DOM
Donderdag 28 September 1905.
49stfc Jaargang No. 4083.
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en
flaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
A DV ERTKNTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
StsiresiiSCMACIESM, I® 4.
Uitgave?P. TRAPMAN.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADV ERTÏ5 N TI EN van 1 tot 5 regels f 0.2*5 iedere regel meer 5 ct.
Qroote letters worden naar plaatsruimte berekend.
EERSTE BI^D.
Gefopte geleerdheid.
FEUILLETON.
Uit en voor de Pers.
16.
INGEZONDEN.
Biimeiilfiiidscli Nieuws.
SGHAI
Nioiws-
COURANT.
AiurtEiiiE- Uaiitailai.
Dit nummer beslaat uit twee bladen.
Ia de Telegraaf lezen we in een Parijscho
correspondentie het volgende
Ia deze stad, waarin lederen nacht schoten
knallen messen en lantarenschijn fl kksreo,
blosd tnsschen straatsteenen dribbelt waar
iederen dag bedrogen, hongerlijdende vrouwen
nit venstertjes van vijfde-verdiepingen sprin
genwaar iederen dag een paar oogen van
Jonge, maar losse kerels in 't sterke zwavel
zuur er aan gelooven moeten waar de
hospitalen en De Morgne vol liggen met de
zwijgers en zwygat6rs van het „accident'
zijn rechters en „politie" uiteraard nu niet
wat men noemt: kwaji:gens.
Als zoo'n Parijsch psleton politie 'n drijf
jacht houdt zooals vannacht in de Hallen
als al die donkerooglge haaien van kerels
't er op zetten 'n goede vangst te doen
nou, dan zou ik liefst geen verdachte willen
wezen
Soms kunnen ze toch nog wel eens dom
doen, die agenten van Parijs en ock die
door alle pekel gewelde olfi. deren-van-jnstltie
der lichtstad.
Zoo heeft dezer dagen 'n aap van 'n jon
gen, dien ze by een drijfjacht zoo'n rtfle,
dat klles wordt ingepikt hadden vinden
liggen slapen op een bonlevardbankin lom
pen de heele geleerde justitie van Parijs,
met al haar hoog-gedipiomeerden bijloop,
zwaar bij den neus genomen.
't Was 'n raar individu, 'n jongen van
'n jaar of twintig z'n portret Leeft hier
in alle kranten gestaan.
Toen hij in 't kabinet van Monsieur Ro'y
voorkwam bedremmeldz'n vleze pet in
z'n vieze handen en toen de wijze magis
traat 'm zoetiglyk 'n paar identiteitsvragen
steldetoen deed-ie als 'n gevangen
gems zoo angstig; gafblykvaD niet-begrypen
sprak dan plots rad, heftig accentneereud
in 'n vréémde taalvol harmonisch rollende
klanken.
Hee wat is dat dacht Roiy.
Hij kreeg schik in den bruinoogigen jongen
en stuurde hem na 'n half uur vinger en-
gebaren-conversatie weer naar de doos.
Toen liet hij tolken komen.
Het leuke boefje werd weer uit de „vlolon"
gehaald en nu begonnen de wyze heeren,
die fraaie diploma's van beëedigd translateur
ln hun binnenzakken droegen op hesa te
ex perimsnteeren.
Ze spraken hem aan fn het ItaHaansch, in
het Grieksch, in het Perzisch, in Russisch
en Poolschin Engelsch, Duitsch, Noor ach,
Zweedsch en in Ftamand hij gaf geen kfk.
De onbekende Sjors bleef doorpraten
gooide nu en dan met de hevigste aderber-
stende inspanning 'n verbasterd Fransch
woord er uit gaf zoo in 't nauw gedreven
zalke gems-achtige blijken van niet-begrijpen,
dat monsieur Roty, die er zelfgenoegzaam
bij te knikkebollen zat tot de overtuiging
kwamDie jongen, dat Is 'n soort Sfinx
die slmnleert niet. Die tolken zijn knullen
Er werd een bijbel uit de Bibliothrque
natlonal gehaald. Een bijbel, die in honderd-
vijftfg talen was geschreven Friesch en
Soendaneesch riet uitgezonderd.
