AnsrtKle Mm. HAAR HENRIK GEHRTST Zondag TWEEDE BLAD. FEUILLETON. St -Nicolaas-idealen 1 XXVIII. De laatste acte in het drama van den schoolstrijd fs nfgerpeeld. Bargeinacster er Wethouders hebben de redenen ir qialiteit en quanttteit voldoende geoordeeld, om den hearen Traanberg en Edelman groot verlof te verleecen. Ze staan aan den dijk. Elke nabetrachting is overbodig, en men zal op dit vonnis wel niet terugkomen. Wolken indruk anderen ontvaDgen hebben van dit weerzinwekkend gedoe, weet ik niet, maar mij Leeft het geërgerd. De mededaolingen van begane onbeschoftheden werden na eens tegen gesproken en dm weer beaamdhet briefj a was niet op de punt van den voet aangegeven, maar met den voet aangewezen; da begroeting van het hoofd was niet sariend geweest, maar correct militair, enz., enz Uitvluchten, die de zafk wel onsmakelijker maakten, maar nooit oplosten. Totdat. wij een dag cf wat geleden de haeie, heele geschiedenis van 'c begin tot 't einde, mot data en uuraanwijzlcg, in extenso te le"en kregen in het Handelsblad. Ik ken den heer Holtzsppel zelfs niet van aanzien, maar indien dit stuk de geheeie waarheid bsvat de waarheid ea niets andets dan de waarheid dan bewonder ik het gedold van dien man, en herhaal eta regel uit mijn vorigen brief, en hoop ik nooit hoofd van 'n school te worden. Want indien het lot mii zulke peuzels gaf als onder wijzers om mtê om te springen, dan weet ik, dat de kinderen getalgen zonden worden van moord en doodslag. Want ofschoon ik, evenals A'phoase Karr, mijzelven acht „u n bon h o m m e", ik 'heb ook evenals Lij, esn groot geduld, een zser groot, maar. niet lang. Ik wil dragen en ver dragen, zoolang ik zie dat misverstand en verkeerd begrip oorzaak zijn van een minder goede omstandigheid of verhouding; maar weet ik eenmaal, dat opzat, kwade trouw, onwil daarvan de oorzaak zijn, dan acht ik elke poging om tot harmonie te geraken, boter aan de galg gesmeerd. Dan geeft men 't op. of doet als wijlen Akxander den Groote en hakt men den knoop van den wagen door, al zon. poddome! al zou Grordius cf AU x inder zijn eigen kop d'rbü vaüsn. Maar nu is 't voorbij, en 't is te hopen, dat door voor- en tegenstanders van deze onsmakelijke vertcoaing, door overwinnaar en verslagenen in de eerste plaats, door alle hoof den en alle ondergeschikten tevens mede inbegrepen alle superieuren en inferienren allen, die zitten aan groot8 bureaus op ge makkelijke stoelen, en groote tractementec als een haa rechtens toekomend deel beschou wen allen, die z tten op ongemakkelijke krakken, san veel te hooge lessenaars, voor 'n loon, dat te veel is om van honger te starven en te weinig om van te leven; dat zij allen,niemand uitgezonderd, van den Burge meester ef tot aan d3n loopjongen toa, de winst deelen, die, naar spreekwoordelijke waardsering, aan schade ou schande verbon den is Zij dit zoo, din is, voor onza Amsterdam gcheJ maatschappij, de schade niet zoo groot, en de schade niet zóó erg, dat ze niet weldra vergeten zou zijn. Dan is 't ook niet zoo vreesalijk erg voor da beide uitgewezen onder- wqsors, wien 'n korrel, in sbijl verkregen wijsheid meer nut zal doen dan een berg van onwil en koppigheid Ik hab meer men- schen z!eu vallen, die, opgestaan, out een blijder gezicht en zuiverder gedachten hot leven verder gingen; die, niet berekenend, maar met consideratie, niet met slimheid, maar met tact en toewijding, andermaal hun taak aan vaardden, en in zlchzelveo rijkdommen van karakter vonden, die ze vroeger niet wi3ten dat zg bezaten. E'ka overwinning is geen overwinning, en elke nederlaag nog geen nederlaag