tweede blad. rug. Donderdag 16 Nov- '<>5; Plaatselijk Nieuws. Binnenlaïidsch Nieuws. I op I c «TJ werklost, die den he% Hulsman ala direc.cu. kenmerken, daerbü neer a het koor brzlten den ki;n Eaterpe worden een ver iiver der leden. r- die aanspraak mag maken op de allen. eerlging volle waerdeerlug - Maandag 18 November trad oltnoodlging der Vrije Soolallstengroep op rr vergaderde alhier _fH «Hnir Sohagen en Omitr. van den Bond van Ned Onderwijzers. Besloten werd, po- Xge? In ter werk te stellen alhier een avondje te organlseereD ten yoordeele vat het Herstellingsoord voor onderwjjzers te Lunteien. Tot afgevaardigden naar de algemeene ver gadering te Zwolle werden gekozen de heeren M. Visser alhier en K. Schoorl te Barsioger- horn; tot plaatsvervangers de heeren A. Koning en I- Tjalkens, beiden alhier. Van onze plaatselijke ver- eenigingen was de Msnnenzengvereeniglng „Enterpe" de eerste, die een concert gaf in dit seizoen. Zij had zich de medewerking verzekerd van iemand, die hier reeds een gnnstigen naam had verkregen, nl. den heer Anton Lampe, bariton ven Amsterdam De uitnemende indruk, dien wij van den heer Lampe bü een vroeger kerkooncert hebben ge kregen, waar we, om het zoo eens te zeggen, met hem wegliepen, fa, hoezeer het ons ook spijt dit te moeten zeggen, niet verhoogd. Zijn orgaan is machtig, mooi en helder, maar de manier, waarop hij deze schoone middelen gebruikt, is nog niet van dien aard, dat we daarmede kunnen dwepen. Het begin, met het Fransche nummer Peneée d' Automne, was een teleurstelling. De neusklank op woorden als déolin, parfums, enz. enz., was zéér hinderlijk en deed het genot grootendeele verloren gaan. Ook sprak het eigenaardig droefgeestige, melancholieke van deze compositie te weinig tot ons. Veel beter wes Das Erkennen, en toch neen, ook hier was niet de ware dictie. Bij voorbeeld het begin werd niet genoeg verteld. De zanger deed ons niet meeleven, hetgeen de Wanderborsob moest gevoelen aan teleur stelling en smart, toen vriend en liefste zelfs hem üiet herkenden bij zijn terngkomst in zijn oud vaderstadje. Eerst dhkr, waar de oude moeder, haar zoon herkennend, uitroept„Mein Sohn 1", daar was de rechte toon dat trof, dat ontroerde. Jammer, dat wat er volgde als 't ware weer werd losgelaten. Over 't algemeen genomen klonk de zang van den heer Lampe wat hard, de toon te forsch van aanzet, 't geheel miste het innige, dat een lied als Das Erkennen zoo mooi maakt. Datzelfde gebrek vonden we ook vooral in de soloTerugkomst, waarvan we nogal iets hadden verwacht, dit miste al mede die innigheid, die warmte van voelen, die het contact brengt tuasoheo zanger en publiek. Genoten, volophebben we van den zang van den heer Lampe in de Twee Gezangen uit „Signrd Joraalfar," dat woe mooi. „Het volk der Noren vaart ten oorlog 1" enz., dat werd gezongen op een wijze, gezegd met een kraoht als gewensoht. Daar was nu de juiste stemming, daar werd gevoeld en gegeven het horoïsoh karakter der situatie. Machtig en glansrijk als het orgaan van den heer Lampe is, pi» voor zulk een lied, klonk dit ailes meesleepend. Eu ook bg het 2e gedeelte Het KoningsliedHeil n beiden, Haralds zonen 1 en het slotHeil uIhebben we vertakt toegeluisterd. Daar ontwikkelde de heer Lampe een kracht ,die imponeerde. De zanger had bjj het pnbliek zeer veel succes, verschillende malen werd hij terug geroepen en na „Terugkomst" van Verhulst werd een toetje gegeven, een minneliedje, een fijn, schalksch nummertje, door Anton Lampe gezegd en gezongen op een wijze, die aan het karakter van het lied alle recht deed wedervaren en waarvoor we ons de handen hebben rood geklapt. En na Eaterpe zelfWe zonden zoo gaarne eeü zeer gunstig oordeel geven, en spreken van grooten vooruitgang als we dit concert ver gelijken met het vorige. Maar toen we, al luisterend, die vergelijking onwillekeurig maakten, moesten we de voorkeur aan het vorige concert geven. De eerste kennismaking, met Klarenbeek, was niet gunstig. Men maakte ods de opmerking, dat, als Enterpe met Boeierslied was