Afflslertascle Brieven.
HENRIK GEHRTS.
/.ondag 3l Deo '05.
TWEEDE BLAD.
OUD en NIEUW.
Van Kerstmis tot Nieuwejaar.
Binnenlandsch Nieuws.
XXX.
't Liet ongetwijfeld aan vroeg-donker-
worden en laat-licht, dat man er toe geko
men is, vela feesten te vieren in den winter
tijd. Haardvnnr en kunstlicht zijn de sym
bolen der gezelligheid en geen zomer, hoe
schitterend ook, zou in staat zijn op dit
gebied maar de helft te vermogen van wat
de wiDter vermag. De zomerbadplaatsen zijn
druk, maar niet gezellig. Ze zgn als stations,
waar ge altijd veel menschel), maar nooit 'n
vriend ontmoet, 't Is de drukte van 'n open
baren weg, die alle Intimiteit mist en waar
'n vertrouwelijk woord niet op zgn plaats
zou wezen, en moeilik van hart tot hart
gesproken kan worden. Daarvoor is het leven
binnenkamers. Daarvoor moet men zioh
geschaard hebben aan den huiselijken haard,
aan den huiselijken dischdaarvoor moet
het winter zgn geworden.
En nn is de winter gekomen in stille
bescheidenheid, bijna onhoorbaar aankloppend,
alleen opgemerkt door ons, omdat hg zijn
mantel wat dichter over de schouders trekt,
en zgn hoed wat dieper In de oogen drukt,
en heel bescheiden vraagt om een blokje
hout op den haard en of wij de lamp wat
vroeger aan willen steken. Heel bescheiden,
he l anders dan ik 'm vroeger wel eens aan
zag kernen, b v. in 1890, toen hij kwam met
storm geroep en wolfgehnil van het hooge
Noorden. Toen hij ons heele wolken sneeuw
in 't gezicht joeg en ijzige kegels hing aan
baard en knevels, en ons in een maskerade
pak van bont liet rondloopen. 't Is alsof de
winter oud begint ie worden, niet meer zoo
durft als vroeger. Op 't oogenblik, waarop
ik dezen brirf sohrijf, is 't wel donker, en
ben ik wel verplicht halverwege den dbg
mnu lsmp aan te steken, maar er is nog
geen vlokje sneenw gevallen. Sint Nicolaas
zag er wlnterachtiger uit dan Kerstmis, en
we zonden haast zeggen, dat de Winter zoo
bedaard doet, omdat hij misschien sneeuw en
ijs tekort komt. OfsohooD. laat ons
voorzichtig wezen in ons raden en voorspel
len wie weet wat hij ons nog brengen zal,
als wij denken dat hg weer heengegaan is
Wie weet, wat hg in zgn pchild voert tegen
de Lente, die hij bijna altgd den voet dwars
zet, als zij met knoppen en jonge bladeren haar
intocht wil doen. De Winter is, evenals wij,
grillig van aard; ge kunt weinig staat op
hem maken. En toch. heeft hg dit ook
misschien met de menschen gemeen
toch brengt bjj 'n groote bekoring met zioh.
Het feest van den Heiligen Bisschop was
nauwelijks voorbij, of hg bracht ons het
feest van een hoogeren Heilige, die ons te
middernacht opriep om te knielen aan Zijn
kribbe, die ons dwong te luisteren naar het
Engelenlied, die ons weer deed gevoeleD, dat
wn nog iets anders zijn dan van de aarde
aard Ea eindelijk brengt bij ons het
afscheid0 van het laDge, laDge jaar, dat wg
doork 'den
OUDEJAARSAVOND-
En heele reeksen van gedachten verdrin
gen elkander in ons hoofd, als wij denken aan,
en overdenken alles, wat in het afge'oopen
jaar gekord is, gebeurd ook met ons. Wat.
is er veel veranderd sedert het jaar begon 1
Hoe velen. ir. de eerste p'aats, met wie wij
dit jaar binnen girgeD, zijn van ons wegge
nomen 1 Hoevelen, wier aangezicht ons liet
was, wier hart aan de wenschen van het
onze beantwoordde, hebben afscheid van ons
genomen, voor goed I Hoevele wenschen
zgn door ocs gekoesterd, die niet vervuld
werden, in hoevele verwachtingen zgn wij
teleurgesteld, hoevele malen is onze hoop de
bodem ingeslagen 1 En telkens maar weer
want ons hart is ongeleerd en onleerzaam
telkens maar weer begonnen wij met
dezelfde hoop en dezelfde verwaohting,
dezelfde wenschen en dezelfde verlangens,
om ook weer op dezelfde wijze teleur geleld
te worden. En van 't verdriet daarover
waren wjj zelf de schuldniemand anders.
