Donderdag 20 Dec. '06.
50e Jaargang. No. 4214.
TWEEDE BLAD.
Landbouwboekhouding.
INGEZONDEN.
Gemengd Nieuws.
Binnen iandsch Nieuws.
Bij de meerdere ontwikkeling van den
landbouw moet het ieder landbouwer belang
inboezemen om zoo nauwkeurig mogelijk
teweten, welk deel van het bedrijf voor- of
nadeel heeft gebracht, om zoo mogelijk
nieuwe gegevens te verkrijgen om het bedrijf
meer productief te maken.
Toch is het een veelvuldig voorkomend
verschijnsel, dat de wetenschapen om tot deze
kennis te komen, al zeer slecht beoefend
wordt.
Wat toch kan hiervan de reden zijn
Naar het ray toeschijnt is het antwoord
op deze vraag niet zoo ver te zoeken, want
over het algemeen gevoelen landbouwers
weinig lust om veel te schrijven.
Dit feit laat zich evenwel gemakkelijk
verklaren; ten eerste door vaak drukke
bezigheden en ten tweede doordat men
over het algemeen het boekhouden als een
zeer omslachtig en moeilijk werk beschouwt.
Het laatste is toch niet het gevalwel is
waar kan men een zeer omslachtige manier
in toepassing brengen, maar noodzakelijk
is het niet.
Om te voorzien in de behoefte aan eene
eenvoudige boekhouding voor practtsche
landbouwers, is door de Vereeniging van
Oudleerlingen der Rykslandbouwwinter-
school te Schagen eene boekhouding uitge
geven, welke is samengesteld door den heer
C. Nobel, Rij kslandbouwieeraar voor Noord-
Holland. Deze boekhouding is voor den
billijken prijs van fl.50 in den handel ver
krijgbaar.
Hierdoor wordt ieder in de gelegenheid
gesteld om zich zonder veel omslag en moei
lijkheden een beeld te vormen van den
bouw, den gang en den stand van zijn bedrijf.
Met behulp van de nauwkeurige toelichting,
vóór in het eigenlijke hoofdboek gedrukt, is
ieder in staat om de boekhouding goed uit
te voeren, zoodat zij die haar aanschaffen
en in toepassing brengen zich niet zullen
beklagen en den ingeslagen weg zullen blijven
volgen.
De boekhouding is samengevat in twee
boeken, n.1.een zakboekje, hetwelk men
bij zich kan dragen, en waarin men voort
durend alles, wat in het bedrijf gebeurt, kan
aanteekeuen. Van uit dit zakboekje schrijft
men alles over in het andere boek, dat de
eigenlijke boekhouding omvat.
De uitgaven en ontvangsten plaatst men
in het dagboek, hetwelk zeer practisch is
ingericht, zoodat men gemakkelijk een over
zicht kan krijgen van den stand der ver
schillende onderdeelen, waarin men het be
drijf naar willekeur kan splitsen.
De aanteekeningen omtrent het bemesten,
bezaaien en den oogst der perceelen land, en
het dekken der koeien worden mede in het
zelfde boek overgeschreven op de daarvoor,
eenvoudig en practisch ingerichte mest-,
oogst- en deklijsten. Verder vindt men in
het hoofdboek eene jaarrekening, waarin men
op het einde van het jaar de totaal-ont
vangsten -en uitgaven boekt van elk onder
deel van het bedrijf, voorts eene balans en
eene inventarislijst; alles bijeengenomen eene
boekhouding die voor practische landbouwers
een voldoend geheel vormt.
Voor hen, die er prijs op stellen om van
de verschillende perceelen van het bedrijf een
aanschouwelijk overzicht te maken, van wat
er in een tijdperk van enkele jaren op ver
bouwd is, en welke voordeelen men er mee
heeft behaald, is bij iedere boekhouding een
nauwkeurig in ruiten verdeeld los blad
papier gevoegd, waarop men de perceelen
van het bedrijf kan teekenen en waarin men
over verschillende jaren de verkregen uit
komsten kan noteeren.
Naar het mij toeschijnt verdient het ge
heel eene warme aanbeveling; belangstel
lenden verwijs ik naar de Firma Trapman
en Co. te Schagen, alwaar de boekhouding,
zoolang de voorraad strekt, is te verkrijgen.
G. NOBEL.
Lutjewinkel, Dec. 1906.
Andere bladen worden verzocht, dit over
te nemen.
M. de R. 1
Beleefd verzoek ik U, de volgende regelen
in uw veelgelezen blad wel te willen opne
men.
