Geld beschikbaar.
Voorloopig Bericht.
Di
Tl
Schager en
Purmerender Loten.
Hel Concert.
J
„Wieringerwaard",
op Donderdag 28 oo Zondag 31 Maart '97,
Maandag April as
TooneelgeZflsAap Direelie M LIER,
der Rederijkerskamer „De Zwaan'4
A. van Twuijver,
Merk Bertels d; Co., Amsterdam,
1
Zondag 17 Miart '07.
5Ie Jaargang. No. 4239.
TWEEDE BLAD.
Ontploffing te Touion.
Advertentièja.
PRINSESJE,
BAL NA.
fe Schagere,
Binnenlandsch Nieuws.
3$^. 3$. JJudmnan-ïton flijh
Entrée t 0.75 en f 0.50.
Br. fr. motto Hypotheek, bur. v. d. blad.
met Mevr. Julia v. Lier
Cuijpers, den Lieer en
Mevr. Erfmann en Louis
de Vries in de hoofdrollen.
Na afloop BAL.
30
JU
van Mcenhuüzen,
op Zondag 17 Maart '07,
te iilar'm§§fi£8Ï2e?B*
50 Cent per lot.
Moord, Schagen.
A m s t ei r d a ra.
De zee lag onder de eerste herfstkouda
donker dreigend tusschen klipgevaarten en
wierp geweldige golven op het strand aleof
zq zich nog eens duchtig roeren wilde, vóór
de vorst haar tot ijs verstijven zou Nóg
was zij vrij ró* lag z'j niet in de boeien
geklonken. En tusschen de zee e,n het
gebergte liep langs de kust de straatweg
raeds licht bepoederd van de vroegste
sneeuw. Even buiten de stad waar de
weg een kromming maakte, stond het
concertgebouw.
Daar stroomden in den dooker-m herfst
avond vele menschen been om '*t e'rs1-» con
cert bg te wonen in hei winter» z en
Want dit was «ene gebeurtenisDe vin-
ter duurt hier in het noorden lang en aan
gelegenheden tot ontspanning is waarlijk
geen overvloed.
Zij, Valborg, kwam van de ééne zijde
en hg, Björn van de andere. Hg wes niet
bepaald muzikaaleer het tegendeel. Maar
hij ging er heen, omdat hg wist dat zjj
komen zou. Ea met bi&r was het geval
ODgavaer hetzelfde, Zjj giag er heen om
dat zij wist dat hg komen zou
Toen hg de zaal betrad, keek hg naar
haar rond en bemerkte, dat zg zich in een
talrijk gezelschap bevond, Dit stond hem
niet aan en dus hield hg zich tamelijk op
een afstand. Hg bad gehoopt, dat zg alleen
zou komen en dat zg hem dan veroorloven
zou haar 'savoDd3 naar huis te brengen
Want hg moest op reis. en hg zou baar
gaarne nog eens onder vier oogea gespro
ken hebben, Dat had zg toch óók we!
kunnen denken En niettemin had zg zich
bij die vreemde menschen aangesloten
Hg vond het ergerlijk. Misschien echter
gelukte het hem toch, haar nog van die
lieden te scheiden. In elk geval hoopte brj
haar r het concert te zullen kunnen
naderen.
Gedurende het concert liet hg geen oog
van haar af. Hg lette veel meer op hare
bewegelijke gelaatsuitdrukkingen dan op
de schoonheden van de uitgevoerde muziek;
ea hij bestudeerde de uitwerking, die de
verschillende composities op baar hadden.
Speelde het orkest een vrooljjk stuk, dan
kon haar gansche gezicht van geluk en
blijdschap stralen, terwijl er b|j de treurige
nummers een eigenaardige, vochtige glans
in hare zielvolle oogen kwam,
Nu ja, hg wist immers, dat zg een open
hartig, ongekunsteld natuurkind was, dat
zich gaf zooals zg was, de kunsten dar
wereld niet kende. Zoo was zjj van jong
af geweest. Hg dacht aan hare eerste jeugd,
die zjj samen, hg en zg, in landelijke af
zondering hadden doorleefd. Dan was hg
op het gymnasium en later op de univer
siteit gekomen, Na had hg zgne examens
achter den rug en had eenige maanden op
bezoek in zgn ouderlijk huis gesleten. De
beide gespelen, hg en zji, hadden elk; ar
zoo weer ontmoet en vroolgke uren met
elkander doorgebracht, Maar nu liep zijn
verlof op een einde, en het afscheid stond
voor de deur.
