tweede blad.
rug.
Donderdag 16 Nov- '<>5;
Plaatselijk Nieuws.
Binnenlaïidsch Nieuws. I
op
I c
«TJ
werklost, die den
he% Hulsman ala direc.cu. kenmerken, daerbü
neer a het koor brzlten den
ki;n Eaterpe worden een ver
iiver der leden. r-
die aanspraak mag maken op de
allen.
eerlging
volle waerdeerlug
- Maandag 18 November trad
oltnoodlging der Vrije Soolallstengroep
op
rr vergaderde alhier
_fH «Hnir Sohagen en Omitr. van den Bond
van Ned Onderwijzers. Besloten werd, po-
Xge? In ter werk te stellen alhier een
avondje te organlseereD ten yoordeele vat het
Herstellingsoord voor onderwjjzers te Lunteien.
Tot afgevaardigden naar de algemeene ver
gadering te Zwolle werden gekozen de heeren
M. Visser alhier en K. Schoorl te Barsioger-
horn; tot plaatsvervangers de heeren A.
Koning en I- Tjalkens, beiden alhier.
Van onze plaatselijke ver-
eenigingen was de Msnnenzengvereeniglng
„Enterpe" de eerste, die een concert gaf in
dit seizoen. Zij had zich de medewerking
verzekerd van iemand, die hier reeds een
gnnstigen naam had verkregen, nl. den heer
Anton Lampe, bariton ven Amsterdam
De uitnemende indruk, dien wij van den heer
Lampe bü een vroeger kerkooncert hebben ge
kregen, waar we, om het zoo eens te zeggen,
met hem wegliepen, fa, hoezeer het ons ook spijt
dit te moeten zeggen, niet verhoogd. Zijn
orgaan is machtig, mooi en helder,
maar de manier, waarop hij deze
schoone middelen gebruikt, is nog niet van
dien aard, dat we daarmede kunnen dwepen.
Het begin, met het Fransche nummer
Peneée d' Automne, was een teleurstelling.
De neusklank op woorden als déolin, parfums,
enz. enz., was zéér hinderlijk en deed het
genot grootendeele verloren gaan. Ook sprak
het eigenaardig droefgeestige, melancholieke
van deze compositie te weinig tot ons.
Veel beter wes Das Erkennen, en toch
neen, ook hier was niet de ware dictie. Bij
voorbeeld het begin werd niet genoeg verteld.
De zanger deed ons niet meeleven, hetgeen
de Wanderborsob moest gevoelen aan teleur
stelling en smart, toen vriend en liefste zelfs
hem üiet herkenden bij zijn terngkomst in
zijn oud vaderstadje. Eerst dhkr, waar de oude
moeder, haar zoon herkennend, uitroept„Mein
Sohn 1", daar was de rechte toon dat trof,
dat ontroerde. Jammer, dat wat er volgde
als 't ware weer werd losgelaten. Over
't algemeen genomen klonk de zang van den
heer Lampe wat hard, de toon te forsch van
aanzet, 't geheel miste het innige, dat een
lied als Das Erkennen zoo mooi maakt.
Datzelfde gebrek vonden we ook vooral
in de soloTerugkomst, waarvan we
nogal iets hadden verwacht, dit miste al mede
die innigheid, die warmte van voelen, die het
contact brengt tuasoheo zanger en publiek.
Genoten, volophebben we van den zang
van den heer Lampe in de Twee Gezangen
uit „Signrd Joraalfar," dat woe mooi.
„Het volk der Noren vaart ten oorlog 1" enz.,
dat werd gezongen op een wijze, gezegd met
een kraoht als gewensoht. Daar was nu de
juiste stemming, daar werd gevoeld en gegeven
het horoïsoh karakter der situatie. Machtig
en glansrijk als het orgaan van den heer
Lampe is, pi» voor zulk een lied, klonk dit
ailes meesleepend. Eu ook bg het 2e gedeelte
Het KoningsliedHeil n beiden, Haralds
zonen 1 en het slotHeil uIhebben we
vertakt toegeluisterd. Daar ontwikkelde de
heer Lampe een kracht ,die imponeerde.
De zanger had bjj het pnbliek zeer veel
succes, verschillende malen werd hij terug
geroepen en na „Terugkomst" van Verhulst
werd een toetje gegeven, een minneliedje,
een fijn, schalksch nummertje, door Anton
Lampe gezegd en gezongen op een wijze,
die aan het karakter van het lied alle recht
deed wedervaren en waarvoor we ons de
handen hebben rood geklapt.
En na Eaterpe zelfWe zonden zoo gaarne
eeü zeer gunstig oordeel geven, en spreken
van grooten vooruitgang als we dit concert ver
gelijken met het vorige. Maar toen we, al
luisterend, die vergelijking onwillekeurig
maakten, moesten we de voorkeur aan het
vorige concert geven.
