zelfbehoud!
DERDE BLAD.
Biimenlandscb Nieuws.
Zondag
-,iip Jaanraii£. No. 4165. getuigen, als men ziende wat er te
Arrondissement» Recht
bank te Alkmaar.
gansche schepping doorgloeit en doet bedilzucht, rein zerp, vertooning, ge-
voortbrengen, is ons vonnis geteekend,1 wichtig- en grootdoenerij, onbeschaamd-
zouden wij ook persoonljjk ten gronde heid, overwogen tonrnnre, zich beroepen
- I 11- m a/tlilavtlan ia
op anderen, lasterpraatjes, achterklap, ja
achterklap vooralzijn voor hen zoovele
middelen, om er bovenop te komen.
't Zou van meer dan gewone naïveteit I Z9 behooren tot die lieden, die door de
---iFranschen niet oneigenaardig „arri-
g&an, en daarom komt het er in de wereld
op aan, zorg te dragen, ook voor zichzelf.
v i s t e s" genoemd worden, lui die er
moeten komen. En ze komen er
zien is in de menschenwereld geloofde,
dat het aan die zorg ontbrak. „Life every - - - -
l u j ol l. dan ook! Andermans geluk staat hen
man holds dear zei Shakespoare, en wat 7
1 r niet in den weg, dat kan spoedig genoeg
waarheid was in znn dagen, is het nu 77 j n
j__ Al,He dier. omgehaald worden. De overwegingen van
Door h. d. H.
Het
Alleen maar de dier'
het leven misschien is
zeggen to*. het leven
komt er in de wereld op aan,
dat men leere voor zichzelf te zorgen.
De tijd, waarin ouders, vrienden, liefde-
vuile en behulpzame menschen voor ons
welzijn waken, is spoediger voorhij dan
men denkt. Het leven brengt ons, eer
dan wij verwachten, in omstandigheden,
waarin wij al onze krachten behoeven,
om staande te blijven niet alleen, maar
om verder te gaan en vooruit te komen.
Hierin slagen wij niet, tenzij wij geleerd
hebben de handen uit de mouwen te
steken, te werken, te zorgen ten slotte
voor onszelf. Een leven dat stil s'aat,
hetzij in vergenoegd zelfbehagen van het
reeds zoover gebracht te hebben, of in
werkeloos en doelloos gemijmer, kan
moeilijk „leven" genoemd worden. Leven
is niet alleen niet-stil-zitten, maar wer
ken, arbeiden om te komen tot een doel,
dat naarmate wij het naderen, steeds
meer van ons eischt. Onze eerzucht kan j letsel
ons daarbij soms ten prikkel wezen. Er
is gezegd, dat eerzucht niets anders is
dan liefde, liefde voor de taak die
men zich gesteld heeft, en moeilijk had
m.i. een betere definitie van dit woord
gegeven kunnen worden. Want zoo liefde
al niet dlles vermag, zij vermag toch het
meest van alle mensoheljjke krachtsopen
baringen. Waar zij ooit haar taak moest
opgeven, daar zullen alle andere machten
schipbreuk lijden en in haar bedoelen
falen. En indien een andere macht als
wijsheid, tact, overleg, of ergerlist,
geweld, overrompeling, vertooning van
wat ook, ooit slaagden, daar zal een
nauwkeurige beschouwing van het be
haalde succes bewijzen, dat het doel
geenszins bereikt en een leugen is. De
waarachtige beantwoording van het levens
raadsel is geen andere, dan het leven in
al zijn verheffende en vernederende,
streelende en striemende openbaringen
lief te hebben. En wie mocht meenen,
het raadsel gevonden te hebben zonder
deze voorwaarde, die zal toch zichzelven
moeten bekennen, dat hij met dit kalf
geploegd heeft.