Het eene nummer van het programma
volgde op het andere, en alles werd krach
tig geapplaudisseerd. De zaal was tot op het
laatste plaatsje bezet, en in de niet zeer
grooto ruimte heerschte eene verstikkende
hitte. Eindelijk was het concert afgeloopsn,
en Björn wachtte aan den uitgang,
„Mag ik een eindje met je meegaan?"
vroeg hg z tch', nadat de eerste begroeting
voorbjj was.
„Heel vriendelijk van je." antwoordde
zjj. „Ik heb eigenlijk al gezelschap
maar als het je genoegen doet
liet zjj er aarzelend op volgen, zoodat hg
niet recht wist, of zgn geleide haar al dan
niet welkom was. Toch week hg niet
van hare zjjde Hg richtte het zóó in,
dat zjj oamen achter de anderen een wei
nig terugbleven.
De maan trad slechts flets nu dan van
achter de wolken te voorschjjn, en over
h«t kale strand blies een heftige wind.
Hg raasde en floot door de telefoondraden,
hg rukte en duwde aan de kleederen, en
z jn gure adem sloeg om het verhitte
lichaam van het meisje en deed haar van
koude rillen.
Het oogenblik om voor de beminde zgne
teedere gevoelens uit te storten, was dus
niet b jzonder gelukkig gekozenmaar
toch mocht de jonge man nist langer dra
len want vóór zjjn vertrek zou hjj be
zwaarlijk nog eene gelegenheid vinden om
haar wcêr te zien.
„Ik heb iets op mjjn hart," zoo bagon
hjj. „Zooals ja weet, moet ik over eenige
dagen weg, en ik zal in den eersten tjjd
niet terugkomen a.
Op dit oogenblik kwam er ean wervel
wind, die hem baldadig den hoed van het
hootd rukte. Dat gaf eene wilde jacht,
een loop je niet, dan heb je niet, tot de
hoed, die rolde en huppelde alsof bg ei
pleizier in had, bg geluk door een schut
thg werd gestuit. Met een njjdigen greep
pikte Björn b«t op hol geslagen hoofd
deksel en drukte het weer op zjjne haren,
om tot hat meisje terug te keeren, dat ie
den tellen storm daar stond en huiverend
van koude op hem wachtte.
„Ban je koud?" vroeg hg bezorgd en
mat een gevoel alsof tusschen hem en haar
nu alles voorbjj was. Zjj lachte even om
hat avontuur met den hoed. Maar de jonge
min kon nist meê'achen. Hjj voelde, dat
dit b spottelgke intermezzo hem het groote
woord had efgesneden. Eene ontboeze
ming was hem tu onmogelijk geworden
Voor hetgeen hjj had willen zeggen, kon
hjj nu de rechte woorden niet meer vinden,
411e hoop was vervlogen. De storm hid
haar weggeblazen.
„Ja", antwoordde z'j rillend „hot was
daar binuen zoo vreeselgb warm en
hier buiten is het zoo ontvettend koud."
„Ik hoop, dat je door mg geen kou hebt
gevat", veide hjj tamelijk nuchter. „Eom,
laten wg den pas wat versnellen mis
schien wordt je dan weer warm."
Hjj nam hsrec arm, ea weldra Ladder
zg het overige gezelschap ingehaald zon
der .dat er iets tusschen hen gesproken
was.
„Zoo I" zaide hjj „nu heb je mg nie
meer noo lig. Vaarwel dus I Vaarwel!
Tot weerziens in het voigeide jaar 1-
„Vaarwel en dat 't ja goed ga 1"
zeide zjj huiverend, en zg legde hare tril
lende hand in de zjjne.
