgd, en zuchten van verlichting hebben zijnon laatsten gang begeleid. Naar zijn graf zal niemand meer komen omzien. Het ligt alreeds verlaten. Daar de rouwstoet is reeds lang in de koetsen naar huis gereden, tot een gezelligen maaltijd, die na da konde expeditie kocteljjk smaken zal, daar verschijnt op het kerk hof een nakomer, een bejaard man. Hjj draagt in de hand een kleinen, scbainelen krans schamel, zooals hij zelf gekleed is. Wie hij wel wazen mag Veertig jaar geleden was hjj de schoolka meraad van den overledene. De overledene was toen nog geen Kommerzienrathhij bezat toen nog niets, of zoo goed als niets. Maar van het weinige, dat hjj hot zijne noemde, had hij destijds toen zijn hart nog niet was versteend zijnen vriend iets ge geven, opdat deze aan den overkant van het „groote water" een bestaan zon kunnen ves tigen. Eu sedert hadden die twee elkander nooit teruggezien. Nooit ook had de vriend weder om hulp aangeklopt. Veertig jaar geledentoen ja dat was de éénige daad vsn barmhartigheid in het lange leven van den ontslapene geweest. De oude man legt zijnen kleinen, achamelen krans op den sardheuvel, die met pronkstukken van bloemkweekerjj is overdekt. Hij steekt hem daartusschen heel bescheiden. En een traan valt er op. Ean traan tcch nog Misschien zal nn de doode kunnen slapen' [N. R. Crt VIII. KanAmsterdam ten opzichte van zijn Restau rantwezen den toets der vergelijking met andere steden van gelijke grootte in het bui tenland niet doorstaan, als gevolg van de Hollandscha traditie om niet te laten zien boe en wat men eet, vooral voor den avond Is de Amstelstad toch ook wel iypisehe eatgelo,gen heden rijk, de mosselen- en gebakken-vlsch- hnizen sinds menschenheugenis, de vóór-de- toonbank-eetgelegenheden sinds de laatste tjjden. Dat de rijke man zich bjj Sanrof Van Laar aan oesters te goed doet, wij weten het, maar het is niet iypisch Amgterdamsch. Maar die mosselen-eterijen, vooral als er een r in de maand ie, ziedaar een beter „stilleven" voor onze momentopnamen. In de Vischsteeg is een klein ond hnisje. Loopt men het kleine winkeltje door, waar in hoofdzaak fmlt Is geëtaleerd, en gaat men het trapje op, dat slechts een achttal treden hoog is, dan heeft men voor zich een klein kamertje, miniatnnr-eetsalonnet je, dat met zijn bonte wandversiering wel eenigszlns aan een p< fïarljeskraam doet denken. Hoewel er hoogstens een zestal tafeltjes kannen staan, kan het hier, gedachtig aan het spreekwoord„Er gaan veel makke schapen in een hok", toch verbazend vol zijn. Want we bevinden ons in het oude Amster- damsohe mosselenhuig, dat een paar Jaar geleden voor een kapitale som, ik mc-en der tigduizend galden, aan den togenwoordigen eigenaar is verkocht. Hoeveel honderdduizen den porties „rauw" en „gekookt" zouden hier door den kellner want zoo'n gedienstige geest, die den bezoeker bjj 't betalen nog een handdoek komt brengen, is er ook nog niet aan 't trapje zjjn afgeroepen En waar van alles te veel is, is in het artikel mosse lenhuizen nu nog niet zoo'n groote concurrentie gekomenalleen op 't Éembrandtplein is door den heer Reecs een mosselenpaleis ge sticht, ruim en luxs ingericht, met tegels van Hejjstee langs de wanden, dat e'èn goede toekomst tegemoet gaat- De vischhnlzen, waar 's avonds tot twee nar toe enorme hoeveelheden gebakken visch gebruikt worden, vindt men in de Graven straat. Menig vreemdeling in Amsterdam zon er naar watertanden, daar zjjn