AnsrtKle Mm.
HAAR
HENRIK GEHRTST
Zondag
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON.
St -Nicolaas-idealen 1
XXVIII.
De laatste acte in het drama van den
schoolstrijd fs nfgerpeeld. Bargeinacster er
Wethouders hebben de redenen ir qialiteit
en quanttteit voldoende geoordeeld, om den
hearen Traanberg en Edelman groot verlof
te verleecen. Ze staan aan den dijk. Elke
nabetrachting is overbodig, en men zal op
dit vonnis wel niet terugkomen. Wolken
indruk anderen ontvaDgen hebben van dit
weerzinwekkend gedoe, weet ik niet, maar
mij Leeft het geërgerd. De mededaolingen
van begane onbeschoftheden werden na eens
tegen gesproken en dm weer beaamdhet
briefj a was niet op de punt van den voet
aangegeven, maar met den voet aangewezen;
da begroeting van het hoofd was niet sariend
geweest, maar correct militair, enz., enz
Uitvluchten, die de zafk wel onsmakelijker
maakten, maar nooit oplosten. Totdat.
wij een dag cf wat geleden de haeie, heele
geschiedenis van 'c begin tot 't einde, mot
data en uuraanwijzlcg, in extenso te
le"en kregen in het Handelsblad.
Ik ken den heer Holtzsppel zelfs niet van
aanzien, maar indien dit stuk de geheeie
waarheid bsvat de waarheid ea niets
andets dan de waarheid dan bewonder ik
het gedold van dien man, en herhaal eta
regel uit mijn vorigen brief, en hoop ik
nooit hoofd van 'n school te worden. Want
indien het lot mii zulke peuzels gaf als onder
wijzers om mtê om te springen, dan weet
ik, dat de kinderen getalgen zonden
worden van moord en doodslag. Want
ofschoon ik, evenals A'phoase Karr, mijzelven
acht „u n bon h o m m e", ik 'heb ook
evenals Lij, esn groot geduld, een zser groot,
maar. niet lang. Ik wil dragen en ver
dragen, zoolang ik zie dat misverstand en
verkeerd begrip oorzaak zijn van een minder
goede omstandigheid of verhouding; maar
weet ik eenmaal, dat opzat, kwade trouw,
onwil daarvan de oorzaak zijn, dan acht ik
elke poging om tot harmonie te geraken,
boter aan de galg gesmeerd. Dan geeft men
't op. of doet als wijlen Akxander den Groote
en hakt men den knoop van den wagen
door, al zon. poddome! al zou
Grordius cf AU x inder zijn eigen kop d'rbü
vaüsn.
Maar nu is 't voorbij, en 't is te hopen,
dat door voor- en tegenstanders van deze
onsmakelijke vertcoaing, door overwinnaar en
verslagenen in de eerste plaats, door alle hoof
den en alle ondergeschikten tevens mede
inbegrepen alle superieuren en inferienren
allen, die zitten aan groot8 bureaus op ge
makkelijke stoelen, en groote tractementec
als een haa rechtens toekomend deel beschou
wen allen, die z tten op ongemakkelijke
krakken, san veel te hooge lessenaars, voor
'n loon, dat te veel is om van honger te
starven en te weinig om van te leven; dat
zij allen,niemand uitgezonderd, van den Burge
meester ef tot aan d3n loopjongen toa, de
winst deelen, die, naar spreekwoordelijke
waardsering, aan schade ou schande verbon
den is
Zij dit zoo, din is, voor onza Amsterdam
gcheJ maatschappij, de schade niet zoo groot,
en de schade niet zóó erg, dat ze niet weldra
vergeten zou zijn. Dan is 't ook niet zoo
vreesalijk erg voor da beide uitgewezen onder-
wqsors, wien 'n korrel, in sbijl verkregen
wijsheid meer nut zal doen dan een berg
van onwil en koppigheid Ik hab meer men-
schen z!eu vallen, die, opgestaan, out een
blijder gezicht en zuiverder gedachten hot
leven verder gingen; die, niet berekenend, maar
met consideratie, niet met slimheid, maar met
tact en toewijding, andermaal hun taak aan
vaardden, en in zlchzelveo rijkdommen van
karakter vonden, die ze vroeger niet wi3ten
dat zg bezaten. E'ka overwinning is geen
overwinning, en elke nederlaag nog geen
nederlaag Zelfoverwinning heeft 'n eeuwen
oude glorie, en is meer klassiek dsn ket pak
slaag, dat 'n schoenmaker zijn loopjongen
toedient. Elke overwinning op anderen behaald
is dubieuselke hestschappg over anderen
nooit of nimmer een heerschappij van dan
eersten rang. Een keizerlijks oekaso, waarin
met keizerlijke macht een kaizerlgk bevel
wordt gegeven, om tien stedeu plat tö schieten,
is niet' zoo groot en getuigt minder van
macht, dan in stille binnenkamer een strijd
met zichzelven nit te strjjden, en zichzelven
te dwingen het rechte pad ta gaan. Dit leidt
tot zelfkennis, een der grootste deugden, die
'n mensch ooit bereiken of bezitten kan, cn
fa tevens 'n verplichte wetenschap zoowel
voor alle hoofden als vcor alle lager ge
plaatsten.