Wij aanschouwen zeer veel rondom
ons, wat met dezen factor schijnbaar
niets te maken heeft. Steden worden
gebouwd, zeeën droog gemaakt, wouden
geslecht, kanalen gegraven, ontdekkingen
en uitvindingen gedaan, en wij accepteeren
het als het werk van groote geesten en
genieën, geheel als het resultaat van
eindelooze studie, ongebroken wilskracht,
onwrikbare eerzuchtmaar die begeerte
tot weten, die wilskracht, die eerzucht
was liefde om te bereiken, wat velen
onbereikbaar scheenwas de steeds
niet minder,
baarheid van
het beter te
wordt zoo vaak verward met liefde tot
eigen persoonlijkheid. De paden vol
worsteling en teleurstelling, vol zelfbe
proeving en zelfverloochening, maar waar
langs alleen men komen kan tot het
groote rijke leven, waard om lief te
hebben, honderdmaal meer dan wij ver
moeden, worden stelselmatig vermeden
de kracht, noodig om zichzelven te be-
heerschen, wordt niet geteld, en indien
opgemerkt, vaD te weinig waarde geacht
om er lang bij stil te staan vraagstuk
ken waar wijsgeeren tegen opzien, wor
den van hun hoogte naar beneden ge
haald en gedachteloos overstapt, 't Is
dan ook niet zoozeer te doen om het
leven, dat „every man must hold dear",
maar om de dierbare persoonlijkheid, die
geen hinder mag lijden, die niet tegen
gesproken, niet recht en op zijn plaats
gezet mag worden. De mooie kleeren,
het verwende verhemelte, het oog dat
steeds aangenaam aangedaan wil worden,
het heele dierbare lichaam mag geen
lijden. Integendeel, de eigenlijke
den psalmdichter (73) kennen zij niet
„hun straf is niet eiken morgen daar
en van „moeite om iets te verstaan" is
bij hen geen sprake. Zij verstaan alles
en brengen het dan ook dikwijls een heel
eind in de wereld, omdat bij hen de
eerste, tweede en derde persoon, in
enkel- en meervoud, in alle tijden en
wijzen, steeds „i k" is Zij weten niet
alleen, dat de aarde draait, maar ook, dat
zij er het middelpunt van zijn. Zij nemen
genadiglijk uw groet aan, en ergerec
zich dood, als er niet voldoende nota
van hen wordt genomen. God heeft Zijn
Zon geschapen voor hèn, en zij zijn zoo
welwillend om alle proleten, waartoe
't zij hescheidon opgemerkt gij, lieve
lezer, en ik behooren in 't licht daar
van te laten wandelen. In boeken staat
heel wat zoek raken Een mensch kan
er zichzelf bij verliezen, zichzelf, om wien
het begonnen was. En dan weegt de
winst niet op tegen het verlies.
Dan wordt het zelfbehoud een verlies
van zichzelven dan baten mooie klee
ren en veel geld en kostbare meubelen
en rijke, invloedrijke vriendeD nieter Dan
beteekent de onderdanigheid van de
menschen nietswant om iets te betee-
kenen voor zichzelven, voor eigen waar
deering, voor eigen consciëntie, voor God,
moet men minstens zelf gespaard geble
ven zijn. Winst en verlies van eenzelfde
zaak kunnen niet evenwichtig zijn voor
eenzelfde persoon. Schipperen is hier
niet wel "mogelijk, en het woord blijft
waarheid„Wie zijn leven zal willen
behouden, die zal het verliezen, maar
wie zijn leven zal willen verliezen om
mijnentwil om der deugd en der
waarachtigheid, om der liefde en om
Gods wil die zal het behouden."
En toch de wijze acht niets
gericgook zijn lichamelijk leven niet,
zijn gezondheid, zijn welstand en zijn
ksr nogal dorstig, wst oorzaak werd, dat
hg den dorst heel wst ruimer leschte dan
noodig was. Zoo werd meneer onlaDgs
wegens openbare dronkenschap tot 6 maan
den opzending veroordeeld, (aan welk kluifje
hg nu nog betfg was), maar 't leven Is daar
zoo eentonig, vond Plet, dat hg, toen hg den
lbden Mei 1. te Bovenkarspel was, nog eens
lekkertjes uit den band won springen.