begonnen, Klarenbeek, daarop volgende, wel beter zon zijn geweest. In hoeverre die opmerking waarheid bevatte, kunnen we direct niet beoordeelen, maar de goede meening over Boeierslied onderschrijven we volgaarne Evenals op het vorige concert, werd ook nn weer dit nummer uitstekend gezongen. Daarachter volgde Salamis, een mooi lied, dat een goede uitvoering kreeg. Een lied met forschen zang als 't is, is 't iets, dat wel ligt binnen den kring, waaruit Eaterpe haar keus bij voorkeur moet doen. Waar het koor zich volop kan geven, [zonder overdrijving natuurlijk,] hooren we Euterpe het liefst. Er wordt dan met groote opgewektheid en warmte gezongen, een paar zeer goede eigensohappen, die aan de vertolking van een nnmmer als Salamis ten goede komen. Het was hier, evenals in het Boeierslied, dat men het goede in het koor oprecht kon waardeeren. Ons oordeel over „De He .m'lem roemen" kan nlet.oj volkomen waardeeren d zjjn. Men over dreef hier o.l. In het goede, over het algemeen kloDk hier de zang te etootend. Geaccen tueerd zingen, uitstekend, het zéggen, voor dragen, uitmuntend maar dat behoeft niet zóó sterk. Vooral kwam dit envel nit in de regels als: „en langs haar weg gaat als een held"; als er dan zoo'n „gof" komt op elk woord, wordt het er niet mooier op. „Stille" is een lied, vooral het gevaa.ljjke begin, dat niet is van het genre, datEuteipe QK't succes kan zingen. De koren in Signrd Joisslfar klonken nitstekend, flink en forsoh. Met BiergBlop dwepen we niet, dat kan op een program gerust gemist worden, maar als slotnummer hadden wjj het nooit genomen. De heer Hulsman, de directeur, zal zelf heel goed gemerkt hebben, dat zjjn Hollandsch bier wel wat troebel zag. Signrd Jorsalfar ala slotnummer had meer gepakt en succes ge oogst. Ook voor den zang van Enterpe werd warm geapplaudisseerd, en het slot van den Bier galop werd herhaald. Nn zonden we haast den heer Kooger, den accompagnatenr, vergeten en dat heeft bjj niet verdiend, want op nitstekende wijze beeft h;j de soli van den heer Lampe en ®£kele koornammers begeleid. Daarvoor hem gaarne alle hnlde. Als we nn nog zeggen, dat de zaal goed pezet was en lag Behagen", in het N.-Holl. Koffiehuis alhier als spreker op de beer N. J. C. Schermer- horn "van Nieuwe Nledorp, met het onderwerp „Waarom bestreen wij het militarisme Nadat de door een kleine honderd belang stellenden bezochte vergadering wss geopend, werd het woord gegeven aan den heer Scber- merborn, die in het eerste gedeelte ztfner rede het anti-mllitarisme verdedigde van een zuiver menscbeiijk standpunt. Moraal en godsdienst, die door de maatschappij worden erkend - zeide Spr. - verzetten zich tegen het dooden van medemenschen, maar dlezellce maatschappij onderhoudt het militarisme. Dat is or.zin. Ieder mensch streeft naar individueele vrgheid, dat Is het hoogste goed van den mensch. Het militarisme doodt alle individualiteit en eischt slaven, werktuigen. Het liefhebben van den medemensch Is een behoefte voor ieder, het is de bron der solida riteit. Het militarisme leidt juist tot het tegenovergesteldehet leert, den medemensch te dooden. Het bestaan van veldprediker kon Spr. zich niet begapen. Jezus leerde: hebt Uwen naaste lief als U zelveD. Ieder veld prediker moest dus zorgen, dat de soldatenrok uitgetrokken werd. Het algemeen welzgn, waar ieder mecsch verder naar streeft, wordt door het militarisme met voeten getreden. Groote economische schade berokkent het militarisme aan de maatschappij Met offi- ciëele cijfers en feiten werd dit nader door Spr. verduidelijkt. Ook het verbetoren van de men soort mensch wordt door het militarisme 1 tegengewerkt. De gezondste menschen, de sterksten, mogen alleen soldaat worden en kunnen gedood worden op het slagveld. Aan de zwakkeren wordt dus overgelaten, het mecschengeslacht voort te planten. Vandaar achteruitgang der soort. Na eene korte pauze vervolgde Spr., dat nog nooit iemand hem had tegengespro ken, wanneer hij het anti-militarisme ver dedigde van zuiver menschelijk standpunt. Wel werd