Hjj vroeg zich af, of dit trillen door de
koude kwam, of door eene innerlijke ont
roering. Hij wist het niet. Hg was ost
m edigd. To-wjjl bg u'swv te 'eirepd
werd al inner e: meer bet gevoel van
daareven in hem tot zekerheid: dat de ge
legenheid was verzuimd dat allee, wa
er tusschen hem en het meisje ooit teedere
wes geweest, of nog haddo karnen worden
door de:en fatalen storm w«s weggevaagd
Eonigs dagen later, toen bij bozig vae
sjjkolf ta pakken v-m%in b. dat
V lborg r; tig zo k is* H vetoo vfr
dol da bittft »a do er... c :r:z at er>
de hevige atkoeib g in den wind de op: z uk
van hare ziekte kon zgn geweest, on bg
maakte zichzelf een verwjjt er van, dat hg
haar in de koude had staande gehouden.
Ia zïne bezorgdheid liep hg terstond naar
hare moeder.
„Hos gsat 't vroeg hg bg het Vanen
treden.
„Niet goed. Wy zgn zeer bezorgd. Hel
is longontsteking," luidde het antwoord
„Maar kom binnen. Zjj wecscht ja te spre
ken. Zjj hoeft al naar je gevraagd."
Zschtjes betrad hjj de ziekenkamer
Toen hjj bjj haar bed stond, glimlachte zjj
tegen hem en zaide, terwjji «jj hem hare
koortsig brandende hard toestak
„Ik heb al lar.g op je gewacht Björn
Jjj gaat nu op reis en ik ga óók op
re.s Maar vóór ik van hier heenga,
wilde ik nog evon terugkomen op datgene,
wat je op dien stormachtigen avond voor
nemens was. Ik vreesde ai, dat het onge
zegd zou bljjven en dat zou ik niet
willen."
Hjj staarde haar vol medeljjden aan
Wist zjj, wat zjj zeide? Sprak zjj drzo
woorden bjj haar klare verstand
„Bagrjjp je mjj niet?" hernam zjj, bjj Iet
zien van zijnen bevreemden blik. „Wat mjj
zeif betreft, zoo bedoel ik de reis var
welke niemand terugkeertNee»
neen, spreek mjj niet tegen. Eene inner-
ljjke stem z ;gt het mjj. Maar vóór ik van
hier heenga, .moet je van mjj hooren dat
ik het oogmerk van onze wandeling be
grepen heb, dat ik wist wat je mjj zeggen
wou, en dat ik op de vraag, die je mjj bad
wiliea doen, mot „ja" zou geantwoord heb
bes. Dat wil ik je nu toch nog bekennen.
En die bekentenis kan je bewaren als een
aandenken van mg."
Zg zweeg en haaide moeizaam adem,
terwjji hjj hare hand in da zgne hield en
smarteljjk ontroerd haar in de oogen blikte.
Hg was diep getr.ff>a door de ronde ver
klaring van dit edele hart, dat hem geheel
had toebehoord, en dat hjj nu, vóór hjj het
ooit bezeten had, reeds moest verliezen
Hat was hem onmogaljjk, nu een woord uit
te brengen. Hjj kon slechts de gloeiende
hand streeler, die in de zjjne rustte. Maar
zjjne oogen verrieden haar, wat er in hem
omging.
„Hoor nog verder", fluisterde ijj. „Die
herinnering aan mjj mag en zal niet staan
tusschen jou en je geluk Als je iemand
anders vindt, tot wie je hart je aantrekt,
wees dan gelukkig met haar. Dat is mjjn
Wi-nsch, mjjn laatste wenscb, mjjn testa
ment En nu, vaarwel, Björn. Ik dank
je dat je nog gekomen bent."
Hjj drukte haar nog eens de hand, en
toen verliet hjj, zonder dat hjj wist hoe,
de ziekenkamer. Het was hem zoo wonder-
ljjk te moede, zoo tegenstrjjdig zoo droe
vig on toch zoo bljj zoo big en toch
zoo droevig Nooit had hjj kannen denken,
dat in een mensch geluk en hartzeer zóó
nauw veraenigd konden zjjn, als in zgn
binnenst te dezer ure.
Hjj reisde af. Kort daarna ontving hjj
bericht van haar. Het was eene kaart met
zwarten rand. En daarbg' ingesloten was
het programma van het concert.
N, R Ct.
Een geregeld verhaal van de gebeurtenis
sen van deze ramp (zie vorig no.) kon nog
niet worden gegeven.
