Zondag 18 November 1906.
50ste Jaargang No. 4205
Bureau It'HIWKK, liaan, l> 4.
Interc. Telephoon \o. 20.
UitgeversTRAPMAN Co.
EERSTE BLAD.
BEKENDMAKINGEN.
Gemeente tSchagen.
Buitenlandsch Nieuws.
Binnenlandsch Nieuws.
SGHAGE
Nieivs-
Dit blad vorachijnt tweemaal per week Woensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot morgens 9 are, worden
Al) VERTEN TIEN in bet eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
DIMT.
AflïErinüHB- Luiliiil
Prijs per jaar f 8,Franco per poet f 8 60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 6 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct.
Groots letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dil nummer 6e»iaat uit vier bladen.
I'olitie.
Ter secretarie dezer gemeente zijn inlich
tingen te bekomen omtrent een gevonden
zwarten hond.
Verslag over den Landbouw.
De Burgemeester der Gemeente Schagen
brengt op verzoek van den Directeur-Gene
raal, Chef van de afdeeling Landbouw aan
het Ministerie van Landbouw, Nijverheid en
Handel, ter kennis van de Landbouwende
bevolking, dat gedurende deze maand langs
de huizen gegevens zullen worden verzameld
voor de samenstelling van het Landbouw
verslag.
Hef is voor de Afdeeling Landbouw, waar
zij wettelijke maatregelen ter bevordering
van Landbouw, Veehouderij en Tuinbouw
moet voorbereiden, of waar zij pogingen moet
doen den afzet van de producten dier takken
van bedrijf in buitonland te behouden of uit
te breiden, van bet hoogste belang voldoende
kennis te hebben van den werkelyken toestand
in de verschillende deelen des lands.
Deze kennis moet zij voor een groot deel
putten uit bovengenoemde gegevens.
Met het oog daarop wordt tot allen wien
het aangaat, het dringend verzoek gericht,
zoo getrouw mogelijk de gevraagde opgaven
te verstrekken.
Schagen, den 13 November 1906.
De Burgemeester:
H. J. POT.
o—
De Burgemeester der Gemeente Schagen
brengt bij deze ter kennis van de ingezetenen
dier gemeente, dat het kohier der Bedrijfs
belasting no. 3, dienst 1906—'07, op den 14
November j.1. door den Heer Directeur der
Directe Belastingen te Amsterdam is exocu-
toir verklaard en op heden aan den Heer
Ontvanger der directe belastingen binnen
deze gemeente ter invordering is overgegovon.
Ieder ingezetene, welke daarbij belang
heeft, wordt alzoo vermaand op de voldoe
ning van zijnen aanslag behoorlijk acht te
geven, teneinde alle gerechtelijke vervolgin
gen, welke uit nalatigheid zouden voort
vloeien, te ontgaan.
Schagen, den 16 November 1906.
De Burgemeester voornoemd,
H. J. POT.
De Poolsche schoolstrijd neemt nog voort
durend grooter afmetingen aan. Thans zijn
er meer dan 100.000 kinderen bü betrokken
namelijk ruim 60.000 in Posen en 40.000 in
West-Duitschland. Nu hebben ook in 180
scholen van Opper-Sileciö de Poolsche kinde
ren geweigerd te antwoorden op in het
Duitsch gestelde Vlagen.
De Polen in Posen laten een monster
petitie aan den Duitschen Keizer de ronde
doen. Een paar honderd geestelijken belasten
zich met het verzamelen van handteeke-
ningen. De verhoudingen worden er steeds
scherper. In Dantzig werd een pastoor ver
oordeeld tot 400 M. boete of 40 dagen hech
tenis, omdat hij een „Forstmeister" had
beschuldigd de Duitschers in zijn ambtelijke
handelingen te bevoordeelen ten nadeele der
Polen. De Polen zijn over dit vonnis hooge-
lyk verontwaardigd.
De onderwijzers worden in verschillende
plaatsen zeer lastig gevallen. Hun vee wordt
uit de weid# gejaagd, men weigert hun rij
tuigen te verhuren of te leenen en dus al
meer.
De komische zijde ontbreekt ook in dezen
op zichzelf weinig lachwekkenden strijd
niet geheel.
