Schipbreuk
RECLAMES.
Hoek van Holland.
Politie.
Plaatselijk Nieuws.
Per Telegraaf.
Burgerlijke Stand.
lit
de
pers.
en voor
Een wenk *an Hoorn.
Gemengd Nieuws.
Luxe in Amerika.
in 1905, en 19 roodvonkgévallen tegen
5 in 't vorig jaar, maar daartegenover zyn
er nu 18 lijders aan diphtheritis geweest
tegen 22 in 1905.
Betreurd wordt, dat niet altijd denoodige
medewerking van de Gemeentebesturen aan
de Commissie wordt verleend, terwyl met
waardeering kon worden gesproken over de
toewijding van sommige dier colleges, waar
het betreft de bevordering van de gezond
heidsbelangen. Vele en velerlei zaken zyn
aan het oordeel der Commissie onderworpen
en door haar behandeld met meer of minder
S°Het schoolonderzoek leerde den Commissie,
dat er vele gebreken uit gezondheidsoogpunt
in die inrichtingen voor de jeugd vielen te
constateerensommige gebreken, o.a. in de
school te Moerbeek (N. Niedorp) zon dade
lijk weggenomen; andere scholen wachten
nog op de noodzakelijkste verbeteringen.
In die school te Moerbeek, gein. N. Niedorp,
waren kinderen ter school geweest uit een
met roodvonk besmet gezin.
Door bemiddeling der Commissie werd
Dr Hamburger, Inspecteur der Volksgezond
heid te Utrecht, met deze zaak in kennis
gesteld en door hem werd gelast, de school
voor 8 dagen te sluiten, de leermiddelen, die
met de kinderen in aanraking waren geweest,
te verbranden en de lokalen te ontsmetten.
Aldus geschiedde.
De Commissie hield in 1906 twaalf
gewone en één buitengewone verga,-
dering. Op een dier vergaderingen werd
ontworpen een verordening op vleesch- en
vischkeuring. Dat ontwerp werd in afschnft
den Gemeentebesturen in het ressort aer
Commissie toegezonden, met verzoek, in
hunne politieverordening dergelijke bepalin
gen op te némen. Het succes was sober.
Sommige gemeentebesturen hebben echter
te dezer zake eenige bepalingen in het leven
geroepen, zoodat toch hier eenigszins aan
de wenschen der Commissie is tegemoet
gekomen. Het getal vervuilde slooten,
waarover by de Commissie werd geklaagd,
was legio. Sommige zijn nóg vuil, andere
zijn volledig of met den „Franschen slag
opgeknapt.
Met waardeering wordt gesproken over
het besluit van de Vereeniging tot Ontwik
keling van den Landbouw in Hollands
Noorderkwartier, om de kwestie„biologische
reiniging van het afval bij Zuivelfabrieken
onder de oogen te zien.
Na algemeene rondvraag sluit de waarn.
voorzitter de vergadering.
PHILOTECHNIE, Wieringerwaard.
Met zeer veel genoegen bezochten wy
vroeger steeds de uitvoeringen van de ïede-
rijkerskamer Philotechnie te Wieringei waard.
Dat is evenwel al eenige jaren geleden, maar 1
toch hadden wjj nog steeds de aangenaam
ste herinneringen overgehouden aan de
avondjes van vroeger.
Geen wonder dus, dat we, na deze lange
rust, met blyde verrassing de aankondiging
van een uitvoering van Philotechnie lazen.
En dus Donderdagavond met geen kleine
verwachting naar Wieringerwaard, naar de
opvoering van „In kleinen krmg van v an
Nouhuüs.
Op een groote verwachting volgt zoo graag
een teleurstelling, maar dat was hier niet
zoo. Want in het algemeen deze uitvoering
beoordeelende, - de personen op zichzelf
nu eens buiten bespreking latend, was ze
in vergelijking met wat vroeger werd ge
geven, volstrekt niet minder, ja, haast beter.
Het tooneel was keurig aangekleed en de
vertolking van niet één rol was hinderlyk.
O zeker, er waren fouten, de taal van
enkelen eischt verbetering, maar toch, allen
voldeden in hun rollen.
Zij, die „In kleinen kring" kennen, zullen
het met ons eens zijn, dat deze pennevrucht
van VanNouhuijs zeer groote moeilijkheden
heeft.