Het was omstreeks middag, toen de eerste
ontploffing gehoord werd. De Jéna lag in
een van de droogdokken achter in de Mis-
siessyhaven. In de Missiessyhaven liggen
de oorlogsschepen en rondom staan militaire
gebouwen, kazernes, werkplaatsen voor de
vloot, opslagplaatsen van proviand, van
steenkool, van ammunitie en scheepsmate
riaal. Een uiterst gevaarlijke plaats dus
voor al wat met vuur in verband staat.
Hoe is in het achterschip van de Jéna een
ontploffing ontstaan Heeft de ontploffing
van een torpedo met geperste lucht een
voorraad kruit doen ontploffen? of is de
kruitvoorraad gesprongen door chemische
werking in het kruit zelf? Het zal moeilijk
uit te maken zjjn, want het achterschip
van de Jéna is vernield en wie in de buurt
van de plaats der ontploffing waren, zullen
er niet van navertellen.
Een groot aantal matrozen was op het
oogenblik van den eersten slag bijeen in de
kajuit der adelborsten lste klas, waar de
adelborst Carlini een voordracht hield over
Hendrik IV. Bjj het vernemen van den
knal sprongen de matrozen het vertrek uit
en langs ladders en boegspriet wisten zjj
bovenop de zijwanden van het droogdok te
komen.
De eerste gedachte van hen, die tot be
zinning kwamen, was, het droogdok te laten
zinken. Een luitenant ter zee 2e klas, Roux,
die niet vluchtte, maar aanstonds de sluis
deuren van het droogdok wilde openzetten,
moest zjjn moed on beradenheid met den
dood bekoopen. Hjj werd in het dok naar
beneden geslingerd ea verpletterd.
Het schip stond aan den achterkant weldra
in brand, de brand stak dé ammunitie aan
en zoo volgde knal op knal. Geen ruit
bleef in den omtrek heel. De bomscherven
vlogen heel Touion door. In een der voor
steden werd een kind van anderhalf jaar
in de armen der moeder door een bomscherf
getroffen. Het kind was opslag dood en
de moeder is doodelijk gekwetst.
Het openzetten van de waterkleppen van
het droogdok was geheel onvoldoende om het
dok met de Jéna s el te laten zinken.
Daarom kreeg het oorlogsschip Patrie last
de doksiuizen stuk te schieten. De Patrie
schoot groote gaten ir de wanden van het
dok en niet lang daarna was de brandende
massa zoover onder water gezonken, dat alle
verder gevaar voorbij was.
De Jéna is hoogstwaarschijnlijk voor de
vloot verforen. Het achterschip is uiteenge
slagen, het trotsche oorlogsschip is in enkele
uren een wrak geworden.
Een van de beste en duurste slagschepen
van de Fransche vloot is als vuurwerk uit-
eengepoeft, honderden menschen gedood,
verminkt, in rouw gedompeld Tieurige
ondergang voor een schip, dat bestemd
was te strjjden voor hot vaderland en
dat bij de voorspelling aan een gewelddadi-
gen dood zeker aan roemrijker dood zou
hebben gedacht dan zoo hulpeloos in het
droogdok, zonder vijanden om zjjn dood op
te wreken, zonder zee zelfs om in te vergaan.
De Lu tin en de Farfadet, de twee onderzee-
scho booten, die in 1905 en 1906 aan de
Fransche vloot ontvielen, zjjn althans bjj het
houden van oefeningen omgekomen, maar de
Iéna lag in het droogdok om afgekrabd en
geverfd te worden.
De stad Touion was diep verslagen.
Een dikke zwarte rook hing dreigend
boven de huizen. Na eiken knal vlogen de
stukken ijzer en staal in 't rond. De matro
zen en brandweermannen, die zich met de
drijvende brandspuiten in de nabijheid van
de Jéna waagden, en die de Suffren en an
dere oorlogsschepen van do gevaarlijke plek
wegsleepten, konden soms onder de opge-
smeten massa gedeelten van menschenlicha-
men herkennen. Men prijst den moed van
de mannen, die met levensgevaar er in ge
slaagd zjjn den brand te beperken tot het
eene schip.