Van 'n woord hierover, door mij in 'n vorigen
brief gezegd, zou ik 'n lang epistel kunnen
schrijven, juist rii, nu 't jaar een groot
stuk van ons leven gereed staat weg te
zinken. We hebben te veel verlangd, teveel
gewecscht, te veel begeerd, te veel gehoopt,
te veel verwacht Waarom konden wij niet
tevreden zgu met 't deel, dat „Wijsheid en
FEUILLETON.
Roman
van
FRANS ROSEN.
6
Wat Jesta zeide, scheen geen indruk op
Henrik te maken, zwijgend at hg, zonder
te weten wat. Een zwoele stilte heerechte
er in de kamer. Zoodra de maaltjjd waa
afgelooper, trok hg zich terug.
Jesta ging hem na, zjj was buiten zich
zelf.
„Wat komt je in je hoofd 1" begon zg
hartstochtelgk. „Hoe kan je den armen
jongen zoo van streek maken I"
Hg draaide zich naar haar om, keek
haar aan, lang, zwjjgend, maar mot een
eigenaardigen glans in de oogen.
„Je weet natuurljjk alleen door R'k, wat
er gebeurd is", zeide hg eindeljjk heel
™8tiK- „Dan weet je eigenIjjk niemendal.
Wanneer je meent, dat ik hem pjjn heb
gedaan dan achgnt het je onverschillig te
wezen, dat hg mjj n0g veel meer pgn heeft
gedaan Hg - Neen I - Jg. Want
flat alles zoo is. Jesta, zoo treurig, - dat
is jouw weik, Den armen jongen maak ik
,£®en ycrwgten over, Ik geef je toe,
TT- door mjjn toorn laten meeslepen."
Hg zweeg en wendde zich af, en zonder
om te kjjken ging hg na een poos voort
„bchaden zal het hem volstrekt niet, dat
hem wat ruw heb aangepakt. Het
Gloedheid" ons hadden toegedacht en gesohon-
ken Willen wg soma zelf ods leven bouwen
eu ons geluk kiezen Alleen j mgensachtlge
phnntasie kan zioh daa-mede vieieDeen
mensoh, die meer dan drie kruisjes achter
zioh heeft, vergaloppeert zich alet meer zoo
licht. Te vee! verstand heeft niemand, en
als wg bidden zouden, zou 't déérom wezen,
opdat wg leerden onze wenschen in te too
rnen, ODze verwachtingen te beperken, leerden
hot leven aan te nemen zooals God 't ons geeft.
O, ik bid u, versta mij niet verkeerd. Zit
niet stil. Breid uw kennis uit, vermeerder
uw invloed, nw aanzien, uw macht. Maar
va-meerder en vergroot ook en in de eerste
plaats uw heerschappij over nzelven. Word
niet verslagen, vertsaag niet. Blgf staan, als
de nooden op n aanrennen en u onder den
voet trachten te krijgen Het leven is grillig
en onbetrouwbaar, 't meest daar, waar wij
waagden 't meest er op te bouwen Pandora's
doos, die zooveel leed ontsnappen liet, kan
moeilijk 'n beter geschenk bewaard honden
de hoop kan niet anders dan 'n andere naam
voor teieursteiliog wezen.
En zoo is 't jaar voorbijgegaan, ons niet
gevend wat wij verwachtten, ons brengend
datgene, wat wij niet wen achten Eu do
vraag komt In ons op, bij 't maken van
balans, of wij gewonnen of verloren hebben.
Ea bij 't opmaken van die balans begaan wjj
'n schromelijke foai; onbewust plegen wjj
fraude in ons eigen bosk. Wjj noteereu
alleseen klein winstje tegenover 'n groot
verlies'n gering voordeel tegenover een
grooten schadepost'n bagatel zonneschijn
tegonover veel ruw weer; luttel vreugdo
tegenover veel verdriet, 'n korrel voorspoed
tegenover bergen van onaangenaamheden.
Maar één post vergeten wijéén post zien
wij, willens of onwillens, over 't hoofd.
Indien 't óns boek is, dat wjj opmaken, óns
grootboek, óns levensboek, indien 't er om
begonnen is te weten of wg vooruit- of
achteiuitgegaan zijn in het jaar, dat achter
ons ligt, zouden dan daarbij niet meetellen
dl") d ngen die onvervreemdbaar van ons zijn
Ons hart, ons hoofd, ons geweten, onze
ziel Al 't anders staat buiten ons, kon
evengoed in eens anders boek geschreven
zgnmaar dié dingen behooreu ons, zooals
onze neus en onze oogen ons toebehooren.
