Geld beschikbaar. Voorloopig Bericht. Di Tl Schager en Purmerender Loten. Hel Concert. J „Wieringerwaard", op Donderdag 28 oo Zondag 31 Maart '97, Maandag April as TooneelgeZflsAap Direelie M LIER, der Rederijkerskamer „De Zwaan'4 A. van Twuijver, Merk Bertels d; Co., Amsterdam, 1 Zondag 17 Miart '07. 5Ie Jaargang. No. 4239. TWEEDE BLAD. Ontploffing te Touion. Advertentièja. PRINSESJE, BAL NA. fe Schagere, Binnenlandsch Nieuws. 3$^. 3$. JJudmnan-ïton flijh Entrée t 0.75 en f 0.50. Br. fr. motto Hypotheek, bur. v. d. blad. met Mevr. Julia v. Lier Cuijpers, den Lieer en Mevr. Erfmann en Louis de Vries in de hoofdrollen. Na afloop BAL. 30 JU van Mcenhuüzen, op Zondag 17 Maart '07, te iilar'm§§fi£8Ï2e?B* 50 Cent per lot. Moord, Schagen. A m s t ei r d a ra. De zee lag onder de eerste herfstkouda donker dreigend tusschen klipgevaarten en wierp geweldige golven op het strand aleof zq zich nog eens duchtig roeren wilde, vóór de vorst haar tot ijs verstijven zou Nóg was zij vrij ró* lag z'j niet in de boeien geklonken. En tusschen de zee e,n het gebergte liep langs de kust de straatweg raeds licht bepoederd van de vroegste sneeuw. Even buiten de stad waar de weg een kromming maakte, stond het concertgebouw. Daar stroomden in den dooker-m herfst avond vele menschen been om '*t e'rs1-» con cert bg te wonen in hei winter» z en Want dit was «ene gebeurtenisDe vin- ter duurt hier in het noorden lang en aan gelegenheden tot ontspanning is waarlijk geen overvloed. Zij, Valborg, kwam van de ééne zijde en hg, Björn van de andere. Hg wes niet bepaald muzikaaleer het tegendeel. Maar hij ging er heen, omdat hg wist dat zjj komen zou. Ea met bi&r was het geval ODgavaer hetzelfde, Zjj giag er heen om dat zij wist dat hg komen zou Toen hg de zaal betrad, keek hg naar haar rond en bemerkte, dat zg zich in een talrijk gezelschap bevond, Dit stond hem niet aan en dus hield hg zich tamelijk op een afstand. Hg bad gehoopt, dat zg alleen zou komen en dat zg hem dan veroorloven zou haar 'savoDd3 naar huis te brengen Want hg moest op reis. en hg zou baar gaarne nog eens onder vier oogea gespro ken hebben, Dat had zg toch óók we! kunnen denken En niettemin had zg zich bij die vreemde menschen aangesloten Hg vond het ergerlijk. Misschien echter gelukte het hem toch, haar nog van die lieden te scheiden. In elk geval hoopte brj haar r het concert te zullen kunnen naderen. Gedurende het concert liet hg geen oog van haar af. Hg lette veel meer op hare bewegelijke gelaatsuitdrukkingen dan op de schoonheden van de uitgevoerde muziek; ea hij bestudeerde de uitwerking, die de verschillende composities op baar hadden. Speelde het orkest een vrooljjk stuk, dan kon haar gansche gezicht van geluk en blijdschap stralen, terwijl er b|j de treurige nummers een eigenaardige, vochtige glans in hare zielvolle oogen kwam, Nu ja, hg wist immers, dat zg een open hartig, ongekunsteld natuurkind was, dat zich gaf zooals zg was, de kunsten dar wereld niet kende. Zoo was zjj van jong af geweest. Hg dacht aan hare eerste jeugd, die zjj samen, hg en zg, in landelijke af zondering hadden doorleefd. Dan was hg op het gymnasium en later op de univer siteit gekomen, Na had hg zgne examens achter den rug en had eenige maanden op bezoek in zgn ouderlijk huis gesleten. De beide gespelen, hg en zji, hadden elk; ar zoo weer ontmoet en vroolgke uren met elkander