een Boerenmeid,
Mtedienst
een Huishoudster,
een vast Werkman,
Een vast Werkman
een vast Werkman.
3 Ma 10MMI
Uil.
13
een vast Werkman,
te
Caïé m\ Vergiiiing,
Evangelisatie Breezaufl-
Arrondissements Recht
bank te Alkmaar.
ADVERTENTIÊN.
Dienstbode.
een Werkman,
Te Koop:
met een GENT,
Ilaverstroo
lli Muit
15 beste zware
üonschapen,
In de Paarden-
en Kalverslachterij
Vrachtdienst op Schagen
Uit de hand te koop:
TIJ-
Uit de hand te koop
Een HUIS;
SI
Muisjes en Blauwen,
larwe-, Haver- eo fierstatroo,
een HUIS,
G. KUIPER,
GOUD
STOKPAARDJES-LELIESBELKZEEP
Te Huur
Een HUIS
Zondag 17 Februari,
Zondag 24 Februari,
Wordt gevraitsd
Te Hoop:
25 halfmud
te koon, bij G DE BOER, Belk-
merweg, Zuid-Zijpe.
Te koop:
Te koop
van C. SLIK Kz.,
Loet E 90, SCHAGEN,
is dagelijks verkrijgbaar 1ste
Kwaliteit versch geslacht
Te koop:
Donderdags
van Oude Niedorp, Nieuwe Nie-
dorp, 't Veld en Zijdewind.
J. BOSSEN.
Te koop:
Te huur:
met 17 morgen LAND.
Sinninghe Damsté.
Bediening van den H. Doop,
Zitting van Dinsdag 12 Februari 1907.
Eerst werden we onthaald op een paar
kinderwettenzaakjes, niet de deuren dicht,
dus voor ons ook mondje— dicht.
Het derde zaakje voerde ons een ouden
bekende, Gerrit Snelten uit Hoorn, in de
armen, een door eerlijkheid juist niet uit
blinkend arbeidertje. Gert is geboren te
Den Helder, welk heuglijk feit 31 jaren
geleden plaats vond.
Gerrit heeft zich in die 31 jaar al aardig
„geoefend". Zoo was hjj louter tengevolge
van eene „lange-vingersoefening", waarmee
h|j anderen terdege had benadeeld, in 1905
wel 10 maanden de doos ingeduwd.
Gerrit had den 5den Januari j.1. met
Frans van Rooi een heel aardig plannetje
in 't hoofd.
Als je 'm gelooven kunt, maar dat
kun je niet dan was het plan in Frans'
brein gerijpt. Frans had hem dan aan
gezet, om, eenmaal in 't welbekende hotel
restaurant van den heer Tames Bakker in
de Havensteeg te Hoorn zijnde, het horloge
van één der bezoekers, Jan Kooij genaamd,
te stelen.
Gemoedsbezwaren had Gert toen nog
niet nu misschien wèl en hij scheurde
den niets kwaads vermoedenden Jan Kooij
bij 'b naar huis gaan het horloge van zijn
buik en bemerkte hierdoor, dat Jan's dier
bare „Uhr"-ketting op den grond viel.
't Horloge, de wild-begeerde buit, had hij
echter gauw in zijn vingers.
Eenmaal 't „werk af" hebbende zochten
de heeren spoedig het café weer op, maar
Frans besloot hij was toch ..op
den Rooden Steen" om aldaar te wachten
op Gertje.
Toch ging hij spoedig naar huis. Onze
Snelten stapte dus weer bjj Bakker binnen,
doch werd daar door twee agenten ingepikt.
Dat was een streep door de rekening en
Gerrit bekende 't voorgevallene maarDe
zaak kwam voor 't gerecht. Reden voor
zijne onbegrijpelijke daad dronken was
hij niet geweest kon hij niet opgeven.
Van Rooi ontkende, Gerrit tot den dief
stal te hebben aangezet. De getuigende
agent van politie, Klaas Molenaar was
ziek, maar de O. v. J. achtte toch voldoende
bewezen datgene, wat Snelten ten laste was
gelegd.
Deze beklaagde heeft reeds 4 jaren „al
met al" gevangen gezeten. De eisch was
14 maanden gevang.
