Burgerlijke Stand.
Aan de Lezers
van ons blad
wordt medegedeeld, dat
wegens het Kerstfeest de
eerstvolgende nummers
zullen v erschijnen Zater
dag 22 en Maandag 24-
December 1906.
DE UITGEVERS.
Marktberichten.
Tweede Kamer.
algemeene stemmen werd benoemd de heer
J. Kant.
Als leden van de' Commissie tot wering
van Schoolverzuim moeten aftreden de hee-
ren K. Koster Hz., J. Zijp Hz., D. Sleutel,
Y. Stadt en C, Haringhuizen, die allen wor
den herkozen.
Met algemeene -stemmen wordt de voor-
loopig vastgestelde politieverordening nu
definitief vastgesteld, en zal zy aan lied. St.
Ier goedkeuring worden opgezonden.
Volgt nu een verslag van de tentoonstel
ling op administratief gebied in verband
met de administratie der gemeente Wierin-
gerwaard.
In een zeer goed gesteld en prettig ge
schreven verslag geeft de heer C. Haring
huizen een kijkje van deze tentoonstelling.
Verschillende opmerkingswaardige zaken wer
den meegedeeld, nuttige wenken ook voor
de administratie van kleine gemeenten ge
geven. Spr. behandelde uitvoerig de afdee-
ling bevolking en komt tot de conclusie, dat de
nieuwe wetten en die er nog zullen komen,
een andere inrichting van de secretarie noo-
dig maken. De secretarieën te Maarsen en
Maarseveen achtte spr. voor Wieringerwaard
het meest geschikt. Met een paar voorbeel
den maakt spr. het duidelijk, hoe hjj de in
richting zou wenschen. De bewaring van
het archief in doozen noemt spr. het meest
practisch. Hij concludeert, dat vergroo
ting der secretarie noodig is, door toevoeging
van de polderkamer als archiefkamer. Spr.
hoopt, dat de Raad zijn voorstel in ernstige
overweging zal nemen, en dat de beslissing
van den raad mag zijn in het werkelijk
belang der gemeente.
Voorz. brengt den secretaris dank voor zijn
uitstekend verslag. Hij beaamt het volkomen,
dat een uitbreiding van de secretarie noodig
is, het wordt uiterst moeilijk de verschillende
stukken te herbergen, en als de Raad
de wen8chelijkheid van vergrooting zou kun
nen beamen, dan was het plan, om daarvoor
eens bij den polder, waarvan het gebouw
het eigendom is, aan te kloppen.
De heer Zijp kan zeer goed meegaan met
de bewering, dat de secretarie te klein is
en de berging van de meerdere stukken
hoe langer hoe moeilijker wordt. Maar het
is, zooals Voorz. zegt, moeilijk om daar een
verandering in te brengen, - omdat het ge
bouw, waarin de secretarie is, in eigendom
aan den polder behoort. Daarom zou spreker
niet verder willen gaan dan dat de raads
leden in beginsel zich uitspreken, of ze met
B. en W. kunnen meegaan, en of zij ook
beamen, dat de secretarie te klein is. Dan
kunnen B. en W. worden gemachtigd
om een bespreking te houden met het pol
derbestuur, om eerst na die bespreking met
definitieve voorstellen te komen bij den
Raad. Om nu reeds de uitbreiding en veran
dering van het kantoor vast te stellen, vindt
spr. niet gewenscht, dan loopt men de
zaak als het ware vooruit, men weet niet
of het polderbestuur van zijn kant genegen
is om mee te werken, öf dat men ook daar
wenschen heeft ten opzichte van het kantoor
voor den polder.
De heer Groneman zegt, dat dit rapport
en de verschillende stukken voor de raads
leden geheel vreemd zijn, dus dat men daar
zoo maar niet over kan beslissen, maar eerst
wel eens mag nadenken. Spr. zou dit alles
willen terugzenden naar B. en W. om ad
vies, om desnoods een voorloopige bespre
king te houden tusschen polder en ge
meente. Spr. is nu wel de Dijkgraaf van
den polder, maar niet het polderbestuur, dus
uit naam van dat college kan hij ook niet
spreken. Maar dit wil spr. toch wel even
zeggen, dat het erg de vraag zal zijn, als er
door eventueole verbouwing eens kosten
zullen worden gemaakt aan dit polderhuis,
of dan het polderbestuur de kosten zal wil.
len dragen. Spr. zou dat in het polderbe
stuur tenminste niet durven voorstellen. De
secretarie, de woning van den veldwachter,
plus dit vergaderlokaal huurt de gemeente
voor f52 per jaar, dus verkeert de gemeente
daarmee in een zeer voordeelige conditie.