Door het steeds komen en gaan der ver
schillende personen, de soms eigenaardige
oplossing van enkele tafereelen, wil zoo
spoedig de gang er uit raken. Ook brengt
de weinige handeling, die het stuk heeft,
het als 't ware drijven daarvan op de ver
schillende gesprekken die gehouden worden,
voor de spelenden niet gering te schatten
moeilijkheden mee. Dan ziet men zoo dik
wijls een zoeken van eikaars oogen, een
hangen aan eikaars woorden en weg is
de illusie.
Dat was hier echter met zoo, integendeel!
het spel, de mimiek, ook het stille spel, dat
zoo vaak öf verwaarloosd, öf overdreven
wordt, was te prijzen. Er was handeling
Wie uit het bovenstaande soms mocht
opmaken, dat het stuk ons niet beviel,
vergist zich. De inhoud (het weergeven
daarvan zou ons te ver voeren) biedt zooveel
echte, scherpe waarheid, de schrijver heeft
het leven „in kleinen kring", met al zijn
peuterigheid, maar ook zijn gevaarlijk gekon
kel en geklets, zoo fijn geteekend en in beeld
gebracht, dat het ons van den beginne at
heeft geboeid.
Het spel der verschillende optredenden
besprekend (wij zullen niet allen noemen,
er zijn er eventjes 17), beginnen wy met Eva,
de dochter uit het eerste huwelijk van den
kerkvoogd Van Spar wijk, weergegeven door
mej. A. Groneman.
Wat een moeilijke rol, vol eigenaardig
heden, die zoo gaarne tot overdrijven bren
gen maar wat uitmuntend gespeeld! Met
werkelijk dramatisch talent, met. treffend
gebaar en gelaatsuitdrukking en juiste
Z6fFiernaast dadelijk de heer J. A. Kaan als
Van Sparwük; in den beginne wat overdre-
ven later zoo volkomen de nobel-doende
man, hoog in levensopvatting tegenover ande
ren in werkelijkheid een geslepen intrigant,
die met zijn joviale manier-van-doen een elk
zand in de oogen strooit, zelfs zyn eigen
dochter. De heer Kaan heeft deze zijde van
het karakter van Van Spar wijk sprekend
WAanmejWos-Koppes, als Sparwyk's tweede
vrouw mej. C. Groneman als diens dochter,
en den heer J. E. Vos als zoon Hendrik een
woord van hulde. Hun spel was zoo leven
dig en vlot, hielp zoo echt mee toteen good
samengaan, tot een mooi geheel, dat wij hen
een hartelijk bravo niet willen onthouden.
Van de juiste groepeering op sommige mo
menten hangt zooveel af; dit drietal scheen
dat zoo goed te beseffen.
Van Ds. van Voort kunnen wij niet zooveel
goeds zeggen. Die was niet voldoende de
man, in wien Eva met haar zware levensop
vatting en droeve levenservaring haar ideaal
moest zien. Zeker jong niet koud,
waardig warm in zijn overtuiging een
mensch die een ziel bezit zoo denken wij
ons deze figuur.
De douairière Van Bijsterveldt, mej. T.
Blaauboer, haar zoon George, de familie
Van Asperen, en dan niet te vergeten de beide
boeren-kerkbestuurders en Snel pasten
zich allen als gewenscht aan bij de anderen.
Van het behaalde succes mag gerust een
flink deel op hun debet worden afgeschreven.
Voor Wouter den knecht (den heer R. C.
Blaauboer) eveneens alle respect.
De zaal was niet best bezet, maar daar
het stuk Zondagavond nogmaals gaat, is dit
misschien daaraan te wijten. Marine
Door muziek van de Kon. Ned. -™alj
werd deze opvoering in den rechten zin
het woord opgeluisterd.
Hengstenkewing.
Op de voorjaarskeuring van hengsten in
Noord-Hollland, gehouden te H^l0™^erj
den 20 hengsten aangeboden. Goedgekeui
W Epteure, Vereeniging Hippos N Ain^el.
Carafton. J. R. Wuste Santpoort. Wladimir,
M van Wieringen Haarlemmermeer. Irins
Bi'smarck, J. D. G. Gulpen Spaarndam^ Men-
bard, Vereeniging Legmeer. Dimanche. Nedeii
Harddraverij- en ltenvereeniging Amsterdam.
Airoio. dezelfde. Fleetwood S., dezelfde. Ernst,
B. Biesheuvel Haarlemmermeer. MaUdor,
dezelfde. Jonge Xerxes, L. van Wijk Jz.
