Alpieeo wiens-
rtcitlG- k LiiüiiflliL
Raai
D 0 DI.
eerste blad.
feuilleton.
49ste Jaargang No. 4091.
loterijen.
WORDT VERVOLGD.
Donderdag 20 October 1905.
SCBAGER
Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
AÜVERTËNTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Stureay s •CHAfïlSW, ILaau, II 4.
Uttgevar P. TRAPMAN.
COURANT.
Prijs per j ar f 3,Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
O ©meen te Schagen.
BEKENDMAKINGEN.
POLITIE.
Te? S'cretarie dezer gemeente worden inlichtingen
verzocht omtrent een portemonnaie, inhoudende onge
veer f 7.
Wettelijke TJepalingen
betreffende
Burgemeester en Wethouders der gemeente Schagen
achten het niet ondienstig onder de aandacht der in
gezetenen te brengen, dat op den lsten Juli 1905 is
in werking getreden de Wet van den 6den Juni 1905,
Staatsblad No. 171, hondende wettelijke bepalingen
betreffende loterijen, krachten8 welke wettelijke bepa
lingen ook verboden is
het verloten van koek, gebak, geslacht vee, mann-
factu en, artikelen van huishondelijken aard, enz.,
enz., zoodat daarvoor door Burgemeester en Wet-
honders geea vergunning meer kan worden verleend
dat verlotingen van geldprijzen, van villa's, bouw
hoeven en andere onroerende goederen, van équipages,
paa den en vee, van rijwielen, loterijen op andere
loterijen, tijv. op loten der Nsdedandsche Staats
loterij, zoogenaamde pi ijsraadseiloterijeo, tombola's,
het gratis verstrekken van loten aan koopers van
boeken en van allerhande winkelwaren en al derge
lijke ondernemingen, evenmin mogen plaats hebben
dat overtreding der verbodsbepalingen wordt ge
straft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of
geldboete van ten hoogste drie duizend gulden.
Voorwerpetr, den veroordeelde toebehoo ende, welke
door middel van het strafbaar feit zpn verkregen,
en aandeelen in de loterij en andere voorwerpen, den
veroordeelde toebehoorende waarmede het feit ia ge
pleegd, knnnen worden verbeurd verklaard.
Van de wetsbepalingen is uitgesloten:
het aanleggen en honden van eene loterij, nitslni-,
tend strekkende tot een liefdadig doel of bevordering
van wetenschap, knnst of een ander algemeen belang,
en waarin de prijzen o f premiën niet in geld of
geldswaardig papier bestaan.
Voor zoodanige loterijen kan toestemming worden
verleend, indien de prijzen en premiën gezamenlijk
geen grootere waarde dan éénhonderd gnlden hebben,
door Burgemeester en Wethouders der gemeente, waar
zjj zullen worden gehouden en, indien die waarde
meer dan éénhonderd gnlden bedraagt, door Hare
Majesteit de Koningin, op voordracht van den Minis
ter van Justitie.
Schagen, den 21 October 1905,
De Secretaris, De Burgemeester,
ROGGEVEEN. H. J. POT.
Zitting van 24 October 1905,
des morgens lO'/t oer.
Voorzitter de heer H. J. Pot, Burgemeester.
Aanwezig alle leden.
Na opening der vergadering volgt de lezing
en de goedkeuring der notnlen.
Wordt aan de orde gesteld een adres, met
verzoek om voor den cnrsns in het Fransch
voor onderwijzers Zaterdags van 6 tot half
10 een schoollokaal, verwarmd en verlicht,
beschikbaar te stellen. B. en W. stellen voor,
dat verzoek in te willigen, waartoe de Baad
met algemeene stemmen besluit.
Vsn den aannemer der gasfabriek, den heer
Vlaming, is ingekomen da eindrekening der
gasfabriek. Die staat van den heer Vlaming
van meer en minder werk is f 25.hooger
dan die, door den dagelijkscben Opzichter op
gemaakt. Die staat van den dag. Opz. is
door d8n heer Claassen goedgekeurd.
