zelfbehoud! DERDE BLAD. Biimenlandscb Nieuws. Zondag -,iip Jaanraii£. No. 4165. getuigen, als men ziende wat er te Arrondissement» Recht bank te Alkmaar. gansche schepping doorgloeit en doet bedilzucht, rein zerp, vertooning, ge- voortbrengen, is ons vonnis geteekend,1 wichtig- en grootdoenerij, onbeschaamd- zouden wij ook persoonljjk ten gronde heid, overwogen tonrnnre, zich beroepen - I 11- m a/tlilavtlan ia op anderen, lasterpraatjes, achterklap, ja achterklap vooralzijn voor hen zoovele middelen, om er bovenop te komen. 't Zou van meer dan gewone naïveteit I Z9 behooren tot die lieden, die door de ---iFranschen niet oneigenaardig „arri- g&an, en daarom komt het er in de wereld op aan, zorg te dragen, ook voor zichzelf. v i s t e s" genoemd worden, lui die er moeten komen. En ze komen er zien is in de menschenwereld geloofde, dat het aan die zorg ontbrak. „Life every - - - - l u j ol l. dan ook! Andermans geluk staat hen man holds dear zei Shakespoare, en wat 7 1 r niet in den weg, dat kan spoedig genoeg waarheid was in znn dagen, is het nu 77 j n j__ Al,He dier. omgehaald worden. De overwegingen van Door h. d. H. Het Alleen maar de dier' het leven misschien is zeggen to*. het leven komt er in de wereld op aan, dat men leere voor zichzelf te zorgen. De tijd, waarin ouders, vrienden, liefde- vuile en behulpzame menschen voor ons welzijn waken, is spoediger voorhij dan men denkt. Het leven brengt ons, eer dan wij verwachten, in omstandigheden, waarin wij al onze krachten behoeven, om staande te blijven niet alleen, maar om verder te gaan en vooruit te komen. Hierin slagen wij niet, tenzij wij geleerd hebben de handen uit de mouwen te steken, te werken, te zorgen ten slotte voor onszelf. Een leven dat stil s'aat, hetzij in vergenoegd zelfbehagen van het reeds zoover gebracht te hebben, of in werkeloos en doelloos gemijmer, kan moeilijk „leven" genoemd worden. Leven is niet alleen niet-stil-zitten, maar wer ken, arbeiden om te komen tot een doel, dat naarmate wij het naderen, steeds meer van ons eischt. Onze eerzucht kan j letsel ons daarbij soms ten prikkel wezen. Er is gezegd, dat eerzucht niets anders is dan liefde, liefde voor de taak die men zich gesteld heeft, en moeilijk had m.i. een betere definitie van dit woord gegeven kunnen worden. Want zoo liefde al niet dlles vermag, zij vermag toch het meest van alle mensoheljjke krachtsopen baringen. Waar zij ooit haar taak moest opgeven, daar zullen alle andere machten schipbreuk lijden en in haar bedoelen falen. En indien een andere macht als wijsheid, tact, overleg, of ergerlist, geweld, overrompeling, vertooning van wat ook, ooit slaagden, daar zal een nauwkeurige beschouwing van het be haalde succes bewijzen, dat het doel geenszins bereikt en een leugen is. De waarachtige beantwoording van het levens raadsel is geen andere, dan het leven in al zijn verheffende en vernederende, streelende en striemende openbaringen lief te hebben. En wie mocht meenen, het raadsel gevonden te hebben zonder deze voorwaarde, die zal toch zichzelven moeten bekennen, dat hij met dit kalf geploegd heeft. Wij aanschouwen zeer veel rondom ons, wat met dezen factor schijnbaar niets te maken heeft. Steden worden gebouwd, zeeën droog gemaakt, wouden geslecht, kanalen gegraven, ontdekkingen en uitvindingen gedaan, en wij accepteeren het als het werk van groote geesten en genieën, geheel als het resultaat van eindelooze studie, ongebroken wilskracht, onwrikbare eerzuchtmaar die begeerte tot weten, die wilskracht, die eerzucht was liefde om te bereiken, wat velen onbereikbaar scheenwas de steeds niet minder, baarheid van het beter te wordt zoo vaak verward met liefde tot eigen persoonlijkheid. De paden vol worsteling en teleurstelling, vol zelfbe proeving en zelfverloochening, maar