Het volgende zaakje was géén diefstal,
doch valt onder de rubriek mishandeling.
De beklaagde, Willem Zwart, die nu op
een trawler is, was niet verschenen.
Hij is een visscher uit Egmond aan Zee
waar hij vroeger verkeerde met een lief
meiske, Kniertje Groen genaamd.
Maar 't ging verkeerd en 't raakte af.
Den 6den Januari kwam hij haar en 2 vr ien-
dinnen, Dirkje Zwart en Hendrika Blok,
tegen. Bóós, dat snap je. Eerst mishandelde
hy Dirkje, daarna moest Hendrika het ont
gelden, maar Kniertje, wie het eigenlijk
gold, bleek ongedeerd.
Agent De Wit, die na al 't gebeurde aan
leiding vond om Zwart mee naar huis te
stoetelen, werd nog beleedigd op den koop
toe en de O. v. J. eischte voor al die
gevalletjes 3 maanden gevang, tegen be
klaagde.
Vervolg op 't rooie-kool-bombardement te
Oudkarspel in 1905 gehouden.
Nu waren de bordjes echter verhangen.
Was het toen Jan Visser, die als beklaagde
optrad, nu was Jan Slooves, de getuige van
weleer, die eer beschoren, omdat hij den 12
Januari j.1. natuurlijk lang niet uit vriend
schap het gaas van Visser's hek afscheurde.
Beiden trachtten zoo ijverig mogelijk hun
eigendomsrecht aan te toonen en 'twas een
kwestie over erfpacht, belemmering van
overpad, etc. etc. welke hiermee eindigde,
dat de O. v. J. het 't beste oordeelde, die
kwestie voor een civielen rechter uit te ma
ken. Maar niettemin mocht Slooves geen
vernieling plegen en wegens overtreding art.
350 Wetb. v. Strafr. eischte de O. v. J. f5
boete of 5 dagen hecht.
Jacob Theodorus Kruining moest vervol
gens terechtstaan en wel wegens vernieling,
te Enkhuizen zijne woonplaats gepleegd,
op 13 Januari j.1. Kruining, een stucadoor,
was toen erg dronken en kreeg woorden
met den hotelhouder Meij knecht, bij wienhy
zich bevond en die hem de deur uit wilde
hebben en trouwens ook daar buiten zette.
Kruining, bóós, neemt een fietsenrek en smijt
het in een raam, waar 't in blijft steken.
Een paar voorbijgangers zien die grappen
makerij en worden als getuigen gedagvaard.
Hunne verklaring levert voldoende 'bewijs.
Trouwens, beklaagde bekent en heeft véél
berouw. Hij past overigens goed op en be
loofde beterschap.
behoefde. En zij deed dat ook onbevangen
in Gastons tegenwoordigheid. Maar op
zekeren dag zeide Gaston met een
eigenaardigen klank in zjjn stem„Vraag
dat maar aan Paul I Gjj zjjt steeds zoo
overtuigd, dat hg het precies weet
dat zg getroffen zweeg. Want het kwam
haar voor, als was dit een bedekte aanval
tegen Paul.
Op zekeren namiddag begaf zg zich op
weg naar het jagershuis. Haar weg ging
voor een groot gedeelte door het woud.
Het woud was groot en mooi.
De vrouw van den jager zat voor de deur
van het huisje en had een zeef in haar
schoot, waarin zg salade had uitgezocht.
Toen zg Elinore zag komen, plaatste zg
de zeef naast zich op de bank, streek haar
schort glad en ging haar tegemoet. Elinore
keek haar verwonderd aan. Zg had zich
de vrouw van een jager geheel anders
voorgesteld. Zg zag nu voor zich een
zeer jonge vrouw, zoo klein, zoo fijn, zoo
ongelooflijk tenger, met zulk een smal,
klein gezichtje, met zoo vurige, schitte
rende oogen, met albasten wangen en
goudblond haar. De vrouw was een weinig
verlegen toen zg Elinore groette, maar zg
scheen toch ook wel aangenaam verrast.