hart eens voor weinig geld te kunnen ophalen. Want kleine halsjes als 't zijn, in een betrekkeljjk stille straat, hoewel vlak bjj den Dam gelegen, zal men er niet licht blnnenloopen als de renom- méa dier zaken U onbekend Is. Doch gelukkig voor de eigenaars zjjn er genoeg, die de vischhnlzen in de Gravenstraat kennen, zoo dat zij gewoonljjk plaats tekort komen. Tot voor eenige jaren gold het in Amster dam voor erg onfatsoenljjk, op straat of voor de toonbank te eten. Amsterdammers, die een reisje naar Brussel gemaakt hadden, vertelden vol verbazing, hoe dasr in de Been- hoawersstraat de heeren met hooge zijden hoeden en de dames in zjdeo costuums met lange glacé handschoenen vóór de toonbank bjj Togni een groote sardien met een mop brood en een homp kaas toe aten. Voor Brussel was het aardig, vond man, doch in het stij79 Amsterdam zon men toch nooit zooiets kuDnen doen zonder zijn reputatie weg te smijten. Doch de tjjden veranderen en ook de zeden. Da Israëlieten, dia vroeger al voor hun onder rabbinaal toezicht staande vleeschwinkels op de Jodenbreestraat harde broodjes [zonder boter volgens den ritus| met pekelvleesch, ossenworst, roastbeef en gehakt Heten eten, waagden het ook ln het cantrum te beginnen. Earst kwam er een zaak in de Nes, later prachtige moderne winkels in Damstraat en Amgtelstraat. Vooral de laatste is een goudwinning geworden. Of het kwam door de opvallende reinheid, of wel door het bjj uitstek drukke en voor dat doel bijzonder gesch'kte punt, kan ik niet beoordeelen, doch zeker ie het, dat, wat vroe ger alleen in Brassel mogeijjk scheen, nu ook in Amsterdam bestaat. Tot vi jj laat in den nacht staat het vol in den winkel van heeren en dames uit de gegoede burgerkringen, die zich te goed doen aan broodjes met pekelvleesch en andere „höichere" lekkemjjen. Zoo groot is de aftrek, dat drie-, viermaal per avond soms de bak ker opgescheld moet worden om broodjes, en nog vaak staat men voor een onvrjj willige stakiDg ln de belegde-broodjeslevarantie. Menschen nlt de volksklasse zal men hier niet zien, juist daarom misschien heeft deze uit-de-handsche eetgelegenheid voor de betere klassen reeds zooveel burgerrecht verkregen. Dat de „Pijp" met deze rxantiiekc restaurants altijd ruim bedeeld is geweest, kan geen verwondering baren. Vele, vooral die, welke verband hielden met de pseudo-sociëteiten, zijn opgedoekt. Ia de Jan Steenstraat en de Van Woustraat bestaat tot 4 aar 's nachts gelegenheid op krukjes voor de toonbank, broodjes met verschillende soorten gebakken, gerookte en gemarineerde visch, kaas, fruit en chocolade te eten. In de Van Wonstraat vooral kan het ook verbazend druk zjjn. Want de vischkagtelein, de heer De la Faente, klein donker Israë- lietjp, beschikt over een groote dosis welbe spraaktheid. Door z'n geestigheden, die ver boven het gewone peil stasn, weet hij zjjn klanten lang te Ijjmen. Hjj la tegen z'n publiek opgewassen. Met de studenten spreekt hij een paar woorden Latjjn met de tooneel- monschen geeft hjj zijn oordeel en soms lang niet mslsch ook over kunstmet diamantbewerkers en S.D.A.P.