Schipbreuk RECLAMES. Hoek van Holland. Politie. Plaatselijk Nieuws. Per Telegraaf. Burgerlijke Stand. lit de pers. en voor Een wenk *an Hoorn. Gemengd Nieuws. Luxe in Amerika. in 1905, en 19 roodvonkgévallen tegen 5 in 't vorig jaar, maar daartegenover zyn er nu 18 lijders aan diphtheritis geweest tegen 22 in 1905. Betreurd wordt, dat niet altijd denoodige medewerking van de Gemeentebesturen aan de Commissie wordt verleend, terwyl met waardeering kon worden gesproken over de toewijding van sommige dier colleges, waar het betreft de bevordering van de gezond heidsbelangen. Vele en velerlei zaken zyn aan het oordeel der Commissie onderworpen en door haar behandeld met meer of minder S°Het schoolonderzoek leerde den Commissie, dat er vele gebreken uit gezondheidsoogpunt in die inrichtingen voor de jeugd vielen te constateerensommige gebreken, o.a. in de school te Moerbeek (N. Niedorp) zon dade lijk weggenomen; andere scholen wachten nog op de noodzakelijkste verbeteringen. In die school te Moerbeek, gein. N. Niedorp, waren kinderen ter school geweest uit een met roodvonk besmet gezin. Door bemiddeling der Commissie werd Dr Hamburger, Inspecteur der Volksgezond heid te Utrecht, met deze zaak in kennis gesteld en door hem werd gelast, de school voor 8 dagen te sluiten, de leermiddelen, die met de kinderen in aanraking waren geweest, te verbranden en de lokalen te ontsmetten. Aldus geschiedde. De Commissie hield in 1906 twaalf gewone en één buitengewone verga,- dering. Op een dier vergaderingen werd ontworpen een verordening op vleesch- en vischkeuring. Dat ontwerp werd in afschnft den Gemeentebesturen in het ressort aer Commissie toegezonden, met verzoek, in hunne politieverordening dergelijke bepalin gen op te némen. Het succes was sober. Sommige gemeentebesturen hebben echter te dezer zake eenige bepalingen in het leven geroepen, zoodat toch hier eenigszins aan de wenschen der Commissie is tegemoet gekomen. Het getal vervuilde slooten, waarover by de Commissie werd geklaagd, was legio. Sommige zijn nóg vuil, andere zijn volledig of met den „Franschen slag opgeknapt. Met waardeering wordt gesproken over het besluit van de Vereeniging tot Ontwik keling van den Landbouw in Hollands Noorderkwartier, om de kwestie„biologische reiniging van het afval bij Zuivelfabrieken onder de oogen te zien. Na algemeene rondvraag sluit de waarn. voorzitter de vergadering. PHILOTECHNIE, Wieringerwaard. Met zeer veel genoegen bezochten wy vroeger steeds de uitvoeringen van de ïede- rijkerskamer Philotechnie te Wieringei waard. Dat is evenwel al eenige jaren geleden, maar 1 toch hadden wjj nog steeds de aangenaam ste herinneringen overgehouden aan de avondjes van vroeger. Geen wonder dus, dat we, na deze lange rust, met blyde verrassing de aankondiging van een uitvoering van Philotechnie lazen. En dus Donderdagavond met geen kleine verwachting naar Wieringerwaard, naar de opvoering van „In kleinen krmg van v an Nouhuüs. Op een groote verwachting volgt zoo graag een teleurstelling, maar dat was hier niet zoo. Want in het algemeen deze uitvoering beoordeelende, - de personen op zichzelf nu eens buiten bespreking latend, was ze in vergelijking met wat vroeger werd ge geven, volstrekt niet minder, ja, haast beter. Het tooneel was keurig aangekleed en de vertolking van niet één rol was hinderlyk. O zeker, er waren fouten, de taal van enkelen eischt verbetering, maar toch, allen voldeden in hun rollen. Zij, die „In kleinen kring" kennen, zullen het met ons eens zijn, dat deze pennevrucht van VanNouhuijs zeer groote moeilijkheden heeft. Door het