Zelfoverwinning heeft 'n eeuwen oude glorie, en is meer klassiek dsn ket pak slaag, dat 'n schoenmaker zijn loopjongen toedient. Elke overwinning op anderen behaald is dubieuselke hestschappg over anderen nooit of nimmer een heerschappij van dan eersten rang. Een keizerlijks oekaso, waarin met keizerlijke macht een kaizerlgk bevel wordt gegeven, om tien stedeu plat tö schieten, is niet' zoo groot en getuigt minder van macht, dan in stille binnenkamer een strijd met zichzelven nit te strjjden, en zichzelven te dwingen het rechte pad ta gaan. Dit leidt tot zelfkennis, een der grootste deugden, die 'n mensch ooit bereiken of bezitten kan, cn fa tevens 'n verplichte wetenschap zoowel voor alle hoofden als vcor alle lager ge plaatsten. Doet 't hlar voorloopig mee, gij allen die dit leest of lezen ruit, gij heeren en knechten, gj) vrouwen en maagden, en vergeet nooit, dat 'c wentelend rad dag en nacht gaatdat wat ru boven is, morgen onder kan wezen dat hij, dia nu gebiedt, morgen misschien te gehoorzamen heeft. Denkt aan C ce au, denkt aan Agag, denk aan Napoleon, denkt aan die allen, wier namen Dooit in de geschiedenis genoemd ziju en ook nooit genoemd zullen worden, maar wrer lot en leven u en mg Dlet tuinder tot 'n spiegel was, tot 'n opgestoken vinger van waarschuwing, om ons te her inneren, dat geluk eten teergevoelig fs als acconstiek een druppel water, een speldekop is voldoende het te vernielen. Ea 't S!->. Nicolaseleest is achter dcia rug. Eea paar dogen voor den intocht van den Heilige mocht ik uit en een kijkj 3 nemen in da heiligdommen, waar men tem altaren stichtte ea offsrs bracht. Mooie winkels, rijk met guirlandes en denneboomen versierd, trokken de bageerige aandacht van ouden en jongenen 't heeft mg dien healen midd&g met verbazing vervuld, hoe vindingrijk win keliers zijn in het bedenken van dingen, die „zser geschikt zijn voorSt. NicolaaB cadeccx Dat kook-en banketwinkels voor deza dingen de aangewezen plaatsen zijn op zulk een dag, wist ikdat boekan en prenten en dssnoods inktpotten en andere dingen van dis soort, zich tot cadeaux eigenden, kan ik ook nog begrijpen. Miar dat turfkisten, kolenbakken, corseta, nachthemden, pruiken, valsche tanden, hcndehalsbanden tin muilkorven zich daar ook toe lesadsn, heb ik nooit geweten. Maar er.fi i, nu weet ik't. Als elie menschen, die dien middag op straat waren en de winkels versperden, wat gekocht hebben, dan is er heel wat geld uitgegeven. Da Kalverstraat was niet om door te komea, en 'n winkel binnengaan bijna geen denken aan. Na'aver- moeienden tocht te vermoeiend voor 'n pas herstelde zijn we na honderd deuken en duwen in Kras beland, om wat bjj te komen. Ea daarna zija we naar huis gegaan, om den grooten avond af te wachten. En dien avond was 'c hier wel nat als in Behagen, denk ik oogen vol verwachting en bigde gezichten. Een feest, dat groot tn klein onder zgn be koring neemt en voor 'n wijle kinderen tot hoofdpersonen en groote menschen tot kin deren maakt. „Een vriendelijke dag, een trouwe kinder vrind, Een dag, dien elk van oce heeft liefgehad [als kind- St. Nicolaas I Niet meei O, wèl [hem, die dat feest Nog al tjjd meeviert met een kinderlijken Engeland kent 't niet en Duilschland bij geruchte, maar msakt gsen weik van „Santé Claus" In die bside landen is 't Kerstfeest met zijn'rechten en waar digheden ervoor in de plaats getreden. En de nooit falende invloed van groote landen op kleine doet ook bier meer en meer het Kerstfeest vieren als het faest van het Licht, het feest der lofzangen, het feest ter eere van Hem, die, volgens het „geestelijk" Evangelie, van