Baker, verlossen van Vee, een vast Werkman Een vast Werkman een Boerenmeid, een vast Werkman, een vast Werkman, een W erkman, SCHOONHEID -- Een ongeluk met een pot kokende olie. ADVERTENTIÈN. en C. PEETOOM H. H. SCHILDERS! deNatuur-V/ollen Ondergoederen ïmnffR a ug' Nlero° Slotbouber; BURGERRRrAPEDrTEN' K' KossenCz.; tm p 5 BregmanSt. M A AR- t aLfn totÏU NIEUWE .MIEDORP, RTNm$ HINKEL, J. But.ter; WIE- m' p WiSbout, Ol ppolytus- TabM m.' (Haukusatrar. d), Joh. Takes, (Westerland), Art. lSgeman, Slager, Winkel. Qevraegd, met 1 Mei, P. G., met klein gezin, goed kun nende melken Loon f 8.met vrij werd met dat stoomsohip naar Holland wonen enz,, bij C. KUIPER, Lange- gezonden, doch 'was tegen verlies ver-reis, Hoogwoud. geheel. daar hij geen geld genoeg meer had, ^en 1 Mei, bij A. HOOIJ te Oude- Wordt nevraafd bij C. NEEFJES, te Koegras, Strooweg. Oevra&ffd, tegen 1 Mei, goed kunnende melken, rijden en ploegen, bij D. v. d. OORD, Scha ger waard. goed kunnende melken,bij A.8CHENK, Haringhuizen nvim De vellen hingen er bij. Onuitstaanbare pijnen. booten en reddingsbooten visschen de drij" vende menschen op, dood of levend. De Nieuwe Rott. Crt. meldde Ter wille van de snelheid gaf ik u de berichten in de volgorde zooals ik ze ver nomen heb. in leven zijn i op het wrak van het achter schip. gebeukt door de overzwalpende bran ding, omgierd door de stormen in den don keren nacht, terwijl hun oogen wanhopend uitzien naar de dicht-b\je lichten aan den Hoek van Holland, waar honderden menschen Dirkzwager's reporter, de wacht die dagsamengestroomd zijn, doch van wie er nie- en nacht der in- en uitgaande schepen mand tot nog oe hulp heeft kunnen bieden, rapporteert naar Rotterdam en elders, ver- j En aan de Berghaven, waar de Berlin vijf telde mij, wat hij vannacht door zijn verre- j minuten stoomens vandaan was toen het kijker had zien gebeuren. j onheil gebeurde, grenzende aan het station, Vanochtend te 5 uur 15 min., op den van waaruit zij allen hoopten hun reis over gewonen tijd, kwam de Berlin van de het vasteland te vervolgen, daar liggen nu Harwichlyn uit zee naar binnen koersen, j reeds drie-en-dertig gevischte en aangespoelde Toen hü de lichten zag, lag het schip dwars i lijken uitgestrekt in de rouwkamer, waarii en was op het eind van de Noorderpier J|)jgf:~" H geloopen. Onmiddellijk werd de stoomred dingsboot „President van Heel" gewaar schuwd, die vaardig uitging, doch wegens de hoogö zee niets kon uitrichten. Te 5.80 ure gingen de electrische lichten aan boord uit: het teeken dat 't water in'demachine kamer was geloopen. Er woei een storm uit het N. W. ten N., een orkaan gelijk. Er stond 118 decimeter water, terwijl het gewone pijl 104 palm is. Onder deze om standigheden was er aan redden niet te denken. Er is van boord af niet geseind. Bij het binnenkomen is het schip dwars gegooid en op den berm van de pier ge- stooten, met het voorschip naar binnen, een scherp stalen schip, dat dus weldra in tweeën brak. De wacht aan den Hoek zag een massa menschen aan boord op het voorschip hoe langer hoe benauwder samen dringen en bij het gestadig wegzakken angstig opkruipen naar het hoogste gedeelte De bemanning wordt geschat op een 50 koppen. Hooveel passagiers er waren was hier nog niet bekend, maar men vermoedt een honderd-tal. Zoo zag men het voorschip met al die menschen eindelijk in de branding verdwij nen. Thans zit het achterschip aan den zeekant op den dam en daar waren van morgen nog verscheiden menschen op te bespeuren. Toen het om kwart over zevenen goed dag was, kon hij alles duidelijk onder scheiden eerst de breuk, merkbaar doordat de achterste mast achterover stonden van lieverlede scheurden de deelen verder van elkander. De menschen op het voorschip bleken zwemgordels aan te hebben, zij