Nou, jongen, zoek nu maar beduidde
monsieur Roiy goedig.
Het raadsel zochtzocht als 'n wanhopige
bladerde als 'n gekschudde nee.
Drommels, dacht rechter Roty, da's 'n gek
geval. Wat 'n bof, dat ik dat tref. Een
onder zou zoo iets bijzonders verprutst
hebben.
Hij tikte 's met z'n potlood op de tafel.
Titimar huilde de jongen.
Eureka dacht de rechter.
Hij wees op z'n potlood.
Titimar, huilde de jongen. De rechter gaf
hem het potlood in handen. T.timar, schreef
hy in mooie ronde Latijosche letterteeken9 op
het papier.
De rechter klopte op z'n stoel. Dlaser,
sprak en schreef de j mg en. Wees op de
tafel. Lotavar, gaf de schelm bescheid. Stak
z'n tong uitgualinr, luidde het antwoord.
Ha, ha dacht de rechter; we avanceeren.
Toen klopte hy zich op de borst, sohreef
op 't witte papier, dat voor hem lag
Frarijïls.
De jongeD, zenuwachtig blij zich verstaan
baar te kunnen maken, klopte, als 'n hond
zoo goedig naar den jastitie-heer opziend,
zich aarzelend-plechtig ra op de borst.
Agrach schreef hij.
Agrsoh; de jongen sprak dus Agrach!
Maneer Roty stuurde des andereu daags
drie mooie zilveren gerechtsboden langs alle
consulaten en ambassades van de ville lum.èe,
zoowel naar de agentuur van Bosnië als naar
de ambassade van Ecuador.
Kent gij Agrach Ia deze taal is hui*
sacar tafellotavar en 'n heel lijstje
van 20 woorden stuurde hij er bij.
't Antwoord luidde 0V6ral ontkennend,
Drie dagen later wss Roty finaal ten einde
raad. Hy liet Bertillon z'n man kieken,
opmeten en besloot het geval aan de
kranten te geven. Ia dit miUloen-hoofdige
publiek, dat de kranten bereiken, zou wel
iemand wezen, die van Agrachische afstam
ming was althans Agrach kende.
En zoo heeft de goeie man z'n eigen vonnis
geteekeadproestten nu alle absinth-bour-
geois van o, o intelligentie over hun ochtend
blad wat 'n rechter wat 'n rechter
Wat 'n stuk aapen wat een stuk
rechter.
De kranten bleken leeper dan de magis
traat, snapten direct, dat 't Agrach 'n soort
dieventaaltje was.
Al die Europeesohe euphonleke klanken,
al dat geiol van in ieder woord die r'e
Sacar, dlaser, lotavar, sonar daar moesten
we de r's eens afdoen, zeiden vannacht de
menschen op 't bureau van 't „Petlt Journal,"
terwijl hun collega's op 't bureau van de
„Echo de Paris" op hetzelfde moment precies
hetrèlfde dachten.
Saca, diase, lotava, sona. dat klinkt al
'n boel beter.
Een huis is immers in 't Italiaansch een
casa, 'n stoel een sedia, een tafel een tavola,
een neus 'n naso.
Voiade oplossing 1
Het stuk aap, dat zes dagen lang een
rechter van tDStruotle, twintig beëadigde
translatenrs en zeventig consulaten te pakken
nam was doodgewoon een ondeugend
P.émonteesch schooiertje, dat zich z'n moeilijke
rol met 't talent (een betere zaak waardig)
van een Ccqaelin gecreëerd had.
Je zon zoo zeggen 1
681'st maar half„een ieder is toch vrij
dacht ik zoo bij mezelven.