belet, dat soldaten naar Spr. kwamen luisteren. Steekhoudende argumenten vóór het militarisme hoorde Spr. echter nimmer. Het militarisme is in de tegen woordige maatschappij een noodzakelijk Iets, want de maatschappij van nu is eene kapita listische maatschappij en daarom noodwendig ook een militaristische. Het militarisme is het laatste bolwerk van de oude maatschappij en daarom wordt het met zorg in stand gehouden. Het leger dient niet alleen tot bescher ming van het vaderland, maar ook tot handhaving der inwendige rust en der wetten. Het klasse-instinct maakt, dat alleen onder arbeiders anti-militaristen zjjn bezitters zijn geen anti-militaristen. De tegenwoordige maatschappij most echter hervormd worden, en daarom gestreden tegen het militarisme Wie behoort tot de revolntionr.airen, moet meedoen aan dien strijd. Basland werd natuurlijk niet vergeten in dit gedeelte van Spr.'s rede. Uit een Fransch blad las Spr. een verhaal voor, dat zeer juist weergaf, wat eigenlijk het militarisme isholle woor den, a's vaderland, vaandel, eer voor den arbeider, maar bescherming voor den lijken bezitter en de tegenwoordige iniichtiDg der maatschappij. De oorlogen zijn voor het volk, voor de arbeiders, altijd schadelijk alleen voor de kapitalisten voordeelig. Daarom den oorlog verklaard aan den oorlog Tweeër lei redenen zjjn er das, om het militarisme te bestrjjdenals mensch heeft men er rede nen voor, en als arbeider. Spr. gelooft niet, dat dienstweigeraars er heel veel meer dan thans in de toekomst zullen komen. De te jengdige leeftijd der dienstplichtigen is daar een beletsel voor. Als er echter gepropageerd wordt voor het anti-militarisme, krijgt men het onveilig sein doorgestoomd; had door den schok de brng ontwricht en een negen tal goederen-wagens van den zgn. Malnzer- trein, d. i. de g' d -ertrein nit Enkhnizen, die hoofdzakelijk ;a dezen tijd des jears kool naar Dni'sch.and vervoert, doen ont sporen. De kapitein van de „Begonia" had echter verklaard, dat bjj herhaaldelijk aoh- teruit gestoomd <1, doch dat rijn maohlne had geweigerd Het juiste van de toedracht zal door het deskundig onderzoek nader moeten b!ijken. De schok moet geweldig geweest zijn en ijst bij de gedachte, dat dit gebeurd men kon zijn, terwijl oen personentrein op de brug geweest was; de ramp zou niet te over zien zgn geweest, ontegenzeggelijk waren dan vele menschenlevens te betreuren ge- Vermoedelijk is door den schok oen der wagens, die bij de plek was gekomen waar de aanvaring plaats had, gederailleerd, waar door de daarachter komende wagen medege- sleept werden. De achterste der gederail leerde wagens is wel het ergst gehavend, die dwars over de rails en had ook het de Oostzijde versperd. Maar ook spoor aan de daarvoor staande wagens waren voor een groot deel vespllnterd; de assen waren totaal ontwricht, de rails daaronder op ver schillende plaatsen verbogen. En het aller dwaaste gezicht was wel die duizenden en duizenden witte en roode kooien, die overal over de brug verspreid lagen en verder door het spoorweg-personeel uit de wagens ge- gmeten weden op groote hooge koopen. Ziij glommen, nat-geregend als zij wareu, in het schelle licht der IJ-lampan. Uren lang ging dat koolen-uitwerpén en wegsjouwen zijn gang en ondertusschen was men elders begon nen om het gehavende houtwerk weg te rui en mot dommekrachten, windassen en koevoeten het zware ondermaterieel weer in de rails te brengen en alles te doen om althans zoo spoedig mogelijk één spoor vrij te krjjgen. Tegen kwart voor twee konden de passa giers uit den laats ten trein van Uitgeest overstappen In dan trein, die mij aan de Hembrng gebracht had, en even na tweeën kwam ik met dien laatsten trein het Cen traal-Staten binnen. De treinenloop ondervond den geheelen Zondag en Maandag nog vertaging. Men dacht over een dag of vijf de brug in zooverre hersteld te hebben, dat ook het tweede spoor weer kan bereden worden. Het open- es dichtdraaien gaat zocder bezwaar, en daar er bovendien geen wagons in het kanaal zgn gestort, ondervindt