waar langs alleen men komen kan tot het groote rijke leven, waard om lief te hebben, honderdmaal meer dan wij ver moeden, worden stelselmatig vermeden de kracht, noodig om zichzelven te be- heerschen, wordt niet geteld, en indien opgemerkt, vaD te weinig waarde geacht om er lang bij stil te staan vraagstuk ken waar wijsgeeren tegen opzien, wor den van hun hoogte naar beneden ge haald en gedachteloos overstapt, 't Is dan ook niet zoozeer te doen om het leven, dat „every man must hold dear", maar om de dierbare persoonlijkheid, die geen hinder mag lijden, die niet tegen gesproken, niet recht en op zijn plaats gezet mag worden. De mooie kleeren, het verwende verhemelte, het oog dat steeds aangenaam aangedaan wil worden, het heele dierbare lichaam mag geen lijden. Integendeel, de eigenlijke den psalmdichter (73) kennen zij niet „hun straf is niet eiken morgen daar en van „moeite om iets te verstaan" is bij hen geen sprake. Zij verstaan alles en brengen het dan ook dikwijls een heel eind in de wereld, omdat bij hen de eerste, tweede en derde persoon, in enkel- en meervoud, in alle tijden en wijzen, steeds „i k" is Zij weten niet alleen, dat de aarde draait, maar ook, dat zij er het middelpunt van zijn. Zij nemen genadiglijk uw groet aan, en ergerec zich dood, als er niet voldoende nota van hen wordt genomen. God heeft Zijn Zon geschapen voor hèn, en zij zijn zoo welwillend om alle proleten, waartoe 't zij hescheidon opgemerkt gij, lieve lezer, en ik behooren in 't licht daar van te laten wandelen. In boeken staat heel wat zoek raken Een mensch kan er zichzelf bij verliezen, zichzelf, om wien het begonnen was. En dan weegt de winst niet op tegen het verlies. Dan wordt het zelfbehoud een verlies van zichzelven dan baten mooie klee ren en veel geld en kostbare meubelen en rijke, invloedrijke vriendeD nieter Dan beteekent de onderdanigheid van de menschen nietswant om iets te betee- kenen voor zichzelven, voor eigen waar deering, voor eigen consciëntie, voor God, moet men minstens zelf gespaard geble ven zijn. Winst en verlies van eenzelfde zaak kunnen niet evenwichtig zijn voor eenzelfde persoon. Schipperen is hier niet wel "mogelijk, en het woord blijft waarheid„Wie zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen, maar wie zijn leven zal willen verliezen om mijnentwil om der deugd en der waarachtigheid, om der liefde en om Gods wil die zal het behouden." En toch de wijze acht niets gericgook zijn lichamelijk leven niet, zijn gezondheid, zijn welstand en zijn ksr nogal dorstig, wst oorzaak werd, dat hg den dorst heel wst ruimer leschte dan noodig was. Zoo werd meneer onlaDgs wegens openbare dronkenschap tot 6 maan den opzending veroordeeld, (aan welk kluifje hg nu nog betfg was), maar 't leven Is daar zoo eentonig, vond Plet, dat hg, toen hg den lbden Mei 1. te Bovenkarspel was, nog eens lekkertjes uit den band won springen. Met de eerlgkhetdheld neemt Evert Koen- r»ad Haieihoff (too heet de held van ons verhaal) het niet zoo nauw en toen hg het erf vau Plet Bot paeeeerde, nam hg van het b eekveld, waar de schoonzneter van Bot onder meer een 4-tal witte overhemden h«d gedeponeerd, deze aller, nat ale ze nog w .ren, w, g 2 ervan waren van Antoon Bot (wlene vrouw de wasch hsd gedaan) en de belde ecderen waren van Pleter Bot De beide Betten mochten reden op de zit ting de ontvreemde kleedlngitnkken aan een tear aerieue onderzoek onderwerpen Antoon herkende alles beet, maar Pieter kon d'r niks van seggen. want „Je trekke se schoon a n, en vnil weer uit,... ik ken 't niet zien hoor!" Doch beklaagde bekende volmondig. Hg wae 's avonds zoo brntaal geweest de h mden te stelen en was dienselfden Dinsdag avond van Bovenksrspel naar Enkhatzen gcloopen. In 't Cbfê van Keuter, san den Dgk, nam hg een kiel re hartversterking en hier trechtte hg aan den slagersknecht Cornelie Prins de hemden te verkoopen. Wat geluktedoch hg kreeg sleohts 20 cents al succes niet Alles "telt mee in de groote ^tot~ hg i 1.