Die meerdere f 26.zoo licht Voorzitter
toe, is ontstaan door eenige verzwaring,
die in de kap is aangebracht, er zijn nieuwe
mallen gemaakt, wat telegram-orkosten zijn
ontstaan, en nu stellen B. en W. voor, die
f 26 in de eindrekoning op te nemen en
aan den heer Vlaming uit te betalen.
De heer Roggeveen informeert, hoe hoog
het bedrag is van het meerdere werk aan de
gasfabriek.
Voorz. zegt, d&t het bedrag f 678.— hooger
ia voor het meerdere werk f 746.maar er
gaat f 66 985 aan minder werk af, wat dus
aan het eindcijfer een versohil geeft van
f 678 01'.
De heer Meur»Is aan den heer Claassen
geïnformeerd, of die f 26.— werkelijk in de
eindrekening thuis behooren
Voorz.De heer Claassen heeft die f 25.
buiten zija berekening gehouden, omdat dat,
zooals hg meent, buiten hem is omgegaan,
die heeft alleen rekening gehouden met den
toestand zooais die werkelijk is.
De heer Eeisser: Dat meerdere werk, waar
aan ia dat te wijter.? zijn dat tekortkomingen
in het bestek, of aanvullingen
Voorz.Alleen is dat te wijten aan kleine
aanvullingen. De heer Claassen oordeelde de
verzwaring van de kap niet noodig, de dag.
Opzichter meende van wel, en nu zijn B. en
W. met dat laatste oordeel meê^egaan en
ook de heer Claassen heeft zich daartegen
niet verzet, zoodoende is er afgeweken van
het oorspronkelijk bestek en moesten er
nieuwe mallen bij gemaakt worden, wat meer
der werk gaf.
Do heer Feisser: Waarop grondt de heer
Claatsen zyn ooideel, om die f 26.niet in
ziju staat te willen opnemen, als dat meerdere
werk geschied is buiten de schuld van den
aannemer
De heer Asjes: Heeft de Opzichter dan ge
adviseerd het niet uit te betalen
Voorzitter: De heer C:aaesen meent, dat
deze f 26.niet in de e'ndrekenicg thuis
behoort, en daarom heeft hij ze er ook niet
ingebracht.
De heer Manrs meent, dat de adviseurs
der gemeente in deze toch behooren aan te
geven, wat de gemeente heeft te batalen
of niet.
De heer VaderDe heeren Ciaassan en
Margadant meenen, dat Vlaming die f 26.
niet toekomen. B. en W. meenen evenwel
van wel. Maar er is wel iets voor te zeggen,
dat Claassen dat zegt, omdat de verzwaring
van de kap tegen zijn advies is ingegaan,
j Hij heeft Vlaming dan ook gezegd, het maar
fcij d8n Raad te moeten probeeren om die
f 26.te krijgen.
De heer MenrgDat ie nu alles heel goed
en wel, maar het is toch alleen de vraag
komt die f 25.— den heer Vlaming toe, ja
of neen.
De heer Vader Die mallen zijn extra ge
maakt en door den fabrikant zijn die Vlaming
apart in rekening gebraoht, en nu meenen
B. en W., dat het Vlaming ock toekomt.
Claassen meent evenwel van niet.
De heer Meurs Zoo oppervlakkig bekeken,
meen ik ook, dat die f 25.Vlaming niet
toekomen. De mallen moesten tóch worden
gemaakt, of de kbp nu iets zwaarder gemaakt
werd of niet. Dat bleef voor Vlaming toch
hetzelfde.
De hesr Vader Het zijn niet alleen de
mailen, ook de telegramkosten en nog en
kele extra uitgaven meer.
De heer Asjes: Ik meen, als het anders
gemaakt wordt dan in het bestek staat, dat de
meerdere kosten aan Vlaming moeten worden
uitbetaald.
De heer Meurs De verzwaring van de kap
valt buiten dit bedrag.
De heer Vader zegt, dat die verzwaring
van de kap ook een verandering braoht in
de constructie der mallen, er moesten das
andere mallen worden gemaakt, dat was een
tx:ra-levering waarvan Vlaming de betaling
ad f 20toekomtmet telegramkosten
en andere kleiae uitgaven f 25.—.