Doet 't hlar voorloopig mee, gij allen die
dit leest of lezen ruit, gij heeren en knechten,
gj) vrouwen en maagden, en vergeet nooit,
dat 'c wentelend rad dag en nacht gaatdat
wat ru boven is, morgen onder kan wezen
dat hij, dia nu gebiedt, morgen misschien te
gehoorzamen heeft. Denkt aan C ce au, denkt
aan Agag, denk aan Napoleon, denkt aan die
allen, wier namen Dooit in de geschiedenis
genoemd ziju en ook nooit genoemd zullen
worden, maar wrer lot en leven u en mg Dlet
tuinder tot 'n spiegel was, tot 'n opgestoken
vinger van waarschuwing, om ons te her
inneren, dat geluk eten teergevoelig fs als
acconstiek een druppel water, een speldekop
is voldoende het te vernielen.
Ea 't S!->. Nicolaseleest is achter dcia rug.
Eea paar dogen voor den intocht van den
Heilige mocht ik uit en een kijkj 3 nemen in
da heiligdommen, waar men tem altaren
stichtte ea offsrs bracht. Mooie winkels, rijk
met guirlandes en denneboomen versierd,
trokken de bageerige aandacht van ouden en
jongenen 't heeft mg dien healen midd&g
met verbazing vervuld, hoe vindingrijk win
keliers zijn in het bedenken van dingen, die
„zser geschikt zijn voorSt. NicolaaB cadeccx
Dat kook-en banketwinkels voor deza dingen
de aangewezen plaatsen zijn op zulk een dag,
wist ikdat boekan en prenten en dssnoods
inktpotten en andere dingen van dis soort,
zich tot cadeaux eigenden, kan ik ook nog
begrijpen. Miar dat turfkisten, kolenbakken,
corseta, nachthemden, pruiken, valsche tanden,
hcndehalsbanden tin muilkorven zich daar
ook toe lesadsn, heb ik nooit geweten. Maar
er.fi i, nu weet ik't. Als elie menschen, die
dien middag op straat waren en de winkels
versperden, wat gekocht hebben, dan is er
heel wat geld uitgegeven. Da Kalverstraat
was niet om door te komea, en 'n winkel
binnengaan bijna geen denken aan. Na'aver-
moeienden tocht te vermoeiend voor 'n pas
herstelde zijn we na honderd deuken en
duwen in Kras beland, om wat bjj te komen.
Ea daarna zija we naar huis gegaan, om den
grooten avond af te wachten. En dien avond
was 'c hier wel nat als in Behagen, denk ik
oogen vol verwachting en bigde gezichten.
Een feest, dat groot tn klein onder zgn be
koring neemt en voor 'n wijle kinderen tot
hoofdpersonen en groote menschen tot kin
deren maakt.
„Een vriendelijke dag, een trouwe kinder
vrind,
Een dag, dien elk van oce heeft liefgehad
[als kind-
St. Nicolaas I Niet meei O, wèl
[hem, die dat feest
Nog al tjjd meeviert met een kinderlijken
Engeland kent 't niet en Duilschland bij
geruchte, maar msakt gsen weik van
„Santé Claus" In die bside landen is
't Kerstfeest met zijn'rechten en waar
digheden ervoor in de plaats getreden. En de
nooit falende invloed van groote landen op
kleine doet ook bier meer en meer het
Kerstfeest vieren als het faest van het Licht,
het feest der lofzangen, het feest ter eere van
Hem, die, volgens het „geestelijk" Evangelie,
van zichzelven getuigen mocht, te zijn „het
Licht der Werel d
Maar de Hollanders zijn behoudend van
aard, en waar zij schoorvoetend een plaats
inruimen voor „Father Chrlitmss"
nit Engeland, of voor „W e i h n a o h t o n"
nit Daitschlaud, daar geven zg toch hun
Sinterklaas nog niet zoo gauw prijs, en zal
het nog jaren en jaren duren eer deze door
het Christuskind geheel en al verdrongen is.