steeds komen en gaan der ver schillende personen, de soms eigenaardige oplossing van enkele tafereelen, wil zoo spoedig de gang er uit raken. Ook brengt de weinige handeling, die het stuk heeft, het als 't ware drijven daarvan op de ver schillende gesprekken die gehouden worden, voor de spelenden niet gering te schatten moeilijkheden mee. Dan ziet men zoo dik wijls een zoeken van eikaars oogen, een hangen aan eikaars woorden en weg is de illusie. Dat was hier echter met zoo, integendeel! het spel, de mimiek, ook het stille spel, dat zoo vaak öf verwaarloosd, öf overdreven wordt, was te prijzen. Er was handeling Wie uit het bovenstaande soms mocht opmaken, dat het stuk ons niet beviel, vergist zich. De inhoud (het weergeven daarvan zou ons te ver voeren) biedt zooveel echte, scherpe waarheid, de schrijver heeft het leven „in kleinen kring", met al zijn peuterigheid, maar ook zijn gevaarlijk gekon kel en geklets, zoo fijn geteekend en in beeld gebracht, dat het ons van den beginne at heeft geboeid. Het spel der verschillende optredenden besprekend (wij zullen niet allen noemen, er zijn er eventjes 17), beginnen wy met Eva, de dochter uit het eerste huwelijk van den kerkvoogd Van Spar wijk, weergegeven door mej. A. Groneman. Wat een moeilijke rol, vol eigenaardig heden, die zoo gaarne tot overdrijven bren gen maar wat uitmuntend gespeeld! Met werkelijk dramatisch talent, met. treffend gebaar en gelaatsuitdrukking en juiste Z6fFiernaast dadelijk de heer J. A. Kaan als Van Sparwük; in den beginne wat overdre- ven later zoo volkomen de nobel-doende man, hoog in levensopvatting tegenover ande ren in werkelijkheid een geslepen intrigant, die met zijn joviale manier-van-doen een elk zand in de oogen strooit, zelfs zyn eigen dochter. De heer Kaan heeft deze zijde van het karakter van Van Spar wijk sprekend WAanmejWos-Koppes, als Sparwyk's tweede vrouw mej. C. Groneman als diens dochter, en den heer J. E. Vos als zoon Hendrik een woord van hulde. Hun spel was zoo leven dig en vlot, hielp zoo echt mee toteen good samengaan, tot een mooi geheel, dat wij hen een hartelijk bravo niet willen onthouden. Van de juiste groepeering op sommige mo menten hangt zooveel af; dit drietal scheen dat zoo goed te beseffen. Van Ds. van Voort kunnen wij niet zooveel goeds zeggen. Die was niet voldoende de man, in wien Eva met haar zware levensop vatting en droeve levenservaring haar ideaal moest zien. Zeker jong niet koud, waardig warm in zijn overtuiging een mensch die een ziel bezit zoo denken wij ons deze figuur. De douairière Van Bijsterveldt, mej. T. Blaauboer, haar zoon George, de familie Van Asperen, en dan niet te vergeten de beide boeren-kerkbestuurders en Snel pasten zich allen als gewenscht aan bij de anderen. Van het behaalde succes mag gerust een flink deel op hun debet worden afgeschreven. Voor Wouter den knecht (den heer R. C. Blaauboer) eveneens alle respect. De zaal was niet best bezet, maar daar het stuk Zondagavond nogmaals gaat, is dit misschien daaraan te wijten. Marine Door muziek van de Kon. Ned. -™alj werd deze opvoering in den rechten zin het woord opgeluisterd. Hengstenkewing. Op de voorjaarskeuring van hengsten in Noord-Hollland, gehouden te H^l0™^erj den 20 hengsten aangeboden. Goedgekeui W Epteure, Vereeniging Hippos N Ain^el. Carafton. J. R. Wuste Santpoort. Wladimir, M van Wieringen Haarlemmermeer. Irins Bi'smarck, J. D. G. Gulpen Spaarndam^ Men- bard, Vereeniging Legmeer. Dimanche. Nedeii Harddraverij- en ltenvereeniging Amsterdam. Airoio. dezelfde. Fleetwood S., dezelfde. Ernst, B. Biesheuvel Haarlemmermeer. MaUdor, dezelfde. Jonge