Haarlemmermeer. Hackney Ponney van He
Sloterdjjk. Ibrahim, Koperdraad Weesp.
De hengst Dimanche, oud 4 jaar, van Anglo-
Normandisch, ras warmbloedig, zal weldra
gestationneerd worden bij den heer JN. v
Kaan te Wieringerwaard.
DE BEDDING.
(Vervolg van 3e blad.)
Het bericht dat de manschappen van de
reddingsboot Hellevoetsluis er in geslaagd
waren een elftal opvarenden te redden,
bracht aan de Hoek een groote ontroering.
De correspondent van de N. R. Crt. heett
met den kapitein van de stoomloodsboot J.
Berkhout, die met Jansen van de reddings
boot samen het reddingswerk heeft geleid,
direct na de redding het volgende onder
houd gehad.
De kapitein vertelde:
En waarachtig, die jongens hebben er
het begin mee gemaakt, al was de zee ook
nog zoo moeilijk en spaarden de kwade
buien hen allerminst. Die jol kreeg ver
binding met het Noorderhoofd, waar het
wrak zit. Werd tegen de pier gesmeten,
zoodat wij dachten dat zij te pletter zou
slaan. Maar in plaats daarvan gaf Klaas
Ree zichzelf een gooi en joemte op de stee-
nen, waar de branding overheen liep. Half
loopende, half zwemmende, tot den hals in
de golven en het water is koud schar
relde hij voort naar den kop. Ieder oogen-
blik vreesden wij hem te zien wegslaan.
Maar hij bereikte een paal, kroop erop, en
bleef er een half uur op zitten. Met een
lijn zat hü aan de reddingsboot vast.
Inmiddels volgden zijn drie kameraden
uit de jol zijn dapper voorbeeld, joempten
ook op de keien, waaroverheen de branding
raasde. De reddingsboot was intusschen
voor anker gegaan.
Toen grepen de vier jongens elkander
vast om steun te hebben tegen het geweld
van'de zee, en zwemmende, loopende, gingen
zij al verder naar buiten, tot zij allen het
hoofd bereikten, op een 50 meter van waar
het wrak zat. En het geschreeuw en ge- j
wuif van de schipbreukelingen maakten de
jongens zoo dapper als leeuwen. j.
Nu wilde het geluk, dat er van de Berlin
no's een tros afhing in zee, opgewaaid dooi
den storm naar hen toe. Telkens werden
de jongens door de sneeuwvlagen en de j
bruiskoppen aan onze oogen onttrokken.
En toen ik zag" - zei de kapitein van de
loodsboot „hoe die vier arme jongens
daar tobden met de zee, dacht ikZe moe
ten en ze zullen hulp hebben. En ik vroeg
aan de mannetjes aan boord „Komjongelui,
wie wil er?" Meteen kreeg ik er te veel.
En daar zaten-er alweer vier anderen van
miin loodsboot in de tweede jol, de leerlin
gen C. de Gorter, Harm van der Meulen,
L Braam en J. de Geus. Hun hulp is het
eeluk geweest.Wantjopjjdezelfde wijs kwamen
zii aan de Noorderpier, sprongen op de
overspoelde keien, ploeterden arm m arm
door de branding naar de keien, tot er
daar acht jongens samen waren aan het
hoofd, vaak tot de halzen m het koude bad.
ja" vervolgde een van de „jongens
die er bij was geweest, simpelweg - „want
schipper, de zee ging zoo bulderend te keer.
Maar we pakten den tros van de Beilin, en
bonden er een nieuw eind aan, tot we het
op een paal van de pier vast konden zetten.
En zoo konden zij komen.
Het wrak lag 5 meter boven ons uit, de
tros in de schuinte naar de pier zal een 20
meter lang zijn geweest. Op het wrak was
een steward, die begreep ons. En hy maakte
het zijn verkleumden gezellen duidelijk. Toen
eerst kwamen er twee stokers naar voien
zij bonden zich een lijn om het middel en
lieten zich glijdendan kwam de steward
/Alf dan twee vrouwen en de anderen, tot
tien in het tal, allemaal met de handen
glijdende langs het eind. Wjj met ons ach-
ten arm in arm, kwamen zoo ver mogelijk
in de branding vooruit, grepen de stumpers
bü armen en beenen om hen vast te vatten,
want we waren zoo slap door al die ellende.