De heer Meurs De dag. Opz. en de opzichter
i Claassen zijn voor de gemeente toch de
adviseurs, die hebben te beoordeelen, of hst
geld uitbetaald moet worden ja of neen. Het
is hier de vraag alleenkomt het Vlaming
toe. Het is een klein bedrag, dus daar gaat
het niet om, maar het is een ptincipe.
j De heer Fjieser geeft In overweging, nadere
J motieven van den heer Ciaassan te vragen,
waarop hg adviseert die f 25.— niet toe te
staan, dan kan de Raad tenminste oordeelen.
t De toelichting is nu zeer sober.
De heor Buis markt op, dat de heer Vlaming
reeds lang heeft gewacht op zijn afrekening
I en er niet spoedig eau nieuwe raadsverga
dering volgt, en hij dus nog langer zou moe-
ten wachten.
De heer Roggeveen is hst met de heeren
Meurs en F disaar eens, da Riad dient te
rade te gaaa met zijn adviseurs en des
kundigen. Hij meent daarom, dat het noodig
is, dat nader wordt gevraagd waarom of die
f 25 niet voorkomen op den staat van den
hear Ciaassan. Spr. is niat van oordeel, om
het niet te geven, hij voelt veel voor het
voorstel van B-anW-nit een oogpunt van billijk
heid maar het kennen van het motief van den
hear Cisassea ls toch eerst noodig.
Voorz De wijziging van de kap, de ver
zwaring drarv&n, la geschied tegen het advies
van den heer Claassen Hij heeft zich steeds
verzet tegen die verzwariDg en die altijd
onnoodig geoordeeld. B, ea W. hebben het
laten onderzoeken, of verzwaring noodig was,
en omdat alle zekerheid er moest zija, dat
het werk goed uitgevoerd werd, hebben zij
de verzwaring gelast. Het is dns voor den heer
Claassen heel goed te begrijpen, dat hij zich
liever buiten die kwestie houdt, en oordeelt,
dat Vlaming de buitengewone kosten, daaraan
verbonden, moet dragen. Maar daar die ver
zwaring is geschied in opdracht van B. en W-,
is het, naar het oordeel van d it college, ook
niet meer dan billijk dat Vlaming de f26
krijgt uitbetaald.
De heer Roggeveen De heer Claassen staat
zocals n zegt, bulten de kwestie, maar dat
behoeft nog geen reden te ziju voor hem, om
geen advies te geven over het uitbetalen der
f25Ik blijf waarde hechten aan dat
advies. De uitbetaling van het bedrag aan
Vlaming behoeft geen vertraging te geven,
de som kon uitbetaald worden na aftrek van
f26.waarover later beslist wordt.
De heer Meurs oordeelt de kwestie toch
eigenaardig. Volgens den dag. Opz. is de kap
ni6t zwaar genoeg, en het meerdere werk,
dat uit die verzwaring voortvloeit, mag toch
niet volgens hem door Vlaming in rekening
worden gebracht.
Voorz Die rekening van den dag. Opzichter
zal wel heen en weer zijn gegaan en op aan
drang van den heer Claassen zal die f 25.
wel gecehrspt zijn. Die verzwaring van de
kap is niet het werk van den deg. Opzich
ter, maar geschied op aandrang van de
fabriek, die achtte eenige verzwaring noodig
en op grond vbd informaties hebben B. en W.
Roman
van
PAUL OSKAR HÖCKER.
o
21
Het was Dodi niet mogelijk op die vraag
van haar moeder ook maar iets te ant
woorden. Dat angstige beven kwam weer.
Waarom ging haar moeder op het voorstel
van oom en tante in Waarom ver
ste zjj er zich niet tegen, haar van zich
laten heengaan juist nu
Toen afscheid genomen werd en zjj den pro
fessor, die haar zeer vriendeljjk toesprak, een
hand geven moest, kostte haar dat veel
moeite.