Zoodat onze kinderen, ik bedoelzoodat nwe
kinderen, als zij zelf vaders en moeders zijn
geworden, da msaad December dubbele kosten
zullen hebban.
Mijn scheurkalender meldt mij vandaag
„Tirat season ocmee, whereinour
Saviour birth is celebrsted":
„De dag nadert, waarop wij de
geboorte van onsen Heiland
vieren" Shakespeare. Als tijd en
gelegenheid het mij toelaten, zal ik
M-. ar neen, ik zal nietsik maak geen
plannen meer. Misschien zou een Kerst
brief ook veel te lang worden, want 't is oen
onuitputtelijk thema. Ofschoon Etfia,
wo zullen zien.
H D H.
Roman
van
FRANS ROSEN.
2,
„Stapel nu niet het eene onrecht op het
andere, Jesta," zeide Henrik ernstig tegen
zgn vrouw. „Wees toch een goede moeder
voor de meisjes."
Zjj keek hem aan. En zooals hg daar
voor haar stond, treurig maar goed, jong en
mooi, en met die groote opofferende H^tde
voor haar in de oogen, toen brak zjj in
tranen uit.
„Ik weet het reeds lang," snikte zg, haar
armen om zgn hals slaande, „het is dom,
kinderachtig en zondig van me Ik was te
trolsah om dat te willen bekennen Ik heb
je zoo lief. En, nietwaar, ik zou toch nog
wel een jongen kunnen krijgen," voegde
zg er bg en diukte haar gelaat tegen zgn
schouder. Hg sloot haar innig en vast in
zgn armen. „Ja, Jesta, dat kan. Maar voor
het oogenblik zgn de kinderen, die er zgn.
het meest waard, niet die misschien nog
kunnen komen. Ga nu heen en wees lief
voor de kleine Els."
Om ham haar goeden wil te bewijzen,
liet zg de kleine brengen, nam haar op
den arm en hield zich m3t haar bezig.
Maar zij dacht aan gansch andere dingen.
Van dat oogenblik af was al haar denken
gericht op een jongen, die er komon zon,
ioor
LOUISE MALLOY.
c—
De manager wierp het manuscript op ta
fel, wipte ztjn stoel achteruit, zette zijn
hoed een eindje verder achter op zgn hoofd
en deed eenige haakjes aan zijn sigaar.
Wij hebben daar een stuk, dat trekken
zal, Colly, zei hij beslist.
komen moestIn ongeduldige afwachting
leefde zjj van den eenen dag in den anderen.
Haar stemming was aeer wisselendnu
eens bovenmatig tesder en opgewekt
een andermaal moedeloos en gedrukt.
Zg had haar man alleen nog maar lief als
den vader van den zoon, dien zij begeerde.
Zjj had uren, dat zjj zichzelf levendig
haatte, omdat zg niet in staat was een
zoon te baren. Henrik zag haar onrust en
de verwarring in haar ziel, en hij bedroefde
zich daarover. Hg had haar zoo onbe-
echrgflgk lief en hg zou haar big ven lief
hebben, ook al kwam de zoon niet. En
daarom leed hg onder haar gemoedstoestand,
waarvoor geen andere middelen tot ge
nezing waren te virden.
„Je windt je veel te vesl op," zeide hg.
„Je verwoest je zenuwen, je maakt het zóó,
dat je tot niets meer in staat bent. Heb
toch genoeg aan mjjne liefde zjj is groot
en zg kan je zooveel schoor.s schenken."
Dan kuste zjj hem, en dronk zich als
't ware een roes in het bewustzijn van
hunne liefde en daardoor werden eea tjjdlang
haar gedachten in een andere richting
gebracht. Maar de toestand veranderde er
niet door. Hoe langer zjj moeet wachten
op de vervulling van haar hoop, des te
prikkelbaarder werd ze. Er waren dagen,
waarop zjj droefgeestig voor zich heen
staarde, zich om ai de haieeljjke bezig
heden niets bekommerde en haar kleine
dochtertjes wegjoeg, vooral waar zjj haar
ia den weg liepen. Wanneer Henrik haar
goedig toesprak, antwoordde zjj niet. Wan
neer hg zich liet vervoeren door zgn toorn,
begon ze te weenen. Het einde wss steeds
een teedero scèue en dan bleef alles
bg het oude.