de scheepvaart geen bijzondere belemmering. De schade wordt geschat op f 20 000. Men meldt nit TIEL Zaterdag werd Tiel bezocht door den Zweed Gnstaaf Nordin, die in een zeildoeken bootje van 4 M lengte de reis van Stockholm over Brsmerhaven en voorts over de Duitsche, Nederlandsche en Belgische binnenwateren naar Parijs maakt, waar hij zqn bootje aan de Franschen present wil doe Is hij genood zaakt in zijn sohaitje r.e overnachten, dan slaapt hg onder den blooten hemel in een slaapzak. Een berichtgever deelt in vollen ernst mede, als „eene wonderbare spe ling der natuur"Een noot was door een toeval tussohen de eieren geraakt, die door eene kip werden uitgebroed Toen de broed tijd wes afgeloopen en men do noot vond, bleek bg opening van de schaal, dat de pit den vorm van een kuiken had aangenomen. De berichtgever voegt erbij, dat de raad is gegeven om de noot op te eenden aan prof. Hugo de Vries. Wat jammer, dat de „speling der natnur" niet voltooid geworden is 1 Had men de noot wat langer onder de kip gelaten, wie weet of er niet een levend kuiken uit des dop ware voortgekomen. Tengevolge van het spoor- wegongelnk bij PUBMEBEND is het zenuw gestel van den conducteur bij de posterijen langzamerhand een leger, waarop de kapita- B* Kof man, te Enkhuizen, zoodanig geschokt, dat hg in een gesticht voor zenuwlijders zal worden opgenomen. De brievengaarders werden dezer dagen allen aangenaam verrast door eene toekenning van vergoeding voor het gebruik van kantoorlokalen. Dc vergoeding is f50.—voor sommigen f60.— per jaar, in zeer bgzondere gevallen nog hooger. Het mishandelde kind. Men echrjjft nit DEVENTEB aan de Tel. Da zaak contra mej. Fenema blijft hier ter stede algemeene belangstelling wekken Of schoon velerlei geruchten over deze zaak en de persoon van Mej. F. de ronde doer, doet men goed, deze niet au sérienx te nemen, correspondent van het Hbld. te Zaan- j Als met alle soortgelijke zaakjes, speelt ook menschen fantasie of overdrijving listen niet meer kannen rekenen en daar i moet het heen. Het leger moet gerevolution- neerd worden, zooals nu soms In Bnsland al te zien is. Een betere samenleving zal dan eenmaal het gevolg zgn vau het streven der anti-militaristen. Van de gelegenheid tot debat werd geen i gebruik gemaakt, zoodat de vergadering j spoedig Da Spr.'s rede gesloten kon worden. De dam schrijft: „Beeds meermalen hadden wjj melding te maken van aanvaringen aan de Hembrng, gewoonlijk zonder ernstige gevolgen. Zaterdagavond was dat anders. De oorzaak biervan ligt in het feit, dat de aanvaring juist geschiedde op het oogenblik, dat een van goederentrein de brng passeerde. Het onge luk had plaats even 9 uur terwjjl een gedeelte van den trein reeds over, een ander detl daar nog voor was door den stoom trawler „Begonia" van IJmniden No. 124. Hoe dit kon geschieden, is vooralsnog een raadsel, daar het roode licht den kapitein deed weten, dat de brng gesloten was De uitwerking van den schok was geweldig acht wagens geraakten op hetzelfde oogen blik nit het spoor en werden, de een meer, de ander minder, beschadigd. Terwijl wagens, hier den parten Zoo verlnidt, dat de kelders onder het balten de „Menop" zonden zgn onderzocht en omgewoeld, naar er bij gevoegd wordt om te zoeken naar verborgenheden of sporen begaan misdrijf. Zulks echter ls geheel bniten de waarheid om. Wel denkt men met deze geschiedenis eene of andere geheime drijf veer te zallen ontdekken, doch eerst na grondig onderzoek en voor de rechterlijke macht zal hiervan moeten blijken. Mej. F. staat bjj da Bathmensche bewoners niet, zooals men allicht zon denken, ln een kwaden reuk. Weliswaar werden veie harer handelingen vreemd gevonden, doch daar tegenover stond, dat zjj ook hare goede eigenschappen bezat, tengevolge waarvan zjj bjj velen z.g. voor eea „goed mensoh" door goed echter het meisje 't gehad heeft, moge bljjken als wij mededeelcn, dat 't bij bare ontsnapping op handen en voeten nit haar hok la geslopen, en zóó, kruipende langs den weg, naar hsre onders vluchtte, die