Xerxes, L. van Wijk Jz. Haarlemmermeer. Hackney Ponney van He Sloterdjjk. Ibrahim, Koperdraad Weesp. De hengst Dimanche, oud 4 jaar, van Anglo- Normandisch, ras warmbloedig, zal weldra gestationneerd worden bij den heer JN. v Kaan te Wieringerwaard. DE BEDDING. (Vervolg van 3e blad.) Het bericht dat de manschappen van de reddingsboot Hellevoetsluis er in geslaagd waren een elftal opvarenden te redden, bracht aan de Hoek een groote ontroering. De correspondent van de N. R. Crt. heett met den kapitein van de stoomloodsboot J. Berkhout, die met Jansen van de reddings boot samen het reddingswerk heeft geleid, direct na de redding het volgende onder houd gehad. De kapitein vertelde: En waarachtig, die jongens hebben er het begin mee gemaakt, al was de zee ook nog zoo moeilijk en spaarden de kwade buien hen allerminst. Die jol kreeg ver binding met het Noorderhoofd, waar het wrak zit. Werd tegen de pier gesmeten, zoodat wij dachten dat zij te pletter zou slaan. Maar in plaats daarvan gaf Klaas Ree zichzelf een gooi en joemte op de stee- nen, waar de branding overheen liep. Half loopende, half zwemmende, tot den hals in de golven en het water is koud schar relde hij voort naar den kop. Ieder oogen- blik vreesden wij hem te zien wegslaan. Maar hij bereikte een paal, kroop erop, en bleef er een half uur op zitten. Met een lijn zat hü aan de reddingsboot vast. Inmiddels volgden zijn drie kameraden uit de jol zijn dapper voorbeeld, joempten ook op de keien, waaroverheen de branding raasde. De reddingsboot was intusschen voor anker gegaan. Toen grepen de vier jongens elkander vast om steun te hebben tegen het geweld van'de zee, en zwemmende, loopende, gingen zij al verder naar buiten, tot zij allen het hoofd bereikten, op een 50 meter van waar het wrak zat. En het geschreeuw en ge- j wuif van de schipbreukelingen maakten de jongens zoo dapper als leeuwen. j. Nu wilde het geluk, dat er van de Berlin no's een tros afhing in zee, opgewaaid dooi den storm naar hen toe. Telkens werden de jongens door de sneeuwvlagen en de j bruiskoppen aan onze oogen onttrokken. En toen ik zag" - zei de kapitein van de loodsboot „hoe die vier arme jongens daar tobden met de zee, dacht ikZe moe ten en ze zullen hulp hebben. En ik vroeg aan de mannetjes aan boord „Komjongelui, wie wil er?" Meteen kreeg ik er te veel. En daar zaten-er alweer vier anderen van miin loodsboot in de tweede jol, de leerlin gen C. de Gorter, Harm van der Meulen, L Braam en J. de Geus. Hun hulp is het eeluk geweest.Wantjopjjdezelfde wijs kwamen zii aan de Noorderpier, sprongen op de overspoelde keien, ploeterden arm m arm door de branding naar de keien, tot er daar acht jongens samen waren aan het hoofd, vaak tot de halzen m het koude bad. ja" vervolgde een van de „jongens die er bij was geweest, simpelweg - „want schipper, de zee ging zoo bulderend te keer. Maar we pakten den tros van de Beilin, en bonden er een nieuw eind aan, tot we het op een paal van de pier vast konden zetten. En zoo konden zij komen. Het wrak lag 5 meter boven ons uit, de tros in de schuinte naar de pier zal een 20 meter lang zijn geweest. Op het wrak was een steward, die begreep ons. En hy maakte het zijn verkleumden gezellen duidelijk. Toen eerst kwamen er twee stokers naar voien zij bonden zich een lijn om het middel en lieten zich glijdendan kwam de steward /Alf dan twee vrouwen en de anderen, tot tien in het tal, allemaal met de handen glijdende langs het eind. Wjj met ons ach- ten arm in arm, kwamen zoo ver mogelijk in de branding vooruit, grepen de stumpers bü armen en beenen