Afflslertascle Brieven. HENRIK GEHRTS. /.ondag 3l Deo '05. TWEEDE BLAD. OUD en NIEUW. Van Kerstmis tot Nieuwejaar. Binnenlandsch Nieuws. XXX. 't Liet ongetwijfeld aan vroeg-donker- worden en laat-licht, dat man er toe geko men is, vela feesten te vieren in den winter tijd. Haardvnnr en kunstlicht zijn de sym bolen der gezelligheid en geen zomer, hoe schitterend ook, zou in staat zijn op dit gebied maar de helft te vermogen van wat de wiDter vermag. De zomerbadplaatsen zijn druk, maar niet gezellig. Ze zgn als stations, waar ge altijd veel menschel), maar nooit 'n vriend ontmoet, 't Is de drukte van 'n open baren weg, die alle Intimiteit mist en waar 'n vertrouwelijk woord niet op zgn plaats zou wezen, en moeilik van hart tot hart gesproken kan worden. Daarvoor is het leven binnenkamers. Daarvoor moet men zioh geschaard hebben aan den huiselijken haard, aan den huiselijken dischdaarvoor moet het winter zgn geworden. En nn is de winter gekomen in stille bescheidenheid, bijna onhoorbaar aankloppend, alleen opgemerkt door ons, omdat hg zijn mantel wat dichter over de schouders trekt, en zgn hoed wat dieper In de oogen drukt, en heel bescheiden vraagt om een blokje hout op den haard en of wij de lamp wat vroeger aan willen steken. Heel bescheiden, he l anders dan ik 'm vroeger wel eens aan zag kernen, b v. in 1890, toen hij kwam met storm geroep en wolfgehnil van het hooge Noorden. Toen hij ons heele wolken sneeuw in 't gezicht joeg en ijzige kegels hing aan baard en knevels, en ons in een maskerade pak van bont liet rondloopen. 't Is alsof de winter oud begint ie worden, niet meer zoo durft als vroeger. Op 't oogenblik, waarop ik dezen brirf sohrijf, is 't wel donker, en ben ik wel verplicht halverwege den dbg mnu lsmp aan te steken, maar er is nog geen vlokje sneenw gevallen. Sint Nicolaas zag er wlnterachtiger uit dan Kerstmis, en we zonden haast zeggen, dat de Winter zoo bedaard doet, omdat hij misschien sneeuw en ijs tekort komt. OfsohooD. laat ons voorzichtig wezen in ons raden en voorspel len wie weet wat hij ons nog brengen zal, als wij denken dat hg weer heengegaan is Wie weet, wat hg in zgn pchild voert tegen de Lente, die hij bijna altgd den voet dwars zet, als zij met knoppen en jonge bladeren haar intocht wil doen. De Winter is, evenals wij, grillig van aard; ge kunt weinig staat op hem maken. En toch. heeft hg dit ook misschien met de menschen gemeen toch brengt bjj 'n groote bekoring met zioh. Het feest van den Heiligen Bisschop was nauwelijks voorbij, of hg bracht ons het feest van een hoogeren Heilige, die ons te middernacht opriep om te knielen aan Zijn kribbe, die ons dwong te luisteren naar het Engelenlied, die ons weer deed gevoeleD, dat wn nog iets anders zijn dan van de aarde aard Ea eindelijk brengt bij ons het afscheid0 van het laDge, laDge jaar, dat wg doork 'den OUDEJAARSAVOND- En heele reeksen van gedachten verdrin gen elkander in ons hoofd, als wij denken aan, en overdenken alles, wat in het afge'oopen jaar gekord is, gebeurd ook met ons. Wat. is er veel veranderd sedert het jaar begon 1 Hoe velen. ir. de eerste p'aats, met wie wij dit jaar binnen girgeD, zijn van ons wegge nomen 1 Hoevelen, wier aangezicht ons liet was, wier hart aan de wenschen van het onze beantwoordde, hebben afscheid van ons genomen, voor goed I Hoevele wenschen zgn door ocs gekoesterd, die niet vervuld werden, in hoevele verwachtingen zgn wij teleurgesteld, hoevele malen is onze hoop de bodem ingeslagen 1 En telkens maar weer want ons hart is ongeleerd en onleerzaam telkens maar weer begonnen wij met dezelfde hoop en dezelfde verwaohting, dezelfde wenschen en dezelfde verlangens, om ook weer op dezelfde wijze teleur geleld te worden. En van 't verdriet daarover waren wjj zelf de schuldniemand anders. Van 'n woord hierover, door mij in 'n vorigen brief gezegd, zou ik 'n lang epistel kunnen schrijven, juist rii, nu 't jaar een groot stuk van ons leven gereed staat weg te zinken. We hebben te veel verlangd, teveel gewecscht, te veel begeerd, te veel gehoopt, te veel verwacht Waarom konden wij niet tevreden zgu met 't deel, dat „Wijsheid en FEUILLETON. Roman van FRANS ROSEN. 