zichzelven getuigen mocht, te zijn „het Licht der Werel d Maar de Hollanders zijn behoudend van aard, en waar zij schoorvoetend een plaats inruimen voor „Father Chrlitmss" nit Engeland, of voor „W e i h n a o h t o n" nit Daitschlaud, daar geven zg toch hun Sinterklaas nog niet zoo gauw prijs, en zal het nog jaren en jaren duren eer deze door het Christuskind geheel en al verdrongen is. Zoodat onze kinderen, ik bedoelzoodat nwe kinderen, als zij zelf vaders en moeders zijn geworden, da msaad December dubbele kosten zullen hebban. Mijn scheurkalender meldt mij vandaag „Tirat season ocmee, whereinour Saviour birth is celebrsted": „De dag nadert, waarop wij de geboorte van onsen Heiland vieren" Shakespeare. Als tijd en gelegenheid het mij toelaten, zal ik M-. ar neen, ik zal nietsik maak geen plannen meer. Misschien zou een Kerst brief ook veel te lang worden, want 't is oen onuitputtelijk thema. Ofschoon Etfia, wo zullen zien. H D H. Roman van FRANS ROSEN. 2, „Stapel nu niet het eene onrecht op het andere, Jesta," zeide Henrik ernstig tegen zgn vrouw. „Wees toch een goede moeder voor de meisjes." Zjj keek hem aan. En zooals hg daar voor haar stond, treurig maar goed, jong en mooi, en met die groote opofferende H^tde voor haar in de oogen, toen brak zjj in tranen uit. „Ik weet het reeds lang," snikte zg, haar armen om zgn hals slaande, „het is dom, kinderachtig en zondig van me Ik was te trolsah om dat te willen bekennen Ik heb je zoo lief. En, nietwaar, ik zou toch nog wel een jongen kunnen krijgen," voegde zg er bg en diukte haar gelaat tegen zgn schouder. Hg sloot haar innig en vast in zgn armen. „Ja, Jesta, dat kan. Maar voor het oogenblik zgn de kinderen, die er zgn. het meest waard, niet die misschien nog kunnen komen. Ga nu heen en wees lief voor de kleine Els." Om ham haar goeden wil te bewijzen, liet zg de kleine brengen, nam haar op den arm en hield zich m3t haar bezig. Maar zij dacht aan gansch andere dingen. Van dat oogenblik af was al haar denken gericht op een jongen, die er komon zon, ioor LOUISE MALLOY. c— De manager wierp het manuscript op ta fel, wipte ztjn stoel achteruit, zette zijn hoed een eindje verder achter op zgn hoofd en deed eenige haakjes aan zijn sigaar. Wij hebben daar een stuk, dat trekken zal, Colly, zei hij beslist. komen moestIn ongeduldige afwachting leefde zjj van den eenen dag in den anderen. Haar stemming was aeer wisselendnu eens bovenmatig tesder en opgewekt een andermaal moedeloos en gedrukt. Zg had haar man alleen nog maar lief als den vader van den zoon, dien zij begeerde. Zjj had uren, dat zjj zichzelf levendig haatte, omdat zg niet in staat was een zoon te baren. Henrik zag haar onrust en de verwarring in haar ziel, en hij bedroefde zich daarover. Hg had haar zoo onbe- echrgflgk lief en hg zou haar big ven lief hebben, ook al kwam de zoon niet. En daarom leed hg onder haar gemoedstoestand, waarvoor geen andere middelen tot ge nezing waren te virden. „Je windt je veel te vesl op," zeide hg. „Je verwoest je zenuwen, je maakt het zóó, dat je tot niets meer in staat bent. Heb toch genoeg aan mjjne liefde zjj is groot en zg kan je zooveel schoor.s schenken." Dan kuste zjj hem, en dronk zich als 't ware een roes in het bewustzijn van hunne liefde en daardoor werden eea tjjdlang haar gedachten in een andere richting gebracht. Maar de toestand veranderde er niet door. Hoe langer zjj moeet wachten op de vervulling van haar hoop, des te prikkelbaarder werd ze. Er waren dagen, waarop zjj droefgeestig voor zich heen staarde, zich om ai de haieeljjke bezig heden niets bekommerde en haar kleine