De eerste kennismaking, met Klarenbeek,
was niet gunstig. Men maakte ods de
opmerking, dat, als Enterpe met Boeierslied
was begonnen, Klarenbeek, daarop volgende,
wel beter zon zijn geweest. In hoeverre die
opmerking waarheid bevatte, kunnen we direct
niet beoordeelen, maar de goede meening
over Boeierslied onderschrijven we volgaarne
Evenals op het vorige concert, werd ook nn
weer dit nummer uitstekend gezongen.
Daarachter volgde Salamis, een mooi
lied, dat een goede uitvoering kreeg. Een lied
met forschen zang als 't is, is 't iets, dat wel
ligt binnen den kring, waaruit Eaterpe haar
keus bij voorkeur moet doen. Waar het koor
zich volop kan geven, [zonder overdrijving
natuurlijk,] hooren we Euterpe het liefst. Er
wordt dan met groote opgewektheid en warmte
gezongen, een paar zeer goede eigensohappen,
die aan de vertolking van een nnmmer als
Salamis ten goede komen. Het was hier,
evenals in het Boeierslied, dat men het goede
in het koor oprecht kon waardeeren.
Ons oordeel over „De He .m'lem roemen" kan
nlet.oj volkomen waardeeren d zjjn. Men over
dreef hier o.l. In het goede, over het algemeen
kloDk hier de zang te etootend. Geaccen
tueerd zingen, uitstekend, het zéggen, voor
dragen, uitmuntend maar dat behoeft niet
zóó sterk. Vooral kwam dit envel nit in de
regels als: „en langs haar weg gaat als een
held"; als er dan zoo'n „gof" komt op elk
woord, wordt het er niet mooier op.
„Stille" is een lied, vooral het gevaa.ljjke
begin, dat niet is van het genre, datEuteipe
QK't succes kan zingen. De koren in Signrd
Joisslfar klonken nitstekend, flink en forsoh.
Met BiergBlop dwepen we niet, dat kan
op een program gerust gemist worden, maar
als slotnummer hadden wjj het nooit genomen.
De heer Hulsman, de directeur, zal zelf heel
goed gemerkt hebben, dat zjjn Hollandsch
bier wel wat troebel zag. Signrd Jorsalfar ala
slotnummer had meer gepakt en succes ge
oogst.
Ook voor den zang van Enterpe werd warm
geapplaudisseerd, en het slot van den Bier
galop werd herhaald.
Nn zonden we haast den heer Kooger,
den accompagnatenr, vergeten en dat heeft
bjj niet verdiend, want op nitstekende wijze
beeft h;j de soli van den heer Lampe en
®£kele koornammers begeleid. Daarvoor hem
gaarne alle hnlde.
Als we nn nog zeggen, dat de zaal goed
pezet was en
lag
Behagen", in het N.-Holl. Koffiehuis alhier
als spreker op de beer N. J. C. Schermer-
horn "van Nieuwe Nledorp, met het onderwerp
„Waarom bestreen wij het militarisme
Nadat de door een kleine honderd belang
stellenden bezochte vergadering wss geopend,
werd het woord gegeven aan den heer Scber-
merborn, die in het eerste gedeelte ztfner
rede het anti-mllitarisme verdedigde van een
zuiver menscbeiijk standpunt. Moraal en
godsdienst, die door de maatschappij worden
erkend - zeide Spr. - verzetten zich tegen
het dooden van medemenschen, maar dlezellce
maatschappij onderhoudt het militarisme.
Dat is or.zin. Ieder mensch streeft naar
individueele vrgheid, dat Is het hoogste goed
van den mensch. Het militarisme doodt alle
individualiteit en eischt slaven, werktuigen.
Het liefhebben van den medemensch Is een
behoefte voor ieder, het is de bron der solida
riteit. Het militarisme leidt juist tot het
tegenovergesteldehet leert, den medemensch
te dooden. Het bestaan van veldprediker kon
Spr. zich niet begapen. Jezus leerde: hebt
Uwen naaste lief als U zelveD. Ieder veld
prediker moest dus zorgen, dat de soldatenrok
uitgetrokken werd. Het algemeen welzgn,
waar ieder mecsch verder naar streeft, wordt
door het militarisme met voeten getreden.
Groote economische schade berokkent het
militarisme aan de maatschappij Met offi-
ciëele cijfers en feiten werd dit nader door
Spr. verduidelijkt. Ook het verbetoren van de men
soort mensch wordt door het militarisme 1
tegengewerkt. De gezondste menschen, de
sterksten, mogen alleen soldaat worden en
kunnen gedood worden op het slagveld.
Aan de zwakkeren wordt dus overgelaten,
het mecschengeslacht voort te planten.
Vandaar achteruitgang der soort.
Na eene korte pauze vervolgde Spr.,
dat nog nooit iemand hem had tegengespro
ken, wanneer hij het anti-militarisme ver
dedigde van zuiver menschelijk standpunt.