doorgebracht, Maar nu liep zijn verlof op een einde, en het afscheid stond voor de deur. Het eene nummer van het programma volgde op het andere, en alles werd krach tig geapplaudisseerd. De zaal was tot op het laatste plaatsje bezet, en in de niet zeer grooto ruimte heerschte eene verstikkende hitte. Eindelijk was het concert afgeloopsn, en Björn wachtte aan den uitgang, „Mag ik een eindje met je meegaan?" vroeg hg z tch', nadat de eerste begroeting voorbjj was. „Heel vriendelijk van je." antwoordde zjj. „Ik heb eigenlijk al gezelschap maar als het je genoegen doet liet zjj er aarzelend op volgen, zoodat hg niet recht wist, of zgn geleide haar al dan niet welkom was. Toch week hg niet van hare zjjde Hg richtte het zóó in, dat zjj oamen achter de anderen een wei nig terugbleven. De maan trad slechts flets nu dan van achter de wolken te voorschjjn, en over h«t kale strand blies een heftige wind. Hg raasde en floot door de telefoondraden, hg rukte en duwde aan de kleederen, en z jn gure adem sloeg om het verhitte lichaam van het meisje en deed haar van koude rillen. Het oogenblik om voor de beminde zgne teedere gevoelens uit te storten, was dus niet b jzonder gelukkig gekozenmaar toch mocht de jonge man nist langer dra len want vóór zjjn vertrek zou hjj be zwaarlijk nog eene gelegenheid vinden om haar wcêr te zien. „Ik heb iets op mjjn hart," zoo bagon hjj. „Zooals ja weet, moet ik over eenige dagen weg, en ik zal in den eersten tjjd niet terugkomen a. Op dit oogenblik kwam er ean wervel wind, die hem baldadig den hoed van het hootd rukte. Dat gaf eene wilde jacht, een loop je niet, dan heb je niet, tot de hoed, die rolde en huppelde alsof bg ei pleizier in had, bg geluk door een schut thg werd gestuit. Met een njjdigen greep pikte Björn b«t op hol geslagen hoofd deksel en drukte het weer op zjjne haren, om tot hat meisje terug te keeren, dat ie den tellen storm daar stond en huiverend van koude op hem wachtte. „Ban je koud?" vroeg hg bezorgd en mat een gevoel alsof tusschen hem en haar nu alles voorbjj was. Zjj lachte even om hat avontuur met den hoed. Maar de jonge min kon nist meê'achen. Hjj voelde, dat dit b spottelgke intermezzo hem het groote woord had efgesneden. Eene ontboeze ming was hem tu onmogelijk geworden Voor hetgeen hjj had willen zeggen, kon hjj nu de rechte woorden niet meer vinden, 411e hoop was vervlogen. De storm hid haar weggeblazen. „Ja", antwoordde z'j rillend „hot was daar binuen zoo vreeselgb warm en hier buiten is het zoo ontvettend koud." „Ik hoop, dat je door mg geen kou hebt gevat", veide hjj tamelijk nuchter. „Eom, laten wg den pas wat versnellen mis schien wordt je dan weer warm." Hjj nam hsrec arm, ea weldra Ladder zg het overige gezelschap ingehaald zon der .dat er iets tusschen hen gesproken was. „Zoo I" zaide hjj „nu heb je mg nie meer noo lig. Vaarwel dus I Vaarwel! Tot weerziens in het voigeide jaar 1- „Vaarwel en dat 't ja goed ga 1" zeide zjj huiverend, en zg legde hare tril lende hand in de zjjne. Hjj vroeg zich af, of dit trillen door de koude kwam, of door eene innerlijke ont roering. Hij wist het niet. Hg was ost m edigd. To-wjjl bg u'swv te 'eirepd werd al inner e: meer bet gevoel van daareven in hem tot zekerheid: dat de ge legenheid was verzuimd dat allee, wa er tusschen hem en het meisje ooit teedere wes geweest, of nog haddo karnen worden door de:en fatalen storm