Elinore gat haar de hand. ZjJ voelde daarbg,
hoe klein, ach, zoo klein en tenger, die
hand was, als eene kinderhand Maar
toch was die hand verhard door 't werken,
en aan de vingers voelde men de nerven
van het naaigaren. De jagersvrouw wilde
Elinore de hand kussen en zeide daarbg
„Ach, mgn God 1 De hooge vrouw is dan
werkelgk tot ons overgekomen l" Zg veegde
de bank met haar schort af. Maar de bank
was zoo spiegelglad als een tafel.
De O. v. J. eischte tegen hem, met het oog
op een en ander, geen zware straf, n.1. f
boete of 7 dagen hechtenis.
De laatste beklaagde, Johannes Maks, een
tuinman uit Beverwijk, stond terecht, omdat
hjj den 20sten Januari aan mishandeling zich
schuldig maakte. Hij was toen voornemens
om te Castricum per fiets eens een kijkje te
nemen. Maar hartelijk was de ontvangst niet.
Hij werd door zekeren Hartenberg zóó ge
sard, dat hij besloot dat kereltje zjjn portie
eens te geven.
Pas toch was hij binnen de poorte Oastri-
cums, of Hartenberg, door tweo zijner tra
wanten waardig ter zijde gestaan, nam onzen
toerist in 't ootje, dat het gewoonweg de
spuigaten uitliep. „Kijk daar eens hei,
hei, kerelha, ha daar komt Cham-
berlain en meer van zulke welkomst
betuigingen van twijfelachtigen aard waren
Maks' deel. Maks vond ze juist niet twijfel
achtig, maar ging er zeker in, dat het erop
aangelegd was om hem boos te maken. En
dat gelukte.
Hij werd kwaad. Trouwens, het toorden
was hjj feitelijk ook al op voor echt up-
to-date-man als Maks is want 't is altijd
een nijdig manneke geweest.
Hier had hij trouwens werkelijk geen
schuld en heelemaal geen aanleiding ge
geven, dus was zijn ziedende toorn gemo
tiveerd.
En 'twerd er niet beter op, toen de Castri-
cummer straatjeugd waarlijk een veelbe
lovende verzamelinghet gevalletje be
merkte en onzen on'gelukkigen fietser als een
welkome prooi beschouwde om hunnen spot
lust er eens naar welgevallen aan bot te
vieren. En na eenige voorposten-gevechten,
o.a. gevormd doordat het kranige zoontje
van zekeren Maas den rijwielman een sinaas-
1 appelschil in zijn nek gooide, was de oorlog
verklaard.
I Maks bulderde dat hij wou, dat die jeug
dige ridder van den sinaasappel 18 jaren was,
dan zou hij hem gewoonweg doodslaan,
niets minder of meer dan dat
't Was een vrome wensch en de tijd vliedt
snel, maar toch niet zóó dat er op 't moment
wachten naar was, dat Maks' wensch was
vervuld en het vreeselfjke vonnis zou kunnen
worden voltrokken.
Kees Hartenberg, een hoogst schrander
jongeling, wist echter het moeilijke probleem
op te lossen en zei met heroïsche gelatenheid
„Nou, hier wjj benne 18 jaar, kom
maar op
Neen, dat wou de strijder voor recht en
billijkheid niet; géén plaatsvervanging, dat
was niks.
Maks verdween snel als het licht in Koop-
man's herberg om krijgsraad te houden. Een
paar borrels lubberden hem verder terdege
op en tóen hij een uur later met zekeren
Frederik Heysteeg weer Castricum's straten
j doorflaneerde, ontmoette hij zoo waar
Kees Hartenberg.
Het zooeven geproefde vuurwater had op
hem toen dezelfde uitwerking verkregen
die je bij een Sioux-Indiaan, een opper
hoofd der Comanchen, Apachen of dergelijke
vreeselijke strijders kunt constateeren. Hij
moest bloed zien, zonder genade.
„Is dat die flauwe rakker van straks,"
brulde Maks en ja, het antwoord van Heijsteeg
luidde bevestigend.
De jas was in een minimum van tijd uit
gesmeten en Maksdeed een verwoeden aanval.
In het bezit van een grooten sleutel zijnde,
gaf hy daarmede in de hitte van het gevecht
Hartenberg een klap tegen zijn kersepit,dat
het een liefhebberij was.