Maar na het nog eena gelezen en overdacht
te hebben, moest ik bekennen, dat men recht
heeft zóó te schryven. Ik zeg 't nn ook„de
tram moet er komen, en niet over tiental
len jaren, maar nu."
En aan dat gezegde van „een ieder is toch
vrij" is by nadere beschouwing een heel lee-
lijk luchtje. Want is iemand, die wis en
zeker voordeel bij die tram zal hebben en er
best wat aan betalen kan, eigenlijk wel v r y
het te kort door anderen te laten dekken en
zelf de hand op den zak te honden Gewis
ook hier kannen we zeggen„vrij en vrij
is twee."
En tevens ben ik 't er miê eens, dat de
belanghebbenden, die er wat meer aan dien
den by te dragen, en dit zonder bezwaar
kunnen doen, er wat op moeten leggen of
in de beurs moeten grijpen, zooals in het
stukje staat.
Dat artikeltje vind ik bij nadere beschou
wing dus geheel waar, en velen zullen 't met
mij eens zijn.
Maar nu een vraag.
Weet U, M. de R of weet één der lezers
misschien ook een eerlijk middel, om aan geld te
komen.tenelnde het te kort aan te vullen, indien
sommige belanghebbenden blijven weigeren
er naar behooren aan miê te doen
Nog een vraag. Weet iemand ook op te
geven, welke landeigenaren niets of bepaald
te weinig gegeven hebben in aanmerking
genomen hun belangen en hun draagkracht
Misschien toch, dat dan hnn goede kennissen
of vrienden op die heeren hun invloed kon
den laten geiden en ze wisten te vermurwen,
't Geld kon toch niet van de nlet-bcaltteri
komen of van anderen, die er geen direct
belang bij hebben of die geen draagkracht
bezitten.
Wie wat kunnen doen, om de tram er nu
te krijgen, moeten dat doon 't zij op de
eene of andere manier, want ik echo mee
„de tram most er do komen En naar
ik gehoord heb, dient er kaast gemaakt te
worden met het bijeenbrengen van de benoo-
digde som, indien men zich voor teleurstel
ling wil wachten.
Een der vele voorstanders van de tram.
Roman
van
PAUL OSKAR HÖCKER.
o
Oom Alwin was aan het venster gaan
aan, Hjj zette zjjn lorgnet weer op en
raaide zich naar het kind om. Zijn gelaat
Wa8 nog ernstig en streng, maar zyn toon
Was meer verzoenend toen hy voortging
Ret heeft dus geen doel meer, Ottilie, je
moeder aan het hóófd te malen over je
Vader, of haar het hart daardoor zwaar te
maken, Nietwaar, dat zie je toch in Je
moet integendeel alles doen wat in je ver
mogen is, opdat je arme mama zoo spoedig
®°gelyk alles vergeet. Wilt ge mjj dat
Wederom knikte zy.
moet steeds overluid antwoorden,
wlie. Dus antwoord."
„J.U slikte nog een paar maal. Dan'bracht
>s do*d'm°eite u't: »^a vadertje
t daarop brak zy in een barts-
t6c e f weenen uit, drukte haar gezichtje
de «n /ar P°ÏPen aan en wierp zich met
n e 'eKen den deurpost.
.nclfkhei-^1186' kad in zjjn tiere man-
gemcend, met één korten slag
M. de R.
Het artikel over de tram Wleringen—
Schagen ln uw blad van 1.1. Donderdag heeft
wel mijn aandacht getrokken. Eerst vond ik
het wat bond gesteld.- Dat „m o e t e n b ij-
dragen" door dezen en genen beviel me
aan die sentimentaliteit, zooals hjj dat
noemde, een einde te maken. Dat gelamen
teer was hem een gruwel. Maar op een
dergeljjke uitbarsting dor kleine was hy
niet verdacht geweest. En hy werd er zelfs
door geroerd. Hoe kinderachtig hy de
kleine ook vond met haar poppen-ver
troeteling, haar ontsteltenis was veel, veel
grooter dan by tevoren had vermoed, Zy
scheen nu eerst te begrypen,wat in dit oogen-
blik in haar leven veranderde. Zoo hopeloos,
zoo bitter, zoo wanhopig was haar snikken.