-ers bediscu- teert hg sociaal-economische vraagstukken als men op opera-terrein komt, stjjgt zijn welbespraaktheid tot geestdrift. Maar zijn grootste mondkracht zit in zin spelingen, geestigheden op woorden en letter grepen, handigheden ln het leggen van juiste, half juiste en verkeerde klemtonen. De la Fuents is niet zoozeer spreker, als debater. Een los, zonder nadenken gesproken woorden- reeksje van iemand die nog gauw een gemarineerde haring of een broodje met zalm moet hebban, geeft hem aanleiding, door een anderen klemtoon of al te letterlijke opvatting een ui te tappan. Eu wil de klant, door den scherpan spot een weinig geïrriteerd, met breeden omslag zijn bedoeling beter omschrijven, dan wordt een vuurwerk van spitsvondigheden over hem afgestoken. Eu onderwjjl maakt de heer De la Faente palingen en harinkjes schoon, snjjdt hij zalm en elft met bekwamen spoed, praat hjj z'n rx'ra-dure nienwe vrachten aan „Mijnheer Te Mjjtelaar, wilt u zoo beleefd ziju nog een broodje te smeren klinkt het serieus tus- schen het woordgeraket door tegen den bediende. De heer De la Faente heeft aan Theems en Amstel de beleefdheid, eigen aan de oevers van de Taag, nog niet verloren. Bijna was de Nienwe Pijp een andere, minder smakelijke eetgelegenheid rjjker ge worden. Ten minste, als men voor ernst wilde nemen een biljet, dat voor de ramen van een huisje in de Albert Cuypstraet was aangeplakt en waar de gesloten gordjjnen allerlei geheimzinnigs deden vermoeden. Op dit biljet las men mat groote letters „Binnen korten tijd opening van de eerste Neder- lardsche Kattenslachterij". PrijscourantKatten biefstuk 20 cent per pond, kattenlappen 12 cent per pond, katten- pooten 6 cent per pond. Op ieder pond een pond cadean. Let weldageljjks inkoop van vette katten 1" Zooals te begrjjpcn is stond een dichte menschenmassa dit nieuwste nieuwtje den geheelen dag aan te gapen. Jongens, die katten te koop hadden, schelden aan, anderen kwamen om prijscouranten, maar de bnren wisten te verteilen, dat de „kattenmeppers" er nog niet waren. Een paar dagen later was alles echter als bij tooverslag veranderd. De prijscourant en ook de gordijnen waren verdwenen en in plaats daarvan was een etalage getimmerd, op dewelke zich bevonden een nachtspiegel, een paar gebroken beeldjes, eenige oude hoeden, een glaasje zonder voet eto. Daar boven twoe papieren. Op 't eene „Finale uitverkoop wegens 1'qaidatie dor zaak." Op 't andere„Groote tombola zondor nieten, 5 oent per lot, met een gratis-lot op een heerenhuis.* De sierljjkete St. Nlcolaas-etalage had niet zooveel bekijk kunnen hebben, 't Liep storm den geheelen dag. Maar de eigenaar van het perceel was op zulk een belangstelling blijkbaar niet gesteld. Denzelfden avond tenminste hield nog oen deftig rijtuig voor de deur stil. Brandweermannen, burgerjuffrouwen, fists- rijders, loopjongens, dienstmeisjes enz. vorm den een dichten kring om de koets. Zouden 't de kattenmeppers zijn Of de prjjswinner van 't heerenhuls. Mis, 't was de deurwaarder van een vereenlging van huiseigenaren, met denzelfs getuigen, die in naam der Koningin den boel op straat kwam zetten. „O, meheer" zegt een juffrouw, „'t is de helle dag soon skacdaal geweist, d'r staat een nschtspiegel (de juffrouw gebruikt eigen lijk een ander woord) voor 't raam met alles er in, zoowol 't eene als 't andere." De deurwaarder derd, zooals een braaf deurwaarder •betaamt, zijn plicht. De denr werd opengestoken. Een poes holt blazend naar buiten. De jcffrouw rolt van schrik over den jongen, die een kat had te koop gepresenteerd. Een andere jongen weet te vertellen, dat er nog wel 300 katten in huis rijn De deurwaarder aarzelt binnen to treden. Maar mannen-der-wet-moed overwint alles. De hooge hoed vaster op 't hoofd gezet en onversaagd