Schaker Courant.
v i: i; s l a
Lundboiinprocireliieii in Noord-liolland.
Zondag 21 October 1906.
50ste Jaargang. No. 4197.-
VIERDE BLAD.
gedurende 1905.
Gemengd Nieuws.
OVER DE
lerproefvelden aangelegd met doel aan
te toonen:
le. dat er groot verschil bestaat in mestwaarde tusschen
ier, kunstmatig bereid uit vaste uitwerpselen en water, en
pis van het vee
2e. dat de bemesting met uitsluitend pis op den duur
niet is vol te houden, terwijl dit wel het geval is. wanneer
tevens met phosphorzuur wordt bemest.
Deze proefvelden bestaan uit 7 perceelen, als volgt
bemest per H.A.
Perceel 1, 675 K.G. super en 90 K.G. stikstof in den vorm
van pis;
2, 90 K.G. stikstof in den vorm van pis;
3, 90 K.G. stikstof in den vorm van pis met 3 °/0
super er in opgelost;
4, 675 K.G super en 90 K.G. stikstof in den vorm
van ier van vaste uitwerpselen
5, 90 K.G. stikstof in den vorm van ier van vaste
uitwerpselen
6, 675 K.G. super;
7, bemest of niet bemest als het overige gedeelte
van het stuk land.
Evenals in 1904 bestonden hiervan dit jaar 3 proef
velden: bij P. Pauw te Opperdoes, bij Jb. de Hart te Wognum
en bij S. Djjksen te Texel, Buiteulust.
27. P. Pauw, Opperdoes,
Zavelgrond.
Vroege aardappelen,
aardappelen.
Vorige jaren vroege
Op dit proefveld is in 1902 een stel veldjes aangelegd
ter grootte van 25 M2. en in 1908 is in de nabijheid een
tweede stel aangelegd van dezelfde grootte. Het eerste stel
is nu vier jaar lang op dezelfde wijze bemest en het tweede
drie jaar lang.
In 1904 en 1905 is 90 K.G. stikstof gebruikt per H.A.,,
zoodat, per H.A. berekend, 32727 K.G. vaste uitwerpselen
met eeu gehalte aan stikstof van 0.275 °/0 tot ier werden
gemaakt met veel water; 18868 K.G. pis met 0.417 °/o
stikstof werden gesproeid. De uitsproeiïug had plaats op
1820 Maart. Van 3 Februari tot 6 Maart werden de pis
en de vaste uitwerpselen met een emmer opgevangen en in
vaten bewaard.
Op de rest van den akker werd eene vergelijkende proef
genomen met 600 K.G. chili contra 450 K.G. zwavelzure
ammoniakbeide dus gegeven naar denzelfden maatstaf van
90 K.G. stikstof per H.A. Beide perceelen ontvingen daarbij
675 K.G. super per H.A. en de helft van beide dit
jaar voor het eerst 6Ó0 K.G. patentkali per H.A. Deze
twee veldjes zijn elk 175 M2. groot.
Super, patentkali en zwavelzure ammoniak zijn gestrooid
op 18 Februari. Zij zijn op het veld blijven liggen tot 24
Maart, toen het geheele veld is gespit.
De aardappelen, variëteit „Sluizen" zijn geplant op 25
Maart volgeus de thans veel gebezigde „overzet"-methode.
Dien dag is vóór het poten de halve hoeveelheid ohili
gestrooid op perceel 8, de tweede helft is gegeven op 18 April.
De aardappelen kwamen ongelijk en ziekelijk („wrak")
op, wat proefnemer wijt aan „verbroeide" poters Óndanks
deze onregelmatigheid was er toch spoedig verschil te zien.
De veldjes met pis onderscheidden zich al spoedig van de
overige door mooieren stand; perceel 8 en 9 stonden ook
heel mooi. De perceelen met vaste uitwerpselen waren ie<s
beter dan die met alleen super en totaal onbemest. Zoo is
de toestand tot het afsterven der aardappelen gebleven. Het
gewas bleef „wrak" en wel op de perceelen, die het minst
groeiden, het ergste. Bovendien had het gewas nog van
vreterij te lijden.
Van de uitwerking der kali-bemesting was aan het loof
niets te zien, ook niet aan de opbrengst bij het rooien, doch
de proefnemer meent toch opgemerkt te hebben, dat de knol
len op de helften met kalimest minder „poppig" waren dan
op de rest der perceelen.
~De aardappelen zijn gerooid op 11 en 12 Juli. De goede
stoelen op ieder perceel werden geteld en gewogen en hieruit
is de opbrengst per H.A. berekend.
De groote aardappelen zijn verkocht k f2.8Q per H.L.,
de poters k f 1 en het kriel f0.30.