De gewonden liepen bjj tientallen rond,
hulpeloos en radeloos, tot de werklieden, de
matrozen en de officieren in de buurt hen
meenamen of droegen naar de haven-ambu
lance, waarheen de weg van het dok af
spoedig werd aangegeven door een broeden
bloedstroom Ongelukkigen met vreeseljjke
wonden, misvormd gelaat, weggerukte klee
deren, verbrande haren, prezen zich gelukkig
den dood ontsnapt te zjjn.
Weggeslingerd en, die neergeploft waren
aan de kaden, kropen versuft overeind met
gebroken ledematen, en steeds groeide de
stroom aan. Wonderbaarlijk geredden liepen
in groote opgewondenheid rond, aan allen hun
geluk vertellend, en daar in de ambulance
waren allo dokters en vorplegers aan 't
werk, steeds nieuwen toevoer krijgend van
dooden en gewonden, die de eersten volgden.
Volgens het „Journal des Débats" zou de
ramp te Touion toegeschreven moeten wor
den aan kwaadwilligheid. Deze bewering
berust op het feit, dat de ontploffing plaats
had in het achterdeel van het schip, waar
zich de vertrekken der officieren bevonden.
Latere berichten melden: Volgens offici
eels opgaven konden zich aan boord bevin
den 630 personen. Van dezen zjjn 407 onge
deerd gebleven, 44 liggen in het hospitaal,
en 24 officieren en manschappen hadden
zich tot gisteravond halftwaalf nog gemeld.
Verongelukt kunnen dus zjjn 155 man, van
wie 125 nog vermist worden. Van dezen
laatsten kunnen nog eenigen terecht komen.
Het schip zelf is naar het oordeel derdes-
j kundigen nog niet geheel verloren. Het ach
terschip is inwendig totaal vernield en heeft
ook aan de wanden zwaar geleden; het voor
schip heeft maar weinig schade, dank zjj het
gelukkig initiatief van den gezagvoerder van
de „Patrie", die met een granaat de sluisdeur
van het dok inschoot, waardoor het instroo-
mende water den brand bluschte.
Hoe groot de verbijstering aan boord moet
zijn geweest, kan men zich eenigermate
voorstellen, wanneer men leest de eerste
indrukken door een burger van Touloji ont
vangen. De verteller zat bjj een vriend te
praten, toen ze werden opgeschrikt door een
geweldige ontploffing: „Wjj ijlden naar de
vensters en zagen boven de haven dichte
rookwolken. Er is brand op een schip, werd
ons van straat toegeroepen.
Terwijl wij de deur uitliepen en ons bjj
de honderden menschen aansloten die naar
de haven renden, hoorden wjj een reeks
ontploffingen, schoten en kanongebulder.
Aan de poort van de marinewerf hoorden
wü dat de „Jéna" in brand stond. Het pant
serschip was geheel in vlammen en rook
gehuld. Vuurtongen in verschillende kleu
ren flitsten op, vuurstralen schoton door
den rook, een regen van splinters, vonken
en stukken heet ijzer kwam op ons neder.
Een verstikkende rook trok over ons hoen."
Toch zjjn enkelen kalm gebleven aan
boord van het verderf brakende schip. Wjj
lezen van een adelborst, die juist theorie
hield met een vijftigtal matrozen. De adel
borst behield zijn tegenwoordigheid van geest,
zijn voorbeeld hield de mannen in bedwang
en toen hij oogenschijnlijk kalm hun den
weg aan wees, hen vermanende rustig te
blijven, gingen allen bedaard heen. Niet
een van dezen is omgekomen.
De gezagvoerder, kapitein Adigard, werd
in zijn kajuit verrast door de ontploffing.
Hg stond juist gereed om naar de prefectuur
te gaan, ter bijwoning van een beraadsla
ging. Zjjn kajuit werd geheel verbrijzeld;
de man was dadelijk dood. Een luitenant
ter zee werd door een granaat getroffen,
toen hij bezig was de sluisdeur open te hak
ken. De mannen die bij hem waren snelden
hem ter hulp, maar het kon niets moer
baten. Eén hunner was aan het hakken
gebleven, totdat de deur werd opengeschoten.