w«s weggevaagd Eonigs dagen later, toen bij bozig vae sjjkolf ta pakken v-m%in b. dat V lborg r; tig zo k is* H vetoo vfr dol da bittft »a do er... c :r:z at er> de hevige atkoeib g in den wind de op: z uk van hare ziekte kon zgn geweest, on bg maakte zichzelf een verwjjt er van, dat hg haar in de koude had staande gehouden. Ia zïne bezorgdheid liep hg terstond naar hare moeder. „Hos gsat 't vroeg hg bg het Vanen treden. „Niet goed. Wy zgn zeer bezorgd. Hel is longontsteking," luidde het antwoord „Maar kom binnen. Zjj wecscht ja te spre ken. Zjj hoeft al naar je gevraagd." Zschtjes betrad hjj de ziekenkamer Toen hjj bjj haar bed stond, glimlachte zjj tegen hem en zaide, terwjji «jj hem hare koortsig brandende hard toestak „Ik heb al lar.g op je gewacht Björn Jjj gaat nu op reis en ik ga óók op re.s Maar vóór ik van hier heenga, wilde ik nog evon terugkomen op datgene, wat je op dien stormachtigen avond voor nemens was. Ik vreesde ai, dat het onge zegd zou bljjven en dat zou ik niet willen." Hjj staarde haar vol medeljjden aan Wist zjj, wat zjj zeide? Sprak zjj drzo woorden bjj haar klare verstand „Bagrjjp je mjj niet?" hernam zjj, bjj Iet zien van zijnen bevreemden blik. „Wat mjj zeif betreft, zoo bedoel ik de reis var welke niemand terugkeertNee» neen, spreek mjj niet tegen. Eene inner- ljjke stem z ;gt het mjj. Maar vóór ik van hier heenga, .moet je van mjj hooren dat ik het oogmerk van onze wandeling be grepen heb, dat ik wist wat je mjj zeggen wou, en dat ik op de vraag, die je mjj bad wiliea doen, mot „ja" zou geantwoord heb bes. Dat wil ik je nu toch nog bekennen. En die bekentenis kan je bewaren als een aandenken van mg." Zg zweeg en haaide moeizaam adem, terwjji hjj hare hand in da zgne hield en smarteljjk ontroerd haar in de oogen blikte. Hg was diep getr.ff>a door de ronde ver klaring van dit edele hart, dat hem geheel had toebehoord, en dat hjj nu, vóór hjj het ooit bezeten had, reeds moest verliezen Hat was hem onmogaljjk, nu een woord uit te brengen. Hjj kon slechts de gloeiende hand streeler, die in de zjjne rustte. Maar zjjne oogen verrieden haar, wat er in hem omging. „Hoor nog verder", fluisterde ijj. „Die herinnering aan mjj mag en zal niet staan tusschen jou en je geluk Als je iemand anders vindt, tot wie je hart je aantrekt, wees dan gelukkig met haar. Dat is mjjn Wi-nsch, mjjn laatste wenscb, mjjn testa ment En nu, vaarwel, Björn. Ik dank je dat je nog gekomen bent." Hjj drukte haar nog eens de hand, en toen verliet hjj, zonder dat hjj wist hoe, de ziekenkamer. Het was hem zoo wonder- ljjk te moede, zoo tegenstrjjdig zoo droe vig on toch zoo bljj zoo big en toch zoo droevig Nooit had hjj kannen denken, dat in een mensch geluk en hartzeer zóó nauw veraenigd konden zjjn, als in zgn binnenst te dezer ure. Hjj reisde af. Kort daarna ontving hjj bericht van haar. Het was eene kaart met zwarten rand. En daarbg' ingesloten was het programma van het concert. N, R Ct. Een geregeld verhaal van de gebeurtenis sen van deze ramp (zie vorig no.) kon nog niet worden gegeven. Het was omstreeks middag, toen de eerste ontploffing gehoord werd. De Jéna lag in een van de droogdokken achter in de Mis- siessyhaven. In de Missiessyhaven liggen de oorlogsschepen en rondom staan militaire gebouwen, kazernes, werkplaatsen voor de vloot, opslagplaatsen van proviand, van steenkool, van ammunitie en