Wel werd belet, dat soldaten naar Spr.
kwamen luisteren. Steekhoudende argumenten
vóór het militarisme hoorde Spr. echter
nimmer. Het militarisme is in de tegen
woordige maatschappij een noodzakelijk Iets,
want de maatschappij van nu is eene kapita
listische maatschappij en daarom noodwendig
ook een militaristische. Het militarisme is
het laatste bolwerk van de oude maatschappij
en daarom wordt het met zorg in stand
gehouden.
Het leger dient niet alleen tot bescher
ming van het vaderland, maar ook tot
handhaving der inwendige rust en der wetten.
Het klasse-instinct maakt, dat alleen onder
arbeiders anti-militaristen zjjn bezitters zijn
geen anti-militaristen. De tegenwoordige
maatschappij most echter hervormd worden,
en daarom gestreden tegen het militarisme
Wie behoort tot de revolntionr.airen, moet
meedoen aan dien strijd. Basland werd
natuurlijk niet vergeten in dit gedeelte van
Spr.'s rede. Uit een Fransch blad las Spr.
een verhaal voor, dat zeer juist weergaf,
wat eigenlijk het militarisme isholle woor
den, a's vaderland, vaandel, eer voor den
arbeider, maar bescherming voor den lijken
bezitter en de tegenwoordige iniichtiDg der
maatschappij. De oorlogen zijn voor het
volk, voor de arbeiders, altijd schadelijk
alleen voor de kapitalisten voordeelig. Daarom
den oorlog verklaard aan den oorlog Tweeër
lei redenen zjjn er das, om het militarisme
te bestrjjdenals mensch heeft men er rede
nen voor, en als arbeider. Spr. gelooft niet,
dat dienstweigeraars er heel veel meer dan
thans in de toekomst zullen komen. De te
jengdige leeftijd der dienstplichtigen is daar
een beletsel voor. Als er echter gepropageerd
wordt voor het anti-militarisme, krijgt men
het onveilig sein doorgestoomd; had door
den schok de brng ontwricht en een negen
tal goederen-wagens van den zgn. Malnzer-
trein, d. i. de g' d -ertrein nit Enkhnizen,
die hoofdzakelijk ;a dezen tijd des jears
kool naar Dni'sch.and vervoert, doen ont
sporen. De kapitein van de „Begonia" had
echter verklaard, dat bjj herhaaldelijk aoh-
teruit gestoomd <1, doch dat rijn maohlne
had geweigerd Het juiste van de toedracht
zal door het deskundig onderzoek nader
moeten b!ijken.
De schok moet geweldig geweest zijn en
ijst bij de gedachte, dat dit gebeurd
men
kon zijn, terwijl oen personentrein op de
brug geweest was; de ramp zou niet te over
zien zgn geweest, ontegenzeggelijk waren
dan vele menschenlevens te betreuren ge-
Vermoedelijk is door den schok oen der
wagens, die bij de plek was gekomen waar
de aanvaring plaats had, gederailleerd, waar
door de daarachter komende wagen medege-
sleept werden. De achterste der gederail
leerde wagens is wel het ergst gehavend, die
dwars over de rails en had ook het
de Oostzijde versperd. Maar ook
spoor aan
de daarvoor staande wagens waren voor
een groot deel vespllnterd; de assen waren
totaal ontwricht, de rails daaronder op ver
schillende plaatsen verbogen. En het aller
dwaaste gezicht was wel die duizenden en
duizenden witte en roode kooien, die overal
over de brug verspreid lagen en verder door
het spoorweg-personeel uit de wagens ge-
gmeten weden op groote hooge koopen. Ziij
glommen, nat-geregend als zij wareu, in het
schelle licht der IJ-lampan. Uren lang ging
dat koolen-uitwerpén en wegsjouwen zijn
gang en ondertusschen was men elders begon
nen om het gehavende houtwerk weg te rui
en mot dommekrachten, windassen en
koevoeten het zware ondermaterieel weer
in de rails te brengen en alles te doen
om althans zoo spoedig mogelijk één spoor
vrij te krjjgen.
Tegen kwart voor twee konden de passa
giers uit den laats ten trein van Uitgeest
overstappen In dan trein, die mij aan de
Hembrng gebracht had, en even na tweeën
kwam ik met dien laatsten trein het Cen
traal-Staten binnen.
De treinenloop ondervond den geheelen
Zondag en Maandag nog vertaging.
Men dacht over een dag of vijf de brug
in zooverre hersteld te hebben, dat ook het
tweede spoor weer kan bereden worden. Het
open- es dichtdraaien gaat zocder bezwaar,
en daar er bovendien geen wagons in het
kanaal zgn gestort, ondervindt de scheepvaart
geen bijzondere belemmering.
De schade wordt geschat op f 20 000.