op p' m. 800 meter de „Menop" wonen. L'. ar aangekomen, at ze gnlzlg een groote hoeveelheid voedsel, zeer ten usdeele van hare gezondheid. Die gulzigheid is te var- klaren uit bot feit, dat het meisje niet anders te gebruiken kreeg de laatste zes maanden, dan thes, water en z g knuppeiknekden eersten tgd kroeg zij nog driemaal .daags een kop melk er bg. Herhaaldelijk vroeg zij juffrouw F. om ander eten, doch zulks vs rd geweigerd, omdat dat niet goed voor haar maag was, zei mej. F. Het hok, waar zij in bnisde, was in één woord erger dan een beestenstal. Het vertrek heeft één raam, dat zorgvuldig was dichtge spijkerd en waarvoor bod zeer vervuild gordijn hing. In het vertrek zgn twee deuren, waarvan de eene leidde naar een onder het vertrek zijndon kelder. Deze kelder staat blank van het water, is zeer vnil en verspreidt een' otdraaglgken stank, die door de deur- reten binnen het vertrek drong- Bovendien werd dit hol nooit gereinigd, faecaliën wer den niet weggehaald, oude lappen en vuile vodden bleven er liggen. En tot overmaat van vervulling hnlsdeD in dit hol nog twee gelteD, die 's morgens door mej. F. werden weggehaald, om er 's avonds weer Ingebracht te worden. In dit hol nn heeft 't kind altijd doorge bracht zij werd met Argus-oogen bewaakt Letterlek heeft mej F, als zij zelf er eens nit moest, deze deuren, dnbbel gesloten, nog van zegels voorzien, om te weten, of er ook aan geraakt was. Hoe ook het meisje klaagde, zij werd gevangen gehouden en zelfs geslagen en geschopt, waarvan het lichaam nog de teekens draagt. Nog op het oogenblik Is het kind zóó zwak, dat zij 't bed moet houden, en er zelfs niet af kan om hare behoeften te doen. De dokter echter geeft alle hoop op volledig herstel. Handen en beenen zwollen erg op. toen het meisje weer pas thnis was, doch zulks komt, naar 's dokters meening, van het ongewone voedsel voor het verzwakte lichaampje Om de twee uur gebruikt het meisje nu wat licht verteerbaar voedsel. Zooals gezegd, moet nog worden uitge maakt, wat de drjjfveer fs geweest voor de handelwijze van mej F. Dat een te intieme verstandhouding met een boerenknecht, die het kind ontdekte. aJs oorzaak is te beschouwen, is, naar nit latere verklaringen ls op te maken, niet waarschijnlijk. Mej F. zelfheeft hierover nog niets losgelaten. Ook reeds twee andere personen zgn gehoord, doch deze heb ben niets positiefs verklaard. Hoe excentriek mej. F. is, moge blijken nit de volgende voorbeeldenAangetroffen werden in bet vertrek, waar zg als slaapplaats had een canapé, een zestal honden, katten en kippen. En op een nacht werd zij aangetroffen, terwijl ze zelf hare koelen molk bij het licht van een lantaarn. Enz, Donderdagavond gaf het fanfarecorps. „Crescendo" te HABINGHUI- ZEN een feestuitvoaring, waarop genoodlgd waren eere-leden, donateurs, aandeelhouders en allen, dia zich voor dat corps verdien stelijk gemaakt hebben. Om wat variatie ln het program te krjjgen, hadden eonige per sonen eeu paar tooneelstukjes Ingestudeerd, terwijl een dubbel kwartet gemengd koor een zestal liederen ten beste gaf. Een en ander liep best stapel. Het was voor de tal rijke aanwezigen een waarlijk genotvolle avond. [Door te late postbestelling eerst heden geplaatst.] Se non vero, èben' Trovatore. In de hoogste klas van een lagere school De onderwijzer behandelt vaderlandsohe ge schiedenis. Vertelt over Albrecht Beyling. Zegt ineens, de algemeene geschiedenis „effleoreerend"„Albrecht Bryling was even dapper als Willem Teil Wie van jullie weet, wie Willem Teil wss Algemeen stilzwijgen. Groote woelingen en troebelen In kinderhersens. Peinsbllkken hier en vraagoogen daar. Onrustige stilte. „Kom nou, weet niemand 't Wil-lem Teil Daar steekt een jongetje schielijk zgn vinger op. „Ah! dat dacht ik wel- Wie was 't Én op denzelfden jnichtoon, waarop Archi- madea zijn „Eutékamoet hebben uitgeroe pen. kiijt het jongetje „Orello(Tel De s o hr ij v er „V a n den Haag- schen Toren" in de „Middelb. Crfc." verhaalt Ik bracht een kennis naar hals, die ln een bnart woont, waar