De regisseur nam het manuscript in han
den en keek naar de lijst der personen.
Hm, 't ziet er wel naar nit als ja
tenminste de goeie lui er voor vindt, stemde
hij toe, maar hst eischt eerste krachten
O, ik zal niet op geld zien. Ik zal er
»«a opvoering van maken, die heel New-
Yjik er vaa zal doea spreken. Je weet, het
is reeds op de beste wijza aangekondigd
de menschen zgn dol op Allright's werk en
dit is hot beste dat hij nog ooit heeft
gemaakt. Aangenomen, dat wij de lui bij
elkaar kannen krijgen, hos zou je dan ds
tollen verdoelen
Bever y natuurlijk voor „Lord Roth-
ts y", Norrrs voor ds e noble", E !er-
toa voor dan „joegen Hal", Bar:y voor
„Sir Jany", Benton voor den komiek, mrs.
Frist y voor de doualr e, Carbrldge voor
dan graaf hij is da besta oude rol op het
toonaai. En wat nu betreft de avonturier
ster, Lacy hoe heet ze ook weer ik
weet gaan enkele vrouw, die beter zou zijn
dan Waliace in die rol. Za zal er wat bij
zonders van maken. Da kleine Delaly is een
uitstekende „Kit'.y Durling" die rol ia
voor haar geknipt.
Da „manager" nam de sigaar uit zijn
mond en keek er peinzend naar.
Laat ean kleinigheid als de galaris-
qiaes'.ie js niet bezorgd maken, zei hij k&lm.
Co!'y keek zija chef oplettend aan.
U moet ds allerbsitan hebben, antwoordde
hij Ik weet, dat zij allen hael duur zgn, maar
het brengt u veel maar in dan hst u kost.
Ea hoe staat het mot „Lady Clare"
vroeg de „manager". Je habt nog niemand
daarvoor genoemd en het is de hoofdrol nit
het stnk.
Ik weet niemand. Ik heb er over ge
dacht sinds ik het stuk heb gelezen, en ik
htb niemand gevonden, die er geschikt voor
is. Mand Laster b. v. ziet er uitstekend voor
uit en zij is lympsthisk, maar zg heeft de
kracht niet. Helen Dracy heeft de kracht
en het verstand, maar zij heeft de figuur er
niet voor. Weet u niemand? Het succes van
het stuk hangt af van „Lady Ciare".
Ik ken slechts één vrouw, die da rol
kan spelen zooels rij gespeeld moet worden
en die er ook ds figuur voor heeft, zei de
directeur. Dat is Eiith Kingshy.
Da regissaur haalde da schouders op.
Zij heaft zeer beslist geweigerd, zij hg.
Ik heb vrouwen gekend, die «en enkele
maal in haar leven van msenicg veranderd
zijn, zei de directeur sarcastisch.
Maar zij zei, dat zij zich vo r goed
terugtrok dat zg nooit weer zou optreden.
De directeur keek zijn emplcyé medelijdend
aan.
Het nooit meer optreden van een vrouw
is als een afscheidsvoorstelling voor revisie
vatbaar Kingsliy had da koele wereld aan
haar voeten, toen zij twee jaar geleden trouw
de en het tooneel verliet. Zij h eft dsn tijd
gehad na te denken, mijD Jongenhet nieuwtje
van haar echtelijk geluk zal er nu wel zoo
wat sf zgn.
Colly keek h3t handschrift nog eens in.
Als u haar kunt krijgen, zal het een
successtuk worden.
Hg had te veel aan zgn hoofd cm een
discours te honden over da phlloscphie der
veranderlijkheid van den vrouwelijken wil.
De directeur deed nog eon trek ja aan zgn
sigaar en zei vol zelfvertrouwen
Ik ga Kingsi.y vandaag opzoeken.
Tsvee uren later stond hij in het fraaie
aaloa van een der huizen in het beste stads
gedeelte. Met zijn geoifendan blik voor
„rnise on si ,.e" bekeek hij de keurige in
lichting, terwijl het dienstmeisje zgn kaarja
naar mevrouw bracht.
Zij heeft zooveel geld als zij verlangt,
dacht de directeur, maar geld is niet alles
voor een eerzuchtige vrouw.