- Een en ander wa.Y^M'uft som der volkomenheid. De gezonde ziel geldgebrek om aan slaapgeld te komeu. vraagt een gezond lichaam. Het hoofd,' Maar Prins kreeg achterdocht waarschuwde dat denken wil, scheppen, voortbrengen, dat in zich weet een vollen bloei van veel wijsheid, maar de hunne is meer. rijke gedachten, vraagt verlossing van a SI 1.11a linlnmmnvAr,<ln O m ATM Daarom nemen ze ook maar zelden een alle boek ter hand. Zij hebben de meest zijn belemmerende omstandigheden, om rijkdom uit te deelen. De hand bedoeling is het steeds meer te verwen nen en op te pronken met allerlei, wat aan de natuur vreemd is, en een ver dwaasd zelfbehagen tot walgens toe voedt. Daarvoor mooten linten en strikkeD, poe ders en odeurtjes en honderd andere lafferijen dienst doenmisschien nog meer bij mannen, dan bij vrouwen. Dat voor décorum, en indruk ^un Rntwoord blijken, dat daar veel kans t/wa uva aawaao» -j m grondige kennis van iedere wetenschap, die werken wil en werken moet, eischt en hun schranderheid en hun doorzicht ruimte, om zich te bewegen. Dat is doen hen alles verstaan en begrijpeD. Zij oen natuurweteen bloem keert zich maken ieders rekening, verklaren de uaar de zon, een vogel wil vliegen, een intiemste tamilicverwikkelingen, ook daar mensch zich uitbreiden, zijn kennis, zijn waar niets te verklaren valt, en doen invloed, zijn vermogen, zijn macht. En a! voorspellingen omtrent buren en kennis- het goed recht daartoe is door de besten jiJ sen, waar een mensch zijn hart bij vast houdt. Als zij hun oogen sluiten, zal waarschijnlijk de aarde niet meer draaien en kan de wijsheid begraven worden Vraag het henzelt en zoo zij al niet gereedelijk toestemmen, zal u toch uit wil doorgaan maken op de menschen, alsof ooit één verstandig mensch zich door zulk een brutale comedie van de wijs zou laten brengen. Maar dat zien deze geesteljjk- blinden nietze willen nu eenmaal in druk maken, en grijpen daartoe alles aaD wat hen voor de hand komt, te pas of te onpas. De hooge dunk, dien zg hopen en gelooven dat de menschen van hen hebben, mag tegen geen prijs minder wordenen om dien dunk te bevestigen, wordt alles ondernomen en gewaagd. Het ver te brengen in de wereld is de illusie, waar elke andere niets bij is, en waar elk ander belang zijn belangrijkheid bij verliest. Oi de verbeelding en de ziel al besmet worden van de vele vleierijen, of de gedachten en het hart er hun ernst bij inschieten, doet er weinig toe, als de rug maar niet krom groeit van het vele buigen en kruipen, want dit laatste zou j "v«™iuueii ('J uu" S1""1"3. ai,DD door de menschen gezien en leeljjk ge- winnende liefde gebleken is, zoo dat mag niet. De arbeidzame begeerte tot geven, tot het volvoeren van iets goeds, was leven en stichten. Alle koopen en verkoopen, alle inspanning, het lossen ec laden van schepen, het bouwen en afbreken van huizen, alle zwoegen van den arbeider, evenzeer als de studie van den geleerde of van hem, die geroepen is tot bescheidener werkzaamheden,het getuigt alles van liefde voor ambt of bedrijf, liefde voor vrouw eu kinderen, voor ouders of vrienden. Want alleen de liefde sticht 1 Zonder dien drang is geen ernstig werken denkbaar, en zou het leven ophouden ziel te be zittenuit den arbeid zou de geest zijn weggenomen, als de stoom uit een machine, die niet meer te gebruiken is en ten slotte een sta-in-den-weg zal worden. En het is vreemd, zooals alles er op aangelegd schijnt, om dien geest te behouden. Wat het vuur onder de machine steeds bezig is te doenhet raderwerk gaande te houden, spoortreinen te doen loopen, zware zeekasteelen voort te beweget), fabrieken te doen produ- ceeren, dat doet in 'n mensch de hoop van eens te zullen slagen. De eerzucht voedt die hoop, en de omstandigheden dwingen ons, al onze krachten saam te roepen en in werking te stellen en halen er uit, wat er in zit. 