Een onderwijzer in Szymborge kreeg het
volgende briefje
„Ik deel u hierbij mede, dat ik u geen
melk meer leveren kan, daar mijn koeien
geen Duitsch verstaandaar u echter Pool
sche melk van Poolsche koeien drinkt, ben
ik eenigszins bang voor uw Duitsche maag.
die kon zich wel eens poloniseeren door het
gebruik van Poolsche melk."
In Duitschland blijft de politieke hemel
nog bewolkt. Zooals bekend, is de minister
van Landbouw heengegaan en dacht men
algemeen dat Von Bülow spoedig zou volgen.
Daarop schijnt vooreerst nog geen kans te zijn.
De eerste ontmoeting die Von Bülow met
de hoogste volksvertegenwoordigers heeft
gehad, is nogal in zijn voordeel afgeloopen.
De algemeens indruk is tenminste, dat Von
Bülow even handig als vroeger zijn positie
heeft weten te handhaven.
De nationaal-liberale afgevaardigde Basser
mann hield een interpellatie over de buiten-
landsche politiek van Duitschland. Deze
beklaagde zich, dat de Rijksdag niet meer
kan oordeelen over de buitenlandsche staat
kunde van het rijk, omdat de kennis van
zaken en personen ontbreekt. Bassermann
gaf een overzicht van den toestand zooals
die was bij Bismarck's aftreden, en vraagt
danwat daarvan nog is overgebleven
Van een vaste, krachtige staatkunde zy'n wy
gekomen in een periode van reizen, rede
voeringen, telegrammen, vriendelijkheden
üaar alle zijden. Het Drievoudig Verbond
bevredigt niet meer, en bezorgdheid wekt
het vooruitzicht van een regeerings-verande-
ring in Oostenrijk-Hongarije. Duitschland
staat bijna alleen tegenover Frankrijk, dat
in den laatsten tijd nog een beetje onvrien
delijker is dan vroeger, Rusland en Enge
land. Want al heeft de ontmoeting te Cron-
borg de verhouding tot Engeland iets ver
beterd, nog steeds werkt dit land aan Duitsch-
land's isolement.
In één woordDuitschland staat tegen
over bondgenootschappen van anderen, en
Bassermann herinnert aan wat Bismarck
zeggen wilde met zyn bekend woord
„Cauchemar des coalitions". De schuld
daarvan is, dat de Duitsche politiek vast
heid van richting mist, dat goede plannen
plotseling worden gewijzigd, en dat daardoor
wantrouwen ontstaat. Daartegenover kan
maar één afdoend middel gevonden worden
openlijk de waarheid zoggen. Mooipraterij
kan niet meer helpen. Duitschland moet
weten, waar aan het toe is.
Het antwoord van Bülow was breedspra
kig, vaak geestig, altoos elogant, maar veel
nieuws vertelde hij niet. Nu en dan kwam
een frase, die levendige toejuiching uitlokte,
zooals bijvoorbeeld, toen hy met verheffing
van stem verklaardedat de betrekkingen
van groote volken boven persoonlijke stem
mingen verheven moeten zyn."Maar hy doelde
niet mede, wat hy als verantwoordelijk lei
der der Duitsche politiek deed om nadeo-
ligen invloed van persoonlijke stemmingen
tegen te gaan. Snel gleed hy over dit punt
heen, om alweer te betoogen, dat de toe
stand niet zoo slecht is, als Bassermann zich
dat voorstelde.
En hy besloot met de woorden„De toe
stand in de wereld is kalmer geworden. Wel
komt hier en daar nog iets onrustigs voor.
Zy, die op zee gevaren hebben, weten, dat
na een storm, als de oppervlakte weer
glad geworden is, in de diepte nog een
zekere beweging merkbaar is, die het schip
heen on weer zweept. Zoo is er ook in de
politiek een zekere beweging, die tot voor
zichtigheid maant. Maar als wy er voor zor
gen, dab- leger en vloot voor onze verdedi
ging toereikend zijn, als wy onze binnen-
landsche oneenigheid vergeten voor de wel
vaart en het belang van het geheel, dan
zal het Duitsche volk zijn positie in de we
reld kunnen behouden."
Met dit zeer toegejuichte slot eindigde de
rijkskanselier zyn antwoord op de eerste
interpellatie.