Een enkele sloeg te water, kwam weer op,
en we grepen hem. Twee aan twee zwem
mende brachten we ze stuk voor stuk eerst
naar een droogte op de pier. Die arme blik
sems van vrouwen, alle fut was er uit. Over
onze ruggen sjorden we haar
Ta" zei de kaptein „en toen op een
moment kwam er weer een stuk water dat
de jongens met vrouwenen al omsmeet. Wy
7iin voor geen klein geruchtje vervaard,
maar we stonden te trillen aan boord, om
de kerels."
De jongen" die mee had gered, vervolgde:
Die vrouwen hebben we eerst op een
baken gelicht, en door een Rotterdamsche
jol die ik nog niet ken, kregen we toen
waarachtig weer verbinding met de reddings
boot. Zoo haalden we van daar een dikkere
lün naar de baken en daaraan trokken ze
hen stuk voor stuk naar de schuit van
allJenhieldt je hart vast. Ze waren van al
die kou zoo doorwaternat, onbeschut onder
het sloependek van het wrak, tot in hun
merg uitgeput. Toen we kwamen, lagen ze
als lam over de verschansing, maar nog
wuifden do stakkers, terwijl ze al niet meer
op hun beenen konden staan. En vierkant
hadden ze zich laten zakken.
Toch kregen we er zoo tien op de red
dingsboot. Twee vrouwen er onder en een
kind zal ik maar zeggen, want het scheen
met die plakkende kleeren en druipende
haren nog wel een heel jong deerntje.
„Maar waarachtig, drie dames bleven er
achter, en een meiske, behalve de lijken, die
er van gebrek al gestorven lagen. En fiat
was niet om aan te kijken, want die stum
pers durfden niet, waren versuftToch, i
warempel, toen ze allemaal op de reddings
boot zijn, zien we een van die dames den
laatsten moed samenvatten, en in Godsnaam j
ook aan de lijn gaan hangen. Maar of haar j
bewustzijn haar ontzonk, ze kon niet naar
beneden komen, en bleef zitten op het
berghout.
„Dat was niet langer om aan te zien.
Want het duurde zoo misschien wel een
uur. Wij er weer heen, weer op de pier,
haar toegeschreeuwd om toch te volgen, en
ineensliet ze de handen los en sloeg
neer. Maar nog grepen we haar en voerden
haar zwemmende mee."
„Nooit" zei de kapitein „al zijn we
nu ook niet van was, maar nooit zal ik het
■gehuil vergeten vari de drie rampzalige vrou
wen, die niet durfden en die we dus achter
moesten laten in de branding, op dat ont
redderde wrak. Ja, de tranen rolden me uit
de oogen. Ik kreeg het zóó te kwaad, dat
ik God dankte, toén we uit dat gejammer
mochten gaan. De jongelui hadden hun
leven gewaagd, niets was er nu meer te doen
aan die innige stumpers. En de vloed kwam
weer op, 't was er zoo schrikkelijk bruin.
Een van de jongens, De Ree, de eerste die
't waagde, was de kluts al een beetje kwijt.
„Och, schippeF' zei de redder ontroerd
„en hoe slap zl^ook waren, ze wisten niet
hoe ze ons onder het zwemmen hun dank
baarheid moesten betuigen, de zielen. Die
laatste vrouw aaide ons met haar verkleum
de handen in 't gezicht, en kon niets meer
uitbrengen dan „tak - tak - tak Krampach
tig knepen de anderen onze handen!"
„Maar aan dat huilen van die achterge
blevenen moet ik niet terugdenken
ontzettend was het, meneer. En nu moet u
van boord, want we gaan weer naar zee
„Meteen maar weer kapitein, met dien
storm
„Wat zou dat? Van gisterennacht twaalf
uur heb ik er ingezpten
„En de redders?"
„Verdrogen zich, en gaan mee."
Dat zijn de helden van ons waterland, en
je weet niet wat je die jonge kerels zou aan
willen doen.