Om hem heen vielen in dichte regen
granaatsplinters, stukken hout on ijzer van
de „Jena", maar de man keerde nog even
op zijn weg terug om zjjn pet te halen die
hij had laten liggen.
Toen de brand gebluscht was, is men
begonnen met bet bergen van de lijken en
de lichaamsdeelen die in het dok ronddreven.
Voor de poort verzamelt zich een angstige
menigte van betrekkingen, doch niemand
wordt op de werf toegelaten.
De stad Touion is in rouw, koffiehuizen
en schouwburgen zijn gesloten; uitofflcieele
gebouwen en ook uit vele particuliere wo
ningen hangen de vlaggen halfstok. Het
ministerie van marine heeft ook de rouwvlag
uitgestoken.
I houden op Donderdag 14 Maart 1907, des
namiddags half drie uur.
Afwezig de heerenJ. L. T. Gronemanen
D. Koog, de eerste met kennisgeving.
Voorzitter de heer K. Koster Hz., burge
meester.
Na opening der vergadering leest de
de secretaris, de heer C. Haringbuizen, de
notulen, die onveranderd worden goedge
keurd.
Van Ged. Staten was ingekomen de goed
keuring op de verordening voor het herha-
lingsonderwijsidem, dat in de gemeente
begrafenisrechten worden geheven; dito
verordening Hoofdelijken Omslag.
Van het hoofdbestuur der posterijen en
telegrafie was een schrijven ingekomen
met de mededeeling van de wijziging in de
uren, waarop het hulpkantoor is geopend,
(reeds in ons blad opgenomen.)
Met het oog op de herdenking van den
300-jarigen geboortedag van Admiraal De
Ruyter wordt besloten, aan elk schoolkind
een gedenkboekje te geven, en verder dien
dag vacantie.
Is nog ingekomen het Provinciaal blad,
waaruit blijkt, dat bet salaris van den
Burgemeester onveranderd is gebleven, dat
van den secretaris met f 50 verhoogd.
Uit het verslag van het onderwijs in do
gemeente over 1905 deelen wij mede, dat
het aantal kinderen op 1 Januari j.1. school
gaande, was: 65 jongens en 84 meisjes. Uit
Barsingerhorn ging 1 meisje school, uit Anna
Paulowna dito. Uit deze gemeente gingen
school te Kolhorn 3 jongens en 1 meisjo, te
Zjjpe 2 jongens en 1 meisje en te Scbagen
1 jongen. Aan het herhalingsonder vrijs namen
deel 6 jongens en 5 meisjes.
Het verslag van de Commissie tot wering
van Schoolverzuim, vermeldde, dat volstrekt
schoolverzuim niet voorkwamvoor 1 jon
gen was een kennisgeving aan de ouders
noodig geweest.
Van de heeren Smeding en Kooi, onder
wijzers aan de Op. lag., school was een adres
ingekomen om een tegemoetkoming voor
hun studiekosten voor de hoofdacte, welke
kosten de heeren f75 noemden.
B. en W. meenden, dat adressanten nog
te kort in functie waren, om over hun werk
een oordeel te kunnen vellen, en dat
dus misschien later op deze aanvraag
kon worden teruggekomen, maar nu
daarop afwijzend moest worden beschikt.
Allen voor.
Van Ged. Staten was terugontvangen
de politieverordening met een paar aanmer
kingen. Deze wijzigingen worden in den
gewensehten geest aangebracht.
Tot leden van het stembureau worden
benoemd de heerenGroneman, Waiboer en
Sleutel (3e lid).
De rondvraag levert niets op en gaat de
raad in comité ter behandeling van het
kohier van den Hoofdelijken Omslag.
der Operettevereenigirig'
des avonds 8 uur,
in de Schouwburgzaal van Mei. de Wed
J. BOON.
Programma:
operette in 3 bedrijven, door MACHIEL
M. KOSTER Muziek van H.L A.Ludwig.
Het fanggedeelte onder leiding van den
Heer P STADT
Régisseur de Heer J. L LUKER.
AccompagnateurVan Kersbergen
Geheel nieuwe décors, voor deze uit
voering vervaardigd door LEO VISSER,
Amsterdam
Coatuums van de Firma SERNÉ
ZOON R mste'dam.