't Is niet te zeggen, hoeveel een mensch te danken heeft aan °Dgeluk, tegenspoed en tegenwerking. Zjj hebben zijn liefde geprikkeld en hem doen zinnen op middelen ter bereiking van zijn doel. Zonder die teleurstellingen dikwijls zou zijn arbeid minder ernstig zijn geweest, en zijn werk gebleven zijn een vonden wordeD, en dat mag niet. vergroeiingen van de ziel komen er minder op aandie ziet niemand. Rn een groot deel van deze bijna ondelgbare schuld, een groot deel van deze averecht- sche manier om het leven lief te leeren krijgen, komt voor rekening van hem —ik bedoel voor rekening van al die duizen den, die zich laten vleien, en van lafferijen gediend zijn. Het was een eerlijk koning, dien men eens vroeg, of al zijn hovelingen groote mensohen waren, en die toen ant woordde „Dat kan ik u niet zeggen, ik heb ze tot mijn spijt nog nooit recht op zien staan." Hij wist althans en durfde bekennen, dat vleierijen leugens en onnatuurljjk zijn. Maar die eerlijkheid ontbreekt maar al te dikwijls; te veel booggeplaatsten zijn te zeer van vleiergen gediend, od laten zich met open oogen valsche munt voor echte in de handen stoppen Ze kunnen er ten dotte niet meer buiten, en als ze een eerlijk mensch ontmoeten, wars van mooie praatjes en kruiperig gedoe, dan maken ze zichzelven wijs, met oplichters te doen te hebben. Waarheid en oprechtheid, hoe bescheiden en hoe gereserveerd ook, worden op die manier gevaarlijke metgezellen, die door zeker soort van veratandsmenschen dan ook wijselijk op 'n afstand worden ge houden. En wie dit niet doet, aanvaardt een zware taak en zal moeten big ven strijden zijn leven lang. En bereikt hg dit doende dan toch de sport, die hij zich stelde te bereiken, prijs dan zijn wijsheid, zijn tact, zijn liefde voor arbeid en leven, wijl hij is gebleken te zijn oen held, „rechtop van lijf en rechtop van ziel," omhoog houdend een vaandel, dat tot navolging noodt en dwingt. Maar heel dikwijls is het anders heel geeft de strever den moed op, voor bestaat. Maar met al die schranderheid en be wondering van het lieve „ik", hebben zij nog nooit den drempel van hun eigen innerlijk „ik" betreden. En daarom, als zij praten over deugd en zonde, praten zij altijd over anderen en van hooren zeggen. Hun weten is 'n weten uit de tweede hand. Zelfonderzoek, zelfbe proeving, zelfbeschuldiging, zelfverwijt, waaruit verslagenheid en uit deze weer opstanding zou kunnen voortkomen, kennen zij niet. Wedergeboorte is voor hen een vreemd woord. De kleeren, de stand, het geld, de indruk dien zij maken op de menschen, dat is voor hen van de meeste beteekenis, het één enhet&l; daaraan wordt deugd, goede trouw, eer lijkheid, vriendschap, liefde, karakter ten offer gebracht. En als zij er dan mee nen te zijn en uit hun pogen en overwinnen (1) hun groote alles over- men denken zouliefde voor arbeid, voor medemensch en maatschappij, liefde voor het leven, dan komt men tot de ont nuchterende klaarheid, dat heel die over winning niets meer dan een woord is, een ijdel gezwets; dat hun liefde niets anders was en is dan zeer banaal egoïsme, onder ons erkend. Een mensch die werkt, heeft iets of veel voor op 'n nietsdoener„een ploegenden os zult ge niet muilbanden", „dat de luiaard honger Ijjde", „hij die niet werkt, zal ook niet eten"dus ook dat hjj die werkt, zjjn loon daarvoor ontvarge, en dat hem, die dubbelen arbeid doet, het dubbe e loon daarvoor niet onthouden worde. Er moet harmonie zjjn tusschen arbeid en bezoldiging, tusschen arbeid en waardeering, tusschen arbeid en