om hen vast te vatten, want we waren zoo slap door al die ellende. Een enkele sloeg te water, kwam weer op, en we grepen hem. Twee aan twee zwem mende brachten we ze stuk voor stuk eerst naar een droogte op de pier. Die arme blik sems van vrouwen, alle fut was er uit. Over onze ruggen sjorden we haar Ta" zei de kaptein „en toen op een moment kwam er weer een stuk water dat de jongens met vrouwenen al omsmeet. Wy 7iin voor geen klein geruchtje vervaard, maar we stonden te trillen aan boord, om de kerels." De jongen" die mee had gered, vervolgde: Die vrouwen hebben we eerst op een baken gelicht, en door een Rotterdamsche jol die ik nog niet ken, kregen we toen waarachtig weer verbinding met de reddings boot. Zoo haalden we van daar een dikkere lün naar de baken en daaraan trokken ze hen stuk voor stuk naar de schuit van allJenhieldt je hart vast. Ze waren van al die kou zoo doorwaternat, onbeschut onder het sloependek van het wrak, tot in hun merg uitgeput. Toen we kwamen, lagen ze als lam over de verschansing, maar nog wuifden do stakkers, terwijl ze al niet meer op hun beenen konden staan. En vierkant hadden ze zich laten zakken. Toch kregen we er zoo tien op de red dingsboot. Twee vrouwen er onder en een kind zal ik maar zeggen, want het scheen met die plakkende kleeren en druipende haren nog wel een heel jong deerntje. „Maar waarachtig, drie dames bleven er achter, en een meiske, behalve de lijken, die er van gebrek al gestorven lagen. En fiat was niet om aan te kijken, want die stum pers durfden niet, waren versuftToch, i warempel, toen ze allemaal op de reddings boot zijn, zien we een van die dames den laatsten moed samenvatten, en in Godsnaam j ook aan de lijn gaan hangen. Maar of haar j bewustzijn haar ontzonk, ze kon niet naar beneden komen, en bleef zitten op het berghout. „Dat was niet langer om aan te zien. Want het duurde zoo misschien wel een uur. Wij er weer heen, weer op de pier, haar toegeschreeuwd om toch te volgen, en ineensliet ze de handen los en sloeg neer. Maar nog grepen we haar en voerden haar zwemmende mee." „Nooit" zei de kapitein „al zijn we nu ook niet van was, maar nooit zal ik het ■gehuil vergeten vari de drie rampzalige vrou wen, die niet durfden en die we dus achter moesten laten in de branding, op dat ont redderde wrak. Ja, de tranen rolden me uit de oogen. Ik kreeg het zóó te kwaad, dat ik God dankte, toén we uit dat gejammer mochten gaan. De jongelui hadden hun leven gewaagd, niets was er nu meer te doen aan die innige stumpers. En de vloed kwam weer op, 't was er zoo schrikkelijk bruin. Een van de jongens, De Ree, de eerste die 't waagde, was de kluts al een beetje kwijt. „Och, schippeF' zei de redder ontroerd „en hoe slap zl^ook waren, ze wisten niet hoe ze ons onder het zwemmen hun dank baarheid moesten betuigen, de zielen. Die laatste vrouw aaide ons met haar verkleum de handen in 't gezicht, en kon niets meer uitbrengen dan „tak - tak - tak Krampach tig knepen de anderen onze handen!" „Maar aan dat huilen van die achterge blevenen moet ik niet terugdenken ontzettend was het, meneer. En nu moet u van boord, want we gaan weer naar zee „Meteen maar weer kapitein, met dien storm „Wat zou dat? Van gisterennacht twaalf uur heb ik er ingezpten „En de redders?" „Verdrogen zich, en gaan mee." Dat zijn de helden van ons waterland, en je weet niet wat je die jonge kerels zou aan willen doen. „Goede reis, kapitein Prins Hendrik heeft dezen tocht meege maakt op de stoomloodsboot. voor leden en geïntroduceerden. Ondanks het ruwe weder was een talrijk publiek opgekomen. Nadat do voorzitter, de