Zonder die zonden we niet zijn, die we zgn.
Een rekening van ons leven op te maken
zonder die sommen meê te tellen, zon 'n
rekening van ongerijmdheden zgn. En daarom,
bjj de nadering van het Oudejaar, bij 't op
maken van balans, vragen wij behooren
wij althans in de eerste plaats
te vragen Wie was ik? Wat
deed ik? Wat gaf ik? En vresseljjk
moet 't wezen, ais iemand daarop antwoorden
moetIk was niets, ik deed niets en ik gaf
niets. Wat ik was, was schade, wat ik deed
was tot andermans verdriet, en wat ik gaf,
was een lokaas om meer nog terug te ont
vangen.
Zie, alle dingen rondom ons zgn veranderd
de omstandigheden zgn veranderdde
verhoudingen waarin wij tot elkander
stonden, zjjn veranderd de menschen zjjn
veranderd maar zijn wjj zelf óók ver
anderd? Hebben wjj het kwaad, dat onB
in anderen zoo tegenstond in onszelven
overwonnen Hebben wjj getracht telkens
weer ons egoïsme te onderdrukken Hebben
wjj altgd wat 't zwaarste was, ook 't zwaarste
laten wegen Of hebben wij geschipperd en
geknoeid met betamelijk en onbetamelijk,
met liefde en wat daarop geleek, met goed
heid en wat daarop geleek, met arbeid en
wat daarop geleek Hebber, wjj 't inscheuren
van onzen eigen nagel niet veel erger gevonden
dan 'n schedelbreak van 'n ander 1 Och, we
houden zoo dikwijls te veel van ons zeiven
En die liefde Is zoo dikwijls niets anders
dan malligheid. We stappen zoo dikwijls
gemakkelijk over 't leed van anderen heen,
zonder maar even moeite te doen, om door
te dringen tot den ernst ervan. We kwetsen
zoo vaak door 'n lichtzinnig woord, door 'n
oppervlakkig gezegde, door 'n ondoordachte
handeling. Hebben wjj de liefde, ons geboden,
gewaardeerd en haar met liefde beantwoord
Is vriendschap en toewijding door ons op
prijs gesteld en met vriendschap en toewijding
beautwoord Of beschouwden wjj onszelven
als het middelpunt waar alles om draaide,
als een koning, wien eik schatting moest
brengen? Waren wg een put, waar alle goed
heden en vriendelijkheden spoorloos in ver
dwenen, en die nooit, nooit iets van al het
ontvangene teruggaf? Hebben wij de ver
tooning gemaakt van dankbaarheid, alleen
om nog maar meer te ontvangen
Is 't niet billjjk, als wij balaDS maken, om
ook de kleine postjes mee te tellen En
komen wg, dit doende, niet tot de ontdekking
van een groot nadeeiig saldo, waar wijzelf
de schuld van zgn Maar die erkenning
zou 'n winst wezen. De erkenning van
verkeerd gehandeld te hebben, zou de schade
van heden tot nul reduceerer, vergeleken bjj
de groote voordeden, die ze ons brengen kan
in de toekomst. Ik bedoel niet 'n woord
van xcuus en dan maar weer van voren af
aan begonnen. Een geheel jaar van onbe
dachtzaamheid, een geheel jaar zonder eenige
leven zal het hem nog wel erger doen,
Overigens zal ik zjjn toekomst en alles
wat daarmede samenhangt wel aan jou
overlaten. Ik trek mjjn handen van hem
af. Mij n zoon is het toch niet."
Jesta stond een oogenblik als door den
bliksem getroffenDo booze woorden, die
haar op de lippen lagen, durfde zg niet uit
te spreken. De lietde voor in haar verlangen
naar haar man, die zich nu plotseling van
haai meeeter maakte, durfde zg niet
te uiten. Zoodoende ging zg stil de
kamer uit en liet hem alleen.
Hoe alleen en verlaten hg zich evenwel
gevoelde, toen zg de deur achter zich had
gesloten daar had zg geen denkbeeld van.