hielden elkander stijf vaat- Omstreeks negen uur waren zij met het scheepsdeel door de golven als huizen verslonden. Ruim anderhalf uur heeft dit wegzakken geduurd. De stoomreddingsboot heeft reeds vroeg bij den seinpaal vier drenkelingen opgepikt, die dreven op hun zwemvesten. Een was er reeds dood, drie gaven er nog teekenen van leven. In de berghaven zijn zij aan wal gebracht, waar doctoren klaar stonden om te helpen. De doctoren uit Maassluis waren per extra trein hierheen gebracht. Twee van de drenkelingen zijn na aan komst overleden, een hunner is in leven gebleven. Hij blijkt te zijn een Engelsch kapitein die in Amsterdam een stoomschip ging halen. Na de eerste verzorging is hij bij particulieren onder gebracht en hij moet vrij wel wezen. Een sleepboot heeft ook nog eenige lijken opgevischt in het Kanaal. Omstreeks kwart over zevenen vond zy reeds een dame drijven bij het station, wie een arm was afgerukt. Ook aan het strand zijn enkele lijken aangespoeld. Het schip had weinig lading in, hoogstens 50 tot 60 ton stukgoed, waarvan reeds een en ander aandrijft. Er zijn honderden men schen om hulp te verleenen en duizenden nieuwsgierigen, maar marechaussees en veld wachters weten de orde te bewaren, en onge- wenschte handelingen te voorkomen. Het voorschip is weggezonken in het vaar water en zal spoedig opgeruimd moeten worden. Het achterschip, dat men nog steeds op den berm van de Noordpier ziet zitten, heeft het opengescheurde gedeelte naar den Waterweg gekeerd. De menschen, die zich daar steeds nog op bevinden, verkeeren in een wanhopigen toestand. Voortdurend ziet men de huizen-hooge brekers over het wrak inslaan, want met de eb is de zee nog veel kwader dan zij reeds was bij den vloed. En woeste sneeuwbuien komen hei woedende water van ver uit nog opdrijven. Te één uur ging de stoomreddingsboot op nieuw uit, maar men vreest, wederom zonder uitslag. De bemanning zag de rampzalige schipbreukelingen met zakdoeken wuiven. Men vreest dat de ongelukkigen van kou en ontbering zullen omkomen, tenzij de branding het wrak stukslaat. Het is een ontzettend schouwspel, het brok wrak 2000 M. uit de kust duidelijk voor oogen te zien, oversproeid van het schuimende water, zonder dat de honderden aan den wal een hand tot hulp kunnen uitsteken. Het wrak zit 25 M. uit het vuur. Daarnaast ziet men nog net het puntje van den mast op steken uit het gezonken voorschip. Kapitein van de Berlin was de heer J. Precious. De Harwich-lijn heeft tot nu toe wel ge lukkig gevaren. Het laatste ongeluk trof haar in '69, toen de Ravens Burry in het Brielsche Gat is gebroken, zonder dat er men- schenlevens te betreuren waren. Donderdagmiddag om één uur waren er nog 25 lijken binnengebracht, bijna alle van de be manning. Zij worden neergelegd in een loods aan het spoorstation. Over de oorzaak van de ramp is natuurlijk niets met zekerheid te zeggen. Maar vermoedelijk is het schip bij den snellen vloed door de zee dwars geslagen en door de hooge golven op de 1000 ponders aan den berm van de pier neergesmeten. Tegen drie uur zag men de menschen op het wrak niet meer aan dek. Een sleep boot met doctoren blijft in de buurt van de reddingsboot. Onder de 27 aangespoelde lij ken is er een van een jongetje van omstreeks 5 jaar. Het wilde weer houdt aan. De branding komt mijlen ver uit zee aanrollen, en wie van het wrak mochten afslaan, zullen zeker aanstonds den dood vinden. Alle opvaren den van het schip zullen wel wakker ge weest zjjn, toen het ongeluk gebeurde, want te dezer plaatse worden zjj gewekt vóór het binnenkomen. Sedert vanochtend 11 uur is geen een schip den "Waterweg durven binnenkomen. Hedenmiddag brachten de treinen honder den belanghebbenden en belangstellenden aan, om het aangrijpend schouwspel te zien. De