heer A. Olie, allen hartelijk welkom heette en tevens een woord van dank bracht voor de flinke opkomst, werd de vergadering geopend en werden de notulen der vorige vergadering door den secretaris, den heer Jb. Langerveld, voorgelezen, welke onder dankzegging onver anderd werden goedgekeurd. Hierna werd een aanvang gemaakt met de verschillende werkzaamheden van het afwisselende pro gramma. Van den heer A. Olie kregen wij te hooren een tweetal lezingen; van de Re derijkerskamer „Onderneming" twee stukjes getiteld: „Wedstrijd in het voordragen" en „Oproer", en een dameskoor onder leiding van den heer J. Voorthuysen vergastte ons op een 6-tal zangnummers. Verder werd ten tooneele gebracht een tableau, voorstellende de 5 zintuigen, muziek door de heeren P. de Heer, C. Constant en Jb. Bes, en een vijftal voordrachten getiteld „Het muzikale klaver blad", „Het Schrikkeljaar", „Om raad ge vraagd", „Juffr. Lustig en Juffir. Pret" en „Nacht Nel, slaap wel". In deze verschil lende stukjes traden op de dames J. Appel, M. Appel, A. de Beurs, P. Rentenaar, M. Schrieken, E. Veuger Hd. en de heeren C. Constant en Jn. Stapel. Aan stof ook ditmaal geen gebrek en voor elk wat wils. Een ieder die iets ten beste gaf, viel een daverend applaus ten deel. Dat dit voor elk een belooning zij voor de vele moeite en opofferingen, die men zich getroost heeft. De heer P. Swarthof heeft ons weer laten zien, dat hij met de grimeerkunst uitstekend op de hoogte is. Te ruim middernacht sloot de Voorzitter de vergadering met een hartelijk woord van dank aan allen, die hadden medegewerkt tot het welslagen van dezen avond, welken wy gerust een waardig slot van dit seizoen kunnen noemen. Een groote massa menschen sloeg het red dingswerk gade. Van alle kanten waren uit den wal de verrekijkers op het wrak en de redders ge richt geweest. Honderden stonden geschaard langs de keien en het strand, en dat mee leven, die emotie op de bleeke gezichten is niet te beschrijven. Opgedrongen stond de menigte uit te zien, de voeten in de sneeuw, de lijven onbeschut in de doordringende sneeuwbuien, die daar aan zee koud maak ten tot in het merg! Maar niemand dacht aan schuilen. Enkel jammerklachten gingen er langs de rijen, als er weer zoo'n barre bui op kwam zetten, om het onvolprezen heldenwerk van de dappere „jongens" in de branding opnieuw te remmen. Langzaam aan viel de avond. Loodgrijs bleef de lucht, witte schuimkoppen kwamen aanj achten en in de verte zag men de brekers huizenhoog opspringen over het wrak. Maai de mannen achter de kijkers hielden den moed erin, en hun berichten gingen als loopvuren rond „Een man op de pier, nog één, nog één... en dan de geredden". Zij wilden wel juichen, de verkleumde toe schouwers aan zee. Bij de aankomst der geredden werden brancards aangedragen. Automobielen ston den gereed om de schipbreukelingen vliegend naar het hotel Amerika te vervoeren. De dokters, de pleegzusters op den steiger. En de Hellevoetsluis meerde. Maar de menigte juichte niet. Op zoo menig stoeren zeemanskop waren tranen. En ieder was stil van eerbiedige ontroering. De vuurtoren op de pier flappert alweer zy'n licht door de buien. Het is halfzes, reeds grauwe schemer in die doordringende sneeuwjacht. Dikke sneeuw beneemt het zicht. Daar op dat wrak in de branding leven nog drie vrouwen! En nu, stuk voor stuk, worden de geredde schipbreukelingen uit de logies gedragen, het trapje op eindelijk weer aan den vasten wal. Maar in de brancards worden ze neergelegd, zoo zwak als ze zyn, en in dekens gerold, in plechtig staptempo door de menigte heen gevoerd, op de