De verslaggever der raadszittingen te
Oude Niedorp heeft het noodig gevonden
terug te komen op hetgeen hij geschreven
had naar aanleiding van de beslissing, door
Zijne Excellentie den Commissaris der
Koningin in Noord-Holland genomen in
zake het door den Raad van Oude Niedorp
op 19 Sept. 1906 vastgestelde reglement
voor de Protestantsche Armvoogdij te Oude
Niedorp. "Velen zullen zich zeker daarover
met mij verwonderd hebben. Want wel
wordt in het schrijven van den Commis
saris genoemd reglement niet met zooveel
woorden afgekeurd, en nog minder finaal
afgekeurd, maar men moet wel blind zijn
om niet te zien, dat dit toch feitelijk zeker
het geval is.
Men oordeele! De Commissaris schrijft:
„Dat er bezwaren tegen het reglement
zijn gerezen en dat de vraag werd geopperd,
of het niet de voorkeur zou verdienen, een
geheel nieuw reglement te maken, om dan
het reglement dateerende van 19 September
1906, in te trekken, en het nieuwe regle
ment samen te stellen in den geest van
het reglement van Mei '59, hetwelk na
eenige wijziging als grondslag zou kunnen
dienen—en dat de Commissaris der Koningin
in overweging geeft, de wijziging in den
zin als door hem in dit schrijven aangege
ven, wel te willen bevorderen."
Is 't nu niet duidelijk, dat de Commissaris
met het reglement van 19 Sept. 1906 niets
wist aan te vangen? Zijne Excellentie
maakt geen bezwaar tegen één of ander
artikelhij wenscht niets minder dan een
geheel nieuw reglement. En wie het verwor
pen reglement met het onlangs door den
gemeenteraad vastgestelde vergelijkt, twij
felt er geen oogenblik aan, of de bezwaren
van Gedeputeerden waren zeer ernstig en
zeer vele. Nauwelijks één letter is gehand
haafd. Men kan gerust zeggen, dat het naar
de snippermand ie verwezen.
Den door den verslaggever bovengenoemd
verloochenden zin: „De bezwaarschriften
1906, ingekomen bij den Commissaris der
Koningin, blijken dus uitwerking te hebben
gehad, daar dat reglement, zooals men kon
merken,finaal is afgekeurd geworden", neem
ik daarom in bescherming. Zoolang het
tegendeel niet is bewezen, geloof ik, dat de
bezwaarschriften, door den Kerkeraad der
Doopsgezinde Gemeente te Nieuwe Niedorp
en door mij ingediend, tot de verwerping
van het reglement het hunne hebben bijge
dragen. Zeker ie in ieder geval, dat het finaal
ie afgekeurd getcorden.
Nu ik toch over de fondskwestie aan
't schrijven ben, zou ik graag even in 't licht
willen stellen, hoe het met haar op dit
oogenblik staat. Het nieuwe reglement
draagt miju goedkeuring weg. Het is onein
dig veel beter dan dat van 19 Sept. 1906.
Wordt het gunstig ontvangen door Gedepu
teerde Staten, dan zijn met den onverkwik-
keljjken strijd twee belangrijke voordeelen
behaald
lo. het Protestantech karakter van het fonds
ie verzekerdhet gevaar van Roomeche inmen
ging ie voorgoed afgewend,
'2o. De rekening en reranhvoording geschiedt
voortaan in t openbaar, in den gemeenteraad
de t{jd van 't onder-onsje is derhalve voorbij.
Mijnerzijds zal nu de aktie worden ge
staakt, wanneer de gemeenteraad metterdaad
zal toonen, den vrede te willen bewaren,
wanneer hjj n.1. in plaats van het tegen
woordige fondsbestuur een geheel nieuw zal
kiezen, dat het vertroutcen heeft der gemeente,
in dien zin, dat zij bewogen zijn met het lot
der armen en weezen en niet er op uit zijn,
zooveel mogelijk elk jaar over te houden.
Algemeen is te Oude Niedorp het gevoe
len, dat het den Gemeenteraad ornst is met
zijn vredelievendheid. Mocht dit echter on
verhoopt niet het geval zijn, dan kan men
er zeker van zijn, dat ik den strijd zal
voortzetten, zonder verder iemand te ver
schoon en.
U dankend, Mijnheer de Redacteur, voor
de opname van het bovenstaande, noem ik
mij, hoogachtend,
Uw Dw. Dn.
B. J. KANIS,
Ned. Herv. Pred.