Met de eerlgkhetdheld neemt Evert Koen-
r»ad Haieihoff (too heet de held van ons
verhaal) het niet zoo nauw en toen hg het
erf vau Plet Bot paeeeerde, nam hg van het
b eekveld, waar de schoonzneter van Bot
onder meer een 4-tal witte overhemden h«d
gedeponeerd, deze aller, nat ale ze nog w .ren,
w, g 2 ervan waren van Antoon Bot (wlene
vrouw de wasch hsd gedaan) en de belde
ecderen waren van Pleter Bot
De beide Betten mochten reden op de zit
ting de ontvreemde kleedlngitnkken aan een
tear aerieue onderzoek onderwerpen Antoon
herkende alles beet, maar Pieter kon d'r niks
van seggen. want „Je trekke se schoon a n,
en vnil weer uit,... ik ken 't niet zien
hoor!" Doch beklaagde bekende volmondig.
Hg wae 's avonds zoo brntaal geweest de
h mden te stelen en was dienselfden Dinsdag
avond van Bovenksrspel naar Enkhatzen
gcloopen. In 't Cbfê van Keuter, san den
Dgk, nam hg een kiel re hartversterking en
hier trechtte hg aan den slagersknecht
Cornelie Prins de hemden te verkoopen. Wat
geluktedoch hg kreeg sleohts 20 cents al
succes niet Alles "telt mee in de groote ^tot~ hg i 1.- Een en ander wa.Y^M'uft
som der volkomenheid. De gezonde ziel geldgebrek om aan slaapgeld te komeu.
vraagt een gezond lichaam. Het hoofd,' Maar Prins kreeg achterdocht waarschuwde
dat denken wil, scheppen, voortbrengen,
dat in zich weet een vollen bloei van
veel wijsheid, maar de hunne is meer. rijke gedachten, vraagt verlossing van
a SI 1.11a linlnmmnvAr,<ln O m ATM
Daarom nemen ze ook maar zelden een alle
boek ter hand. Zij hebben de meest zijn
belemmerende omstandigheden, om
rijkdom uit te deelen. De hand
bedoeling is het steeds meer te verwen
nen en op te pronken met allerlei, wat
aan de natuur vreemd is, en een ver
dwaasd zelfbehagen tot walgens toe voedt.
Daarvoor mooten linten en strikkeD, poe
ders en odeurtjes en honderd andere
lafferijen dienst doenmisschien nog
meer bij mannen, dan bij vrouwen. Dat
voor décorum, en indruk ^un Rntwoord blijken, dat daar veel kans
t/wa uva aawaao» -j m
grondige kennis van iedere wetenschap, die werken wil en werken moet, eischt
en hun schranderheid en hun doorzicht ruimte, om zich te bewegen. Dat is
doen hen alles verstaan en begrijpeD. Zij oen natuurweteen bloem keert zich
maken ieders rekening, verklaren de uaar de zon, een vogel wil vliegen, een
intiemste tamilicverwikkelingen, ook daar mensch zich uitbreiden, zijn kennis, zijn
waar niets te verklaren valt, en doen invloed, zijn vermogen, zijn macht. En a!
voorspellingen omtrent buren en kennis- het goed recht daartoe is door de besten
jiJ
sen, waar een mensch zijn hart bij vast
houdt. Als zij hun oogen sluiten, zal
waarschijnlijk de aarde niet meer draaien
en kan de wijsheid begraven worden
Vraag het henzelt en zoo zij al niet
gereedelijk toestemmen, zal u toch uit
wil doorgaan
maken op de menschen, alsof ooit één
verstandig mensch zich door zulk een
brutale comedie van de wijs zou laten
brengen. Maar dat zien deze geesteljjk-
blinden nietze willen nu eenmaal in
druk maken, en grijpen daartoe alles
aaD wat hen voor de hand komt, te pas
of te onpas. De hooge dunk, dien zg
hopen en gelooven dat de menschen
van hen hebben, mag tegen geen prijs
minder wordenen om dien dunk te
bevestigen, wordt alles ondernomen en
gewaagd. Het ver te brengen in de
wereld is de illusie, waar elke andere
niets bij is, en waar elk ander belang
zijn belangrijkheid bij verliest.