Een tafeh j 5 iu zijn nabijheid trok zgn
aandacht. Hg ging er heen en nam een
groote gekleurde photographie op van een
schoon, ernstig er uitziend meifjs in „Jnlla's"
bruidsgewaad.
Hm, lachte hij, zij heeft haar vroegere
triomfen nog niet vergaten eon zeker ba-
wijs, dat zij van nieuwe overwinningen niet
afkeerig zal zija.
Terwijl hg hst portret neerzette, kwam
de vrouw des huizes met uitgestoken hand
naar hem toe.
Wat ben ik erg blij u te zien, mijn
heer Hunt ten minste als het eon gewone
beleefdheids-visite is.
Met scherpen, geoefenden blik keek hij
naar da schoone vrouw, die voor hem stond
naar da koninklijke houding van de sta
tige figuu naar ds diep liggende, schit
terende, donkere oogen met de lange wim
pers en prachtig gebouwde wenkbrauwen;
naar den rechten, patricisuhen neus met de
fijne, beweeglijke neusvleugels; naar den
kleinen rooden mond met zijn korte bo
venlip naar de blanke, fl nke kin met
een diep knihje tl in naar de rose wangen
met haar teederen gloednaar hat fiaweal-
zwarte haar en zga directeurs-gemoed
kwam in opstand tegen zulk een verspilling
van jeugd, schoonheid, gratie en temperament.
Waarde juffrouw Klngshy pardon,
mevrouw Arnold ik ben zelf bg u geko
men, om het antwoord te vernemen op het
voorstel, dat ik u in mgn brief heb gedaan.
Maar ik heb uw brief immers reeds be
antwoord, sprak eg glimlachend, maar eeer
beslist. Ik ben heel gelukkig getrouwd
mgn oude eerzucht is dood.
De blik van den directeur dwaalde onwil
lekeurig naar het portret van „Jalia".
Vroeger had ik geen thuis, vervolgde
zij zacht. Ik woonde op het tooneel.
De beste kinderrol, die wg ooit gehad
hebben, zei de directeur. Luister, mevrouw.
Hij haalde zija horloge te voorschijn en
vroeg
Hebt gg een half narijs voor mg over
Ik wil u goed laten begrgpen, wat gij weigert.
Moeder Natuur had den directeur een
groote mate van welsprekendheid en welbe
spraaktheid geschonk«c, die hem in zgn
tooneelloopbaan reeds door menige crisis had
heen geholpen, maar nooit had hg zoo overtui
gend, zoo overredend gesproken als nu hij
trachtte de vrouw tegenover zich over te
halen. Toen het halve uur om was, gevoel
de hg, dat hij een goed gebruik ervan had
gemaakt.
Geloof niet, dat ik oagaetvrg ban, sprak
zg, terwijl zij hem de hand toestak, maar
ik moet u thans vaarwel zeggen. U hebt
heel mooi gesproken, maar ik kan n niet
dadelijk antwoorden. Ik heb een vriend, een
heel dier baren vriend, dien ik moet raadplegen.
Ik zal hem alles vertellen, wat u tot mg
hebt gezegd en zal mg bg zijn beslissing
neerleggen. Morgen zal ik u mijn antwoord
meedselen.
Toen de directeur zgn bureau weer binnen
trad, glom zgn gelaat van zelfvoldoening.
Ik geloof, dat ge juffrouw Kingsliy
voor „Lady Ciare" kunt opaohrgven, Col! y,
zei hg, terwijl hij in zga stoel ging zitten.
De regisseur keek ongeloovig op.
U wil toch niet zeggen, dat zg heeft
toegestemd
Zg zal erover spreken met een vriend
en morgen kom ik haar antwoord halen.
Maar ik donk, Colty, dat de raadsman san
onze zgdc z&l staan.
Den volgenden dag was de direotenr nog
even zeker van zgu overwinning, terwijl hij
op weg wa» noar haar woning. Het lag niet
in den menschelijken aard, redeneerde hg,
om te weigeren de schitterende ster te zgn
in het beste stuk van het seizoen-
Die vrouw is geen mantch, als zij weer
stand kau bieden, dacht hg op het oogenblik,
dat de slanke, gracieuss gestalte de kamer
binnenkwam
Welnu vroeg hij.
Ik heb het mija raadsman gevraagd en
hond mg overtuigd dat mijn oorspronkelgk
besluit het bests was.
De directeur liet een steunend gelold
hooren.