dochtertjes wegjoeg, vooral waar zjj haar ia den weg liepen. Wanneer Henrik haar goedig toesprak, antwoordde zjj niet. Wan neer hg zich liet vervoeren door zgn toorn, begon ze te weenen. Het einde wss steeds een teedero scèue en dan bleef alles bg het oude. De regisseur nam het manuscript in han den en keek naar de lijst der personen. Hm, 't ziet er wel naar nit als ja tenminste de goeie lui er voor vindt, stemde hij toe, maar hst eischt eerste krachten O, ik zal niet op geld zien. Ik zal er »«a opvoering van maken, die heel New- Yjik er vaa zal doea spreken. Je weet, het is reeds op de beste wijza aangekondigd de menschen zgn dol op Allright's werk en dit is hot beste dat hij nog ooit heeft gemaakt. Aangenomen, dat wij de lui bij elkaar kannen krijgen, hos zou je dan ds tollen verdoelen Bever y natuurlijk voor „Lord Roth- ts y", Norrrs voor ds e noble", E !er- toa voor dan „joegen Hal", Bar:y voor „Sir Jany", Benton voor den komiek, mrs. Frist y voor de doualr e, Carbrldge voor dan graaf hij is da besta oude rol op het toonaai. En wat nu betreft de avonturier ster, Lacy hoe heet ze ook weer ik weet gaan enkele vrouw, die beter zou zijn dan Waliace in die rol. Za zal er wat bij zonders van maken. Da kleine Delaly is een uitstekende „Kit'.y Durling" die rol ia voor haar geknipt. Da „manager" nam de sigaar uit zijn mond en keek er peinzend naar. Laat ean kleinigheid als de galaris- qiaes'.ie js niet bezorgd maken, zei hij k&lm. Co!'y keek zija chef oplettend aan. U moet ds allerbsitan hebben, antwoordde hij Ik weet, dat zij allen hael duur zgn, maar het brengt u veel maar in dan hst u kost. Ea hoe staat het mot „Lady Clare" vroeg de „manager". Je habt nog niemand daarvoor genoemd en het is de hoofdrol nit het stnk. Ik weet niemand. Ik heb er over ge dacht sinds ik het stuk heb gelezen, en ik htb niemand gevonden, die er geschikt voor is. Mand Laster b. v. ziet er uitstekend voor uit en zij is lympsthisk, maar zg heeft de kracht niet. Helen Dracy heeft de kracht en het verstand, maar zij heeft de figuur er niet voor. Weet u niemand? Het succes van het stuk hangt af van „Lady Ciare". Ik ken slechts één vrouw, die da rol kan spelen zooels rij gespeeld moet worden en die er ook ds figuur voor heeft, zei de directeur. Dat is Eiith Kingshy. Da regissaur haalde da schouders op. Zij heaft zeer beslist geweigerd, zij hg. Ik heb vrouwen gekend, die «en enkele maal in haar leven van msenicg veranderd zijn, zei de directeur sarcastisch. Maar zij zei, dat zij zich vo r goed terugtrok dat zg nooit weer zou optreden. De directeur keek zijn emplcyé medelijdend aan. Het nooit meer optreden van een vrouw is als een afscheidsvoorstelling voor revisie vatbaar Kingsliy had da koele wereld aan haar voeten, toen zij twee jaar geleden trouw de en het tooneel verliet. Zij h eft dsn tijd gehad na te denken, mijD Jongenhet nieuwtje van haar echtelijk geluk zal er nu wel zoo wat sf zgn. Colly keek h3t handschrift nog eens in. Als u haar kunt krijgen, zal het een successtuk worden. Hg had te veel aan zgn hoofd cm een discours te honden over da phlloscphie der veranderlijkheid van den vrouwelijken wil. De directeur deed nog eon trek ja aan zgn sigaar en zei vol zelfvertrouwen Ik ga Kingsi.y vandaag opzoeken. Tsvee uren later stond hij in het fraaie aaloa van een der huizen in het beste stads gedeelte. Met zijn geoifendan blik voor „rnise on si ,.e" bekeek hij de keurige in lichting, terwijl het dienstmeisje zgn kaarja naar mevrouw bracht. Zij heeft zooveel geld als zij verlangt, dacht de directeur, maar geld is niet alles voor een eerzuchtige vrouw. Een