Hezen avond en ook den volgenden
jjforgen trachtte zjj een kwartiertje met
haar mama alleen te zjjn. Maar tante
Fusabeth hield haar steeds in beslag, zoo-
et het onmogeljjk was, een vertrouwelijk
Woord te spreken. Wat zjj tot haar moe-
nrU o had willen zeggen, dat wist zjj zelf
die ToKen den steeds aangroeienden angst,
zich van haar had meester gemaakt, kon
«*lch onmogeljjk meer verzetten.
WeJi middageten den volgenden dag
al 7 nauw^eurig besproken, wat zjj zoo
zel( °U meênemea. Tante Elisabeth kwam
e° h-? T, haar keertje te kjjken
sloiten 6 de cartonnen doos te
Sep&kt zataann haM ZondaK8che jurk
de namiddag en de avond ver
liep zonder dat tante Elisabeth haar met
haar mama alleen gelaten had. Tenslotte
kwam het goedennacht zeggen. Alhoewel
zjj reeds vijftien jaar was, moest Dodi nog
steeds een uur vroeger naar bed dan de
anderen. Langer dan anders hield Mia de
hand van haar dochtertje vast P.otseling
zeide zjj, alsof zjj een zwaar en moeilijk
besluit genomen had„Ja Ottilie, en aan
stonds kom ik nog even, om je bjj je
nieuwe kapsel te helpen hoor, je weet
wel."
Dodi knikte slechts. Zjj wilde om alles
ter wereld voor haar tante niet verraden,
hoe opgewonden zjj was,
Een uit Oostenrjjk gekomen vriendin
van Dodi had met haar frisuur een ware
storm doen opsteken onder de jonge
dames. Ook Dodi had haar moeder
gesmeekt, haar dat te laten dragen. Maar
het was nu niet de voldoening over dit
verlof, dat haar nu zoo plotseliog het
bloed naar da waDgan dreef.
Terwijl haar moeder haar het lange haar
strengelde, zat Dodi stil voor zich heen
te kjjkenzjj babbelde niet, verroerde zich
nauwelijks, keek ook zelfs niet één enkele
maal in den spiegel,
Ook Mia vermeed bet eerst, een blik in
den spiegel te werpen. „Wat heb je toch
een dik haar, kindlief. Weet je, de eerste
paar keeren moet je je maar door een van
da meisjes van tante Naeldeke laten
holpen. Alleen krijg je het bepaald niet
klaar." Zoo praatte Mia schjjnbaar onbe
vangen. Maar met haar gedachten was zjj
er niet bjj, Zjj zocht naar een overgang,
om Dodi vanavond met alles in te wjjden.
Mat haar bloedverwanten had zjj daarover
reeds lange debatten gevoerd. Dat iemsnd
anders dan zjj zelve hear kind de eerste mede-
deeling zou doen over de scheiding harer
ouders over hat heengaan van haar vader, die
weggegaan en niet gestorven was, dat
wilde zjj beslist niet hebben. Dat moest
en zou de kleine uit haar eigen mond
vernemen. En toch, hoezeer het haar kwelde,
kon zjj geen woorden vinden om te
beginnen,
„Zult ge daar géén verlangen naar huis
krjjgen, Dodi vroeg Mia na een poosje,
zachtkecs, door het zwjjgen van
haar kind nog meer verontrust.
Dodi knikte slechts met bet hoofd.
Wederom trad er een pauze iu, Plotseling
draaide Dodi zich evenwel om en drukte
haar gelaat tegen den schouder van haar
moeder.
„Moedertje," snikte zjj zachtkens, maar
in groote opgewondenheid, „ik weet het, u
stuurt mjj alleen weg, omdat omdat
ach, moedertje, ik voel zulk een grooten
angst
„Angst? Waarvoor bonje bang, lieveling?"
vroeg Mia met bevende stem.
„Ach mooke professor Lange niet
waar dat is het toch die zal met u
trouwen, en mjj stuurt u alleen weg opiat
ik er maar niet zal zjjn. Acb, en ik
geef u toch niet aan hem over I Moedertje,
moedertje, gjj moogt u niet van mjj weg
geven Neen, dat mag u niet doen I"
Mia was te ontsteld, om een enkel woord
te kunnen antwoorden. Zenuwachtig maakte
zjj zich uit de armen van haar kind los.