Hartenberg vond "er echter nu weinig lief
hebberij meer in en had niet den minsten
lust om te reageeren. Hij wist niet beter te
doen dan met ijver naar mijnheer IJb Schoon
hof!, den arts, te gaan.
De dokter kramde den getroffene weer zoo
goed mogelijk bij elkaar en weldra was Kees
genoeg op krachten gekomen om er Maks
bü te lappen wat geschiedde.
Maks had nu een getuige „a dtsérsie", zei
hij en die verklaarde ('t was Heijsteeg), net
als Maks zelf, dat een erge plaagpartij vooraf
ging en oorzaak van het gebeurde was.
Overigens bekende beklaagde, dat hij den
slag had toegebracht.
De O. v. J. achtte de plagerij juist niet van
veel gewicht in deze.
Maks toch staat lang niet gunstig bekend
en is al meermalen wegens mishandeling en
ook wel eens wegens wederspannigheid ver
oordeeld.
By Z.E.G. was, alles in onderling verband
en samenhang beschouwd, het idéé gewekt,
dat Maks een boerenvechtpartjjtje wou orga-
niseeren. De eisch luidde 3 weken gevange
nisstraf.
A.s. Dinsdag uitspraken in alle vandaag
behandelde zaken.
Uevraaed
bij G. 8TUIJ, Warmenhuizen. Met Mei
in de Weere, Gem. Winkel.
Mej VERFAlLLE,
Koegras 3, Helder.
Gevraagd:
in klein gezin, vader en zoon. Adres
D. PRINS Jz., Scbotersingel 33 zwart,
Haarlem.
Gtevraagd, togen 1 Maart,
een flinke, vooral nette
Zich in persoon te vervoegen bij A.
VI88ER, Stationskoffiehui 8,
Schagen.
bij C. NEKFJE8, te Koegras, Strooweg.
Wordt fevraaffdi
die goed kan melken, tegen 1 Mei a.s
bij K. ZANDER te Barsingerhorn
gevraftffd, 8°od kunnende melken,
tegen 1 Mei, bij A. HOOIJ te Oude
sluis
Wordt gevraagd:
om met 1 Maart in dienst te treden,
tegen hoog loon, die goed kan ploegen
en melken. AdresH. WAIBOER Dz.,
Koegras bij Den Helder.
tiievrofó^d
bij Jb. WIJDENE8 te Andijk.
-O-
bij C. HOOIJ te Oudesluis.
bij C. PRONK, Anna Paulowna,
Middelweg
bij de Wed P, PIJPER, Weere,
Winkel.
KALFSVLEES
Onder beleefde aanbeveling,
Bestellingen worden aangenomen door
C. KOOIMAN, Nieuwe Niedorp.
(Overhouders)bij W. DEN ADEL,
S c h a g e n.
een goed beklante
Te bevragen bij den eigenaar K.
KREIJGER te Oudesluis.
in vieren bewoond, voorzien van 4 regen
bakken, bleekvelden en welpnt, en
V
tegen 1 Mei, woning disponibel met
grooten tuin. Jb. KATER, St. Maartens-
vlotbrng, Belkmerweg.
Elinore keek n&ar het kleine huisje en
zeide lachend„Het is een huisje als nit
een sprookje."
De jagersvrouw lachte vriendelijk. „Ja,
ons buis is als nit een sprookje. Maar
het is zoo armoedig, zoo erg armoedig 1"
En nn lachte zg weder, stralend, geluk
kig, alsof er een kostbare zegen mee ge
komen was, dat het huisje zoo armoedig
was 1 Daarna hoestte zg.
Elinore zeide„Oa een poosje bg mg
zitten," en zg schikte wat ter zgde. „Hoest
ge altjjd?"
„Neen, neen, bgna nooit I" antwoordde de
kleine vronw. „Zeer weinig, maar 's nachts
't meest. Maar dan hoort Kasper het niet,
Oode zg dank
„Waarom zegt ge: Oode zg dank?"