tafeh j 5 iu zijn nabijheid trok zgn aandacht. Hg ging er heen en nam een groote gekleurde photographie op van een schoon, ernstig er uitziend meifjs in „Jnlla's" bruidsgewaad. Hm, lachte hij, zij heeft haar vroegere triomfen nog niet vergaten eon zeker ba- wijs, dat zij van nieuwe overwinningen niet afkeerig zal zija. Terwijl hg hst portret neerzette, kwam de vrouw des huizes met uitgestoken hand naar hem toe. Wat ben ik erg blij u te zien, mijn heer Hunt ten minste als het eon gewone beleefdheids-visite is. Met scherpen, geoefenden blik keek hij naar da schoone vrouw, die voor hem stond naar da koninklijke houding van de sta tige figuu naar ds diep liggende, schit terende, donkere oogen met de lange wim pers en prachtig gebouwde wenkbrauwen; naar den rechten, patricisuhen neus met de fijne, beweeglijke neusvleugels; naar den kleinen rooden mond met zijn korte bo venlip naar de blanke, fl nke kin met een diep knihje tl in naar de rose wangen met haar teederen gloednaar hat fiaweal- zwarte haar en zga directeurs-gemoed kwam in opstand tegen zulk een verspilling van jeugd, schoonheid, gratie en temperament. Waarde juffrouw Klngshy pardon, mevrouw Arnold ik ben zelf bg u geko men, om het antwoord te vernemen op het voorstel, dat ik u in mgn brief heb gedaan. Maar ik heb uw brief immers reeds be antwoord, sprak eg glimlachend, maar eeer beslist. Ik ben heel gelukkig getrouwd mgn oude eerzucht is dood. De blik van den directeur dwaalde onwil lekeurig naar het portret van „Jalia". Vroeger had ik geen thuis, vervolgde zij zacht. Ik woonde op het tooneel. De beste kinderrol, die wg ooit gehad hebben, zei de directeur. Luister, mevrouw. Hij haalde zija horloge te voorschijn en vroeg Hebt gg een half narijs voor mg over Ik wil u goed laten begrgpen, wat gij weigert. Moeder Natuur had den directeur een groote mate van welsprekendheid en welbe spraaktheid geschonk«c, die hem in zgn tooneelloopbaan reeds door menige crisis had heen geholpen, maar nooit had hg zoo overtui gend, zoo overredend gesproken als nu hij trachtte de vrouw tegenover zich over te halen. Toen het halve uur om was, gevoel de hg, dat hij een goed gebruik ervan had gemaakt. Geloof niet, dat ik oagaetvrg ban, sprak zg, terwijl zij hem de hand toestak, maar ik moet u thans vaarwel zeggen. U hebt heel mooi gesproken, maar ik kan n niet dadelijk antwoorden. Ik heb een vriend, een heel dier baren vriend, dien ik moet raadplegen. Ik zal hem alles vertellen, wat u tot mg hebt gezegd en zal mg bg zijn beslissing neerleggen. Morgen zal ik u mijn antwoord meedselen. Toen de directeur zgn bureau weer binnen trad, glom zgn gelaat van zelfvoldoening. Ik geloof, dat ge juffrouw Kingsliy voor „Lady Ciare" kunt opaohrgven, Col! y, zei hg, terwijl hij in zga stoel ging zitten. De regisseur keek ongeloovig op. U wil toch niet zeggen, dat zg heeft toegestemd Zg zal erover spreken met een vriend en morgen kom ik haar antwoord halen. Maar ik donk, Colty, dat de raadsman san onze zgdc z&l staan. Den volgenden dag was de direotenr nog even zeker van zgu overwinning, terwijl hij op weg wa» noar haar woning. Het lag niet in den menschelijken aard, redeneerde hg, om te weigeren de schitterende ster te zgn in het beste stuk van het seizoen- Die vrouw is geen mantch, als zij weer stand kau bieden, dacht hg op het oogenblik, dat de slanke, gracieuss gestalte de kamer binnenkwam Welnu vroeg hij. Ik heb het mija raadsman gevraagd en hond mg overtuigd dat mijn oorspronkelgk besluit het bests was. De directeur liet een steunend gelold hooren. Maar, mijn beste mevrouw Arnold, smeekte hij. Ik geloof