TOEGANGSPRIJS f0.50 de perron,
verschu d'gd voor de geheel loca itrit.
Plaatsen zijn te bespreken bij Hej.
de Wed. BOON voor 10 Cts de plaats.
Voorstelling door het
Verslag van de vergadering van den
Raad der gemeente Wleringerwaard, ge-
van Amsterdam.
Met medewerking van
als gast
on meerdere specialiteiten lsten Rang
-"^MT Zie nadere advertenties en groote
biljetten.
Plaatsen reeds te bespreken k lOcent
x'ra, ook pér briefkaart
Beschikbaar als io Pypo'heek f 60 000
tegen billijke rente en gemakkelijke
voorwaarden.
te SCHÜGE&L
Eéna enkele buitengewone voorstelling
door het
van AMSTERDAM,
cp Dinsdag 26 Maart 1907,
Opgevoerd zal worien het beroemde
Tooneelstuk
Aanvarg 8 uur precies.
Entrée 11.— en f0.75.
Plaatsen to bespreken h 10
cent ex'ra, ook per briefkaart,
Een extra-tram zal loopm, raaf
'oop der uitvoering, raar Nieuwe Niedorp
in het lokaal van den Heer M. KOOIJ
trekt 21 Maart 1907.
1*11 ID«seml trekt 2 April 1907
In géén geval worden Loten toe
gezonden zonder ontvangst van het
bedrag per postwissel of in postzegels,
met 5 Cents verhooging.
zijn gefabriceerd uit het beste dub
bel gezuiverde lijnzaad met toe
voeging van 5 suiker, en onder
scheiden zich in hooge mate door
zuiverheid en gemakkelijke ver-
tcerbaarheid.
Door de suiker wekt de zoete
smaak den eetlust op en bevordert
de spijsvertering, melkafscheiding
en vlecsclinanzettingde hoedanig
heid en smakelijkheid der melk,
boter on kaas verbetert, en de vluchtige
votzuren worden daarin aanmerkelijk
verhoogd. Het suikergehalte is ook
oorzaak, dat de koekjes duurzamer
zijn en nimmer schimmelen. Ze
wegen écu ons, en behoeven dus
niet gebroken, maar kunnen geheel
gevoederd, zoodat iedere koe haar portie
kan gegeven worden. Door den ovalen
vorm blijven ze niet, bij gulzig inslik
ken, in de .keol steken. Ze zien er
mooi en smakelijk uit; de prijsisniet
hooger dan de prima Murwe Lijnkoek,
en daar de zuiverheid onder gratis
contröle der nijkslandbouwproef-
stations gegarandeerd wordt, zijn ze
ten zeerste aan te bevelen.
UITKOMSTEN:
De Heer A. VAN ES TSzn. te Nieuwe
Tonge, Landbouwer, schrijft dato 10
Januari j.1.
Nadat de koeien gestald waren, werden
ze gevoederd met Lijnkoek en Erwtenmeel,
de melkgift en vetgehalte bleef gelijk als
toen ze in de weide gingen. Daarna met
uwe Lijnzaad koekjes vermeerderde de
melk met 20 en het vetgehalte niet
0.7
De melk wordt aan een zuivelfabriek
geleverd.
De Hoer W. WIJNVEEN bij Barne-
veld schrijft dato 19 Januari j.1.:
Uwe L|jnzaadkoekjes werden verge
lijkend gevoederd met drie andere soorten
Lijnkoek van denzelfden prijs, maar uwe
koekjes geven de meeste melk en gebruiken
de koeien ook het liefst en dan hebben
uwe koekjes nog voorhet Vee hoest erg
en toen met uwe koekjes begonnen is, was
het hoesten dadelijk beter.
Overal waar men prima Murwe Lijn
koek voederde, verkreeg men met onze
1.jjnzaadkoekjes dadelijk meer melk.
Neem vergelijkende proeven en de
uitkomsten zullen bovenstaande be
vestigen.
Verkrijgbaar byJ. LOUW, Schagen,
A. DEUTEKOM Jr.,'t Zand, Jb. SWA-
GERMAN, Benningbroek, M. BOSKER,
Wieringon, W. KOOIJ, Stolpen, E.
HOLTERMAN, St. Maartensbrug.