Men meldt nit TIEL
Zaterdag werd Tiel bezocht door den Zweed
Gnstaaf Nordin, die in een zeildoeken bootje
van 4 M lengte de reis van Stockholm over
Brsmerhaven en voorts over de Duitsche,
Nederlandsche en Belgische binnenwateren
naar Parijs maakt, waar hij zqn bootje aan de
Franschen present wil doe Is hij genood
zaakt in zijn sohaitje r.e overnachten, dan
slaapt hg onder den blooten hemel in een
slaapzak.
Een berichtgever deelt in
vollen ernst mede, als „eene wonderbare spe
ling der natuur"Een noot was door een
toeval tussohen de eieren geraakt, die door
eene kip werden uitgebroed Toen de broed
tijd wes afgeloopen en men do noot vond,
bleek bg opening van de schaal, dat de pit
den vorm van een kuiken had aangenomen.
De berichtgever voegt erbij, dat de raad
is gegeven om de noot op te eenden aan prof.
Hugo de Vries.
Wat jammer, dat de „speling der natnur"
niet voltooid geworden is 1 Had men de noot
wat langer onder de kip gelaten, wie weet of
er niet een levend kuiken uit des dop ware
voortgekomen.
Tengevolge van het spoor-
wegongelnk bij PUBMEBEND is het zenuw
gestel van den conducteur bij de posterijen
langzamerhand een leger, waarop de kapita- B* Kof man, te Enkhuizen, zoodanig geschokt,
dat hg in een gesticht voor zenuwlijders zal
worden opgenomen.
De brievengaarders werden
dezer dagen allen aangenaam verrast door
eene toekenning van vergoeding voor het
gebruik van kantoorlokalen. Dc vergoeding
is f50.—voor sommigen f60.— per jaar, in
zeer bgzondere gevallen nog hooger.
Het mishandelde kind.
Men echrjjft nit DEVENTEB aan de Tel.
Da zaak contra mej. Fenema blijft hier ter
stede algemeene belangstelling wekken Of
schoon velerlei geruchten over deze zaak en
de persoon van Mej. F. de ronde doer, doet
men goed, deze niet au sérienx te nemen,
correspondent van het Hbld. te Zaan- j Als met alle soortgelijke zaakjes, speelt ook
menschen fantasie of overdrijving
listen niet meer kannen rekenen en daar i
moet het heen. Het leger moet gerevolution-
neerd worden, zooals nu soms In Bnsland
al te zien is. Een betere samenleving zal
dan eenmaal het gevolg zgn vau het streven
der anti-militaristen.
Van de gelegenheid tot debat werd geen i
gebruik gemaakt, zoodat de vergadering j
spoedig Da Spr.'s rede gesloten kon worden.
De
dam schrijft:
„Beeds meermalen hadden wjj melding te
maken van aanvaringen aan de Hembrng,
gewoonlijk zonder ernstige gevolgen.
Zaterdagavond was dat anders. De oorzaak
biervan ligt in het feit, dat de aanvaring
juist geschiedde op het oogenblik, dat een van
goederentrein de brng passeerde. Het onge
luk had plaats even 9 uur terwjjl een
gedeelte van den trein reeds over, een ander
detl daar nog voor was door den stoom
trawler „Begonia" van IJmniden No. 124.
Hoe dit kon geschieden, is vooralsnog een
raadsel, daar het roode licht den kapitein
deed weten, dat de brng gesloten was De
uitwerking van den schok was geweldig
acht wagens geraakten op hetzelfde oogen
blik nit het spoor en werden, de een meer,
de ander minder, beschadigd. Terwijl
wagens,
hier den
parten
Zoo verlnidt, dat de kelders onder het
balten de „Menop" zonden zgn onderzocht
en omgewoeld, naar er bij gevoegd wordt
om te zoeken naar verborgenheden of sporen
begaan misdrijf. Zulks echter ls geheel
bniten de waarheid om. Wel denkt men met
deze geschiedenis eene of andere geheime drijf
veer te zallen ontdekken, doch eerst na
grondig onderzoek en voor de rechterlijke
macht zal hiervan moeten blijken.
Mej. F. staat bjj da Bathmensche bewoners
niet, zooals men allicht zon denken, ln een
kwaden reuk. Weliswaar werden veie harer
handelingen vreemd gevonden, doch daar
tegenover stond, dat zjj ook hare goede
eigenschappen bezat, tengevolge waarvan zjj
bjj velen z.g. voor eea „goed mensoh" door
goed echter het meisje 't gehad heeft, moge
bljjken als wij mededeelcn, dat 't bij bare
ontsnapping op handen en voeten nit haar
hok la geslopen, en zóó, kruipende langs den
weg, naar hsre onders vluchtte, die op p' m.
800 meter de „Menop" wonen.
L'. ar aangekomen, at ze gnlzlg een groote
hoeveelheid voedsel, zeer ten usdeele van
hare gezondheid. Die gulzigheid is te var-
klaren uit bot feit, dat het meisje niet anders
te gebruiken kreeg de laatste zes maanden,
dan thes, water en z g knuppeiknekden
eersten tgd kroeg zij nog driemaal .daags een
kop melk er bg. Herhaaldelijk vroeg zij
juffrouw F. om ander eten, doch zulks vs rd
geweigerd, omdat dat niet goed voor haar
maag was, zei mej. F.