bezetting van het fort bewaart de orde aan het station. Hedennamiddag om drie uur rapporteerde de sleepboot Wodan, die langs het wrak ging, dat er nog ongeveer 10 personen aan dek waren. Aan de N. Rott. Crt. ontleeneri wij verder het volgende Donderdagavond 10 uur. De indrukken van den dag zijn te over stelpend, om u nog een geregeld relaas te kunnen geven van deze ontzettende ramp. Maar de afgrijselijke sensatie, die zich in den chaos naar voren blijft dringen, is de over tuiging dat daar nog steeds enkele menschen in door de eerbiedige zorgen van de directie i der Harwich-lijn een der loodsen van de Holland-Amerikalijn daar is veranderd. Zjj liggen er, nadat de doctoren telkens weel de doodschouw hebben verricht, ingespeld in de witte lakens, die veel verminkingen bedekken, de gezichten enkel ontbloot, voor de herkenning, op met wit en zwart bespan nen kribben in de zwart omhangen zaal, waar het bleeke licht uit electrische lampen de meest rustige gelaatstrekken der over ledenen beschijnt. En al wat physieken weerzin zou kunnen wekken, is door wind sels en watten aan het oog onttrokken. Op ieder van deze baren heeft de directie een stemmigen rouwlarnfer en een palmtak met witte bloemen neergelegd. By het binnenkomen geraakt men er in een stemming van plechtige rust en vrede, na den korten strijd, dien al deze menschen vanochtend gestreden hebben, weldadig, wanneer men denkt aan het wanhopige ge martel van de enkelen, die daarbuiten op het wrak nog steeds, en nu reeds zeventien uren lang, den dood voor oogen zien. Dat zijn de sterke contrasten. En wat daarbij treft is de volte van nieuwsgierigen haar niet van den buitenkant genaken, van 5 jaar oud met zwartkrullend haar. en aan den binnenkant is geen ruimte. „Doch, zooals gezegd, vannacht gaan we er weer uit. Weest u verzekerd, dat ik geen gunstig uogenblik voorbij laat gaai. We konden de kerels best beroepen, maar in Jezus-naam hielden wij ons stil. Een van hen schreeuwde knapjes. Het schip is van den buiten kant heelemaal opengebroken. Het is net achter de machinekamer afgebroken. „Toen wij kapitein Parkinson zagen, dreef hij zonder gordel, enkel op een paar stukken hou.. Een sleepboot had hij al aangeroepen. Toen die ons hem wees, hadden we hem ook al in de gaten. „Al uw getob en uw moed heeft wel weinig voldoening gegeven, kapitein P 't Is waar, zei de onvervaarde zee- in een matrozen-pakje gekleed. Dit is vermoedelijk August Hirsch. Do station chef aan den Hoek had namelijk een telegram uit Hannover ontvangen, mel dende dat een kind van dozen naam en leeftijd alleen de reis mee zou maken, met verzoek hem goed op den D.-trein te bezorgen. In Osnabrück zouden zijn ouders bij hem komen om samen de reis naar Hannover te vervolgen. Het Handelsblad ontving van een cor respondent het volgende Na aankomst der Batavier III aan de Boompjes, werd mij toegestaan aan boord den toestand in «ogenschouw te nemen. Mijn eerste vraag was aan de bemanning, wat ze van de Harwichboot hadden ge zien. Hartverscheurende tooneelen wer- man, maar ik weet dat wij allen onzen den medegedeeld. De Batavier zelf had plicht hebben gedaan, en zullen blijven twee keer op den Waterweg aangestuurd, doen tot 't uiterste, doch tegen die maar met het oog op de Harwichboot, elementen is niet te vechten." waarvan niet kon gezien worden hoe die De toestand van lucht en zee staat zat, werd het te gevaarlijk gevonden naar erg gunstig. Eén ding is zeker binnen te gaan. Een oogenhlik dat de niet verder zakken kan het wrak niet, en toestand gunstig was, werd gebruikt om ook niet afglijden 't eenigste is, dat de binnen te loopen. Ze zagen toen, dat de zee het opbreekt. Berlin dwars op de pier zat. Ter hoogte „8edert 10 jaar heb ik er nu 336 van de machinekamer was het schip door gered, maar