6 Wat Jesta zeide, scheen geen indruk op Henrik te maken, zwijgend at hg, zonder te weten wat. Een zwoele stilte heerechte er in de kamer. Zoodra de maaltjjd waa afgelooper, trok hg zich terug. Jesta ging hem na, zjj was buiten zich zelf. „Wat komt je in je hoofd 1" begon zg hartstochtelgk. „Hoe kan je den armen jongen zoo van streek maken I" Hg draaide zich naar haar om, keek haar aan, lang, zwjjgend, maar mot een eigenaardigen glans in de oogen. „Je weet natuurljjk alleen door R'k, wat er gebeurd is", zeide hg eindeljjk heel ™8tiK- „Dan weet je eigenIjjk niemendal. Wanneer je meent, dat ik hem pjjn heb gedaan dan achgnt het je onverschillig te wezen, dat hg mjj n0g veel meer pgn heeft gedaan Hg - Neen I - Jg. Want flat alles zoo is. Jesta, zoo treurig, - dat is jouw weik, Den armen jongen maak ik ,£®en ycrwgten over, Ik geef je toe, TT- door mjjn toorn laten meeslepen." Hg zweeg en wendde zich af, en zonder om te kjjken ging hg na een poos voort „bchaden zal het hem volstrekt niet, dat hem wat ruw heb aangepakt. Het Gloedheid" ons hadden toegedacht en gesohon- ken Willen wg soma zelf ods leven bouwen eu ons geluk kiezen Alleen j mgensachtlge phnntasie kan zioh daa-mede vieieDeen mensoh, die meer dan drie kruisjes achter zioh heeft, vergaloppeert zich alet meer zoo licht. Te vee! verstand heeft niemand, en als wg bidden zouden, zou 't déérom wezen, opdat wg leerden onze wenschen in te too rnen, ODze verwachtingen te beperken, leerden hot leven aan te nemen zooals God 't ons geeft. O, ik bid u, versta mij niet verkeerd. Zit niet stil. Breid uw kennis uit, vermeerder uw invloed, nw aanzien, uw macht. Maar va-meerder en vergroot ook en in de eerste plaats uw heerschappij over nzelven. Word niet verslagen, vertsaag niet. Blgf staan, als de nooden op n aanrennen en u onder den voet trachten te krijgen Het leven is grillig en onbetrouwbaar, 't meest daar, waar wij waagden 't meest er op te bouwen Pandora's doos, die zooveel leed ontsnappen liet, kan moeilijk 'n beter geschenk bewaard honden de hoop kan niet anders dan 'n andere naam voor teieursteiliog wezen. En zoo is 't jaar voorbijgegaan, ons niet gevend wat wij verwachtten, ons brengend datgene, wat wij niet wen achten Eu do vraag komt In ons op, bij 't maken van balans, of wij gewonnen of verloren hebben. Ea bij 't opmaken van die balans begaan wjj 'n schromelijke foai; onbewust plegen wjj fraude in ons eigen bosk. Wjj noteereu alleseen klein winstje tegenover 'n groot verlies'n gering voordeel tegenover een grooten schadepost'n bagatel zonneschijn tegonover veel ruw weer; luttel vreugdo tegenover veel verdriet, 'n korrel voorspoed tegenover bergen van onaangenaamheden. Maar één post vergeten wijéén post zien wij, willens of onwillens, over 't hoofd. Indien 't óns boek is, dat wjj opmaken, óns grootboek, óns levensboek, indien 't er om begonnen is te weten of wg vooruit- of achteiuitgegaan zijn in het jaar, dat achter ons ligt, zouden dan daarbij niet meetellen dl") d ngen die onvervreemdbaar van ons zijn Ons hart, ons hoofd, ons geweten, onze ziel Al 't anders staat buiten ons, kon evengoed in eens anders boek geschreven zgnmaar dié dingen behooreu ons, zooals onze neus en onze oogen ons toebehooren. Zonder die zonden we niet zijn, die we zgn. Een rekening van ons leven op te maken zonder