„Kind!" weerde zjj af. Haastig stond
zjj op besluiteloos bleef zjj dan staan.
Schrik eu ook een zekere schaamte streden
in haar.
Angstig volgde Dodi elke harer be
wegingen.
„Hoe ban je op die gedachte go
order gegeven dat te doen.
De heer Vader De heer Claassen heeft die
verzwaring nooit gewild. Hij heeft gezegd:
willen de heeren verzwaren, dat is hun zaak.
De mallen van die verzwaarde kap zijn extra
gemaakt, en nu vraagt de heer Vlaming te
recht moet ik die extra-onkosten nn drager
De heer Roggeveen Waren dan de mailen
voor de andere kap reeds gereed
De h6er VaderDie waren klaar. Toen
do fabriek de kap bjjna klaar had, gaf men
ons in overweging de kap te verzwaren.
De heeren Meurs en Roggeveen blijven
nochtans aandringen op een advies van den
he8r Claassen.
De heer Vader: In het bestek staat, dat de
kap geleverd moest worden op het terrein
der gasfabriek, om daar te worden gekeurd.
De leverancier van de kap stelt voor, om de
kap bij hem aan de fabriek te keuren. Als
er dan nog wat verbeterd moet worden, is
dat spoedig en gemakkelijk gereed. Dat was
men niet verplicht om te doen, het be3tek
gaf het anders aan, maar om de aflevering
te bespoedigen, is de dagelijkscbe opzichter
daarheen gegaan, en dat heeft de heer Vlaming
betaald. Dat altes in oogenschouw nemend,
achten B. en W. het gewsnsoht, de f 26 uit
te betalen.
Da heer Feisser wil het geld aan Vlaming
uitbetalen behalve de f 26.— en dat later
afhandelen.
Voorz.Vlaming heeft zijn rekening al
vroeger ingediend en we hadden gehoopt, dat
de heer Claassen hier Vrijdag zon geweest
zija, dan hadden B. en W. hem bepaald
zelf gevraagd, wat de heeren nn gaarne wil
len weten.
De heer Feisser geeft er zijn verwondering
over te kennen, deze zaak niet bij de stukken
te hebben gevonden.
Voorz. zegt, dat B. en W. hierover Vrijdag
niet hebben kannen vergaderen. Zjj hebben
daarover Maandag vergaderd en besloten het
vandaag in den Raad te brengen.
De heer Feisser verzoekt vriendeljjk, dat,
als men zich da moeite getroost om de stuk
ken te komen iczien, alle stukkan dan
ook aanwezig zjjn. Hij verzoekt dat daarmede
in do toekomst rekening wordt gehouden.
Voorzitter: Dit is ook altijd het geval,
maar B. en W. waren nu niet in staat
daarvoor te zorgen. De heer Vlaming had
reeds lang gewacht, en om hem niet teleur te
stellen, was het vandaag in den Raad ge
bracht.
Eindelijk wordt het voorstel van B en W.,
om die f 26.— ook uit te betalen, in rond
vraag gebracht en aangenomen. Vóórde
heeieu Smit, Asjoe, Bijpost, Bnis en Vader;
tegen de heeren Meurs, Feisser en Roggeveen.
VoorzitterNu moet nog iets behandeld
worden, dat ook niet vooraf meegedeeld ia
kannen worden. Overtoom is gister in de
vergadering van B. en W. geweest en die
heeft voorgesteld, op de pomp op de Gedempte
Gracht te plaatsen 1 lantaarn, In plaats
van 8. Dat wijkt natuurlijk af van het aanbod,
indertijd door Algemeen Belang gedaan.
Ed alhoewel dit punt nu later is inge
komen dan uw convocatie biljet is verzonden,
hebben B. en W. gemeend, het hier maar
aan de orde te moeten brengen.
De heer Meurs meende, dat dit een zaak
was van Algemeen Belang, en hij vraagt, of
die vereenfgicg daarmede accoord g-at.