Oom Alwin streed met zichzelf. By kon
dat weeuen onmogelijk langer verdragen.
Weder nam hy de lorgnet af en veegde
en wreef zenuwachtig. Zjjn zwakte, die
hem een dwaasheid zou hebben laten doen,
verstikte hjj met de vaste gedachteje
vervult een zware opdracht, die ten zegen
zal strekken aan je arme zuster, die ba-
vorderljjk zal zjjn aan haar ziele vrede en
ook tot heil van het kind zal zjjn.
Wjj wisten, dat je daarover zeer treurig
zoudt zjjn, Ottilie," zeide hjj wat zachter.
„Maar ik hoop, dat deze gebeurtenis je
nog meer dan tevoren tot ons zal brengen.
Ik geloof, dat je je alle moeite zult geven,
voor ons een lief en gehoorzaam kird te
zjjn. Nietwaar, dat wilt go, Ottilie? Want
buiten je moeder hebt ge niemand meer
dan ons En ge weet toch ook, dat we het
goed met je meenen, nietwaar
Hjj kon redeneeren zooveel hjj wilde,
het kind luisterde in het geheel niet. Ten
slotte tastte Dodi, zonder de prp los te
laten, naar haar rokzak, en toen zjj dien
niet vond, naar den knop van de deur.
Snikkend ging zjj naar buiten.
De nominatie voor het voor
zitterschap der Kamer.
De Nieuwe Courant schrijft
In schamperen toon van „verzoening" spre
kende, brengt de schrijver der Haagsche
brieven ln De Standaard (van Zaterdag j.1
daar ook het opmaken ven de nominatie voor
het voorzitterschap der Tweede Kamar bij te
pas en schijjft:
„De Nieuwe Crt. klaagt, dat de leden
van Rechts niet dadelijk op den heer Rö jll
hebben gestemd. Is er reden voor die klacht
In 1901 was de heer Macksy de candidaat
der partijen Rechts, die toen over betrekke
lijk groote meerderheid beschikten. De par
tijen Links stemden niet op Macks,y, maar
op een man van Links. Toen vond de
Nieuwe Crt. dat in 't geheel niet zonder
ling; toen schreef de Redactie niet, dat de
vrijzinnigen op baron Mackry hadden moe
ten stemmen."
Wij verwijzen den briefsohrijver
1°. naar de hand. Tweede Kamer 1901/02,
vergadering van 18 September 1901, waar hij
zal vinden
„De uitslag der stemming voor den eer
sten candidaat, waaraan 91 leden deelnamen,
Is, dat zijn uitgebracht op de heeren Mackay
81, Gaeman Borgeeius 8 stemmen, Mfchiels
van Verduynen, Mees, Da Savornin Lobman,
Drucker en Conrad, ieder één stem, terwijl
twee niet ingevulde briefjes in de bus wer
den gevonden
2°. naar het Ochtendblad van De Nieuwe
Courant van Donderdag 19 September 1901,
waar hij, in het Kamer-overzicht, zal lezen
„De scherpste crltlek heeft op de presi-
dentsvoordracht van de Tweede Kamer geen
vat. Als ii°. 1 werd, gelijk verwacht mocht
worden, op de nominatie mr. 2EL baron
Mackoy gebracht, een staatsman, wien be
proefde parlementaire ervaring en hoog
aanzien in het politieke leven in zeer voor
name opzichten qaalifieeeren tot beklceding
dezer hooge plaats. De linkerzijde gaf, door
met groota meerderheid tot deze voordracht
mede te werken, blijk van een juist besef
harer nieuwe stelling als oppositie en van
haar wensch om, door een bjjns univer
seels benoeming, aan het praesidlum bij
voorbaat al het gezag toe kennen, dat de
Kamer zelve by machte is te geven."