Het hok, waar zij in bnisde, was in één
woord erger dan een beestenstal. Het vertrek
heeft één raam, dat zorgvuldig was dichtge
spijkerd en waarvoor bod zeer vervuild
gordijn hing. In het vertrek zgn twee deuren,
waarvan de eene leidde naar een onder het
vertrek zijndon kelder. Deze kelder staat
blank van het water, is zeer vnil en verspreidt
een' otdraaglgken stank, die door de deur-
reten binnen het vertrek drong- Bovendien
werd dit hol nooit gereinigd, faecaliën wer
den niet weggehaald, oude lappen en vuile
vodden bleven er liggen. En tot overmaat
van vervulling hnlsdeD in dit hol nog twee
gelteD, die 's morgens door mej. F. werden
weggehaald, om er 's avonds weer Ingebracht
te worden.
In dit hol nn heeft 't kind altijd doorge
bracht zij werd met Argus-oogen bewaakt
Letterlek heeft mej F, als zij zelf er eens nit
moest, deze deuren, dnbbel gesloten, nog
van zegels voorzien, om te weten, of er ook
aan geraakt was. Hoe ook het meisje klaagde,
zij werd gevangen gehouden en zelfs geslagen
en geschopt, waarvan het lichaam nog de
teekens draagt.
Nog op het oogenblik Is het kind zóó zwak,
dat zij 't bed moet houden, en er zelfs niet
af kan om hare behoeften te doen. De dokter
echter geeft alle hoop op volledig herstel.
Handen en beenen zwollen erg op. toen het
meisje weer pas thnis was, doch zulks komt,
naar 's dokters meening, van het ongewone
voedsel voor het verzwakte lichaampje Om
de twee uur gebruikt het meisje nu wat licht
verteerbaar voedsel.
Zooals gezegd, moet nog worden uitge
maakt, wat de drjjfveer fs geweest voor de
handelwijze van mej F. Dat een te intieme
verstandhouding met een boerenknecht, die
het kind ontdekte. aJs oorzaak is te beschouwen,
is, naar nit latere verklaringen ls op te
maken, niet waarschijnlijk. Mej F. zelfheeft
hierover nog niets losgelaten. Ook reeds twee
andere personen zgn gehoord, doch deze heb
ben niets positiefs verklaard.
Hoe excentriek mej. F. is, moge blijken
nit de volgende voorbeeldenAangetroffen
werden in bet vertrek, waar zg als slaapplaats
had een canapé, een zestal honden, katten
en kippen. En op een nacht werd zij
aangetroffen, terwijl ze zelf hare koelen
molk bij het licht van een lantaarn. Enz,
Donderdagavond gaf het
fanfarecorps. „Crescendo" te HABINGHUI-
ZEN een feestuitvoaring, waarop genoodlgd
waren eere-leden, donateurs, aandeelhouders
en allen, dia zich voor dat corps verdien
stelijk gemaakt hebben. Om wat variatie ln
het program te krjjgen, hadden eonige per
sonen eeu paar tooneelstukjes Ingestudeerd,
terwijl een dubbel kwartet gemengd koor
een zestal liederen ten beste gaf. Een en
ander liep best stapel. Het was voor de tal
rijke aanwezigen een waarlijk genotvolle
avond. [Door te late postbestelling eerst heden
geplaatst.]
Se non vero, èben'
Trovatore.
In de hoogste klas van een lagere school
De onderwijzer behandelt vaderlandsohe ge
schiedenis. Vertelt over Albrecht Beyling.
Zegt ineens, de algemeene geschiedenis
„effleoreerend"„Albrecht Bryling was even
dapper als Willem Teil Wie van jullie
weet, wie Willem Teil wss
Algemeen stilzwijgen. Groote woelingen en
troebelen In kinderhersens. Peinsbllkken hier
en vraagoogen daar. Onrustige stilte.
„Kom nou, weet niemand 't
Wil-lem Teil
Daar steekt een jongetje schielijk zgn
vinger op.
„Ah! dat dacht ik wel- Wie was 't
Én op denzelfden jnichtoon, waarop Archi-
madea zijn „Eutékamoet hebben uitgeroe
pen. kiijt het jongetje
„Orello(Tel
De s o hr ij v er „V a n den Haag-
schen Toren" in de „Middelb. Crfc." verhaalt
Ik bracht een kennis naar hals, die ln een
bnart woont, waar wat we hier noemen
veel „rjjkdom" huist Huisgezinnen met twee,
drie, vier meiden. Even vóór zijn woning
gekomen, zien wg een knap dienstmeisje in
dameejapon, hoed met strnisveeren, geganteeid
en zijden en-tont-cas in de hand, op en ceder
wandeleD, en daar ik 'a morgens ook reeds
Der politie gelakte het Intusschen weer, den
dief op te sporeD.