„Goede reis, kapitein
Prins Hendrik heeft dezen tocht meege
maakt op de stoomloodsboot.
voor leden en geïntroduceerden. Ondanks
het ruwe weder was een talrijk publiek
opgekomen. Nadat do voorzitter, de heer
A. Olie, allen hartelijk welkom heette en
tevens een woord van dank bracht voor de
flinke opkomst, werd de vergadering geopend
en werden de notulen der vorige vergadering
door den secretaris, den heer Jb. Langerveld,
voorgelezen, welke onder dankzegging onver
anderd werden goedgekeurd. Hierna werd
een aanvang gemaakt met de verschillende
werkzaamheden van het afwisselende pro
gramma. Van den heer A. Olie kregen wij
te hooren een tweetal lezingen; van de Re
derijkerskamer „Onderneming" twee stukjes
getiteld: „Wedstrijd in het voordragen" en
„Oproer", en een dameskoor onder leiding
van den heer J. Voorthuysen vergastte ons
op een 6-tal zangnummers. Verder werd ten
tooneele gebracht een tableau, voorstellende
de 5 zintuigen, muziek door de heeren P. de
Heer, C. Constant en Jb. Bes, en een vijftal
voordrachten getiteld „Het muzikale klaver
blad", „Het Schrikkeljaar", „Om raad ge
vraagd", „Juffr. Lustig en Juffir. Pret" en
„Nacht Nel, slaap wel". In deze verschil
lende stukjes traden op de dames J. Appel,
M. Appel, A. de Beurs, P. Rentenaar, M.
Schrieken, E. Veuger Hd. en de heeren C.
Constant en Jn. Stapel.
Aan stof ook ditmaal geen gebrek en
voor elk wat wils. Een ieder die iets ten
beste gaf, viel een daverend applaus ten
deel. Dat dit voor elk een belooning zij
voor de vele moeite en opofferingen, die men
zich getroost heeft.
De heer P. Swarthof heeft ons weer laten
zien, dat hij met de grimeerkunst uitstekend
op de hoogte is.
Te ruim middernacht sloot de Voorzitter
de vergadering met een hartelijk woord van
dank aan allen, die hadden medegewerkt
tot het welslagen van dezen avond, welken
wy gerust een waardig slot van dit seizoen
kunnen noemen.
Een groote massa menschen sloeg het red
dingswerk gade.
Van alle kanten waren uit den wal de
verrekijkers op het wrak en de redders ge
richt geweest. Honderden stonden geschaard
langs de keien en het strand, en dat mee
leven, die emotie op de bleeke gezichten is
niet te beschrijven. Opgedrongen stond de
menigte uit te zien, de voeten in de sneeuw,
de lijven onbeschut in de doordringende
sneeuwbuien, die daar aan zee koud maak
ten tot in het merg! Maar niemand dacht
aan schuilen. Enkel jammerklachten gingen
er langs de rijen, als er weer zoo'n barre
bui op kwam zetten, om het onvolprezen
heldenwerk van de dappere „jongens" in
de branding opnieuw te remmen.
Langzaam aan viel de avond. Loodgrijs
bleef de lucht, witte schuimkoppen kwamen
aanj achten en in de verte zag men de brekers
huizenhoog opspringen over het wrak. Maai
de mannen achter de kijkers hielden den
moed erin, en hun berichten gingen als
loopvuren rond „Een man op de pier, nog
één, nog één... en dan de geredden". Zij
wilden wel juichen, de verkleumde toe
schouwers aan zee.
Bij de aankomst der geredden werden
brancards aangedragen. Automobielen ston
den gereed om de schipbreukelingen vliegend
naar het hotel Amerika te vervoeren. De
dokters, de pleegzusters op den steiger.
En de Hellevoetsluis meerde. Maar de
menigte juichte niet. Op zoo menig stoeren
zeemanskop waren tranen. En ieder was
stil van eerbiedige ontroering.
De vuurtoren op de pier flappert alweer
zy'n licht door de buien. Het is halfzes,
reeds grauwe schemer in die doordringende
sneeuwjacht. Dikke sneeuw beneemt het
zicht. Daar op dat wrak in de branding
leven nog drie vrouwen!
En nu, stuk voor stuk, worden de geredde
schipbreukelingen uit de logies gedragen,
het trapje op eindelijk weer aan den
vasten wal. Maar in de brancards worden
ze neergelegd, zoo zwak als ze zyn, en in
dekens gerold, in plechtig staptempo door
de menigte heen gevoerd, op de armen van
de stoere dragers. Zoodra de auto's vol z(jn,
snorren ze naar het hotel. Dat is voor het
publiek gesloten, als hospitaal ingericht. De
verpleegsters gaan er heen. Die zaligheid om
de verkleumde, uitgeputte lijven in de bedden
te laten zakken, en onder de warme dekens
te stoppen 1
Naar het Hol. verneemt, behoort tot de
slachtoffers de heer Wouter Visser Luitzoon,
landbouwer te Schermer, iemand van ruim
40-jarigen leèftyd. Hij had zijn eenig kind
(een dochter) naar Engeland gebracht, waar
zij ter voltooiing harer opvoeding eenigen
ty'd zou verblijven.