Oi de verbeelding en de ziel al besmet
worden van de vele vleierijen, of de
gedachten en het hart er hun ernst bij
inschieten, doet er weinig toe, als de rug
maar niet krom groeit van het vele
buigen en kruipen, want dit laatste zou j "v«™iuueii ('J uu" S1""1"3. ai,DD
door de menschen gezien en leeljjk ge- winnende liefde gebleken is, zoo
dat mag niet. De
arbeidzame begeerte tot geven, tot het
volvoeren van iets goeds, was leven en
stichten. Alle koopen en verkoopen,
alle inspanning, het lossen ec laden van
schepen, het bouwen en afbreken van
huizen, alle zwoegen van den arbeider,
evenzeer als de studie van den geleerde of
van hem, die geroepen is tot bescheidener
werkzaamheden,het getuigt alles van liefde
voor ambt of bedrijf, liefde voor vrouw
eu kinderen, voor ouders of vrienden.
Want alleen de liefde sticht 1 Zonder dien
drang is geen ernstig werken denkbaar,
en zou het leven ophouden ziel te be
zittenuit den arbeid zou de geest zijn
weggenomen, als de stoom uit een
machine, die niet meer te gebruiken is en
ten slotte een sta-in-den-weg zal worden.
En het is vreemd, zooals alles er op
aangelegd schijnt, om dien geest te
behouden. Wat het vuur onder de
machine steeds bezig is te doenhet
raderwerk gaande te houden, spoortreinen
te doen loopen, zware zeekasteelen voort
te beweget), fabrieken te doen produ-
ceeren, dat doet in 'n mensch de hoop
van eens te zullen slagen. De eerzucht
voedt die hoop, en de omstandigheden
dwingen ons, al onze krachten saam te
roepen en in werking te stellen en halen
er uit, wat er in zit. 't Is niet te zeggen,
hoeveel een mensch te danken heeft aan
°Dgeluk, tegenspoed en tegenwerking.
Zjj hebben zijn liefde geprikkeld en hem
doen zinnen op middelen ter bereiking
van zijn doel. Zonder die teleurstellingen dikwijls
zou zijn arbeid minder ernstig zijn
geweest, en zijn werk gebleven zijn een
vonden wordeD, en dat mag niet.
vergroeiingen van de ziel komen er
minder op aandie ziet niemand. Rn
een groot deel van deze bijna ondelgbare
schuld, een groot deel van deze averecht-
sche manier om het leven lief te leeren
krijgen, komt voor rekening van hem
—ik bedoel voor rekening van al die duizen
den, die zich laten vleien, en van lafferijen
gediend zijn. Het was een eerlijk koning,
dien men eens vroeg, of al zijn hovelingen
groote mensohen waren, en die toen ant
woordde „Dat kan ik u niet zeggen,
ik heb ze tot mijn spijt nog nooit recht
op zien staan." Hij wist althans en
durfde bekennen, dat vleierijen leugens
en onnatuurljjk zijn. Maar die eerlijkheid
ontbreekt maar al te dikwijls; te veel
booggeplaatsten zijn te zeer van vleiergen
gediend, od laten zich met open oogen
valsche munt voor echte in de handen
stoppen Ze kunnen er ten dotte niet
meer buiten, en als ze een eerlijk mensch
ontmoeten, wars van mooie praatjes en
kruiperig gedoe, dan maken ze zichzelven
wijs, met oplichters te doen te hebben.
Waarheid en oprechtheid, hoe bescheiden
en hoe gereserveerd ook, worden op die
manier gevaarlijke metgezellen, die door
zeker soort van veratandsmenschen dan
ook wijselijk op 'n afstand worden ge
houden. En wie dit niet doet, aanvaardt
een zware taak en zal moeten big ven
strijden zijn leven lang. En bereikt hg
dit doende dan toch de sport,
die hij zich stelde te bereiken, prijs
dan zijn wijsheid, zijn tact, zijn liefde
voor arbeid en leven, wijl hij is gebleken
te zijn oen held, „rechtop van lijf en
rechtop van ziel," omhoog houdend een
vaandel, dat tot navolging noodt en
dwingt.