scheepsmate riaal. Een uiterst gevaarlijke plaats dus voor al wat met vuur in verband staat. Hoe is in het achterschip van de Jéna een ontploffing ontstaan Heeft de ontploffing van een torpedo met geperste lucht een voorraad kruit doen ontploffen? of is de kruitvoorraad gesprongen door chemische werking in het kruit zelf? Het zal moeilijk uit te maken zjjn, want het achterschip van de Jéna is vernield en wie in de buurt van de plaats der ontploffing waren, zullen er niet van navertellen. Een groot aantal matrozen was op het oogenblik van den eersten slag bijeen in de kajuit der adelborsten lste klas, waar de adelborst Carlini een voordracht hield over Hendrik IV. Bjj het vernemen van den knal sprongen de matrozen het vertrek uit en langs ladders en boegspriet wisten zjj bovenop de zijwanden van het droogdok te komen. De eerste gedachte van hen, die tot be zinning kwamen, was, het droogdok te laten zinken. Een luitenant ter zee 2e klas, Roux, die niet vluchtte, maar aanstonds de sluis deuren van het droogdok wilde openzetten, moest zjjn moed on beradenheid met den dood bekoopen. Hjj werd in het dok naar beneden geslingerd ea verpletterd. Het schip stond aan den achterkant weldra in brand, de brand stak dé ammunitie aan en zoo volgde knal op knal. Geen ruit bleef in den omtrek heel. De bomscherven vlogen heel Touion door. In een der voor steden werd een kind van anderhalf jaar in de armen der moeder door een bomscherf getroffen. Het kind was opslag dood en de moeder is doodelijk gekwetst. Het openzetten van de waterkleppen van het droogdok was geheel onvoldoende om het dok met de Jéna s el te laten zinken. Daarom kreeg het oorlogsschip Patrie last de doksiuizen stuk te schieten. De Patrie schoot groote gaten ir de wanden van het dok en niet lang daarna was de brandende massa zoover onder water gezonken, dat alle verder gevaar voorbij was. De Jéna is hoogstwaarschijnlijk voor de vloot verforen. Het achterschip is uiteenge slagen, het trotsche oorlogsschip is in enkele uren een wrak geworden. Een van de beste en duurste slagschepen van de Fransche vloot is als vuurwerk uit- eengepoeft, honderden menschen gedood, verminkt, in rouw gedompeld Tieurige ondergang voor een schip, dat bestemd was te strjjden voor hot vaderland en dat bij de voorspelling aan een gewelddadi- gen dood zeker aan roemrijker dood zou hebben gedacht dan zoo hulpeloos in het droogdok, zonder vijanden om zjjn dood op te wreken, zonder zee zelfs om in te vergaan. De Lu tin en de Farfadet, de twee onderzee- scho booten, die in 1905 en 1906 aan de Fransche vloot ontvielen, zjjn althans bjj het houden van oefeningen omgekomen, maar de Iéna lag in het droogdok om afgekrabd en geverfd te worden. De stad Touion was diep verslagen. Een dikke zwarte rook hing dreigend boven de huizen. Na eiken knal vlogen de stukken ijzer en staal in 't rond. De matro zen en brandweermannen, die zich met de drijvende brandspuiten in de nabijheid van de Jéna waagden, en die de Suffren en an dere oorlogsschepen van do gevaarlijke plek wegsleepten, konden soms onder de opge- smeten massa gedeelten van menschenlicha- men herkennen. Men prijst den moed van de mannen, die met levensgevaar er in ge slaagd zjjn den brand te beperken tot het eene schip. De gewonden liepen bjj tientallen rond, hulpeloos en radeloos, tot de werklieden, de matrozen en de officieren in de buurt hen