De Haegsche brievenschrijver van De Stan
daard heeft er dus maar op los geschreven,
't Kon raak, 't kon mie zijn en als het
eens mis mocht zjjn, dan bestond nog de kans
dat het niet opgemerkt werd Nu zijn in het
bijzonder wij het laatste halfjaar gewoon,
van de rechtsche bladen veel te hoeren, maar
hiervoor bedanken wij toch. Wie bepaalde
feiten en de houding, daartegenover door ons
aangenomen, tegen ons als argumenten wil ge
bruiken, dient zich althans de moeite te geven
even na te zien of da feiten gebeurd zjjn en
welke die houding geweest is.
De brievenschrijver heeft nu tot aanstaan
den Zaterdag den tijd om ts verifieéren wat
wij aanhaalden uit de Handelingen en onze
courant.
- WIER1NGEN.
J.1. Zaterdagavond vergaderde op de boven
zaal van den heer Koorn onze afdeeling vac
Het Witte Kruis.
Aanwezig waren 24 ledan. Na opening door
den Voorzitter Dr. Koops, werden door den
Secretaris, den heer L. Berghui», de notulen
der vorige vergadering gelezen en onveran
derd goedgekeurd. Door dea Secretaris werd
medegedeeld, dat het ledental der afdeeling is
gestegen tot 204; dat door de afdeeling zijn
verspreid onder hare leden 200 exemplaren
van het boekje „Eerste hnlp bij ongelukken"
en 100 exemplaren van het boekje „De ver
zorging van den zuigelingdat leden der
vereeniging ki de gelegenheid worden ge
steld zich te abonroeren op een tijdschrift,
getiteld „Het Groene en het Witte Kruis."
Een bestuursvoorstel, om den afgevaardigde
ter algemeens vergadering op te dragen, bij
rondvraag voor te stellen, dat leden van af-
deelingen, b.v. schippers, by voorkomende
gelegenheden gebruik rullen mogen maken
van de materialen der zusterafdeelicgen, wordt
met algemeene stemmen goedgekeurd.
Tot Commissie voor onderzoek der rekening
van den penningmeester worden benoemd de
heeren J. Hoekstra, P. J. Kant en N. J. Poel,
die deze benoeming aannemen. De agenda
der algemeene vergadering is hierna aan de
orde en naar aanleiding daarvan wordt be
sloten e. den te benoemen afgevaardigde op te
dragen bij de verkiezing voor 't hoofdbestuur
den aftredenden Secretaris den heer P. J. van
Eldik Thieme, te stemmen b. om te stemmen
vóór het voorstel van het hoofdbestuur om
het ontsmettingsgebouw te Alkmaar uit te
breiden, door daaraan een inrichting toe te
voegen tot het desinfecteeren van personen,
die aan besmettelijke ziekten hebben geleden
of met besmette personen in aanraking
zijn geweesto. om eveneens te stemmen vóór
het voorstel van het hoofdbestuur, om de
bjjdrage der algemeene kas ln het vervolg
met de subsidie te verrekenen d. eveneens
om te stemmen vóór het voorstel van eenige
afdeelingen, om aan de commissie van beheer
van het Herstellingsoord te Hilversum twee
dames toe te voegen, d. w. z. in plaats van
vijf heeren, de commissie te vormen alt drie
heeren en twee dames. Voor het overige
krijgt de afgevaardigde vrij mandaat.
Tot afgevaardigde wordt benoemd de heer
Dr. Koops en als plaatsvervanger de heer
Ds. Baxbeiden nemen de benoeming aan.
Door den Voorz. wordt nog gegeven een
toelichting over 't boekje De Koemelk.
Spr. zette het nut van dit werkje duidelijk
uiteen, waarna besloten werd daarvan 260
cx. ter verspreiding aan te sohaffen. Verder
werd nog besloten, niet dadeljjk over te gaan
tot het stichten van een eigen gebouw, doch
eerst nog wat verplegingsartikelen aan te
koopen.