treedt hjj binnen. Goddank, 't huis is leeg. In een grooten zak weiden ce prijzen der tombola gepakt en aldus op straat gezet, 't Hangslot op de deur, deurwaarder in 't lijtuig, hoeraatje, en zoowel kattenslach- j terij als tombola behooren weer tot het ver leden. Wjj hebben gisteren uit het dagblad Het Volk, schrijft het Handelsblad, overgenomen (wjj eveneens, zie vorig nummer), een beschr (jviog vaa het gebeurde in den nacht van 18 Augustus, tengevolge waarvan een onzer pantserschepen, de Evertsen, bjjna op onze kust vergaan is. Onze pogingen j om meer bijzonderheden van de stranding t te veirnemsn, waren niet geslaagdde per- j sonen, die door ons om inlichtingen werden 1 gevraagd, waren niet geneigd om een ge- detailleerde beschrijving te geven. Wjj meenden echter, dat dit van minder belang was, vertrouwende dat van bevoegde zijde een onderzoek zou worden ingesteld en dat wij spoedig genoeg zouden vernemen hoe j het mogelijk was, dat de Evertsen bij een storm, zooals toch aco vaak op onze kust j losbarst, op het strand gezet is. Ons ge- i heele volk is diep g6trcffen door die ge- beurtenis en meent, dat die schipbreuk op eigen kust ten annschouwe van een Britsche vloot een smaad op onze marine werpt. Ia elke marine, met elk schip kunnen onge lukken plaats hebben, doch evenals bij de stranding van een handelsstoomer, de Raad van Tucht voor koopvaardijschepen onder zoekt of „gebrek aan zeemanschap" den bevelvoerder verweten kan worden, even zoo bshoort. bj de oorlogsmarine in een dergoljk geval onderzocht te worden, of de bevelvoerder, aan wien het leven van honderden mannen en een kostbaar schip was toevertrouwd, het vertrouwen van zjn volk waardig was. Misschien waarschjnljk wordt de zaak reeds onderzocht. Maar dan behoort spoedig bekend te worden gemaakt, dat men „doende" is. Want het vertrouwen niet in den éónen bevelhebber, niet in enkele officieren maar in de geheele i marine wordt geschokt, wanneer men meent te zien, dat zulk een ernstige gebeurtenis niet behoorlijk onderzocht wordt, dat men het zoo erg niet vindt. Naar wj vernemen zouden de ernstigste grieven tegen de verantwoordeljke per sonen zjn lo. de keuze van de ankerplaats 2o. dat het schip tijdens het booze weer niet voldoenden stoom op had. 8o. Dat niet eerder een tweede anker was uitgebracht. Wj kunnengnatuurljk ziet beoordeelen, of die grieven juist zjn. Maar zjn wj wel ingelicht, dan is voor de keuze van de ankerplaats althans geen der officieren van de Evertsen verantwoor- deljk, doch is de „peiling", waariD men ten anker moost komen, uit Den Haag ot Amsterdam voorgeschreven. Wj vertrouwen, dat, mocht zulks juist zjn, dit op een grondig onderzook geen invloed zal hebben. Want nog eensvoor onze marine en voor het vertrouwen in onze marine is een streng onderzoek dringend gewenscht. Me6r nog dan verzuim, j wekt straffeloosheid van verzuim wan- trouwen. o— LIJST van de aan dit kantoor en de daaronder behoorende hnlpkantoren ter post bezorgde briaven en briefkaarten, welke we gens onbekendheid van de geadresseerden niet zijn kunnen worden nitgereikt. 