Of de algemeene onrust na deze redevoe
ring bedaard zal zyn, mag worden betwyfold.
Men weet maar al te goed, dat het eigenlijke
bestuur in handen is van den keizer zolf en
daarover is men juist het meest ongerust.
Dan weet men dat het een onrustige toestand
blijft, onderhevig aan oogenblikkelyke in
drukken en de gewone uitvloeisels daarvan.
Of de strooming, die er nu heerscht in
Duitschland om het van den monarchistische
regeeringsinrichting te brengen tot een par
lementaire, krachtig genoeg zal zyn, dat ge-
looven we direct nog niet. Men zegt wel
allerlei leelyke woorden langs een omweg
tot den keizer, maar of men zal durven
handelen Een paar concessies naar rechts
en links zal den storm wel doen bedaren.
Het heeft er tenminste weer reeds allen
schijn van.
De tocht van Ferreira in Kaapland zal wel
op niets uitloopen, er zijn tenminste reeds
een drietal volgelingen gevangen genomen
•n nergens is eenige ambitie om op te staan
tegen Engeland.
Er schijnen nu drie benden rond te zwer
ven, maar men verwacht, dat binnen enkele
dagen deze beweging gedaan zal zijn.
Een vreemd gerucht komt er uit Rusland.
De Czaar zou niets liever wenschen, dan de
Doema (Tweede Kamer) weer af te schaffen.
Er wordt zelfs beweerd dat de Czaar aan
den waren Rus Joesefawitsj het volgende
telegram zou hebben gezonden
„Ik heb verleden jaar de constitutie ver
leend, omdat ik overtuigd was, dat dit met
de wenschen van het Russische volk overeen
kwam. Thans begin ik daar echter aan te
twijfelen of die stap juist is geweest. Ik zou
in ieder geval zeer verheugd zijn, wanneer
de ware Russische mannen in grooten getale
in de Doema zouden gekozen worden en die
quaestie in hun zin beslisten."
Nu onmogelijk vinden wy het niet van
Czaar Nicolaas.
Alkmaar, 14 November. Men verneemt,
dat de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaat
schappij het voornemen heeft het stations
emplacement alhier, dat voor den rangeer
dienst te klein blijkt te zyn, belangrijk uit
te breiden.
Het plan is, de spoorhavon gedeeltelijk te
dempen en het terrein over eene lengte van
600 M. op te hoogen, waardoor het bijleggen
van acht sporen mogelijk wordt. Deze uit
breiding zou omstreeks f 100.000 moeten
kosten. (Tel.)
Ilollandselie IJzeren Spoorweg.
Winterdienst van 1834.
De reizigers hebben geen gewigt vrjj dan
alléén de kleine pakjes, die zij onder de
banken der rijtuigen kunnen en mogen ber
gen, zonder hinderlijk te zyn.
Vervoer van rijtuigen, paarden, slagtvee
en andere dieren, op de hoofdstations, uit
gezonderd op Zon- en Feestdagen, mits men
van dit voornemen ten minste 4 uren te
voren, aan het goederenkantoor kennis te
geven en 's avonds vóór het voorlaatste
vertrek, indien het vervoer met den eersten
morgen-wagentrein wordt verlangd.
De reizigers worden verzocht, om 1 uur
vóór den vertrektijd op de stations tegen
woordig te zijn; wordende zij verwittigd,
die tijd op de tusschen-stations en halten,
eenige minuten kan verschillen.
Men is verplicht om de bagagie of oenigo
andere goederen uiterlijk 1 uur vóór het
vertrek van de stations, in de goederenkan
toren aan te brengenlater bezorgd wordende,
vertrekken dezeiven met den eerstvolgenden
trein.
De vrachtprijzen voor personen van Am
sterdam naar 's-Gravenhage, zynDiligence
f3.10; Charabanc f 2.45Wagon f 1.50tus-
schenplaatsen naar evenredigheid.
Hot besluit van den Raad der gomeente
Den Helder, tot opheffing van de koe- en
paardenmarkten aldaar, is door Gedep. Staten
van Noord-Holland ter konnis gebracht van
de Gemeentebesturen. Indien deze beden
kingen hebben, dan moot daarvan vóór 21
Nov. a.s. mededeeling worden gedaan aan
het provinciaal bestuur.