By de rondvraag stelt de heer Hoekstra
voor, om aan dan secretaris voor zyn omvang
rijke taak eene belooning toe te kennen. De
secretaris gaf te kennen dat, hce omvang
rijk die taak ook was, hy van een liefdadig
heidsinstelling als deze geen belooning zou
aannemen, [applaus], De heer Peereboom
bracht een klacht ln over 't Herstellingsoord
te Hilversum, waar volgens Spr. eene ver
pleegde van hier allesbehalve menschelyk
behandeld was. Voorzitter beloofde hiernaar
een onderzoek te zullen instellen. Hierna
sluit Voorzitter de vergadering.
- WIERINGEN.
Naar wij vernemen circuleert dezer dagen
door Westerland en ometreken een lijst om
geldelijke bjjaragen te verzamelen voor het
verkrijgen van een orgel en een kachel In de
Nea. Herv. Kerk aldaar. Allen worden op
gewekt onzen geachten predikant in zya pogen
daartoe te steunen.
- WIERINGEN.
Wegens bodanken van den heer Jn. C.
Bakker is tot directeur der Kaasfabriek
„Nooit Gedacht" te Hippolytushoef benoemd
do heer Jb. Mostert, die deze benoeming
hoeft aangenomen,
- WIERINGEN.
Vergadering van d8 Burgerbrandwaarborg
Vereeniging, gehouden op Maandag 26 Sep
tember 1906, des n.m. 7 uur, ten lokale van
den heer D. D. Lont.
Afwezig met kennisgeving de Voorzitter
ds heer J. Bair, Ezwaarna do Vice-Voorz.
da heer N. J. Poel, de vegaderlng opent en
door den Secretaris den heer C. M. Koorn,
de notulen worden gelezen en daarna goed
gekeurd.
Hierna stelt Voorz. aan de orderekening
en verantwoording van den penningmeester.
De ontvangsten belroogen f 1886.681, da uit
gaven waren f 1691 29, slzoo in kas f 295 89s,
Onder de uitgaven was begrepen een bedrag
van f 1210, hetgeen op het Grootboek is
geplaatst. Tevens merkten wij op, dat onder
de ontvangsten behalve de premiëa, nog
een post was geboekt voor een 40-tal
in 1904/5 uitgegeven nieuwe polissen. De
rekening werd onderzocht door de heeren
N. J. Poel 6n C. M. Koorn die alles in orde
bevonden, zoodat tot goedkeuring werd
besloten.
Verder was ingekomen een schryven van
den heer J. C. J. Knecht, te Amsterdam,
waarin deze mededeelde, dat de kosten van
herverzekering met daarby komende onkosten
over 't le halfjaar bedragen f 19074. Goed
gekeurd wordt, dït bedrag te betalen. Bij de
De kindermeid stond in de gang en
vroeg, wat haar scheelde. Zij wilde de j
kleine medenemen naar de keuken en
haar wat geven, om haar weenen te doen op
houden, want zy wist dat manheer er niet
van hield, dat het kind huilde.
Maar Dodi maakte zich les en liep naar
haar slaapkamertje.
Aan de wieg van haar pop bleef zy
staan, streek de rokjes van haar pop glad
en legde ze op het kussen, toen zonk
zy daarby op de knietjes, het kopje in de
wieg drukkend.
Zoo bleef zy liggen naast de laatste
zichtbare herinnering, die haar van haar
vader was overgebleven, als by een kleinen
grafheuvel,
Na dit uur raakte zy geen pop meer aan.
Haar kinderdroom was uitgedroomd.
HOOFDSTUK VII.
Eerst in den zomer, toan zjj van de
badplaats terugkeerde, vernam Mia van
Alwin, dat haar echtgenoot in de wjjde
wereld nog steeds, hard werkend
voor zyn dagelyksch brood, ploeterde
en dat aan haar kind de mededeeling was
gedaan dat by dood was.