armen van de stoere dragers. Zoodra de auto's vol z(jn, snorren ze naar het hotel. Dat is voor het publiek gesloten, als hospitaal ingericht. De verpleegsters gaan er heen. Die zaligheid om de verkleumde, uitgeputte lijven in de bedden te laten zakken, en onder de warme dekens te stoppen 1 Naar het Hol. verneemt, behoort tot de slachtoffers de heer Wouter Visser Luitzoon, landbouwer te Schermer, iemand van ruim 40-jarigen leèftyd. Hij had zijn eenig kind (een dochter) naar Engeland gebracht, waar zij ter voltooiing harer opvoeding eenigen ty'd zou verblijven. Nieuw Leven, station Noord Scharwoude 20 Februari 1907. Roode kool 1ste s. f6.25 a f7.—, 2e s. f5.50 a f6.—, kleinere f2.50 a fó.—gele lste s. f5.- a f5.50, 2e s. f4.— a f4.50, kleinere f2.— a f3.50, D. W. f2.50 a f6.50 per 100, uien f0.85 a fl.— per 50 K. G. 21 Febr. roode kool lste s. f6.50 a 7.50, 2e s. f 5.50 a f6.—kleinere f 2.50 a f5.—gele lste s. f5.— a f6.— 2e s. f4.— a f4.75, kleinere f2.— a f3.75, D. W. f2.50 a f7.— per 100, uien f0.85 a fl.— per 50 K.G. 22 Febr. roode kool lste s. f7.— a f7.50, 2e s. f5.50 a f6.50, kleinere f3.— a f5.—, gele lste s. f 6.— a 6.50, 2de s. f 4.50 a 5.50, kleinere f 2.'— a/%—D.W. f 3.— a f 7.25 p. 100, uien f 0.90 a 1.— p. 50 K.G. In dit seizoen was de heer Trompetterde eerste handelaar, die het bracht tot de ver zending van 1000 wagons groenten. Dit is de eerste keer, dat de 1000ste wagon het vroegst van het station Noord-Scharwoude werd verzonden. Ditmaal liep trouwens de 1000ste wagon van den hr. Trompetter een maand vroeger dan verleden jaar. Broek op Langen dijk, 22 Febr. Heden werd besteed voorroode kool f 2 a 8, gele f 1.50 a 7.50, witte f 2 a 7.50, p. 100, uien f 0.80 a 1 p. 50 K.G. De heer J. P. Teeling, onderwijzer te Sint Maartensbrug, komt als no. 1 en 2 voor op voordrachten voor onderwijzer te Amersfoort. De buitengewone vergadering van D. O. G., alleen toegankelijk voorleden met hunne huisgenooten, gehouden op Vrijdag avond j.1. te nhuize van den heer Soheringa te Barsingcrhorii, was, door verschillende omstandigheden, niet door zoovelen bezocht, als men dat wel gewoon is. Toch heeft men met elkander de bijeen komst zoo gezellig mogelijk gemaakt. Na de gewone voordrachten van eenige heeren-leden, gaf de jongeheer J. Schenk Az. op het tooneel ter afwisseling een proefje van zijne vaar digheid op de fiets en heeft een viertal aan wezigen met eene vermakelijke pantomime den avond besloten. - De Vereeniging Nut en Genoegen" te Sint Maartensbrug hield Donderdagavond in het lokaal van den heer W. Swarthof haar tweede bijeenkomst in dezen winter Ter secretarie dezer gemeente worden in- lichtingen verzocht omtrent een verloren j portefeuille, inhoudende onder meer f 415 j aan bankpapier. Tot leden der Commissie tot wering van schoolverzuim alhier zijn herkozen de heeren J. B. Keet en P. Raat. Woensdag werd alhier een Sympboiiie- vereeniging opgericht. Zij is samengesteld uit 8 violen, 1 cel, orgel en piano. Het be stuur bestaat uit de heeren G. V. Andriessen voorzitterW. Roggeveen Jz. secretaris-pen ningmeester en C. H. N. Tates, directeur. De repetities zullen op Zaterdagavond bij den heer J. 