Nieuw Leven, station Noord Scharwoude
20 Februari 1907.
Roode kool 1ste s. f6.25 a f7.—, 2e s.
f5.50 a f6.—, kleinere f2.50 a fó.—gele
lste s. f5.- a f5.50, 2e s. f4.— a f4.50,
kleinere f2.— a f3.50, D. W. f2.50 a f6.50
per 100, uien f0.85 a fl.— per 50 K. G.
21 Febr. roode kool lste s. f6.50 a 7.50,
2e s. f 5.50 a f6.—kleinere f 2.50 a f5.—gele
lste s. f5.— a f6.— 2e s. f4.— a f4.75,
kleinere f2.— a f3.75, D. W. f2.50 a f7.—
per 100, uien f0.85 a fl.— per 50 K.G.
22 Febr. roode kool lste s. f7.— a f7.50,
2e s. f5.50 a f6.50, kleinere f3.— a f5.—,
gele lste s. f 6.— a 6.50, 2de s. f 4.50 a
5.50, kleinere f 2.'— a/%—D.W. f 3.— a
f 7.25 p. 100, uien f 0.90 a 1.— p. 50 K.G.
In dit seizoen was de heer Trompetterde
eerste handelaar, die het bracht tot de ver
zending van 1000 wagons groenten. Dit is
de eerste keer, dat de 1000ste wagon het
vroegst van het station Noord-Scharwoude
werd verzonden. Ditmaal liep trouwens de
1000ste wagon van den hr. Trompetter een
maand vroeger dan verleden jaar.
Broek op Langen dijk, 22 Febr.
Heden werd besteed voorroode kool f 2
a 8, gele f 1.50 a 7.50, witte f 2 a 7.50, p. 100,
uien f 0.80 a 1 p. 50 K.G.
De heer J. P. Teeling, onderwijzer te
Sint Maartensbrug, komt als no. 1 en 2
voor op voordrachten voor onderwijzer te
Amersfoort.
De buitengewone vergadering van
D. O. G., alleen toegankelijk voorleden met
hunne huisgenooten, gehouden op Vrijdag
avond j.1. te nhuize van den heer Soheringa te
Barsingcrhorii, was, door verschillende
omstandigheden, niet door zoovelen bezocht,
als men dat wel gewoon is.
Toch heeft men met elkander de bijeen
komst zoo gezellig mogelijk gemaakt. Na de
gewone voordrachten van eenige heeren-leden,
gaf de jongeheer J. Schenk Az. op het tooneel
ter afwisseling een proefje van zijne vaar
digheid op de fiets en heeft een viertal aan
wezigen met eene vermakelijke pantomime
den avond besloten.
- De Vereeniging Nut en Genoegen" te
Sint Maartensbrug hield Donderdagavond
in het lokaal van den heer W. Swarthof
haar tweede bijeenkomst in dezen winter
Ter secretarie dezer gemeente worden in-
lichtingen verzocht omtrent een verloren
j portefeuille, inhoudende onder meer f 415
j aan bankpapier.
Tot leden der Commissie tot wering
van schoolverzuim alhier zijn herkozen de
heeren J. B. Keet en P. Raat.
Woensdag werd alhier een Sympboiiie-
vereeniging opgericht. Zij is samengesteld
uit 8 violen, 1 cel, orgel en piano. Het be
stuur bestaat uit de heeren G. V. Andriessen
voorzitterW. Roggeveen Jz. secretaris-pen
ningmeester en C. H. N. Tates, directeur.
De repetities zullen op Zaterdagavond bij
den heer J. 'Vader worden gehouden.
De heer U. Welling-is ten tweeden male
opgeroepen een proefles te geven aan een
der scholen te Amsterdam, thans aan school
no. 112.
Predikant en kerkeraad van de Ned.
Herv. Kerk alhier hebben besloten, dit jaar
geen catechisanten tot lidmaat der kerk
aan te nemen wegens den weinigen ernst
en de weinige kennis der leerlingen.
Marktbericht.