In de laatste dagen, die Rik nog thuis
was bleet de stemming onverkwikkelijk,
en in deze dagen werd Ruth aangenomen
Het arme kind weende in stilte bittere
tranen, dat de dag, dien zg zich zoo echt
plechtig en feestelijk had gedroomd, nu zoo
droevig verliep Zelts niet haar vader
was in staat haar over deze trieste stemming
heen te helpen. Wel ondervond Ruth zgn
innige liefde bjjna nog duidelijker dan
anderswel sprak hij woorden tot haar,
die haar onvergetelijk bleven en ap.n deze
dagen een hoogere w.jding gaven dan de
plechtigheid in de kleine dorpskerk. Maar
zjjn oogen waren ernstig en treurig, over
zjjn gelaat lag een droeve schaduw, on
haar jong hart leed mede over datgene,
wat bem zoo'n verdriet deed en dat zg
maar al te goed begreep,
Zg had zoo gaarne eens met haar moeder
gesproken. Zg zou ook wel weten, wat
zg moest zeggen, waar zg om smeeken
moest. Maar hoe zou zg den moed vinden
zelfbeheersching, kan niet goed gemaakt
worden met 'n wooid van pardon, dat ge
zeggen zondt als ge iemo-.d op 'n engen
we^ gedachteloos waart voorbjjgesiapt. Een
groote schade eischt een groote vergoeding.
Een ernstige ongesteldheid eischt een lang
durige verpleging, langdurig en ernstig.
En doarom is de dag van het Oudejaar een
goede dag, om eens na te gaan welken weg
wij gingen in het jaar, dat voorbij ia. Waar
en wanneer deden wij verkeerd, en hoe was
't met ons. toen wjj de voldoening hadden,
goed gehandeld te hebben
Als straks de moker valt daar hoog in de
lncht en het jaar zijn genadeslag krijgt, kan
er dan door ons winst geboekt worden, of
moet 't besl.st een verlies wezen Zjjn onze
schulden betaald, onze beloften vervuld en
nagekomen Kannen wjj onze handen ophef
fen en zeggenzie, ze zgn rein Hebban wij
geen boosheid gepleegd tegenover de men
schen den arme als 'n broeder erkend don
ongelukkige niet bespot? geen mensch werk
opgelegd boveu zijn krachten Hebben wjj
weduwen en weezen de hand boven 'o hoofd
gehouden en beschermd Dan keizer gegeven
wat des keizers en Gode wat Godes was
Hebben wij niet gebeden voor 't oog der
menschen en misschien God v.:racht in ons
hart? Hebben wij geen aalmoezen gegeven
om van de menschen geprezen te worden
Hebban wij bij ons weldoen niet vóór ons
nit laten trompetten, gcljjk de geveinsden
Hebben wij vergiffenis gevraagd voor eigen
overtredingen en vergiffenis geschonken aan
ben die overtraden tegenover ons „Vergeef
ons onze schulden, ia geljjke mate als wjj ver-
g ff en ie schenken aan hen, die schuldig staan
tegenover ons", bevat 'n zwaar vonnis voor
den onvermurwbare. Hebben wij den men
schen gedaan, wat wjj wensohten dat zjj ons
doen zonden
Duizend vragen, dia ik alleen mjjzeiven doen
magmaar die ik stellig en zeker voor God
en mijn geweten heb te beantwoorden. Duizend
vragen,wearaan wij trachten te ontkomen,vaak
op de manier van Adam, maar die ons niet
minder dan hem iu levende aanraking bren
gen met God. Met God, die ons hart met
Zjjn vragen zal omwoelen, zooals een ploeg
het land omwoelt, om datgene wat onder lag
en bedekt was, om te keeren en te wentelen
naar Zgn licht! Want zoowaar als 'n mensch zgn
geweten met zich draagt, zoo waar wast hij ook
wat hg doen mag en niet mag. De overtreding
wordt door onszelven het eerst opgemerkt,
het brutale woord het eerst door den spreker.
Ga dan eer de necht daalt en verzoen u met
uwen broeder. „Wie zegt, ik heb God lief en
hij haat zjjn broeder, die iB een leugenaar".
Wie een altaar bouwt en het hont daarvoor
steelt, is een dief Wie zijn kind niet liefheeft,
diens generatie was misdadig- Wie zgn vriend
benadeelt is 'n vijandig menEch. „Wie goed
met kwaad vergeldt, hg verdiende, dat het
kwaad van zijn huis niet week". „Gjj zult
geensteen werpen inde bron, waaruit gij gedron
ken hebt" (Mohammed). De kortste weg
naar grootheid en aanzien is niet altgd de beste.
Levenswoorden, die wjj kennen bjj
iutnitie, die wij erkennen mot ons geweten
en ons verstand, en die niet zelden door
ons
„....en van verre staande, sloeg
hg op de borst en bad: O God,
wees mij zondaar genadig!"
Zullen wjj ook zoo doen 't Zou pleiten
voor onze zelfkennis en voor ons beter Ik.