Dat ware (e wenschen I
Naar het „Nbl. v. h. N." verneemt, wor
den er pogingen aangewend, om den book
makers den toegang tot alle banen in ons
land te ontzeggen. De beweging gaat uit
van de Algemeene Harddraverjj-vereeniging
te Bussum, die reeds besloten heeft, geen
bookmakers meer op haar baan toe te laten.
Toch gesnapt.
Op het Singel by de Kaamsteeg te Am
sterdam, een echt oud-Amsterdamsche buurt,
die in haar alouden naam van „Appelmarkt"
dat oud-Amsterdamsch nog bewaart, staat een
huis, waarin een handel in olie en veevoe
der gedreven werd. Op de glazen was de
naam van den handelaar geschilderd„W.
Wagenhof, in olie en veovoeder". De hande
laar stond in de buurt niet slecht bekend
en de zaak scheen vrjj goed op te nemen.
Alleen viel 't sommigen op, dat deze Am
sterdammer niet bijzonder spraakzaam was
en als hy sprak, dat deed met een ietwat
vreemd accent, maar zyn olie en zyn vee
voeder waren goed, dus werd daarop niet
bijzonder gelet.
Sinds Woensdagavond staat deze woning
ledig, want de politie heeft den bewoner in
hechtenis genomen, omdat haar was geble
ken, dat hy te Amsterdam verblijf hield
onder een valschen naam en zyn vaderland,
Duitschland, indertijd ontvlucht was omdat
hy zich daar schuldig had gemaakt aan
verduistering.
Deze quasi-Amsterdammer met zijn Neder-
landsch klinkenden naam is namelijkde
j burgemeester van de gemeente Eiche, bij
Berlijn, die er vandoor is gegaan met de
gemeentekas, welke op dat oogonblik BJ
maal zooveel bevatte als die van zyn collega
te Köpenick, n.1. 14.000 Mark. Hy bad blijk
baar de militaire macht niet noodig voor
deze operatie aan de gemeente-penningen.
De edelachtbare arrestant heerOtto Rümenapp.
(N. v. d. D.j
Een stoombad.
Toen Maandagmiddag de trein van 3.48
uit Rotterdam te Roosendaal aankwam,
kwam men tot de ontdekking, dat er onder
weg een defect was gekomen aan de ver
warmingsbuizen. De eerste coupé in het
eerste rijtuig, waarin 3 mannen, 1 vrouw en
1 kind zaten, was vol stoom. De menschen
hadden aan de noodrem getrokken, doch
deze werkte niet.
Druipnat, geheel ontdaan van schrik, stap
ten de verontwaardigde reizigers uit. Naar
wy vernemen, is door de betrokken personen
schadevergoeding gevraagd by de Maat
schappij. (Grond w.)
Mond- en klauwzeer.
Men schrijft van de Belgische grenzen aan
de N. R. Crt.
Onze zuidelijke naburen zyn zeer ongerust
over het uitbreken van het mond- en klauw
zeer in het noorden van Frankrijk. De ziekte
nadert meer en meer de grenzen, ja heeft
die zelfs overschreden. Ondanks dat door den
Belgischen minister van landbouw, de invoer
van Fransch fokvee en schapen is verboden,
heeft de ziekte zich toch vertoond op eene boer
derij onder de Belgische gemeente Harleboke.
Daar waren 15 van de 26 runderen aangetast.
Sommigen dringen er nu op aan ook den
invoer van Fransch slachtvee te verbieden
anderen beweren, dat het sluiten der grenzen
voor vreemd vee toch niet baat, wjjl thans
bewezen is, dat, ondanks de beste voorzorgs
maatregelen, de ziekte toch de gronzen over
komt.
Het begint te vriezen.
In Friesland zyn in de laatste dagen veel
wilde ganzen aangekomen, die vermoedelijk
wegens het ijs het noorden hebben verlaten.
Zy houden thans verblijf in de waterrijke
streken der provincie, totdat ook hier de
wateren met ijs zijn bedekt. Zy zjjn zeer schuw
en moeilijk te naderen.
Naar men zegt, is hun komst een voorbode
van vriezend weder.