Voorzitter is van persoonlijke meening dat,
als er verbouwd moet worden, dit door de
gemeente zal moeten worden betaald. Spr.
beaamt, dat de gemeente zeer voordeelig
huurt van den polder.
Na eenige deliberatie wordtbesloten, deze
h west ie aan te houden.
Bij de rondvraag komt de heer Groneman
terug op den toestand, waarin het onderwijs
op dit oogenblik verkeert, wat betreft de
onderwijskrachten. Het hoofd der school
zal weldra maar 1 onderwijskracht hebben,
die hem bijstaat. De onderwijzeres is ziek,
er is voor de nieuwe vacature nog geen
enkele sollicitant, 't is3werkelijk voor een
hoofd van een school niet om uit te houden.
De nieuwe onderwijzer komt met 1 Januari
in dienst, maar die is benoemd omdat er
geen andere was. Wij hebben uit de stuk
ken gehoord, dat het een ambitieus jong-
mensch was, maar een pasbeginnend onder
wijzer, die nog toonen moet berekend voor
zijn taak te zijn.
Zooals gezegd, op de nieuwe oproeping
geen enkele sollicitant, als alleen een brief
aan den heer Stadt van een onderwijzer uit
Noord-Brabant; mogelijk komt ook hier
niets van en dan heeft het hoofd één pas-
beginnend onderwijzer tot zijn hulp. Waar
de zaken zoo staan moet de raad alle moeite
doen om in de vacature te voorzien en de
eenige weg die daarop is, meent spr., is om
het aanvangssalaris, dat nu f 600.— is, te
verhoogen tot f 650.—. Als dit niet gobeurt
zullen er hoogstwaarschijnlijk geen andere
sollicitanten komen,
Spr. wil verder den heer Kooij, die op
f 600.— is benoemd, een jaar lang dat
salaris laten en hem bij gebleken geschikt
heid f 650.— geven.
Van de zieke onderwijzeres hooren we,
zegt spr., niemendal en het is nog niet zeker,
of zij met 1 Januari weer in functie zal
komen; over haar tractement is dus nog
moeilijk te spreken.
Maar gesteld, dat alle drie f50 verhooging
ontvingen, dan nog was het maar een
meerdere uitgaaf van f 160, die onder de
tegenwoordige omstandigheden niet te ver
mijden is, daarvoor is goed onderwijs niet
te duur betaald.
Voorz. maakt de opmerking, dat hjj bij
het doorkijken van de bladen, waarin de
oproeping voorkomt, tot de conclusie is ge
komen, dat de meeste tractementen beneden
de onze staan.
De heer Groneman deelt mede, hoe de
heer Hop bijv. met het oog op zijn studie
Zaandam prefereerde, en zoo gaat het met
velen. Wieringerwaard heeft weinig ver
binding en eveneens weinig aantrekkelijks
voor een jongmensch.
De heer Zijp deelt mede, dat B. en W.
het plan hadden, om, als de toestand zoo
bleef, een volontair aan te stellen. Spr. wijst
er tevens op ,dat voor bijacten de onderwijzers
f 50 verhooging voor elke acte genieten.
Bovendien, het Dag. Best. heeft alles gedaan j
wat het kon doen. om in de vacatures te
voorzien en in afwachting van het al of
niet komen van sollicitanten voor de vacante
phat«. hadden B, en W. een volontair willen
aanstellen. Bovendien, nu door een samen-
ioop van omstandigheden er wat stagnatie
komt, moet men direct niet spreken van
een toestand die wanhopig is. Eerst kan
nu nog wel worden afgewacht, of er sollici
tanten komen.
Na de verdere bespreking is het besluit
dat men het nog wat zal afwachten.
Hierna sluiting.
De Afdeeling Anna l'aulowiia van de
Hollandsche Maatschappij van Landbouw
hield Dinsdag 18 December eene vergadering
in „Meerburg". Er waren 18 leden aanwezig.
Daar de voorzitter, de heer P. Kaan Dz., door
ziekte afwezig was, trad in diens plaats op
de heer L. Metzelaar, die na een kort wel
komstwoord den secretaris het woord gaf tot
lezing der notulen, die onveranderd werden
goedgekeurd.
Hierna werd door den voorzitter medege-
1 deeld, dat ingekomen was eene brochure van
de Hollandsche Maatschappij van Landbouw,
inhoudende de bereiding en de gebreken der
J Goudsche Kaas, welke brochure gratis
te verkrijgen was. Voor kennisgeving
aangenomen. - Ten 2e was ontvangen het
j verslag der werkzaamheden van de Rijks
serum-inrichting, en ten 3e van het Ministerie
mededeelingen en verslagen, inhoudende 3
artikelen, t.w.Nederlandsche kaas, zaai- en
pootuien, en veeteelt en zuivelbereiding in
Zweden. Alle voor kennisgevingaangenomen.