stellig dat ik, Indien ik uw vriend kan zien en met hem spreken, hem duidelgk kan maken dat hij zich ver gist. Zij schudde het hoofd. Dat geloof ik niet. Z jn oordeel is al tijd zeer beslist. Ik kan hst probeeren. U hebt er toch niets tegee, dat ik hem een besoek breng Zij glimlachte. O, volstrekt niet. Eu daar hq zich op het oogenblik hier in huis bevindt, kunt u, als n dat verlangt, dadelijk kennis met hem maken. De direotenr volgde haar een weinig ver wonderd. Zj dsed een deur open en zg tra den een kamer binnen, dia glansde in het gouden zonlicht. Hiar is mijn vriend, mijnheer Hnnt. Hij is bereid, naar al uw argumenten te luisteren. De directeur wag gpraksloos van verbazing. Hij stond tegenover een klein ledikan'ja, waarin esn dik, rond, mollig kerehja heel tevreden allerlei zachte geluidj )8 maakte. Die mijnheer wil je spreken, mijn liefste schat, sprak zg, terwgl zg zich over het bedje boog. Haar stem had 6on zoo teederen klank, dat de man, die dacht dat hij iedere buiging erven kende, getrcffjn opkesk. Het kindje keek beiden aan met zijn groote, heldere oogen ea toeo het zija moeders gezicht over z'ch hsengebogen ssg, begon het vol vreugde te kraaien. De dikke vuist jes grepen gretig naar haar en de bloote rose voo: j-s sloegen de maat erbg. Mam mam mam, riep hg uit- gel aten. Mat glinsterende oogen wendde zg zich naar den directeur. Koot u op deze argumenten wat ant woorden vroeg zg. De directeur had eeuigszics zgn koelbloe digheid herkregen en begon Maar beste mevrouw, het is toch niet mooi Dag, dag, zal de baly. o— Henrik Gehrts begon zich ernstig bezorgd te maken over de gezondheid van zgn vrouw, hg vreesde voor een gomoedslgden. Eer hg er echter toe overging een dokter te raadplegen, trad er plotseling esn ver betering in. Jesta voelde, dat zg weder moeder zou worden. Nu werden de rollen verwisseld Jesta werd kalm, Henrik nerveus. Zg was gelukkig en in haar geluk was het gevoel van een overwinnaar. Zij triom feerde. omdat zg er heilig van overtuigd was, dat haar nu een zoon geboren zou werden. Zonder die overtuiging was er voor haar geen toekomst meer- Zjj gaf zich geheel aan haar vreugde over en beperkte zich zoo min voor haar man als voor haar kinderen. Henrik zag dat alles met groote zorg aan en sidderde bjj de gedachte aan een teleurstelling. Wanneer het nu weer eens een meisje was wat dan Hij maakte zich zeer beangst voor de toekomst, voor zjjn huwelijk en voor het geluk van zjjn kinderen en ook van zgn vrouw. Dat alles hing af van dat kiemende leven waarover eea s'aier lag. Hoe nader de tjjd kwam, des te bezorgder werd zga hart, en zgn ziel trad dageljjks voor zjjn God met de vurige bede op vervulling van den wenseh van zjjn vrouw. Niet, dat het zgn vurigste wenseh was dat hem oen erlgenarm werd geboren, maar het was zjjn geheeie levensgeluk, dat er van afning, Ea ditmaal was het werkeljjk een jongen. Jesta's gelukzaligheid kende geen gren zen, en Henrik lag op zjjn knieën en tranen van verlichting en dankbaarheid XXII. Sinterklaas is voorbg en de stilte is in onze winkelstraten teruggekeerd, 'i Is er sog vsel stiller dan anders, doodsch, akelig I 't Is met Amsterdam net gegaan als met den «terksn alcoholgebrnikerwas de drank steeds voor htm een prikkel, des te striemsn- der de zweepslag zich deed gevoelen, des te sterker was ook de reactie, das te suffer, des te loomer weid hg later. Amsterdam heefc uit zichzelf al die drakce, al dat straatgewieme), dat winkelsgekgk en en gekcop moeten voortbrengen, zonder hulp van'bniten. Amsterdam heeft zgn best gedaan, behoorlijk voor den dag te komon, net ais een