Een oud gebruik.
De vreemdeling, die zich Maandagavond in
het dorp Hoevelaken had opgehouden, zou
zich zeker wel verwonderd hebben, wanneer
hy tal van mannen had gezien, oudere en
jongere, met lange pijpen. Hier stonden
enkele kalm te praten, daar stapte een troepje
bedaard huiswaarts, allen deftig rookende
uit de lange Gouwenaars, evenals de Hollan
ders uit de dagen van den Regententyd.
Eenmaal in 't jaar kan men die aloude
gewoonte daar zien, by gelegenheid dat de
„jaadgelden* worde» betaald Die „zaadgel.
don" zjjn de belastingpenningen, welke aan Is niet vermeld by het besluit, dat de
de N. H. Kerk te Hoevelaken moeten worden Raad later nam, om Peereboom f 150 te
opgebracht, 't Is een heel oude belasting, geven en nu is myn vraag, zegt Voorz.,
waarvan de oorkonde misschien wel moeilijk of het de bedoeling van den Raad is geweest
is na te gaan en stellig wel eeuwen oud. daarbij diezelfde bepaling op te nemen.
Zy dateert uit het tijdperk vóór do Hervor- Algemeen verklaren de hoeren, dat dit zoo
ming. i is bedoeld.
Zeker is het, dat het geld vroeger schaarsch De heer Zy'p vindt het goed, dat Voorz.
was en het viel den boeren moeilijk de kerk j dit nog eens vraagt. Men moet niet verge-
met geld te helpen en daarom stonden zy ten, dat al wat de Raad betaalt, gedaan is in
een gedeelte van hunnen oogst af. Wellicht! eens anders huis. B. en W. hebbenblyk ge-
hebben velen zich verbonden hun jaarljjksche 1 geven, zich te willen houden aan debepalin-
gift geregeld by te dragen. Hoe het zij, deze gen, met Peereboom gemaakt. -Het salaris
belasting is een recht van de kerk geworden
en eeuw in eeuw uit, tot op den huidigen
dag blijven bestaan, algemeen bekend onder
den naam „zaadgeld". Bijna van alle lande
rijen in de gemeente Hoevelaken wordt zaad-
geld geheven.
In de archieven van de kerk berust een
staat, waarop is aangegeven hoeveel rogge
ieder verschuldigd is to geven, uitgedrukt
in schepel, kop en maatjes.
Sinds lange tijden neemt de kerk echter
geen rogge meer aan, doch men berekent
de waarde van het verschuldigde, waarbij
men als koers aanneemt den prijs van de
rogge in het begin .van November. Toen
Amersfoort nog een korenmarkt had, nam
men den prijs van de rogge op den laatsten
marktdag vóór de betaling der zaadgelden,
welke op 11 November geschiedt (als dit
geen Zondag is).
By de afgelegen boerderijen wordt het geld
was in do mondelinge afspraak bepaald op
f 25. Maar de directeur der posteryen en
telegrafie heeft gezegd, dat het voorloopig
niot noodig was een salaris te bepalen,
omdat eerst eens gezien moest worden of
er voldoende gebruik van de cel gemaakt
zou worden. Dat salaris zou hy dan lator
wel bepalen. Het salaris was Peereboom
evenwol beloofd en daarom hebben B. en W.
het dan ook aan den Raad voorgesteld. Daar
ben ik volstrekt niet tegen geweest, zegt
Spr., maar ik heb het toch ook tegen don
Burgemeester gozegd, dat het noodig was,
dat contractueel de verhouding tusschen
Peereboom en de gemeente wordt opgemaakt,
opdat men zal hebben voldoende waarborgen
voor een goede bediening der telefoon, en
dat is ook bepaald de bedoeling van den
Raad geweest.
Algemeen wordt een dergelijke regeling
goedgevonden.