Maar, mijn beste mevrouw Arnold,
smeekte hij. Ik geloof stellig dat ik, Indien
ik uw vriend kan zien en met hem spreken,
hem duidelgk kan maken dat hij zich ver
gist.
Zij schudde het hoofd.
Dat geloof ik niet. Z jn oordeel is al
tijd zeer beslist.
Ik kan hst probeeren. U hebt er toch
niets tegee, dat ik hem een besoek breng
Zij glimlachte.
O, volstrekt niet. Eu daar hq zich op
het oogenblik hier in huis bevindt, kunt u,
als n dat verlangt, dadelijk kennis met hem
maken.
De direotenr volgde haar een weinig ver
wonderd. Zj dsed een deur open en zg tra
den een kamer binnen, dia glansde in het
gouden zonlicht.
Hiar is mijn vriend, mijnheer Hnnt.
Hij is bereid, naar al uw argumenten te
luisteren.
De directeur wag gpraksloos van verbazing.
Hij stond tegenover een klein ledikan'ja,
waarin esn dik, rond, mollig kerehja heel
tevreden allerlei zachte geluidj )8 maakte.
Die mijnheer wil je spreken, mijn
liefste schat, sprak zg, terwgl zg zich over
het bedje boog.
Haar stem had 6on zoo teederen klank,
dat de man, die dacht dat hij iedere buiging
erven kende, getrcffjn opkesk.
Het kindje keek beiden aan met zijn groote,
heldere oogen ea toeo het zija moeders
gezicht over z'ch hsengebogen ssg, begon
het vol vreugde te kraaien. De dikke vuist
jes grepen gretig naar haar en de bloote
rose voo: j-s sloegen de maat erbg.
Mam mam mam, riep hg uit-
gel aten.
Mat glinsterende oogen wendde zg zich
naar den directeur.
Koot u op deze argumenten wat ant
woorden vroeg zg.
De directeur had eeuigszics zgn koelbloe
digheid herkregen en begon
Maar beste mevrouw, het is toch niet
mooi
Dag, dag, zal de baly.
o—
Henrik Gehrts begon zich ernstig bezorgd
te maken over de gezondheid van zgn
vrouw, hg vreesde voor een gomoedslgden.
Eer hg er echter toe overging een dokter
te raadplegen, trad er plotseling esn ver
betering in.
Jesta voelde, dat zg weder moeder zou
worden. Nu werden de rollen verwisseld
Jesta werd kalm, Henrik nerveus.
Zg was gelukkig en in haar geluk was
het gevoel van een overwinnaar. Zij triom
feerde. omdat zg er heilig van overtuigd
was, dat haar nu een zoon geboren zou
werden. Zonder die overtuiging was er
voor haar geen toekomst meer- Zjj gaf zich
geheel aan haar vreugde over en beperkte
zich zoo min voor haar man als voor haar
kinderen.
Henrik zag dat alles met groote zorg
aan en sidderde bjj de gedachte aan een
teleurstelling. Wanneer het nu weer eens
een meisje was wat dan
Hij maakte zich zeer beangst voor de
toekomst, voor zjjn huwelijk en voor het
geluk van zjjn kinderen en ook van zgn
vrouw. Dat alles hing af van dat kiemende
leven waarover eea s'aier lag. Hoe nader
de tjjd kwam, des te bezorgder werd zga
hart, en zgn ziel trad dageljjks voor zjjn
God met de vurige bede op vervulling van
den wenseh van zjjn vrouw. Niet, dat het
zgn vurigste wenseh was dat hem oen
erlgenarm werd geboren, maar het was
zjjn geheeie levensgeluk, dat er van afning,
Ea ditmaal was het werkeljjk een jongen.
Jesta's gelukzaligheid kende geen gren
zen, en Henrik lag op zjjn knieën en
tranen van verlichting en dankbaarheid
XXII.
Sinterklaas is voorbg en de stilte is in onze
winkelstraten teruggekeerd, 'i Is er sog vsel
stiller dan anders, doodsch, akelig I
't Is met Amsterdam net gegaan als met
den «terksn alcoholgebrnikerwas de drank
steeds voor htm een prikkel, des te striemsn-
der de zweepslag zich deed gevoelen, des te
sterker was ook de reactie, das te suffer, des
te loomer weid hg later.
Amsterdam heefc uit zichzelf al die drakce,
al dat straatgewieme), dat winkelsgekgk en
en gekcop moeten voortbrengen, zonder hulp
van'bniten. Amsterdam heeft zgn best gedaan,
behoorlijk voor den dag te komon, net ais
een Hzagsch ambtenaarsgezinnetje met hoop
op succes voor de drie huwbare dochters,
maar nu 't achter den rng is, is de hoofdstad
ook óp. Za is afgemat, uitgeput.