Te HOOBN is door gas gestikt
de heer Ksigarenhandelaar aldaar. Genees
kundige hnlp was tevergeefs.
Door een trein overreden.
Aan het Stationsplein te HILVEBSUM is
door het rangeerend locaal treintje op Utrecht
overreden en gedood de conduoteur H.
Eelsingh, wonende aan den Geuzendjjk aldaar.
De ongelukkige laat een vrouw en vier kin-
doren achter.
Tot lid van het Dageljjksch
Bestuur der banne NIEUWE NIEDOBP is
gekozen do heer P. Koopman en tot hoofd
ingeland de heer P. Saai.
Fobris typhoïdea te OU D-
KABSPEL.
Tot heden toe mag de tebris typhoïdea te
Oudkarspel nog niet sis geweken worden
beschouwd. Wel is het getal patiënten ver
minderd, doch zoo na en dan doet zich weder
een gevai dezer ziekte voor.
Eén ljjder [een jongetje van 8 jaren] is
bezweken Van overheidswege worden nog
steeds maatregelen ter beteugeling dezer ziekte
uitgevoerd.
Afschuwelijk.
Donderdagavond ongeveer half zes schelde
een jonge man aan een hnis in de Constanten
Hoygensstraat te AMSTEBDAM aan, om zen
meisje dat daar diende te spreken,
Mevronw deed zelf open en zei, niet te
willen hebben, dat be aan haar hnis kwam
voor de dienstbode. Tooh stond de jonge man
er op, het meisje, al was het dan maar een
oogenblikje, te spreken. Toen de dienstbode
bniten kwam, wierp hij haar een bas vitriool
ln het gezicht, en maakte zich nit de voeten.
Het meisje werd terstond naar het Wilhel-
minagasthuis vervoerd en daar opgenomen
maar zij zal vermoedelijk voor haar leven
ongelnkkig zijn Haar oogen zullen n.1. wel
voor goed onbruikbaar zgn.
Van den dader geen spoor. [Stand.]
Men meldt nit ZOETEBWOUDE:
Een halfuur ten ooBten der stad Leiden,
midden in een stak weiland, eigendom van
den landbouwer Dorrepaal alhier, ligt een
groote vijver, die vroeger heeft behoort bij
het Hnis te Zwieten. Het slot werd ln 1800
afgebrokende vgver alleen bleef over. In»
dien vijver, zoo zegt de legende, bevindt zich
de toegang tot een kelder en zoo rede
neert men verder daarin kannen wel eens
schatten zgn. Dit zal nu worden onderzocht.
Eenige Zoeterwoudscfce werklieden zijn dag
en nacht aan het pompen en over een week
hopen zg den vgver te hebben leeggemaleu.
Als er iets te voorschijn komt, dat waarde
heeft, zullen de werklieden met den eigenaar
gelijk opdeelen.
Dr. Kuyper over het volks
leger.
Dr. Knyper, van wien men, sedert zgn
aftreden als minister, vrijwel niets meer
heeft vernomen, dan dat hg op reis is, heeft
nn in „De Standaard" weer teekenen van
leven gegeven door het schrijven van een
artikel, dat tot opschrift draagt„Bijdrage
tot de quaestie van het Volksleger."
Hij geeft daarin een beschrijving van het
leger in Boemeuië, (dr. Kuyper bevindt zich
namelijk te Boekarest), waarin hg veel goeds
vindt, en dat hij, „nu men ten onzent van
Begeeringswege zich ln de richting van het
volksleger schijnt te willen bewegen en te
gelijk oi.zo legernitgaven wil doen slinken,"
zeer ter bestudeering aanbeveelt. Men heeft
daar in Boemenië ein goed ingericht leger
van 60.000 man, dat niet meer kost dan
42 millioen frs. per jaar, t6rwjjl het Neder
landsche van 16000 man 66 millioen kost.
Dr. Kuyper.
Men schrijft nit Pera d d. 8 November
Dr. Kuyper is sedert eergisteren alhier,
komende van Sebastopol, waar hij zeer be
langwekkende, maar bewogen dagen heeft
doorgemaakt- De ex premier stelt zioh voor,
hier een week te blijven daarna zich over
Anatolië waarschijnlijk naar 't Heilige Land,
en van daar naar Egypte te begeven. Het over
heerlijke weder, dat we hier nog steeds hebben
met 20 a 22° C. in de schadnw en 16 19°
C. des nachts, doet dr. Kuyper zeer weldadig
aan. Van staatszaken of politiek wil hg niets
hooren. Hij zal gedurende zgn verblijf alhier
o.a. ook de gast zjjn van den Nederlandschen
gezant te Konstantinopel.