die sommen meê te tellen, zon 'n rekening van ongerijmdheden zgn. En daarom, bjj de nadering van het Oudejaar, bij 't op maken van balans, vragen wij behooren wij althans in de eerste plaats te vragen Wie was ik? Wat deed ik? Wat gaf ik? En vresseljjk moet 't wezen, ais iemand daarop antwoorden moetIk was niets, ik deed niets en ik gaf niets. Wat ik was, was schade, wat ik deed was tot andermans verdriet, en wat ik gaf, was een lokaas om meer nog terug te ont vangen. Zie, alle dingen rondom ons zgn veranderd de omstandigheden zgn veranderdde verhoudingen waarin wij tot elkander stonden, zjjn veranderd de menschen zjjn veranderd maar zijn wjj zelf óók ver anderd? Hebben wjj het kwaad, dat onB in anderen zoo tegenstond in onszelven overwonnen Hebben wjj getracht telkens weer ons egoïsme te onderdrukken Hebben wjj altgd wat 't zwaarste was, ook 't zwaarste laten wegen Of hebben wij geschipperd en geknoeid met betamelijk en onbetamelijk, met liefde en wat daarop geleek, met goed heid en wat daarop geleek, met arbeid en wat daarop geleek Hebber, wjj 't inscheuren van onzen eigen nagel niet veel erger gevonden dan 'n schedelbreak van 'n ander 1 Och, we houden zoo dikwijls te veel van ons zeiven En die liefde Is zoo dikwijls niets anders dan malligheid. We stappen zoo dikwijls gemakkelijk over 't leed van anderen heen, zonder maar even moeite te doen, om door te dringen tot den ernst ervan. We kwetsen zoo vaak door 'n lichtzinnig woord, door 'n oppervlakkig gezegde, door 'n ondoordachte handeling. Hebben wjj de liefde, ons geboden, gewaardeerd en haar met liefde beantwoord Is vriendschap en toewijding door ons op prijs gesteld en met vriendschap en toewijding beautwoord Of beschouwden wjj onszelven als het middelpunt waar alles om draaide, als een koning, wien eik schatting moest brengen? Waren wg een put, waar alle goed heden en vriendelijkheden spoorloos in ver dwenen, en die nooit, nooit iets van al het ontvangene teruggaf? Hebben wij de ver tooning gemaakt van dankbaarheid, alleen om nog maar meer te ontvangen Is 't niet billjjk, als wij balaDS maken, om ook de kleine postjes mee te tellen En komen wg, dit doende, niet tot de ontdekking van een groot nadeeiig saldo, waar wijzelf de schuld van zgn Maar die erkenning zou 'n winst wezen. De erkenning van verkeerd gehandeld te hebben, zou de schade van heden tot nul reduceerer, vergeleken bjj de groote voordeden, die ze ons brengen kan in de toekomst. Ik bedoel niet 'n woord van xcuus en dan maar weer van voren af aan begonnen. Een geheel jaar van onbe dachtzaamheid, een geheel jaar zonder eenige leven zal het hem nog wel erger doen, Overigens zal ik zjjn toekomst en alles wat daarmede samenhangt wel aan jou overlaten. Ik trek mjjn handen van hem af. Mij n zoon is het toch niet." Jesta stond een oogenblik als door den bliksem getroffenDo booze woorden, die haar op de lippen lagen, durfde zg niet uit te spreken. De lietde voor in haar verlangen naar haar man, die zich nu plotseling van haai meeeter maakte, durfde zg niet te uiten. Zoodoende ging zg stil de kamer uit en liet hem alleen. Hoe alleen en verlaten hg zich evenwel gevoelde, toen zg de deur achter zich had gesloten daar had zg geen denkbeeld van. In de laatste dagen, die Rik nog thuis was bleet de stemming onverkwikkelijk, en in deze dagen werd Ruth aangenomen Het arme kind weende in stilte bittere tranen, dat de dag, dien zg zich zoo echt plechtig en feestelijk had gedroomd, nu zoo droevig verliep Zelts niet haar vader was in staat haar over deze trieste stemming heen te helpen. Wel ondervond Ruth zgn innige liefde bjjna nog duidelijker dan anderswel sprak hij woorden tot haar, die haar onvergetelijk bleven en ap.n deze dagen een hoogere w.jding gaven dan