De heer„C. Geerligs kreeg het woord, om ver
slag uit te brengen als afgevaardigde naar
de vergadering van Hollands Noorderkwartier.
Spreker zeide, dat de courant de leden zeker
al voldoende op de hoogte had gebracht, doch
enkele, in zijn oog de belangrijkste punten
voor deze bijeenkomst, wilde hjj hier aanroe
ren. Ten le sprak hjj over de f150, die de
regeering als subsidie had toegestaan voor
voeder-proeven met vee. Hij achtte het
nuttig, dat de afdeeling zich goed op
de hoogte stelde van den uitslag dezer
proeven. Ten tweede werd gewezen op het
vergelijkend onderzoek naar soorten van ram
men, en bracht hij ter sprake de beste manier
om bieten in te kuilen. De diepte moest zijn
li voet en de bedekking van onderen zwaar
der dan die van boven. De heer Jb. Stammes
voegde hier nog aan toe, dat het rotten ook
kon voorkomen worden, door niet in de biet
te snijden en er wat grond aan te laten.
Na eenig debat dankte de Voorz. den heer
Geerligs voor zijn verslag en had de ver
kiezing plaats van 2 bestuursleden, wegens
periodieke aftreding van de heeren C. Geer
ligs en L. Metzelaar, die niet herkiesbaar
waren. Tot deze functie werden gekozen de
heeren J. C. Geerligs en H. Kaan, die beiden
de benoeming aannamen. Uit de rekening
en verantwoording, uitgebracht door den
heer Jb. Bakker, bleek, dat ontvangen was
f 198.81} en uitgegeven f 158.22}. De heeren
C. Rezelman en H. Kaan, die zich met het
nazien hadden belast, rapporteerden gunstig
en den Pennningmeester werd dank gebracht
voor zijn accuraat beheer. Op voorstel van
den heer N. Raap werd van de gelden, be
stemd voor kunstmestproeven, f10 uitge
trokken, om andere proeven te nemen, ter
wijl op voorstel van het bestuur werd vast-
gesteld, voortaan den afgevaardigde reiskos
ten 2e klasse te vergoeden.
Hierna bracht de heer Raap verslag uit
van de vergadering te Alkmaar. Deze ver
gadering was belegd voor afgevaardigden
van het gewone landbouwbedrijf, zoodat
tuinbouw, vruchtenteelt enz. waren buiten
gesloten. Er waren op die vergadering 9
afdeelingen aanwezig. Iedere afdeeling zou
voor eigen onkosten zorgen. De bedoeling
was geweest, de inzending voor de tentoon
stelling te regelen en een overzicht te ma
ken van de te verwachten landbouwproduk-
ten. Het hoofdbestuur was daar aangevoch
ten geworden door den afgevaardigde van
Heer Hugowaard, om de vele prijzen voor
vee, tegenover de weinige prijzen voorland-
bouwartikelen, en dat nog wel door een
vereeniging voor landbouw. Hem was ech
ter onder 't oog gebracht geworden, dat
verzending van vee meerdere kosten mee
bracht, dat hiervoor betrekkelijk hoog inleg-
geld moest worden betaald, en verder werd
gewezen op het verschil in moeilijkheid van
inzending, waarmede dit punt als afgedaan
werd beschouwd.
Verder deelde spreker mede, dat het de
bedoeling was, dat iedere afdeeling eene
vóórkeuring zou houden van alle gewassen,
terwjjl dan het beste zou opgezonden worden
naar Amsterdam. Daar zou de algemeene
voorkeuring plaats hebben en de commissie
daar zou zich dan verder belasten, buiten
kosten der afdeeling, met de verzending naar
's-Gravenhage. Er was eene lijst gemaakt
van alles, wat zou kunnen aangevoerd wor
den en de afdeelingen zouden er elk eene
ontvangen, om na te gaan of daaraan soms
nog een artikel moest worden toegevoegd.
Voor 1 Januari moest bij het hoofdbestuur
opgave gedaan worden van benoodigde
ruimte en wijze van etalleeren. Van iedere
soort moest gezonden worden 5 kop en
schooven moesten eene omvang hebben van
25 cM. Na nog eenige inlichtingen gegeven
te hebben, werd spreker door den voorzitter
dank betuigd voor zijn verslag. Uit de re
kening en verantwoording der commissie
van de proefvelden bleek, dat was uitge
geven f 105.35} en ontvangen f 42.15. Ge
lukkig, dat de reservekas had kunnen bij
springen. Deze werd daardoor teruggebracht j
tot een bedrag van f 108.80}. De heeren
Jb. Bakker en H. Kaan keurden na inzage
de rekening goed en de penningmeester,
de heer C. Rezelman, ontving den dank
van den voorzitter voor zijn nauwkeurig
beheer.