„Wel, omdat hg er zich anders veel zor
gen over maaktd&&rom I" antwoordde de
vrouw. „Ik zeg dikwgls: waarom zal men
zich zoo bezorgd maken Ik heb nooit
zorgen."
Elinore was verwonderd „Nooit 1?"
„Neen, nooit," antwoordde de jonge vronw.
En daarbg schitterden haar oogen verge
noegd.
Elinore zweeg in sprakelooze verbazing.
Dit was zoo wonderljjk, dat zg niet in
staat was het te begrgpen.
„Vertel mg eens iets van uw leven,"
zeide zg goedig.
En op het gelaat van de jonge vronw
versoheen weer een gelukkige uitdrukking.
Maar zg keek toch wel wat verlegen.
„Lieve hemel I" riep zg. „Wat zal ik u
vertellen. Ik heb Kasper en den ouden man
maar het is nooit eens wat nieuws. Het
is altjjd hetzelfde. En ik kan ook niet
best meer uitgaan, daarom ben ik veel
bij W. SMIT, Lasschoten, Schagen.
geperst in balen, tegen f 8.75 de 1000
Pond, bij D. DE JONG, Lotweg,
Anna PauloWna,
thuis. Ik ben ook het liefst hier in het
bosch. Ja, wanneer ik eens naar de stad
kon
„Naar de stad!" zeide Elinore. „Zjjt ge
daar dan nog nooit geweest?"
„Neen nooit
„En daarom stelt ge u dat zoo mooi
voor
„Ja, e e n i g stel ik mg dat voor I"
Nn lachte Elinore toch. De jagers
vrouw had dit woordje zoo eigenaardig
gezegd!
Maar nn werd de jagersvronw toch ook
weder verlegen. Zg wees naar het tuintje
voor het hnis en zeide: „Dit is onze
tnin. Het is een last te zien in het voor
jaar, hoe alles te voorschijn komt. Het is
als een wonder. Alles wat wg behoeven,
groeit er in. Dikwgls komen de bladeren
's nachts nit de aarde. Men begrijpt het
niet. Wil mevronw ons huisje van binnen
eens zien
Ja, zeker, dat wilde Elinore. De jagers-
vrouw aarzelde en draaide het schort om
haar hand.
„Hebt ge geen kinderen vroeg Elinore.
En de jagerevronw lachte weder, echt
gelukkig.
„Ja zeker, ja, natuurlgk 1" riep zg uit.
„Wg hebben een klein kind ik zal het
gaan halen!"
Zg ging en kwam terng. Zg hield een
nietig wezentje in hare armen. Het
lichaampje was nog zoo klein I En het
gezichtje was zoo klein, zoo klein en teeder.
Maar de oogen van het kind waren groot
en levendig, en toen Elinore zich over het
wichtje heenboog, opende het kleine
menschje den kleinen mond en lachte. Zoo
moesten de engelen lachen.
gelegen aan Spoor en Tram te Schagen.
Te bevragen onder Letter C, Bureau
van dit Blad.
ruim burgerbestaan opleverende, ter
overname «opgebodm
Zaak zeer solide.-Koopsom f 3500.
In een vooruitgaande plaats in Noord-
Holland. - Vergunning op naam -
Bewijzen van omzet ter inzage.
Br. fr, lett. V, Bureau v. d. Blad.
met stalling voor 10 Koeien, en 4 H.A,
Deuren, Ramen en Kozijnen met
doorsnede, platte Gronden en Opstan
den van gebouwen Alle Kappen met
doorsnede. Alle soorten Trappen met
uitslagen der boomen, desverlangd
op ware grootte, waar ze op kunnen
worden gemaakt.
Lessen iederen Zondag, 's morgens
81/*111/2 uur-
Mr. Timmerman,
Lu tjewinkel.
waard is een blanke, zachte huid, een
jeugdige, frissche, rose teint zonder zomer
sproeten, puistjes, vetwormpjes enz. U
krijgt dat door het gebruik van
van BERGMANN Co., Radebeul'
Echt Fabrieksmerk „Stokpaardjes'",
p St. 50 ets. bijA. HOVENIER,
Coiffeur. Schagen
gelegen aan den Schorweg te Anna
Paulowna - Te bevragen bij P. PRAN
GER aldaar.