de plechtigheid in de kleine dorpskerk. Maar zjjn oogen waren ernstig en treurig, over zjjn gelaat lag een droeve schaduw, on haar jong hart leed mede over datgene, wat bem zoo'n verdriet deed en dat zg maar al te goed begreep, Zg had zoo gaarne eens met haar moeder gesproken. Zg zou ook wel weten, wat zg moest zeggen, waar zg om smeeken moest. Maar hoe zou zg den moed vinden zelfbeheersching, kan niet goed gemaakt worden met 'n wooid van pardon, dat ge zeggen zondt als ge iemo-.d op 'n engen we^ gedachteloos waart voorbjjgesiapt. Een groote schade eischt een groote vergoeding. Een ernstige ongesteldheid eischt een lang durige verpleging, langdurig en ernstig. En doarom is de dag van het Oudejaar een goede dag, om eens na te gaan welken weg wij gingen in het jaar, dat voorbij ia. Waar en wanneer deden wij verkeerd, en hoe was 't met ons. toen wjj de voldoening hadden, goed gehandeld te hebben Als straks de moker valt daar hoog in de lncht en het jaar zijn genadeslag krijgt, kan er dan door ons winst geboekt worden, of moet 't besl.st een verlies wezen Zjjn onze schulden betaald, onze beloften vervuld en nagekomen Kannen wjj onze handen ophef fen en zeggenzie, ze zgn rein Hebban wij geen boosheid gepleegd tegenover de men schen den arme als 'n broeder erkend don ongelukkige niet bespot? geen mensch werk opgelegd boveu zijn krachten Hebben wjj weduwen en weezen de hand boven 'o hoofd gehouden en beschermd Dan keizer gegeven wat des keizers en Gode wat Godes was Hebben wij niet gebeden voor 't oog der menschen en misschien God v.:racht in ons hart? Hebben wij geen aalmoezen gegeven om van de menschen geprezen te worden Hebban wij bij ons weldoen niet vóór ons nit laten trompetten, gcljjk de geveinsden Hebben wij vergiffenis gevraagd voor eigen overtredingen en vergiffenis geschonken aan ben die overtraden tegenover ons „Vergeef ons onze schulden, ia geljjke mate als wjj ver- g ff en ie schenken aan hen, die schuldig staan tegenover ons", bevat 'n zwaar vonnis voor den onvermurwbare. Hebben wij den men schen gedaan, wat wjj wensohten dat zjj ons doen zonden Duizend vragen, dia ik alleen mjjzeiven doen magmaar die ik stellig en zeker voor God en mijn geweten heb te beantwoorden. Duizend vragen,wearaan wij trachten te ontkomen,vaak op de manier van Adam, maar die ons niet minder dan hem iu levende aanraking bren gen met God. Met God, die ons hart met Zjjn vragen zal omwoelen, zooals een ploeg het land omwoelt, om datgene wat onder lag en bedekt was, om te keeren en te wentelen naar Zgn licht! Want zoowaar als 'n mensch zgn geweten met zich draagt, zoo waar wast hij ook wat hg doen mag en niet mag. De overtreding wordt door onszelven het eerst opgemerkt, het brutale woord het eerst door den spreker. Ga dan eer de necht daalt en verzoen u met uwen broeder. „Wie zegt, ik heb God lief en hij haat zjjn broeder, die iB een leugenaar". Wie een altaar bouwt en het hont daarvoor steelt, is een dief Wie zijn kind niet liefheeft, diens generatie was misdadig- Wie zgn vriend benadeelt is 'n vijandig menEch. „Wie goed met kwaad vergeldt, hg verdiende, dat het kwaad van zijn huis niet week". „Gjj zult geensteen werpen inde bron, waaruit gij gedron ken hebt" (Mohammed). De kortste weg naar grootheid en aanzien is niet altgd de beste. Levenswoorden, die wjj kennen bjj iutnitie, die wij erkennen mot ons geweten en ons verstand, en die niet zelden door ons „....en van verre staande, sloeg hg op de borst en bad: O God, wees mij zondaar genadig!" Zullen wjj ook zoo doen 't Zou pleiten voor onze zelfkennis en voor ons beter Ik. En over nog maar weinige uren zal het NIEUWE JAAR zgn intrede doen. Het is alsof het komt op den roep der engelen „Eere zjj God in den Hooge, vre de op