Maar heel dikwijls is het anders heel
geeft de strever den moed op,
voor bestaat.
Maar met al die schranderheid en be
wondering van het lieve „ik", hebben
zij nog nooit den drempel van hun eigen
innerlijk „ik" betreden. En daarom, als
zij praten over deugd en zonde, praten
zij altijd over anderen en van hooren
zeggen. Hun weten is 'n weten uit
de tweede hand. Zelfonderzoek, zelfbe
proeving, zelfbeschuldiging, zelfverwijt,
waaruit verslagenheid en uit deze weer
opstanding zou kunnen voortkomen,
kennen zij niet. Wedergeboorte is voor
hen een vreemd woord. De kleeren, de
stand, het geld, de indruk dien zij maken
op de menschen, dat is voor hen van
de meeste beteekenis, het één enhet&l;
daaraan wordt deugd, goede trouw, eer
lijkheid, vriendschap, liefde, karakter ten
offer gebracht. En als zij er dan mee
nen te zijn en uit hun pogen en
overwinnen (1) hun groote alles over-
men
denken zouliefde voor arbeid, voor
medemensch en maatschappij, liefde voor
het leven, dan komt men tot de ont
nuchterende klaarheid, dat heel die over
winning niets meer dan een woord is,
een ijdel gezwets; dat hun liefde niets
anders was en is dan zeer banaal egoïsme,
onder ons erkend.
Een mensch die werkt, heeft iets
of veel voor op 'n nietsdoener„een
ploegenden os zult ge niet muilbanden",
„dat de luiaard honger Ijjde", „hij die
niet werkt, zal ook niet eten"dus ook
dat hjj die werkt, zjjn loon daarvoor
ontvarge, en dat hem, die dubbelen
arbeid doet, het dubbe e loon daarvoor
niet onthouden worde. Er moet harmonie
zjjn tusschen arbeid en bezoldiging,
tusschen arbeid en waardeering, tusschen
arbeid en succes. Voor werkeloosheid
bestaat noch het een, noch het ander.
Breid dan door arbeid, door innige
liefde tot het leven uw kennis uit, ver
meerder uwe gaven, uw invloed, uw
macht, uw aanzien, uw vermogen,
maar vergeet bij dit alles uzelven
niet, vergeet uw hart en uw geweten
niet. Bewaar die boven alles wat te
bewaren is, want dat is noodig voor uw
Zelfbehoud.
Zitting van Dinsdag 26 Juni 1906.
Een buitengewoon fijn exemplaar wat
ome eente beklaagde-
Onte nieuwsgierigheid wat betreft de
boodechap, die deze onbeschaafde vlegel hier
had, werd spoedig bevredigd.
Cornelie Vreeker, zoo heet dit hier be
doelde pracht exemplaar, la ten A'kmaartoh
oppei mannetje, oud 21 jaar, een kereltje dat,
genoeg vnnrwater geproefd hebbende, heel
wat praatjea verkoopt en 't de politie gedacht
laetlg kan maken. Zoo waa hg den 26eten
de politie en Mnneze, de politie agent, ram
't zaakje la beslag en had weldra 't gevalletje
netjei nttgtploxen en op papier ges'eld.
De O. v. J. vond dezen beklaagde, die
gedetineerd waa In 't Hnle van Bewaring te
Alkmaar, lang geen braaf menech, want hg
waa een onde bekende in den krententuin.
Daar er vaak waachgoed van de bleek wordt
geatolen In ont arrondlreement. won ZEQ
eene een flink voorbeeld stellen en eieebte
wegeca dlefetal 2 maanden gevaDgenltatraf
tegen Haseihoff.
Arle Slikker, een werkman alt Den Helder,
wis al* beklaagde niet verschenen.