Toen ik dezer dagen nog eens een kort
bezoek bracht aan Brussel, viel het mij op,
hoaveel meer geregelde drukte men daar
tooh vindt dan bij ons. En toch telt Brussel
met de voornaamste voorsteden mee slechts
betrekkelijk weinig inwoners meer dan de
Amstelstad. Doch zelfs als men opeen dood-
siewonen middag of avond in de week de
Place de Brouchère of de Anspaohlaan
afwandelt, moet men vergelgkenderwgs de
opmerking makenWat is Amsterdam toch
een stille stad
Want vergeet niet, dat onze Amsterdam-
sche drukte (niet te verwarren met de Haag-
sche drukte) voor een groot deel gezichts-
badrog is 1 Da mengchenstroom in de Kalver
straat is ondar niet al te ongelukkige om
standigheden (zoo sis nu) vrij compact en
daaraan dankt die winkelstraat haar spreek-
woordeigka gezelligheid. Maar stel U nu
eens voor, dat diezelfde stampvolle Kalver
straat eens werd uitgestort over de eerste
Brusseltche boulevards, b.v. van de Nord tot
aau de Beurs, wat zou het niet een ongeluk
kig hoopja manschea zga En omgekeerd,
stel U eens voor, dat ds bonlevardiers en
bonlevardlères op zeker moment allen in de
Kalverstraat werden verplaatst. Het aantal
ongelukkan in dia straat zou z«ker dat der
Iahuldlglngsfeesten verre overtreffen.
Wg ieven, wg zgu drukke groote stad bg
de gratie van da nauwte. Breed is meeren-
deals onze blik, ouza levensopvatting niet,
breed mogen ook onze straten niet zijn. En
toch was Amsterdam zoo voorbeschikt, voor
een ruimsn breeden verkeersweg, natuurlijk
gegroeid over het oentrum heen, dia alleen
hier *n daar gasnoaid diende te worden, een
hoofdweg, die alle wereldsteden ons hadden
mogen benijden, een hoofdweg, die door zgn
geschikte ligging glimlachend neer zon kan
nen zien op alle kunstmatig aangelegde ave
nues en wandelwegen I
Die hoofdweg elk dia in Amsterdam
bekend is. zal het begrgpen htd siontan
loopen vaa het Centraalstation over het geheel
gedempte en ontruimde Damrak en Rokin
naar Munt. Vervolgens door de op gelijke
breedte gebrachte Vgielstraat, over ds ge
dempte VgzelgrEcht en hst gcde*!t*!gk be
bouwde Wateringplantsoen naar do Furdinand-
Bol, waar zg zou eindigen op het Marktplein,
dat volgens de bekende plannen in rechte
richting aohter die straat zal worden aan
gelegd.
Bovendien had de Dienwa verkaergweg ean
mooisn zijweg In de Reguliersbresstraat, die
langs het Rambrandtsplein, welks onooglgk,
alleen voor vagebonden rustplaats aanbiedend
„parkje", plus het In dan weg stasndsrig hek
natuurlijk el lang opgeruimd waren, waar
door de eigenaars der „stille zijdt" de gevels
hunner huizen in overeenstemming gebracht
hadden met de „levendige zijde", en de
Utrechlschestraat verbinding bood met het
Frederiksplein.
Ja, zal menigeen zeggen, dat was du alle
maal mooi en wel, maar ie dat nu nog wel
uitvoer baar We hebben nu eenmaal een on-
oogaüjke steenklomp op hat Damrak, dis
„Opruimen" zou mijn advies zijn. Waar
voor ook niet? We hebben wel een mooie
Benrs afgebroken, die zoo stevig was, dat
man er <?y ramlat bg mreat brengan, -- waarom
zouden wa het zoo'n foai-leeltjke niet dosn
Voor de Baars zou plaats wazen tuaschen
Beursstraat en Warmoesstraat ea wel in het
gedeelte tnsschen de Oadabrngsteag en het
Biblt-hotel. 't Is toch beter ten halve gekeerd,
dan ten heele gedwaald.
Enkele secure broekjes zouden misschien
vreezen,dat de haizsn op dien verkeersweg niet
gemoderniseerd zouden worden, waardoor hun
antieke leelijkheid meer zou uitkomen. Doek
wanneer zij nu onder de huidige omstan
digheden het Damrak bekgkeo, zal die
vrees wel zakken.