Ingekomen van Ged. Staten do goedkeu
door den koster gehaald, doch de meeste d
boeren komen zelf betalen en men zo« dit ring van de kohieren op den Hoofdelyken
niet gaarne aan een ander overlaten. Men Omslag en op de Hondenbelasting,
vindt er wat gezelligs in, misschien omdat1 Verder is nog ingekomen een adres van
men reeds jaren dezen tocht maakte (even- den heer P. Stadt, hoofd der school, aan
als de voorvaderen ook reeds deden), doch B. en W., waarin hy vraagt of het Dag.
ook, omdat men op weg kennissen, buren en j Bestuur eens wil nagaan vraag 58 met ant-
familieleden aantreft en niet te vergeten,1 woord in den bygezonden jaargang der
omdat in de kerkekamer nog een tractatie j Vacature.
wacht. Wie zyn penningen heeft betaald, Adressant herinnert hoe vorig jaar een be-
wordt uitgenoodigd een glas bier te drinken, spreking heeft plaats gehad over de belooning
waarvan een vaatje voorhanden is, en daaren- j van adressant voor het herhalings-onderwyi
boven krijgt men een langen Gouwenaar, en op do volgende onbillijkheden is gewezen
boven krygt men een langen
dien men naar believen kan stoppen. Nog
een enkel praatje on een troepje trekt dof tig
dampende de straat op om plaats te maken
voor nieuwe betalers. Deze tractatie schijnt
even oud als de „zaadgelden" te zyn.
Een schandelijke „grap".
Men schrijft uit 's-Gravenhage
Op een advertentie in de „Haagsche Cou
rant", dat bekwame metselaars, opper- en
timmerliedon werden gevraagd, met aanmel
ding aan het adres Prins Hendrikstraat 14,
alwaar mevr. de wed. P. C. Diecke woont,
haddon zich, gelyk in dezen tijd van werk
loosheid alleszins begrypelyk is, de werk
zoekenden bij honderden naar het vermelde
adres gespood, een toevloed, die des ochtends
tot duizendtallen was gestegen.
Niet alleen de bewoonster des huizes, doch
ook de vakarbeiders kwamen terstond tot
de ontdekking, dat zy het slachtoffer waren
van een even laffen als gemeenen grappen-
tnakor, die alleen om een vriend of collega
een kooltje te stoven de advertentio valschelyk
had opgemaakt en ter plaatsing aangebo-
don.
Ten huize van de dame voornoemd stond
de bel niet stil, zoodat laat in den avond de
hulp der politie moest worden ingeroepen,
om de gegadigden te beduiden, dat een roo-
kelooze grapponmaker hun parten had
gespeeld.
Dinsdag was de toeloop naar het huis nog
grooter en waren er wel 5000 menschen in I
den omtrek byoen, zoodat een talrijk politie-1
detachement genoodzaakt was een ordedienst
in te stellen. 1
Naar men wil was die groote menigte
saamgeloopen op het gerucht, dat het in de
advertentie genoemde huis de woonplaats
was van oon vertegenwoordiger van werk
gevers in Leiden en Duitschland, die op deze
wyze werkvolk ter vervanging van de stakende
gezellen trachtte te werven, een volksgerucht,
op de volgende onbillijkheden is gewezen
le. dat het hoofd der school dozolfde mini
mum-bezoldiging daarvoor ontving als de
gewone onderwijzer; 2e. dat het hoofd der
school niets ontvangt voor zyn meerder
werk3e. dat het hoofd der school door het
handwerkonderwys een half uur vroeger in
school moet zyn, om toezicht te houden, en
ook daarvoor niet wordt beloond.
Adressant zegt wel te weten, dat zyn
instructie hem opdraagt, het herhalingson-
derwjjs te geven, maar de wetgever heeft
gewild, voor meerder werk meerder loon.
Bovendien, in alle plaatsen waar het herha-
lingsonderwys wordt gegeven, is het inko
men van hot hoofd der school daardoor ver
beterd, ontvangt hy meer salaris.
In Wieringerwaard is evenwel dat niet het
geval, ja eerder iets verminderd, terwyl de
levensstandaard hooger is geworden, hot
werk is vermeerderd.
Dit adres wordt gerenvoyeerd naar B. en
W. om advies.
Wordt alsnu gelezen een adres van den
gemeente-veldwachter H. Boekei, die sinds
1902 eveneens als gemeente-bode werkzaam is
en nu wegens belangrijke vermeerdering van
werkzaamheden daarvoor eenig salaris vraagt.
Yoorz. deelt mede, dat over deze zaak de
hoer Zy'p een conferentie heeft gehad met
den Commissaris der Koningin.