Hg waa In de vorige maBnd bezig met
viechbereiding In het pak hola van den heer
Bnla te Den Helder en werd door eenlge
jongen* gebombardeerd met «takjea vlsch,
Ingewanden en ander afval. Zgn eigen vrouw
heeft indertgd verklaard, dat hg zelf aanleiding
gaf om door de jongen* geplaagd te
woiden - dat hg dronken waa, enz.
Doch dat neemt niet weg, dat Arle toch
booa werd en één der jongen*, e-n zekeren
Jacob de Groot, met een hamer heeft geslagen.
Er waren getalgen en van de mlshandeÜDg
werd aacgifte gedaan.
De O v. J. vond 't nogal een ernatlg feit
en elsohte 1 maand gevangenlastraf tegen
Slikker.
We honden vandaag betrekkeigk weinig
itof over voor oni verslag, want 't vjjfde en
laatste (en grootste I) taakje werd met ge
sloten denree behandeld, das moesten we
ophoepelen Dat viel tegen, want we hoorden
dat 't nogal een eigenaardig gevalletje waa.
't Was gequal floeerd als schaking, dn*
't moest Ju.st niet met gesloten deuren
zulks was geen bepaalde verplichting voor de
rechtbank. Er moeten echter dingen geben'd
zgn, dat de rechtbank't tooh noodig achtte,
da zaak niet In 't openbaar te berechten.
Beklaagde was de 24-jarlge smid Freder k
Josephns Onwens van Alkmaar, beschuldigd
de 19jailge Nee'tja S.am, ook nlt Alkmaar,
te hebben ontvoerd
Ai* verdediger van beklaagde trad Mr.
Cohen Staart op. We weten er overigen*
niet* van te seggen De elach in o s onbekend.
Uitspraken a s. Dinsdag.
een egoïsme zoozeer van de aarde aardscb, i April te *gner woonstede weer eens terdege
d„, 'f niet alleen „eetnd i„ pd.1».. gSjïïJSTÏÏf
gebleven
van elke hoogere wijding, maar nog
bovendien al het hoogere en betere, waar
-Ueserteerende hnzaren.
Oclacgs deelden wg mede, dat er bg bet
hnsarenreglmeut te VENLO zoovele desertie*
naar Dnltscbiand plaats hadden. Ia het „Ver.-
ioosch Nieuwsblad" wordt daarvan het vol
gende gezegd
„Wanneer het ln ds kaserne aoo bigft voort
gaan, lullen van de drie eskadrons hotsten,
van politie tl. achoemazer „in ae armen- die hier in garnlaoen zgn, weldra nieU meer
[Jep overblgvan dan officieren en paarden. Onge-
Door dat buitenkansje ten zeerste ontstemd, j veer 60 macsohappeu zgnjeed* gedeserteerd
het mee in aanraking kwam, zeer bena- begon hg den beambte, die daartoe niet de en zochten Werk ow
deeld heeft. 1 - - ae uni sche grens.
Is dat zelfbehoud P
Kan er sprake zjjn van zelfbehoud,
als de uitwendig mooi gemaakte per
soonlijkheid van binnen niets anders ge
borgen houdt dan waardelooze restes van
iets, wat, met kunst-en vliegwerk geleid
en onderhouden, misschien nog wel eens
tot een soort van negatieve deugd had
kunnen worden, maar het nu zeker niet
geworden is? Kan er sprake zijn van
zelfbehoud, als het kosteljjkst wat een
mensch bézitzijn hart, zgn ziel, zgn
geweten, verkwanseld en verloren heeft
voor schijn en leugen P Is het zelibehoud,
als iemand van niets anders weet te
praten, dan van wat h|j op materiëel
gebied genoot, geniet en nog genieten
zal P Of als hij, aan 't woord zijnde, j oordeelde
niets anders weet te doen dan de zondeD
en tekortkomingen van anderen te corri-
minate aanleiding had gegeven, allervrese
lijkst nlt te schelden, zoodot dete het maar
'r meest retloneel achtte, den sterk besproei
den kalkman in veiliger verbigfplaata te
brengen den de publieke [Annajstraat, waar
dit ongenietbaar tooneeltje voorviel
't Was echter, of de adspirant-metse-
laar van den dnlvei was bezeten, zoo stelde
hg zioh te weer. Hg wilde zelfs met de
kracht der wenhoop Schoemaker in 't water
dringen, wat echter niet gelakte.