Zno zon Amsterdam mooier, asrtrekkelgker
worden voor vreemdelingen. Ea om za
allereerst aan te trekken, zon aan den Am-
stel weer een wereldtentoonstelling moetem
worden ingericht. Natnnrlgk kan het balletje
nog tarnauivarnood opgeworpen zgn, of men
liepen hem langs de waDgen, In de
andere kamer stonden de kleire meisjes
rondom do wieg, waarin men broertje had
neergelegd, en de tweejarige kleine Els
rekte zich op haar teenen on klemde zich
met haar kleine vuistjes aan den manden-
korf vast, zoodat die ojjna omwipte. Ze
duwde behoedzaam met haar vingertopjes
tegen de gesloten oogjes van broertje. Oi
die wel opan konden, die oogen vroeg ze.
Dan werden ze allen de kamer uitgezonden,
broertje moest slapen.
Broertje kreeg dan naam van Henrik,
evenals vader, grootvader, enz. Ter onder
scheiding vaa zga vader, en omdat bg nog
zoo klein was, werd hg Rik genoemd,
Om broertje draaide nu voortaan het
gansche huis. Meestal was de kleine bg zgn
moeier, of was zg bg hem. Zg gaf hom
te drinken, zg waschte hem, enz. Zg zong
hem in slarp, zg droeg hem urenlang op
haar armen, wanneer hg weende. Hg sliep
's nachts naast haar bed, wat met de kleine
meisjes nooit gebeurd w<.s Dezo leerden
h6t al vroeg begrijpen, dat eea broertje
iets heel bijzonders is, iets veel gewichtigere
dan eea mei-je Zg voeren er voletrekt niet
slecht bg. Moeder had weliswaar weinig
tgd, omdat de kleine Rik haar geheel in
beslag nam. Maar vader was steeds bereid
naar haar te luisteren en zich met baar
bezig te houdea. Henrik Gohrts had mede
lijden raet da vier kleine meisjes, die zoo
onrechtvaardig ten achter gestald werden
bg den jongen. Hg wilde er Diets over
tegen Jesta zeggen, want nadat na jaren
wachtaDS eindelgk haar vurigste wensch
was vervuld, was het niet anders dan J
natuurlgk, dat zg voor niets anders oog
en oor had. Dat zou en moest vanzelf
anders worden, Zij zon vanzelf wel ver
standiger worden, en dat zou te spoediger
gebeuren als men niet trachtte haar te
dwingen, maar geheel aan zichzelf overliet.
Zg verwaarloosde ookLèn. Zg zorgde er
voor, dat het eten puactuëel op tjjd op tafel
kwam, opdat Hcsrik er met zgn dag-
verdseling geen last van zou hebben.
Maar als hjj haar vroeg, hem tegemoet
to komin, of naar het boseh te vergezellen,
dan had zjj juist het eea of ander met Rik
te doen, dat geen andere handen konden
verrichten. Wanneer hg haar over zjjn
werk of zjjn plannen sprak, luisterde zjj
verstrooid toe, of sprak er tusscben ia plot
seling over iets anders, dat de kinderkamer
betrof. Zjj was ook met andere dingen
zoo tegenover hem verouderd. Haar lielde
scheen nu %lleon voor Rik te zjjn was zjj
vroeger aanhankeljjk en teeder, na wus zjj
koel en duldend. Henrik zag en voelde
dat alk8 met waar engelengeduld. „Het
zal wei anders worden", zeide hjj telkens
tot zichzelf. Maar het werd niet anders.
Onwillekeurig troostte hjj zich met zjjn
kleine meisjes. Ruth was nu zeven jrar
oud en een gezond kind, Hjj nam haar
©et zich m;ê naar het bosch, wanneer
Jesta zooals gewoonlijk gean tjjd had. Zj
kon reeds hael goed loopen, en waar het
gras te hoog of het kreupelhout ta dicht
waa daar tilde Henrik hrar op zjjn armen
en droeg haar Daa keek zjj haar mooier,
geliefden vader aan, boog haar blozend
gezichtje naar hem toe ea drukte haar volle,
rooda lippen teeder op zjjn wangen.
Henrik Gohrts had menigmaal de gewaar
wording, dat nooit oen kus van zjja zoon
hem zoo goed zou doen, als de zo3te tee-
derheden van zjjn klein, blond muisje.