meenamen of droegen naar de haven-ambu lance, waarheen de weg van het dok af spoedig werd aangegeven door een broeden bloedstroom Ongelukkigen met vreeseljjke wonden, misvormd gelaat, weggerukte klee deren, verbrande haren, prezen zich gelukkig den dood ontsnapt te zjjn. Weggeslingerd en, die neergeploft waren aan de kaden, kropen versuft overeind met gebroken ledematen, en steeds groeide de stroom aan. Wonderbaarlijk geredden liepen in groote opgewondenheid rond, aan allen hun geluk vertellend, en daar in de ambulance waren allo dokters en vorplegers aan 't werk, steeds nieuwen toevoer krijgend van dooden en gewonden, die de eersten volgden. Volgens het „Journal des Débats" zou de ramp te Touion toegeschreven moeten wor den aan kwaadwilligheid. Deze bewering berust op het feit, dat de ontploffing plaats had in het achterdeel van het schip, waar zich de vertrekken der officieren bevonden. Latere berichten melden: Volgens offici eels opgaven konden zich aan boord bevin den 630 personen. Van dezen zjjn 407 onge deerd gebleven, 44 liggen in het hospitaal, en 24 officieren en manschappen hadden zich tot gisteravond halftwaalf nog gemeld. Verongelukt kunnen dus zjjn 155 man, van wie 125 nog vermist worden. Van dezen laatsten kunnen nog eenigen terecht komen. Het schip zelf is naar het oordeel derdes- j kundigen nog niet geheel verloren. Het ach terschip is inwendig totaal vernield en heeft ook aan de wanden zwaar geleden; het voor schip heeft maar weinig schade, dank zjj het gelukkig initiatief van den gezagvoerder van de „Patrie", die met een granaat de sluisdeur van het dok inschoot, waardoor het instroo- mende water den brand bluschte. Hoe groot de verbijstering aan boord moet zijn geweest, kan men zich eenigermate voorstellen, wanneer men leest de eerste indrukken door een burger van Touloji ont vangen. De verteller zat bjj een vriend te praten, toen ze werden opgeschrikt door een geweldige ontploffing: „Wjj ijlden naar de vensters en zagen boven de haven dichte rookwolken. Er is brand op een schip, werd ons van straat toegeroepen. Terwijl wij de deur uitliepen en ons bjj de honderden menschen aansloten die naar de haven renden, hoorden wjj een reeks ontploffingen, schoten en kanongebulder. Aan de poort van de marinewerf hoorden wü dat de „Jéna" in brand stond. Het pant serschip was geheel in vlammen en rook gehuld. Vuurtongen in verschillende kleu ren flitsten op, vuurstralen schoton door den rook, een regen van splinters, vonken en stukken heet ijzer kwam op ons neder. Een verstikkende rook trok over ons hoen." Toch zjjn enkelen kalm gebleven aan boord van het verderf brakende schip. Wjj lezen van een adelborst, die juist theorie hield met een vijftigtal matrozen. De adel borst behield zijn tegenwoordigheid van geest, zijn voorbeeld hield de mannen in bedwang en toen hij oogenschijnlijk kalm hun den weg aan wees, hen vermanende rustig te blijven, gingen allen bedaard heen. Niet een van dezen is omgekomen. De gezagvoerder, kapitein Adigard, werd in zijn kajuit verrast door de ontploffing. Hg stond juist gereed om naar de prefectuur te gaan, ter bijwoning van een beraadsla ging. Zjjn kajuit werd geheel verbrijzeld; de man was dadelijk dood. Een luitenant ter zee werd door een granaat getroffen, toen hij bezig was de sluisdeur open te hak ken. De mannen die bij hem waren snelden hem ter hulp, maar het