De aardappelen op de perceeltjes met pis waren zeer
■nooi van vorm daarentegen waren die op de chili» en zwavel
zure ammoniak-peroeelen slecht van vorm en kwaliteit.
Proefnemer schat de waarde de helft minder dan op de
andere perceelen.
De lage plekken waren met slaboonen „ingeboet". De
groei hiervan was gelijk dien der aardappelen. De opbrengst
lervan is niet gewogen of in rekening gebracht. De op
brengsten in H.L. waren per H.A. als volgt
(Zie verslag 1904 blz. 26 em 27.)
Ye
1 d j e s
in 1902
Ye
ldjes in 1903
Per
aangelegd.
aangelegd.
ceel
Bemesting.
1905.
In 4 jaren.
1905.
In 3 j
aren-
groote kleine kriel
groote kleine
groote kleine
kriel
groote
kleine
1
Super en pis
194
53
28
866
231
173
57
30
553
149
2
Alleen pis
207
64
31
776
244
169
62
25
554
147
3
Pis met super erin
126
opgelost
163
50
25
779
208
155
49
32
484
4
Super en vaste uit
138
werpselen
116
24
36
398
ffil
139
67
27
387
5
Vaste uitwerpselen
113
42
29
398
192
148
58
31
382
129
6
Alleen super
99
56
28
374
161
93
49
27
264
112
7
Onbemest
91
34
23
373
203
93
42
i.8
273
101
8
Super en chili
173
57
30
141
36
35
545
122
9
Super en zwav. am.
169
62
25
152
36
29
507
133
Blijkens het boven meegedeelde over de wijze, waarop
de cijfers over 1905 zijn berekend, mag men er wel geen
groote waarde aan toekennen, maar zij laten toch duideljjk
zien, dat de verschillen weer zeer groot waren.
Conelusiën.
1°. Op de veldjes in 1902 aangelegd is na 4 jaar voort
gezette bemesting de opbrengst van ier van vaste uitwerpselen
en van alleen super, of van beide te zamcn, weinig grooter
dan op onbemest. Daarentegen is op de veldjes in 1903 aan
gelegd van de ier van vaste uitwerpselen eene vrij groote
uitwerking te bespeuren. Al is het verschil bij de in 1903
aangelegde veldjes minder groot dan bij die van 1902, toch
is het verschil tusschen de perceelen met pis en met ier van
vaste uitwerpselen bemest met en zonder super telkens
te zamen over 3 jaren 169 H.L., zoodat de pis een meer
opbrengst gaf van 44 Op de veldjes van 1902 was dit
verschil in 4 jaren 423 H.L., zoodat hier de pis meer dan
de dubbele opbrengst gaf van de ier der vaste uitwerpselen.
2°. Dit jaar is er in de bemesting met chili tegenover
zwavelzure ammoniak weinig verschil. Over 3 jaar genomen
blijft de chili in het voordeel.
3°. Opmerkelijk blijft het feit, dat de met pis bemeste
veldjes wel groote, doch mooi gevormde knollen leverden,
terwjjl de kunstmestperceelen „poppige" aardappelen voort
brachten. Kalimest bracht verbetering in dit gebrek.
De zorg voor dit proefveld berustte geheel in handen
van den heer D. Koolhaas te Twisk.
28. J b. de Hart, Wognum.
Lichte kleigrond. Blauwe aardappelen. Vorig jaar
rond epinaziezaad.
Dit proefveld is in 1903 aangelegd. De veldjes zijn
alle 25 M2. groot. In 1904 en 1905 is 90 K.G. stikstof per
H.A. gegeven, terwijl in 1903 slechts 60 K.G. werd genomen.
Het stikstofgehalte van de vaste uitwerpselen was 0.409
zoodat hiervan 22000 K.G., per H.A. berekend, met veel
water tot ier gemaakt en ter bemesting aangewend werden.
Het gehalte der pis was 0.802 °0 stikstof, zoodat hiervan
11200 K.G., per H.A. berekend, werden uitgesproeid. De
besproeiing geschiedde op 3 April.
De super is gestrooid op 25 Februari ter hoeveelheid
vau 675 K.G. per H.A. Op hetzelfde veld werd ook eene
vergelijkende proef genomen met chilisalpeter contra zwavel
zure ammoniak, beide gegeven naar den maatstaf van 90
K.G. stikstof per H.A., zoodat er per H.A. gegeven is 600
K.G. chili en 450 K.G. zwavelzure ammoniak, bovendien
ontvingen deze perceelen per H.A. nog 675 K.G. super en
400 K.G. patent kali. In 1903 en 1904 werd geen kalimest
gegeven
Alle perceelen zijn in 1905 half bemest met kalk, per
H.A. 1000 K.G.
Naast het veldje met zwavelzure ammoniak bemest, ligt
een gelijk bemest perceel, dat echter niet in 1902 met den
ondergrondsploeg is bewerkt, zooals de overige perceelen van
het proefveld.