Schoemaker maakte begrgpelgkerwgse
proces verbaal op van de heldendaden
van zgn weerspanDlgen „beschermeling" en
had daar heden alle succes mee. De O. v. J.
toch wist drommel* goed, met welk present
kaasje bg hier te doen hedde metselaar
„In spe" was in Maart dezes jaar* al wegens
droDkeoschap verbaliaeerd. In April weer, sd
nn dit standje nog I 't Kon toch waarigk
wel toe
De O. J. vond dan ook, dat deze weder-
spannigheld Vreeker eecs moest hengen en
een 10 daagsch verblgf ln 't
Alkmaar sche rgkalogement op de Krocht
réér doelmatig voor hem, zoodat in dien sin
door Z E.G. werd gereqnireerd.
Melcdert Ralter een ander Alkmearsch
product, een lichtende star aBn den schoen-
stomme is niet zoo ongelukkig, als zulk mhkeisheme!t schitterde a!a zoodanig den
geeren, d. w. z. te vergrooten en erger
te maken P Een blinde, een doove, een
leert berusten in wat h|j noemt het on-
vermijdeljjke, en gaat langs paden, die
L zonder kroon, zonder stempel van niet altjjd de paden des rechts zjjn,
he®, die het wrocht. Het is zgn kind,
d&t hg lieiheeft en waarvan hij een
nafeelacht verwacht, grooter, beter,
"terki
trachtend zgn doel te bereiken. Maar dat
iz het werk der zwakken, niet van hen,
die helden zgn van huize uit Een held
fker nog dan deze eerstgeborene. Dat overwint of valt, maar onderhandelt of
voo l tUCk' naar roemi begeerte tot schippert niet, allerminst met zgn ge-
liafiT - e°' k00*5 °P 8UCCeB ^at <^oet weten-
een mensch, die alleen geniet van zgn
eigen quasi voortreffelijkheid. Verztoken
te zgn van elke ontspanning en iedere
vreugd, komt mjj minder beklagens
waardig voor, dan zulk genieten* Bergen
en bosschen en kinderen en dieren en
binnenhuisjes en stil intiem geluk kunnen
hen niet ot niet meer ontroerenzouden
hen ook niet gelukkig kunnen maken,
omdat zjj de gevoelige snaar daarvoor
in den strijd om winst verloren hebben.
Zoodra hun jjdel hart er geen voordeel
in ziet, iz hun belangstelling nihil. De
warme, gezellige kamer wordt koud en
ongezellig wanneer zjj er binnenkomen,
29sten April In dier mate, dat hg de dienaren
van den Heiligen Hermandad De Boer en
VelÜoga met zgn glans hinderde Er ver
gaderde bg den caféhouder Jsn Kramer te
Alkmaar een feestvierende vereenlging, wst
In 't late avondaar door Maindert en zgn
boezem vrindjes Frfts, Kees en Leen, die daar
passeerden, werd opgemerkt.
Ze geraakten in soo'n feestelgke stemming,
dat Meindert niet kon nalaten zgn gevoelens
lacht te gevec. Een lateend lied was daartoe
echter niet voldoendeze wildtn óók daar
binnen ec mééduen. Maar dat lokte slecht,
want bg ds pogingen das. toe raakte Mein
deri's voet tusschen de deur bekoeld en In
zgn woede sloeg hg een glasruit kapot, ter
waarde van eventjes f4 60.
Dat ging den kastelein tooh te bardhg
Als reden van het deaerteeren wordt voor-il
genoemd het onrechtvaardig straffen en het
geven van onzinnige bevelen door één hoofd
officier.