De monsternemer had van al zijne ver
richtingen aanteekening gehouden en diens
rapport werd een voorbeeld genoemd van I
netheid en correctheid. Het kwam bij de i
vergadering in, vergezeld van een bijschrift
van den heer P. Kaan Dz., voorzitter der
afdeeling, op wiens verzoek dit rapport in
eene volgende vergadering zal worden be
handeld, daar hjj er gaarne bij tegenwoordig
wilde zijn. By acclamatie werd de heer I
D. Kaan opnieuw tot monsternemer aange
steld.
Over punt 8 der agenda:„Vee-assurantie",
gaven de heeren Jb. Stammes en C. Geerligs
inlichtingen.
De eerste deelde de wijze van verzekering
mede der maatschappij „Cérès", de laatste
sprak over de Tielsche Veeverzekering-maat
schappij en over de Hollandsche.
Uit deze behandeling bleek, dat „Cérès"
de laagste tarieven had. Op een voorstel
van den heer A. de Graaf, om zelf eene
onderlinge verzekering op te richten, ging
de vergadering niet verder in, vooral omdat
bleek, dat de tarieven van „Cérès" zoo
billijk waren. Aangaande de plannen der
commissie voor de proefvelden deelde de
heer Raap mede, dat een proefveld zou
aangelegd worden by den heer Jb. Waiboer,
bestaande uit 6 akkers waarop gezaaid
zouden worden karwij en erwten.
1 Akker zou geen kunstmest krijgen,
daar deze moest dienen tot contróle. Drie
zouden in hetzelfde geval verkeeren, wijl zij
een vorig jaar volop waren bemest geworden,
en de overige 2 zouden ier ontvangen en
een er van daarboven nog eene hoeveelheid
superphosphaat. Een tweede proefveld zou
aangelegd worden bij den heer P. Kaan en
ook daarop zouden karwij en erwten ge
zaaid worden. Dit proefveld telde 3 akkers
en wjjl men nog steeds hoopte op de wer
king van de daarop vroeger uitgestrooiden stal
mest, zou alleen de helft dier akkers kunst
mest krijgen.
De commissie had dit jaar niet in haar
plan opgenomen proeven te nemen op
hooiland. De ervaringen, verleden jaar op
gedaan, hadden haar doen besluiten öf op
dit gebied te staken, öf der vergadering te
verzoeken nog een vierde lid, liefst uit het
Westdeel, aan de commissie toe te voegen,
die dan met een reeds daarin zitting hebbend
lid de proeven op hooiland zou kunnen
leiden. In eene volgende vergadering zal
over dit laatste voorstel der commissie
gesproken worden.
By de rondvraag bracht de heer Jb.
Stammes hulde en dank aan de aftredende
bestuursleden, de heeren C. Geerligs en L.
Metzelaar, voor hunnen arbeid, in het belang
der afdeeling verricht. Hjj sprak den wensch
uit, dat deze ook verder nog op hunnen
steun zou mogen blijven rekenen. Door den
waarnemenden Voorzitter beantwoord, sloot
deze hierna de vergadering.
Gemeente Schagen.
Ingesehr. van 14 tot en met 18 Deo.
i reboren Aagje, d. v. Adriaan de Rooy
en Guurtje Raven.
Ondertrouwd en Getrouwd Geene
OverledenNeeltje Adriana Ploeger oud
11 maanden, d. v. Menno Ploeger en Maria
Eduardina Elisabeth Overweel. Maartje
Wiers, oud 54 jaren, weduwe van Jan Klos.
Gemeente Zijpe.
Ingeschreven van 12—14 Dec. 1906.
GeborenWillem, z. v. Dirk Bakker en
Trijntje van der Vlies.
Ondertrouwd en GetrouwdGeene.
OverledenJacobus Adrianus Thomasz,
75 jr., weduwnaar van Ariaantje Ossen.
Alkmaar. 17 Dec. 1906,
6 Koeien en ossen f 220.— a 295.—, 62
vette kalveren f'40.— a 120.—, per Ned. P.
f 0.85 a 0,95, 29 nuchtere idem f 8.— a
26.—, 795 vette schapen f 20. a 38.—,
283 vette varkens f 0.42 a 0.45 per P.,
25 magere idem. f 15.— a f 18.—, eieren
f 7.— per 100.
Pur in erend, 18 December.