Voorz Wij meenen aan Overtoom te heb
ben begrepen,dat die dat doen kon.De inlichtin
gen, die B. en W. van hem ontvangen heb
ben, waren zóó, dat wij dachten dat Algemeen
Belang niet tegen die verandering zón zijn
en daarvoor brengen wij het voorstal in den
Raad, of men genoegen neemt met 1 lan-
komen?" vroeg Mi» ra een korte pauze.
„Ze hebben het op school gezegd ja,
omdat u nog zoo jong was en de
moeder van Eggebrechts is ook weer
opnieuw getrouwd en nu hebben Lena en
Willi een stiefvader gekregen, van wien
ze bepaald niet houden; omdat omdat
Ach, en bjj kjjkt u altjjd zoo aan en
dat mag hjj nietIk ben daar zoo onge-
lukkig overMoeder, ach, lief, lief
moedertje 1"
Onsamenhangend, hartstochtelijk kwam
haar dit alles over de lippen. Zjj wierp
zich snikkend voor haar moeder op de
knieën, die als gebroken in de vensterbank
was neergezakt, en verborg haar van tranen
natgezichtje in de plooien van moeders kleed.
„Kind kind 1" fluisterde Mia at werend.
Eu met onzekere hand streelde zij haar
lokken. Maar zij was geheel buiten zichzelf,
want op zulk een uitbarsting van vertwijfe
ling was zg niet voorbereid geweest. Angstig
luisterde zjj naar den corridor. Zjj voelde
zich altijd en eeuwig afhankelijk van
E isabeth en Alwin, ook al waren zjj er
niet bjj.
„Zeg dan toch, moedertje, is het waar
vroeg Dodi eindeljjk, terwjjl zjj het boven
lijf oprichtte, maar op haar knieën naast
haar moeder bleef liggen.
Mia drukte zich beide handen tegen het
hoofd, daar bonsde en hamerde het zoo.
„Ja Dodi," fl ilsterde zjj, „het is waar.
Stil, stil, ik zal je alles zeggen. Professor
L mge heeft mjj gevraagd, om zjjn vrouw
te worden. En hjj heeft ook gezegd, dat
hij jou zou liefhebben alsof hjj alsof
hjj Een plotseling sidderen maakte het
haar onmogelijk voort te gaan. Haar kind
had het hoofd opgeheven, en met haar
groote, verschrikte oogen staarde Dodi
taam.
De heer Asjes Om welke reden
De Voorz.: Voornamelijk om de groote
kosten en nu zal die eene lantaarn sierlijker
gemaakt kunnen worden, dan anders die drie.
De heer Feisser zegt, dat de drie lantaarns
ten deels voor verlichting en ten deele voor
versiering zijn aangebracht. Drie lantaarns
op de marktplaats, zooals oorspronkelijk het
plan was, was met het oog op de verliohting
van het plein zeer mooi, maar op de Gedempte
Gracht heeft dat geen raison meer en
daarom achtte hat bestuur van Algemeen
Belang 1 lantaarn verkieslijker.
Voorz Dat was het idee van B. en W.
ook, maar hst was de vraag, of de Raad met
dat idéj kon meegaan.
De heer Vader: B. en W. konden daar nog
eerder in meegaan, omdat, als er 3 lan
taarns kwamen, zeide Overtoom, het dan
zeer eenvondige zouden worden, en dan achtten
wij 1 sierlijke beter. Hjj had de pomp zeker
wat krap aangenomen en nu moest hij zeker
op die manier weer met de rekening uit
komen.
De heer MeursDe Raad kan op het ver
zoek van Overtoom niet ingaan. Hat moet
met Algemeen Belang worden afgehandeld.
Het is geen zaak tusschen Overtoom on den
Raad, maar tusschen den Raad en Algemeen
Belang. En zoover ik weet, is er in Algemeen
Belang ncolt besloten 1 lantaarn te nemen
in plaats van 3. Een algemeene vergadering
van Algemeen Belang zal daarover eerst
hebben te beslissen.