wat we hier noemen veel „rjjkdom" huist Huisgezinnen met twee, drie, vier meiden. Even vóór zijn woning gekomen, zien wg een knap dienstmeisje in dameejapon, hoed met strnisveeren, geganteeid en zijden en-tont-cas in de hand, op en ceder wandeleD, en daar ik 'a morgens ook reeds Der politie gelakte het Intusschen weer, den dief op te sporeD. Te HOOBN is door gas gestikt de heer Ksigarenhandelaar aldaar. Genees kundige hnlp was tevergeefs. Door een trein overreden. Aan het Stationsplein te HILVEBSUM is door het rangeerend locaal treintje op Utrecht overreden en gedood de conduoteur H. Eelsingh, wonende aan den Geuzendjjk aldaar. De ongelukkige laat een vrouw en vier kin- doren achter. Tot lid van het Dageljjksch Bestuur der banne NIEUWE NIEDOBP is gekozen do heer P. Koopman en tot hoofd ingeland de heer P. Saai. Fobris typhoïdea te OU D- KABSPEL. Tot heden toe mag de tebris typhoïdea te Oudkarspel nog niet sis geweken worden beschouwd. Wel is het getal patiënten ver minderd, doch zoo na en dan doet zich weder een gevai dezer ziekte voor. Eén ljjder [een jongetje van 8 jaren] is bezweken Van overheidswege worden nog steeds maatregelen ter beteugeling dezer ziekte uitgevoerd. Afschuwelijk. Donderdagavond ongeveer half zes schelde een jonge man aan een hnis in de Constanten Hoygensstraat te AMSTEBDAM aan, om zen meisje dat daar diende te spreken, Mevronw deed zelf open en zei, niet te willen hebben, dat be aan haar hnis kwam voor de dienstbode. Tooh stond de jonge man er op, het meisje, al was het dan maar een oogenblikje, te spreken. Toen de dienstbode bniten kwam, wierp hij haar een bas vitriool ln het gezicht, en maakte zich nit de voeten. Het meisje werd terstond naar het Wilhel- minagasthuis vervoerd en daar opgenomen maar zij zal vermoedelijk voor haar leven ongelnkkig zijn Haar oogen zullen n.1. wel voor goed onbruikbaar zgn. Van den dader geen spoor. [Stand.] Men meldt nit ZOETEBWOUDE: Een halfuur ten ooBten der stad Leiden, midden in een stak weiland, eigendom van den landbouwer Dorrepaal alhier, ligt een groote vijver, die vroeger heeft behoort bij het Hnis te Zwieten. Het slot werd ln 1800 afgebrokende vgver alleen bleef over. In» dien vijver, zoo zegt de legende, bevindt zich de toegang tot een kelder en zoo rede neert men verder daarin kannen wel eens schatten zgn. Dit zal nu worden onderzocht. Eenige Zoeterwoudscfce werklieden zijn dag en nacht aan het pompen en over een week hopen zg den vgver te hebben leeggemaleu. Als er iets te voorschijn komt, dat waarde heeft, zullen de werklieden met den eigenaar gelijk opdeelen. Dr. Kuyper over het volks leger. Dr. Knyper, van wien men, sedert zgn aftreden als minister, vrijwel niets meer heeft vernomen, dan dat hg op reis is, heeft nn in „De Standaard" weer teekenen van leven gegeven door het schrijven van een artikel, dat tot opschrift draagt„Bijdrage tot de quaestie van het Volksleger." Hij geeft daarin een beschrijving van het leger in Boemeuië, (dr. Kuyper bevindt zich namelijk te Boekarest), waarin hg veel goeds vindt, en dat hij, „nu men ten onzent van Begeeringswege zich ln de richting van het volksleger schijnt te willen bewegen en te gelijk oi.zo legernitgaven wil doen slinken," zeer ter bestudeering aanbeveelt. Men heeft daar in Boemenië ein goed ingericht leger van 60.000 man, dat niet meer kost dan 42 millioen frs. per jaar, t6rwjjl het Neder landsche van 16000 man 66 millioen kost. Dr. Kuyper. Men schrijft nit Pera d d. 8 November Dr. Kuyper is sedert eergisteren alhier, komende van Sebastopol, waar hij zeer be langwekkende, maar bewogen dagen heeft doorgemaakt- De ex premier stelt zioh voor, hier een week te blijven daarna zich over Anatolië waarschijnlijk naar 't Heilige Land, en van daar naar Egypte te begeven. Het over heerlijke weder, dat we hier nog steeds hebben met 20 a 22° C. in de schadnw en 16 19° C. des nachts, doet dr. Kuyper zeer weldadig aan. Van staatszaken of politiek wil hg niets hooren. Hij zal gedurende zgn verblijf alhier o.a. ook de gast zjjn van den