In het zoo aardig ea gezel
lig met klimop begroeide lokaal van „de
Prins Maurits" te NIEUWE NIEDOBP gaf
Niedorp's Mannenkoor met Damesafdeeling don
12en November voor een talrijk opgekomen
pnbliek een zeer goed geslaagde uitvoering.
Hoe dichter onder den rook van Wognum,
daohten we onder het luisteren, hos meer
sacglnst toch in W6et Friesland en hoe
tchooner uitvoering. Er wordt „gestndeerd"
door Niedorp's mannen en vrouwen, en goed
ook, bleek ons Zondag. Den directeur, den
heer D. Kuilman, komt alle lof toe voor de
moeite, die hij zich voor zulk zingea geeft
nouucJCUj cu USBI IA B uruijicue UUA IOCUU i J
een soortgelijke figuur op die hoogte had zien koor verdiende de hnlde en het applaus,
zes j i-»Aj v crt IU ÏWU1 OUU U LUCUBU11 UGUI*
alle beladen met kool, nog reeht ging. Achteraf nn bljjkt, dat znllu slechte
flar.eeren, vroeg ik hem, wat dit schilderen
van zulke niet onvriendelijke schildwachten
toch te beduiden had. Waarop hij met het
onnoozelste gezicht ter wereld antwoordde:
„maar, man, ökkr voor dat huis wordt
„gepost." Afgaande op de verhalen van zgn
eohtgeuooce, vond hij dat blgkbaar heelemaal
niet vreemd meer. Bij mevr. X word gepost.
Dit w&s alles zeer eenvoudig. Zaterdag was
er bij mevrouw X onder de drie gedienstige
geesten een werkstaki; g uitgebrokenalle
dat het met zijn zang Zondag verwierf!
Aan duidelijke uitspraak der woorden paarde
zich dikwijls eene gelukkige afwisseling van
sterk en zacht te juister tgd en met geleide
lijk toe- en afnemen, eigenschappen die ons
ook lid van een zangvereecigicg meer
malen het koor bengden deden. Vooral kwam
dit In eenige gedeelten vau het Motet van
E. FBiohter :„Hoe liefljjk zgn op de bergen
enz-" treffend nit Dit nnmmer werd blgkbsar
met groote liefde gezongen, evenels Serenade
we
-- was en dat er prettig ls gebald, dan
uu n i.W8 200 on8eveer alles meêgedeeld.
ve»rK pen' ,^at hetgeen we hebben neer-
oors.rrV6D' worden opgevat als een oprecht
zelf •6e ?®?even hi het belang van Eaterpe
tfke'n, „n V00rt*Pniltend uit een zuoht tot
maM eo«Kd! me° 0M gaarne aanwrjjft,
en uit werkeljjke belangstelling.
stonden, hingen een paar andere onder een
koek van 46°. Van het vaste gedeelte der
brug waren voor het grootste gedeelte alle
dwarsliggers en platen uitgebroken, die
thans op den bodem van het Noordzee
kanaal liggen. Van verscheidene wagens
waren de assen en veeren gebrokenenkele
misten zelfs een of meer wielen. Van het
beweegbare deel der brng zijn de rails on
geveer 6 cM ontzet. Persoonlijke ongeluk
ken hadden niet plaats, de materieele
sehade kan op geen duizenden gnldens na
worden begroot. De goederentrein (No.
8774) reed in de richting naar Amsterdam.
De stoomtrawler kwam van Amsterdam,
zoodat de aanvaring aan de oostzijde plaats
had- Het spoorwegverkeer ondervond na-
tnnrlgk zeer veel vertraging, doch het scheep
vaartverkeer was geheel gestremd."
Een tweede verslaggever van dat blad
schrijft
Ik kwam 's avonds 12 nar op de Hembrng
aan onder storm en regenvlagen.
Bij het fantastisch IJ-lioht, dat over de
brng werd nitgestort, aanschouwde ik een
nooit gezien tafereel.
Tal van spoorwegarbeiders waren onder
leiding van hoofdopziohters en ingenieurs
der Hollandsohe Spoorweg-Maatschappij bezig,
om de rnïne op te ruimen.
Aan de Oostzgde der brng lag bij de duk
dalven dn stoomtrawler „Begonia", die dit
alles veroorzaakt had. Dit stoomvaartnig
was nit Amsterdam gekomen en had, zoo
vertelden rnjj de spoorweg- autoriteiten, trots
zeer oppervlakkig was. Zij dwong hare om
geving, waarop zjj door haar bezittingen en
haar geld veel invloed uitoefende, naar hare
pjjpen te dansen.