kon niets moer baten. Eén hunner was aan het hakken gebleven, totdat de deur werd opengeschoten. Om hem heen vielen in dichte regen granaatsplinters, stukken hout on ijzer van de „Jena", maar de man keerde nog even op zijn weg terug om zjjn pet te halen die hij had laten liggen. Toen de brand gebluscht was, is men begonnen met bet bergen van de lijken en de lichaamsdeelen die in het dok ronddreven. Voor de poort verzamelt zich een angstige menigte van betrekkingen, doch niemand wordt op de werf toegelaten. De stad Touion is in rouw, koffiehuizen en schouwburgen zijn gesloten; uitofflcieele gebouwen en ook uit vele particuliere wo ningen hangen de vlaggen halfstok. Het ministerie van marine heeft ook de rouwvlag uitgestoken. I houden op Donderdag 14 Maart 1907, des namiddags half drie uur. Afwezig de heerenJ. L. T. Gronemanen D. Koog, de eerste met kennisgeving. Voorzitter de heer K. Koster Hz., burge meester. Na opening der vergadering leest de de secretaris, de heer C. Haringbuizen, de notulen, die onveranderd worden goedge keurd. Van Ged. Staten was ingekomen de goed keuring op de verordening voor het herha- lingsonderwijsidem, dat in de gemeente begrafenisrechten worden geheven; dito verordening Hoofdelijken Omslag. Van het hoofdbestuur der posterijen en telegrafie was een schrijven ingekomen met de mededeeling van de wijziging in de uren, waarop het hulpkantoor is geopend, (reeds in ons blad opgenomen.) Met het oog op de herdenking van den 300-jarigen geboortedag van Admiraal De Ruyter wordt besloten, aan elk schoolkind een gedenkboekje te geven, en verder dien dag vacantie. Is nog ingekomen het Provinciaal blad, waaruit blijkt, dat bet salaris van den Burgemeester onveranderd is gebleven, dat van den secretaris met f 50 verhoogd. Uit het verslag van het onderwijs in do gemeente over 1905 deelen wij mede, dat het aantal kinderen op 1 Januari j.1. school gaande, was: 65 jongens en 84 meisjes. Uit Barsingerhorn ging 1 meisje school, uit Anna Paulowna dito. Uit deze gemeente gingen school te Kolhorn 3 jongens en 1 meisjo, te Zjjpe 2 jongens en 1 meisje en te Scbagen 1 jongen. Aan het herhalingsonder vrijs namen deel 6 jongens en 5 meisjes. Het verslag van de Commissie tot wering van Schoolverzuim, vermeldde, dat volstrekt schoolverzuim niet voorkwamvoor 1 jon gen was een kennisgeving aan de ouders noodig geweest. Van de heeren Smeding en Kooi, onder wijzers aan de Op. lag., school was een adres ingekomen om een tegemoetkoming voor hun studiekosten voor de hoofdacte, welke kosten de heeren f75 noemden. B. en W. meenden, dat adressanten nog te kort in functie waren, om over hun werk een oordeel te kunnen vellen, en dat dus misschien later op deze aanvraag kon worden teruggekomen, maar nu daarop afwijzend moest worden beschikt. Allen voor. Van Ged. Staten was terugontvangen de politieverordening met een paar aanmer kingen. Deze wijzigingen worden in den gewensehten geest aangebracht. Tot leden van het stembureau worden benoemd de heerenGroneman, Waiboer en Sleutel (3e lid). De rondvraag levert niets op en gaat de raad in comité ter behandeling van het kohier van den Hoofdelijken Omslag. der Operettevereenigirig' des avonds 8 uur, in de Schouwburgzaal van Mei. de Wed J. BOON. Programma: operette in 3 bedrijven, door MACHIEL M. KOSTER Muziek van H.L A.Ludwig. Het fanggedeelte onder leiding van den Heer