Oude Niedorp, 17 Dec. 1906.
o—
Mijnheer de Redacteur!
Mag ik s.v.p. een klein plaatsje in Uw
blad voor het maken van enkele opmerkingen
naar aanleiding van de thans by de Winke-
liersvereeniging weer aanhangig gemaakte
stalletjes-kwestie
Het ideaal van enkelen in onze plaats
schijnt nu te zijn
le. den Zondag vrij „ten eigen nutte en
vermaak" „ook eens rust" noemen ze dat;
2e. vyf dagen in de week blyve er een
beetje te doen, dus om toch aan den
kost te komen.
3e. verplichting van omwonenden, om alles
Donderdags hier te koopen by zeker getal
neringdoenden, dat vooral niet mag vermeer
derd worden.
Maar neen, heeren, zoo is de toestand
niet.
De omwonenden komen koopen waar ze
keuze hebben en waar ze geschikt terecht
kunnen.
Keuze heeft men alloen by veel winkels
en waar daaraan gebrek is by veel
tijdelijke winkels, wat de stalletjes toch
eigenlijk zijn.
Geschikt terecht kan men alleen daar,
waar concurrentie is, dus al weer by veel
winkels of veel stalletjes of veel vertegen
woordigers van gelijke zaken.
Ja, ja, die Jac. Met is ook een geducht
„stalletje" voor onze neringdoenden, hoor!
En die betaalt nog niet eens belasting
zooals de andere stalletjes.
Denkt men nu Jac. Met ik noem maar
één, omdat zyn roem gevestigd is en alle
stalletjes weg, dan komen de omwonenden
natuurlijk allemaal koopen en bestellen by
onze neringdoenden.
Zou je denken??
Neen maar voor zoo dom wil ik toch
heusch niemand aankijken!
Er is nog een Alkmaar in de buurt en
een Amsterdam, en een kaartje naar die
plaatsen kost wezenlijk zooveel niet, als je
iets van belang noodig hebt.
Zie maar eens by den trein van half
zeven, hoe dikwijls Schagers daar uitkomen,
bepakt en bezakt met allerlei waren, die ze
ook niet hier hadden kunnen koopen.
Maar hier is zeggen ze in de week
geen keuze.
Voor de omwonenden Donderdags gelukkig
wel dank zy meê de stalletjes en de
Metten.
Daarom, houd de stalletjes op de mooiste
plaats van heel Schagen, op de Gedempte
Gracht, want krijgen ze in ons kleine Scha
gen een slechtere plaats, dan heb je kans ze
kwijt te raken en met hen ook weer veel
bezoekers.
Schagen is geen Alkmaar of Purmerend,
plaatsen die in deze wel wat te zeggen
hebben, omdat er groote handel is en er dus
veel volk moet komen.
Schagen moet nog altijd wat bedenken om
bezoekers te trekken en het ze dus hier
aantrekkelijk en vriendelijk en loonend te
maken.
Daar helpen de stalletjes gelukkig aan mee.
Bovendien betalen ze nog een aardig
plukje belasting ook.
Dus leven de stalletjes! en wel op de
Gedempte Gracht
Met dank voor de plaatsing,
Uw dw. dn.
M. V.
zwaar te verantwoorden hebben. Wy moeten
ook hier afwachten. Geconstateerd kan wor
den, dat de heer dr. De Visser ditmaal geen
gelukkige entree de Cltambre heeft gemaakt.
Zelden kwam een geacht afgevaardigde zoo
slecht van de reis als deze „Staatsman"-pre-
dikant na zyn in de Kamer gehouden rede.
Hy is ongetwijfeld in de algemeene achting
gedaald.
Daar komt nu voor hem de omstandigheid
nog by, dat de groote meerderheid van de
leden der provinciale kerkbesturen haar goed
keuring heeft geschonken aan het reglemen
tair verbod om tegelijkertijd Kamerlid en
predikant te wezen. Het artikel heeft geen
terugwerkende kracht, zoodat dr. de Visser
tot een nieuwe Kamerverkiezing zyn tijd nu
eens in Den Haag, en dan weer in zyn stand
plaats Amsterdam zal kunnen doorbrengen.
Het gerucht, tot ons gekomen, dat hy, indien
hy te Leiden werd gekozen, zyn evangelie
bediening zou neerleggen, blijkt onjuist te
zyn geweest. Maai' dr. de Visser blijft predi
kant (evenals de heer dr. Schokking) met
de wetenschap, dat de kerk, welker dienaren
zy zyn, het veroordeelt, ja, voortaan verbiedt
te doen wat zy zich veroorloven. Men moet
wel sterk overtuigd wezen van zijn onmis
baarheid in de Kamer, of misschien ook nog
van iets anders, om zulk een nadrukkelijk
votum van de kerk te trotseeren.