De super is op de drie laatste peroeelen ook gestrooid
pp 25 Februari; de patentkali op 16 Maart, eveneens de
zwavelzure ammoniak; de chili op 6 April en 18 Mei (dus
later dan was voorgeschreven) telkens de helftde kalk in
December 1904.
De aardappelen zijn gepoot op 6 April. De poters waren
van geljjke grootte en, daar zij in bakken gesproten waren,
was de ontwikkeling der spruiten regelmatig.
In den nacht van 22 op 23 Mei is door een strenge
nachtvorst veel schade aan de bladeren toegebracht, doch
gelukkig niet aan de stengels. Het veldje met super bemest,
bad het meest geleden en naar achter toe werd de invloed
steeds minder.
De aardappelen zijn op 1 Juli en op 21 Juli besproeid
met Bordeausche pap. Begin Augustus, toen alle aardappelen
in de buurt van het proefveld reeds dood waren, stond het
proefveld nog frisch groen zelfs op 9 September waren nog
groene stengels te zien. De veldjes bemest met pis en dat
met chili hebben zich den geheelen zomer door een donker
groene kleur onderscheiden.
De oogstcijfers waren in de drie proefjaren per H A.
als in onderstaand overzicht is aangegeven.
(Zie verslag 1904 bladz. 28.)
De groote aardappelen zijn verkocht k f2.30 per H.L.
van 70 K.G. en de kleine a f 1 per 70 K.G.
Evenals in beide vorige jaren blijkt ook thans weer de
uitstekende werking van de pis. De opbrengst van groote
aardappelen op de met pis bemeste perceelen was gemiddeld
435 H.L. per H.A dat is 171 H.L. meer dan onbemest of 66 °0.
De ier van vaste uitwerpselen en deze met super deden
hier een vrij goede werking; gemiddeld weinig lager dan
stalmest. De uitwerking der kuustmestbemesting was niet zeer
gunstig, chili heeft nog het best gewerkt.
Opmerkelijk is, dat het perceel met pis en super ook nu
i weer minder opleverde dan pis alleen. Hiervoor is geen
andere verklaring te geven dan dat de percelen niet precies
dezelfde vruchtbaarheid hebben, niettegenstaande ze naast
.elkaar op denzelfdeu akker liegen en voor dat verschil in
i vruchtbaarheid geen reden zichtbaar is. Het niet gewoelde
perceel gaf iets meer dan het gewoelde met dezelfde bemesting,
wat misschien een gevolg der droogte is.
De chili heeft heel wat beter gewerkt dan de zwavelzure
ammoniak. Over 3 jaar is dit verschil per H.A. f326 of
bijna 20 °/0. Ook in de twee vorige jaren was bemesting
met chili heel wat voordeeliger.
Yan de kalkbemesting is geen uitwerking waargenomen,
ook niet op de perceelen met zwavelzure ammoniak.
Het voordeel van het besproeien der aardappelen met
Bordeausche pap blijkt duidelijk, als we de meegedeelde op
brengsten vergelijken met die van het voorste deel van den
akker, hetwelk niet tot het proefveld behoort en niet be
sproeid is. Per H.A. gerekend, werden hier geoogst 314 H.L.
groote en 34 H.L. kleine. Dit gedeelte was in 1904 sterk
bemest met stalmest en thans met ier.
Dit proefveld stond onder de leiding van den heer D.
van der Abeele, hoofd van den Wintercursus te Wognum en
verschillende werkzaamheden zijn verricht door den heer
A. Komen te Wognum.
De Rijkslandbouwleeraar voor Noord-Holland,
C. NOBEL.
(Wordt vervolgd.)
i
Per
ceel
Bemesting.
groote
in
Hl..
In 1905
kleine
in
H.L.
Aard
appelen
in geld
In
1903
in geld
In
1904
in geld
Totaal
in
geld
1
Stalmest
391
36
f 935
f
f 303
f
2
Super
339
27
807
410
284
1501
3
Ier van vaste uitwerpselen
370
33
884
418
331
1633
4
Als 3, met super
391
39
938
403
313
1654
5
Pis
433
48
1044
547
436
2027
6
Pis met super opgelost
451
54
1091
552
427
2070
7
Pis en super
421
48
1016
453
360
1829
8
Onbemest
264
18
625
398
227
1250
9
Chili, super en patentkali
379
42
914
617
486
2017
10
Zw. am., sup. en patentkali
331
30
791
463
427
1681
11
Als 10, ongewoeld
340
33
815
441
369
1625
Een boevenstreek.