Aangèvoerd 346 runderen, waaronder 282
vette, 62 a 78 cent per kilo, 64 melke- en
gelde- f 130.— a 250.— per stuk, prysh.
matig, 16 stieren, 102 vette kalveren 75 a 95
ct. per kilo, handel matig, 197 nuchtere id.
f 12.— a 25.— per stuk, handel vlug, 25
paarden, 1791 schapen f 24.— a 38.—, 1575
overhouders f 18.— a 26.—, beiden 1. prys
vlug, 405 vette varkens 42 a 46 cent per
kilo, handel vlug, 24 magere dito f 16.— a
25.— per stuk, handel stug, 277 biggen
f 8.— a 12.— per stuk, stug, 700 ganzen
f 2.50 a 3.25, 178 zwanen f 3.25 a 5.75, 50
zak appelen f 1.50 a 2.—, 50 zak peren
f 1.50 a 3.—, beiden per mand.
Kaas. 103 Kleine f32.—, 3 middelb. f 30.—
0 commissie, f a aangev. 106
stapels, handel vlug. 1052 K.Q. boter f 1.35
a 1.45, kipeieren f 5.50 a 6.—, 40 kalkoe,
nen f 2.75 a 4.50
Het gaat nu zoo hard in de Kamer, dat er
byna geen byhouden aan is. lederen dag
van 11—5 en van 8—12; dat is meer dan een
normale arbeidsdag van 8 uur, en we be
grijpen ons niet dat de vele oudjes dat uit
houden.
In de avondzitting van 14 Dec. werden by
hoofdstuk Financiën slechts 2 zaken be
sproken le de loonen en arbeidsvoorwaar
den der werklieden by 's Rijks Munt te
Utrecht, en 2e de positie der belastingkom-
miezen.
De heer Nolting leidde het eerste punt
in. Hjj begon met er zyn ingenomenheid
over te betuigen dat de minister zich zelf
aldaar op de hoogte der toestanden had ge
steld en keurde goed diens plan om een
minimum loon van f 650 vast te stellen.
Maar over de localiteiten was hy zeer onte
vreden en het optreden van den muntmees
ter viel ook niet in zyn smaak. Er zy'n te
veel losse werklieden, zelfs die 30 a40jaren
dienst hebben. Welk een contrast tusschen
deze menschen en den muntmeester zelf,
die een ruim bezoldigde betrekking heeft.
De heer Patijn en de minister verdedigen
krachtig den muntmeester; zy toonen aan,
hoe juist deze muntmeester alles in 't werk
stelt, om 'tlot der werklieden te verbeteren,
vaak uit eigen middelen. De heer Nolting
is omtrent dezen bekwamen en braven man
zeer slecht ingelicht. De heer Pierson komt
als Dritte im Bunde hetzelfde verzekeren, en
de heer Nolting scheen het verstandiger te
achten, nadat de heer Troelstra nog had aan
gedrongen op een beteren toestand voor de
losse arbeiders, om niet meer te repliceeren.
De minister had dan ook reeds verzekerd
dat hij daarin voor zoover het mogelijk is,
verbetering wilde brengen.
De h. h. Van Vliet en Troelstra, de laatste
in een lange rede, met tal van bizonder-
heden, dringen aan op reorganisatie van den
dienst der belastingkommiezen, die veel te
lang is, op billijker regeling der toelagen, be
perking van denZondagsdienst, en gelegenheid
voor deze beambten om zich voor hoogere
rangen te bekwamen. De dienstregeling te
Rotterdam schijnt onoordeelkundig; de Mi
nister echter verklaart, dat dit moeilijk an
ders kan, toch wil hij beproeven om door
aanstelling van 40 nieuwe kommiezen den
dienst te verlichten en heeft daarom op de be
grooting f26.500 meer uitgetrokken. Eigen
aardig nu is het,dat de heer Troelstra zich daar
tegen verzette en zelfs een amendement in
diende om die f 26.500 te laten vervallen.
Eerst waren de kommiezen zelf voorstanders
geweest van de personeelsuitbreiding, later
echter van meening veranderd. Het is
echter den heer Troelstra niet gelukt, die
kentering in de wenschen der belangheb
benden duidelijk te motiveeren en het bljjft
ons een raadsel, hoe de heer Troelstra zich
heeft kunnen laten verleiden zyn voorstel
te doen.
Hij besprak ook de organisatie der kom
miezen en trad in een beoordeeling der
volgens hem autoritaire handelingen hun
ner chefs, die niet kunnen dulden dat hun
ambtenaren ook een oordeel over den dienst
hebben en dat uitspreken. Zy zyn, de kom
miezen, ook door den Minister lastig geval
len over hun uitspraken op vergaderingen.
De Minister verdedigt zichhy meent dat
de ambtenaren ook op hun vergaderingen
niet kunnen zeggen, wat zy willen. Er is
daar gezegd, dat de Regeering een driedub-
beien roof aan de lichaamskrachten der
kommiezen pleegde en „ze willen dat we
doodgaan, dan komen onze pensioencenten
in de schatkist." Zulke woorden mag de
Minister niet toelaten en de spreker is er
voor bestraft.