De heer Zyp zegt eerst aan den heer Van
Tienhoven te hebben gevraagd, of er in het
salaris van den veldwachter niet zooveel
kon worden veranderd, dat een klein deel
dier jaarwedde kon bepaald worden als het
salaris van den bode. Dat kon evenwel niet.
Het salaris was eenmaal op een bepaald be
drag gesteld, dat kon niet worden veran
derd. Toen is gevraagdkan de instructie
van den veldwachter zoodanig worden ver
anderd, dat hem ook bodewerk kan worden
opgedragen. Ook dit ging niet op; de in
structie was eenmaal vastgesteld en Boekei
de ongegrondheid ook dadelijk' daarop benoemd,dat liet geen verandering
waarvan
bleek.
Intusschen verneemt men, dat de dader
van deze laffe „grap" bekend is.
De bedricgelijke advertentie.
Uit Den Haag meldt men
Daarmede kwam ik niet veel verder, zegt
Spr., maar wel is my gezegd door den Com
missaris, dat hy er van overtuigd was dat
het van den beginne zoo is bedoeld geweest
als nu de zaak is, dat de veldwachter ie
De inzender van de bedriegelyke oproeping j benoemd met de bepaling, dat hij het"bodê-
van werkvolk alhier, een jong bouwkundig werj- moet verrichten
teekenaar, is op staanden voet door zyn Dat is een historisch recht, waaraan nog
patroon ontslagen. groote waarde werd toegekend. Het beste
Donderdagochtend is by het werkloozen- dat in deze omstandigheden is te doen is
comité namens den inzender van devalsche dat een klein bedrag wordt bepaald als sa^
advertentie verontschuldiging aangeboden I »--•- - 1
voor hetgeen hy had bedreven, met betuiging
van spijt daarover. Daarby werd f 10 gevoegd
voor de werkloozenkas als vergoeding voor
de moeite door het gebeurde veroorzaakt. De
dader had uit plaagzucht jegens een zijner
kameraden de advertentie geplaatst.
Vergadering van den Raad der gemeente
Wieringerwaard, gehouden op Donderdag
löNovember 1906, des namiddags half drie uur.
Afwezig de heer Groneman, met kennis
geving.
Voorzitter de heer K. Koster Hzn., Burge
meester.
Na opening der vergadering volgt de lezing
van de zeer uitvoerige notulen door den
secretaris, den heer C. Haringhuizen, die on
veranderd worden goedgekeurd. Naar aan
leiding daarvan, zegt Voorzitter, dat hij een
opmerking moet maken in verband met het
verhandelde over het adres van den brieven
gaarder Peereboom. B. en W. hebben voor
gesteld hem f 126.76 te vergoeden, onder be
ding, dat wanneer Peereboom zyn ambt eens
willekeurig neerlegde, hy dan verplicht zou
zyn het meerdere als de toegestane f 50 dan te
moeten teruggeven. Die bijkomende bepaling
laris voor den bode. En nu het adres anders
is ingericht en geen bedrag wordt genoemd,
maar alleen gevraagd wordt om eenige ver
goeding voor meerder werk, meenden B. en
W. dat het goed was een klein salaris te
bepalen en daardoor 2 betrekkingen te
scheppen: 1 veldwachter, 1 bode.
Algemeen vindt men hot goed, het salaris
te bepalen op f40, ingaande 1 Januari 1907.
De heer Zy'p wyst er op, dat dit voorstel
niet is gekomen, omdat B. en W. hun stand
punt zwak vonden, maar alleen om een zui
verder toestand te scheppen. Het historisch
recht, dat het gemeentebestuur bezat in deze
kwestie, werd in Haarlem volstrekt niet
licht geteld.
Voorz. zegt dat men er van hooger hand
naar streeft, van de veldwachters onafhan
kelijke personen te maken en hen dan ook
een salaris te geven zóó, dat zy onafhankelijk
kunnen zyn. Maar dan zal geheel met den
ouden toestand worden gebroken en het den
veldwachters niet geoorloofd zyn, by-baantjes
te hebben.
De heer Sleutel deelt mede, dat te Oost
huizen een veldwachter werd gevraagd op
een salaris van f300, f 60kleeding en teven*