zóó'n ramp is nooit voor- gebroken, zoodat zoowel het voor- als gekomen aan ohze kust. Deze stoom- het achterschip onder water zat. Achter reddingsboot van de Zuid-Hollandsche de machinekamer stonden naar schatting Reddingsmaatschappij de eenige aan onze kust is best, zij is altijd met koppen bemand, nu was er een langs de anders zoo stille wegen van den acjjt Hoek. De dringende volte aan het station -- spu;ettor8fcei np en in de koffiehuizen, de treinen waarvan de extra v00r 6 goederenwagens zelfs volgedrongen zijn met j machinist wordt in de machinekamer menschen, al komen er ook telkens einde- j opgesloten gedurende den tocht, omdat looze wagenristen, die ingelegd zijn in den deze boot zóó ingericht is, dat zij over gewonen dienst. En waar zoovele duizenden samenstroomen, wordt vaak de rampzalige oorzaak van hun komst vergeten, en klinkt hier en daar een vroolyk gejoel, dat wel schril afsteekt met den rouw, waarin hon derden plotseling gedompeld zjjn. Na deze aanduidingen van de hoofdin drukken, mogen hier de feiten volgen, zooals ik ze, enkel van bevoegden,heb aangeteekend. Behalve den loods, die het schip den Water weg moest binnenbrengen, vreest men dat er nog drie of vier Rotterdamsche loodsen als passagiers omgekomen zjjn, die door het stormweer genoodzaakt waren op de uit gaande schepen de reis naar Engeland mee te maken. De burgemeester, mr. J. Bunt, van 's-Gra- venzande, waartoe de Hoek behoort, is voort durend met den secretaris, den heer Van Nierop, ter plaatse. Laatstgenoemde ambte- hedenmiddag, welke enkel gaf de namen naar nam de signalementen van de aange- der passagiers eerste klas, die te Londen vooraf hutten besteld hadden. den kop kan duikelen en weer boven komt." Do reddingsboot is Donderdagavond omstreeks elf uur weer uitgegaan. Van den uitslag hadden wij heden nacht te 2 uur bericht uit Den moedigend schijnt Uit Londen berichtte men Het kantoor der Great Eastern spoor weg in Liverpoolstreet blijft laat in den avond geopend. De directie hoopt vol lediger passagierslijst van de Berlin te kunnen samenstellen dan die van spoelde ljjken op, en hield aanteekening van de herkenden. De burgemeester heeft geldswaarden en kostbaarheden, op de ljjken bevonden, in bewaring gesteld. De regeering liet zich voortdurend tele grafisch op de hoogte houden, en stelde zooveel hulp als gewenscht werd, ter be schikking. De burgemeester ontving bericht, dat Prins Hendrik der Nederlanden Vrijdag ochtend te 10 uur in den Hoek van Hol land zou aankomen. Vrijdag zullen de ljjken in de kisten worden neergelegd. De geredde lersche kapitein, tot nu toe eenig ovorgeblevene der passagiers, die in Amsterdam een schip moest halen, werd ondergebracht in het hotel van den heer Tuin, waar hjj onmiddellijk te bed gelegd veertig menschen, die zich zoo goed mo gelijk trachtten vast te houden. Hun geroep om hu'p en hunne jammerkreten sneden ons door de ziel, maar er was geen helpen aan. Hadden we een poging gewaagd, dan zou ons schip en wij allen vast en zeker verloren zijn geweest. Het is wel verschrikkelijk vulde een ma troos aan Dan moet je er met zoo een groot schip bij zijn en niet kunnen helpen, j want het kan je zelf ook overkomen. Hoe meer ons schip zich verwijderde, nog geon telefonisch1 hos harder wij de jammerkreten hoorden. Hoek, wat weinig be- Ook was er nog een sleepboot, maar die kon evenmin ietB helpgn dan wij. Aan boord van de Batavier III waren 39 paarden. Op het voordek stonden er 20 op de beenen, ofschoon alle gewond. In de gangeborden lagen doode en zwaar gewonde paarden op en door elkaar. Op het achterdek hetzelfde tooneel. Zelfs was van een paard de halve hoef met het ijzer afgetrapt. Mfln kon bijna geen voet verzetten zonder in bloed fo trappen Het was zoo duidelijk te zien, dat