aarde en in de mensohen een welbehage n". Wist H u ij g e n s dit misschien niet, of dacht hij er niet aan, toen hjj „niets nieuws in het Nieu- wejaar vond"? Komt het jaar misschien juist nu tot ons in al zijn ongereptheid en zui verheid om ook ons een ongerept en zuiver leven te doen beginnen Wil het ons nn, nog be- sohenen en verlicht door den glans van een heilig kind, aansporen om al wat wij zondigs deden, berouwvol te erkennen, en wat wjj verkeerds deden, goed te maken Komt het tot ons hoopvol en verzoenend, om oude grieven te vergeten Spreekt het ons van redding en behoud, behoud ook vau ons iu- nigst leven Spreekt de stilte van den Nieuw jaarsmorgen ons van Liefde en Vrede, die ook ons omvatten en gelukkig maken wil Zie, wij hebben niet alles in onze machtwij leven es worden geleefd, maar laat ons al thans beproeven zooveel mogelijk onszelven in onze macht te hebben, onze tong, onze willekeur, onze neiging om toe te geven aan grillen. Laat ons althans trachten, het booze woord terug te houden op de lippen en liever een woord zeggen, dat den toorn afwendt laat ons zachtmoedig wezen tegenover ande ren en tegenover onszelven. Laat het Nlenwejaar tevens een Nieuw Jaar wezen ook voor ons. Opdat opdat 'c blijke, dat wg iets geleerd heb ben, dat we iets wjjzer geworden zgn. Opdat onze moeders niet tevergeefs voor ons ge beden hebben opdat ons leven niet verloren ga, 't meest daardoor, dat wg onszelven niet tot dezen stap Hoe kon zg zich mengen in de verhouding tusschen haar ouders, het meest heilige, meest onaantastbare dat er op aarde bestaat voor een kind? Op dezen avond van haar feestdag zat ze als gewoonljjk met haar moeder het naaigoed te verstellen vanRik. Henrik Gehrts kwam door de kamer, waar zjj beiden zaten. Het deed hem pjjn, Ruth daar te zien zitten als op een gewonen werkdag. Hg had haar zoo graag gearmd met zich mede naar buiten genomen, dat zou haar bepaald zoo goed hebben gedaan. Haar gezichtje stond zoo droef en weemoedig. Maar het zou Jesta bepaald hebben geërgerd hjj vreesde voor een nieuwe scèae. Hg kon die harts tochtelijke gesprekken met zjjn vrouw onmogeljjk verdragen, zjj verscheurden hem het hart. Zoodoende kwam hij achter den stoel van zjjn dochter staan, streelde haar 't blonde haar, drukte zwjjgend een kus daarop en ging heen. Ruth veegde haastig met haai hand langs de oogen en keek angstig naar haar moeder. Maar die boog zich diep over haar werk en scheen niets te zieu. Op den laatsten dag geraakte Rik toch nog onder den indruk van het afscheid, Hjj en zgn moeder weenden om strjjd on zjj lieten elkaar geen oogenblik los. Ruth pakte de koffers, De drie jongere zusjes zaten in haar hoekje stijf bjjeen. Henrik meed het huis. Jesta bracht haar jongen naar het pension, dat voor hom was uitgezocht. Zoodoende had ze hem het langst bjj zich en kon daar nog voor hem zorgen en bovendien zonder getuigen aisoheid nemen. Het afscheid tusschen vader en zoon bewaren konden. Ik heb gisteren mgn heelen kalender afge scheurd, omdat Ik toch uit de stad ga- En ik voed op den laatsten dag deze woorden, die ik als een bigde boodschap wil toeroepen r.an u q. „Thisday öhali change al] griefs and qnarrels into love:" DEZE T)A n ZAL ALLE SPIJT EN ALLE TWI8TEN VERANDEREN IN LIEFDE." En hiermede wensoh ik u een gelukkig jaar. H. d H. XXIV Als ooit de oude traditiëu verloren sohenen te taan, als de omstandigheden ooit weinig hebben meêgewerkt om aan de laatste dagen van 't jaar een glans vau poëzie te geven, is dit wel nu het geval, 't Zgu feestdagen zonder einde eerst drie en nu weer twee, die door hun lengte in boteekenis verliezen. En dan waar waren de besneeuwde wegen, de door gzeren hand gestremde rivieren, die aan de Kerstdagen de bekoring van het