P STADT Régisseur de Heer J. L LUKER. AccompagnateurVan Kersbergen Geheel nieuwe décors, voor deze uit voering vervaardigd door LEO VISSER, Amsterdam Coatuums van de Firma SERNÉ ZOON R mste'dam. TOEGANGSPRIJS f0.50 de perron, verschu d'gd voor de geheel loca itrit. Plaatsen zijn te bespreken bij Hej. de Wed. BOON voor 10 Cts de plaats. Voorstelling door het Verslag van de vergadering van den Raad der gemeente Wleringerwaard, ge- van Amsterdam. Met medewerking van als gast on meerdere specialiteiten lsten Rang -"^MT Zie nadere advertenties en groote biljetten. Plaatsen reeds te bespreken k lOcent x'ra, ook pér briefkaart Beschikbaar als io Pypo'heek f 60 000 tegen billijke rente en gemakkelijke voorwaarden. te SCHÜGE&L Eéna enkele buitengewone voorstelling door het van AMSTERDAM, cp Dinsdag 26 Maart 1907, Opgevoerd zal worien het beroemde Tooneelstuk Aanvarg 8 uur precies. Entrée 11.— en f0.75. Plaatsen to bespreken h 10 cent ex'ra, ook per briefkaart, Een extra-tram zal loopm, raaf 'oop der uitvoering, raar Nieuwe Niedorp in het lokaal van den Heer M. KOOIJ trekt 21 Maart 1907. 1*11 ID«seml trekt 2 April 1907 In géén geval worden Loten toe gezonden zonder ontvangst van het bedrag per postwissel of in postzegels, met 5 Cents verhooging. zijn gefabriceerd uit het beste dub bel gezuiverde lijnzaad met toe voeging van 5 suiker, en onder scheiden zich in hooge mate door zuiverheid en gemakkelijke ver- tcerbaarheid. Door de suiker wekt de zoete smaak den eetlust op en bevordert de spijsvertering, melkafscheiding en vlecsclinanzettingde hoedanig heid en smakelijkheid der melk, boter on kaas verbetert, en de vluchtige votzuren worden daarin aanmerkelijk verhoogd. Het suikergehalte is ook oorzaak, dat de koekjes duurzamer zijn en nimmer schimmelen. Ze wegen écu ons, en behoeven dus niet gebroken, maar kunnen geheel gevoederd, zoodat iedere koe haar portie kan gegeven worden. Door den ovalen vorm blijven ze niet, bij gulzig inslik ken, in de .keol steken. Ze zien er mooi en smakelijk uit; de prijsisniet hooger dan de prima Murwe Lijnkoek, en daar de zuiverheid onder gratis contröle der nijkslandbouwproef- stations gegarandeerd wordt, zijn ze ten zeerste aan te bevelen. UITKOMSTEN: De Heer A. VAN ES TSzn. te Nieuwe Tonge, Landbouwer, schrijft dato 10 Januari j.1. Nadat de koeien gestald waren, werden ze gevoederd met Lijnkoek en Erwtenmeel, de melkgift en vetgehalte bleef gelijk als toen ze in de weide gingen. Daarna met uwe Lijnzaad koekjes vermeerderde de melk met 20 en het vetgehalte niet 0.7 De melk wordt aan een zuivelfabriek geleverd. De Hoer W. WIJNVEEN bij Barne- veld schrijft dato 19 Januari j.1.: Uwe L|jnzaadkoekjes werden verge lijkend gevoederd met drie andere soorten Lijnkoek van denzelfden prijs, maar uwe koekjes geven de meeste melk en gebruiken de koeien ook het liefst en dan hebben uwe koekjes nog voorhet Vee hoest erg en toen met uwe koekjes begonnen is, was het hoesten dadelijk beter. Overal waar men prima Murwe Lijn koek voederde, verkreeg men met onze 1.jjnzaadkoekjes dadelijk meer melk. Neem vergelijkende proeven en de uitkomsten zullen bovenstaande be vestigen. Verkrijgbaar byJ. LOUW, Schagen, A. DEUTEKOM Jr.,'t Zand, Jb. SWA- GERMAN, Benningbroek, M. BOSKER, Wieringon, W. KOOIJ, Stolpen, E. HOLTERMAN, St. Maartensbrug.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1907 | | pagina 5