de ongelukkige dieren verschrikkelijke pijnen uitstonden. Met het lossen der paarden moest ge wacht worden tot het water wat gevallen was. Dan gaan ze dadelijk naar het 'Abattoir om afgemaakt te worden. De Koning en de Koningin v. Engeland zonden aan de directie der Great Eastern- spoor hartelijke sympatiiietelegrammen. De heer Deterding, directeur der Asiatie Petroleum Company, bevindt zich onder de merkwaardig aan de ramp ontsnapten. Hij had reeds passage geno men op de Berlin,maar stelde ter elfder ure zijn vertrek uit op dringend verzoek van zijn vrouw, met het oog op het noodweer. Dezelfde oorzaak verhinderde vele Duit- sche operazangers Woensdagavond laat te vertrekken. Het is evenwel niet be vestigd, dat enkel koorzangers veronge lukten. Integendeel, onder de slachtoffers Ondergeteekende bericht, dat zij, na met goed gevolg te Alkmaar een cursus gevolgd te hebben en na een diploma I verkregen te hebben vanwege den Neder- werd' en onder medische hulp gesteld. Po- bevinden zich°somroige hooldsolisten, 0n- landschen Bond voor Ziekenverpleging, crino-An van rvnhAso.hAirlAnAn nm v.iAlrA 1 i -**- i v i -2-1. uittk. _i derwie de Mannheimsche primadonna me- vrouw Scboene, die in Coventgarden uitblonk als Elisabeth in Tannhauser, en Elsa in Lohengrin. Ettelijke mannen der City, Diamant gingen van onbescheidenen, om den zieke op zijn kamer te bezoeken, werden verijdeld. Een dochter van den heer Tuin verpleegde den patiënt, die haar tegen den avond uit dankbaarheid zijn gouden ring met Chi- neesch inschrift aan den vinger stak. Zyn toestand is bevredigend, hoewel hjj koorts d had, en baadde in het zweet. De koene kooplieden, Engelschen en Nederlanders, schipper Jansen van de stoomreddingsboot moeten onder de slachtoffers zijn, evenals werd te omstreeks zes uur even bij hem de bekende jockey Rollaston, die in Neder- toegelaten. Toen vertelde de geredde passa- j j gier, dat de kapitein en de loods van de baron Kattenayke s paarden eenige Berlin, nog vóór het schip ging zitten, maanden lang bereed, alsook de heer tegelyk door een stortzee van de brug wa- Reeves, de secretaris eener Noord- ren geslagen, en in zee verdwenen. Daarop Borneosche tabakmaatschappij. Een dia had deze opvarende, omdat hij zelf gezag- mantkoor>man had ter waarde van dertig- voerder is, met den eersten stuurman der antK<H>pman naa ter waarae van dertig mailboot, tijdelijk het commando overge- duizend pond diamanten bij zich, maar nomen. deze waren verzekerd. Volgens opgaaf Kapitein Jansen van de reddingsboot, der post gingen dertien mailzakken ver een onverschrokken zeeheld, stond mij loren. Donderdagavond een onderhoud toe. Hij Onder de passagiers bevonden zich de zei ongeveer het volgende heeren D. Davidson, van Rotterdam, Van „Ik wacht nu weer en zee af, om er opnieuw met de stoomreddingsboot heen te gaan. Vermoedelijk zal dat hedennacht (Donderdagnacht) te één uur zijn Tot nu toe is alles mislukt. Misschien kan ik dan het buitendeel van de pier berei ken en daar landen met de sloep, om van daaruit te werken. Maar water èn zee zijn buitengewoon hoog. „Vanmorgen hebben we even door het schiettoestel een losse verbinding gehad, de lijn was er overheen geschoten en zij hadden haar gegrepen, maar een stuk water gooide ons weg en wij moesten laten slippen. Daarna brak de ankertros en moesten we naar binnen, om een nieuw anker te halen. „Toen was het schip nog in zijn Ten bewijze hoe sterk het schip der Meulen, de heer en mevr. Serabski. Deze laatsten reisden naar Rotterdam tot een bezoek aan hun stervenden vader. Men veronderstelt, dat Raismann en Zoon, diamanthandelaars te Amsterdam en De Groot aan boord van de Berlin waren. Een party diamanten, begroot op verscheidene duizenden ponden sterling, zich hier gevestigd heeft als