En over nog maar weinige uren zal het
NIEUWE JAAR zgn intrede doen. Het is
alsof het komt op den roep der engelen
„Eere zjj God in den Hooge, vre
de op aarde en in de mensohen
een welbehage n". Wist H u ij g e n s
dit misschien niet, of dacht hij er niet aan,
toen hjj „niets nieuws in het Nieu-
wejaar vond"? Komt het jaar misschien
juist nu tot ons in al zijn ongereptheid en zui
verheid om ook ons een ongerept en zuiver leven
te doen beginnen Wil het ons nn, nog be-
sohenen en verlicht door den glans van een
heilig kind, aansporen om al wat wij zondigs
deden, berouwvol te erkennen, en wat wjj
verkeerds deden, goed te maken Komt het
tot ons hoopvol en verzoenend, om oude
grieven te vergeten Spreekt het ons van
redding en behoud, behoud ook vau ons iu-
nigst leven Spreekt de stilte van den Nieuw
jaarsmorgen ons van Liefde en Vrede, die
ook ons omvatten en gelukkig maken wil
Zie, wij hebben niet alles in onze machtwij
leven es worden geleefd, maar laat ons al
thans beproeven zooveel mogelijk onszelven
in onze macht te hebben, onze tong, onze
willekeur, onze neiging om toe te geven aan
grillen. Laat ons althans trachten, het booze
woord terug te houden op de lippen en liever
een woord zeggen, dat den toorn afwendt
laat ons zachtmoedig wezen tegenover ande
ren en tegenover onszelven.
Laat het Nlenwejaar tevens een
Nieuw Jaar wezen ook voor ons. Opdat
opdat 'c blijke, dat wg iets geleerd heb
ben, dat we iets wjjzer geworden zgn. Opdat
onze moeders niet tevergeefs voor ons ge
beden hebben opdat ons leven niet verloren
ga, 't meest daardoor, dat wg onszelven niet
tot dezen stap Hoe kon zg zich mengen
in de verhouding tusschen haar ouders,
het meest heilige, meest onaantastbare dat
er op aarde bestaat voor een kind?
Op dezen avond van haar feestdag zat ze als
gewoonljjk met haar moeder het naaigoed te
verstellen vanRik. Henrik Gehrts kwam door
de kamer, waar zjj beiden zaten. Het deed
hem pjjn, Ruth daar te zien zitten als op
een gewonen werkdag. Hg had haar zoo
graag gearmd met zich mede naar buiten
genomen, dat zou haar bepaald zoo goed
hebben gedaan. Haar gezichtje stond zoo
droef en weemoedig. Maar het zou Jesta
bepaald hebben geërgerd hjj vreesde
voor een nieuwe scèae. Hg kon die harts
tochtelijke gesprekken met zjjn vrouw
onmogeljjk verdragen, zjj verscheurden
hem het hart.
Zoodoende kwam hij achter den stoel van
zjjn dochter staan, streelde haar 't blonde
haar, drukte zwjjgend een kus daarop en
ging heen.
Ruth veegde haastig met haai hand langs
de oogen en keek angstig naar haar moeder.
Maar die boog zich diep over haar werk
en scheen niets te zieu.
Op den laatsten dag geraakte Rik toch
nog onder den indruk van het afscheid,
Hjj en zgn moeder weenden om strjjd on
zjj lieten elkaar geen oogenblik los.
Ruth pakte de koffers, De drie jongere
zusjes zaten in haar hoekje stijf bjjeen.
Henrik meed het huis. Jesta bracht haar
jongen naar het pension, dat voor hom was
uitgezocht. Zoodoende had ze hem het
langst bjj zich en kon daar nog voor hem
zorgen en bovendien zonder getuigen
aisoheid nemen.
Het afscheid tusschen vader en zoon
bewaren konden.
Ik heb gisteren mgn heelen kalender afge
scheurd, omdat Ik toch uit de stad ga- En
ik voed op den laatsten dag deze woorden,
die ik als een bigde boodschap wil toeroepen
r.an u
q. „Thisday
öhali change al] griefs and
qnarrels into love:"
DEZE T)A n
ZAL ALLE SPIJT EN ALLE TWI8TEN
VERANDEREN IN LIEFDE."
En hiermede wensoh ik u een gelukkig jaar.
H. d H.
XXIV
Als ooit de oude traditiëu verloren sohenen
te taan, als de omstandigheden ooit weinig
hebben meêgewerkt om aan de laatste dagen
van 't jaar een glans vau poëzie te geven, is
dit wel nu het geval, 't Zgu feestdagen zonder
einde eerst drie en nu weer twee, die door
hun lengte in boteekenis verliezen. En dan
waar waren de besneeuwde wegen, de door
gzeren hand gestremde rivieren, die aan de
Kerstdagen de bekoring van het mid-winter-
feesfc moesten geven?