Nederlandschen gezant te Konstantinopel. In het zoo aardig ea gezel lig met klimop begroeide lokaal van „de Prins Maurits" te NIEUWE NIEDOBP gaf Niedorp's Mannenkoor met Damesafdeeling don 12en November voor een talrijk opgekomen pnbliek een zeer goed geslaagde uitvoering. Hoe dichter onder den rook van Wognum, daohten we onder het luisteren, hos meer sacglnst toch in W6et Friesland en hoe tchooner uitvoering. Er wordt „gestndeerd" door Niedorp's mannen en vrouwen, en goed ook, bleek ons Zondag. Den directeur, den heer D. Kuilman, komt alle lof toe voor de moeite, die hij zich voor zulk zingea geeft nouucJCUj cu USBI IA B uruijicue UUA IOCUU i J een soortgelijke figuur op die hoogte had zien koor verdiende de hnlde en het applaus, zes j i-»Aj v crt IU ÏWU1 OUU U LUCUBU11 UGUI* alle beladen met kool, nog reeht ging. Achteraf nn bljjkt, dat znllu slechte flar.eeren, vroeg ik hem, wat dit schilderen van zulke niet onvriendelijke schildwachten toch te beduiden had. Waarop hij met het onnoozelste gezicht ter wereld antwoordde: „maar, man, ökkr voor dat huis wordt „gepost." Afgaande op de verhalen van zgn eohtgeuooce, vond hij dat blgkbaar heelemaal niet vreemd meer. Bij mevr. X word gepost. Dit w&s alles zeer eenvoudig. Zaterdag was er bij mevrouw X onder de drie gedienstige geesten een werkstaki; g uitgebrokenalle dat het met zijn zang Zondag verwierf! Aan duidelijke uitspraak der woorden paarde zich dikwijls eene gelukkige afwisseling van sterk en zacht te juister tgd en met geleide lijk toe- en afnemen, eigenschappen die ons ook lid van een zangvereecigicg meer malen het koor bengden deden. Vooral kwam dit In eenige gedeelten vau het Motet van E. FBiohter :„Hoe liefljjk zgn op de bergen enz-" treffend nit Dit nnmmer werd blgkbsar met groote liefde gezongen, evenels Serenade we -- was en dat er prettig ls gebald, dan uu n i.W8 200 on8eveer alles meêgedeeld. ve»rK pen' ,^at hetgeen we hebben neer- oors.rrV6D' worden opgevat als een oprecht zelf •6e ?®?even hi het belang van Eaterpe tfke'n, „n V00rt*Pniltend uit een zuoht tot maM eo«Kd! me° 0M gaarne aanwrjjft, en uit werkeljjke belangstelling. stonden, hingen een paar andere onder een koek van 46°. Van het vaste gedeelte der brug waren voor het grootste gedeelte alle dwarsliggers en platen uitgebroken, die thans op den bodem van het Noordzee kanaal liggen. Van verscheidene wagens waren de assen en veeren gebrokenenkele misten zelfs een of meer wielen. Van het beweegbare deel der brng zijn de rails on geveer 6 cM ontzet. Persoonlijke ongeluk ken hadden niet plaats, de materieele sehade kan op geen duizenden gnldens na worden begroot. De goederentrein (No. 8774) reed in de richting naar Amsterdam. De stoomtrawler kwam van Amsterdam, zoodat de aanvaring aan de oostzijde plaats had- Het spoorwegverkeer ondervond na- tnnrlgk zeer veel vertraging, doch het scheep vaartverkeer was geheel gestremd." Een tweede verslaggever van dat blad schrijft Ik kwam 's avonds 12 nar op de Hembrng aan onder storm en regenvlagen. Bij het fantastisch IJ-lioht, dat over de brng werd nitgestort, aanschouwde ik een nooit gezien tafereel. Tal van spoorwegarbeiders waren onder leiding van hoofdopziohters en ingenieurs der Hollandsohe Spoorweg-Maatschappij bezig, om de rnïne op te ruimen. Aan de Oostzgde der brng lag bij de duk dalven dn stoomtrawler „Begonia", die dit alles veroorzaakt had. Dit stoomvaartnig was nit Amsterdam gekomen en had, zoo vertelden rnjj de spoorweg- autoriteiten, trots zeer oppervlakkig was. Zij dwong hare om geving, waarop zjj door haar bezittingen en haar geld veel invloed uitoefende, naar hare pjjpen te dansen. Zoo was dit ook het geval met de dochter van V. Deze V. woont niet, zooals beweerd werd en ook in ons blad is verhaald, op een plaatsle van mej F. en was haar dan ook geen geld schuldig. V. huist op eeu plaatsje van zakeren N.. die aan mej. F, een som geld schuldig is. Mej F. dwong nn N., om V. te dreigen van zjjn plaatsje te zallen worden gezet, indien niet de dochter van V. bij haar kon