„Door geloofwaardige personen, die met den
dienst bekend *gn, werden ons staaltjes mede
gedeeld, die men in twgfel moet trekkrn, en
men vraagt zich af Hoe is het mogelgk, dit
zooieta niet naar Den Haag wordt overge
seind en dat soo'n toestand nog wordt be
stendigd 1 7
„Het loopt de spulgaten nlt 1"
In het „N. v. d D." zegt een onderoffloler
over dit deserteereD het volgende
De vermoedelijke oorzaak wordt torge
schreven aan de regeling van den dienst, of
aan het optreden ven een hoofd-officier. D.t
zgn, mgns inzien*, vage betchnldlglngen. Onge-
twgfeld wordt tegenwoordig veel meer van
den soldaat en huziar gevergd dan voorheen,
dcch dit staat ln verband dat wg [zoo klein
ons legertje ia| toch op deselfde hoogte
moe en blgven els de andere mogendheden.
En wat de tweede oorsaak (het optreden
van dien hoofdofficier) betreft, daarvan heeft
een huzaar niet veel last.
Maar andere redenen sgn er, en deze zgn
le. Vooreerst Is de stad Venlo geen aan
gename garnizoensplaats. Wanneer dos esn
huzaar na het verrichten van sgn dienst alt-
gaat, ia zgn ee-ste gang naar eene herberg
vao den minsten rang [de meeste fstaoenlgke
csié's zgn voor hem gealoten).
De irack, die daar verkocht wordt, behoort
niet tot de beate en het gevolg bigft niet nlt,
dat zg niet alleen onder den invloed van dien
drank geraken, doch half gek worden. De
dames, die ln die herbergen verkeeren [tot op
luistering der geseJllghetd]zgn ook Dlet van
dien aard om hnn het goede voor te houden.
Bg gebrek aan geld wordt overgegaan tot
het verkoopen ven hnn kleeding en nltrnatlng,
of <g nemen het van hnn nog oppassende
kameraden weg.
Zg vallen dieper cd dieper ln den poel dea
verderf*
Opmerkeigk Is het echter, dat dit voorvalt
niet met de miliciens, doch het meeat met de
ook al beproeven zij te lachen of aardig 11e.'je en heden aUchte de O v. J. tegen
te wezen; de vertrouwelgkheid heeft uit, den overigens niet slecht bekend steenden
e tot het leven dat arbeid wil. En dan ziin er ook en ik laat hier want om te kunnen spreken van hart beklaagde wegens vernieling f8 boete subs
»«-k1a._a. 1la.H dhechtenla
vbi vrg williger* [enkelen Qitgezond*rd[
deed ter bevoegder plaatse aang.fte van het 1 AllQ0 het 2„ pant
Ons leger bestaat nlt militie en vrgwllllgers;
bg elk eskadron huzaren mag een zeker san-
Voortbrengen, scheppen, verwezenlijken in het midden, of het velen of weinigen
v»n idealen, liefde in haar hoogste uiting zgn die van strijd of bedenking ze s
en niete anders, is de voorwaarde van geen weet hebben. Instinctma ïg lezen
innigst bestaan, de voorwaarde ook zjj den koristen en gemakkeljjksten weg,
'ot ons zelfbehoud. Want zonder een om vooruit te komen, en zorgen voor
eakele vonk van die groote zon, die de zichzelf op hun manier. List, hoogmoed,
tot hart, moeten er minstens harten zgn. 8 dagen hechtenis
Maar die schjjnen, zoo al niet verdwenen,
dan toch zeker niet in kracht en waarde
gestegen te zjjn. Ja, er kan in
De derde beschuldigde waa een 44 ja.'fg
„krentantainiet". een verpleegde alt de tgkt-
dien w*rktnrlohting Hoorn. Hg ie geboren te
Amsteidzm. was later vlsacherskoecht te
wedloop om geld, om eer en macht, om
]8k„ind.„ereid
mag een zeker aan
tal van laatstgenoemden aanwezig zgn.
Toen jaren geleden het aantal vrgwllllgers
afnam, geen liefhebbeis opdaagden voor een
handgeld van f60 voor zes jaren, werd dit
verhoogd tot f120, doch voor de regimenten,
waarvan de staven te Venlo en te Deventer ln
garnizoen lsgen werd het nog verhoogd tot
f 180 voor 6 jaren. Dit la een mooie som gelda