'Vader worden gehouden. De heer U. Welling-is ten tweeden male opgeroepen een proefles te geven aan een der scholen te Amsterdam, thans aan school no. 112. Predikant en kerkeraad van de Ned. Herv. Kerk alhier hebben besloten, dit jaar geen catechisanten tot lidmaat der kerk aan te nemen wegens den weinigen ernst en de weinige kennis der leerlingen. Marktbericht. Een zuinige markt, meende de een; een ander was mede van die meening en eerlijk gezegd, kunnen wij ons daarbij volkomen aansluiten, 't was waarlijk ook geen weer om voor je pleizier uit te gaan. Over 't ge heel waren de vetprijzen traag. Al naar de qualiteit, bewogen de vette koeien zich tus- schen 35 en 38 cent. Varkens waren 1 cent minder dan de vorige week. Kalf koeien staan zeer hoog, melk en boter zyn ook duur; dat geeft natuurlijk een trekkenden handel. In overhouders komt meer handel. De goede soorten vonden Donderdag spoedig hun man. Nuchtere kalveren blijven vrjj gelijk. Ook nu daalde de markt iets, naarmate de aanvoer toenam. Boter staat hoog, terwijl de eieren bij den prijs blijven. Laatste drie Duitsche vrouwen gered, na men Pheile, Wennberg, dienstmeisje, nog ongeveer 12 lijken aan boord. Hedennacht te één uur is de zeesleepboot „Wodan" naar het wrak gegaan, schipper Sperling en bemanning slaagden er in het wrak te bereiken. Sperling gingaan boord en met drie matrozen volbracht hy het reddings werk, met veel moeite en inspanning. Toen deze verkleumde vrouwen de redders zagen, vlogen zij gillend op hen aan. Met moeite konden de matrozen zich van de wanhopige vrouwen ontdoen, en alleen hun dreigement dat zy weer zouden heengaan, hielp en bracht de stumpers tot bedaren. Met veel moeite werden zy toen achtereenvolgens gered. Juffrouw Theile werd op den rug gebon den, daar zy van uitputting niet loopen kon de andere dame kon nog ondersteund voort- loopen. Het dienstmeisje was nog zoo moe dig en goed by haar positieven, dat zy tegen den schipper zeide„help eerst de twee anderen maar, ik blijf." Uit Den Ilaag seint men ons Uit de herhaalde bijeenkomsten van den Ministerraad en het onderhoud meermalen van minister De Meester met de Koningin concludeert men uit de beste bron, dat de Ministers zullen aanblijven. Gemeente Zij pc. Ingeschreven van 15—20 Febr. 1907. GeborenGeene. OndertrouwdJacob Zeeman, j.m. arbei der, 24 jr., te Zype en Trijntje Spiedyk, j.d. dienstbode 21 jr., te Zype, onlangs te Cal- lantsoog. Getrouwd: Geene. OverledenGerrit Schuyt, 78 jr.. weduw- naar van Geertje Swarthof. Gemeente Anna I'aulowna. Ingeschr. van 15 22 Febr. 1907 GeborenMarinus, z. v. Marinus Wisse- kerke en Trijntje Brands. Dirk, z. v. Jan I Blaauboer en Antje van Twuiver. Jan z v l Simon Spigt en Dirkje Keuris. Paulus, z. v'. Cornelis Breen en Cornelia Cornelissen!1 Adrianus, z. v. Pieter Keppel en Geertjej Bruin. Elizabeth, d. v. Jacob de Yries en Catharina Clazina Jonker. Ondertrouwd en Getrouwd: geene. OverledenGrietje Langedyk, wed. van Pieter Keetman, 78 jaren. zitter van den Ministerraad, den heer De Meester, minister van financiën. „Het Volk" schrijft onder opsohrift „Is dat waar „Op een plaat van den ^Spectator* gerodigeerd door dan Handelsblad*-' redacteur mr. Israëls, wordt generaal Kool, de chef van den generalen staf aangeduid als de Mefisto, die den Faust der Eerste Kamer bijstond om ValentijQ. Staal overhoop te steken. Volgens het onderschrift zou de heer Kool de „des kundige voorlichting* gegeven hebben aan de commissie van rapporteurs uit de Eerste Kamer of aan haar voorzitter, het anti-revolutionuaire lid 't Hooft. Zou dat nu maar oen losse insinuatie zijn of heett de heer Israëls goeden grond tot deze aanduiding? Ons dunkt, nu het eenmaal gezegd is, mag dat niet onopgehelderd blijven. Wanneer inder daad de chef van den generalen staf in 't geheim gestookt heett tegen den mi nister van Oorlog, dan is er in ofls mi litarisme een Augiasstal te redderen, waarvan wel niemand nog besef had*. H. 1U DE CRISIS. M. de Koningin heeft Donderdag Q- VUMV* UUg gehoor ontvangen den