succes. Voor werkeloosheid bestaat noch het een, noch het ander. Breid dan door arbeid, door innige liefde tot het leven uw kennis uit, ver meerder uwe gaven, uw invloed, uw macht, uw aanzien, uw vermogen, maar vergeet bij dit alles uzelven niet, vergeet uw hart en uw geweten niet. Bewaar die boven alles wat te bewaren is, want dat is noodig voor uw Zelfbehoud. Zitting van Dinsdag 26 Juni 1906. Een buitengewoon fijn exemplaar wat ome eente beklaagde- Onte nieuwsgierigheid wat betreft de boodechap, die deze onbeschaafde vlegel hier had, werd spoedig bevredigd. Cornelie Vreeker, zoo heet dit hier be doelde pracht exemplaar, la ten A'kmaartoh oppei mannetje, oud 21 jaar, een kereltje dat, genoeg vnnrwater geproefd hebbende, heel wat praatjea verkoopt en 't de politie gedacht laetlg kan maken. Zoo waa hg den 26eten de politie en Mnneze, de politie agent, ram 't zaakje la beslag en had weldra 't gevalletje netjei nttgtploxen en op papier ges'eld. De O. v. J. vond dezen beklaagde, die gedetineerd waa In 't Hnle van Bewaring te Alkmaar, lang geen braaf menech, want hg waa een onde bekende in den krententuin. Daar er vaak waachgoed van de bleek wordt geatolen In ont arrondlreement. won ZEQ eene een flink voorbeeld stellen en eieebte wegeca dlefetal 2 maanden gevaDgenltatraf tegen Haseihoff. Arle Slikker, een werkman alt Den Helder, wis al* beklaagde niet verschenen. Hg waa In de vorige maBnd bezig met viechbereiding In het pak hola van den heer Bnla te Den Helder en werd door eenlge jongen* gebombardeerd met «takjea vlsch, Ingewanden en ander afval. Zgn eigen vrouw heeft indertgd verklaard, dat hg zelf aanleiding gaf om door de jongen* geplaagd te woiden - dat hg dronken waa, enz. Doch dat neemt niet weg, dat Arle toch booa werd en één der jongen*, e-n zekeren Jacob de Groot, met een hamer heeft geslagen. Er waren getalgen en van de mlshandeÜDg werd aacgifte gedaan. De O v. J. vond 't nogal een ernatlg feit en elsohte 1 maand gevangenlastraf tegen Slikker. We honden vandaag betrekkeigk weinig itof over voor oni verslag, want 't vjjfde en laatste (en grootste I) taakje werd met ge sloten denree behandeld, das moesten we ophoepelen Dat viel tegen, want we hoorden dat 't nogal een eigenaardig gevalletje waa. 't Was gequal floeerd als schaking, dn* 't moest Ju.st niet met gesloten deuren zulks was geen bepaalde verplichting voor de rechtbank. Er moeten echter dingen geben'd zgn, dat de rechtbank't tooh noodig achtte, da zaak niet In 't openbaar te berechten. Beklaagde was de 24-jarlge smid Freder k Josephns Onwens van Alkmaar, beschuldigd de 19jailge Nee'tja S.am, ook nlt Alkmaar, te hebben ontvoerd Ai* verdediger van beklaagde trad Mr. Cohen Staart op. We weten er overigen* niet* van te seggen De elach in o s onbekend. Uitspraken a s. Dinsdag. een egoïsme zoozeer van de aarde aardscb, i April te *gner woonstede weer eens terdege d„, 'f niet alleen „eetnd i„ pd.1».. gSjïïJSTÏÏf gebleven van elke hoogere wijding, maar nog bovendien al het hoogere en betere, waar -Ueserteerende hnzaren. Oclacgs deelden wg mede, dat er bg bet hnsarenreglmeut te VENLO zoovele desertie* naar Dnltscbiand plaats hadden. Ia het „Ver.- ioosch Nieuwsblad" wordt daarvan het vol gende gezegd „Wanneer het ln ds kaserne aoo bigft voort gaan, lullen van de drie eskadrons hotsten, van politie tl. achoemazer „in ae armen- die hier in garnlaoen zgn, weldra nieU meer [Jep overblgvan dan officieren en paarden. Onge- Door dat buitenkansje ten zeerste ontstemd, j veer 60 macsohappeu zgnjeed* gedeserteerd het mee in aanraking kwam, zeer bena- begon hg den beambte, die daartoe niet de en zochten Werk ow deeld heeft. 