2e Helft der maand Augustus 1905. NAMEN. PLAATSEN. Chri8tiaan Boetes. niet vermeld. TEXEL. Omtrent een ongeval aan drie ververs over komen, die bezig waren dan vuurtoren van Eierland te schilderen, vernemen wij dat ean dar touwen van den bak waarin zij bulten den toren hingen, onklaar geraakte, waardoor de bak kantelde. Esn der mannen wist nog een touw te grijpen en bleef hangen. De zoon van den schilder-aannemer bekwam echter een zware beenbreuk, terwjjl do derde werk man bloedende, doch niet direct gevaarljke hoofdwonden bekwam. De heer Wagemaker, arts te Ü6n Burg, verleende heelkundige hulp. De toestand der gewonden moet tamelijk be vredigend zijn. Het ongeval liep buitenge woon goed af. Onderwjzer: Wel, Jan, is je been weer heelemaal beter JantjeMjn been meneer OnderwijzerJa, want je moeder schreef, dat je je been gebroken hr.dt. JantjeO, dat schreef moeder maar, om dat zij niet wist hoe ze Diphtheritls moest spellen. [Z C.) Wat echt gemeen! Dezer dagen vond de landbouwer v. d. T., wonende onder LUNTEREN zjn prachtigen stier met doorgesneden hakpezen in het wel land liggen. Natnnrlijk moest het beest direct worden afgemaakt. Bj de politie is aangifte gedaan. ALKMAAR, 80 Augustus 1906. Wat een droevige, gnre, herfstige dag heden. Water en nog ééhs water. Een dikke lncht met donkere bnien om bang van te worden. Eu stroomen water kwemen her haaldelijk naar beneden. Dat was toch geen weer zooals onze Harddraverj-vereeniging gewend is, en toch zon het vandaag bl jkbaar niet anders wezen. De Hout zag er triest en treurig uit. Natte, zwaai druipende boomenen poelen en plassen laDgs den zoom van de harddraverslaan en de daarlangs paiallel- loopende paden. Voor geen geld toe zon men er gaan wandelen en toch togen tegen den aanvang van de heden te honden wedstrijden tal van belangstellenden derwaarts, allen meest met paraplnle of demi-saison of mantel gewapend. Dat de opkomst nog zoo talrjk was, mag wellioht worden toegeschreven aan de Alkmaarsche kermis, want zelden nog zag de Hout er zóó modderig en Blikkerig alt. Het weer was Inmiddels wat beter geworden, een flinke bries Joeg de wolken zoo nu en dan uit elkaar, zoodat een enkelen keer zelfs het zonnetje zich vertoonde. Zoo ving, opge luisterd door de muziek van het Stedeijk Muziekkorps, hedenmorgen te elf uur het concours in het schoont jden aan van paarden, ingespannen voor twee- of vierwielige rjtul- gen. Aangemeld hadden zich 82 deelnemers, van welke eea viertal echter niet opkwamen. De uitslag wa3, dat de eerste prijs van f 60 gewonnen werd door de Wed. O. Schaap te Velzerpoïderde tweede pr js van f 26, benevens een kunstvoorwerp, uitgeloofd door „Alcmaria," vereeniging tot bevordering van het vreemdelingenverkeer, voor het schoonste geheel, door C. Pijper alhier, de derde prijs van f 15 door de Dresseerschool „Kennemer- land" te Bergen, en de vierde prijs van f 10 door J. Visser Lz. te Beemster, terwjl eene eervolle onderscheiding aan de heeren G. Bos- sert Rz, alhier en J. van Reenen te Bergen ten deel viel. Daarna had te 1 ure de harddraverij plaats van paarden, die geen hooger p: js hadden gewonnen dan f 200, ingespannen voor twee wielige rjtulgen. Ingeschreven waren 8 paar den,waarvan er zeven waren opgekomen, n 1. Bies, vosbles rnin van P. Óij te Stompe- torenJohanna III, schlmmelmerrie van G. J. de Goede te PnrmerFlossie B, bruine vosmarrie van J. A. Geersen te Woerden Folmina, bruine merrie van A. C. Met te EgmondermeerIdeaal, schlmmelmerrie van G. L. do Jongh te Hilversum Fani y, zwarte merrie van De Goede te Purmerend en Phylles, zwarte ruin van G. J. de Goede te Pnrmer. Joh8nna III moest het in drie ritten tflsg- gen tegen BlesFolmina bleek niet opge wassen tegen Flossie B, terwjl Fanny de vlag moest strijken voor Ideaal. Bles