tijdeljjk voor- Zullen de inwoners van Schagen hier nut van trekken? Een groot aantal gevallen gelijk bg onderstaande zijn van tijd tot tijd in de Hoornsche couranten bekend gemaakt. Deze merkwaardige gevallen kunnen in direct een goede raadgeving bevatten voor de inwoners van Schagen en moge lijk dat zij voor hen van buitengewoon belang zijn. Mejuffrouw Akerman, Kuil 30 te Hoorn, meldt ons: Nn ik door uw Foster's Rugpijn Nieren Pillen geheel en al genezen ben, acht ik het mijn plicht tegenover andere lijders, U dit te melden, en zult U mij een genoegen doen, mijn bevinding te publiceeren, opdat anderen hiermede hun voordeel kunnen doen. Ruim zes jaar heb ik verschrikkelijk aan de nieren geleden, voortdurend had ik een zware stekende pijn in den rug en in de lendenen, gepaard met hoofd pijn en duizelingen. Steeds was ik erg vermoeid, loom en afgemat, en bij het minste dat ik deed, was ik zeer kort ademig. De urine was altijd onnatuurlijk, nu eens donker, dan weer troebel, met veel wit bezinksel. Mijn ziekte was zoo erg, dat ik reeds zes weken hiervoor in het ziekenhuis had doorgebracht, doch spoedig na mijn ontslag daaruit, viel deze ziekte weer in. Het eenige wat mij dade lijk en een werkelijke verlichting schonk, waren Uwe pillen. Na een paar dagen was ik reeds beduidend beter en toen ik gedurende drie weken Uw voortreffelijk geneesmiddel had ingenomen, was ik een geheel ander mensch en ik kon van de vroegere pijn met de daar bijkomende ongemakken zoo goed als niets meer bespeuren. Ik ondergeteekende verklaar, dat hot bovenstaande waar is en machtig U het publiek te maken op elke wijze, die U goeddunkt. De ziekte der nieren wordt aangeduid door een doffe pijn en zwakheid in den rug. De zieke kan nauwelijks loopen. De wreede pijn verlaat hem niet gedu rende den dag. 's Nachts is het 't zelfde, terwijl hij met smart in zijn bed woelt en tracht in te slapen, nimmer rustende op zjjn rug, die 's morgens bij't opstaan pijnlijker dan ooit schijnt. Verzeker U, dat men U de échte Foster's Rugpijn Nieren Pillen geeft, dezelfde die Mej. Akerman gehad heeft. Wij waarschuwen tegen namaak en ma ken koopers er op attent, dat op iedere doos de handteekening van James Foster voor komt. Ze zijn te Schagen verkrijgbaar bij den heer J. Rotgans. Toezending ge schiedt franco na ontvangst van pose- wissel a f 1.75 voor één, of f 10. voor zes doozen. In Amerika moet men komen om liefhebberij te zien voor zeer luxueuse en kostbare feesten. Zoo gaf de bekende millionnair James H. Hyde een diner in den stijl der 18e eeuw, gevolgd door een bal in rococo-costnumB. Kunstenaars be zorgden tegen hooge prijzen de teekening voor de inrichting en de tafelversiering. Beroemde beeldhouwers hadden allerlei mooiB van suiker gemaakt en elke tafel was overschaduwd door een rozenstruik vol geurende bloemen. Het diner alleen kostte f 40.000 en voor de bediening waren 270 personen gehuurd. Doch niet alleen bij particulieren, ook in de restaurants te New-Tork heeft de weelde een ontzaglijk hooge trap be reikt. De voorname restaurants (zeker nog geen tien in getal) vertegenwoor digen een kapitaal van 120 millioeo guldens. Nergens wordt zooveel buitens huis gegeten als in New-York. Men schat het aantal personen, die dagelijks in restaurants dineeren, op 350 000 tot 400.000 en dit aantal neemt nog steeds toe. Amerika is nu eenmaal het land van snel verdienen, en gemakkelijk weer uitgeven. Het keukenpersoneel van de voor naamste restaurants te New-York be staat nit een leger van chefs, koks en

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1907 | | pagina 2