1 - - ae uni sche grens. Is dat zelfbehoud P Kan er sprake zjjn van zelfbehoud, als de uitwendig mooi gemaakte per soonlijkheid van binnen niets anders ge borgen houdt dan waardelooze restes van iets, wat, met kunst-en vliegwerk geleid en onderhouden, misschien nog wel eens tot een soort van negatieve deugd had kunnen worden, maar het nu zeker niet geworden is? Kan er sprake zijn van zelfbehoud, als het kosteljjkst wat een mensch bézitzijn hart, zgn ziel, zgn geweten, verkwanseld en verloren heeft voor schijn en leugen P Is het zelibehoud, als iemand van niets anders weet te praten, dan van wat h|j op materiëel gebied genoot, geniet en nog genieten zal P Of als hij, aan 't woord zijnde, j oordeelde niets anders weet te doen dan de zondeD en tekortkomingen van anderen te corri- minate aanleiding had gegeven, allervrese lijkst nlt te schelden, zoodot dete het maar 'r meest retloneel achtte, den sterk besproei den kalkman in veiliger verbigfplaata te brengen den de publieke [Annajstraat, waar dit ongenietbaar tooneeltje voorviel 't Was echter, of de adspirant-metse- laar van den dnlvei was bezeten, zoo stelde hg zioh te weer. Hg wilde zelfs met de kracht der wenhoop Schoemaker in 't water dringen, wat echter niet gelakte. Schoemaker maakte begrgpelgkerwgse proces verbaal op van de heldendaden van zgn weerspanDlgen „beschermeling" en had daar heden alle succes mee. De O. v. J. toch wist drommel* goed, met welk present kaasje bg hier te doen hedde metselaar „In spe" was in Maart dezes jaar* al wegens droDkeoschap verbaliaeerd. In April weer, sd nn dit standje nog I 't Kon toch waarigk wel toe De O. J. vond dan ook, dat deze weder- spannigheld Vreeker eecs moest hengen en een 10 daagsch verblgf ln 't Alkmaar sche rgkalogement op de Krocht réér doelmatig voor hem, zoodat in dien sin door Z E.G. werd gereqnireerd. Melcdert Ralter een ander Alkmearsch product, een lichtende star aBn den schoen- stomme is niet zoo ongelukkig, als zulk mhkeisheme!t schitterde a!a zoodanig den geeren, d. w. z. te vergrooten en erger te maken P Een blinde, een doove, een leert berusten in wat h|j noemt het on- vermijdeljjke, en gaat langs paden, die L zonder kroon, zonder stempel van niet altjjd de paden des rechts zjjn, he®, die het wrocht. Het is zgn kind, d&t hg lieiheeft en waarvan hij een nafeelacht verwacht, grooter, beter, "terki trachtend zgn doel te bereiken. Maar dat iz het werk der zwakken, niet van hen, die helden zgn van huize uit Een held fker nog dan deze eerstgeborene. Dat overwint of valt, maar onderhandelt of voo l tUCk' naar roemi begeerte tot schippert niet, allerminst met zgn ge- liafiT - e°' k00*5 °P 8UCCeB ^at <^oet weten- een mensch, die alleen geniet van zgn eigen quasi voortreffelijkheid. Verztoken te zgn van elke ontspanning en iedere vreugd, komt mjj minder beklagens waardig voor, dan zulk genieten* Bergen en bosschen en kinderen en dieren en binnenhuisjes en stil intiem geluk kunnen hen niet ot niet meer ontroerenzouden hen ook niet gelukkig kunnen maken, omdat zjj de gevoelige snaar daarvoor in den strijd om winst verloren hebben. Zoodra hun jjdel hart er geen voordeel in ziet, iz hun belangstelling nihil. De warme, gezellige kamer wordt koud en ongezellig wanneer zjj er binnenkomen, 29sten April In dier mate, dat hg de dienaren van den Heiligen Hermandad De Boer en VelÜoga met zgn glans hinderde Er ver gaderde bg den caféhouder Jsn Kramer te Alkmaar een feestvierende vereenlging, wst In 't late avondaar door Maindert en zgn boezem vrindjes Frfts, Kees en Leen, die daar passeerden, werd opgemerkt. Ze geraakten in soo'n feestelgke stemming, dat Meindert niet kon nalaten zgn gevoelens lacht te gevec. Een lateend lied was daartoe echter niet voldoendeze wildtn óók daar binnen ec mééduen. Maar dat lokte slecht, want bg ds pogingen das. toe raakte Mein deri's voet tusschen de deur bekoeld en In zgn woede sloeg hg een glasruit kapot, ter waarde