moest hierna kampen tegen Flossie B, welke laatste den eersten rit won. Bj den tweeden rit komt F.ossie B halverwege de baan in volle vaart te vallen, de sulkty slaat over den kop en werpt den berijder, den heer P. H. ScLönrock, een eind ver weg. Wonder boven wonder loopt dit ongeval betrekkei jk goed af. Ruiter en paard hadden bsiden wel dood kunnen zijn. Toch stond de pikeur dadcljk weer op, loopt naar zjn paard, dat inmiddels door honde den is. omringd en helpt het dier uitspinnen. De sulkty is beschadigd en de draver bloed vrj hevig nlt eene aan den hals bekomen wonde, zoodat van mededingen geen sprake meer is. De pikeur had zich aan zjn rechterarm bezeerd, dien bj in de Cadettenschool liet verbinden. Bles wou dus gemakkelijk. Ideaal versloeg daarna PLyiles en de beslissing was, dttt Bles den eersten prjs won van f 200, Ideaal den tweeden van f 76, Phylles den derden prjs van f 60 en Flossie B den vierden van f 26. Ds Ie prijs werd voorloopig achter niet uitgekeerd, wijl er geruchten gingen, dat Bles wei eens eea pij? ja van f 200 gewonnen had. Dat zal onder zooht worden. Onder begunstiging van vrj goed weder, vierde de schooljeugd te BURGERBRUG Dinsdag j 1. haar jaarljksoh schoolfeest. Welwillende ingezetenen stelden hun paard en rijtuig dien dag beschikbaar, om met de leerlingen een rjtoer naar Bergen en Schoorl te maken. De feesteljkheid werd besloten met de uitreiking van prjzen, die voor het grootste deel uit boekwerken bestonden. Uit HAZERSWOUDE wordt aan het Lïidsch Dagbl. gemeld De brigadier-rijksveldwachter J. C. van Djk is, op zjn fiats de brug van den heer A. Brobbel Dorsman afkomende, door de duiaterrfs misleid, in het water gereden en verdronken. Even te voren was hj bj een landbonwer geweest, die bem nog geraden had evan te wachten, totdat de bui voorbj was, maar hj antwoordde, dat hj te vier uur weer op surveillance moest, zoodat hj maar naar huls ging. Esn zoon van een dichtbj wonenden boer was in de onmiddelljke nabijheid, toen het ongeval gebeurde, maar voordat hij lantaarns en materiaal had gehaald was de veldwachter bezweken. De ongelukkige, die om zjn rechtschapen heid en trouwe plichtsbetrachting bj iedereen, maar vooral bj zijn superieuren geacht was, laat een weduwe met zes kinderen achter. Men sohrjft uit ZEEUWSCH- VLAANDEREN: Nu op het oogenblik met het smokkelen van vee niets meer te verdienen is, beginnen enkele personen aan do grens hier weer hun geluk te beproeven met het frauduleus in voeren van sigaren. Alle winkeliers in de Nederlandsohe grensdorpen hebben steeds een grooten voorraad goedkoops sigaren van 8 tot 9 gulden per duizend, liefst lang van stuk, die door de smokkelaars worden opge kocht, over de grenzen gebracht en In de Belgische dorpen als „fijne Holland- sche sigaren" voor 6 4 6 francs per honderd worden verkocht. Dit smokkelen geschiedt vaak op klaarlickten dag. De smok kelaars, die hun sigaren In een pak op den rng dragen, schijnen echter met veel overleg te werk to gaar want zelden hoort men van aanhoudingen Toch hadden deze week op de Kruisstraat, een gehucht tusschen de Neder landsohe gameente Zuiddorpe en het Belgische dorp Moerbeke, een paar ontmoetingen plaats. Twee douaniers hielden eea smokkelaar aan, die drie hoiüerd sigaren bj zich had, terwjl anderen een sigarecsmokkelaar, die nog wel per rjwiel was, zoodanig in 't nanw brachten-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1905 | | pagina 9