Hzagsch ambtenaarsgezinnetje met hoop op succes voor de drie huwbare dochters, maar nu 't achter den rng is, is de hoofdstad ook óp. Za is afgemat, uitgeput. Toen ik dezer dagen nog eens een kort bezoek bracht aan Brussel, viel het mij op, hoaveel meer geregelde drukte men daar tooh vindt dan bij ons. En toch telt Brussel met de voornaamste voorsteden mee slechts betrekkelijk weinig inwoners meer dan de Amstelstad. Doch zelfs als men opeen dood- siewonen middag of avond in de week de Place de Brouchère of de Anspaohlaan afwandelt, moet men vergelgkenderwgs de opmerking makenWat is Amsterdam toch een stille stad Want vergeet niet, dat onze Amsterdam- sche drukte (niet te verwarren met de Haag- sche drukte) voor een groot deel gezichts- badrog is 1 Da mengchenstroom in de Kalver straat is ondar niet al te ongelukkige om standigheden (zoo sis nu) vrij compact en daaraan dankt die winkelstraat haar spreek- woordeigka gezelligheid. Maar stel U nu eens voor, dat diezelfde stampvolle Kalver straat eens werd uitgestort over de eerste Brusseltche boulevards, b.v. van de Nord tot aau de Beurs, wat zou het niet een ongeluk kig hoopja manschea zga En omgekeerd, stel U eens voor, dat ds bonlevardiers en bonlevardlères op zeker moment allen in de Kalverstraat werden verplaatst. Het aantal ongelukkan in dia straat zou z«ker dat der Iahuldlglngsfeesten verre overtreffen. Wg ieven, wg zgu drukke groote stad bg de gratie van da nauwte. Breed is meeren- deals onze blik, ouza levensopvatting niet, breed mogen ook onze straten niet zijn. En toch was Amsterdam zoo voorbeschikt, voor een ruimsn breeden verkeersweg, natuurlijk gegroeid over het oentrum heen, dia alleen hier *n daar gasnoaid diende te worden, een hoofdweg, die alle wereldsteden ons hadden mogen benijden, een hoofdweg, die door zgn geschikte ligging glimlachend neer zon kan nen zien op alle kunstmatig aangelegde ave nues en wandelwegen I Die hoofdweg elk dia in Amsterdam bekend is. zal het begrgpen htd siontan loopen vaa het Centraalstation over het geheel gedempte en ontruimde Damrak en Rokin naar Munt. Vervolgens door de op gelijke breedte gebrachte Vgielstraat, over ds ge dempte VgzelgrEcht en hst gcde*!t*!gk be bouwde Wateringplantsoen naar do Furdinand- Bol, waar zg zou eindigen op het Marktplein, dat volgens de bekende plannen in rechte richting aohter die straat zal worden aan gelegd. Bovendien had de Dienwa verkaergweg ean mooisn zijweg In de Reguliersbresstraat, die langs het Rambrandtsplein, welks onooglgk, alleen voor vagebonden rustplaats aanbiedend „parkje", plus het In dan weg stasndsrig hek natuurlijk el lang opgeruimd waren, waar door de eigenaars der „stille zijdt" de gevels hunner huizen in overeenstemming gebracht hadden met de „levendige zijde", en de Utrechlschestraat verbinding bood met het Frederiksplein. Ja, zal menigeen zeggen, dat was du alle maal mooi en wel, maar ie dat nu nog wel uitvoer baar We hebben nu eenmaal een on- oogaüjke steenklomp op hat Damrak, dis „Opruimen" zou mijn advies zijn. Waar voor ook niet? We hebben wel een mooie Benrs afgebroken, die zoo stevig was, dat man er <?y ramlat bg mreat brengan, -- waarom zouden wa het zoo'n foai-leeltjke niet dosn Voor de Baars zou plaats wazen tuaschen Beursstraat en Warmoesstraat ea wel in het gedeelte tnsschen de Oadabrngsteag en het Biblt-hotel. 