De Minister is bereid aan de wenschen der
ambtenaren tegemoet te komen, maar eischt
ook, dat zy een gepaste houding aannemen.
Het optreden van den Minister viel blyk-
baar in goede aarde. Het amendement-
Troelstra, om f26.500 voor 40 nieuwe kom
miezen te schrappen, werd met 65 tegen 6
stemmen verworpen.
Meer succes had de heer Troelstra met zyn
opmerkingen over het getal ambtenaren by
den burgerlijken pensioenraad, dat in 6 jaar
steeg van 15 tot 38, terwjjl nu nog 5 ambte
naren gevraagd worden voor avondwerk.
Men houdt er fiets-tournooien en maakt er
burchten van kasten, waarnaar de chef met
turven komt gooien!
De minister beloofde een nauwkeurig en
streng onderzoek.
Hoofdstuk Financiën wordt aangenomen.
We zjjn genaderd tot hoofdstuk VI,
Marine.
Verleden jaar had de Kamer aangedrongen
op een vlootplan van den Minister; men
wenschte te weten, wat de Minister wilde
en hoe hjj ter zee ons land en de koloniën
denkt te verdedigen.
En de Minister is gekomen met een plan;
het bedoelt 4 pantserschepen van 5000 ton
te verkrijgen met een krachtige torpedovloot.1
Het zal ons in 25 jaar 84} millioen kosten.
t Ook voor Indië worden pantserschepen j
aangevraagd.
Over deze plannen is een ware storm los-
gebroken. De heeren Jansen (Haag), Van Gijn,
j Thornson, Hugenholtz, Marchant verklaren
allen, dat de aanschaffing der 4 pantser
schepen voor onze kustverdediging, waarvan
er direct een, zal gebouwd worden, beslist
ongewenscht is.
Wat kunnen, in een eventueelen oorlog,
deze scheepjes tegen monsters van 20000 ton
beginnen, zooals de Engelschen, Duitschers
en Japanners ze hebbenZjj meenen, dat de
minister zelf niet veel geloof slaat aan de
waarde van het gevraagde materieel. Het
zal blijken, bovendien zeer spoedig bjj het
„oud-roest" een plaats te vinden, en moeten
daarvoor onze millioenen geofferd worden
De vrjjz.-dem. verklaren eenvoudig dat deze
plannen van den minister voor hen onaan
nemelijk zjjn.
Een andere strooming, de heeren De Waal
Malefijt, Duijmaer van Twist, Van Wasse-
naer van Cativijek, is wel te vinden voor
's ministers plannen, maar 25 jaar duurt
hun te lang. Onze schatkist kan best snel
lere afwerking dragen, anders kan er geleend
worden
De heer Talma steekt den van alle kanten
bestookten minister een reddingsplank toe.
Hjj stelt de volgende motie voor:
„De Kamer, van oordeel dat aanbouw van
„een pantserschip voor den dienst in de
„Koloniën en aanschaffing van torpedobooten
„voor verdediging van het rijk in Europa
„den voorrang verdient boven aanbouw van
„een pantserschip voor den zeedienst in
„Europa, gaat over tot de orde van den dag."
Het is vooral de rechterzijde en daarvan
het meest conservatieve deel, die den
Minister verdedigt.
De heer Van Vlijmen, die trouwens erkent
dat hjj zelf ook niet deskundig is, maakt er
de sprekers een grief van, dat zjj zonder
bevoegdheid met hun oordeel klaar staan
tegenover een man als de Minister, die zoo
helder zjjn plannen motiveert. Het is slechts
een uitvlucht van hen, die niets voor onze
marine willen doen, als zjj 's Ministers
plannen stelselloos vinden.
Hjj kan zich volstrekt niet vereenigen
met de motie-Marchant, om geen geld voor
nieuwe schepen uit te trekken, en ook niet
met do motie-Talma, die alleen voor Indië
een pantserschip wil. Hy zou 't liefst èn
een pantserschip voor Indië van 7000 ton
willen èn een voor ons land van 5000 ton.
Daarna krijgen we de verdediging van den
Minister.
Het bljjkt dat Z.E. toch wèl weet, wat hjj
wiltenminste hjj verdedigt zjjn vlootplan
zaakrjjk en zooals hjj zelf zegt, met voorkeur i
en liefde, omdat er aan zoo'n plan groote j
behoefte bestond. De strijd waardigheid van
een groot deel van ons materiëel laat te i
wenschen over. Het zwaartepunt onzer
krachtsontwikkeling ter zee moet liggen in
de verdediging onzer koloniën. Daarom be
rekende de Minister 62 pCt. van het ge
vraagde bedrag voor Indië. Er is in de
laatste jaren niet genoeg bijgebouwd, daarom
is onze marine niet zooals zjj wezen moet;
dat zy onbruikbaar zou zjjn heeft hjj nooit
beweerd.