mid-winter- feesfc moesten geven? Er is dit jaar in Amsterdam uitsluitend uit gegaan, woedend uitgegaan, men heeft den tgd en de oenten zoekgebraoht. Het geld heeft gerold, 'tls stampvol geweest in alle theaters, en wit was er niet te doenIu het Grand Theater is de hoogste recette gemaakt, zoolang het gebouw bestaat. Ea wie iu dergelgkein- riohtingea geen plaats konden vinden, sloten zich op in de groote café's. Maar vooral d6n tweeden Kerstdag was 't merkbaar, dat de menschen vermoeid werden. Aangelokt door de gunstige verslagen, bracht ik een bezoek aan 't Rembrandt theater. Aan het bureau waren nog plaatsen te krijgen van af een gulden (in andere theaters kon men onder de f2.— 'e avonds niet meer terecht) Ik had mij echter bg een opkooper een parquet- plaats van f 1.26 aangeschaft, doch wat heb ik mgn geld beklaagd 1 Wanneer een Hol- landsch gezelschap met zoo'n ouderwetsoh, vervelend prnl voor den dag durfde komen, zou men er schande van spreken. Nu het vreem delingen betreft, misleidt men het publiek. Tweede Kamer voorbij, komen we in de stilsta dagen van 'tjaar Men deukt alléén aau balans opmaken, tenminste zg die nog wat op te maken hebben, bg de meeste echter is alles op. Tot Oudejaarsavond velen finac- ciëel er weer wat bovenop helpt. Vriendelijk oude en nienwe Hoe dnideigk staan zg ons nog voor den geest, de dagen nit onze jeugd, toen iu de gezellige huiskamer appelbollen en glaas jes punch genuttigd werden en men met In gehouden adem wachtte op den kokslag van twaalven Zgn de tgden veranderd, of wg Ligt er nog evanveel poëzie over den afscheidsavond van het stervend jaar alB vroeger? Ik weet het niet. En toch is oudejaarsavond een mgipaal, waarop we de beenen uitstrekken en wat rust nemen. Rust!... Waar staat dat woord ge schreven? Toch niet in het groote woorden boek van het menschelijk geslacht. De mensohheid is eeuwig 1 Rusteloos streeft ze voort. Geslachten komen en vergaan, koninkrijken verrijzen en worden vernietigd, de geschiedenis ontrolt bedaard de eindelooze rol, waarop zooveel staat gssohrevea, dat we gelezen hebban, zooveel dat we niet meer lezen zullen. Waar is nu de rust, die we zoeken En toch willen we een oogenblik rusten. Laat ons even ophouden mannen van zaken te zgn, om als kinderen naar de vonken in den haard te taren. Wellicht vinden we er nog een sprank in terug van onze verloren poëzie. Want we hebben verloren,we zgn ont zettend practisch en ontzettend degelgk ge worden, o, zoo degelijk 1 Teilen en rekenen we maken er dagelijks vorderiDgen inwe wegen het onweegbare, we meten het onmeet bare, we sleohtsa bergen en we vullen dalen, we slaan bruggen over diepten, we vereenigen wat onvereenigbaar was, oneindig groote af standen worden tot nui gereduceerd en we verliezen zoo zachtjes aan het vermogen om den oneindig kleinen afstand die er ligt tus- schen stof en niet stof, tnsschen proza en poëzie, te overschrgden. Maar we zgn degelgk, we zgn mannenDe korte broek, wie herin nert zich nog den tgd dat hg ze aan had Op ons tiende jaar rooken wij sigaren, in ons veertiende biljarten we, ais we zestien zgn doen we zwaar aan algebra 1 We hebben nog veel te leeren, vóór we degelgke, practische mannen zgn; we moeten nog leeren bierdrinken, we moeten nog sohelkunde, nog botanie, nog coamogrsfie verduren. Traditie praat er ons niet van. Onze wetenschap spot met de tra ditie. Sint-Nicolaas een praatje voor de vaak. Een klein kiod weet, dat er geen Sint- Nloolaas is. Sprookjes onzin Er zijn ge6n toovergodlnnen, geen sprekende dieren. Wil lem Teil heeft nooit bestaan 1 Alles traditie. Breken met die traditie In 's hemels naam was kort en koel. Henrik verkwistte noch woorden, noch Iiefkoozingentot baide was hjj niet gestemd. Rik gevoelde zich