bljjven. Hierop hadden de onders van het meisje dan ook niets t6gen. Wel bevreemdde het hnn, dat zjj han dochter nooit zagen, doch mej. F. beweerde ultjjd, dat het kind 't zoo goed bij haar had. Toch deed de moeder herhaal delijk pogingen om haar te zien. wat echter met allerlei praatjes door mej. F. werd ver hinderd. Ook de vader deed zulks, en met beter resultaat. Hjj mocht het kind, ln het midden van dit jaar, zien twee dagen achter elkaar heeft hjj zgn dochter gezien doch niet gespro,en, behalve een gewonen groet. Mej. F. zorgde, bjj deze ontmoeting tegen woordig te zjjn. Zjj wist vooraf van de ontmoeting en zorgde, daarom, dat het ver trek tenminste zindelijk was en het kind te bed lag. Hoe het kind er alt zag, kon ook de vader niet zien, daar het geheel onder de dekens lag bjj de ontmoeting. Ook was het vertrek uiterst donker. Tooh was de vader na deze ontmoeting niet ongerust, en vau gedaohte, dat het kind 't wèl maakte. Hoe drie hadden het werk nedergelegd en waren 7an een land-knecht van Orlandus Lasso, d it aan het einde met zgn „don, don, dlrl" zoo malsoh en zacht ons tegenklock ais een orgeltje. Daar is wat studie voor noodig ge weest, om dit zoo geijjkmatig mooi in de vier partijen te krjjgen 1 Van de Oud-Hollnndsohe liederen naar Valerios beviel O'jS bet allerbest „'t Haesken". D!t werd het meest los en geestig gezongen. Het lioht als een veerken dat „het Kwezelken" behoeft, kwam niet ge noeg nit. Genoten hebben we ook van de sopraan-solo in „Ons lioht In den nacht," dat altgd een bekoorijjk en bekorend nnmmer zal blgven. Mot zeer veel gloed en pakkende voordraoht werd „Een liedje van de zee" gazon gen. Daar zat temperament In!— Dat 't goed be grijpen van 'n tekst, wat natuurlijk heelemaal 'n behoefte voor een koor Is, meê tot goed zin gen helpt leiden, bleek bjjzonder sterk In de tegenstelling, die directeur en koor als het ware onwillekeurig en alleen om de woorden maakten met het zingen van de belde cou pletten, die „Bede voor het vaderland" telt. „Gij, die zoo bitter een lot hebt gesmaakt." wes in toon en voordracht een volmaakt pendant met „Heer, die uw tent In de he melen spreidt". Elk nummer verder afzonder lijk te bespreken, gaat niet wel aan Onzen totaalindruk hebben we reeds bg het begin van dit verslagje neergeschrevendat zg voldoende. We kunnen gevoegelijk eindigen met Nienwe Niedorp en omgeving geluk te wenschen met znlke ambitieuze zaogsters j en zangers als het plaatselijk koor telt en leder aanraden, zoo hjj daartoe eens in de gelegenheid is, niet te verzuimen het werk 1 van Knilman's koor te gaan hooren. uit wandelen gegaan. Toen zjj den volgenden dag terugkwamen, vonden zjj reeds één „onderkrulpster," en om nu te zorgen, dat er niet meer kwemen, hielden ze daar beurt om beurt de wacht. Als er gebeld werd ik heb het zelf gezien zag men de solidaire en kl&ssebewuste dienstbode cp een galopje naar da deur loopen en praatjes maken met de „onderkrulpster," die bekoorijjk van den tongriem bleek gesneden te zjjn. Dan volgde er een mondgevecht, dat ge hoord mocht worden. Zoo ging dat den ganachen dag door. De politie kon er weinig of niets tegen doen. Ontsnapt en weer gegrepen. Mat zeer veel moeite was het der HAAB- LEMSCHE reeherche gelakt, den dader op te sporen van tal van diefstallen ten nadeele van stalhondeis daar ter stede gepleegd. Gestolen waren paardentuigen, rijwiellan taarns, enz. Als vermoedelijke dader werd aangehouden zekere Kuiper, die Vrjjdag door den rechter commissaris was gehoord. Een der rijksveld wachters, een brlg.-tlt., die als zoodanig al heel wat dienstjaren achter den rag heeften die er voor bekend staat, dat hjj zich niet laat verschalken, zon den man naar den ge vangenwagen brengen, waarmede hjj van het Paleis van Jnstitie naar het Huls van Bewa ring zou worden overgebracht- Toen K. de kans schoon zag, nam hij een sprong en ging er van door, zoo hard hij kon. De rjjks veld wachter slaagde er niet in, den jongen man te aohterhalen-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1905 | | pagina 5