De „Kortenaer" en de „Holland" zjjn zeer
goed in Indië en we hebben 14 nieuwe
torpedobooten type „Ophir".
Daarom is het onjuist wat de h.h. Marchant
en Hugenholtz beweerden, dat wjj in het
moeras zouden zitten. Als we slechts gere
geld bijbouwen, kan de vloot aan haar doel
beantwoorden. De monsterschepen der groote
mogendheden hebben wjj niet noodig, omdat
we niet op grooten afstand en snel, slagen
willen leveren doch bij de kust bljj ven,deze wil
len verdedigen. Alleen torpedobooten is onvol
doende, omdat bjj v.Engeland tegenover iedere
torpedoboot een torpedovernieler zou stellen.
De h.h. bestrijders beroepen zich op artikelen
in wetenschappelijke bladen, waar de onjuist
heid een vinger dik opligt. De minister voelt
wel iets voor de motie-Talma en zal zelfs wel
bereid zyn eerst een schip voor Indië te bou
wen, als slechts de Oosterdoksluis het schip
kon doorlaten. Indien dus de verbreeding
niet tot stand komt, zou eerst een schip voor
Nederland dienen gemaakt, omdat wii anders
slechts licht materieel tegenover den vijand
zouden kunnen stellen. Niet gaarne zou dan
dragen118 verantwoordelijkheid willen
Het bleek uit 's ministers woorden dat hy
niet tegen het voorstel-Talma waseen Indisch
schip leek hem ook wel. Een schip voor
Indië. dat 7000 ton meet, kost echter een paar
millioen meer en nu vond de heer Kolkman
het niet goed, den minister zulk een som op
te dringen en aldus met z'n honderd man ach-
ter de groene tafel plaats te nemen.
Dat was een wenk, dien de minister ter
harte namna beraadslaging met zjjn collega's
verhoogde hy eenige posten der begrooting
zóó, dat nu in plaats van 4 millioen voor een
Nederlandsch schip van 5000 ton, wordt aan
gevraagd 5 millioen 8 ton voor een In
disch schip.
Men kan zich de lange gezichten der ge
avanceerde linkerzijde voorstellen2 Millioen
meer! 't Zit er wel aan; de middelen bren
gen van 't jaar zoo ruim op, dat het wel
ljjden kan!
De heeren Troelstra en Drucker gaven aan
hun verontwaardiging lucht; de Kamer
mocht zulk een onvoorbereid voorstel niet
aannemen. We weten volstrekt geen bizon-
derheden en zullen voor het ongehoorde feit
geplaatst worden 2 millioen, neen 6 millioen
te voteeren zonder zelfs te weten waarvoor.
En zulk een voorstel gaat uit van een
ministerie, dat bezuinigen wil
Daartegenover wees de heer De Savornin
Lohman er op, dat de heeren zich van den
domme houden, waar ook dit schip in de
stukken besproken is, dat bedoeld wordt
een type „Tromp", een verbeterd type „Ko
ningin Regentes" dus.
Tot stemming overgegaan, wordt het voor
stel— Marchant, om het schip voor Indië te
doen vervallen, verworpen met 55 tegen 39
stemmen, waarvan het gevolg was, dat
's ministers voorstel was aangenomen. Tegen
stemden alle Soe.-Democraten, alle Vryz.-
Democraten, tien Uniemannen (Thomson,
Smeenge, De Boer, Roodhujjzen, Lieftinck,'
Jannink, De Klerk, Patjjn, Rejjne en Zylma'i
10 Katholieken (Regout, De Ram, Bogaerdt,
Passtoors, Janssen, Bolsius, "Van Sasse van
IJsselt, Arts, Dujjnstee, Beckers), en de oud
liberaal Van Foreest.
Heden, Dinsdagmiddag, had de stemming
over de begrooting van Marine plaats; zjj
werd aangenomen met 55 tegen 30 stemmen.
Tegen stemden alle Soc.-Democraten, alle
Vry z.-Democraten, 8 Uniemannen, 3 Katho
lieken en de oud-liberaal Van Foreest.
De geweldige oppositie tegen 's ministers
plannen is dus ten slotte daarop uitgeloopen,
dat de minister 2 millioen meer krijgt dan
hjj eerst vroeg en we zullen krijgen een
schip van 6500 ton a 5 millioen 8 ton, dat
ons even onverdedigbaar zal laten als we
altjjd geweest zyn en met bekwamen spoed
ons „oud roest" zal aanvullen.
We gaan over tot het andere overblijfsel
der middeleeuwen, naar
Oorlog.