zeer verlicht, dat vader het zoo kort maakte. Hjj had tot op het laatste oogenblik verwacht en gemeend, dat zjjn vader nogmaals op de scène in het bosch terug zou komen, want daarover had hg een slecht geweten, Maar het scheen hem nu toe, dat moeder alles in orde had gebracht. Toen het rijtuig met beiden wegreed, zuchtte Henrik diep en zwaarhjj wist zelf niet recht, of het van kommer was, of van verlichting. Daarna keek hjj naar zjjn dochters. Zjj stonden allen op de stoep en wischten zich de oogen af. Zjj waren zulke zachte, onzelfzuchtige wezentjes en hadden haar broer lief, ondanks alle onaangenaamheden: het was immers haar broer. „Kom eens hier!'1 zeide hjj bewogen, en zjj kwamen en drongen zich om hem heen, evenals kuikens om de hen, en hjj legde zjjn armen om haar heen„Jelui bent lieve kinderen, en je moet nu zeer lief en aardig zjjn tegen je moeder, opdat ze Rik niet al te zeer zal missen." De drie jongsten vonden deze woorden zeer natuurljjk en zjj bewonderden en beminden haar vader nog oprechter dan ooit en namen zich ernstig voor, zieh naar zgn vermaning t9 gedragen. Het was alsof zjj allen zich stilzwjjgend handen vereenigd, om haar moeder over de scheiding heen te helpen. Zjj omgaven haar met zooveel opmerkzaamheid en teederheid, dat elke andere vrouw geroerd en gelukkig zou zjjn geweest Maar Jesta scheidde zioh dra eigenzinnig af in haar nu nietniet op dezen laatsten avond van het jaar. Die avond zelf is een traditie, waarom zouden «g er mcê breken We willen desniet tegenstaande al onze degeigkheid en in weer wil van al ons proza, aan U behoefte blijven gevoelen, om onze van tgd tot tgd te kunnen koesteren aan Uw verwarmende poëzie. Eu daarom wcnsch ik ook U, lezeressen en lezers, een recht genoegigk „Oude en Nienwe" waarin ge al fa het ook slechts één oogen blik het: Rust een weinig, in toepcasing kunt brengen, om met frisschen moed het nieuwe jaar in te gaan. Buren. De Amsterdameche correspondent van de „Leeuw. Ct." schrijft Ik had het er in mgn vorig scheg ven over, welke achterhoeksobe zeden men soms nog in ons groote stadsleven ziet bovenkomen Ik heb daarvan nog een paar f'aaie staaltjes vernomen. In zekere straat heeft een bovenhuisbe- woaer of bewoonster de gewoonte, de kar petten op het achterbalcon uit te slaan, zoodat alle stof en vuil langs de vensters van het benedenhuis neerdalen. De beneden- huisbewoner heeft daartegen geprotesteerd, maar zonder succes, en de politie verklaart zich onbevoegd hier in te grgpen, omdat haar alleen aangaat wat aan de openbare straat gebeurt. Eeu nog vermakelijker of eigenlijk ver drietiger verhaal vau burentwist werd mij een dezer dagen in kleuren en geuren verteld. Een zeer welgezeten medeburger had een rnim benedenhuis betrokken in een goedge legen buurt. Hoe groot was zgn schrik, toen hg bemerkte, dat de eohtgenoote van zgn bovenbuurman de gewoonte had. zich om halfacht 's morgens voor de piano te zetten, en met het onvermijdelijk oponthoud voor lunch en diner, te musiceeren tot 's avonds laat. Trillers, gamma's, walsen, sonates, potponrries volgden elkaar in de ongeloof lijkste versoheidenheid op. De noten dwarrelden als sneeuwvlokken door en langs het benedenhuis en den wel gezeten ingezetene rezen de reeds vergrgsde haren te berge. Eerst traohtte hg zgn boven buren er op te wgzen, dat men auch des Gaten eu viel kan hebben. Bij een vriend- schappeigk bezoek pleitte hg voor een stilte van eenige uren, maar zonder succes. Toen wendde hij zich schrifteigk tot den heer des bovenhuizes en verzocht hem zgn invloed bg zijn huisvrouw te doen gelden in het belang van de hnisrust. Hg kreeg echter tot ant woord, dat de mnziek het eenig genoegen van de dame was, waarvan zg geen afstand wenschte te doen. In