Het kwam tot een hevige srèie, een
laatste uitbarsting van vertwijfeling. Maar
het was slechts een opflikkeren. Zy had een
te sterke macht tegenover zich, want al
harr bloedverwanten billijken 't volkomen,
dat Alwin dezen hoogst moeilijken stap had
gedaan en voor het kind haar broeder
tot leugenaar te stoffen, dat giDg toch
niet aan.
Men trachtte haar te trocstenlater, als
Ottilie verstandig genoeg was om alles te
begrypen, kon men haar zonder gevaar de
waarheid zeggen, dan zou ook zy bepaald
inzien, dat alles, wat in deze treurige ge
schiedenis gebeurd en gedaan was, alleeD
om haar eigen bestwil was geschied. Zoo
als de dingen nu stonden, was het in elk
geval beter, dat zjj geloofde geen vader
meer te bezitten, dan dat men haar droeve
berichten moest geven, die haar maar
treurig en ongelukkig zouden maken.
De laatste drie kwartalen had Max
Olfers zoo weinig geld kunnen zenden, dat
men eerljjk geloovende dat hjj niet
meer had elk cogenblik op een faillis
sement der onderneming kon rekenen.
Wilde Mia een woord van medbljjden of
spjjt uiten, dan hield men haar immer
weer voor, dat zjjn verbazende hoogmoed,
zyn eigenwijsheid, geen medelijden ver
dienden. Zjj had onder geen enkel beding
of voorwendsel anders mogen handelen, dan
zjj nu had gedaan. De feiten stelden haar
immers volkomen in het geljjk Want hoe
had hjj in dat dure land een ganscho
familie kunnen onderhouden, waaneer het
hem zelfs onmogelijk wts slechts het leergeld
voor het kird te betalen? Neen, neen! hjj
oogstte alleen maar, wat hjj had gezaaid
het noodlot vergold hem al het bittere leed,
dat hjj zjjn arme vrouw had aangedaan.
Mia schikte zich er tenslotte in,mat en moe,
hoewel ook met bloedend hart, dat haar
kind haar vader voor dood hield.
Er verliepen weken en weken zonder
dat de naam van Mtx genoemd werd. En
daaruit ontwikkelde zich deze eigenaardige
verhouding: terwijl vroeger de takt harer
bloedverwanten hen weergehouden had
den naam van Max Oifers te noemen,
was het nu Mia zelf, die het niet meer
waagde den naam van haar man uit te
spreken; alsof zjj het dus tenslotte moest
vermjjden om de anderen daardoor niet te
krenken.
Geschiedde het eens een enkele maal,
dat zjj over hem aprak, of enkel zijn naam
noemde, dan keek zjj dra schuw op, schuld
bewust.
Grootmama's gsvoelens tegen den trots-
kop werden ia den loop van den tjjd nog
vijandiger bjj haar had da tjjd geen tnilden
invloed.
Dat het meer daa tegenzin was geweest,
dien da oude dame tegen Max koesterde,
dat het haat was geweest, werd bewezen
bjj de opening van haar testament. Zjj had
door allerlei clausule® over de verdeeiing
van haar kapitaal, ook nog over het graf
ervoor gezorgd, dat een toenaderiDg tus-
schon het geseheiden paar uitgesloten
bleef, ja, zelfs Ottilie raekte haar erfdeel
kwjjt als zjj, zooals het testament het
uitdrukte, eenmaal de huiselijke gemeen
schap mot den gescheiden echtgenoot van
haar mooder weer zou opoemen.
De consulsweduwe werd naar het graf
gedragen, toen Dodi elf-en-een-hall jaar
oud was.
Een groote vorandering bracht de dood
der oude dame in haar leven niet. Slechts
de Zondagen kregen een tjjd lang een
andere veideeling; men bracht den eenen
keer door bjj de Maogeldoi fï's.den volgenden
Zondag bjj den j ustitieraad.
Wordt vervolgd.