't Is toch beter ten halve gekeerd, dan ten heele gedwaald. Enkele secure broekjes zouden misschien vreezen,dat de haizsn op dien verkeersweg niet gemoderniseerd zouden worden, waardoor hun antieke leelijkheid meer zou uitkomen. Doek wanneer zij nu onder de huidige omstan digheden het Damrak bekgkeo, zal die vrees wel zakken. Zno zon Amsterdam mooier, asrtrekkelgker worden voor vreemdelingen. Ea om za allereerst aan te trekken, zon aan den Am- stel weer een wereldtentoonstelling moetem worden ingericht. Natnnrlgk kan het balletje nog tarnauivarnood opgeworpen zgn, of men liepen hem langs de waDgen, In de andere kamer stonden de kleire meisjes rondom do wieg, waarin men broertje had neergelegd, en de tweejarige kleine Els rekte zich op haar teenen on klemde zich met haar kleine vuistjes aan den manden- korf vast, zoodat die ojjna omwipte. Ze duwde behoedzaam met haar vingertopjes tegen de gesloten oogjes van broertje. Oi die wel opan konden, die oogen vroeg ze. Dan werden ze allen de kamer uitgezonden, broertje moest slapen. Broertje kreeg dan naam van Henrik, evenals vader, grootvader, enz. Ter onder scheiding vaa zga vader, en omdat bg nog zoo klein was, werd hg Rik genoemd, Om broertje draaide nu voortaan het gansche huis. Meestal was de kleine bg zgn moeier, of was zg bg hem. Zg gaf hom te drinken, zg waschte hem, enz. Zg zong hem in slarp, zg droeg hem urenlang op haar armen, wanneer hg weende. Hg sliep 's nachts naast haar bed, wat met de kleine meisjes nooit gebeurd w<.s Dezo leerden h6t al vroeg begrijpen, dat eea broertje iets heel bijzonders is, iets veel gewichtigere dan eea mei-je Zg voeren er voletrekt niet slecht bg. Moeder had weliswaar weinig tgd, omdat de kleine Rik haar geheel in beslag nam. Maar vader was steeds bereid naar haar te luisteren en zich met baar bezig te houdea. Henrik Gohrts had mede lijden raet da vier kleine meisjes, die zoo onrechtvaardig ten achter gestald werden bg den jongen. Hg wilde er Diets over tegen Jesta zeggen, want nadat na jaren wachtaDS eindelgk haar vurigste wensch was vervuld, was het niet anders dan J natuurlgk, dat zg voor niets anders oog en oor had. Dat zou en moest vanzelf anders worden, Zij zon vanzelf wel ver standiger worden, en dat zou te spoediger gebeuren als men niet trachtte haar te dwingen, maar geheel aan zichzelf overliet. Zg verwaarloosde ookLèn. Zg zorgde er voor, dat het eten puactuëel op tjjd op tafel kwam, opdat Hcsrik er met zgn dag- verdseling geen last van zou hebben. Maar als hjj haar vroeg, hem tegemoet to komin, of naar het boseh te vergezellen, dan had zjj juist het eea of ander met Rik te doen, dat geen andere handen konden verrichten. Wanneer hg haar over zjjn werk of zjjn plannen sprak, luisterde zjj verstrooid toe, of sprak er tusscben ia plot seling over iets anders, dat de kinderkamer betrof. Zjj was ook met andere dingen zoo tegenover hem verouderd. Haar lielde scheen nu %lleon voor Rik te zjjn was zjj vroeger aanhankeljjk en teeder, na wus zjj koel en duldend. Henrik zag en voelde dat alk8 met waar engelengeduld. „Het zal wei anders worden", zeide hjj telkens tot zichzelf. Maar het werd niet anders. Onwillekeurig troostte hjj zich met zjjn kleine meisjes. Ruth was nu zeven jrar oud en een gezond kind, Hjj nam haar ©et zich m;ê naar het bosch, wanneer Jesta zooals gewoonlijk gean tjjd had. Zj kon reeds hael goed loopen, en waar het gras te hoog of het kreupelhout ta dicht waa daar tilde Henrik hrar op zjjn armen en droeg haar Daa keek zjj haar mooier, geliefden vader aan, boog haar blozend gezichtje naar hem toe ea drukte haar volle, rooda lippen teeder op zjjn wangen. Henrik Gohrts had menigmaal de gewaar wording, dat nooit oen kus van zjja zoon hem zoo goed zou doen, als de zo3te tee- derheden van zjjn klein, blond muisje.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1905 | | pagina 5