arren moede wendde de benedenwoner zich toen tot de politie, maar hg moest hooren, dat alleen gerucht, aan den openbaren weg gemaakt, zoodat het de buren hindert, burengerucht is, maar dat gerucht binnenshuis daaronder niet begrepen is. En ten einde raad heeft ds man zich toen een draaiorgel met motor aangeschaft en zoodra de bovendame nn langer pianospeelde dan den benedenheer lief was, kwam dat orgel in beweging. „Sine, laat me los", „Pietje Puck", „O, lieve Karei, gg zgt mgn parel", bonden den strijd aan met de walsen, de sonates en de gamma's, en zoo opwekkend klonken de bekende deunen, dat de dienst meisjes boven en beneden en links en rechts in de keukens stonden te dansen. En toen is men tot een vergelijk gekomen. Het mnsiceeren zou tot drie nar per dag beperkt worden maar wordt die tgd over schreden, dan komt nog met onverminderde kracht „Sine-,laat me los aan de benrt. - HEER HÜGOWAARD. Nog een goede maand en de invoering der Dnitsche Toltarieven zal een feit zijn. Naar ons werd meegedeeld, is het tweede rapport omtrent het onderzoek van rgkswege ter perse. Iu afwachting van het licht, dat daar door over de zaak ontstoken zal worden, lgkt hst ons niet ondienstig, het volgende onder de aandacht der landbouwers en handelaars te brengen. Niet zoodra was er sprake van de Dniische Toltarieven, of al aanstonds werd geruststellend beweerdnu ja, de Duitscher is maar niet aanstonds op de hoogte van den koolbouw en de Duitsche gronden moeten nog blijken geschikt te zgn voor het doel- Ons werd meegedeeld, dat iemand te Venlo alleen op schriftelgke aanwgzing vau een onzer Iandbonwleeraren op meer dan 2 M. nit het water gelegen gronden met zeer goede resultaten kool verbouwt. Dezer dagen deed hg zgn geteelde kool van de hand voor een gemiddelden prgs van f 9 60 per 100 stuks. Volgens onzen zegsman zou het er dus maar voornamelgk op aankomen, of de Dnitsche boer te beschikken heeft over gronden, die voldoende het water houden. Uit het aangehaalde blijkt, dat ook iemand, die den koolbouw niet van nabg heeft gezien, zich de wgze van doen toch wel eigen kan maken. verdriet, zoodat het was alsof zjj al deze lietde niet opmerkte. Totdat zjj eindeljjk in haar ingebeelde eenzaamheid behoefte kreeg aan teederheid. Toen nam zjj ge willig van haar dochters aan, wat zjj haar schonken, zonder ze daarvoor evenwel dankbaar te zjjn. Zjj bemoeide zich wel meer met haar, omdat zjj bljj was, in de lange uren die zjj niet meer aan Rik kon wjjden, tenminste door haar andere kinderen bezig gehouden te worden. Tusschen Henrik en Jesta bleef iets hangen. Zwjjgend leefden zjj naast elkaar eu waagden het niet dingen aan te roeren, die een storm zouden kunnen ontketenen, Want zulk een storm kon de atmosfeer niet reinigen, maar zou nog meer onweers wolken opeenhoopen. Bjjna dagelijks schreef Jesta aan Rik ea steeds na deze bezigheid kwam zjj met rood geweende oogen binnen. Henrik wist alles vaa deze overdreven correspondentie en keurde die ten zeerste af. Maar geen woord kwam hem daarover over de lippen. Hjj verlaogde ook nooit de brieven te lezen die van Rik binnenkwamen. Hjj vroeg zoo terloops, of het hem goed ging on kreeg op deze beleefdheidsvragen on verschillige antwoorden. Toen Jesta hem eindeljjk eens half dwong, een brief vau Rik te lezen, misschien gebeurde dat wel uit verlegenheid,—vond hjj den inhoud niets zeggend en kinderachtig. Hjj zeide, dat zjj er misschien een had uitgezocht, waarin zoo weinig vermeld stond en het was hem goed zoo. Op een goeden dag, toen Ruth bjj hem in de kamer zat, zeide hjj zonder eerige inleiding tot het verbaasde meisje „Je kunt Rik wel eens schrjjven, dat hjj zich voor zjjn

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1905 | | pagina 5