Voorzitter Het kwam B. en W. voor, alsof
Overtoom handelde in overleg met Algemeen
Belang. Maar moet Algemeen Belang hierin
nog gehoord worden, dan geeft dat weer
uitstel. B en W. hebben het verzoek alleen
in den Rrad gebracht, omdat zij meenden,
dat het geschied was mot goedvinden van
Algemeen Belang.
De heer ManrsPersoonlijk ben ik ook
wel v o o r 1 lantaarn, vooral als dat wordt
een flinke lantaarn, en maar niat langzamer
hand verandert in een lantaarn t j e. Maar toch
acht ik het werkelijk noodzakelijk, dat
Algemeen Belang zich over dit punt eerst
uitspreekt.
Da heer Vader: Het Is gemakkelijk, ons in
deze zaak helderheid te verschaffen: de voorz.
van Algemeen Belang zit in ons midden.
De heer F aisser het motief waarop men
1 lantaarn beter oordeelde dan 3, heb ik
straks al meegedeeld. En ook O zertoom heeft
dat in onz8 bestuursvergadering ter sprake
gebracht en toen heeft het bestuur van Alge
meen Belang geoordeeld, dat dit een zaak
was, die Overtoom had uit te maken met den
Raad. Want het was de vraag, of die gene
gen was een dergelijke lantaarn te acceptoeren.
De heer Roggeveen Dat ben ik niet met
den heer Feisser eens. Het is geheel een
kwestie tusschen Algemeen Belang en den
Raad. Spr. heeft persoonlijk geen bezwaar
in 1 lantaarn, maar met Overtoom kin die
kwestie niet worden afgehandeld.
Da heer Vader: De pomp kan evengoed,
gemaakt worden. Men is er direct nog niet
aan toe, er een lantaarn op te plaatsen. Dan
kan de zaak eerst in Algemeen Belang ge
braoht worden.
Na nog eenige discussie wordt besloten, de
zaak niet verder te behandelen, nadat de
heer Feisser verklaard had, dat, als dat ge-
wenscht werd, er nog tijd genoeg was om een
adres van Algemeen Belang in te zenden.
De heer Overtoom had nog eea tweede
zaak onder de aandacht van B. en W.
gebracht. Doordat die pomp komt in aan
sluiting met den dlepwelpnt en de beide spui
ten daarop zullen kannen worden aangesloten,
haar aan.
„Moeder ik ik Lait hem!" etiet
het kind plotseling hartstochtelijk uit. „Ik
kan en wil hem niet zien 1"
„Waarom dan kind Wees toch
bedaard. Wat heb je dan tegen hem
„Hjj is slecht, moedertje. Zeker en waar
achtig, hjj is slecht I"
„Hoe kunt ge dat zeggen?"
„Hjjwil u van mjj wegnemen 1 Ja
i van mij en van vadertje 1"
Nu liet ze het gelaat weder in den echoot
harer moeder vallen, geheel ontsteld en
hartbrekend schreiend.
„Ach Dodi wat roep je daar wakker,
wat een pjjn doe je me nu,"
„Wees niet boos op me, moeder. Ik kan
niet anders. Ea wanneer ik het mjj zoo
voorstel Lma en Willi moeten ook
vadertje zeggen tegen haar stiefvader,
en dat is immers niet hasr eigen vadertje.
En zjj hebben zoo erg geweend maar
thuis mogen zjj niet meer 'van baar
eigen vader spreken. Maar zjj hebben
tenminste zjjn graf, waar zjj heen kunnen
gaan. Ja, van uit de school gaan zjj heel
stil naRr het korkhot eenmaal ben ik
ook m'ê geweest en dan bidden zjj en
spreken met haar vadertje.Maar ik
weet niet eens, waar mjjn vader gestorven
is en waar zjjn graf is. Oom Alwin zegt
maar steeds zwjjg wanneer ik er hem
naar vraag. En u weet hat evenmin, zegt
tante Elisabeth, Ja en wanneer ik nu
een anderen vader zou krjjgen dan kan
ik niet eens daarheen gaan, waar vadertje
begraven ligt en met hem spreken evenals
Lena en WilliAch moeder,
moeder, laat die booze professor niet bjj
ons komen
2