Te bevragen Bureau Zijpar Courant,
Sehagerbrng.
„Het is een jaar oud," zeide de jagers-
vrouw, bgna bevend van geluk „Is het
niet klein Is het mogelijk dat een roen-
schenkind zoo klein is Het is eigenlijk
niets een klein hoopje I Ja, een klein
hoopje 1" En jubelend hief zij met hare
zwakke armen het kindje in de hoogte en
kuste het op de wangeD.
Elinore gevoelde zich door dit huiselijk
tooneeltje zeer geroerd.
En de jagers vrouw zeide halt vragend
„Heeft mevrouw geen kindje
Toen werd Elinore vuurrood in het ge
laat; zg wendde onwillekeurig het gelaat
een weinig ter zgde.
.Neen I" zeide zg kortaf.
„Nu zal ik het weder binnen brengen,"zeide
de jagersvrouw en trad haar huisje binnen.
Elinore volgde haar.
Het was een klein, laag vertrek. Het
licht had er een groenachtige tint. Elinore
bleef verrast op den drempel staan. In een
grooten, ouden stoel zat rechtop en met
gesloten oogen een grijsaard. Hg had
sneeuwwit hoofdhaar en een geel-witte
baard hing hem halverwege de borst. Hg
bewoog zich niet.
Elinore aarzelde. Zg merkte op, hoe de
jagersvrouw op de teenen naar het bedje
van haar kind ging, om het weder daarin
te leggen.
Nu keerde zg zich om en zeide „Dat
is vader
De grjjsaard sloeg de oogen op, keek
als slaapdronken rondom zich en sprak
met diepe stem: „De vrede zjj met n 1"
Daarna boog hg weder het hoofd.
De beide vronwen begaven zich weder
naar buiten,
„Bjj is eigenlgk niet ziekt" zeiae ds
zal wederom gegeven worden op de
bekende uren.
Dirkshorn, 14 Febr. 1907.
voorm. 9 '/a uur, de Hr. CREUTZBERG,
namidd. 2 uur, de Hr. CREUTZBERG,
beide malen behandeling van het
doopsformulier.
V m. 91/, uur, Ds. H. W. CREUTZBERG,
Predikant te Wijk aan Zee en Duin,
ten overstaan van een vertegenwoordi
ger van den Kerkeraad van de Ned. Herv.
Gemeente van Anna Paulowna.
Doopvaders worden verwacht tot
bet opgeven hunner kinderen bij den
Hr. Creutzberg, Vrijdag 22 Febr. of
Zaterdag 23 Febr., be de avonden
tusschen 6—8 uur.
jagersvronw bedeesd. „Hg is zoo, sedert bij
jaren geleden dat vreeseljjke ongeluk heelt
geleefd. Het huis brapdde af, des nachts,
j Daarna is Kasper's raoadar aan de wonden
overleden. En zgn vader is bgna blird
geworden. Hij was in het vuur gesprongen
om haar te redden. Nu kan hg riet meer
i slapen in den nacht. Tot aan den middag
is hg wakker. En dan sluimert hg. tot
de nacht aanbreekt. Misschien het ft bij
wel non gelofte afgelegd, nimmer meer
des nachts te slapen
Kasper kwam na nit het bosch na»r
buis toe. Toen hg Elinore zag, bleet bij
staan, sloot zgn wambuis, kwam naderbij,
groette diep en hield den hoed in de
band. In de andere hand hield hg een
ruikertje woudbloemen.
„Ziet ge, KaBper I" zeide Elinore, „ik heb
het niet vergeten, dat ik n beloofd heb, u
te bezoeken
De jager sprak enkele woorden van
dank.
Hjj was verward. Hg keek Elinore en
zijne vrouw om beurten aan.
En daarop gebeurde er iets, dat door
geen enkel woord werd opgehelderd, maar
toch zoo duidelgk sprak en zoo merk
waardig helder en verstaanbaar was.
De jagersvrouw keek naar hetbloemruiker-
tje, dat Kasper tusschen de vingers hield,
en daarna keek zg hem in het gelaat. Op
eens verried hanr gelaat een heftige,
bgna smartelijke onrust.
WORDT VERVOLGD