Een zuinige markt, meende de een; een
ander was mede van die meening en eerlijk
gezegd, kunnen wij ons daarbij volkomen
aansluiten, 't was waarlijk ook geen weer
om voor je pleizier uit te gaan. Over 't ge
heel waren de vetprijzen traag. Al naar de
qualiteit, bewogen de vette koeien zich tus-
schen 35 en 38 cent. Varkens waren 1 cent
minder dan de vorige week. Kalf koeien
staan zeer hoog, melk en boter zyn ook
duur; dat geeft natuurlijk een trekkenden
handel. In overhouders komt meer handel.
De goede soorten vonden Donderdag spoedig
hun man. Nuchtere kalveren blijven
vrjj gelijk. Ook nu daalde de markt iets,
naarmate de aanvoer toenam.
Boter staat hoog, terwijl de eieren bij den
prijs blijven.
Laatste drie Duitsche vrouwen gered, na
men Pheile, Wennberg, dienstmeisje, nog
ongeveer 12 lijken aan boord.
Hedennacht te één uur is de zeesleepboot
„Wodan" naar het wrak gegaan, schipper
Sperling en bemanning slaagden er in het
wrak te bereiken. Sperling gingaan boord en
met drie matrozen volbracht hy het reddings
werk, met veel moeite en inspanning. Toen
deze verkleumde vrouwen de redders zagen,
vlogen zij gillend op hen aan. Met moeite
konden de matrozen zich van de wanhopige
vrouwen ontdoen, en alleen hun dreigement
dat zy weer zouden heengaan, hielp en bracht
de stumpers tot bedaren. Met veel moeite
werden zy toen achtereenvolgens gered.
Juffrouw Theile werd op den rug gebon
den, daar zy van uitputting niet loopen kon
de andere dame kon nog ondersteund voort-
loopen. Het dienstmeisje was nog zoo moe
dig en goed by haar positieven, dat zy tegen
den schipper zeide„help eerst de twee
anderen maar, ik blijf."
Uit Den Ilaag seint men ons
Uit de herhaalde bijeenkomsten van den
Ministerraad en het onderhoud meermalen
van minister De Meester met de Koningin
concludeert men uit de beste bron, dat de
Ministers zullen aanblijven.
Gemeente Zij pc.
Ingeschreven van 15—20 Febr. 1907.
GeborenGeene.
OndertrouwdJacob Zeeman, j.m. arbei
der, 24 jr., te Zype en Trijntje Spiedyk, j.d.
dienstbode 21 jr., te Zype, onlangs te Cal-
lantsoog.
Getrouwd: Geene.
OverledenGerrit Schuyt, 78 jr.. weduw-
naar van Geertje Swarthof.
Gemeente Anna I'aulowna.
Ingeschr. van 15 22 Febr. 1907
GeborenMarinus, z. v. Marinus Wisse-
kerke en Trijntje Brands. Dirk, z. v. Jan I
Blaauboer en Antje van Twuiver. Jan z v l
Simon Spigt en Dirkje Keuris. Paulus, z. v'.
Cornelis Breen en Cornelia Cornelissen!1
Adrianus, z. v. Pieter Keppel en Geertjej
Bruin. Elizabeth, d. v. Jacob de Yries en
Catharina Clazina Jonker.
Ondertrouwd en Getrouwd: geene.
OverledenGrietje Langedyk, wed. van
Pieter Keetman, 78 jaren.
zitter van den Ministerraad, den heer De
Meester, minister van financiën.
„Het Volk" schrijft onder opsohrift
„Is dat waar
„Op een plaat van den ^Spectator*
gerodigeerd door dan Handelsblad*-'
redacteur mr. Israëls, wordt generaal
Kool, de chef van den generalen staf
aangeduid als de Mefisto, die den Faust
der Eerste Kamer bijstond om ValentijQ.
Staal overhoop te steken. Volgens het
onderschrift zou de heer Kool de „des
kundige voorlichting* gegeven hebben
aan de commissie van rapporteurs uit de
Eerste Kamer of aan haar voorzitter, het
anti-revolutionuaire lid 't Hooft.
Zou dat nu maar oen losse insinuatie
zijn of heett de heer Israëls goeden grond
tot deze aanduiding? Ons dunkt, nu
het eenmaal gezegd is, mag dat niet
onopgehelderd blijven. Wanneer inder
daad de chef van den generalen staf in
't geheim gestookt heett tegen den mi
nister van Oorlog, dan is er in ofls mi
litarisme een Augiasstal te redderen,
waarvan wel niemand nog besef had*.
H.
1U
DE CRISIS.