Dolle ratten en muizen.
In Smyrna was een jong meisje gestorven
aan typische hondsdolheid, zonder dat het
mogelijk was den oorsprong van de ziekte
op te sporen. Een beet door een hond of kat
werd absoluut ontkend, en het eenige dat als
oorzaak kon worden aangenomen, was een
kleine beet van een muis, eenige maanden
geleden. De juistheid van het vermoeden
was niet meer te controleeren, maar het is
wel zaak, dat men de mogelijkheid in ge
dachten houdt en nader onderzoekt.
Ken gevaarlijke vulling voor
In het Engelsche parlement
matrassen.
is onlangs
vodden en
Wat daar-
Op het Binnenhof.
Dr. Bronsveld schrijft, in zyne Kroniek in
de Stemmen voor waarheid en trede, het vol
gende
Op het Binnenhof, in de vergaderzaal van
de Tweede Kamer, is het vuur aangelegd,
en het heeft lustig gebrand. Toch is niet
veel bespeurd vau hetgeen men feu sacré
pleegt te noemen. Scherpe en vinnige woor
den werden nu en dan over en weer ge
wisseld, maar het was geen groot debat.
Vooral trok het de aandacht, dat de oppo
sitie zoo weinig in had te brengen, of ten
minste in had te brengen tegen de regee
ring. Een rede, door den heer Goeman Bor-
gesius buiten de Kamer gehouden, leverde
grootendeels de stof voor beschouwingen
van leden der rechterzijde. De regeeringkon
daarbij denken aan het bekende„Laat de
jongelingen spelen voor ons aangezicht."
Het moet erkend worden, dat het ministerie
den indruk maakt van te zyn samengesteld
uit bekwame en eerlijke mannen. En nie
mand zal met grond beweren kunnen, dat
er aan de verschillende departementen niet
wordt gewerkt. Wy gelooven dan ook, dat
de Tweede Kamer het er niet op toelegt,
om dit Kabinet te doen vallen, maar de
tegen het reglement, vastgesteld op 19 Sept minister van oorlog zal het, naar 't schijnt,
Zoo zijn er velen.
In een Indisch blad troffen wy een aardige
schets aan van eon speculant, welke mis
schien elders ook wel belangstelling zal
wekken.
Het is, zegt de schrijver, een bijzonder aan
genaam ding met speculeeren, dat je je nooit
bewust kunt zyn van een stommiteit te
hebben begaan. Nu is niets gemakkelyker
dan speculeeren!
Een eenvoudig rekensommetje: je koopt
laag en je verkoopt hoog, en omgekeerden als
je al aandeelen hebt, dan verkoop je ze als
de markt hoog noteert en dan koop je lator
weer in als de koers gedaald is. Op zoo'n
manier kun je immers niet verliezen. Als
je een erg harde klap hebt gehad, net
als die mijnheer hier: zestig mille in eens,
zeggen zehet was puur wanboffen 1 dan
moet de stoomklep wijder worden openge
zet thuis. Als je kinderen hebt, dan zyn
die daar uitstekend voor. Geeft die een
goed pak met of zonder reden, dat doet er
niet toe, en ze schreeuwen zoo hard dat het
je oplucht. Op die manier kun je onder de
vrienden je goede humeur bewaren en het
je thuis toch ook aangenaam maken.
Van de week kwam er zoo'n speculant,
het was een makelaar, met een vroolyk ge
zicht in een van de boekwinkels. Aan zijn
lachje kon men zien, dat de negotie niet ge
zegend was geweest. En de later doorhem
aan den dag gelegde zuinigheid gaf me een
zeer hoog denkbeeld van 's mans verstande
lijke gaven. Zyn vrouw en kinderen zullen
hem er dankbaar voor zyn, ongetwijfeld.
De speculant dan vroeg om een pakje
schrijfpapier. De kantoorbediende bracht
hem een pak, mooi bank-paper. Maar de
man die met duizenden speelde, over tonnen
sprak, vond zoo'n heel pak toch wel wat
veel. Hy woog het pak op de hand, draaide
het om en om, voelde hoe dik het wel was.
on ook de dikte van een velletje onderzocht
hy zorgvuldig. Toen zei hy Kan ik mis
schien ook een half pak krijgen?