Zoo was dit ook het geval met de dochter
van V. Deze V. woont niet, zooals beweerd
werd en ook in ons blad is verhaald, op een
plaatsle van mej F. en was haar dan ook
geen geld schuldig. V. huist op eeu plaatsje
van zakeren N.. die aan mej. F, een som
geld schuldig is. Mej F. dwong nn N., om V. te
dreigen van zjjn plaatsje te zallen worden gezet,
indien niet de dochter van V. bij haar kon
bljjven. Hierop hadden de onders van het
meisje dan ook niets t6gen. Wel bevreemdde
het hnn, dat zjj han dochter nooit zagen, doch
mej. F. beweerde ultjjd, dat het kind 't zoo goed
bij haar had. Toch deed de moeder herhaal
delijk pogingen om haar te zien. wat echter
met allerlei praatjes door mej. F. werd ver
hinderd. Ook de vader deed zulks, en met
beter resultaat. Hjj mocht het kind, ln het
midden van dit jaar, zien twee dagen achter
elkaar heeft hjj zgn dochter gezien doch
niet gespro,en, behalve een gewonen groet.
Mej. F. zorgde, bjj deze ontmoeting tegen
woordig te zjjn. Zjj wist vooraf van de
ontmoeting en zorgde, daarom, dat het ver
trek tenminste zindelijk was en het kind te
bed lag. Hoe het kind er alt zag, kon ook
de vader niet zien, daar het geheel onder de
dekens lag bjj de ontmoeting. Ook was het
vertrek uiterst donker. Tooh was de vader
na deze ontmoeting niet ongerust, en vau
gedaohte, dat het kind 't wèl maakte. Hoe
drie hadden het werk nedergelegd en waren 7an een land-knecht van Orlandus Lasso, d it
aan het einde met zgn „don, don, dlrl" zoo
malsoh en zacht ons tegenklock ais een
orgeltje. Daar is wat studie voor noodig ge
weest, om dit zoo geijjkmatig mooi in de vier
partijen te krjjgen 1 Van de Oud-Hollnndsohe
liederen naar Valerios beviel O'jS bet allerbest
„'t Haesken". D!t werd het meest los en
geestig gezongen. Het lioht als een veerken
dat „het Kwezelken" behoeft, kwam niet ge
noeg nit. Genoten hebben we ook van de
sopraan-solo in „Ons lioht In den nacht,"
dat altgd een bekoorijjk en bekorend nnmmer
zal blgven. Mot zeer veel gloed en pakkende
voordraoht werd „Een liedje van de zee" gazon
gen. Daar zat temperament In!— Dat 't goed be
grijpen van 'n tekst, wat natuurlijk heelemaal 'n
behoefte voor een koor Is, meê tot goed zin
gen helpt leiden, bleek bjjzonder sterk In de
tegenstelling, die directeur en koor als het
ware onwillekeurig en alleen om de woorden
maakten met het zingen van de belde cou
pletten, die „Bede voor het vaderland" telt.
„Gij, die zoo bitter een lot hebt gesmaakt."
wes in toon en voordracht een volmaakt
pendant met „Heer, die uw tent In de he
melen spreidt". Elk nummer verder afzonder
lijk te bespreken, gaat niet wel aan Onzen
totaalindruk hebben we reeds bg het begin
van dit verslagje neergeschrevendat zg
voldoende. We kunnen gevoegelijk eindigen
met Nienwe Niedorp en omgeving geluk te
wenschen met znlke ambitieuze zaogsters
j en zangers als het plaatselijk koor telt en
leder aanraden, zoo hjj daartoe eens in de
gelegenheid is, niet te verzuimen het werk
1 van Knilman's koor te gaan hooren.
uit wandelen gegaan. Toen zjj den volgenden
dag terugkwamen, vonden zjj reeds één
„onderkrulpster," en om nu te zorgen, dat er
niet meer kwemen, hielden ze daar beurt om
beurt de wacht. Als er gebeld werd ik
heb het zelf gezien zag men de solidaire
en kl&ssebewuste dienstbode cp een galopje
naar da deur loopen en praatjes maken met
de „onderkrulpster," die bekoorijjk van den
tongriem bleek gesneden te zjjn.
Dan volgde er een mondgevecht, dat ge
hoord mocht worden.
Zoo ging dat den ganachen dag door. De
politie kon er weinig of niets tegen doen.
Ontsnapt en weer gegrepen.
Mat zeer veel moeite was het der HAAB-
LEMSCHE reeherche gelakt, den dader op
te sporen van tal van diefstallen ten nadeele
van stalhondeis daar ter stede gepleegd.
Gestolen waren paardentuigen, rijwiellan
taarns, enz.
Als vermoedelijke dader werd aangehouden
zekere Kuiper, die Vrjjdag door den rechter
commissaris was gehoord. Een der rijksveld
wachters, een brlg.-tlt., die als zoodanig al
heel wat dienstjaren achter den rag heeften
die er voor bekend staat, dat hjj zich niet
laat verschalken, zon den man naar den ge
vangenwagen brengen, waarmede hjj van het
Paleis van Jnstitie naar het Huls van Bewa
ring zou worden overgebracht-
Toen K. de kans schoon zag, nam hij een
sprong en ging er van door, zoo hard hij kon.
De rjjks veld wachter slaagde er niet in, den
jongen man te aohterhalen-