Er is dit jaar in Amsterdam uitsluitend uit
gegaan, woedend uitgegaan, men heeft den
tgd en de oenten zoekgebraoht. Het geld heeft
gerold, 'tls stampvol geweest in alle theaters,
en wit was er niet te doenIu het Grand
Theater is de hoogste recette gemaakt, zoolang
het gebouw bestaat. Ea wie iu dergelgkein-
riohtingea geen plaats konden vinden, sloten
zich op in de groote café's.
Maar vooral d6n tweeden Kerstdag was 't
merkbaar, dat de menschen vermoeid werden.
Aangelokt door de gunstige verslagen, bracht
ik een bezoek aan 't Rembrandt theater. Aan
het bureau waren nog plaatsen te krijgen van
af een gulden (in andere theaters kon men
onder de f2.— 'e avonds niet meer terecht)
Ik had mij echter bg een opkooper een parquet-
plaats van f 1.26 aangeschaft, doch wat heb
ik mgn geld beklaagd 1 Wanneer een Hol-
landsch gezelschap met zoo'n ouderwetsoh,
vervelend prnl voor den dag durfde komen,
zou men er schande van spreken. Nu het vreem
delingen betreft, misleidt men het publiek.
Tweede Kamer voorbij, komen we in de
stilsta dagen van 'tjaar Men deukt alléén
aau balans opmaken, tenminste zg die nog
wat op te maken hebben, bg de meeste echter
is alles op. Tot Oudejaarsavond velen finac-
ciëel er weer wat bovenop helpt. Vriendelijk
oude en nienwe Hoe dnideigk staan zg ons nog
voor den geest, de dagen nit onze jeugd, toen
iu de gezellige huiskamer appelbollen en glaas
jes punch genuttigd werden en men met In
gehouden adem wachtte op den kokslag van
twaalven
Zgn de tgden veranderd, of wg Ligt er nog
evanveel poëzie over den afscheidsavond van
het stervend jaar alB vroeger? Ik weet het
niet. En toch is oudejaarsavond een mgipaal,
waarop we de beenen uitstrekken en wat rust
nemen. Rust!... Waar staat dat woord ge
schreven? Toch niet in het groote woorden
boek van het menschelijk geslacht.
De mensohheid is eeuwig 1 Rusteloos streeft
ze voort. Geslachten komen en vergaan,
koninkrijken verrijzen en worden vernietigd,
de geschiedenis ontrolt bedaard de eindelooze
rol, waarop zooveel staat gssohrevea, dat we
gelezen hebban, zooveel dat we niet meer
lezen zullen.
Waar is nu de rust, die we zoeken
En toch willen we een oogenblik rusten.
Laat ons even ophouden mannen van zaken
te zgn, om als kinderen naar de vonken in
den haard te taren. Wellicht vinden we er
nog een sprank in terug van onze verloren
poëzie. Want we hebben verloren,we zgn ont
zettend practisch en ontzettend degelgk ge
worden, o, zoo degelijk 1 Teilen en rekenen
we maken er dagelijks vorderiDgen inwe
wegen het onweegbare, we meten het onmeet
bare, we sleohtsa bergen en we vullen dalen,
we slaan bruggen over diepten, we vereenigen
wat onvereenigbaar was, oneindig groote af
standen worden tot nui gereduceerd en we
verliezen zoo zachtjes aan het vermogen om
den oneindig kleinen afstand die er ligt tus-
schen stof en niet stof, tnsschen proza en
poëzie, te overschrgden. Maar we zgn degelgk,
we zgn mannenDe korte broek, wie herin
nert zich nog den tgd dat hg ze aan had Op
ons tiende jaar rooken wij sigaren, in ons
veertiende biljarten we, ais we zestien zgn
doen we zwaar aan algebra 1 We hebben nog
veel te leeren, vóór we degelgke, practische
mannen zgn; we moeten nog leeren bierdrinken,
we moeten nog sohelkunde, nog botanie, nog
coamogrsfie verduren. Traditie praat er ons
niet van. Onze wetenschap spot met de tra
ditie. Sint-Nicolaas een praatje voor de
vaak. Een klein kiod weet, dat er geen Sint-
Nloolaas is. Sprookjes onzin Er zijn ge6n
toovergodlnnen, geen sprekende dieren. Wil
lem Teil heeft nooit bestaan 1 Alles traditie.