„Zeker mijnheer," antwoordde de kantoor
bediende, die er gedwee by stond. En een
lichtstraal vloog over het gelaat van den
braven echtgenoot en vader. Hij legde in
afwachting van het bestelde het geld op de
toonbank neer. Toen kwam het pak.
Het was erg druk op het kantoor van
den makelaar. Verbazend druk. Je kon je
niet voorstellen hoe druk het wel was. Ik
ben overtuigd, dat het niet drukker kon zyn
op een ander kantoor. Maar dat kon niet
wegnemen, dat de makelaar zich den ty'd
zou gunnen het aantal velletjes na te tellen.
Hy zette er zich voor in postuur. Een,
twee, drieEr kwam een nieuwe klant,
die geholpen werdDertig, een en dertig,
twee en dertigDe employés gingen aan
den maaltijdzeven en zestig, acht en
zestig lispelde de nauwgezette makelaar...
De kantoorbediende keek al lang niet meer.
honderd een, honderd en tweede make
laar -was onverstoorbaar... Twee vliegen
gingen een huwelijk aan op zyn parelend
voorhoofd honderd vijftien, honderd en zes
tien De rechterhand des zuinigen make
laars verstoorde de vliegen-idylle. De velle
tjes waren alle geteld, honderd en zestien.
Er waren geen velletjes meer dan dit aantal,
honderd en zestien. Het was fataal. Het
halve pak moet er honderd en twintig be
vatten. Hij was toch altijd een wanboffer.
Net als met die RedjangsDe makelaar
dacht na. Er kwam een rimpel op zijn voor
hoofd. Een diepe rimpel. Toen wendde hy
zich tot den winkelbediende, die bijna
geeuwhonger had
„Er zyn maar honderd en zestien velle
tjes
„Zoo", gaapte de ongelukkige employé.
„En een half pak moet er honderd en
twintig bevatten
„Ja", kwam er met maagpijn-geluid uit.
„Dus ik zou wel reductie willen heb
ben"
De rampzalige bediende schoof den klant
onmiddellijk een dubbeltje toe:
„As-je-blieft
„Dank-u
De makelaar groette. Hy had een dubbel
tje terug van zijn verlies.
Massage door blinden.
In Engeland is sedert eenige jaren een
inrichting voor massage door blinden ge
opend, die met veel succes werkt. Op het
oogenblik zijn er 40 goed geoefende en
bekwame blinde masseurs aan het werk.
Daaronder zijn, voor de behandeling van
vrouwen en kinderen, ook een aantal vrou
wen. Elders, b.v. in Japan, gebeurt dit reeds
lang. In Yokahama zyn 1000 personen,
mannen en vrouwen, als masseurs werkzaam
en 900 van dezen zijn blind. Daar is het vak
min of meer een monopolie van de blinden
in Engeland en in Amerika, waar men het
nu begonnen is, moeten zy met de zienden
concurreeren, maar door hun zeer ontwik
keld tastgevoel zyn zy voor de uitoefening
zeer geschikt, zoodat zy allicht den voor
rang zullen krjjgon.
Kil dat alles door een stuk speelgoed.
Een knaap te Ghistel, in West-Vlaanderen,
ha 1 een mechanieken spoortrein gekregen,
werkende door middel van een spiritus-
lampje.
Het ding was zoo goed nagemaakt, dat
het machien, juist gelijk dit met een gewone
locomotief het geval kan zyn, ontplofte, de
vlam meedeelde aan gordijnen en meubelen,
het huis afbrandde en de pompiers van
Oostende moesten geroepen worden om te
voorkomen, dat de brand naar andere
huizen oversloeg. (H. v. Antw.)
geklaagd over den handel in
lompen voor matrassenvulling.
voor gebruikt werd was zoo vuil en smerig
dat het alle beschrijving tot boven ging. Er
heerschte in de bewaarplaatsen zulk een
afschuwelijke stank.dat men er haast geen
werkvolk kon krijgen. Wasschen of ont
smetten zou de zaak te duur maken, en dit
blyft dus geheel achterwege. Het goed wordt
machinaal uitgeplozen en met de eene of
andere olie toebereid, dat er geen lucht meer
aan is, en dan worden de menschen er op
te slapen gelegd.
Van anderen kant wordt echter een nieuwe
stof, voor hetzelfde doel, zeer aangeprezen.