van eventjes f4 60. Dat ging den kastelein tooh te bardhg Als reden van het deaerteeren wordt voor-il genoemd het onrechtvaardig straffen en het geven van onzinnige bevelen door één hoofd officier. „Door geloofwaardige personen, die met den dienst bekend *gn, werden ons staaltjes mede gedeeld, die men in twgfel moet trekkrn, en men vraagt zich af Hoe is het mogelgk, dit zooieta niet naar Den Haag wordt overge seind en dat soo'n toestand nog wordt be stendigd 1 7 „Het loopt de spulgaten nlt 1" In het „N. v. d D." zegt een onderoffloler over dit deserteereD het volgende De vermoedelijke oorzaak wordt torge schreven aan de regeling van den dienst, of aan het optreden ven een hoofd-officier. D.t zgn, mgns inzien*, vage betchnldlglngen. Onge- twgfeld wordt tegenwoordig veel meer van den soldaat en huziar gevergd dan voorheen, dcch dit staat ln verband dat wg [zoo klein ons legertje ia| toch op deselfde hoogte moe en blgven els de andere mogendheden. En wat de tweede oorsaak (het optreden van dien hoofdofficier) betreft, daarvan heeft een huzaar niet veel last. Maar andere redenen sgn er, en deze zgn le. Vooreerst Is de stad Venlo geen aan gename garnizoensplaats. Wanneer dos esn huzaar na het verrichten van sgn dienst alt- gaat, ia zgn ee-ste gang naar eene herberg vao den minsten rang [de meeste fstaoenlgke csié's zgn voor hem gealoten). De irack, die daar verkocht wordt, behoort niet tot de beate en het gevolg bigft niet nlt, dat zg niet alleen onder den invloed van dien drank geraken, doch half gek worden. De dames, die ln die herbergen verkeeren [tot op luistering der geseJllghetd]zgn ook Dlet van dien aard om hnn het goede voor te houden. Bg gebrek aan geld wordt overgegaan tot het verkoopen ven hnn kleeding en nltrnatlng, of <g nemen het van hnn nog oppassende kameraden weg. Zg vallen dieper cd dieper ln den poel dea verderf* Opmerkeigk Is het echter, dat dit voorvalt niet met de miliciens, doch het meeat met de ook al beproeven zij te lachen of aardig 11e.'je en heden aUchte de O v. J. tegen te wezen; de vertrouwelgkheid heeft uit, den overigens niet slecht bekend steenden e tot het leven dat arbeid wil. En dan ziin er ook en ik laat hier want om te kunnen spreken van hart beklaagde wegens vernieling f8 boete subs »«-k1a._a. 1la.H dhechtenla vbi vrg williger* [enkelen Qitgezond*rd[ deed ter bevoegder plaatse aang.fte van het 1 AllQ0 het 2„ pant Ons leger bestaat nlt militie en vrgwllllgers; bg elk eskadron huzaren mag een zeker san- Voortbrengen, scheppen, verwezenlijken in het midden, of het velen of weinigen v»n idealen, liefde in haar hoogste uiting zgn die van strijd of bedenking ze s en niete anders, is de voorwaarde van geen weet hebben. Instinctma ïg lezen innigst bestaan, de voorwaarde ook zjj den koristen en gemakkeljjksten weg, 'ot ons zelfbehoud. Want zonder een om vooruit te komen, en zorgen voor eakele vonk van die groote zon, die de zichzelf op hun manier. List, hoogmoed, tot hart, moeten er minstens harten zgn. 8 dagen hechtenis Maar die schjjnen, zoo al niet verdwenen, dan toch zeker niet in kracht en waarde gestegen te zjjn. Ja, er kan in De derde beschuldigde waa een 44 ja.'fg „krentantainiet". een verpleegde alt de tgkt- dien w*rktnrlohting Hoorn. Hg ie geboren te Amsteidzm. was later vlsacherskoecht te wedloop om geld, om eer en macht, om ]8k„ind.„ereid mag een zeker aan tal van laatstgenoemden aanwezig zgn. Toen jaren geleden het aantal vrgwllllgers afnam, geen liefhebbeis opdaagden voor een handgeld van f60 voor zes jaren, werd dit verhoogd tot f120, doch voor de regimenten, waarvan de staven te Venlo en te Deventer ln garnizoen lsgen werd het nog verhoogd tot f 180 voor 6 jaren. Dit la een mooie som gelda

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1906 | | pagina 9