Breken met die traditie In 's hemels naam
was kort en koel. Henrik verkwistte noch
woorden, noch Iiefkoozingentot baide
was hjj niet gestemd.
Rik gevoelde zich zeer verlicht, dat vader
het zoo kort maakte. Hjj had tot op het
laatste oogenblik verwacht en gemeend,
dat zjjn vader nogmaals op de scène in
het bosch terug zou komen, want daarover
had hg een slecht geweten, Maar
het scheen hem nu toe, dat moeder alles
in orde had gebracht.
Toen het rijtuig met beiden wegreed,
zuchtte Henrik diep en zwaarhjj wist
zelf niet recht, of het van kommer was,
of van verlichting.
Daarna keek hjj naar zjjn dochters. Zjj
stonden allen op de stoep en wischten
zich de oogen af. Zjj waren zulke zachte,
onzelfzuchtige wezentjes en hadden haar
broer lief, ondanks alle onaangenaamheden:
het was immers haar broer.
„Kom eens hier!'1 zeide hjj bewogen, en
zjj kwamen en drongen zich om hem heen,
evenals kuikens om de hen, en hjj
legde zjjn armen om haar heen„Jelui
bent lieve kinderen, en je moet nu zeer
lief en aardig zjjn tegen je moeder, opdat
ze Rik niet al te zeer zal missen."
De drie jongsten vonden deze woorden
zeer natuurljjk en zjj bewonderden en
beminden haar vader nog oprechter dan
ooit en namen zich ernstig voor, zieh naar
zgn vermaning t9 gedragen.
Het was alsof zjj allen zich stilzwjjgend
handen vereenigd, om haar moeder over
de scheiding heen te helpen. Zjj omgaven
haar met zooveel opmerkzaamheid en
teederheid, dat elke andere vrouw geroerd
en gelukkig zou zjjn geweest Maar Jesta
scheidde zioh dra eigenzinnig af in haar
nu nietniet op dezen laatsten avond van het
jaar. Die avond zelf is een traditie, waarom
zouden «g er mcê breken We willen desniet
tegenstaande al onze degeigkheid en in weer
wil van al ons proza, aan U behoefte blijven
gevoelen, om onze van tgd tot tgd te kunnen
koesteren aan Uw verwarmende poëzie.
Eu daarom wcnsch ik ook U, lezeressen en
lezers, een recht genoegigk „Oude en Nienwe"
waarin ge al fa het ook slechts één oogen
blik het: Rust een weinig, in toepcasing kunt
brengen, om met frisschen moed het nieuwe
jaar in te gaan.
Buren.
De Amsterdameche correspondent van de
„Leeuw. Ct." schrijft
Ik had het er in mgn vorig scheg ven over,
welke achterhoeksobe zeden men soms nog in
ons groote stadsleven ziet bovenkomen Ik
heb daarvan nog een paar f'aaie staaltjes
vernomen.
In zekere straat heeft een bovenhuisbe-
woaer of bewoonster de gewoonte, de kar
petten op het achterbalcon uit te slaan,
zoodat alle stof en vuil langs de vensters
van het benedenhuis neerdalen. De beneden-
huisbewoner heeft daartegen geprotesteerd,
maar zonder succes, en de politie verklaart
zich onbevoegd hier in te grgpen, omdat haar
alleen aangaat wat aan de openbare straat
gebeurt.
Eeu nog vermakelijker of eigenlijk ver
drietiger verhaal vau burentwist werd mij
een dezer dagen in kleuren en geuren verteld.
Een zeer welgezeten medeburger had een
rnim benedenhuis betrokken in een goedge
legen buurt. Hoe groot was zgn schrik, toen
hg bemerkte, dat de eohtgenoote van zgn
bovenbuurman de gewoonte had. zich om
halfacht 's morgens voor de piano te zetten,
en met het onvermijdelijk oponthoud voor
lunch en diner, te musiceeren tot 's avonds
laat. Trillers, gamma's, walsen, sonates,
potponrries volgden elkaar in de ongeloof
lijkste versoheidenheid op.