De aard worde niet nader aangegeven, en
schijnt geheim te zyn, maar het is een mooi,
zijde-achtig goed, dat in het geheel geen
vocht absorbeert, en zich dus uitstekend
houdt.
Jachtvermaak.
Als historisch wordt aan de „Ass. Crt."
het volgende gemeld
Veel hadden zy gelezen en gehoord over
het jagen. Zooveel zelfs, dat zy besloten ook
eens aan die edele sport te gaan doen.
Daartoe togen in de vorige week vader en
zoon naar de markt en kochten voor de
somma van 28 cents eene reeds halfdoode
kip. Deze werd mede naar huis genomen
en het beestje, dat de rol van „wild" zou
vervullen, in den tuin losgelaten. Vader,
den polstok ter hand genomen, en zoonlief
voorzien van geweer en weitasch, trokken
alsnu „te velde", om op het edele wild te
jagen. De kip werd, nadat herhaalde malen
het in dit geval „niet-doodend" lood was
gevallen, eindelijk door een welgemikt schot
aan een vleugel getroffenzy vloog met een
laatste inspanning van krachten over een
heg en kwam in buurman's tuin terecht.
Doch ook daar zou zij geen rust vinden van
de onvermoeide Nimrodszonen, wier jacht-
lust nu de hoogste spanning had bereikt.
Papa zette met zijn polsstok fluks het beestje
achterna en kwam eindelijk hals over kop
ook de heg over en zoo was het nu reeds
bijna driekwart doode beestje spoedig in
's jagers handen gevallen.
In triomf trok men naar huis, waar moe
der de vrouw vader en zoon na hun moeite-
vol en zoo ruimschoots beloond jachtavon
tuur op een kop koffie met koek onthaalde.
Aldus geschiedde de vorige week in het
jaar 1906 in Drente's hoofdstad!
Doodgeslagen.
Naby de spoorbrug van de Ringvaart ach
ter den tuin van café Schollenbrug onder
Watergraafsmeer lag een schuit van de
firma Stroethoff, geladen met cokes. Een
knecht dier firma, Willem Dannes, oud
42 jaren, wilde de schuit, die bleek te hoog
beladen te zyn om onder de spoorbrug door
te varen, terug duwen; hy gebruikte daar
voor een balk van de spoorbrug tot steun
punt en kwam daardoor met het bovendeel
van zyn lichaam over de spoorbaan te han
gen.
Inmiddels kwam te 8.30 de trein No. 202
uit de inrichting Utrecht aanrollen en
I niettegenstaande een waarschuwing van
j zijn kameraad, dat die trein in aantocht
was kwam een der treeplanken met
zoo'n geweld tegen 's mans hoofd, dat hij
bewusteloos achteroverviel op de cokes.
Een knecht van den vleeschverkooper U,
de Leeuw stond gelijktijdig met zijn aange
spannen vleeschwagen voor de afsluitboomen
van den overweg en nam den ongelukkige,
die nog leefde, op en vervoerde hem naar
het O. L. Vrouwe Gasthuis, alwaar de
patiönt by aankomst bleek overleden te zijn.
Ken „daklooze".
Donderdagavond werd tegen halftwaalf
aan de R. K. pastorie te Zaltbommel door
den heer pastoor een brief uit de bus gehaald,
aan hem geadresseerd. De inhoud was verre
van aangenaam. Er werd n.1. in bericht, dat
een daklooze onderkomen verzocht en in
afwachting zich voorloopig maar in het pa
tronaat had neergelegd.
Heer pastoor wekte den pater en na beraad
werden mede de beide bedienden, die ook
reeds ter ruste waren gegaan, opgeklopt.
Nu toog men de straat op en daar bleek,
dat in het belendende gebouw werkelijk het
licht was ontstoken.
't Is begrijpelijk, dat met zekeren angst
het gebouw werd genaderd, doch toen het
op binnentreden aankwam, werd't toch beter
geoordeeld hulp van politie in te roepen,
immers men kon niet weten met wat voor
onverlaat men te doen kon hebben. Daar
verschijnen weldra twee politie-agenten en
als mannen van het vak stappen ze onbe
schroomd het gebouw binnen, angstig gevolgd
door het viertal bewoners der Pastorie.
I „Daar ligt ie", klinkt het eensklaps en met
flinken greep wordt de brutale indringer in
den nek gegrepen... en nu vertoont zich
voor de oogen van het verschrikte viertal...
een flinke haas.
't Is te begrijpen dat zoo'n daklooze een
goed, veilig plaatsje in de keuken werd in
geruimd. (T. Ct.)
leis nieuws.