M. de Koningin heeft Donderdag
Q- VUMV* UUg
gehoor ontvangen den tijdeljjk voor-
Zullen de inwoners van Schagen hier
nut van trekken?
Een groot aantal gevallen gelijk bg
onderstaande zijn van tijd tot tijd in de
Hoornsche couranten bekend gemaakt.
Deze merkwaardige gevallen kunnen in
direct een goede raadgeving bevatten
voor de inwoners van Schagen en moge
lijk dat zij voor hen van buitengewoon
belang zijn.
Mejuffrouw Akerman, Kuil 30 te
Hoorn, meldt ons: Nn ik door uw
Foster's Rugpijn Nieren Pillen geheel en
al genezen ben, acht ik het mijn plicht
tegenover andere lijders, U dit te melden,
en zult U mij een genoegen doen, mijn
bevinding te publiceeren, opdat anderen
hiermede hun voordeel kunnen doen.
Ruim zes jaar heb ik verschrikkelijk
aan de nieren geleden, voortdurend had
ik een zware stekende pijn in den rug
en in de lendenen, gepaard met hoofd
pijn en duizelingen. Steeds was ik erg
vermoeid, loom en afgemat, en bij het
minste dat ik deed, was ik zeer kort
ademig. De urine was altijd onnatuurlijk,
nu eens donker, dan weer troebel, met
veel wit bezinksel. Mijn ziekte was zoo
erg, dat ik reeds zes weken hiervoor in
het ziekenhuis had doorgebracht, doch
spoedig na mijn ontslag daaruit, viel deze
ziekte weer in. Het eenige wat mij dade
lijk en een werkelijke verlichting schonk,
waren Uwe pillen. Na een paar dagen
was ik reeds beduidend beter en toen ik
gedurende drie weken Uw voortreffelijk
geneesmiddel had ingenomen, was ik een
geheel ander mensch en ik kon van de
vroegere pijn met de daar bijkomende
ongemakken zoo goed als niets meer
bespeuren.
Ik ondergeteekende verklaar, dat hot
bovenstaande waar is en machtig U het
publiek te maken op elke wijze, die U
goeddunkt.
De ziekte der nieren wordt aangeduid
door een doffe pijn en zwakheid in den
rug. De zieke kan nauwelijks loopen.
De wreede pijn verlaat hem niet gedu
rende den dag. 's Nachts is het 't zelfde,
terwijl hij met smart in zijn bed woelt
en tracht in te slapen, nimmer rustende
op zjjn rug, die 's morgens bij't opstaan
pijnlijker dan ooit schijnt.
Verzeker U, dat men U de échte
Foster's Rugpijn Nieren Pillen geeft,
dezelfde die Mej. Akerman gehad heeft.
Wij waarschuwen tegen namaak en ma
ken koopers er op attent, dat op iedere doos
de handteekening van James Foster voor
komt. Ze zijn te Schagen verkrijgbaar bij
den heer J. Rotgans. Toezending ge
schiedt franco na ontvangst van pose-
wissel a f 1.75 voor één, of f 10.
voor zes doozen.
In Amerika moet men komen om
liefhebberij te zien voor zeer luxueuse
en kostbare feesten. Zoo gaf de bekende
millionnair James H. Hyde een diner in
den stijl der 18e eeuw, gevolgd door een
bal in rococo-costnumB. Kunstenaars be
zorgden tegen hooge prijzen de teekening
voor de inrichting en de tafelversiering.
Beroemde beeldhouwers hadden allerlei
mooiB van suiker gemaakt en elke tafel
was overschaduwd door een rozenstruik
vol geurende bloemen. Het diner alleen
kostte f 40.000 en voor de bediening
waren 270 personen gehuurd.
Doch niet alleen bij particulieren, ook
in de restaurants te New-Tork heeft de
weelde een ontzaglijk hooge trap be
reikt. De voorname restaurants (zeker
nog geen tien in getal) vertegenwoor
digen een kapitaal van 120 millioeo
guldens. Nergens wordt zooveel buitens
huis gegeten als in New-York. Men
schat het aantal personen, die dagelijks
in restaurants dineeren, op 350 000 tot
400.000 en dit aantal neemt nog steeds
toe. Amerika is nu eenmaal het land
van snel verdienen, en gemakkelijk weer
uitgeven.
Het keukenpersoneel van de voor
naamste restaurants te New-York be
staat nit een leger van chefs, koks en