Köpenick in Pruisen verdient voortaan in
één adem te worden genoemd met het be
faamde Schildburg. De goede stad is in rep
en roer over de fabuleuze arrestatie van
haar burgemeestér en haar ontvanger. Maar
we zullen den goeden burgervaêr Langer-
hans zelf aan het woord laten, gelijk hy zyn
avontuur aan den Lokal Anzeiger heeft ver
teld „lk zat zoo tusschen half vijf en kwart
voor 5 op mijn ambtelijke kamer, toen plot
seling de deur met kracht geopend werd.
Toen ik my omkeerde zag ik, dat een offi
cier, gevolgd door 2 grenadiers in veld-
marschtenue en met den bajonet op het
geweer, binnentrad. De officier, die, zooals
ik later opmerkte, den mantel en de schou
derstukken van een kapitein van het eerste
garde-regiment te voet droeg en dien ik
eerst voor een officier van het districtscom
mando hield, kwam vlak op my toe en
vroeg: Zyt gy de burgemeester van Kö-
penickToen ik dit erkende, vervolgde hy
Gy zyt op allerhoogst bevel mijn arrestant
en zult onmiddellijk naar Berlijn worden
overgebracht. Ik antwoordde: Maar, ik ver
zoek u Doch kortaf onderbrak hy my
Uy hebt niets te verzoeken. Ik .heb u reeds
gezegdge zyt myn arrestant. Daarbij
wenkte hy de grenadiers, die tot op twee
pas op my toetraden. Niettemin verklaarde
ik Ik zou het bevel van inhechtenisneming
wel eens willen zienwaarop de officier
antwoordde: Myn legitimatie zyn hier deze
manschappenHet overige zal men u op
de Nieuwe Wacht te Berlijn toonen. Ik
maakte den kapitein erop opmerkzaam, dat
ik reserve-officier was, waarop hy my op mijn
eerewoord liet verklaren, dat ik onderweg
niet zou trachten te ontvluchtten. Daarop
veroorloofde hy my, dat mijn vrouw mee
naar Berlijn mocht gaan en beval, dat slechts
één grenadier op den bok van het rijtuig zou
gaan zitten, dat my naar Berlijn zou bren
gen. Hy bracht my naar het gerequireerdo
rijtuig, dat op de binnenplaats van het raad
huis stond en beval den koetsier, nadat een
grenadier op den bok was geklommen, om
weg te rijden. Ik haalde myn vrouw af en
overlegde met haar Onderweg, waarom ik
op deze wyze gearresteerd kon zyn. Ik
kwam tot de meening, dat ik by het com
mando van het district door een of anderen
vyandigen persoon was aangeklaagd van een
natuurlijk verzonnen militair misdrijf. Vóór
wij op de wacht kwamen, verliet, gelijk de
kapitein te voren bevolen had, mijn vrouw
het rijtuig.
Wy verlaten ook den ongelukkigen Lan-
gerhans voor een oogenblik en willen den
genialen boef by het begin van zijn optreden
beschrijven. Toen gisterenmiddag om één uur
de wacht van de militaire zwemschool by
Plötzensee van het garde-regiment der fuse
liers werd afgelost, verscheen in die inrich-
ting een man, met de uniform van een
kapitein van het eerste garde-regiment te
voet aan. Op zeer krachtige wyze gaf hy
bevel: De afgeloste wacht moet onmiddellijk
mijn bevel opvolgen om op allerhoogst bevel
des. Keizers een arrestatie te doen. Daar de
manschappen aan het karakter van den
uniformdrager geen oogenblik twijfelden,
gehoorzaamden zy. De wachthebbende onder
officier werd weggestuurd en de soldaten
rukten onder bevel van den kapitein in de
richting van Berlijn. Kort daarop trof dit
troepje de manschappen van een eveneens
afgeloste schietbaanwacht en die kregen bevel
mee te gaan. Daarop liet de kapitein de ge
weren met scherp laden en de bajonet op
de geweren zetten, hen naar het station
Pulitzstrasse marcheeren, en reed hy met
hen naar Köpenick. Daar hy bijzonder reso
luut optrad, gehoorzaamde men blindelings
Alleen deed een korporaal opmerken, dat de
manschappen nog geen middagmaal hadden
gehad en daarom liet de kapitein de geweren
aan rotten zetten en gaf hun in een herberg
te eten. De kapitein ging even weg, waar
schijnlijk om de rijtuigen te bestellen, en na
het eten deelde hy de bevelen uit, waarbij
hy er den nadruk op legde, dat niemand het
raadhuis mocht verlaten of binnengaan en
dit desnoods met kracht van wapenen moest
worden belet.
Thans keeren wyophet stadhuis terug. De
ontvanger vertelt het volgendeTegen kwart
voor vyf kwamen twee ambtenaren mijn
kamer binnen met de woordenWy krijgen
inkwartiering, de kapitein is een erg onbe
leefd man, hy heeft my ruw toegesproken