Binnenkort zal men op de lijnen der
"Amsterdamsche gemeentetram een nieuw
soort wagens zien loopen, niet voor het ver
voer roizigers, doch uitsluitend te gebruiken
voor trekkracht. Zy zyn het best te verge
lijken met kleine electrische locomotiefjos,
die in hoofdzaak zullen dienen om de bijwa
gens uit de remises te rijden naar de punten
waar ze aan motorrijtuigen moeten worden
gekoppeld. Tot dusver geschiedde dit door
middel van de motorwagens zelf, doch de
praktijk heeft geleerd, dat het verkeer ge
baat zal worden, als deze dienst niet meer
van de motorrijtuigen worden gevergd.
Doch behalve voor dit doel, zullen deze
„werkwagens" (aldus luidt de benaming der
nieuwe voertuigen) kunnen worden gebruikt
voor al die diensten, waarvoor niet de
I indieuststelling van een motorrijtuig wordt
vereischt, maar wel trekkracht moet worden
aangewend, om slechts te noemen het weg-
halen van eventueel op de lijnen defect
geraakte rijtuigen, enz. Door hun bouw zul-
jlen zy uiterlijk veel overeenkomen met
kleine goederenwagens.
Vier van zulke „werkwagens" naderen
thans hun voltooiing in de Ned. Fabriek
voor Werktuigen en Spoorwegmaterieel,
Raadsvergadering te Harenkarspel,
Zaterdag 15 Dec. 1906. Afwezig de heeren
Boekei en Slot.
De Voorz., de heer J. Swan, opent de ver
gadering, waarna de notulen der vorige
worden gelezen, goedgekeurd en geteekend.
Medegedeeld wordt, dat de begrooting
voor 1907 door Ged. Staten is goedgekeurd,
evenzoo het besluit tot aankoop van de Herv.
Kerk alhier van de mede-eigendom in onr.
goederen van de gemeente, t oor kennis
geving aangenomen.
Van mej. Ploeger te Waarland is ingeko
men een verzoek om eervol ontslag tegen
16 Jan. a.8. wegens hare benoeming tot
onderwijzeres te Helder.
Dit ontslag wordt verleend, waarna de
Voorz. mededeelt, dat bereids eene oproe
ping is geplaatst om te trachten tegen dien
datum de vacature wederom vervuld te
krijgen. De termijn van inzending der
stukken, zegt de Voorz. op een vraag van
den heer Burger, is gesteld tot 20 dezer, oin
zoo spoedig mogelijk de voorbereidende
werkzaamheden voor de benoeming te kun
nen aanvangen. Of we echter op tijd klaar
komen, hangt af van de vraag, of de te
benoemen onderwijzeres terstond in dienst kan
treden of eerst nog ontslag moet aanvragen.
Namens mej. Steinbach was ingezonden
een geneeskundige verklaring, waarin een
verlenging van verlof met vier maanden
noodzakelijk werd geacht. Het verlof wordt
daarom tot ultimo April verlengd.
Daarna komen een tweetal verordeningen
ter tafel. Eerst een verordening tot geldig
verklaring der strafverordeningen (zijnde de
in dit jaar vastgestelde bouw- en woning
verordening, benevens de algemeene politie
verordening,) en vervolgens een verordening
tot wijziging van art. 5 der verordening op
het herhalingsonderwys in dien zin, dat het
onderwys aan de jongens niet zal worden
gegeven op Maandag, Woensdag en Vrijdag,
doch op Maandag, Donderdag en Vrijdag.
Beide verordeningen worden overeenkom
stig de aangeboden ontwerpen vastgesteld.
De heer P. Schermerhorn, als armvoogd
dit jaar aan de beurt van aftreding, wordt
met algemeene stemmen als zoodanig her
benoemd.
De Voorz. doet thans namens B. en W.
een voorstel tot benoeming van een bouw-
opzichter. Ter toelichting van dit voorstel
deelt de Voorz. mede, dat B. en W. onmo
gelijk, zonder deskundige voorlichting, de
vele aanvragen om bouwvergunning kunnen
beoordeelen, evenmin ais gecontroleerd kan
worden of overeenkomstig de vergunning
gebouwd wordt. Tot dusver, zegt Voorz.,
hebben B. en W. zelf de ingekomen bouw
plannen beoordeeld, doch 't is er ook naar
gegaan. Dit moet anders worden, de bouw
verordening dient toch te worden nageleefd
en vandaar-het voorstel om op het voetspoor
van St. Maarten een opzichter te benoemen.