beveelt zich daarvoor beleefd aan. ANTJE TIJSEN, Verlengde 8toomweg, Anna Paulowna. en De ONDERGETEEKENDE beveelt zich, evenals vorige jaren, aan voor het j zekerd bij Lloyds. Lord Knollys seinde aan den directeur- generaal van de Great Eastern spoor wegmaatschappij De Koning en de Koningin verzoeken mij mede te deelen hoe pijnlijk zij getroffen zijn door het vergaan van de Berlin en het verschrik kelijke verlies aan mensehenlevens, dat daaraan het gevolg was. De Londensche correspondent van het j f^evraaffd was, diene, dat na den stoot niet, zooals gewoonlijk, de railing gebroken is, maar Hbld. seinde nog van onderen is het schip in elkaar ge-Orelio ontkwam door een toeval. Hij j zet, en eerst later ook van boven ge- j was van plan zich bij zijn vrienden te j ju scheurd, waarna voor- en achterschip j voegen aan boord van het schip maarrï!® moest hij hier blijven, totdat hij dit uit j s^tt18 Holland van zijn vrouw had ontvangen. Onder de 28 namen op de passagiers lijst vind ik er niet veel, die een Hol- landschen klank hebben. Die van The- van elkander braken „Volgens mijn schatting waren er een 60 k 70 personen op hot voorsohip, toen het zonk. „En nu het laatst zag ik op het ach terschip nog vier man, schuil onder het sloependek. Een hunner draagt uniform, mans, Van der Meulen, 8pijker, De Groot misschien is het een man van de equipage, en Frankenburg klonken mij nog het misschien een der Rotterdamsche loodsen. „Vanmorgen naderden we het wrak tot op tien meter afstand en ik moest een oogenblik volle kracht achteruit draaien om het mis te komen. En nu heb ik wel reddingen volbracht, die niet minder waren, maar de plaats waar de Berlin zit, is zoo slecht. Wij kannen Uevraafd bij G. 8TUIJ, Warmenhuizeu. Met Mei Het jongetje was een aanvallig knaapje in de Weere, Gein. Winkel. meest Hollandsch. Tot Donderdagavond waren 33 lijken aangespoeld of opgevischt, waarvan 25 mannen, 1 jongetje van 5 jaar en 7 vrouwen. Hiervan zijn 12 personen her- kend, terwijl er een 8-tal van de beman ning bij waren. eievraagd. t»gei1 1 Mei. bestaat in een teeder vlekkeloos gezicht, frisch, rooskleurig uiterlijk, witte fluweel zachte huid en verblindend mooie gelaats kleur. Dit alles verkrijgt men door van BERGMANN Co., Radebeul. Echt Fabrieksmerk „Stokpaardjes'". p. St. 50 ets. bijA. HOVENIER, Coiffeur, Behagen. i uw—snw van De Heer H. MARTEN, schilders- knecht te Vierlingsbeek, schrijft onsVoor eenige dagen toen ik een pot met kokende olie moest afzetten, viel de pot om, zoodat ik mijn hand totaal verbranddede vellen hingen er bij. Ik wist geen raad van de pijn. Op aanraden van de vrouw deed ik er K1 o o s- terbalsem op. Dadelijk toen ik er den balsem had opgesmeerd, ver minderde de pijn. Nadat ik vier potjes verbruikt had, ben ik in een tijdsverloop van 14 dagen totaal genezen. Ik kan nu weer mijne gewone bezigheden verrichten. De Kloosterbalsem Klooster Sancta Paulo geneest oude en nieuwe wonden brand- en snijwondenrheumatiek rheumatische ZenuwpijnenJicht PodagraIschiaskneuzingenstram heid in de ledematenverstuikingen, lendenpijnpijn in den rugspier- verrekkingen, winterhanden en winter voeten. ^rÜB per pot 35 ct., 75 ct., f 1.20 en f 2.50. I pt fin f Alleen de echte r* K 1 oos t er bal s em geneestdeze is kenbaar aan een rooden band om den pot, waarop de handteekening L. I. AKKÜR, Rotterdam, voorkomt, alle andere is namaak. Verkrijgbaar bij: Te SCH1AGEN, J. Rotgans; St. MAARTENSBRUG, Pastoors; OUDKARSPEL, H v Rel fKVlf- J- Sch('ut°n Vco' ker Hnnownm''nH'de Bie-Bierste- „rii HOOGWOUD, P. Bos - 't ZAND rruoT'tTI maartBNSVLOT- ANNAeprA)f^I^K55LUIS'K-t,ö(5ra8f BAüLOWNA KI. Sluis, H. Jes, Tnna Qf0ng 0n D'Zon 1 Westde, al, P. dé ZS'M'. KMJ."08*"1'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1907 | | pagina 10