De noten dwarrelden als sneeuwvlokken
door en langs het benedenhuis en den wel
gezeten ingezetene rezen de reeds vergrgsde
haren te berge. Eerst traohtte hg zgn boven
buren er op te wgzen, dat men auch des
Gaten eu viel kan hebben. Bij een vriend-
schappeigk bezoek pleitte hg voor een stilte
van eenige uren, maar zonder succes. Toen
wendde hij zich schrifteigk tot den heer des
bovenhuizes en verzocht hem zgn invloed bg
zijn huisvrouw te doen gelden in het belang
van de hnisrust. Hg kreeg echter tot ant
woord, dat de mnziek het eenig genoegen
van de dame was, waarvan zg geen afstand
wenschte te doen. In arren moede wendde de
benedenwoner zich toen tot de politie, maar
hg moest hooren, dat alleen gerucht, aan den
openbaren weg gemaakt, zoodat het de buren
hindert, burengerucht is, maar dat gerucht
binnenshuis daaronder niet begrepen is. En
ten einde raad heeft ds man zich toen een
draaiorgel met motor aangeschaft en zoodra
de bovendame nn langer pianospeelde dan
den benedenheer lief was, kwam dat orgel
in beweging. „Sine, laat me los", „Pietje
Puck", „O, lieve Karei, gg zgt mgn parel",
bonden den strijd aan met de walsen, de
sonates en de gamma's, en zoo opwekkend
klonken de bekende deunen, dat de dienst
meisjes boven en beneden en links en rechts
in de keukens stonden te dansen.
En toen is men tot een vergelijk gekomen.
Het mnsiceeren zou tot drie nar per dag
beperkt worden maar wordt die tgd over
schreden, dan komt nog met onverminderde
kracht „Sine-,laat me los aan de benrt.
- HEER HÜGOWAARD.
Nog een goede maand en de invoering der
Dnitsche Toltarieven zal een feit zijn. Naar
ons werd meegedeeld, is het tweede rapport
omtrent het onderzoek van rgkswege ter
perse. Iu afwachting van het licht, dat daar
door over de zaak ontstoken zal worden, lgkt
hst ons niet ondienstig, het volgende onder
de aandacht der landbouwers en handelaars
te brengen. Niet zoodra was er sprake van
de Dniische Toltarieven, of al aanstonds werd
geruststellend beweerdnu ja, de Duitscher
is maar niet aanstonds op de hoogte van
den koolbouw en de Duitsche gronden
moeten nog blijken geschikt te zgn voor het
doel- Ons werd meegedeeld, dat iemand te
Venlo alleen op schriftelgke aanwgzing vau
een onzer Iandbonwleeraren op meer dan
2 M. nit het water gelegen gronden met
zeer goede resultaten kool verbouwt. Dezer
dagen deed hg zgn geteelde kool van de
hand voor een gemiddelden prgs van f 9 60
per 100 stuks. Volgens onzen zegsman zou
het er dus maar voornamelgk op aankomen,
of de Dnitsche boer te beschikken heeft over
gronden, die voldoende het water houden.
Uit het aangehaalde blijkt, dat ook iemand,
die den koolbouw niet van nabg heeft gezien,
zich de wgze van doen toch wel eigen kan
maken.
verdriet, zoodat het was alsof zjj al deze
lietde niet opmerkte. Totdat zjj eindeljjk
in haar ingebeelde eenzaamheid behoefte
kreeg aan teederheid. Toen nam zjj ge
willig van haar dochters aan, wat zjj haar
schonken, zonder ze daarvoor evenwel
dankbaar te zjjn. Zjj bemoeide zich wel
meer met haar, omdat zjj bljj was, in de
lange uren die zjj niet meer aan Rik kon
wjjden, tenminste door haar andere kinderen
bezig gehouden te worden.
Tusschen Henrik en Jesta bleef iets
hangen. Zwjjgend leefden zjj naast elkaar
eu waagden het niet dingen aan te roeren,
die een storm zouden kunnen ontketenen,
Want zulk een storm kon de atmosfeer
niet reinigen, maar zou nog meer onweers
wolken opeenhoopen.
Bjjna dagelijks schreef Jesta aan Rik ea
steeds na deze bezigheid kwam zjj met
rood geweende oogen binnen. Henrik wist
alles vaa deze overdreven correspondentie
en keurde die ten zeerste af. Maar geen
woord kwam hem daarover over de lippen.
Hjj verlaogde ook nooit de brieven te
lezen die van Rik binnenkwamen. Hjj
vroeg zoo terloops, of het hem goed ging
on kreeg op deze beleefdheidsvragen on
verschillige antwoorden. Toen Jesta hem
eindeljjk eens half dwong, een brief vau
Rik te lezen, misschien gebeurde dat wel
uit verlegenheid,—vond hjj den inhoud niets
zeggend en kinderachtig. Hjj zeide, dat
zjj er misschien een had uitgezocht, waarin
zoo weinig vermeld stond en het was hem
goed zoo.
Op een goeden dag, toen Ruth bjj hem
in de kamer zat, zeide hjj zonder eerige
inleiding tot het verbaasde meisje „Je kunt
Rik wel eens schrjjven, dat hjj zich voor zjjn