De heer Groot vraagt, welke belooning
aan den bouwopz. te St. Maarten wordt
betaald, waarop wordt medegedeeld, dat
blykens terzake ingewonnen inlichtingen
aldaar voor opzicht in 1905 is uitbetaald
f 15.—. Vast salaris wordt daar evenwel
niet genoten.
Voorz. merkt op, dat de belooniug hier
grooter zal moeten zyn; hier wordt meer
gebouwd en de gemeente is meer uitgestrekt.
De verg. is het daarmede geheel eens.
De heer Burger informeert naar de be
doeling van B. en W., nl. of zy iemand
wenschen aan te stellen op vast salaris, of
eene belooning werschen vast te stellen
naar gelang van den omvang van het
werk (alzoo wisselend).
De Voorz. geeft de voorkeur aan vast
salaris.
De heer Burger zegt: Zou het geen over
weging verdienen den te benoemen bouw-
opzichter tevens te belasten met het opzicht
over de gemeentewerken, en deze werken
dan aan te besteden.
De Voorz. ziet niet in, dat in aanbesteding
van het gemeentewerk zooveel voordeel
zal zijn gelegen; wel acht hy intusschen
een gemeente-opzichter wenschelyk, opdat
B. en W. zich in vele gevallen door dezen
kunnen doen voorlichten en controle kan
worden uitgeoefend by de uitvoering van
onderhoudswerken.
De heer Burger daarentegen is van mee
ning, dat de gemeente zich wel zal bevoor-
deelen, wanneer het werk wordt aanbesteed.
Spr. acht zich niet bevoegd, omtrent de
rekeningen over 1905 een juist oordeel uit
te bespreken, doch dit is hem wel
opgevallen, dat er hooge rekeningen bij wa
ren.
De heer Keesom is niet voor de aanstelling
van een gem.-opzichter. Spr.herinnert zich, dat
de banne Harenkarspel vroeger ook een op
zichter had, doch de resultaten daardoor
verkregen, waren van dien aard, dat de be
trekking is afgeschaft.
De heeren Zut en Bypost zyn wel voor
de benoeming van een gem.-opzichter, doch
niet voor aanbesteding van het gemeente
werk. By aanbesteding wordt en kan er
althans geknoeid worden, wat niet het ge
val is wanneer het werk zonder aanbeste
ding wordt opgedragen, merkt de hoer
Zut op.
De opmerking wordt gemaakt, dat het
zeer goed zou kunnen zyn, dat de Banno
ook weer een opzichter zou willen aanstel
len; in dit geval zou 't wenschelyk zijn
met elkaar in overleg te treden.
De heer Burger stelt daarom voor, vóór
de verdere behandeling van dit onderworp
in overleg te treden met het bansbestuur
De "Voorz. is daar niet tegen, doch meent
dat de Raad zich thans reeds in beginsel
kan uitspreken of de aanstelling van een
gem.-opzichter wenschelyk is. Het aldus
aangevulde voorstel wordt met algemeene
stemmen aangenomen en tevens, om mot
het bansbestuur in onderhandeling te tre
den.
De Voorz. oppert het idéé, om het salaris
van den gem.-opzichter vast te stellen.
Mocht het bansbestuur tot medewerk in»
bereid zyn, dan zal in die vergadering n«i-
tuurlyk de vraag gesteld worden: wolk
salaris moeten wy geven? Vroeger was
f 6foo I001^'' het 8814113 van den banne-opz.'
De heer Bypost is van gevoelen, dat den
gem.-opzichter wel een salaris van f lOu -
mag worden toegekendwanneer die voord,,
banne bepaald werd op byv. f 60.—, wordt
het samen e6n salaris, waarvoor zich wol
sollicitanten zullen aanmelden. De Voor/
had gedacht :f 150.—door gom. en banne
ieder voor de helft te dragen. De heeren Zut
en Burger wilden met f 125.- beginnen
en desnoods verhoogen, als 't mocht blij kon
dat1,/een geschikte candidaten zich aan-
meldden - By stemming wordt eindelek
uitgemaakt, dat, mocht de banne tot mede-
Z hnm 1 ?>n> vanw®ge de gemeente
de helft m het eventueel op f 150 te
bepalen salaris zal worden bijgedragen
Een vrij uitvoerige discussie werd ten
slotte gehouden naar aanleiding van oen
door den heer Burger by de rondvraag gestel-
de vraag, wie recht hebben om voor reke-
king der gemeente te beschikken over een