Zooals de discussie over hoofdstuk marine
ganschelyk beheerscht werd door een pant
serschip, zoo wordt oorlog beïnvloed door
het „blijvend gedeelte". Men kent de zaak,
die reeds lang en van alle kanten bekeken,
in de pers behandeld is. De minister wil
de mannetjes na hun eerste oefening huis-toe
zenden, omdat hy 'tniet noodig vindt hen
langer dan strikt noodzakelijk is, de lasten
van den militairen dienst te doen dragen,
waar die diensten grootendeels bestaan in
„employementen, wacht- en corveedionsten"
ook geeft dat wegzenden een belangrijke
bezuiniging. De maatregel is dit jaar inge
voerd bjj de bereden wapenen en zal gevolgd
worden ook by de andere wapens.
In het leger zelf, onder de militaire specia
liteiten, ondervond de maatregel geduchte
tegenkanting: ook weer by het conservatieve
deel der natie; daarentegen maakte de mi
nister het weer goed by de linkerzijde, by
wie hy het verleden jaar totaal verkorven had.
Verleden jaar werd de oorlogsbegrooting
aangenomen vooral met de hulp der rech
terzijde, die thans zich en quatre stelt, ter
wjjl nu de vijandige linkerzijde van ver
leden jaar den Minister steunt. De soc.<
democraten maken een uitzonderingzy
hebben reeds by voorbaat verklaard tegen
de oorlogsbegrooting te zullen stemmen,
hoewel zy 's Ministers maatregel betreffende
het blijvend gedeelte toejuichen. Deze ver
klaring, die o. i. zeer te bejammeren is, kan
voor den Minister, die dan toch voor de
soc.-democraten beter is dan een Minister
naar 't hart der conservatieve rechterzijde,
noodlottig worden. Door hun idée-fixe
gaan de soc.-democraten spelen in de kaart
der militaristen en militaire coterieën.
De heer Duijmaer van Twist, jong genie
kapitein, opent het gevecht met grof ge
schut. Men moet dezen heer kennen, hem
hooren spreken, om te oordeelen over zjjn op
treden tegenover den Minister. Zjjn lispelend
gebazel maakt hoegenaamd geen indruk
de Kamer luistert niet naar hem, maar
moet hem natuurlijk laten praten. Hoe de
heer Baron v. Dedem zyn speech degelijk
kon noemen, verklaren wjj niet te begrijpen;
alleen de toon reeds, dien dit kapiteintje
aanslaat tegen den generaal Staal, al staan
zy dan ook als Kamerlid en Minister tegen
over elkaar, doet onaangenaam aan.
's Ministers beleid deugt niet; het huis
toe sturen van 't blijvend gedeelte werkt
desorganiseerend op ons legeris in strijd
met vroegere opinies van den minister, en is
't gevolg eener metamorphose van den mi
nister om de linkerzijde in't gevlei te komen.
Hy somt verder een groote serie tekort
komingen op, onder vloed van woorden,
waarvan de Minister niet 't tiende part zal
kunnen beantwoorden.
Dit gevoelen ook de heeren Van Idsitvo
en Marchant, die daarom een motie voor
stellen van den volgenden inhoud
„De Kamer, van oordeel, dat de zaak dot
beoordeelingslysten en de behandeling van
militairen, afzonderlijke bespreking vereiscbt,
gaat over tot de orde van den dag."
Zy doen het, om de discussies te bekorte
en te voorkomen, dat de genoemde zakei
in de algemeene discussies verdrinken.
De heer Talma vindt, dat het land recm
heeft te kennen 's ministers beleid °P Jv
integreerende punten en verklaart zich teg<_
de motie, die toen door den heer Van
singa werd ingetrokken.
„Wel, waarachtig niet," roept de h
Marchant; „ik protesteer er tegen aai
heer Van Idsinga de motie intrekt zo t
mjj te raadplegen." Op dit protest ma-
Van Idsinga amende honorable 0n, u_.ordt
Marchant de motie handhaven, die
aangenomen met 54 tegen 23 steinm®
Nog krjjgen het woord de iieeIr,.;,„ew.
Dedem, Van Asch van Wijk en Van j»Ljen,
die allen, vooral de heer Van .^jn
's Ministers plannen fel aanvallen
beleid niet kunnen goedkeuren. vrjtiek
De heer Van Vlijmen, ,wfen® tunditf
we kunnen verdragen, wjjl hij w diit de
en ervaren militair, constateert, [erne
Minister het leger - opper-, hoofd- en deza
officieren tegen zich heeft eu. dat het
mannen, met 's Ministers meent ^orrée.
blijvend gedeelte byna uitslmj»
diensten verricht, beleedigd hee
Morgen zien we verder.